B en W Voorblad

Onderwerp Voortgang samenwerking -Venray--

Datum 15 november 2016 Naam steller Mat van den Beuken Kenmerk Teammanager Dorien van der Giessen B en W datum 28 november 2016 Team Concern Portefeuillehouder Hans Gilissen Gebaseerd op programmabegroting Ja Programma 4 Besturen

Financiële dekking N.v.t.

Bijgevoegde adviesnota integraal Ja, integraal Na mondeling informeren cie W&B d.d. 30-11-2016 openbaar openbaar Openbaar op 01-12-2016

Juridische gevolgen N.v.t.

Fatale termijnen N.v.t.

Personele/organisatorische gevolgen N.v.t.

Voorafgaand instemming c.q. advies Alg. dir. OR GO Participatie- gevraagd aan raad

Akkoord?

Bevoegd orgaan B en W Commissie Werken en Be sturen wordt mondeling geïnformeerd door de portefeuillehouder. Ter kennisname aanbieden aan de gemeenteraad.

Advies/voorstel 1. Kennis nemen van voortgang binnen de samenwerking Venlo – Venray - Weert – Roermond. 2. Instemmen met het geschetste vervolgproces en het verstrekken van een opdracht voor het verder vormgeven van de samenwerking tussen de betrokken gemeenten.

Akkoord Bespreken Beslissing

Burgemeester

Wethouder Loonen

Wethouder Busser

Wethouder Peeters

Wethouder van der Putten

Secretaris

Adviesnota aan B en W

Onderwerp Voortgang samenwerking Venlo-Venray-Weert-Roermond

Datum 15 november 2016 Naam steller Mat van den Beuken

Kenmerk Regionale samenwerking Teammanager Dorien van der Giessen

Team Concern

Voorstel 1. Kennis nemen van voortgang binnen de samenwerking Venlo – Venray - Weert – Roermond. 2. Instemmen met het geschetste vervolgproces en het verstrekken van een opdracht voor het verder vormgeven van de samenwerking tussen de betrokken gemeenten.

Aanleiding Als gevolg van de stormachtige groei van het gemeentelijke takenpakket in de afgelopen decennia is bestuurskracht (opnieuw) een serieus thema geworden. Op basis hiervan hebben er in het recente verleden in Noord- en Midden- meerdere herindelingen plaatsgevonden. Er zijn minder gemeenten en gemeenten zijn gemiddeld genomen groter. Het verschil tussen deze gemeenten en de ‘traditioneel’ stedelijke gemeenten Weert, Roermond, Venlo en Venray is daarmee (verder) afgenomen.

Mede onder invloed van rijksbeleid, provinciaal beleid en wetgeving heeft de regionale schaal met name in de afgelopen vijf jaar sterk aan belang gewonnen. Voorbeelden hiervan zijn de vorming van de RUD’s, afstemming van woningbouwplannen en de ruimtelijke ordening (POL) en de samenwerking ten aanzien van de decentralisaties in het sociale domein. Verder leiden begrotingsdruk en bezuinigingen tot het besef dat zaken wellicht door samenwerking niet alleen beter maar vooral ook efficiënter kunnen worden opgepakt. De ICT-samenwerking tussen Roermond, Venlo en Weert en de belastingsamenwerking in het BSGW zijn hiervan voorbeelden. Ook in beleidsmatige zin is de regionale schaal herontdekt. Een regionale focus immers sluit beter aan op de focus van onze inwoners, instellingen en bedrijven. Zij lijken in veel gevallen de lokale schaal ontgroeid en bewegen zich op een (boven-)regionale woon-, zorg-, vrijetijds- en arbeidsmarkt.

In het afgelopen decennium is er in Noord- en Midden-Limburg reeds een groot aantal visie- en samenwerkingsdocumenten verschenen. Een ding hebben deze documenten vrijwel allemaal met elkaar gemeen: ze zijn gekoppeld aan een groot aantal vrijwel identieke opgaven. Het zijn daarnaast strategische documenten die betrekking hebben op een in omvang beperkt gebied met een inwonertal van circa een half miljoen. Een gebied dat in zowel historisch, economisch, sociaal-maatschappelijk als bestuurlijk opzicht een grote onderlinge samenhang kent.

Deze opgaven zijn verwoord in de notitie ‘Samen Sterker, Gezamenlijk perspectief op de strategische opgaven van de regio Noord- en Midden-Limburg’ uit begin 2015. Vervolgens is er gezocht naar een selectief aantal kansrijke thema’s waarop samenwerking tussen Venlo-Venray-Weert-Roermond mogelijk zou kunnen worden versterkt. Als meest kansrijke thema’s kwamen uit de bus: economische ontwikkeling, duurzaamheid/C2C, internationale zaken en strategische lobby. Deze kansrijke thema’s zijn nader verkend en de resultaten van de verkenning leggen we door middel van deze nota voor aan de colleges van de gemeenten Venlo – Venray - Weert – Roermond.

Pagina 1 van 4 Adviesnota aan B en W

Er is één nota opgesteld die in alle vier de colleges aan de orde komt. Om hier niet teveel aan te tornen, is er in het Venrays format voor gekozen om de ontvangen reacties en aanvullingen op te nemen onder het kopje “Kanttekeningen/risico's”.

Beoogd resultaat De colleges van de gemeenten Weert, Roermond, Venlo en Venray informeren over de resultaten van de verkenning en de wijze waarop het vervolgproces wordt vormgegeven. Op de lange termijn is het beoogd resultaat een versterking en betere positionering van de regio Noord- en Midden-Limburg.

Argumenten 1.1 De resultaten van de verkenning zijn het resultaat van een gezamenlijk doorlopen traject Op 18 november 2015 heeft er in Weert een eerste ambtelijke bijeenkomst plaats gevonden met de, bij de genoemde onderwerpen, ambtelijk inhoudelijk betrokkenen. Na deze startbijeenkomst zijn vier afzonderlijke werkgroepen aan de slag gegaan met in de bijlage opgenomen resultaten als uitkomst.

Begin 2016 zijn deze resultaten beoordeeld door de gemeentesecretarissen en vervolgens gedeeld met de portefeuillehouders binnen de samenwerking; de burgemeesters. Daartoe heeft op 25 februari een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de betrokken burgemeesters. Tijdens dit overleg zijn de volgende aandachtpunten meegegeven: - Er dient in het vervolgproces aandacht te zijn voor de complementariteit van dit proces ten opzichte van de bestaande samenwerking in Noord- en Midden-Limburg. Daarnaast verdient communicatie in dit perspectief de nodige zorgvuldigheid zowel wat betreft de boodschap als het tempo. - De nadruk moet vooral liggen op de ‘effectieve kracht’ van Noord- en Midden-Limburg als geheel. - De aanpak zoals die is verwoord door het werkgroepje Duurzaamheid/ C2C is wel heel erg defensief. Er wordt afgesproken de werkgroep te verzoeken om aan te geven wat er nodig is (per gemeente) om op het gewenste ambitieniveau te komen. Daarna kan dit in ieder college worden voorgelegd.

1.2 Het tot nog toe doorlopen traject betekent een impuls voor de samenwerking tussen de 4 gemeenten De belangrijkste conclusie op dit moment is dat de samenwerking tussen de 4 gemeenten groeiende is. Op ambtelijk niveau weet men elkaar nu te vinden, hetgeen al een aanzienlijke verbetering is ten opzichte van het verleden. Wel constateren we verschillende snelheden tussen de verschillende thema’s, wat deels ook inherent is aan de aard van het thema en de mate van focus per gemeente op de verschillende thema’s.

