Titel documentbeleidsnota onder titel (optioneel)

CONCEPT CONCEPT*

Nota Openbare Ruimte 2020-2025

Werken aan een openbare ruimte waarin iedereen zich thuis voelt!

Leeuwarder Courant 6 november 2019

Pagina 2 van 39

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ...... 3 Inleiding ...... 4 1. De openbare ruimte is waardevol ...... 10 1.1 De openbare ruimte voegt waarde toe en draagt bij aan (duurzame) doelen ...... 10 1.2 De openbare ruimte is van en voor iedereen ...... 12 1.3 Waardering inwoners ...... 12 2. De kapitaalgoederen nader toegelicht: huidige situatie ...... 14 2.1 Wat kost beheer en onderhoud van onze kapitaalgoederen? ...... 14 2.2 Stand van zaken prestaties kapitaalgoederen ...... 16 2.2.1 Wegen ...... 16 2.2.2 Openbare verlichting ...... 18 2.2.3 Bruggen, tunnels en aquaducten ...... 18 2.2.4 Oevers en kaden ...... 20 2.2.5 Waterbodems (baggeren) ...... 21 2.2.6 Openbaar groen ...... 22 2.2.7 Riolering ...... 23 2.2.8 Gemeentelijke gebouwen ...... 23 2.3 Met welke risico’s en kansen hebben we te maken? ...... 25 3. Wat willen we bereiken? ...... 27 3.1 De basis op orde: veilig, veerkrachtig en inclusief ...... 27 3.1.1 Technische kwaliteit openbare ruimte ...... 27 3.1.2 Onderhoud op basis van levenscyclus ...... 28 3.1.3 Efficiënt werken ...... 28 3.2 Duurzaam en toekomstbestendig ...... 30 3.2.1 Energie neutrale gebouwen en installaties in de openbare ruimte ...... 31 3.2.2 Klimaatadaptatie ...... 31 3.2.3 Sluiten van kringlopen in de openbare ruimte ...... 32 3.2.4 Behoud en vergroten biodiversiteit ...... 33 3.3 Financieel gedegen ...... 33 4. Scenario’s ...... 35

5. Advies ...... 38

Pagina 3 van 39

Inleiding

De openbare ruimte is de ruimte die voor iedereen toegankelijk is en waar inwoners van Súdwest- Fryslân en talloze bezoekers/toeristen en bedrijven dagelijks gebruik van maken. In de gesprekken met bewoners van dorpen en wijken is de openbare ruimte vaak onderwerp van gesprek. De openbare ruimte bepaalt immers voor een groot deel de kwaliteit van de leefomgeving.

Waar gaat deze Nota over? De Nota openbare ruimte gaat over hoe we de fysieke ‘basisstructuur’ waarop de Mienskip dagelijks functioneert, in stand kunnen houden, door beheer en onderhoud. We kijken hierbij specifiek naar de gemeentelijke eigendommen in de openbare ruimte. Dit noemen we kapitaalgoederen of assets. Het gaat bijvoorbeeld om onderstaande kapitaalgoederen:

De kapitaalgoederen in de openbare ruimte vertegenwoordigen een grote financiële waarde. De vervangingswaarde in Súdwest-Fryslân bedraagt zo’n € 3.900.000.000. Kapitaalgoederen moeten in ieder geval tijdens de beoogde levensduur een bijdrage leveren aan het doel waarvoor zij zijn aangelegd, gebouwd of vervaardigd. Dit kan alleen door tijdens de levensduur onderhoud uit te voeren. Hier zijn aanzienlijke middelen voor nodig. Daarom is het belangrijk om verantwoord om te gaan met de kapitaalgoederen.

Wat is het doel van deze Nota? De aanleiding voor deze Nota is de afspraak om de “Nota kapitaalgoederen 2017-2018” te actualiseren. Het doel van de Nota is richting geven aan een financieel gedegen beheer en onderhoud dat toekomstige ontwikkelingen niet in de weg staat.

Pagina 4 van 39

Met zekerheid kunnen we stellen dat de komende jaren in het teken staan van ontwikkelingen zoals de warmtetransitie en klimaatadaptatie. Dit zijn complexe opgaven met veel onzekerheden. Met behulp van scenario’s geven we inzicht in de middelen die nodig zijn om het vastgestelde onderhoudsniveau te realiseren en te behouden en wat keuzes betekenen voor de Mienskip en toekomstige ontwikkelingen.

Het beheer en onderhoud en daarmee gepaard gaande dienstverlening voegt waarde toe voor de Mienskip en draagt bij aan de ontwikkeling van Súdwest-Fryslân. Hierbij is voor inwoners en bezoekers en bedrijven die dagelijks gebruik maken van de openbare ruimte veiligheid, beeldkwaliteit en de beschikbaarheid van belang. Daarnaast zijn een optimale inzet van middelen, duurzaamheid en het imago van Súdwest-Fryslân van belang voor verantwoorde keuzes. De onderstreepte woorden zijn de kernwaarden die Súdwest-Fryslân gebruikt als afwegingskader bij het maken van keuzes.

Wat verstaan we onder beheer en onderhoud?1 De gemeente is verantwoordelijk voor een veilig leef-, werk- en woonmilieu voor iedereen. Het kwaliteitsniveau van de kapitaalgoederen dient zo te zijn dat er geen onveilige situaties kunnen ontstaan. Hiervoor gelden verschillende wetten en normen. De wettelijke zorgplicht is o.a. vastgelegd in de Wegenwet. De aansprakelijkheid bij schade of letsel wordt geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Voor het inregelen van de financiën van beheer en onderhoud is het Besluit begroting en verantwoording (BBV) en de daarbij horende Notitie materiele en vaste activa leidend.

Onder beheren en onderhouden verstaan we de organisatie rondom het gebruiksgeschikt houden en alle onderhoudsactiviteiten met als doel het in aanvaardbare conditie krijgen en houden van de kapitaalgoederen, zodat ze de gewenste functie kunnen vervullen. We onderscheiden verschillende vormen van onderhoud die ook invloed op elkaar hebben. Als het kleine, jaarlijkse onderhoud goed wordt uitgevoerd, heeft dit een positief effect op de levensduur van het kapitaalgoed en daarmee op de kwaliteit van de leefomgeving. Het groot onderhoud kan daarmee worden uitgesteld en kapitaalvernietiging wordt voorkomen. Omgekeerd, heeft tijdig uitgevoerd groot onderhoud een positief effect op het klein onderhoud. In de begrippenlijst (zie bijlagen) worden de vormen van onderhoud toegelicht.

Hoe is de Nota openbare ruimte tot stand gekomen? In het voorjaar van 2019 gingen we de gemeente in om te praten over de Omgevingsvisie. Tegelijkertijd met dit ‘rondje SWF’ zijn enquêtes over de openbare ruimte uitgezet. Via facebook en de dorps- en wijkbelangen hebben bijna 500 inwoners de enquête ingevuld. Eind 2019 heeft een onafhankelijk onderzoek plaatsgevonden naar de wijze waarop wij de openbare ruimte beheren met als doel te onderzoeken of zaken verder geoptimaliseerd kunnen worden. Het advies is gebruikt als input voor deze Nota evenals verschillende beleidsstukken en werkwijzen.

Bij het opstellen van de Nota zijn het bestuur en de raad betrokken. In september 2019 gingen we op excursie met raadsleden. In plaats van een informerende bijeenkomst reden we met een oude FRAM- bus door de gemeente. Zo konden we in de praktijk laten zien wat er allemaal gebeurt in de openbare ruimte en welke uitdagingen er zijn. Op 29 oktober 2019 en 24 februari 2020 zijn college en directie bijgepraat en op 15 januari 2020 is de raad geïnformeerd. De input van deze bijeenkomsten is zo goed mogelijk verwerkt in de Nota.

1 Commissie BBV (2020).

Pagina 5 van 39

Welke trends en ontwikkelingen zijn van belang voor de openbare ruimte? Inwoners, bedrijven en bezoekers gebruiken dagelijks de openbare ruimte. Onder invloed van ontwikkelingen is de openbare ruimte voortdurend in beweging.

• Budget voor beheer en onderhoud staat onder druk: Er zijn meerdere ontwikkelingen van invloed op het budget. Er is sprake van achterstallig onderhoud en de komende jaren staan in het teken van vervanging en renovatie. We hebben te maken met uitbreiding van het areaal zonder dat hier budget voor beschikbaar wordt gesteld, de budgetten worden nauwelijks geïndexeerd en beheersbudgetten dragen bij aan ontwikkelingen. Het budget is hierdoor niet toereikend.

• Het gebruik van de openbare ruimte verandert, zowel boven als onder de grond: o Het is drukker in de openbare ruimte en het is de verwachting dat deze trend doorzet. Het gebruik van auto en fiets is toegenomen. Het landbouwverkeer wordt zwaarder en groter waardoor wegen sneller slijten en robuuster moeten worden. De volgende ontwikkeling is dat het aantal elektrische auto’s toeneemt. Dit heeft effect op de onderhoudsstaat van onze kapitaalgoederen. Het gewicht van elektrische auto’s is bijvoorbeeld zwaarder en hier zijn andere voorzieningen voor nodig. o Met de aanleg van glasvezel, de warmtetransitie en verdere elektrificatie wordt het steeds drukker in de ondergrond. o We hebben te maken met meer ouderen, die steeds langer in hun eigen omgeving blijven wonen. De openbare ruimte moet hiervoor geschikt worden gemaakt door bijvoorbeeld het voorkomen of wegnemen van obstakels, het toegankelijk houden van stoepen en het realiseren van veilige routes. Dit betekent ook een bijdrage aan een buitenruimte die uitnodigt om naar buiten te gaan en elkaar te ontmoeten en de mogelijkheid om een ommetje te maken (met bijvoorbeeld bankjes als rustpunten). o De beroepsbevolking neemt af. We merken nu al dat wijzelf en aannemers moeite hebben met het vinden van personeel.

• Kapitaalgoederen worden ouder: Kapitaalgoederen worden voor lange tijd aangelegd en gaan lang mee. Ze worden daardoor ingehaald door ontwikkelingen zoals hiervoor geschetst, verdergaande (wettelijke) eisen op gebied van (constructieve) veiligheid, gebruik en wensen van inwoners op gebied van uiterlijk en gebruik.

De komende jaren staan in het teken van de onderhoudsstrategie voor kapitaalgoederen die in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw zijn aangelegd en de eisen die vanuit de maatschappelijke opgaven worden gesteld.

Súdwest-Fryslân staat hier niet alleen voor. Alle gemeenten in Nederland staan voor deze uitdaging, zie kaders (Cobouw, 2020).

Pagina 6 van 39

• De rol van bewoners en ondernemers groeit: In de Mienskip is er behoefte om mee te denken en mee te doen in de openbare ruimte. Dit vraagt een andere manier van werken dan alleen technisch beheer en onderhoud.

• Duurzaamheid en klimaatverandering worden steeds belangrijker: o Om overlast en schade te voorkomen, door extremer weersomstandigheden zoals meer hevige buien, langere periode van droogte en hogere temperaturen (hitte), moeten we onze fysieke leefomgeving aanpassen. Door straten en pleinen slim in te richten kan regenwater sneller wegtrekken in de bodem, worden opgevangen of afgevoerd. Meer groen zorgt voor het beperken van wateroverlast, demping van hitte en opvang van fijnstof. Minder verharding vraagt ander beheer. Plekken voor waterberging en waterafvoer moeten dusdanig beheerd worden dat ze hun werk goed kunnen doen, dus vrij van zwerfvuil en andere obstakels. o Om te voldoen aan de afspraken in het Klimaatakkoord moeten, uitgaande van procentuele vertaling van de landelijke opgave, in onze gemeente in 2030 ruim 8.000 woningen van het aardgas af. Het omvormen van woonwijken ‘van aardgas los’ heeft grote gevolgen voor de openbare ruimte. Kansen voor optimalisaties en het voorkomen van kapitaalsvernietiging worden zo veel mogelijk benut. o De openbare ruimte is een bron van waardevolle grondstoffen en er zijn kansen om circulaire materialen en afgedankte producten toe te passen. De buitenruimte wordt op termijn niet alleen een kostenpost maar juist een plek waar waardevolle grondstoffen vrijkomen en secundaire materialen worden toegepast. o Wereldwijd staat de biodiversiteit onder druk. Met ons beheer dragen we bij aan het vergroten van de biodiversiteit. Groen wordt steeds belangrijker om aan doelstellingen te voldoen.

• Technologische ontwikkelingen: Machinaal straten is inmiddels al bestaande praktijk. Dit betekende vooral een enorme verbetering van de arbeidsomstandigheden voor stratenmakers. Actuele ontwikkelingen zijn het inzetten van drones voor inspecties, opmeetwerkzaamheden en dergelijke. We beheren storingen aan gemalen op afstand en zetten specialistische apparatuur zoals maairobots voor sportvelden in. Ontwikkelingen volgen elkaar in steeds hoger tempo op. Wat de gevolgen voor gebruik en onderhoud van de openbare ruimte zijn, valt nu moeilijk te voorspellen. We blijven hier actief op inspelen en volgen de ontwikkelingen nauwlettend.

Wat is de werkwijze voor beheer en onderhoud? Onze werkwijze is gebaseerd op assetmanagement. Hieronder verstaan we het vergroten van de maatschappelijke waarde van assets door optimaal beheer te realiseren op basis van afgewogen kosten, prestaties en risico’s over de gehele levenscyclus van assets (kapitaalgoederen). Assetmanagement helpt om keuzes te maken om “het goede” te doen door het objectiveren van keuzes die we maken. Niet alleen financieel gedreven maar vooral ook keuzes die bijdragen aan doelen die we willen bereiken en het helpt ons bij gesprekken met inwoners en bedrijven.

Het werken met assetmanagement is gebaseerd op vijf principes die terug komen in deze Nota: • Balans tussen prestaties, kosten en risico’s assetmanagement betekent keuzes maken. Deze keuzes volgen uit de afweging tussen de gewenste prestaties, de kosten en de risico’s. • Levensduur denken bij keuzes rekening houden met de kosten en baten over de gehele levensduur. • Integraal denken plannen, activiteiten en processen afstemmen met interne en externe partijen en data. • Bijdrage aan doelen het verbinden van activiteiten in de openbare ruimte aan doelstellingen van Súdwest-Fryslân. • Evalueren en verbeteren leren van ervaringen om prestaties continu te verbeteren.