1.3 De verkenning levert de volgende resultaten op Internationale zaken Wat betreft Internationale Zaken bestaat overeenstemming over de gepresenteerde insteek, welke na vaststelling door de burgemeesters, kan worden besproken en voorgelegd aan de overige deelnemende gemeenten in Noord- en Midden-Limburg. Er dient aandacht te zijn voor de wijze waarop het voorstel wordt ingebracht (‘verhalend vertellen’) en er is een aanscherping nodig ten aanzien van de internationale positie van het gebied binnen Noordwest Europa (ook in relatie tot potentiele investeerders in Azië, VS en Australië).

Pagina 2 van 4 Adviesnota aan B en W

Economische samenwerking Wat betreft ‘Economische samenwerking’ is opgemerkt dat deze nog aangescherpt kan worden, met name met betrekking tot het benoemen van verkennende thema’s. De aanleiding voor dit onderwerp was de betekenis/spinoff van de Greenport-campusontwikkeling voor met name Midden-Limburg en de mogelijkheden die dit Midden-Limburg biedt om hiervan ook te profiteren.

Duurzaamheid / circulaire economie Wat betreft duurzaamheid/ circulaire wordt geconstateerd dat er een verschil in tempo is tussen gemeenten, tegelijkertijd zijn er ook overeenkomsten. Voorstel is om uit te laten leggen hoe C2C in Venlo is opgepakt en aan andere steden om hier op te reflecteren van te vinden. Vragen die daarbij aan de orde zijn: in welke fase van ontwikkeling zit eenieder en wat is ieders ambitie? Wat kunnen de medewerkers van elkaar leren en aan elkaars opgave bijdragen? Kunnen we werk verdelen? Wat kunnen we dan gezamenlijk oppakken? Wat zijn mogelijke scenario’s om op niveau van Venlo te komen? Aan de werkgroep wordt opdracht gegeven om te onderzoeken wat er nodig is (per gemeente) om op het gewenste ambitieniveau te komen

Public Affairs Er is met tevredenheid kennis genomen van de stand van zaken rondom het onderwerp public affairs. Het voorstel is om op de ingeslagen weg door te gaan.

Integraliteit/Relatie met andere beleidsvelden Vizier op samenwerking, de inhoudelijke beleidsterreinen zoals deze in de verkenning betrokken zijn.

Kanttekeningen/risico's 1. Toets aan “Vizier op samenwerking”. Zoals met de gemeenteraad afgesproken worden nieuwe mogelijke samenwerkingen getoetst aan het kader zoals opgenomen in het “Vizier op samenwerking”. Deze toets vindt u in de bijlage. Gezien de verkennende fase waar we ons nu nog in bevinden, is de toets nu nog vooral op hoofdlijnen. Betreft een momentopname, maar afhankelijk van hoe de samenwerking verder gaat, blijven we deze toetsen aan het Vizier. 2. Met betrekking tot de inhoudelijke thema’s is er ten aanzien van duurzaamheid nader met de portefeuillehouder gesproken over het Venrays standpunt. Dit omdat de opgestelde business case heel erg insteekt op C2C, terwijl voor Venray tot op heden beleidsmatig geldt dat we vooral insteken op het faciliteren en stimuleren van initiatieven en behoeften op het gebied van duurzaamheid die ontstaan vanuit de samenleving. Kiezen voor een specifieke richting zoals C2C vereist een leidende rol en bijdrage door de gemeente. De gemeente moet dit dan mogelijk maken door zelf projecten op te zetten en middelen beschikbaar te stellen. Door de portefeuillehouder is aangegeven dat wij breed blijven kijken naar het thema duurzaamheid en dat de meerwaarde van de verkenning vooral zit in het delen van kennis en het van elkaar leren. Daarbinnen kan ook vanuit Venray geleerd worden van de Venlose aanpak als het gaat om C2C, zeker op het moment dat dit Venray kansen biedt. Bijvoorbeeld op het moment dat we fysiek investeren in maatschappelijke accommodaties (bijv. scholen of gemeenschapsaccommodaties).

Communicatie Er is afgesproken hier niet actief extern over te communiceren. Binnen de regio Noord- en Midden- Limburg zijn de collega gemeenten door de burgemeesters en secretarissen geïnformeerd. Wel wordt

Pagina 3 van 4 Adviesnota aan B en W nog verkend in welke mate er behoefte is aan een gezamenlijke regiobijeenkomst voor Noord- en Midden Limburg voor bestuurders. Deze zou bijvoorbeeld 1x per jaar kunnen plaatsvinden. Intern zal via de Venmail het waarom, wat en hoe van de verkenning nader toegelicht worden. De burgemeester informeert de commissie Werken en Besturen mondeling via de mededelingen over de uitkomsten van de verkenning en het doorlopen proces.

Financiële gevolgen N.v.t.

Personele/organisatorische gevolgen De werkzaamheden van de betrokken Venrayse collega’s vindt binnen de reguliere inzet plaats.

Juridische gevolgen/rechtmatigheid N.v.t.

Fatale termijnen N.v.t.

Vervolgtraject besluitvorming Na akkoord binnen de vier gemeenten, wordt het vervolgproces opgepakt zoals in de business cases en deze nota beschreven.

Evaluatie N.v.t.

Bijlagen 1. De vier businesscases met de resultaten van de verkenning. 2. De toets aan Vizier op samenwerking. 3. De notitie “Samen Sterker” zoals deze in april 2015 in het college besproken is.

Naslagwerk N.v.t.

Pagina 4 van 4

Samen sterker

Gezamenlijk perspectief op de strategische opgaven van de regio Noord- en Midden- Limburg.

Juni 2015

1 1. Aanleiding

2014 was het jaar waarin regio’s intensiever dan ooit elkaars samenwerking zochten rondom de vraagstukken in het sociaal domein. De Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet die met ingang 1 januari 2015 van kracht geworden zijn, zijn in dat opzicht een stevige aanjager geweest.

Samenwerken tussen overheden is niet nieuw. Samenwerking kent ook veel gezichten, zowel wat betreft het takenpakket zelf als de vorm waarin deze plaats vindt. En vrijwel iedereen kent meer of minder geslaagde voorbeelden van samenwerking. Hoewel intergemeentelijke samenwerking vaak voor de hand ligt, lijkt uit eerdere ervaringen en ervaringen elders dat samenwerkingsinitiatieven zonder een goede inhoudelijke analyse of vraag vooraf vaak tot teleurstellingen leiden.

Inhoudelijke opgaven zouden bij de keuze van de juiste samenwerkingspartners of schaal leidend moeten zijn, niet enkel het gemak of de vanzelfsprekendheid waarmee taken of activiteiten ogenschijnlijk samen uitgevoerd of opgepakt kunnen worden. De voorliggende analyse geeft een perspectief op de inhoudelijke opgaven in de regio Noord- en Midden-Limburg tussen de steden Weert, Roermond, Venlo en Venray.

In het afgelopen decennium is er in Noord- en Midden-Limburg reeds een groot aantal visie- en samenwerkingsdocumenten verschenen waarin lokale en regionale vergezichten worden gepresenteerd, vaak gekoppeld aan een jaartal. Zo koerst Roermond op 2020, Venray en Weert op 2025, de regio Midden-Limburg op 2028, Keyport op 2020, Venlo op 2030 en de Regio Venlo op 2025. Een ding hebben deze documenten vrijwel allemaal met elkaar gemeen, ze zijn gekoppeld aan een groot aantal vrijwel identieke opgaven. Het zijn daarnaast strategische documenten die betrekking hebben op een in omvang beperkt gebied met een inwonertal van circa een half miljoen. Een gebied dat zowel in historisch, economisch, sociaal-maatschappelijk als bestuurlijk opzicht een grote onderlinge samenhang kent.