Onze missie? We zorgen samen voor een gezonde en veilige leefomgeving waarin iedereen zich thuis voelt!

Pagina 7 van 39

Leeswijzer We onderhouden de openbare ruimte om maatschappelijke waarde toe te voegen voor inwoners en bezoekers. De waarde en de waardering van de openbare ruimte komen in hoofdstuk 1 aan de orde. In hoofdstuk 2 staan de kosten, prestaties en risico’s van de kapitaalgoederen in de huidige situatie centraal. In hoofdstuk 3 kijken we vooruit naar wat we willen bereiken in de openbare ruimte. Er zijn verschillende scenario’s mogelijk en in hoofdstuk 4 leggen we vier scenario’s voor om onze doelen te bewerkstelligen. We sluiten af met de voorstellen voor de periode 2020-2025.

Ter ondersteuning aan de implementatie van assetmanagement in de gemeente is onderstaande poster ontwikkeld. Op cartoonachtige wijze zijn een tal van situaties geschetst die mis kunnen gaan en komen belangrijke thema’s in de gemeente terug. Ook ziet u op de poster dat zowel de gebruiker van de openbare ruimte als de medewerkers die direct bijdragen aan het werken in de openbare ruimte maar ook college en raad vanuit de sturende rol in de zeppelin een rol hebben in het beheer van de openbare ruimte.

Pagina 8 van 39

Samenvatting

De basis op orde Duurzame en toekomstbestendige openbare ruimte Financieel gedegen Voor inwoners en bezoekers streven we naar een In de openbare ruimte beperken we de negatieve We gaan verantwoord om met gemeenschapsgeld en openbare ruimte die veilig is en bijdraagt aan het invloed op het milieu. We adviseren: zoeken naar een goede balans tussen kosten, prestaties bevorderen van gezondheid. We adviseren: • Door beheer en onderhoud bij te dragen aan de en risico’s . We adviseren: - Het onderhoudsniveau Gemiddeld Basis te doelstellingen op gebied van energie, • De keuze voor scenario 2: verbeteren kwaliteit continueren; klimaatverandering, circulaire economie en leefomgeving; - Met assetmanagement zo efficiënt mogelijk te werken biodiversiteit. • Achterstallig onderhoud gefaseerd inhalen in een om dit te realiseren periode van 10 tot 15 jaar. - In 2024 een evaluatie uit te voeren en aan de hand daarvan de koers voor de periode 2025-2030 uit te zetten. Strategie Strategie Strategie • We hanteren een gedifferentieerd • Slim werk met werk maken: we combineren • Structureel budget op orde brengen door: onderhoudsniveau: Gemiddeld Basis; onderhoud met het treffen van duurzame o Inregelen achterstallig onderhoud, renovatie en • Inrichting en beheer is gebaseerd op de kosten van maatregelen; vervangingsopgave met behulp van de gehele levenscyclus; • We bewegen met de markt mee, volgen onderhoudsfonds; • Prioriteren en faseren door onder meer Slim werk ontwikkelingen en staan open voor pilots om o Slim samenspel tussen onderhoudsbudget en met werk maken (integrale programmering); ervaring op te doen. onderhoudsfonds. • We ontwikkelen risicogestuurd werken met behulp • Flexibel inzetten van budgetten. van onze werkwijze assetmanagement; • Te sturen op de laagste kosten over de gehele • We betrekken de Mienskip bij beheer en onderhoud levenscyclus; door communicatie en het betrekken van mensen die • Inzicht en voorspelbaarheid te creëren door verder van de arbeidsmarkt staan. programmatisch werken verder te ontwikkelen.

Opgaven Opgaven Opgaven • Inspecteren gebouwen en constructieve kwaliteit • Opstellen plan voor verduurzamen gemeentelijk • Uitwerken voorstellen voor onderhoudsfonds bruggen, oevers en kaden; vastgoed en verlichting; inclusief dekking op basis van meerjarig programma; • Doorontwikkeling Integrale meerjaren- • Instellen rol grondstromen coördinator om aan- en • In begrotingscyclus voorstellen inbrengen voor programmering en risicogestuurd beheer met behulp afvoer van grond en andere materialen in inregelen middelen voor uitvoeren beleid (o.a. van organisatiewaardenmatrix; gemeentelijke werken op elkaar af te stemmen in insectennetwerk en afspraken OSW); • Uitwerken Handboek openbare ruimte; combinatie met realiseren van een opslaglocatie; • Optimaliseren door in te zetten op afstoten en • Verder professionaliseren communicatie en • Gefaseerd uitrollen insectennetwerk; opruimen van areaal. betrekken inwoners bij openbare ruimte; • Verharding vervangen door groen. • Opstellen van een (meerjarig) beheerplan per onderdeel van de openbare ruimte; • Evaluatie dienstverlening meldingen.

Pagina 9 van 39

1. De openbare ruimte is waardevol

1.1 De openbare ruimte voegt waarde toe en draagt bij aan (duurzame) doelen Onze missie is dat we samen werken aan een gezonde en veilige leefomgeving waarin iedereen zich thuis voelt!

Van oudsher is het onderhoud van de openbare ruimte gericht op schoon, heel en veilig. We beseffen steeds meer dat de openbare ruimte directe relatie heeft met alle thema’s van het ‘Hoofdlijnenakkoord 2018 – 2022: Súdwest-Fryslân ontwikkelt en verduurzaamt!. Het is een middel om brede maatschappelijke uitdagingen aan te pakken.

Thema’s als gezondheid, warmtetransitie, energiestrategie, hittestress, wateroverlast, circulaire economie en biodiversiteit staan op de agenda. Gedegen beheer is noodzakelijk om veel van de doelstellingen te behalen. Met beheer en onderhoud willen we waarde toevoegen voor de Mienskip en bijdragen aan (gemeentelijke) doelen. Dit sluit aan bij de principes van assetmanagement.

Voorbeeld: Gas(t)vrij havenkantoor De ambitie van Súdwest-Fryslân is om met de gebouwen in haar eigendom een steentje bij te dragen aan duurzaamheid. Eén van die gebouwen die onlangs een opknapbeurt kreeg, is het havenkantoor Stavoren. Hier bedient de havenmeester de bruggen en ontvangt gasten aan de balie. Het havenkantoor is nu niet alleen gastvrij maar ook gasvrij.

De Blauwe Vlag is een exclusief eco-label en staat voor een veilige en duurzame haven. Het gaat dan om veiligheidsvoorzieningen als trapjes in de grachten, brandblusmiddelen en duurzame havengebouwen. De Stichting keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit heeft in 2019 opnieuw de Blauwe Vlag toegekend aan de binnen- en buitenhaven van Stavoren, net als de havens van , Makkum, en .

In de haven van Stavoren ligt sinds de zomer van 2019 een zogeheten Shoreliner. Dit is een nieuw plasticvangsysteem. Het doel is dat er in het water minder plastic ronddrijft, dat oevers verontreinigt en uiteindelijk in zee terecht komt. In Makkum en Sneek doen we ervaring op met andere vangsystemen in het water.

Foto: havenkantoor Stavoren.

Pagina 10 van 39

Global Goals In 2015 heeft de VN 17 ambitieuze doelen voor duurzame ontwikkeling vastgesteld. Deze Global Goals for Sustainable Development vormen voor de periode tot 2030 een belangrijke gezamenlijke agenda voor de lidstaten. Alle Global Goals hebben subdoelen die direct of indirect verband houden met het dagelijkse werk van lokale en regionale overheden. De 17 doelen vormen een samenhangend geheel waar vanuit de openbare ruimte waar mogelijk aan wordt bijgedragen.

Súdwest-Fryslân is een Global Goals gemeente en voelt zich medeverantwoordelijk voor het aanpakken van gevolgen van mondiale uitdagingen in het belang van onze inwoners.

Zowel in de Kadernota, gemeentelijke omgevingsvisie als in deze Nota openbare ruimte worden de mondiale doelen vertaald naar wat er lokaal moet gebeuren.

De openbare ruimte is een belangrijk middel om aan de ambities bij te dragen. Hieronder staan een aantal voorbeelden op welke wijze de openbare ruimte drager is voor doelstellingen:

De openbare ruimte is de plek waar mensen elkaar Verlichting zorgt voor Steeds meer mensen We zorgen er voor dat ontmoeten, naar hun werk sfeer en een gevoel van sporten in de openbare In onze waterrijke gemeente stranden en gaan, spelen, sporten en veiligheid. ruimte. is onderhoud van waterbouw recreatieterreinen er netjes ontspannen. noodzakelijk voor duurzaam bijliggen. wonen, werken en genieten.

De integrale planning is een De openbare ruimte bepaalt Groen draagt bij aan De openbare ruimte is een hulpmiddel voor slim werk biodiversiteit en welbevinden. voor een deel de identiteit bron van grondstoffen. met werk maken bijv. met de van een kern. We werken vaak samen met warmtetransitie. inwoners.

Pagina 11 van 39

1.2 De openbare ruimte is van en voor iedereen In de openbare ruimte komen veel belangen samen. We werken al zoveel mogelijk in de geest van de Omgevingswet: Bewoners en bedrijven praten graag mee over het beheer van de openbare ruimte, want het gaat om hun directe leefomgeving. Samen vorm geven aan beheer en onderhoud doen we door bewoners in ieder geval te informeren en bij grotere werken te vragen om mee te denken en gezamenlijk te komen tot een optimaal ontwerp, inrichting, beheer en gebruik van de openbare ruimte.

Wanneer een dorp of wijk (een deel van) het onderhoud over wil nemen, dan bespreken we samen de mogelijkheden. Dit sluit aan bij ‘Right to Challenge/Neem het over’. In de praktijk zien we dat medebeheer op dit moment op kleine schaal plaatsvindt in het groen en bij het schoon houden van de omgeving door het opruimen van zwerfafval of het legen van prullenbakken. De andere onderdelen van de openbare ruimte lenen zich minder goed voor medebeheer. Voorbeeld: De ondernemers in het centrum van Sneek hebben in 2019 tijdens een gezamenlijk wandeling met de wethouder stil gestaan bij de beleving van de openbare ruimte in het hart van Sneek. Dit heeft er toe geleid dat we samen met ondernemers een dag in maart 2020 hebben gepland om het centrum van Sneek schoner en aantrekkelijker te maken. Door de intelligente lock-down in verband met Covid-19 wordt deze dag op een later moment gepland.

De overheid verwacht dat inwoners steeds meer zelf doen voor de samenleving. Wij communiceren hierover en stimuleren initiatieven. Dit brengt met zich mee dat er via het meldingensysteem vaker wensen en ideeën aangedragen worden bij de gemeente. Onze insteek is om inwoners en betrokkenen vooral zelf aan de slag te laten gaan met hun idee. En dat wij hen daarbij waar mogelijk zo goed mogelijk faciliteren. Met behulp van de procesgroep kleine wensen investeren we in de kwaliteit van onze dienstverlening richting onze inwoners.

We plaatsen steeds meer informatie over de openbare ruimte en het onderhoud op onze website en social media. De digitale bomenkaart is een goed voorbeeld hiervan. Dit willen we verder uitbouwen.

Samen met inwoners en scholen werken we aan het schoon, gezond en veilig houden van de leefomgeving. In de komende jaren gaan we hier verder mee.

Iedereen doet mee Als grootste gemeente qua land en water voelen wij de verantwoordelijkheid om daar waar mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten bij het beheer en onderhoud van de lokale leefomgeving (social return). Dit doen we op dit moment vooral in het groen en bij brugbediening.

1.3 Waardering inwoners

Enquêtes Inwoners en bedrijven maken dagelijks gebruik van de openbare ruimte. Ter voorbereiding op deze Nota zijn inwoners daarom via een enquête gevraagd naar hun mening over de toestand van de openbare ruimte. De resultaten geven een indicatie van de waardering van inwoners. Het gemiddelde cijfer is afgenomen van een 6,5 in 2011 tot een 6,3 in 2016 en een 6,1 in 2019 (zie bijlage VI). Dit sluit aan bij het onderzoek van het Fries Sociaal Planbureau (2019) waaruit naar voren komt dat inwoners in Fryslân minder tevreden zijn met de buitenvoorzieningen dan in 2012.

Voor de toekomst willen we onderzoeken op welke wijze we de beleving van inwoners kunnen monitoren én wat de mogelijkheden zijn om te sturen op beleving en verwachtingen van inwoners.

Pagina 12 van 39

Wijkschouw Op aanvraag van dorps- en wijkbelangen voeren we een gezamenlijke wijkschouw uit met bewoners. Hierbij kijken we naar de gehele openbare ruimte. Dit wordt zeer gewaardeerd en hierbij komen we zeer betrokken inwoners tegen.

Meldingen Inwoners kunnen met behulp van een Melding Openbare Ruimte (MOR) aangeven of iets in hun omgeving kapot of vuil is. Jaarlijks worden ruim 8.000 meldingen ingediend over de kapitaalgoederen. Voor de wegen en het groen worden de meeste meldingen ingediend (zie bijlage VI).

We constateren een spanningsveld tussen een financieel gedegen beheer en onderhoud op basis van assetmanagement en de intentie om een melding binnen 5 werkdagen te behandelen. Let op: dit betekent niet altijd dat de situatie opgelost is! We koppelen binnen 5 werkdagen actief terug naar de melder. Soms is er meer tijd nodig om een melding op te lossen.

Het aantal meldingen heeft deels te maken met achterstallig onderhoud zoals de melding over een gat in de weg. Sturen op (preventief) onderhoud is efficiënter dan het toepassen van incidenten- management. Meldingen hebben daarnaast ook deels te maken met weersomstandigheden zoals afgewaaide takken of water op straat of storingen in verlichting of brugbediening. Dit zijn voor ons waardevolle signalen.

We hebben een pilot uitgevoerd met een nieuwe vorm van wijkbeheer waarbij het groenteam in een rayon situaties als losliggende tegels en ander klein “grijs” leed verhelpt. De pilot is als zeer positief ervaren en beoordeeld. Daarom zetten we de pilot met hernieuwde afspraken en focus voort met de duur van 1 jaar. Naast het rayon Makkum-Workum zal de nieuwe vorm van wijkbeheer ook in rayon Bolsward uitgerold worden. We monitoren de pilot om na te gaan of dit een efficiënte werkwijze is die bijdraagt aan een leefbare omgeving en optimalisatie van onze dienstverlening.