Leeswijzer Hoofdstuk 2 vormt een overzicht van relevante maatschappelijke trends en ontwikkelingen. Dit overzicht is hoofdzakelijk tot stand gekomen op basis van de bestaande visie- en samenwerkingsdocumenten.

Hoofdstuk 3 zijn andere grote constante maatschappelijke opgaven voor de regio Noord- en Midden-Limburg die niet kunnen worden gezien als trend of (recente) ontwikkeling. Omdat in belangrijke mate is aangesloten op voorhanden zijnde bronnen komen in dit hoofdstuk vooral ruimtelijke-economische thema’s aan bod. Dit doet overigens niets af aan het belang van de sociaal-maatschappelijke opgaven.

In hoofdstuk 4 zijn de opgaven uit hoofdstuk 2 en 3 gedestilleerd naar een beperkt aantal opgaven die specifiek voor regio Noord- en Midden-Limburg zijn. Dus opgaven waarbij de gemeenten in de regio een gezamenlijk belang lijken te hebben ten opzichte van aangrenzende regio’s.

Hoofdstuk 5 geeft een eerste aanzet tot daadwerkelijk samenwerken. Uit de gezamenlijke opgaven zijn 4 pilots benoemd en kort beschreven.

2 2. Relevante maatschappelijke trends en ontwikkelingen

Net als elders laten zich in de regio Noord- en Midden-Limburg een aantal maatschappelijke ontwikkelingen voelen die bepalend lijken voor de toekomst van onze inwoners en bedrijven en van onze gemeentelijke organisaties.

Regionalisering Als gevolg van de stormachtige groei van het gemeentelijke takenpakket in de afgelopen decennia is bestuurskracht (opnieuw) een serieus thema geworden. Bestuurskrachtmetingen, niet zelden geïnitieerd door provinciebesturen, zijn de afgelopen 10 a 15 jaar opnieuw in de mode geraakt. Op basis hiervan hebben er in het recente verleden in Noord- en Midden- Limburg meerdere herindelingen plaats gevonden.

Er zijn minder gemeenten en gemeenten zijn gemiddeld genomen groter. Het verschil met de stedelijke gemeenten Weert, Roermond, Venlo en Venray is daarmee (verder) afgenomen. Mede onder invloed van rijksbeleid, provinciaal beleid en wetgeving heeft de regionale schaal met name in de afgelopen vijf jaar sterk aan belang gewonnen. Voorbeelden hiervan zijn de vorming van de RUD’s, afstemming van woningbouwplannen en de ruimtelijke ordening (POL) en de samenwerking ten aanzien van de decentralisaties in het sociale domein.

Begrotingsdruk en bezuinigingen leiden tot het besef dat zaken wellicht door samenwerking niet alleen beter maar vooral ook efficiënter kunnen. De ICT- samenwerking tussen Roermond, Venlo en Weert en de belastingsamenwerking in het BSGW zijn hiervan succesvolle voorbeelden.

Ook in beleidsmatige zin is de regionale schaal herontdekt. Een regionale focus immers sluit beter aan op de focus van onze inwoners, instellingen en bedrijven. Zij lijken in veel gevallen de lokale schaal ontgroeid en bewegen zich op een (boven-)regionale woon-, zorg-, vrijetijds- en arbeidsmarkt.

Europeanisering De Europese Unie is een relatief nieuwe vorm van overheid die steeds belangrijker wordt. De macht van de EU groeit en steeds meer beslissingen worden in ‘Brussel’ genomen op allerlei deelgebieden waaronder rechtspraak, economie, financiën, buitenlandse betrekkingen en infrastructuur. Hieruit voortkomend is de Europese lobby, naast de Haagse lobby, voor gemeenten en provincie een relatief nieuw fenomeen.

Globalisering en eigenheid Onmiskenbaar is globalisering, mede dankzij de ontwikkeling van internettoepassingen, een niet te missen ontwikkeling. Echter, met deze ontwikkeling is er daarnaast juist ook een behoefte gegroeid aan een herkenbare thuisbasis. De interesse in de eigen cultuur, identiteit en regionale geschiedenis. Eigen culturele gebruiken in stand houden is belangrijk omdat mensen zo verbonden worden met het verleden, het heden en de toekomst. Het Limburgs culturele erfgoed is hierbij een belangrijke factor bij het bepalen van de plaats van Limburg in Nederland, Europa en in de wereld. Zonder een eigen cultureel bewustzijn is het niet mogelijk om nieuwe impulsen in perspectief te plaatsen. Cultureel bewustzijn brengt met zich mee dat er oog is voor nieuwe ontwikkelingen en bewegingen door jongeren, arbeidsmigranten of kunstenaars. Met name de Provincie Limburg ziet hierin voor zich een rol weg gelegd. 1

Economische en financiële crisis Op dit moment (2014) lijkt er een einde te komen aan de diepe financiële en economische crisis die zijn oorsprong vond in een schuldencrisis in de westerse wereld. Mondiaal ligt de groei op een lager peil. Relatief hoge werkloosheid, tegenvallende

1 Provincie Limburg, Trendrapport 2014

3 inkomsten uit bouwvergunningen, afwaarderingen en daarmee onder water staande grondexploitaties en dalende gemeentefondsinkomsten dwingen gemeenten om pijnlijke en onconventionele keuzes te maken. Nieuwe inhoudelijke perspectieven die een deel van deze financiële opgave kunnen opvangen zijn zelfredzaamheid, zelfsturende gemeenschappen en wederkerigheid. Financiële besparingen zijn daarmee overigens nadrukkelijk geen doel op zich zelf, maar een van de uitkomsten van een beweging die tot een nieuwe maatschappelijke herverkaveling van leidt.

De economische structuur van Noord- en Midden-Limburg kenmerkt zich daarnaast door een aantal sterk conjunctuurgevoelige sectoren, zoals de logistieke sector en de proces- en maakindustrie. En hoewel landbouw als weinig conjunctuurgevoelige economische activiteit een prominente plaats inneemt kent Limburg, na de provincie Zeeland, de meest conjunctuurgevoelige regionale economie van Nederland. Dat vertaalt zich verder in een groter dan gemiddelde gevoeligheid van de werkgelegenheid. 2 Vermindering van deze kwetsbaarheid zowel aan de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt zou daarmee één van de regionale opgaven kunnen zijn.

Limburg staat als provincie als aantrekkelijke investeringsregio op achterstand. De provincie kent immers al jarenlang een relatief lage investeringsquote. Dit cijfer geeft namelijk de investeringen aan als percentage van het bbp. Sinds 2008 kent dit cijfer landelijk een dalend verloop. Limburg is hierbij met 14% hekkensluiter ten opzichte van 18% landelijk. 3

Demografische ontwikkelingen Het aantal inwoners in Noord- en Midden-Limburg bedroeg in 2014 zo’n 516.000. Bij ongewijzigd beleid zal dit aantal in 2044 naar verwachting met 43.000 gedaald zijn naar 473.000. 4 Dat is overigens significant minder dan de daling die er wordt voorzien voor Zuid-Limburg waarbij er sprake is van een daling van 120.000 inwoners naar een bevolkingsomvang van 497.000 in 2044.

En hoewel de regio Noord- en Midden- Limburg (nog) geen krimpregio is, is er wel sprake van een (groter dan landelijk gemiddeld) sterke vergrijzing en ontgroening van de bevolking. Dat betekent dat het huidige voorzieningenaanbod (zoals scholen, gezondheids- en wijkcentra) hierop zal moeten worden aangepast maar zal van ons ook oplossingen vragen ten aanzien van arbeidsmarktknelpunten, wegvallend verenigingskader en oplopende zorgkosten.

Een veranderende bevolkingssamenstelling betekent op termijn ook veranderende lokale koopkracht en daarmee consumptie. Voorzieningen zullen daarmee verder onder druk komen te staan, tenzij de regio in staat is om haar eigen jeugd of nieuwe groepen inwoners aan haar te binden. Om die reden heeft Venlo bijvoorbeeld in het recente verleden gekozen voor een ‘offensieve’ strategie waarbij door middel van verbreding van het aanbod aan hoger onderwijs jonge mensen aan de regio worden gebonden.

Naast het kunnen volgen van een opleiding hebben mensen nog een belangrijke reden om in een bepaald gebied te wonen en dat is werk. Daarmee lijkt een andere belangrijke bepalende factor de (fysieke) bereikbaarheid van banen te zijn. Omdat de regio Noord- en Midden-Limburg wordt omsloten door het buitenland is het aanbod aan ‘binnenlandse werkgelegenheid’ relatief gering. En dat lijkt zeer bepalend waarom onze grensregio minder in trek is bij verhuizende huishoudens. Daardoor zijn ze gevoeliger voor bevolkingsdaling, vergrijzing, en een uittocht van kansrijke en hoogopgeleide jongeren. 5

2 Möhlman e.a., De conjunctuurgevoeligheid van Europese sectoren en regio’s, TPEdigitaal 2011-1 3 CBS, regionale economie 4 Etil, 2014. Progneff 2014 5 Kansenatlassen Noord- en Midden-Limburg en Stads- en Regiofoto Regio Venlo 2014

4 Niet alleen betekent een ‘braindrain’ van hoogopgeleide jongeren een verlies aan potentiele arbeidskrachten, maar ook een verlies aan inkomens en daarmee aan regionale koopkracht, het vermogen om op termijn voorzieningen in stand te houden. Omdat de regio, vergeleken bij de binnenlandse buurregio’s, relatief laagopgeleid is wordt relatief veel kennisintensief, en daarmee over het algemeen beter betaald, werk gedaan door medewerkers die niet in Noord- en Midden-Limburg wonen. De regio ‘exporteert’ daarmee per saldo koopkracht naar de belendende regio’s. Woonaantrekkelijkheid is daarmee een belangrijk issue.

De bevolkingsopbouw in onze regio verandert. Het aantal jongeren neemt af, net als het aantal mensen in de leeftijd van 15 tot 64 jaar. Daarnaast neemt het aantal ouderen significant toe. Niet alleen heeft deze verandering grote consequenties voor de beroepsbevolking maar ook voor tal van andere terreinen. Zo neemt in diezelfde periode de beroepsbevolking met 12,9% af en daalt het aantal basisschoolleerlingen met 18%. 6

Daarnaast zal een samenleving die op het gebied van zorg en ondersteuning een steeds groter beroep doet op de eigen kracht van gemeenschappen zich moeten afvragen wat hiervan de betekenis is voor het vermogen van die gemeenschap om deze ‘nieuwe taken’ te absorberen. Immers, een groeiende groep, met name oudere, inwoners zal een beroep doen op een andere krimpende groep inwoners. Aan de andere kant is deze groep vaak kapitaalkrachtig en heeft veel vrije tijd wat ook weer kansen met zich mee brengt.

Demografische ontwikkelingen en migratiestromen hebben invloed op de veiligheids- en gezondheidsbeleving. Hoe precies is onduidelijk. De vergrijzing zal naar verwachting wel zorgen voor een toenemend beroep op de zorgsector. De kwaliteitsvermindering van het menselijk kapitaal betekent een lager rendement van de economische en sociaal maatschappelijke inzet van de Limburgse bevolking. Het Limburgse verenigingsleven, van oudsher een sterke bindende factor, en hun accommodaties zoals sportvoorzieningen staan onder druk door deze demografische ontwikkeling.

Bevolkingsstabilisatie en op termijn mogelijk bevolkingskrimp betekent echter nog geen huishoudensdaling. Zo verwacht Midden-Limburg de komende twintig jaar nog een toename van zo’n 5.800 huishoudens. 7

Voor de gemeentebegroting kunnen deze demografische veranderingen op termijn overigens ingrijpende gevolgen hebben als gevolg van veranderende inkomsten en uitgaven. Het onderkennen hiervan is van cruciaal belang zodat tijdig kan worden begonnen met doen van eventueel noodzakelijke beleidsmatige bijstellingen.

6 Gemeente Weert, Structuurvisie Weert 2025, 2013. 7 Regio Midden-Limburg, structuurvisie wonen, zorg en woonomgeving, p. 16

5 (Bevolkingsprognose Noord- en Midden-Limburg, CBS/PBL 2014)

Ruimtelijke opgaven en leegstand Vanaf de tweede wereldoorlog heeft Nederland nagenoeg uitsluitend te maken gehad met groei; bevolkingsgroei, economische groei en dus ook uitbreiding van de bebouwde omgeving. Door de al eerder benoemde economische crisis en demografische ontwikkelingen veranderen ook de ruimtelijke opgaven. De opgave van gecontroleerde uitbreiding kantelt voor veel gebieden en in veel sectoren naar een kwantitatieve opgave in binnenstedelijk gebied. Landelijk is er een overschot aan ruimte voor detailhandel en kantoren, terwijl in sommige regio’s ook leegstand optreedt in de woningvoorraad.

Decentralisatie van rijkstaken Met flinke kortingen maar ook een behoorlijke hoeveelheid beleidsvrijheid zijn gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk geworden voor een breed takenpakket op het sociaal-maatschappelijk domein, waaronder jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en beschermd wonen. Dit is overigens geen nieuwe ontwikkeling, maar het is er wel een van een zodanige omvang waarbij thema’s als organiserend vermogen en schaalgrootte nadrukkelijk een rol (moeten) spelen.

Veel maatschappelijke organisaties die in Noord- en Midden-Limburg actief zijn op deze terreinen kennen een werkgebied dat groter is dan de lokale of (sub-)regionale schaal waarop de gemeenten hun activiteiten hebben georganiseerd. Klaarblijkelijk is voor hen de relevante schaal een andere dan voor ons als gemeenten.

Nieuwe rolverdeling overheid, inwoners en maatschappelijke partners In de afgelopen decennia hebben onze inwoners ten aanzien van overheidsdiensten een consumptiepatroon ontwikkeld waarbij de inwoner in de rol van vragen en eisende burger haar rechten opeist en van de overheid een ’verzorgende’ rol verwacht. Passiviteit, apathie en ‘aangeleerd slachtofferschap’ zijn karakteristieken die bij deze trend horen. Eigen verantwoordelijkheid, zelfsturing, zelfredzaamheid en wederkerigheid zijn termen die opnieuw een appèl doen op burgerschap en op gemeenschapszin. Niet de ‘koude’ verstrekking door de gemeente maar de ‘warme’ aandacht van de omgeving wordt de norm.

Dat betekent echter ook van onze organisaties, onze bestuurders en onze medewerkers een nieuwe vorm van professionaliteit waarbij vertrouwen en loslaten ruimte moeten bieden aan particulier initiatief, alternatieven en nieuwe vergezichten. Dat betekent ook dat we (opnieuw) zullen moeten leren om onze inwoners vertrouwen te geven en alleen daar moeten controleren waar dit, op basis van een grondige analyse, nodig lijkt. Dit leidt tot verminderde controlezucht, minder controledruk bij inwoners, instellingen en ondernemers, vermindering van de bureaucratie en daarmee ook in potentie tot lagere kosten. En dit laatste aspect is des te pregnanter geworden nu begrotingen van overheden sterk onder druk staan en er van overheden en samenleving binnen een redelijk beperkte periode een ingrijpende transformatie in denken en handelen wordt gevraagd.