Pagina 13 van 39

2. De kapitaalgoederen nader toegelicht: huidige situatie

Eén van de principes van assetmanagement is een balans tussen kosten, prestaties en risico’s. Aan de hand van deze drie parameters geven we inzicht in de huidige stand van zaken. Onder prestaties schetsen we per onderdeel de aard van het kapitaalgoed, de kerncijfers en de (financiële) stand van zaken.

2.1 Wat kost beheer en onderhoud van onze kapitaalgoederen? In de kapitaalgoederen is een groot vermogen geïnvesteerd. Het gaat hier in totaal om circa € 3.900.000.000. In Súdwest-Fryslân hebben we het dan over circa € 100.000 per huishouden. Het beheerbudget zou 1-2% ten opzichte van het geïnvesteerd vermogen moeten zijn (= minimaal € 39 miljoen) op basis van een technische benadering. Te weinig budget leidt tot lagere technische waarde en een lagere bijdrage aan maatschappelijke doelen. Ook lopen hierdoor de levensduurkosten (total cost of ownership) op.

Structurele budget In de periode 2013 t/m 2017 is ingezet op het structureel op orde brengen van het budget door een financieel ingroeimodel. Hierdoor is voor beheer en onderhoud in het exploitatiebudget nu € 29,1 miljoen beschikbaar. Met dit ingroeimodel is geaccepteerd dat achterstanden in elementenverharding en waterbouw zijn toegenomen.

Met ingang van 2021 wordt het budget voor kapitaalgoederen structureel verhoogd met € 300.000, om hogere kosten als gevolg van achterstallig onderhoud zo veel mogelijk te voorkomen. Dit geldt voor zowel de bruggen, kaden/oevers als de elementenverharding waar op dit moment de grootste achterstanden zijn. Dit bedrag is een mooie aanzet om te komen tot een fonds voor vervangingen en renovaties.

Het beschikbare budget wordt beperkt aangepast aan prijsfluctuatie (indexering). De komende areaaluitbreidingen door nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen zijn (nog) niet gecompenseerd.

Achterstallig onderhoud Met behulp van het ingroeimodel was onze koers om achterstallig onderhoud bij asfaltwegen in te halen. Hierbij is gekozen voor de aanpak die leidt tot een lange levensduur. Voor de waterbouw lag er een optimalisatie-opgave. We kunnen vaststellen dat de uitgezette koers bij wegen ertoe heeft geleid dat asfaltwegen inmiddels aan het gemiddelde basisniveau voldoen. Echter bij de klinkerverharding, waterbouwkundige kunstwerken en de baggeropgave zijn de achterstanden toegenomen. In haar rol als toezichthouder heeft de Provinsje Fryslân (2019) haar zorgen hierover met ons gedeeld.

20 18 16 14 12 10 8 2013 6 2016 4 2 2019 0

Figuur: Verloop achterstallig onderhoud

Pagina 14 van 39

Bestemmingsreserve In de bestemmingsreserve kapitaalgoederen zijn middelen concreet gelabeld aan specifieke projecten of beleidsthema’s waaronder een bedrag voor achterstallig onderhoud waterbodems in het kader van overdracht stedelijk water. Voor het opvangen van urgente achterstanden wordt een beroep gedaan op de Algemene Reserve.

In december 2020 verzoeken we de raad een bedrag van € 400.000 voor de kwaliteitsimpuls kernen vrij te maken uit de Algemene Reserve. We zijn van plan dit aan te wenden voor het verkeersveilig maken van situaties in combinatie met wensen út de Mienskip en achterstallig onderhoud.

Cyclisch beheer Vastgoed, groen, riolering en inmiddels ook asfaltwegen worden veelal cyclisch beheerd. Voor de openbare ruimte betekent dat bij nieuwbouw of na een onderhouds- of veegbeurt de openbare ruimte er goed of zelfs prachtig bij ligt. Maar na verloop van tijd, door gebruik, vervuiling en verwering, neemt de kwaliteit af. De snelheid waarmee dat gebeurt, verschilt sterk per asset en gebied (gebruik). Groengebieden vragen vaak meerdere keren per jaar aandacht, terwijl aan wegen en kademuren in principe respectievelijk 15 jaar en 40 jaar groot onderhoud wordt gepleegd.

Er wordt op de eerste plaats gekeken naar de kosten over de gehele levenscyclus van aanleg tot vervanging (levenscyclus-kosten). Dit zorg voor de laagste kosten over de levensduur en daarmee laagste kosten voor onze inwoners. We streven naar preventief onderhoud want dat draagt bij aan de veiligheid en de kwaliteit van de leefomgeving. Onder druk van het beschikbare budget kiezen we echter in de praktijk bij straatmeubilair, elementenverharding, bruggen, oevers en kaden vaak voor curatieve maatregelen en stellen we preventief onderhoud zoals regelmatig schoonmaken uit.

Curatieve maatregelen bestaan uit het vervangen en repareren van delen van een object of het gehele object omdat er sprake is van zoveel aantasting dat de veiligheid in het geding komt. Of we nemen tijdelijke maatregelen zoals het instellen van een aslastbeperking of het afsluiten van objecten zoals bijvoorbeeld de Looxmagracht in Sneek. Curatief onderhoud kan niet uitgesteld worden om het object in gebruik te kunnen houden. Nadeel hiervan is de hogere kosten die dit veelal met zich meebrengt. Ook vallen deze werkzaamheden veel slechter te plannen wat de beheersbaarheid niet ten goede komt.

Looxmagracht Sneek: De kade aan de Looxmagracht in Sneek is in november 2018 afgesloten. Het fundament van de kade is er slecht aan toe. In het kader van veiligheid is besloten om de kade af te sluiten voor parkeren. Aan de bewoners is een alternatieve parkeermogelijkheid aangeboden. Het verkeer kan er nog wel langsrijden. Ook bij het slotconcert van de Sneekweek in 2019 zijn veiligheidsmaatregelen genomen.

Pagina 15 van 39

2.2 Stand van zaken prestaties kapitaalgoederen De kapitaalgoederen zijn op basis van het BBV opgedeeld in zeven groepen. Onderstaande indeling sluit aan bij de opbouw van de begroting. Per groep starten we met een korte beschrijving van het onderdeel. Daarna gaan we in op de prestaties. In tabelvorm is de omvang van de verschillende onderdelen van deze groep kapitaalgoederen, het door de raad vastgestelde onderhoudsniveau en de feitelijke kwaliteit in 2019 weergegeven. Onder de tabel treft u een korte toelichting op de stand van zaken aan.

Onder het kopje Financieel staat een tabel met het beschikbare budget voor onderhoud uit de Programmabegroting 2020. Het gaat hier om de beïnvloedbare posten. Dit houdt in dat kapitaalslasten en de kosten van eigen personeel niet zijn meegenomen (met uitzondering van onze groendienst). Het benodigd budget is het budget dat gemiddeld nodig is voor onderhoud over de periode 2020 t/m 2029 en is gebaseerd op de (cyclische) planning exclusief het wegwerken van achterstanden. In de laatste kolom is aangegeven wat naar verwachting de kosten zijn om achterstallig onderhoud in te halen. Daarnaast is bij de onderdelen waar dat van toepassing is, een tabel opgenomen waarin is weergegeven welke middelen in het Investeringsprogramma in Bijlage C van de Programmabegroting zijn opgenomen voor vervanging.

2.2.1 Wegen De wegen vormen, samen met de bruggen, tunnels en aquaducten, de basis van de infrastructuur die nodig is voor de economie en het sociale leven. De gemeente heeft daarbij als wegbeheerder de wettelijke zorgplicht voor veilige en bruikbare wegverhardingen (op basis van de Wegenwet). Onder deze noemer vallen onder andere asfalt-, klinker- en betonwegen. Ook vallen halfverharde paden onder dit vakgebied, en zaken als straatmeubilair, verkeersregelinstallaties, verkeersborden, palen, hekwerken en zitbankjes.

In dorpen, wijken en in het buitengebied worden veel wegen zowel door een scala aan gemotoriseerd verkeer als door fietsers gebruikt. Het gebied kenmerkt zich door de vele landbouwwegen met verschillende verkeersdeelnemers. Veiligheid voor alle gebruikers is van belang bij onderhoud van de wegen. Hierbij hebben we tevens te maken met een ondergrond die deels bestaat uit veen.

Prestaties Wegen Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2019 Aanvullende informatie Onderhoudsniveau (feitelijk) (ambitie) Laag Basis Hoog klinkers verblijfsgebied 412 ha Basis tot Laag X Fors achterstallig onderhoud asfalt (dicht asfaltbeton) 358 ha Hoog X Duurzame aanpak beton (cementbeton) 65 ha Basis tot Laag X Verkeersborden 37.154 stuks Basis tot Laag X X Ambitie circulair straatmeubilair Verkeersregelinstallaties 5 stuks Basis tot Laag X Verouderde installaties Bermen 720 ha Gemiddeld Basis X Uitrollen insectennetwerk Onkruidbestrijding op 216 ha Gemiddeld Basis X verharding

Stand van zaken  De afgelopen jaren is een stijgende lijn zichtbaar voor wat betreft de kwaliteit van het areaal asfalt. De duurzame aanpak van asfalt werpt zijn vruchten af. Uit de inspectie van 2019 blijkt dat het onderhoudsniveau van asfaltverharding gemiddeld basis is maar dat de elementenverharding een achterstand van ruim € 12 miljoen heeft. Dit sluit aan bij de resultaten van de enquête. Inwoners waarderen de asfaltwegen hoger en daarentegen de klinkerwegen, stoepen en fietspaden lager dan voorgaande jaren. De focus verschuift nu geleidelijk naar een meer gelijkmatige verdeling tussen asfalt/beton en elementen omdat nu ook de elementenverharding aandacht vraagt  In 2021 wordt de volgende inspectie uitgevoerd.  Onze gemeente heeft zich aangesloten bij het Ambitiedocument Circulair Fryslân. Eén van de ambities die hierin zijn vastgelegd, is dat we vanaf 2020 alleen nog circulair straatmeubilair inkopen. Hier is geen aanvullend budget voor.

Pagina 16 van 39

 Om de biodiversiteit te bevorderen, passen we gefaseerd ons bermbeheer aan waarbij bermen langs een netwerk van insectvriendelijke gebieden op ecologische wijze beheerd worden.

Financieel Onderhoud Wegen Beschikbaar Benodigd Verschil Achterstallig onderhoud budget budget klinkers verblijfsgebied €7.501.463 € 8.654.907 € 1.153.444 € 11.943.669 asfalt (dicht asfaltbeton) € 1.154.495 beton (cementbeton) € 460.810 Verkeersborden € 87.602 idem - nee Verkeersregelinstallaties € 51.505 idem - Vervangingsbudget ontbreekt Bermen € 250.363 450.363 € 200.000 nee Onkruidbestrijding op € 551.012 idem - nee verharding TOTAAL € 8.441.945 € 9.795.389 € 1.353.444 € 13.558.975

 Het structurele budget is onvoldoende om de elementenverharding op niveau Gemiddeld basis te brengen, en in te spelen op de wensen van de Mienskip en ambities op gebied circulair straatmeubilair waar te maken. Voor deze ambitie zijn geen middelen beschikbaar gesteld.  De achterstand bedraagt nu ruim € 13 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de achterstanden in de elementenverharding.  Voor kleine verkeerskundige aanpassingen zoals de aanleg van verkeersdrempels of parkeervoorzieningen was een bedrag beschikbaar. Dit bedrag is over enkele jaren verdeeld en in 2021 verbruikt. Dit wordt in 2021 deels gecompenseerd door het bedrag van € 400.000 dat eenmalig beschikbaar is voor kwaliteitsimpuls kernen. Indien dit niet structureel wordt ingeregeld, dan betekent dit dat kleine verkeerskundige aanpassingen niet meer plaatsvinden vanwege ontbrekend budget.  Om de biodiversiteit te bevorderen, zijn incidentele middelen beschikbaar om ons bermbeheer om te vormen waarbij bermen langs een netwerk van insectvriendelijke gebieden op ecologische wijze beheerd worden. De structurele beheerskosten bedragen € 200.000 en moeten nog ingeregeld worden. In de tabel is het bedrag verwerkt onder benodigd budget.

Investeringen ten behoeve van vervanging of renovatie Zoals bekend staan in alle opgestelde dorps- wijk- of stadvisies wel een verzoek tot herinrichting en/of aanvullende infrastructuur zoals drempels, fietspaden en parkeerplaatsen. Ook komen deze wensen vaak naar voren in de bestuurlijke overleggen. Daarnaast zijn er verschillende situaties waar vanwege verkeersveiligheid een herinrichting of reconstructie gewenst is. Met het oog op het uitgangspunt om werk met werk te maken, wordt dit gecombineerd met de onderhoudsopgave, zoals vastgelegd in de vorige nota. Voor de aanvullende kosten wordt incidenteel dekking gezocht. Een goed voorbeeld hiervan is de herinrichting Bolsward waar incidenteel geld wordt samengevoegd met onderhoudsgeld.

Voor aanpassing aan het huidige tijdsbeeld, nieuwe beleidsuitgangspunten en wensen vanuit de Mienskip is het onderhoudsbudget ontoereikend. Uiteraard wordt per situatie gezocht naar financiering, bijvoorbeeld in combinatie met andere onderhoudswerkzaamheden, subsidies of projecten. Dit is maatwerk per situatie.

Welk budget noodzakelijk is, is afhankelijk van de projecten en de aanpassingen. Uitgangspunt blijft altijd aanpassingen te combineren met onderhoudswerkzaamheden. Financieel gezien is dit het meest voordelig en voor de Mienskip geeft het éénmalig overlast als gevolg van werkzaamheden. Aangezien het onderhoudswerk betreft, worden ook gelijk de achterstanden weggewerkt.

Een bedrag is moeilijk aan te geven, verschilt per werk. Voordeel is wel dat deze werken zogenaamde investeringen zijn. Dus door een structureel bedrag beschikbaar te stellen voor de kapitaalslasten van dergelijke investeringen, is het mogelijk de komende jaren een veelvoud van dit bedrag te investeren. Op deze manier zijn de kosten eerst laag maar het effect maximaal om zodoende deels de achterstanden weg te werken.