Digitalisering Digitalisering, het tijd- en plaatsonafhankelijk aanbieden van diensten maar ook het tijd- en plaatsonafhankelijk werken van ons personeel biedt nieuwe perspectieven op een herstructurering van een groot aantal processen binnen onze organisaties, een vermindering van handelingen en fouten en een potentieel omvangrijke kostenbesparing. Digitalisering maakt daarnaast het maak- en distributieproces goedkoper, eenvoudiger en individueler.

In regionale context betekent dit dat een dergelijke ontwikkeling nieuwe vormen van samenwerking mogelijk maakt. Veel producten en diensten maar ook veel beleid is dermate homogeen dat de productieplaats zelf niet zo relevant lijkt. Net als bij de

6 aanslag voor de lokale heffingen en OZB is het voor inwoners immers niet zo heel erg interessant waar deze is opgesteld of van waar deze is verzonden.

Enerzijds vraagt de burger andere dingen van ons als gevolg van de digitale samenleving. Anderzijds biedt deze techniek heel veel kansen voor betere service, efficiency en communicatie. Voor onze inwoners betekent dit mogelijk daarmee meer gemak en een betere dienstverlening. Aandachtspunt blijft echter wel die groepen inwoners die wat meer moeite moeten doen om met deze nieuwe vormen om te gaan.

Duurzaamheid De samenleving realiseert zich steeds meer dat we niet op de huidige wijze verder kunnen gaan met het uitputten van de natuurlijke hulpbronnen of grondstoffen. Consumenten, burgers en organisaties vragen steeds meer duurzaamheid. De verwachting is dat duurzaamheid de norm gaat worden. Dit vraagt echter een omschakeling op veel terreinen: economie, bebouwde omgeving, energie, vervoer, landbouw enzovoorts.

Noord-Limburg heeft de Floriade mede gebruikt als uithangbord voor het concept Cradle to Cradle en de perspectieven die een circulaire economie te bieden heeft voor zowel gezondheid en welzijn, als het vermogen om met deze nieuwe ontwikkeling in de toekomst een goede boterham te verdienen. Met name de in de regio sterk aanwezige proces- en maakindustrie biedt hiertoe volop toepassingsmogelijkheden.

Daarnaast bestaan er binnen de regio al een zeer groot aantal lokale initiatieven waarbij inwoners zelf aan de slag gaan met duurzaamheid, veelal op het gebied van duurzame energie.

7 3. Constante opgaven

Noord- en Midden-Limburg als grensregio

De regio Noord- en Midden- Limburg ligt, als grensregio tussen de Noordzee-delta en het Duitse Ruhrgebied, perifeer ten opzichte van de belangrijkste economische centra en bevolkingsconcentraties in Noordwest Europa. Dat wil zeggen dat de aantrekkingskracht van het gebied op potentiële vestigers, zowel inwoners als ondernemingen, relatief gering is. In ieder geval niet vanzelfsprekend.

De grensligging is onderdeel van de Limburgse identiteit. Het geeft Limburg kansen voor haar eigen profilering. Veel voorzieningen vlak over de grens (een technische universiteit, HSL-stations, interessante steden, consumenten, kunst) kunnen bijna ‘gratis’ bij het Limburgs vestigingsklimaat worden opgeteld. Opvallend is dat veel eigenschappen die Nederlanders als ‘typisch Limburgs bestempelen (carnaval, religie, cultuur, dialect) met het omliggende buitenland worden gedeeld. Toch is het contact met de buren verwaterd. De calculerende Limburger weet de koopjes over de grens nog wel te vinden. Maar het aantal Limburgse jongeren dat de Duitse taal nog spreekt, is fors afgenomen. Limburgers vertonen steeds minder animo om over de Euregionale grens te gaan studeren, werken of ondernemen. 8

Economische en maatschappelijke vraagstukken trekken zich van regio- en landsgrenzen over het algemeen weinig aan. Slechts een paar Europese regio’s kennen zoveel grenslengte als de regio Noord- en Midden-Limburg.

Als de regio er in de toekomst gezamenlijk met onze Duitse en Belgische partners in slaagt om, naast de economische opgaven, ook een aantal maatschappelijke opgaven grensoverschrijdend aan te pakken, zoals grensoverschrijdend verkeer en vervoer, zorg, veiligheid, arbeid en duurzaamheid, zijn we in staat om niet alleen voor onze inwoners en bedrijven een aantrekkelijke vestigingsplaats te zijn, maar om ook binnen Europa, onze positie te borgen en verder uit te bouwen. 9

En hoewel bijvoorbeeld het aantal bereikbare banen aan de Duitse zijde van de grens viermaal zo hoog is als aan Nederlandse zijde is grensarbeid is nog altijd zeer beperkt. In de regio Noord- en Midden-Limburg werkt nog geen 2% van de beroepsbevolking ook daadwerkelijk in Duitsland.

In de in 2014 verschenen Kansenatlas toont Gerard Marlet aan dat de potentie van de regio, als de grenzen worden weggedacht, enorm is. Niet alleen wat betreft de kansen op de arbeidsmarkt of het vermogen van bedrijven om werknemers te vinden maar ook ten aanzien van het (mede-)gebruik van stedelijke voorzieningen en diensten.

Carrièrekansen van de inwoners van grensregio’s en de omvang en diversiteit aan voorzieningen die ze tot hun beschikking hebben, zijn daarmee over het algemeen lager dan in andere regio’s. Als de grensbarrières geslecht kunnen worden zullen de agglomeratievoordelen toenemen. 10 Veel diverse en hoogwaardige consumentendiensten bestaan immers bij de gratie van massa en dichtheid. Een goed voorbeeld hiervan is de grote aantrekkingskracht van de winkelgebieden in Roermond en Venlo op het Duitse kooppubliek en in Weert op het Belgisch kooppubliek.

Verder dient opgemerkt te worden dat van de Limburgse export er jaarlijks zo’n 40% is bestemd voor onze buurlanden, Duitsland (28%) en België (12%). 11

8 Provincie Limburg, Limburg 3.0, 2011 9 Strategische visie Regio Venlo, 2011, p.14 10 Trendrapport Limburg, Provincie Limburg, 2014 en Kansenatlas Noord-Limburg 11 ING Economisch Bureau, Regiovisie Limburg, september 2014.

8

Veiligheid is een ander vraagstuk dat sterk gerelateerd is aan het zijn van een grensregio. In Limburg weten criminelen slim gebruik te maken van de barrièrewerking van grenzen. Gegevens over de herkomst van daders laten zien dat de misdaad in Limburg verbonden is met andere regio’s. De drugsproblematiek werkt als een katalysator. Het verschil in het softdrugsbeleid tussen Nederland en de omringende landen zorgt voor een stroom aan drugstoeristen. Drugsgebruik en -handel leiden tot veel kleinschalige criminaliteit met een grote maatschappelijke impact. 12

Regionale economische structuur

Noord- en Midden-Limburg maakt als Keyport én Greenport in economisch opzicht deel uit van de Europese economische hotspot Brainport 2020 in Zuid-Oost-Nederland.13 Het gebied bevat daarmee twee van de zes triple helix-regio’s die Zuid-Oost-Nederland rijk is. Brainport 2020 heeft als ambities om in 2020 te behoren tot de top 3 van Europese regio’s op het gebied van technologische en economische ontwikkeling.

Dat is voorwaar een ambitie, zeker als we de uitgangspositie, zoals we die hiervoor hebben aangegeven, van de beide regio’s beschouwen. Succes is zeker niet vanzelfsprekend en zal van veel meer afhankelijk zijn dan slimme investeringen in het regionaal economische klimaat of een betere bereikbaarheid.

De beleidsfocus in Limburg is primair gericht op de stuwende sectoren (de exporterende sectoren die inkomsten, mensen en bedrijven naar de regio trekken). Extra groei in stuwende sectoren resulteert in werk en groei in de verzorgende sectoren die erop gericht zijn mensen en bedrijven in de regio te bedienen. De verzorgende sectoren leveren producten en diensten die lokaal geproduceerd en geconsumeerd worden en geven ook een impuls aan de regionale economie.

In de lokale en regionale visiedocumenten wordt een regionale economie geschetst die voor zowel Noord- als Midden-Limburg vrijwel identiek lijkt 14 . Beide regio’s zetten namelijk specifiek in op de speerpunten agri, logistiek, leisure & retail, zorg en maakindustrie. En dat is, gelet op de onderlinge verwevenheid tussen beide regio’s, uiteraard geenszins verrassend. Voor een verdere verdieping zij verwezen naar de betreffende visie- en programmadocumenten.

Daar waar Keyport in haar ambitiedocument per speerpunt en per gemeente aangeeft welke voorgenomen overheidsinvesteringen een bijdrage moeten gaan leveren aan de doelstellingen heeft de Regio Venlo ervoor gekozen om haar regionale middelen primair in te zetten op de ontwikkeling van de Brightlands campus.

Stad en ommeland

Binnen Noord- en Midden-Limburg vormen de kernen van Roermond, Weert, Venlo en Venray de spreekwoordelijke kerktorens die boven de verder sterk open en relatief dunbevolkte regio uitsteken. Venray heeft zelfs specifiek in haar strategische visie opgenomen dat zij de tweede stedelijke kern van Noord-Limburg wil blijven. De vier kernen vervullen een (sub-)regionale verzorgingsfunctie voor zowel detailhandel, horeca als zorg-, (middelbaar- en hoger-) onderwijs- en welzijnsvoorzieningen, ze zijn aangesloten op het (inter-)nationale spoorwegennet. Ook is in deze kernen een ziekenhuisvoorziening aanwezig.

12 Provincie Limburg, Limburg 3.0, 2011 13 Keyport 2020, doelstellingen en nulmeting, 2013. 14 Keyport 2020, doelstellingen en nulmeting, 2013 en Programmering Regio Venlo, 2014.

9 Naast het vervullen van deze (sub-)regionale centrumfunctie verschillen deze vier gemeenten onderling toch ook van karakter. De centra van Venlo en Roermond hebben naast deze regionaal verzorgende rol, getuige het met name Duitstalige publiek, namelijk ook een sterke aantrekkingskracht op bezoekers uit de wijdere (Eu-)regio. In die zin fungeren zij als ‘etalages van de regio’. Anders dan bij Venlo en Roermond is de natuurlijke oriëntatie van het oostelijk deel van de regio en Weert uiteraard primair gericht op de Belgische grensregio en de regio Eindhoven. Daarbij geldt dat Weert ook een aantrekkende rol heeft voor deze regio’s. Daarbij heeft het woonklimaat van Weert een aantrekkende werking op de Eindhovense arbeidskrachten.

Steden bieden consumenten en bedrijven voordelen vanwege de concentratie van een veelheid aan voorzieningen en organisaties. Goede verbindingen tussen steden zijn essentieel om het potentieel van ‘borrowed size’ – het ‘lenen van de buren’ waar te maken. Zeker voor Limburg, dat enigszins perifeer ligt ten opzichte van de economische centra van Nederland (Randstad en Brabant) zijn excellente verbindingen van groot belang om bereikbaarheid van voorzieningen te faciliteren. Tegelijkertijd moet Limburg voor agglomeratiekracht ook nadrukkelijk over de grens kijken en zijn goede grensoverschrijdende verbindingen belangrijk. 15

Daar waar Venlo en Venray in het verleden in bestuurlijke zin een sterke as vormden in Noord-Limburg, zo lijken recent ook Roermond en Weert elkaars toenadering te hebben gezocht. De aansluiting van beide steden, door middel van een gezamenlijke bestuurlijk vertegenwoordiger, op het CdK-5B 16 overleg lijkt hiervoor illustratief.

15 Provincie Limburg, Trendrapport, 2014 16 Het CdK-5B-overleg is het periodiek bestuurlijk overleg tussen de Commissaris des Konings en de burgemeesters van de steden , Sittard-Geleen, , Venlo en Weert/Roermond.

10 4. Het vervolg, gedeelde opgaven

In hoofdstuk 2 en 3 zijn de inhoudelijke opgaven voor de regio Noord- en Midden- Limburg geschetst. In dit hoofdstuk zijn deze gedestilleerd naar opgaven die onze regio onderscheidt van andere aangrenzende regio’s. Opgaven waarbij de vier centrumgemeenten (en omliggende landelijke gemeenten) een sterk gedeeld belang hebben en waar eventuele samenwerking of afstemming op basis van deze achtergrond voor de hand ligt.

Opgaven

- Demografische ontwikkeling

De regio Noord- en Midden-Limburg kent eenzelfde opgave op demografisch gebied.

- Voorzieningen en woonaantrekkelijkheid

Als gevolg van de demografische ontwikkelingen komen het voorzieningenniveau en de woonaantrekkelijkheid in de regio onder druk te staan. Dit uit zich onder meer in ruimtelijke opgaven als leegstand (ook van maatschappelijk vastgoed) en de zorg voor het behoud van het voorzieningenniveau op met name het platteland en in de wijken.

- Grensregioproblematiek

Uit onderzoek blijkt dat de grens een barrière vormt waardoor de agglomeratievoordelen van de nabijheid van buitenlandse steden slechts beperkt worden benut. Ook op het gebied van arbeidsmarkt is hier potentieel nog veel winst te boeken.

- Veiligheid

Op gebied van veiligheid kent onze regio deels een onderscheidende gezamenlijke opgave als gevolg van de grensligging en hieruit voortkomende drugsproblematiek.

- Economie

De regionale economie maakt onderdeel uit van zowel de Brainport 2020 regio als van de Brightlands, en is relatief gelijksoortig met als sterke sectoren de agrobusiness, toerisme, logistiek en maakindustrie. Gezamenlijke optrekken (o.a. acquisitie en branding) op een grotere regionale schaal sluit aan op de relevante economische opgave. Daarnaast maakt het bedrijfsleven geen onderscheid tussen Noord- en Midden-Limburg.

- Bereikbaarheid

Kijkend naar de centrale (maar daarnaast uiteraard ook perifere) ligging van de regio ten opzichte van de grote economische centra is de bereikbaarheid van de regio per weg, water en spoor van groot belang.

Mogelijkheden tot afstemming

De bovengenoemde regionale opgaven lenen zich sterk voor een gezamenlijke aanpak. Deze aanpak kan op veel verschillende wijzen plaatsvinden, hieronder in ieder geval

11 gezamenlijke lobby in de Den Haag en Brussel, strategische netwerkontwikkeling, kennisoverdracht en -ontwikkeling en de verwerving van derde geldstromen. We trekken samen op richting provincie, nationale overheid en het buitenland op die onderwerpen waarin we alleen door samen te acteren successen kunnen bereiken voor Noord- en Midden-Limburg als geheel.

Gelet op de bescheiden omvang van de regio en het toegenomen belang van goede internationale relaties voor de ontwikkeling en het succes van ons regionale bedrijfsleven spannen we ons gezamenlijk in op het gebied van regionale acquisitie en branding. Venlo en Weert hebben reeds bestaande contacten met de Chinese steden Qingdao en Yuhang. Ook in Roermond worden initiatieven ontplooid om dergelijke relaties in China op te bouwen.

12 Hoofdstuk 5. Samenwerken in de praktijk, 4 business-cases

Proces tot nu toe In het voorjaar van 2014 hebben de burgemeesters van Roermond en Venlo het initiatief genomen om te komen tot een verkenning naar de samenwerkingsmogelijkheden tussen drie steden in Noord- en Midden-Limburg; Roermond, Venlo en Weert. Dit gegeven hun bijzondere positie binnen hun (sub-)regio.