Pagina 17 van 39

2.2.2 Openbare verlichting Openbare verlichting is een taak van de gemeente en draagt bij aan de leefbaarheid; in het bijzonder de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid. In de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. werken we samen met de provincie en het merendeel van de Friese gemeenten ten aanzien van het beheer en onderhoud van openbare verlichting en de inkoop van energie.

Prestaties Openbare Verlichting Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2018 Aanvullende informatie Onderhoudsniveau (feitelijk) (ambitie) Laag Basis Hoog Bij vervanging passen we Armaturen 18.629 stuks Gemiddeld Basis 15% 55% 30% energiezuinige verlichting toe

Stand van zaken  De komende jaren hebben we te maken met een vervangingspiek van masten en armaturen. Deze piek voeren we niet in één jaar uit, maar smeren we uit over meerdere jaren. Uitgangspunt voor nieuwe armaturen (na vervangingsonderhoud) is energiezuinige verlichting.  De doelstelling voor verlichting in het energie-akkoord is om in 2030 energiebesparing van 30% t.o.v. 2013 te realiseren. We stellen een plan op voor het vervangen van masten en armaturen in combinatie met verduurzaming.  Lichtmasten en armaturen worden beperkt schoongemaakt. Veel dorpen en wijken ervaren dit als afbreuk aan hun leefomgeving.

Financieel Openbare Verlichting Beschikbaar Benodigd Verschil Achterstallig onderhoud budget budget Onderhoud € 652.443 Idem - Aanpak door vervanging en renovatie

Het structurele beïnvloedbare budget bedraagt € 687.347. Het exploitatiebudget is toereikend voor het minimaal noodzakelijke beheer en onderhoud en energiekosten maar niet voor regelmatig schoonmaken van de masten.

Investeringen ten behoeve van vervanging of renovatie In 2020 is een bedrag van € 1.400.000 vrijgemaakt voor het vervangen en verduurzamen van openbare verlichting. Door groot in te kopen en samen te werken met de aannemer wordt getracht voordeel te behalen en zo veel mogelijk achterstanden in te lopen.

Investeringen Verlichting Beschikbaar Vrijgemaakt € 1.400.000 Openbare verlichting 2021 € 500.000 Vervangen ledverlichting 2021 € 150.000 Openbare verlichting 2022 € 300.000 Vervangen ledverlichting 2022 € 150.000 Openbare verlichting 2023 € 300.000 Vervangen ledverlichting 2023 € 150.000

2.2.3 Bruggen, tunnels en aquaducten De bruggen, tunnels en aquaducten vormen, naast de wegen, de basis van de infrastructuur van het wegen- en vaarwegennet. Het huidige onderhoudsniveau varieert van hoog tot laag. Deze groep worden ook wel civiele kunstwerken genoemd. Dit zijn bouwwerken die gemaakt zijn van metselwerk, beton, hout, staal of kunststof zoals bruggen, tunnels, steigers en ook, kademuren en damwanden.

Pagina 18 van 39

Prestaties Bruggen, tunnels en Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2019 Aanvullende informatie Aquaducten Onderhoudsniveau (feitelijk) (ambitie) Laag Basis Hoog Bruggen, tunnels, sluizen, 772 stuks Gemiddeld Basis 7% 40% 53% steigers en aquaducten

Stand van zaken  Om de kwalitatieve staat van de civiele kunstwerken in kaart te brengen, worden de kunstwerken één keer in de vijf jaar visueel geïnspecteerd. Hierbij worden alle onderdelen zoals brugdek, leuning, hoofddraagconstructie, fundatie, metselwerk en landhoofden bekeken en beoordeeld. Een kwaliteit 7% ‘laag’ lijkt prima maar betekent toename van risico’s en de financiële opgave.  Na de inspectie in 2019 is gebleken dat een groot aantal van de geplande maatregelen op korte termijn moeten worden uitgevoerd. Korte termijn betekent hier binnen één of enkele jaren. Dit zorgt de komende jaren voor een piek in het onderhoud. Daarnaast is herstel op een later moment duurder dan preventief onderhoud.  Een groot aantal van de onderdelen in de categorie laag betreft een zeer laag niveau. Dit brengt ongewenste risico’s met zich mee. Onder andere de betonconstructies en verouderde bedieningssystemen baren ons zorgen in verband met de kans op veiligheid en storingen. In 2020 zijn ruim 30 bruggen met betonconstructies in ontsluitingswegen en doorgaande wegen nader geïnspecteerd. Hier vloeit een uitvoeringsprogramma van ruim € 2,5 miljoen voor de komende vijf jaar uit.  De meest urgente situaties krijgen prioriteit. Hierdoor blijven onvoldoende middelen over voor preventief onderhoud zoals het schoonmaken van bruggen. Dit heeft effect op de leefomgeving.

Financieel Bruggen, tunnels en Beschikbaar Benodigd Verschil Achterstallig onderhoud aquaducten budget budget

Onderhoud € 2.153.807 € 2.240.000 € 86.193 € 8 miljoen

 De combinatie van onvoldoende budget en de leeftijd van objecten heeft er toe geleid dat het achterstallig onderhoud is toegenomen. Een kwaliteit 7% ‘laag’ betekent een opgave van € 14 miljoen. Dit betreft deels achterstallig onderhoud en deels werkvoorraad.  Het structurele budget bedraagt € 2.153.807.

Investeringen ten behoeve van vervanging of renovatie De leeftijd van ons areaal neemt toe en het budget moet opnieuw ingeregeld worden om de piek in onderhoud- en vervanging op te vangen. De eisen op gebied van constructieve veiligheid zijn in de loop van de jaren (veelal naar boven) bijgesteld. Ook de intensiteit van gebruik is veelal toegenomen. Dit betekent dat we bij vervanging rekening moeten houden met andere functionele eisen dan voorheen. Renovatie en vervanging gaat gepaard met hoge kosten die we op grond van het BBV als investering beschouwen met kapitaalslasten voor een lange periode als gevolg.

Investeringen bruggen, Beschikbaar tunnels en aquaducten 2020 € 100.000 2021 € 100.000 2022 € 150.000 2023 t/m 2030

Leeuwarder Courant 20 juli 2019: verfbeurt brug aan de Seine langs Stadsrondweg Oost te Sneek.

Pagina 19 van 39

2.2.4 Oevers en kaden De gemeente heeft langs diverse watergangen en waterpartijen beschoeiingen en kademuren in beheer. De beschoeiingen en kaden langs watergangen en waterpartijen zijn nodig ter bescherming tegen afkalving en om de doorstroming van het water te borgen. Soms vormen ze onderdeel van de wegconstructie.

Prestaties Oevers en kaden Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2019 Aanvullende informatie Onderhoudsniveau (feitelijk) (ambitie) Laag Basis Hoog Oevers en kaden (verdedigd) 140 km Gemiddeld Basis 20% 34% 46%

Stand van zaken  Voor de periode 2021-2035 voorzien we een piek in onderhouds- en vervangingswerkzaamheden.  De onderhoudsstaat onder de waterlijn is nog niet goed in beeld. De komende jaren laten we verdere onderwaterinspecties uitvoeren. Op basis van de inspectiegegevens stellen we een beheerplan met een kostenraming voor de komende jaren op. We verwachten hier een substantiële financiële opgave.  In Súdwest-Fryslân ligt circa 12.000 meter aan gemetselde/betonnen kademuren. De technische levensduur van een kade is gemiddeld 60 jaar maar een aantal kades ligt er al veel langer. Door technologische en maatschappelijke veranderingen worden vooral de oudere kades veel intensiever gebruikt en zwaarder belast dan waarvoor ze oorspronkelijk ontworpen zijn. Over het aanzien/beeld van de kade en de wijze van herstel is vaak overleg met de bewoners. Het herstellen of vervangen van dergelijke kademuren is arbeidsintensief en kost veel geld.  Op dit moment is het (deels) onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van oevers en kaden langs de officieel aangewezen vaarwegen. Samen met de provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en de gemeenten, wordt herverdeling van het beheer en onderhoud van de oevers en kaden onderzocht met als doel duidelijkheid te verschaffen en hier afspraken over maken tussen de 3 partijen. De colleges van de Friese gemeenten hebben in september 2020 hun voorkeur uitgesproken over de gewenste variant. In 2021 volgt de verdere technische en financiële uitwerking, waarna er een finaal besluit wordt genomen door Provinciale Staten.

Financieel Oevers en kaden Beschikbaar Benodigd Verschil Achterstallig onderhoud budget budget Onderhoud € 1.682.777 € 2.500.000 € 817.233 € 10 miljoen

 De onderhoudsopgave en het benodigde budget krijgen we steeds beter in beeld door het uitvoeren van inspecties. Met de resultaten van de nog uit te voeren onderwaterinspecties kunnen we een nog betere raming maken. De combinatie van onvoldoende budget, de leeftijd van objecten en gebruiksintensiteit heeft er toe geleid dat het achterstallig onderhoud is toegenomen. Het structurele budget bedraagt € 1.682.777. Voor het goed functioneren is circa € 2.500.000 nodig.

Investeringen ten behoeve van vervanging of renovatie De leeftijd van ons areaal neemt toe en het budget moet opnieuw ingeregeld worden om de piek in onderhoud- en vervanging op te vangen. De komende jaren zitten er noodzakelijke vervangingen aan te komen, o.a. voor de kademuren. Dit gaat vaak gepaard met grote investeringen. De komende decennia is een stevige impuls voor de waterbouw nodig met kapitaalslasten voor een lange periode als gevolg.

Investeringen oevers en Beschikbaar kaden Steigers Makkum 2018 € 150.000 Steigers algemeen 2019 € 32.000 Kade 2021 € 450.000 2022 t/m 2030

Pagina 20 van 39

2.2.5 Waterbodems (baggeren) Onze gemeente is een waterrijke gemeente. Het water verbindt dorpen, steden, meren en het IJsselmeer. Een goede bevaarbaarheid en onderhoud draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving, het stimuleren van de werkgelegenheid in de recreatieve sector en het vergroten van economische kansen. De gemeentelijke taken zijn onder andere het bereikbaar houden van gemeentelijke havens, het op diepte houden van aanleggelegenheden, de vaargeulen in het IJsselmeer en het onderhoud van water ten behoeve van de kwaliteit van de leefomgeving.

Prestaties Waterbodems Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2019 Aanvullende informatie Onderhoudsniveau (feitelijk) (ambitie) Laag Basis Hoog Waterbodems 550 ha Laag X Overdracht Stedelijk Water (OSW)

Stand van zaken  De afgelopen jaren lag de focus op de overdracht vaarwegen en het afsluiten van de overeenkomst Overdracht Stedelijk Water (OSW) met Wetterskip Fryslân. De resterende waterbodems hadden lagere prioriteit. Als gevolg hiervan is de slibdikte zodanig toegenomen dat deze zich ruim boven de ingrijpdiepte bevindt (het water is dus minder diep).  Door de inwerking van de Waterwet is Wetterskip Fryslân verantwoordelijk voor het beheer van het stedelijk water. Voorheen werd het onderhoud door gemeente uitgevoerd. Afgesproken is dat uiterlijk in 2025 de wateren zonder achterstand worden overgedragen aan het Wetterskip. Het Wetterskip draagt 50% van de kosten. Uit de evaluatie in 2019 blijkt dat de omvang van het areaal groter is dan werd aangenomen en dat de kosten zijn gestegen. We zijn hierover in gesprek met het Wetterskip. Duidelijk is dat de komende jaren de focus ligt op OSW.  Bij achterstallig onderhoud van waterbodems is geen sprake van kapitaalvernietiging. Wel komt de doorstroming en de bevaarbaarheid in het geding en is er in warmere zomers meer kans op botulisme en stankoverlast. Dit staat haaks op onder meer onze toeristische ambities en de leefbaarheid in dorpen en wijken.  Inmiddels zijn de nodige peilingen uitgevoerd om de baggeropgave in beeld te brengen. Het baggerplan leggen we in 2021 aan het college voor.

Financieel Waterbodems Beschikbaar Benodigd Verschil Achterstallig onderhoud budget budget Waterbodems, excl € 464.981 € 450.000 € 445.000 € 5.200.000 vaargeulen en stranden OSW € 250.000 Totaal, excl geulen/stranden € 464.981 € 700.000 € 235.000 € 5.200.000

Het budget voor onderhoud waterbodems bedraagt € 464.981. Het beschikbare budget is onvoldoende om te voldoen aan de verplichtingen Overdracht Stedelijk Water én het verbeteren van het onderhoudsniveau in combinatie met de opgave die er ligt. In de baggeropgave zit altijd een bepaalde onzekerheid omdat de grilligheid van de natuur impact heeft op bijvoorbeeld de vaargeulen in het IJsselmeer en de havens. Daarnaast hebben we te maken met de milieuwetgeving (o.a. PFAS). Hierdoor kan het zijn dat er incidenteel extra budget nodig is.

 Het achterstallig onderhoud bedraagt in totaal ruim € 5 miljoen. In het stedelijk water dat we overdragen is sprake van € 3,5 miljoen aan achterstanden Voor het inhalen van deze achterstanden ontvangen we een vergoeding van 50% van het Wetterskip. In 2020 is een bedrag van € 374.000 vrijgemaakt uit de reserve kapitaalgoederen voor aanpak achterstanden OSW waardoor een opgave van ruim € 3 miljoen resteert waarvan de helft voor de rekening van de gemeente komt.  Het is mogelijk om binnen het huidige budget in 2025 de OSW-wateren zonder achterstand over te dragen. Het effect is dat we aan onze “eigen” opgave nagenoeg niets doen.  Sowieso ligt de eerstkomende jaren het accent op de OSW-wateren en bij het opstellen van het baggerplan onderzoeken we of daarna het benodigde budget voldoende is om in een periode van 20 jaar (=baggercyclus) de achterstanden in te halen. In verband met maatschappelijke effecten heeft het de voorkeur om de achterstanden in 10 jaar in te halen. In het baggerplan dat in 2021 aan het college wordt voorgelegd, werken we verschillende varianten uit.

Pagina 21 van 39

2.2.6 Openbaar groen Meer dan elk ander onderdeel van de kapitaalgoederen bepaalt de aan- of afwezigheid van openbaar groen de sfeer en beleving van de openbare ruimte. De groenvoorziening is een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte. Groen krijgt een steeds belangrijkere rol door de klimaatverandering.

Foto: Vergroenen Waterpoortsgracht in Sneek, september 2019.

Prestaties Openbaar Groen Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2019 Aanvullende Onderhoudsniveau (feitelijk) informatie (ambitie) Laag Basis Hoog Openbaar groen, parken en 500 ha Gemiddeld Basis X bossen waaronder bomen 51.438 bomen Buitensportvelden 105 velden Gemiddeld Basis X Speelvoorzieningen 2.028 stuks Gemiddeld Basis X Begraafplaatsen 13 stuks Hoog X X Sloten en vijvers 365 ha Gemiddeld Basis X

Stand van zaken  We monitoren de kwaliteit van het groen door het uitvoeren van een jaarlijkse schouw. Daarnaast wordt eens in de drie jaar een onafhankelijke schouw uitgevoerd. De eerstvolgende onafhankelijke schouw is in 2020 gestart.  Vanaf 2011 is ingezet op omvormingen in het groen met als doel een zo efficiënt mogelijk beheer. Uit benchmark blijkt dat in Súdwest-Fryslân de hoeveelheid groen per inwoner (60,5 m2/inwoner) hoger is dan in vergelijkbare gemeenten (50,5 m2/inwoner) . Door de omvormingen gaat het dan vooral om meer gazon. De kosten die per inwoner en per m2 gemaakt worden, zijn 14% lager dan in vergelijkbare gemeenten.  Invasieve exoten zoals de reuzenberenklauw en de Japanse duizendknoop nemen toe. Ook de eikenprocessierups is in Súdwest-Fryslân sterk toegenomen. Door een aanpassing in de Europese wetgeving zijn we sinds augustus 2017 verplicht om gevaarlijke invasieve exoten zoals de reuzenberenklauw te bestrijden en nemen we maatregelen om verspreiding tegen te gaan.  In het onderhoud van het openbaar groen zetten we op verschillende wijzen een groot aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in (social return).  Groen wordt steeds belangrijker om de gevolgen van klimaatverandering te verzachten en een gezonde balans in biodiversiteit te bereiken. In het gemeentelijk groen binnen de bebouwde kom wordt naar schatting jaarlijks 4.000 ton CO2 vastgelegd.  Met de Actie Steenbreek betrekken we inwoners bij het vergroenen van de leefomgeving. In 2019 zijn 60 geveltuinen aangelegd, in Bolsward, , , IJlst, Makkum, , Sneek, Workum en . Deze actie wordt de komende jaren voortgezet.

Financieel Openbaar Groen Beschikbaar Benodigd Verschil Achterstallig onderhoud budget Budget Openbaar groen, parken en € 4.492.615 Idem - nee bossen waaronder bomen (incl. uren) Buitensportvelden € 503.779 Idem - Speelvoorzieningen € 158.557 Idem - Begraafplaatsen € 182.099 Idem - Sloten en vijvers € 497.984 Idem - Totaal € 5.528.864 Idem -

Pagina 22 van 39

Het exploitatiebudget is naar verwachting in 2021 nog net toereikend voor het dagelijks beheer en onderhoud. De externe monitoring van de beeldkwaliteit zal het komende groeiseizoen moeten uitwijzen of we de beoogde kwaliteit nog kunnen halen. De arealen nemen toe zonder extra budget, het groeiseizoen wordt steeds langer waardoor de werkzaamheden langer doorgaan met toenemende kosten. Door klimaatsverandering hebben we ook steeds meer te maken met extreme weersomstandigheden die kostenverhogend werken (meer uitval beplanting, extra beregenen, stormschade etc.).

2.2.7 Riolering Het beheer en onderhoud van de riolering is geregeld in het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2022. Door de schaalgrootte en de wijziging van de bedrijfsvoering zijn de afgelopen jaren behoorlijke besparingen behaald. De financiering is geregeld via de voorziening Riolering.

Prestaties Riolering Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2019 Aanvullende Onderhoudsniveau (feitelijk) informatie (ambitie) Laag Basis Hoog Rioolstelsel 765 km Gemiddeld Basis X Obv vGRP 2018-2022 Rioolgemalen 658 stuks Gemiddeld Basis X Riooloverstorten 305 stuks Gemiddeld Basis X Kolken 44.200 stuks Gemiddeld Basis X

Stand van zaken  Het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2022 (vGRP) is in 2018 vastgesteld.  Bij Riolering is geen sprake van achterstallig onderhoud.

Financieel Riolering Beschikbaar Benodigd Verschil Voorziening Achterstallig budget budget onderhoud

Rioolstelsel € 7.978.321 € 7.978.321 - ja nee

Door de rioolheffing is sprake van een gesloten, financieel systeem. De geraamde inkomsten van de rioolheffing bedraagt € 7.978.321 voor 2020. Beheer en onderhoud worden hier uit volledig betaald.

Foto: Werkzaamheden aan de riolering in het Kruiswater te Sneek. Om de levensduur van de riolering te verlengen, is het slechte gedeelte vervangen door een tussenstuk van PVC. Als eerste gemeente in Nederland heeft Súdwest-Fryslân in 2019 dit type koppeling toegepast.

2.2.8 Gemeentelijke gebouwen De gemeente is eigenaar van een groot aantal gebouwen, variërend van omvangrijke gebouwen tot kleinere gebouwtjes en enkele (huur)woningen. Naast de stad- en gemeentehuizen, buitendiensthuisvesting, sportaccommodaties (sporthallen), gaat het om diverse recreatieve toiletgebouwtjes, strategische panden, parkeergarages, culturele gebouwen en (rijks)monumenten. De gemeente onderhoudt en beheert 198 panden (niet meegerekend de gebouwen die voorheen een onderwijsbestemming hadden en op dit moment leegstaan). Daarnaast zijn er nog tientallen gedenktekens en culturele kunstwerken die ook onder dit deel van de kapitaalgoederen vallen. Het onderhoudsniveau van de gebouwen is gedifferentieerd en varieert van hoog tot basis naar laag.

Pagina 23 van 39

Prestaties Gebouwen Omvang Vastgesteld Kwaliteit in 2019 Aanvullende informatie Onderhoudsniveau (feitelijk) (ambitie) Laag Basis Hoog Gebouwen 198 stuks Gemiddeld basis 12% 59% 29%

Stand van zaken  Onze beleidslijn is in te zetten op verkoop van niet strategische gebouwen. De afgelopen jaren zijn 29 panden verkocht en 5 gesloopt. Op dit moment worden nog 19 panden te koop aangeboden.  In 2019 zijn we gestart met een meerjarig programma om de gebouwen (conform NEN 2767) te inspecteren. Op basis van de inspectiegegevens stellen we een beheerplan met een kostenraming voor de komende jaren op.  De gebouwen voldoen voor zover nu bekend aan het vastgestelde onderhoudsniveau. Wel staat voor een aantal panden de komende periode groot onderhoud op de planning. De gemeentelijke huisvestingspanden die eind 2019 zijn opgeleverd, hebben de score hoog. De strategische gebouwen hebben, conform vastgesteld gedifferentieerd niveau, veelal een lage score. In deze groep bevinden zich namelijk een aantal panden met de sloopstatus. Hier wordt weinig tot niets meer aan gedaan in verband met herontwikkeling van het gebied waar het pand zich bevindt. Dit geldt ook voor een aantal van de (buitendienst)panden die zullen worden afgestoten omdat nieuwbouw van de centrale hoofdvestiging zal plaatsvinden in Bolsward.  Inmiddels zijn ongeveer 25 gebouwen voorzien van zonnepanelen. Het havenkantoor Stavoren en het Bestjoershûs te Sneek zijn gasloos. Bij de verbouw van het Súdwesthûs, gemeentelijke huisvesting aan de Markstraat 15 te Sneek en het HCW te Bolsward zijn c.q. worden duurzaamheidsmaatregelen geïntegreerd. Ook bij de nieuwbouw van de huisvesting voor de buitendienst is duurzaamheid het uitgangspunt.  We zetten de komende 10 jaar in op overdragen, verkopen en herbestemmen van gebouwen in combinatie met risico-gestuurd onderhoud.

Financieel Gebouwen Beschikbaar Benodigd Verschil Achterstallig onderhoud Budget budget

Gebouwen € 2.100.000 € 2.350.0002 € 250.000 nee

 Op dit moment constateren we dat het beschikbare budget van circa € 2.100.000 niet toereikend is voor het onderhoud. Op basis van de huidige gegevens zou een budget van € 2.350.000 passend zijn. Aan de hand van de te verkrijgen inspectieresultaten stellen we een nader beheerplan op met een raming van de onderhoudsopgave. Voor dit onderdeel volgen nadere voorstellen aan het college.  In 2016 is een bestemmingsreserve Gebouwen ingesteld. Jaarlijks wordt het positieve resultaat uit de exploitatiebegroting toegevoegd aan deze bestemmingsreserve. Hierdoor kan op termijn groot onderhoud worden uitgevoerd. Eind 2019 bevat de bestemmingsreserve naar verwachting € 38.500. De omvang van de onderhoudsreserve is niet voldoende voor het uitvoeren van gepland groot onderhoud in de komende jaren. In combinatie met het op te stellen beheerplan volgen aanvullende voorstellen.  Voor het verduurzamen van vastgoed is voor een aantal gebouwen dekking van de kapitaalslasten van de duurzame investering ingeregeld. Dit bedrag is niet voldoende om de doelstelling in 2030 te realiseren. We zoeken de kansen door de onderhouds- en duurzaamheids-opgave goed in beeld te brengen en hierin de combinatie te benutten. Foto: recreatieve voorziening in de vorm van toiletgebouw .

2 Het benodigde budget voor onderhoud gebouwen is gebaseerd op de huidige gegevens. We passen de raming aan de hand van de inspectiegegevens aan en komen met nadere voorstellen aan de hand van het beheerplan.

Pagina 24 van 39

2.3 Met welke risico’s en kansen hebben we te maken?

In het kader van doorontwikkeling van professioneel beheer met behulp van assetmanagement zijn we gestart met het vullen van het risicoregister kapitaalgoederen. Het risico dat gerelateerd is aan de kapitaalgoederen is verwerkt in de beschikbare weerstandscapaciteit. Op basis van het huidige beleid zien we de onderstaande risico’s en kansen.

Veiligheid: de kans op ongelukken met letsel en/of schade neemt toe. Hier is al een stijgende lijn zichtbaar. Het betreft onder meer voetgangers en fietsers die ten val komen of schade door een slechte berm. De gemeente is hiervoor verzekerd. Ook de constructieve veiligheid van bruggen, oevers en kaden is een risico. Naast de persoonlijke gevolgen voor de betrokkenen heeft toename van het aantal schade- en letselgevallen ook invloed op het imago van Súdwest-Fryslân. Bij verwijtbaar handelen is zelfs het strafrecht van toepassing.

Stoep te Sneek.

Kade te Bolsward.

Storingen het risico op uitval van objecten neemt toe. Hierbij kunt u denken aan storing in brugbediening of verkeerslichten, dichtslibben van watergangen of gedeeltelijke afzetting van de openbare ruimte.

Klimaatverandering: Door klimaatverandering neemt de kans op overlast en schade door weersomstandigheden toe. Het gaat om wateroverlast, hitte en droogte. Wateroverlast heeft al geleid tot water in de woningen en water op straat, met name in Bolsward, , Woudsend en Sneek.

Ook hitte en droogte hebben effect op inwoners en ook op onze assets, voornamelijk het groen, wegen (droogtescheuren) en waterbouw. Mogelijk dat klimaatomstandigheden ook bijdragen aan de groei van invasieve exoten en plagen zoals de eikenprocessierups. De oorspronkelijke inrichting wordt verdrongen door invasieve exotische flora: de reuzenbereklauw, balsemien, Japanse Duizendknoop en de grote waternavel. Foto: Wateroverlast Ijsbrechtum.

Ziekte van bomen: Voornamelijk ziekten zoals iepenziekte en essentaksterfte zorgen voor sterfte van bomen. Hierdoor is de kwaliteit van de leefomgeving aangetast, zijn er kosten voor herplant en kunnen slachtoffers vallen door omvallende bomen of afbrekende takken. Door het tijdig uitvoeren van inspecties en nemen van maatregelen, beheersen we dit risico.

Pagina 25 van 39

Dichtslibben watergangen: Aangroei van organisch materiaal (binnenwateren) en stroming (buitenwater) leiden tot het dichtslibben van de watergang. Hierdoor komen boten vast te zitten, hebben we te maken met lokaal vervuild slib en komen stankoverlast en huidirritaties als gevolg van botulisme en blauwalg voor.

Milieu: In 2019 en begin 2020 hadden we in ons land te maken met problemen rond tijdelijke en zeer strenge normen voor PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) in bodem en slib. Hierdoor was de toepasbaarheid van vrijkomende grond bij projecten en werken een groot probleem en was er sprake van hoge onderzoekskosten. Dit leidde landelijk tot stagnatie van projecten en grote kostenoverschrijdingen. Uitgangspunt is in het algemeen dat het verspreiden van grond en bagger naar minder verontreinigde gebieden wordt tegengegaan. In april 2020 is hiertoe de Bodemkwaliteitskaart PFAS door het college vastgesteld. De achtergrondwaarde van PFAS in de bodem van SWF is hiermee duidelijk en met dit instrument kan zonder onnodige onderzoekskosten grond en slib worden toegepast binnen de regels van het Besluit bodemkwaliteit.

Arbeidsmarkt: zowel de gemeente als aannemers die voor de gemeente werken, hebben te maken met krapte in de arbeidsmarkt. Het is lastig om voldoende gekwalificeerde mensen aan te trekken. Investeren in de openbare ruimte geeft kansen voor samenwerking overheid, aannemers en onderwijs.

Kapitaalvernietiging: De warmtetransitie biedt kansen om slim werk met werk te maken. Het risico is dat er werkzaamheden in wijken en dorpen plaatsvinden waar nog geen onderhoudsnoodzaak is. Er zijn meerdere partijen met verschillende belangen. Dit zal leiden tot kapitaalvernietiging in de openbare ruimte. Een goed onderhoudsniveau draagt bij aan de mogelijkheden om hier op in te kunnen spelen.