En hoewel deze drie steden reeds intensief met elkaar samenwerken op een beperkt aantal dossiers (o.a. ICT, regionaal kompas) bestond er behoefte aan een nadere inhoudelijke onderbouwing van de ‘logica’ om tot juist deze geografische samenwerking te komen. Dit heeft geresulteerd in het voorliggende document ‘Samen Sterker’ dat in januari 2015 is in concept werd opgeleverd.

Nadat dit document in de drie colleges was besproken sloot ook Venray zich bij dit initiatief aan. Venlo en Venray hebben dit voorjaar besloten te onderzoeken hoe verdere intensivering van hun onderlinge samenwerking vorm en inhoud kan worden gegeven. Aansluiting bij het initiatief van de drie steden lag daarmee voor de hand.

Inmiddels heeft Venray te kennen gegeven zich aan te willen sluiten bij de bestaande ICT-samenwerking tussen Venlo, Weert en Roermond. Een zelfde ICT-basisinfrastructuur is immers noodzakelijk om in de toekomst tot een mogelijke verdieping van de samenwerking te komen op het gebied van bedrijfsvoering.

Naar aanleiding van de besprekingen in januari en het toevoegen van Venray, is besloten dit hoofdstuk 5 toe te voegen aan het document. Dit hoofdstuk geeft een aanzet tot daadwerkelijke samenwerking.

Aanzet tot samenwerking

Op basis van hoofdstuk 2 en 3 is in hoofdstuk 4 een overzicht gegeven van de gedeelde opgaven voor de regio Noord- en Midden-Limburg. Op basis hiervan is in dit hoofdstuk een concrete voorzet gemaakt voor inhoudelijke samenwerking.

Uitgangspunt hierbij is dat er wordt gekozen voor een groeimodel. Dus klein beginnen en de inhoud leidend te laten zijn en niet om formele structuren in het leven roepen. Naar gelang van tijd zal op basis van ervaringen en actualiteit zal de samenwerking worden geëvalueerd. Hierbij wordt de meerwaarde van de samenwerking bekeken.

Bij de samenwerking vindt continue afstemming plaats met andere samenwerkingsinitiatieven. Dit geldt specifiek ten aanzien van de Samenwerking Midden- Limburg (SML) maar ook de samenwerking tussen Venlo en Venray en binnen de Regio Venlo. De intentie is juist dat de verschillende initiatieven elkaar versterken.

Er wordt gekozen om, bij de start, samen te werken op 4 inhoudelijke thema’s. Per thema wordt een trekker aangewezen die een coördinerende rol vervult. De thema’s zijn gekozen uit een groslijst op basis van het kader uit hoofdstuk 4. Hiermee kennen de thema’s een gezamenlijk belang, heeft samenwerking meerwaarde en heeft het thema een strategisch karakter. Daarnaast zijn het thema’s die niet in andere verbanden (op deze wijze) worden opgepakt.

De trekkers werken elk thema uit tot een business case op basis waarvan inhoudelijk wordt samengewerkt. Elk thema zijn kent zijn eigen dynamiek, afstemming en besluitvorming. Gemeente Venlo neemt de regierol van het gezamenlijke traject.

Businesscases

13 - Brightlandsontwikkeling

De Brightlands-campussen vormen binnen de Provincie Limburg de ruggengraat voor de kennisas. De Brightlandscampus in Venlo heeft voor de regio Noord- en Midden-Limburg echter alleen betekenis indien deze voldoende is verbonden met de omgeving, met het regionale bedrijfsleven en uiteraard het regionale onderwijs en de regionale arbeidsmarkt. De thema’s voedsel, voeding, gezondheid en logistiek bieden hiervoor voldoende aanknopingspunten.

De opdracht is om vanuit de lokale ambities en opgaven van de vier steden de betekenis van deze ontwikkeling in beeld te brengen, inclusief mogelijkheden om aan deze betekenis eventueel ook in fysieke zin invulling te geven, passend bij de lokale context. Samen met het in de regio aanwezig onderwijs en bedrijfsleven wordt onderzocht of er gekomen kan worden tot een regionale onderwijsagenda en ambitie. In navolging van de recente vestiging van de HAS in Venlo valt hierbij bijvoorbeeld te denken aan onderwijsfaciliteiten passend bij het detailhandelscluster in Roermond of de maakindustrie en/of het groen in Weert. Daarnaast zet Venray in samenspraak met de regiogemeenten, het bedrijfsleven en onderwijs stevig in op agrofood in het algemeen en Eiwitrijk in het bijzonder.

Gezien de geografische ligging ligt het accent op de Greenport Brightland campus maar er wordt ook onderzocht wat de betekenis van de andere Brightland campussen is voor Noord- en Midden-Limburg.

- Strategische lobby en verwerving derde geldstromen

De bovengenoemde regionale opgaven lenen zich sterk voor een gezamenlijke aanpak. Deze aanpak kan op veel verschillende wijzen plaatsvinden, hieronder in ieder geval gezamenlijke lobby in de Den Haag en Brussel, strategische netwerkontwikkeling, kennisoverdracht en -ontwikkeling en de verwerving van derde geldstromen.

Over en weer maken we gebruik van elkaars kennis en delen we strategische informatie en analyses ten behoeve van onze regionale en lokale opgaven. Waar nodig maken we gebruik van elkaars strategische capaciteit om de opbrengst van onze gezamenlijke inspanningen te vergroten. Te denken valt hierbij aan analyses van het gemeentefonds, verdeelmodellen in het sociaal domein, strategische visie-ontwikkeling etc.

We trekken samen op richting provincie, nationale overheid en het buitenland op die onderwerpen waarin we alleen door samen te acteren successen kunnen bereiken voor Noord- en Midden-Limburg als geheel.

- Internationale samenwerking

De regio Noord- en Midden-Limburg ligt geografisch gezien zowel tussen twee buurlanden ingeklemd als ook binnen de oost-west corridor tussen het deltagebied en het Duitse Ruhrgebied. Binnen de regio vindt een groot aantal activiteiten plaats die met deze bijzondere ligging rechtstreeks verband houden, zoals op het gebied van bijvoorbeeld (value added) logistiek en (koop-)toerisme. Het gaat daarbij uiteraard echter ook om minder ‘aardige’ activiteiten zoals de productie en handel in verdovende middelen.

Daarnaast bestaat er een groeiend besef dat het wegnemen van grensbarrières mogelijkheden biedt voor de oplossing van (huidige en toekomstige) arbeidsmarktvraagstukken en kansen biedt ten aanzien van de bereikbaarheid en het gebruik van onderwijs-, gezondheidszorg- en culturele voorzieningen.

14 Daarnaast bestaat er een groeiend besef dat het wegnemen van grensbarrières mogelijkheden biedt voor de oplossing van (huidige en toekomstige) arbeidsmarktvraagstukken en kansen biedt ten aanzien van de bereikbaarheid en het gebruik van onderwijs-, gezondheidszorg- en culturele voorzieningen. Het beslechten of juist benutten van de grens is een strategische opgave die grote impact heeft op de toekomst van de regio.

Echter niet alleen het nabije buitenland verdient onze aandacht. Gelet op de bescheiden omvang van de regio en het toegenomen belang van goede internationale relaties voor de ontwikkeling en het succes van ons regionale bedrijfsleven spannen we ons gezamenlijk in op het gebied van regionale acquisitie en branding. Venlo en Weert hebben reeds bestaande contacten met de Chinese steden Qingdao en Yuhang. Venlo bouwt daarnaast actief aan haar relaties met partners in de Verenigde Staten.