Democratische vernieuwing: De rol van de samenleving verandert en als overheid verwachten we steeds meer van de inwoners. De nieuwe Omgevingswet sluit hier op aan en gaat uit van Samen plannen maken. Wat betekent dit voor de openbare ruimte? En de beleving van inwoners van de openbare ruimte? Democratische vernieuwing biedt de kans om stil te staan hoe wij kunnen inspelen op de plannen van de Mienskip.

Sluis Makkum (raadsexcursie).

De Wieren Waaxens voor en na herstel.

Pagina 26 van 39

3. Wat willen we bereiken?

3.1 De basis op orde: veilig, veerkrachtig en inclusief We streven naar een schone openbare ruimte met een gezond en veilig leefklimaat, die gedurende een zo lang mogelijke levenscyclus veilig gebruikt kan worden door mensen van alle leeftijden. Hierbij respecteren we het gebiedseigen karakter van de verschillende gebieden in onze gemeente.

Met de volgende subdoelstellingen dragen wij concreet bij aan de onderstaande Global Goals:

Global Goal Subdoel Beschrijving subdoelen en relevante aandachtspunten 3.4 (Mentale) gezondheid en welzijn van inwoners bevorderen • Veilige inrichting van openbare ruimte, gebouwen en installaties • Aantrekkelijke openbare ruimte met water en groen in alle wijken

11.6 Veilige, toegankelijke, groene openbare ruimte voor iedereen 11.7 . Toegankelijke openbare ruimte en gebouwen, conform VN-verdrag handicap . Toegankelijke trottoirs zonder versperring, met goede verlichting . Veilige inrichting van straten . Bereikbare dagelijkse voorzieningen voor alle doelgroepen . Voldoende openbare toiletten, watertappunten en rustmogelijkheden . (Speel)groen, schaduw en buurtpleinen in alle wijken, water in de kern . Bescherming van stads- en dorpsgezichten, (immobiel) erfgoed met cultuurhistorische waarde en archeologische waarden . Bouwkundige kwaliteit en gebiedseigen kwaliteit van gebouwen en openbare ruimte borgen . Gebruik van duurzame en circulaire materialen

Door de openbare ruimte op een vooraf bepaald niveau te onderhouden, kunnen we bijdragen aan deze doelstellingen. In dit hoofdstuk gaan we in op de drie uitgangspunten voor beheer en onderhoud: a. Kwaliteit openbare ruimte op gedifferentieerd niveau Gemiddeld Basis; b. Onderhoud op basis van levenscyclus; c. Efficiënt werken.

3.1.1 Technische kwaliteit openbare ruimte Van oudsher is de opdracht om er voor te zorgen dat de openbare ruimte schoon, heel en veilig is. Het doel van beheer en onderhoud is om de openbare ruimte gedurende de beoogde levensduur en waar mogelijk langer op het gewenste kwaliteitsniveau te houden. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt bepaald door de inrichting, het beheer en het gebruik. Daarnaast hebben de bodemsoort (veen/klei/zand) en weersomstandigheden (vorst, opdooi, regen, droogte) invloed op de kwaliteit.

Voor de bestaande ruimte is onderhoud een middel zodat de inwoner gebruik kan maken van een prettige en veilige leefomgeving. Dit levert spanning op als de inrichting technisch gezien nog voldoende kwaliteit heeft (levensduur) maar door de inwoner(s) als gedateerd wordt ervaren of er inmiddels andere inzichten zijn. De komende jaren zetten we de middelen voor de kwaliteitsimpuls kernen (plusgeld) in om op basis van wensen uit dorpen en wijken de bestaande inrichting aan te passen, verkeersveiligheid te verhogen in combinatie met werkzaamheden in de openbare ruimte.

Uitgangspunt voor de kwaliteit van alle zeven groepen kapitaalgoederen is een gedifferentieerd onderhoudsniveau: Gemiddeld Basis. Dit komt overeen met CROW-B. Hiermee borgen we een schone openbare ruimte met een gezond leefklimaat en die gedurende de gehele levenscyclus veilig gebruikt kan worden door mensen van alle leeftijden. We kiezen hiervoor omdat over de gehele levenscyclus bekeken, dit onderhoudsniveau het meest efficiënt is voor de kwaliteit van de leefomgeving en de laagste kosten van de levenscyclus.

Pagina 27 van 39

3.1.2 Onderhoud op basis van levenscyclus Uitgangspunten zijn de totale levenscycluskosten van aanleg, onderhoud tot vervangen en een integrale aanpak. We kiezen voor materialen en technieken die zich bewezen hebben, lang meegaan en zo weinig mogelijk onderhoud vragen. We continueren de duurzame aanpak: wat we doen, doen we goed (zie bijlage VI). In eerste instantie vraagt dit een iets hogere investering, maar over de langere termijn is dit de economisch meest voordelige keuze met voor onze inwoners de laagste kosten. De regels van het BBV bieden de kans om ook de begroting op deze wijze in te richten en te komen tot een investeringsprogramma voor vervanging en renovatie.

Er zijn gemeenten die bezuinigen door het kwaliteitsniveau te verlagen. Dan ontstaan bijvoorbeeld heester- of rozenvakken waarin het onkruid net zo hoog staat als de beplanting. Dit ziet er niet mooi uit voor de inwoners en kost uiteindelijk meer omdat het wijkteam groen veel meer tijd kwijt is om te schoffelen. Een aantal gemeenten (bijv. Ooststellingwerf) is om die redenen teruggekomen op hun besluit om het onderhoudsniveau te verlagen.

In ons groenbeheer is de afgelopen jaren ingezet op het omvormen naar een meer onderhouds- vriendelijke inrichting. Ten opzichte van vergelijkbare gemeente zijn de onderhoudskosten groen laag. Onderhoud op basis van de levenscyclus vraagt dat vanaf (her)inrichting en materiaalkeuze de kwaliteit van de leefomgeving en onderhoudbaarheid wordt meegewogen.

Onderdeel van het levensduur denken is dat we materialen bij voorkeur kunnen hergebruiken. Dit sluit aan bij een duurzame en toekomstbestendige openbare ruimte. Eén en ander wordt nader uitgewerkt in het Handboek Openbare Ruimte.

3.1.3 Efficiënt werken Materieel en mensen worden zo efficiënt mogelijk ingezet. We kijken hierbij naar:  Slim werk met werk maken: Een integrale aanpak waarbij de verschillende aspecten afgewogen worden. Het Ambitieweb GWW3 kan hierbij een hulpmiddel zijn. Slim werk met werk maken is efficiënter en het beperkt overlast voor de omgeving. We actualiseren jaarlijks onze planningen met een doorkijk naar de langere termijn in de meerjarenprogrammering. Voor de integrale planning zijn riolering en wegen en ontwikkelprojecten leidend. We bevorderen transparantie door de integrale (meerjaren)planning onderdeel te maken van de paragraaf kapitaalgoederen in de begrotingscyclus.  Spreiding van werkzaamheden: . In de uitvoeringspraktijk zorgen we ervoor dat spreiding van onderhoud binnen de gemeente plaatsvindt en niet alleen in gebieden of bij objecten met een hoge gebruiksintensiteit.  Ondergrondse assets: Bij ontwerpen aan de openbare ruimte worden ondergrondse zaken tijdig meegewogen, zoals groeiruimte voor bomen, ondergrondse afvalcontainers en netwerken voor water, riool, gas en elektra, smart grids en glasvezel. Uitgangspunt dat objecten in de ondergrond in de toekomst geen belemmering vormen voor andere objecten, vindt in het Handboek Openbare Ruimte hun plek.  Data: We gaan door met de inzet op goed Gegevensbeheer: “het actueel houden van gegevens uit de openbare ruimte voor het opstellen van o.a. beheer- en uitvoeringsplannen, integrale programmering, planningen, kostenoverzichten e.d”. Nieuwe objecten worden tijdig overgedragen aan beheer. De data worden zo snel mogelijk in GBI verwerkt.  Technologie: We maken gebruik van technologische kansen en ontwikkelingen.

Voorbeeld: De integrale planning bestaat uit een digitale kaart waar de meerjarenplanning voor objecten in de buitenruimte en andere opgaven zoals reconstructie van wijken op verschillende kaartlagen inzichtelijk wordt gemaakt. De komende jaren vullen we de integrale kaart verder aan met interne en externe plannen in de openbare ruimte, zoals de planning op basis van de Transitievisie Warmte maar ook onderhoud aan het waterleidingnetwerk, etc. Dit betekent soms ook schuiven in de planning waardoor vroegtijdig of juist later onderhoud plaatsvindt vanwege de combinatie met andere werken.

3 https://www.duurzaamgww.nl/ambitieweb/

Pagina 28 van 39

Assetmanagement We gaan door met de voortdurende professionalisering van het werken in de openbare ruimte met behulp van assetmanagement. Hierbij gebruiken we de werkwijze die gebaseerd is op de beheersystematiek openbare ruimte (CROW). Deze systematiek kent zes processtappen, van ‘Beleid en strategie’ tot ‘Evalueren en bijsturen’, met ‘Mens en organisatie’ in het hart van het proces. Deze processtappen zijn volledig gebaseerd op het assetmanagementmodel, en het principe van ‘Plan-Do- Check-Act’.

Monitoring en inspectie Periodiek laten we een integrale kwaliteitsmeting uitvoeren naar de openbare ruimte. De resultaten hiervan betrekken we bij het onderzoek hoe we binnen beheer kunnen sturen op beleving.

De kwaliteit van objecten in de openbare ruimte bewaken we door het uitvoeren van periodieke inspecties. Dit wordt verder uitgewerkt in de beheerplannen. De eerstkomende jaren geven we prioriteit aan het inspecteren bruggen, oevers en kaden en de gebouwen.

We sluiten zo veel mogelijk aan bij de Planning- en Control cyclus om gedurende het begrotingsjaar te monitoren.

Risicogestuurd werken De drie beleidslijnen ‘De basis op orde – veilig, veerkrachtig en inclusief’, ‘Duurzaam’ en ‘Financieel Gedegen’ geven we invulling door onderstaande waarden die een samenhangend kader vormen voor het nemen van verantwoorde beslissingen.

1. Veiligheid: het primaire doel van beheer en dienstverlening is om de openbare ruimte in stand te houden zodat deze veilig gebruikt kan worden; 2. Kwaliteit leefomgeving: beheer en dienstverlening dragen bij aan de doelstellingen voor duurzaam wonen, werken en genieten (vitaal en aantrekkelijk) door een verzorgde en waar mogelijk aantrekkelijke leefomgeving. 3. Bereikbaarheid/beschikbaarheid: De openbare ruimte moet op een acceptabel niveau beschikbaar zijn voor gebruikers. Dit betekent enerzijds dat we storingen in bruggen of oponthoud door werkzaamheden zoveel mogelijk voorkomen 4. Financieel gedegen: We willen onze middelen optimaal inzetten en zoeken naar een balans tussen kosten, risico’s en prestaties. 5. Duurzaam: We beheren de openbare ruimte voor de toekomst en volgen de marktontwikkelingen voor een duurzame aanpak. Hierbij ligt de focus op energie, klimaatadaptatie, sluiten van kringlopen en behoud en vergroten van de biodiversiteit. 6. Imago: De staat van onderhoud van de openbare ruimte bepaalt mede de kwaliteit van de leefomgeving. De invulling van deze waarde is een gevolg van bovenstaande waarden.

De waarden vormen de basis voor de organisatiewaardenmatrix (Bijlage VII). Op basis van kans*effect kunnen we met behulp van de matrix een inschatting maken van de risico’s van vraagstukken. De lange termijn assetplanner is mede gebaseerd op de organisatiewaardenmatrix.

De organisatiewaardenmatrix is een hulpmiddel om de verschillende onderhoudsmaatregelen af te zetten teven de gevolgen voor levenscycluskosten en risico’s. Dit vraagt nog de nodige uitwerking. In 2020 starten we met het uitwerken voor risicogestuurd werken voor de wegen. De waterbouw volgt zodra de inspectie resultaten van de onderwaterconstructie bekend zijn.

Foto: gebruik van de openbare ruimte in Bolsward.

Pagina 29 van 39

Beheerkader Bij het streven om mensen, middelen en materieel zo efficiënt mogelijk in te zetten, hoort ook een kader om prioriteiten te kunnen stellen. Onderstaand beheerkader is een hulpmiddel om de onderhoudsstrategie verder te differentiëren en de prioriteiten hierop af te stemmen. De indeling is gebaseerd op hoe belangrijk een kapitaalgoed is voor het functioneren van de openbare ruimte en de (financiële) gevolgen op langere termijn:

1. Beheerklasse kritiek: bij uitval van het object is de impact op veiligheid, bereikbaarheid en kwaliteit leefomgeving groot 2. Beheerklasse belangrijk: bij uitval van het object is de impact op het functioneren van de openbare ruimte te overzien 3. Beheerklasse normaal: bij uitval van het object is de impact op het functioneren van de openbare ruimte klein

Beheerklasse Kritiek Belangrijk Normaal Wegen Asfaltwegen Elementen en betonwegen, Wegmeubilair, onkruid op verharding, bermen elementenverharding op bedrijventerreinen Verlichting Masten en armaturen Groen Centra, (rijks)parken, rotondes en Woonwijken en bedrijventerreinen begraafplaatsen. Bruggen, Beweegbare bruggen en vaste Kade of oever langs Beschoeiingen en bruggen in oevers en bruggen in ontsluitingswegen en weg/verblijfsgebied, buitengebied. kaden doorgaande wegen. Oeverconstructies met ligplaatsfunctie. Riolering - Gehele rioleringsstructuur - Waterbodems Schouwwatergangen, Vaargeulen en stedelijk water Watergangen buitengebied, hoofdwatergangen, kanoroutes Overdracht Stedelijk water Gebouwen Monumenten, recreatieve Gemeentelijke huisvesting Strategische gebouwen voorzieningen, baarhuisjes Welzijn en cultuur Beheer openbare ruimte

3.2 Duurzaam en toekomstbestendig We minimaliseren een negatieve invloed op het milieu door de openbare ruimte zodanig in te richten, te gebruiken en te onderhouden dat deze lang meegaat. Vanuit de Global Goals, Omgevingswet en Programmabegroting ligt de komende jaren de focus in de openbare ruimte op een bijdrage aan:  Een energie-neutrale gemeente in 2050;  Klimaatrobuuste openbare ruimte in 2050;  Sluiten van kringlopen om bij te dragen aan een circulaire economie in 2050;  Behoud en herstel van de biodiversiteit.

De koers met voorgaande uitgangspunten gebaseerd op de levenscyclus, duurzame aanpak en werk met werk maken, draagt bij aan het minimaliseren van een negatieve invloed op het milieu. Voor een duurzame openbare ruimte bewegen we mee met de markt en volgen we de ontwikkelingen.

Foto: zonnepanelen op sporthal De Utherne te IJlst.

Pagina 30 van 39

3.2.1 Energie neutrale gebouwen en installaties in de openbare ruimte In aansluiting op Global Goal 7 zetten we in op het verminderen van de energievraag (besparing) en het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie in het totale verbruik. We streven naar 50% energiebesparing in 2030 t.o.v. 2013 in gemeentelijke objecten.

Global Goal Subdoel Beschrijving subdoelen en relevante aandachtspunten 7.1 Betaalbare, betrouwbare en duurzame energie voor iedereen . Energetische verduurzaming van bestaand maatschappelijk vastgoed, op een wijze die voor iedereen betaalbaar is (ontzorging) en geen nadelige impact heeft op andere omgevingswaarden (zoals houtstook) . Energie- en klimaatneutrale of -positieve nieuwbouw 7.2 Verhoging van het aandeel hernieuwbare energie in het totale verbruik Maximaal benutten van daken voor zonnepanelen 7.3 De energie-efficiënte vergroten Bij aanbesteding sturen op duurzaam ontwerp en beheer

Openbare verlichting Beleidsmatig is ons uitgangspunt dat we aan het einde van de levensduur overgaan op vervangen en dan gelijk verduurzamen. Op die manier kunnen we inspelen op technieken die nog steeds doorontwikkelen en vervangen we geen assets die nog niet op zijn.

Vastgoed We stellen in 2021 een routekaart op voor het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed4 in de periode 2020-2030. We kiezen voor een aanpak die aansluit op natuurlijk momenten: slim werk met werk maken. De prioriteit ligt tot 2030 bij het gemeentelijk vastgoed waar geen plannen zijn om deze af te stoten en die niet strategisch zijn. De middelen voor verduurzaming vragen nadere aandacht.

3.2.2 Klimaatadaptatie Klimaatadaptatie is het aanpassen aan de effecten van klimaatverandering zoals droogte, hitte en overlast door extremere regenbuien. Klimaatadaptatie is een belangrijke en complexe maatschappelijke opgave vanwege de invloed op meerdere sectoren en beleidsvelden. Op 1 juli 2020 is de Klimaatagenda Súdwest-Fryslân vastgesteld met onder meer in deel 2 voorstellen voor een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting.

Global Goal Subdoel Beschrijving subdoelen en relevante aandachtspunten 13.1 Het aanpassingsvermogen versterken aan met klimaat in verband te brengen gevaren en natuurgeweld . Waterrobuuste inrichting . Hittestress tegengaan door voldoende groen, ook in sociaal kwetsbare wijken: parkjes, geveltuinen, stadstuinen, groene daken . Waterberging en -afvoer verbeteren, opvangcapaciteit vergroten, . Planten van bomen en (mogelijke) minibosjes en klimaatneutrale of - positieve nieuwbouw

Ook in de openbare ruimte hebben we te maken met effecten van klimaatverandering. In aansluiting op de Agenda Klimaatadaptatie willen we bij werkzaamheden in de openbare ruimte waar het kan en moet anticiperen door passende maatregelen te nemen oftewel slim werk met werk maken.

Foto: zout strooien in de zomer in Bolsward om schade aan het asfalt door de warmte te voorkomen.

4 Onderwijs- en sportgebouwen vallen buiten de scope.

Pagina 31 van 39

3.2.3 Sluiten van kringlopen in de openbare ruimte We gaan naar een systeem waar afval niet meer bestaat maar waarin afgedankte materialen en producten als grondstoffen in de kringloop blijven. In de Klimaatagenda is circulaire economie één van de rode draden.

Global Goal Subdoel Beschrijving subdoelen en relevante aandachtspunten 8.4 Wereldwijde efficiëntie van de productie en consumptie van natuurlijke hulpbronnen verbeteren; economische groei loskoppelen van vervuiling

9.1 Duurzame infrastructuur ter ondersteuning van economie en welzijn . Bij grond-, weg- en waterbouw en constructie van woningen en gebouwen gebruik maken van circulaire grondstoffen

12.2 Duurzaam beheer en gebruik van natuurlijke hulpbronnen 12.5 . Terugdringen zwerfvuil en dumping van afval in buitengebied . Terugwinning grondstoffen uit gemeentelijke afvalstromen en –water . Aanpak zwerfvuil, plastic en vervuiling water via bronmaatregelen, rioolbeheer, opruimacties, inzamelfaciliteiten in havens . Grondstoffenwinning uit de aarde verduurzamen en vervangen door hergebruik materialen en/of hernieuwbare producten; ook rekening houden met negatieve effecten grondstoffenwinning elders in de wereld . Grondstoffenstromen zowel op stedelijk en gebiedsniveau fysiek met elkaar te verbinden . Preventie van storten vervuilde grond, slib of bouwmateriaal

Grip op grondstoffen en -stromen Bij werkzaamheden in de openbare ruimte komen materialen en grondstoffen vrij. We zetten in op een nieuwe rol binnen de gemeente om grondstromen op elkaar af te stemmen. Deze rol zorgt voor een actieve afstemming tussen partijen om grondstromen die vrij komen in de openbare ruimte in te zetten in (nieuwe) werken. Het gaat dan vooral om grond en baggerslib.

Circulair inkopen Op basis van het Ambitiedocument Circulair Fryslân dragen we bij aan de ambitie om met ingang van 2020 minimaal 10% van fysieke producten (gemeentebreed) circulair in te kopen. In combinatie met het verwijderen van straatmeubilair hebben we specifiek aandacht voor circulair straatmeubilair. Hier trekken we samen op met de partners van Circulair Fryslân en we streven naar verankering in het Handboek kwaliteit openbare ruimte.

We bewegen met de markt mee Als afnemer van producten kunnen we de markt ook helpen om te ontwikkelen. Dit doen we door samen te werken aan pilots. Daarnaast werken we samen met andere overheden en marktpartijen in netwerkverband en zetten gezamenlijk stappen in het verder toepassen van CO2 arm beton en circulair beton.

Foto: pilot toepassen Accoya in walbeschoeiing te Workum.

Pagina 32 van 39

3.2.4 Behoud en vergroten biodiversiteit In aansluiting op Global Goal 15 zetten we in op het behouden en herstellen van biodiversiteit. We continueren de bestrijding van invasieve uitheemse soorten in land- en waterecosystemen.

Global Goal Subdoel Beschrijving subdoelen en relevante aandachtspunten 15.5 Aftakeling natuurlijke leefgebieden en verlies van biodiversiteit stoppen en 15.8 met uitsterven bedreigde soorten beschermen Invasieve uitheemse soorten in land- en waterecosystemen beperken • Bij boven- en ondergrondse (bouw)werkzaamheden en inrichting straten rekening houden met wortelstelsels bomen; • Invasieve uitheemse soorten in land- en waterecosystemen beperken; • Herstel van kruiden- en bloemrijke bermen door ecologisch groenbeheer en maaibeleid; • Aanplant diverse soorten bomen en planten; • Benutten potentie ondergrond voor behoud en herstel ecosysteem.

Naast de bestaande maatregelen gaan we biodiversiteit vergroten door het beheer van bermen en groengebieden om te vormen waardoor er extra aandacht komt voor biodiversiteit. Door alle bermen langs een kansrijke route op een ecologische wijze te beheren (gefaseerd hooilandbeheer), ontstaat een insectennetwerk. Om aan de doelstelling te voldoen is minimaal € 200.000 nodig om een aantal huidige kansrijke klepelbermen (maaien en laten liggen) om te vormen naar ecologisch beheerde bermen (maaien en afvoeren).

In de openbare ruimte zijn kansen om verharding te vervangen door groen. Hiermee geven we concreet invulling aan doelstellingen op gebied van klimaatadaptatie en biodiversiteit. Omvorming van grijs naar groen is niet altijd mogelijk. Daarom hebben we hiervoor een afwegingskader opgesteld als handvat wanneer bestrating vervangen kan worden door groen.

IJlst voor . IJlst na.

3.3 Financieel gedegen De staat van onze kapitaalgoederen is als het gaat om prettig en veilig Wonen, Werken en Genieten in onze gemeente van groot belang. Met de vervangingsopgave en het inhalen van achterstallig onderhoud, is er de komende jaren veel werk te doen om veiligheid en gebruik te kunnen blijven garanderen. We investeren wel degelijk veel in onderhoud maar er is meer nodig om in de toekomst onveilige en onwenselijke situaties te voorkomen.

De aanpak van achterstallig onderhoud heeft op meerdere vlakken maatschappelijke waarde (CPB, 2018). Voor inwoners en bezoekers neemt de veiligheid en de kwaliteit van de leefomgeving toe. Voor ondernemers en medewerkers is er meer werkzekerheid en zal in tijden van laagconjunctuur minder conjuncturele werkeloosheid ontstaan, lagere prijzen en minder vertraging bij bouwprojecten en efficiëntere inzet van ambtelijke capaciteit en kennis.

Op grond van het BBV maken we onderscheid tussen exploitatie en investeringen. Dit lichten we kort toe.

Pagina 33 van 39

Exploitatie Klein en groot onderhoud is nodig om gemeentelijke objecten op het gewenste niveau te houden. Dit komt ten laste van het exploitatiebudget. Hierbij hebben we te maken met fluctuerende marktprijzen (indexatie), uitbreiding van het areaal door aanleg van woonwijken en bedrijventerrein en kosten voor uitvoering van vastgesteld beleid zoals onderhoud insectennetwerk en circulair inkopen. Om een structureel evenwicht in de exploitatiebegroting te realiseren, is herstel van achterstallig onderhoud noodzakelijk.

Investeringen in vervanging en renovatie Objecten in de openbare ruimte gaan vaak decennialang mee en na verloop van tijd is vervanging of renovatie nodig. Zoals eerder aangegeven, wordt vervanging en renovatie steeds urgenter mede door achterstallig onderhoud. Hier zijn financieel gezien grote bedragen voor nodig. Op basis van het BBV dient zowel het vervangen van activa met economisch als maatschappelijk nut te worden geactiveerd. Dit is in onze financiële verordening ingeregeld 5. De dekking van kapitaalslasten is tot nog toe incidenteel ingeregeld.

Voorbeelden investeringen en onderhoud: • Voor wegen betreft het met name investeringen in samenhang met verkeersveiligheid zoals het vervangen van een kruispunt door een rotonde of een reconstructie waarbij asfalt binnen de bebouwde kom wordt vervangen door elementenverharding. • Voor waterbouwkundige kunstwerken gaat het bij investeringen om onder meer het vervangen van houten steigers, walbeschoeiingen, kademuren, sluizen en bedieningssystemen of een combinatie daarvan. • Het baggeren van waterbodems is onderhoud en wordt niet geactiveerd.

Zoals vastgelegd in de Programmabegroting 2021 leggen we in 2021 een plan voor over hoe we de huidige financiële systematiek kunnen verbeteren. Wij gaan onderzoek doen naar het instellen van een onderhoudsfonds kapitaalgoederen. Enerzijds met als doel de achterstanden met betrekking tot kapitaalgoederen te reduceren en anderzijds te komen tot een structurele inregeling van de kapitaalgoederen. In dit onderzoek wordt eveneens gekeken of er versneld kan worden geïnvesteerd zodat dit een bijdrage kan leveren aan het economisch herstel en of en hoe het fonds een rol kan spelen in het opbouwen van een buffer. Het bedrag van € 300.000 dat met ingang van 2021 aan de begroting is toegevoegd, is een eerste stap om tot een dergelijk fonds te komen.

Het structureel inregelen van de kapitaalgoederen is daarnaast een samenspel met:  Het inregelen van budget voor onderhoud bij uitbreidingslocaties aan de hand van areaalgegevens in GBI;  Het toepassen van indexatie op het kapitaalgoederencomplex;  Flexibel inzetten van budgetten. Met het door-ontwikkelen van programmatisch onderhoud en beheer in de openbare ruimte ontstaan kansen om win-win situaties te creëren waarbij budgetten voor opgaven uit de Ontwikkelagenda’s en programma’s zo veel mogelijk in samenhang ingezet worden. Flexibel inzetten van budgetten is hiervoor een voorwaarde.  het afstoten of opruimen van areaal te continueren door o.a. verkoop van gebouwen en snippergroen, het opruimen van straatmeubilair, vervangen van verharding door groen en uitgangspunten als geen verlichting tenzij …  het beschikbaar stellen van middelen voor (nieuw) beleid zoals het structureel inregelen van het beheer van insectennetwerk en baggerwerkzaamheden.

Door het samenspel tussen onderhoudsfonds en het structureel inregelen van de kapitaalgoederen zoals hierboven aangegeven, verwachten wij in een periode van 10 tot 15 jaar achterstanden geleidelijk in te lopen.

5 Activeren doen we bij vervanging van activa met economisch nut boven de € 50.000 en vervanging van activa met maatschappelijk nut boven de € 250.000.

Pagina 34 van 39

4. Scenario’s In de voorgaande hoofdstukken is vastgelegd waar we op dit moment staan en wat we willen bereiken. Zoals in de inleiding is vermeld, weten we zeker dat de komende decennia in het teken staan van uiteenlopende ontwikkelingen zoals de vervangingsopgave, achterstallig onderhoud, de energie- en warmtetransitie, technologische innovaties en maatschappelijke veranderingen. Het tempo en de wijze waarop zijn echter nog onzeker. Ondanks deze onzekerheid is beheer en onderhoud een structurele en dagelijkse taak waarbij we tegelijkertijd voorbereid moeten zijn op toekomstige vraagstukken en weten dat de gemeentelijke financiën onder druk staan.

Om een keuze te kunnen maken voor ons beheer en onderhoud zijn vier scenario’s ontwikkeld: 1. Contineren huidige situatie 2. Verbeteren kwaliteit leefomgeving 3. Focus op aanpak achterstallig onderhoud 4. Optimaal functioneren openbare ruimte

We passen assetmanagement toe om een keuze te maken voor een scenario dat bijdraagt aan onze doelstellingen op basis van een afweging tussen kosten, prestaties en risico’s over de gehele levenscyclus van assets. In Bijlage IV zijn de scenario’s verder uitgewerkt. In deze Nota volstaan we met de tabel op de volgende bladzijde waarin de vier scenario’s op prestaties, risico’s en kansen en kosten zijn beoordeeld.

In onderstaande matrix zijn de vier scenario’s geplaatst op de assen van toename van de kosten met als uitgangspunt de totale levensduur en de kwaliteit van de leefomgeving.

Pagina 35 van 39

Prestaties Risico’s en kansen Kosten 1. Continueren huidige - Kwaliteit leefomgeving - Aantal schades en ongevallen  Op korte termijn (2025) blijft situatie neemt af. neemt toe. budget gelijk en lopen daarna op  Bijstellen gedifferentieerde - Onderhoudsniveau - Inwoners en bezoekers naar structureel € 40 miljoen onderhoudsniveau elementen en waarderen kwaliteit minder. vanaf 2040. Gemiddeld Basis naar Laag waterbouw bijstellen - Toegankelijkheid - De totale kosten over de periode op onderdelen; naar laag. verslechterd. t/m 2050 zijn circa € 60 miljoen  Huidige beschikbare budget - Slechts beperkte - Aantal meldingen en hoger dan scenario 2: verbeteren aansluiting op wensen storingen neemt toe. leefomgeving. Mienskip of transities - Risico’s op urgente situaties - Achterstallig onderhoud neemt - Kapitaalvernietiging. (a.g.v. veroudering) neemt toe naar (verwachting) circa € 55 toe. Hiervoor wordt een miljoen in 2025 waardoor vaker beroep gedaan op de een beroep wordt gedaan op de Algemene Reserve. Algemene Reserve om urgente situaties veilig te stellen. 2. Verbeteren kwaliteit  Het onderhoudsniveau  Er worden mogelijkheden - Op (korte) termijn is voeding leefomgeving voor elementen en gecreëerd om kansen te voor het onderhoudsfonds nodig  Continueren vastgestelde waterbouw en benutten om wensen vanuit en budget voor beleid. gedifferentieerde elementen groeit naar de Mienskip te combineren  De totale kosten over de periode onderhoudsniveau Gemiddeld Basis. met onderhoud. t/m 2050 zijn circa € 60 miljoen Gemiddeld Basis;  Het huidige  Er is meer ruimte om aan te lager dan scenario 1: huidige . Inregelen achterstallig achterstallig sluiten bij toekomstige situatie. onderhoud, vervanging en onderhoud neemt opgaven zoals de  Sluit aan bij het uitgangspunt om renovatie m.b.v. gestaag af. warmtetransitie. beheer en onderhoud tegen zo onderhoudsfonds in bijv 10,  we kunnen aannemers  Er komt ruimte voor laag mogelijke kosten over de 15 of 20 jaar werkzekerheid bieden, planmatig onderhoud. gehele levenscyclus uit te voeren . Slim samenspel tussen ook in tijden van Hierdoor kunnen we de onder voorwaarde van onderhoudsbudget en laagconjunctuur. Mienskip ook beter indexering en compensatie onderhoudsfonds. informeren en betrekken. areaaluitbreiding.  Het aantal meldingen blijft  Sluit aan bij het BBV om stabiel of neemt af. vervangingen en renovaties in te regelen. 3. Focus op aanpak  Het huidige ± Afhankelijk van de termijn zal - Op langere termijn (2040) stijgt achterstallig achterstallig de eerste jaren nog sprake de budgetbehoefte, gelijk aan onderhoud onderhoud neemt af. zijn van toename van scenario 1. - onveiliger situaties en - Middelen ontbreken voor nieuw  Continueren vastgestelde Er ontstaan nieuwe storingen maar dit neemt in beleid zoals insectennetwerk. gedifferentieerde achterstanden doordat de tijd af. - De totale structurele kosten over onderhoudsniveau het structurele budget ± Toegankelijkheid zal deels de periode t/m 2050 zijn circa Gemiddeld Basis; gelijk blijft. ± Het onderhoudsniveau verbeteren. € 60 miljoen hoger dan scenario  Focus op wegwerken voor elementen en 2. achterstallig onderhoud bij  Dit scenario biedt de kans waterbouw en elementen en waterbouw om de tijd te benutten om ± Het verschil met scenario 1 is dat elementen groeit naar binnen een bepaalde structurele oplossingen te in dit scenario het huidige Gemiddeld Basis en zal periode m.b.v. tijdelijk zoeken. achterstallig onderhoud weer naar laag buigen onderhoudsfonds.  Er zijn mogelijkheden om in ingehaald wordt en tijdelijk (kapitaalvernietiging). afneemt. Door het tijdelijke  Structurele budget blijft te spelen op wensen van de  We kunnen aannemers karakter van het onderhouds- gelijk. Mienskip en ontwikkelingen de komende jaren zoals de warmtetransitie. fonds, zullen op termijn nieuwe werkzekerheid bieden achterstanden ontstaan. 4. Optimaal functioneren  De kwaliteit van de  De openbare ruimte is veilig - De totale kosten over de periode openbare ruimte leefomgeving neemt en toegankelijk. t/m 2050 zijn circa € 70 miljoen  Het verhogen van het toe.  Er zijn optimale kansen om in hoger dan scenario 2 en € 10 onderhoudsniveau naar  Optimale te spelen op de wensen van miljoen hoger dan scenario 1 en Hoog communicatie en de Mienskip en 3.  Op orde brengen van het participatie ontwikkelingen zoals de  Er is financiële ruimte voor structurele budget (€ 38  Het aantal meldingen warmtetransitie. planmatig onderhoud door dit mln) binnen een bepaalde neemt fors af. eerder uit te voeren, levert dit periode  Geen achterstallig voordeel op in de jaren 2033 tot  Achterstallig onderhoud, onderhoud. 2046. vervanging en renovatie  Werkzekerheid voor  Grote maatschappelijke waarde. inlopen m.b.v. aannemers. onderhoudsfonds  Ruimte voor innovaties.

Pagina 36 van 39

4.1 Welk scenario is gegeven de ontwikkelingen de beste keuze?

In onderstaande figuur zijn de vier scenario’s afgezet naar de ontwikkeling van het onderhoudsniveau in de tijd.

Hoog Scenario 4: Optimaal

Scenario 2: Verbeteren leefomgeving Basis in 10 of 20 jaar

Scenario 3: Focus op achterstallig onderhoud Laag Scenario 1: Continueren huidige situatie Zeer laag 2011 2015 2020 2025 2030 2035 2040

Scenario 2 is de beste optie als we wettelijke eisen, maatschappelijke effecten en de kosten over de gehele levensduur in ogenschouw nemen. In scenario 2 zijn de kosten zijn over de gehele levensduur het laagst. Binnen dit scenario zetten we in op het structureel inregelen van het kapitaalgoederencomplex door slim samenspel tussen onderhoudsbudget en onderhoudsfonds.

Wanneer de periode tot en met 2025 het uitgangspunt is, dan is het alternatief om van scenario 3 uit te gaan. In dit scenario ligt de focus op achterstallig onderhoud. Met ingang van Programmabegroting 2021 is structureel € 300.000 aan het kapitaalgoederencomplex toegevoegd. Door dit bedrag in te zetten als dekking voor kapitaalslasten voor inhalen achterstallig onderhoud, vervanging en renovatie, ontstaat ruimte om: • het voorstel voor een onderhoudsfonds verder uit te werken en het samenspel exploitatie en investeringen te verfijnen. • de kwalitatieve planning op basis van inspecties uit te werken; • Het risicogestuurd beheer voor wegen en de objecten in de waterbouw verder uit te werken; • De eerste tranches van de warmtetransitie, ontwikkelagenda en werken in de openbare ruimte op elkaar af te stemmen. Daarnaast blijft aanvullend structureel onderhoudsbudget nodig voor het realiseren van onder meer het insectennetwerk, de baggeropgave, indexatie en areaaluitbreiding.

Scenario 4 is optimaal en sluit goed aan bij maatschappelijke ontwikkelingen. Door de daarmee gepaard gaande hoge kosten, achten wij dit scenario niet kansrijk. Scenario 1 is niet wenselijk want dit leidt op langere termijn tot hogere kosten. Bij een keuze voor dit scenario is de vraag relevant hoe we in de openbare ruimte om moeten gaan met de verwachtingen van de Mienskip. Daarnaast is er maar zeer beperkte ruimte om mee te gaan met de ontwikkelingen die met zekerheid op ons afkomen.

Pagina 37 van 39

5. Advies

We adviseren: 1. De keuze te maken voor scenario 2 en het kapitaalgoederencomplex structureel in te regelen. Dit betekent dat, a. In 2021 een plan voorgelegd wordt met voorstellen voor het instellen van een onderhoudsfonds kapitaalgoederen. Enerzijds met als doel de achterstanden met betrekking tot kapitaalgoederen te reduceren en anderzijds te komen tot een structurele inregeling van vervanging en renovatie van de kapitaalgoederen. b. In de komende begrotingscycli voorstellen ingediend worden om het onderhoudsbudget in de exploitatiebegroting op orde te brengen; 2. Programmatisch werken verder te ontwikkelen om: a. Inzicht en voorspelbaarheid te creëren in de vervangings- en renovatieopgave; b. Optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden om, als dat nodig is, budgetten flexibel in te zetten. 3. Een onderhoudsniveau Gemiddeld Basis te continueren voor alle zeven groepen kapitaalgoederen. In de beheerplannen wordt het onderhoudsniveau per groep verder gedifferentieerd naar de verschillende onderdelen van het betreffende kapitaalgoed. 4. Te streven naar de laagste kosten voor de inwoners en bedrijven van onze gemeente door te sturen op de kosten over de gehele levenscyclus en hier o.a. de evaluatie van onze dienstverlening voor meldingen openbare ruimte aan te toetsen. 5. Risicogestuurd werken verder te ontwikkelen en te starten bij de elementenverharding en vervolgens de waterbouw (bruggen, oevers en kaden). 6. In het kader van democratische vernieuwing verder te gaan met verbetering van de communicatie en betrekken van inwoners. 7. Door beheer en onderhoud bij te dragen aan de doelstellingen op gebied van energie, klimaatverandering, circulaire economie en biodiversiteit. 8. In 2024 een evaluatie uit te voeren en aan de hand van de stand van zaken en inzichten op dat moment, de koers voor de periode 2025-2030 uit te zetten.

Op de volgende bladzijde treft u, tot slot, een overzicht aan van de voorgestelde (financiële) koers per groep kapitaalgoederen:

Pagina 38 van 39

Kapitaalgoed Benodigd Beschikbaar (financiële) koers budget t/m budget (2020) 2028 Hoofdtaakveld 23 Bereikbaarheid Wegen € 9.795389 € 8.441.945 A. Structureel op orde brengen budget door: a. in de periode 2021-2024 in te zetten op ingroei van in totaal € 200.000 voor Insectennetwerk. b. Onderzoek en plan onderhoudsfonds voor met name: • Vervangen kruispunt door rotonde • Vervangen asfalt door elementen c. Optimalisatie door • Risico gestuurd beheer, prioriteren en faseren • Verminderen areaal straatmeubilair • Vervangen verharding door groen B. Grootste op opgave t/m 2030 is achterstanden inhalen. Hiervoor zetten we onderstaande middelen in: a. Combinatie met impuls kwaliteitsgeld kernen b. Slim werk met werk maken door combinatie met fietspadenplan en ontwikkelagenda’s c. Verdere uitwerking in samenhang voorstel onderhoudsfonds Verlichting € 652.443 € 652.443 A. Structureel op orde brengen budget door: a. Continueren huidige, beschikbare budget b. Vrijmaken middelen uit investeringsprogramma aan de hand van plan voor inhalen achterstanden icm verduurzaming Bruggen, tunnels € 2.240.000 € 2.153.807 A. Structureel op orde brengen budget door: en aquaducten a. Onderzoek en plan onderhoudsfonds voor vervangingen en renovaties b. Rekening houden met toenemende kapitaalslasten c. Optimalisatie door risico gestuurd beheer, prioriteren en faseren d. Uitvoeren (onderwater)nspecties B. Grootste opgave t/m 2030 is achterstanden inhalen. Hiervoor a. De aanvulling met € 300.000 inzetten als dekking kapitaalslasten achterstanden in vervanging/renovatie b. Verdere uitwerking in samenhang voorstel onderhoudsfonds Oevers en kaden € 2.500.000 € 1.682.777 A.-Structureel op orde brengen budget door: a. Onderzoeken plan onderhoudsfonds voor vervanging en renovatie b. Rekening houden met toenemende kapitaalslasten c. Optimalisatie door risico gestuurd beheer, prioriteren en faseren d. Uitvoeren onderwaterinspecties B. Grootste opgave t/m 2030 is achterstanden inhalen. Hiervoor a. De aanvulling met € 300.000 inzetten als dekking kapitaalslasten achterstanden in vervanging/renovatie b. Verdere uitwerking in samenhang voorstel onderhoudsfonds Waterbodems € 700.000 (excl. € 464.981 A. Structureel op orde brengen budget door: geulen en a. Prioriteit te leggen bij Overdracht Stedelijk Water, het op orde houden van stranden) schouwwatergangen en het inhalen van achterstanden; b. Inzetten op ingroei van in totaal € 445.000 c. In het Beheerplan baggeren voorstellen te doen om te prioriteren/faseren. Hoofdtaakveld 24 Leefomgeving Openbaar Groen6 € 5.528.864 € 5.528.864 A. Het structurele budget is op orde Riolering € 7.978.321 € 7.978.321 C. Beheer en onderhoud betalen we volledig uit de rioolheffing. Hiervoor is een voorziening ingesteld. Diverse (hoofd)taakvelden Gebouwen € 2.350.000 € 2.100.000 A. Aan de hand van de inspecties die uitgevoerd worden, komen we met nadere voorstellen om het structurele budget op orde te brengen. B. Aan de hand van het plan voor verduurzaming van vastgoed, dienen we een voorstel in om de gereserveerde € 65.000 vrij te maken voor dekking kapitaalslasten van duurzame investeringen voor de eerste tranche van verduurzaming. C. We continueren de reserve groot onderhoud gebouwen TOTAAL € 31.745.017 € 29.003.138 Verschil 2.741.879

6 Inclusief uren eigen groendienst.

Pagina 39 van 39