Echter vanuit het perspectief van het ‘verre buitenland’ is het maar de vraag of het niet de voorkeur verdient om als (afzonderlijke steden in) Noord- en Midden-Limburg juist gezamenlijk op te trekken. Niet alleen is er op deze schaal sprake van een grote economische homogeniteit, ook kan er maximaal gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden die onze regio aan potentieel geïnteresseerde investeerders biedt. Over en weer kunnen we gebruik maken van elkaars relaties en expertise.

De Bestuursopdracht Internationale Zaken Noord- en Midden Limburg (BIZ) wordt sinds 1 januari 2009 uitgevoerd door de gemeente Venlo. De afgelopen jaren lag de nadruk lag op secretariële, organisatorische en coördinerende werkzaamheden rondom een aantal grensoverschrijdende overlegstructuren. De komende periode wordt de betekenis en invulling van de Bestuursopdracht opnieuw tegen het licht gehouden. De gemeenten Roermond, Venlo, Venray en Weert nemen hierbij het voortouw. Een geactualiseerde Bestuursopdracht kan een bijdrage leveren aan het realiseren van de inhoudelijke ambities (regionale visies en agenda’s) van de deelnemende gemeenten in Midden- en Noord-Limburg. Uitgangspunt bij de herijking is dat een nieuwe bestuursopdracht zich met name zal richten op regisseren, strategisch adviseren en coördineren (en houdt zich dus niet bezig met de uitvoering van projecten).

- Duurzaamheid

Verduurzaming van de economie is een niet te missen mondiale ontwikkeling waarbinnen het bedrijfsleven in de regio Noord- en Midden-Limburg op dit moment een relatief sterke en leidende positie inneemt. Binnen deze ontwikkeling past ook de Cradle to Cradle (C2C)-filosofie welke door een groeiend aantal ondernemingen binnen de regio wordt gehanteerd als leidende bedrijfsfilosofie. Niet alleen betreft dit de toepassing van (hergebruikbare) materialen maar sterkt C2C zich ook uit naar terreinen als hernieuwbare energie of milieuvriendelijke productiemethoden. De wijze waarop binnen de regio aan C2C concreet invulling wordt gegeven de regio een sterk uitgangspositie wat betreft imago en innovatievermogen.

De opdracht is om kennis over deze ontwikkeling met elkaar te delen, regionaal verder uit te bouwen en bovenregionaal te vermarkten. Netwerkontwikkeling is hiervan een belangrijk onderdeel.

15 Geraadpleegde documentatie

1. Atlas voor kansen voor Midden-Limburg, Viersen, Heinsbergen en Maaseik, 2013 2. Atlas voor kansen voor Noord-Limburg, Viersen en Kleve, 2013 3. Foto regio Venlo & omstreken, 2014 4. Demografische kerncijfers per gemeente, CBS, 2014 5. De Regionale economie, CBS, 2012 6. In 2030, viertoekomstscenario’s voor bedrijven 7. Leef- en vestigingsmonitor, Provincie Limburg, september 2014 8. Limburg 3.0, op weg naar de provinciale verkiezingen van 2011, Provincie Limburg 9. Strategienota internationalisering, provincie Limburg, 2013 10. Werken aan de Regio Venlo 2015-2018, regio Venlo, 2014 11. Het oog van Midden-Limburg Regiovisie 2008-2028, Stuurgroep Midden- Limburg, 2008 12. Euregio maakt het verschil, Visie 2014-2020, Euregio Rijn-maas Noord, 2013 13. Euregio maakt het verschil, Uitvoeringsstrategie, Euregio Rijn-maas Noord, 2014 14. Venlovertelt, strategische visie 2030, gemeente Venlo, 2010 15. Strategische Visie Roermond 2020, gemeente Roermond 16. Strategische Visie Venray 2020, gemeente Venray, 2010 17. Venray, Stad in de Peel, herijking strategische visie 2025, gemeente Venray, 2013 18. Structuurvisie Weert 2025, Deel 1: Analyse en opgaven, gemeente Weert, 2013 19. Structuurvisie Weert 2025, Deel 2: Visie, gemeente Weert, 2013 20. Structuurvisie Weert 2025, Deel 3: Uitvoering, gemeente Weert, 2013 21. Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving, Midden-Limburg, juni 2014 22. Transitieatlas voorzieningen Midden-Limburg, Public Result, september 2014 23. Transitieatlas voorzieningen Midden-Limburg Brief, GOML, november 2014 24. Trendrapport Limburg, provincie Limburg, 2014. 25. Beëindig overeenkomst GOML, alle gemeenten van Midden-Limburg, 2014 26. Sociaal economische verkenning, gemeente Roermond (E’til), 2013 27. Keyport 2020, doelstellingen en nulmeting, E’til, 2013

16 Toetsingskader bestuurlijke samenwerking o.b.v. Vizier op samenwerking Dossier: Verkenning samenwerking Weert-Roermond-Venlo-Venray

Check op uitgangspunten Vizier op samenwerking

Onderdeel vanuit kader Toelichting vanuit dossier Relatie met hogere strategische doelen: De verkenning met Weert, Roermond en Venlo past binnen de ambitie om  Het blijven van de tweede stedelijke kern in Noord-Limburg. binnen de regio de tweede stedelijke kern te blijven. Ook sluit het aan bij de  Het zijn van een gemeente die, ook voor de regio, het voortouw durft te in het collegeprogramma opgenomen ambitie om als het gaat om nemen op een aantal krachtige en voor ons belangrijke economische samenwerking over de grenzen van de Regio Venlo heen te kijken. pijlers: agrofood (bijvoorbeeld EiwitRijk), logistiek en maak, zorg.  Durf over de grenzen van de Regio Venlo te kijken en als tweede stad in Noord-Limburg de samenwerking aan te halen met omliggende (inter- )nationale regio’s op economisch en sociaal terrein. De inhoudelijke motivering is leidend. Steeds meer vraagstukken die op de lokale overheid afkomen, vragen een  Waarom deze samenwerking? regionale aanpak. Dit vindt al geruime tijd plaats binnen zowel Noord- als  Wat is de publieke opgave? Midden-Limburg. Een analyse van de visie- en samenwerkingsdocumenten  Wat is de missie/visie? die in Noord- en Midden-Limburg zijn opgesteld, leert dat Noord- en Midden-  Wat zijn de beoogde beleidseffecten? Limburg te maken hebben met een groot aantal vrijwel identieke opgaven. Op basis van deze analyse hebben Weert, Roermond en Venlo afgesproken om met elkaar te verkennen welke kansen hier liggen voor Noord- en Midden-Limburg. Vanuit de verkenning samenwerking Venlo-Venray is vervolgens ook Venray aan tafel gevraagd en gegaan. Doel op dit moment is dus vooral verkennen welke mogelijkheden er liggen voor de regio Noord- en Midden-Limburg. We kiezen niet op voorhand voor een geografische afbakening van De verkenning wordt gedaan door de vier voormalige centrumgemeenten samenwerkingspartners. Weert, Roermond, Venlo en Venray. Maar het is nadrukkelijk de bedoeling  Met wie wordt samengewerkt? dat de eventuele opbrengst ten gunste komt van de gehele regio. Aan de voorkant worden transparante en eenduidige kaders, doelstellingen We zitten op dit moment nog in een verkennende fase, waarin nog geen en spelregels geformuleerd. sprake is van governance of rechtsvorm.  Governance Dit ligt iets anders voor één van de onderzochte thema’s, namelijk de - Hoe is de samenwerking georganiseerd? Bestuursopdracht Internationale Zaken (BIZ). De BIZ wordt sinds 1 januari - Wat zijn de rollen, taken en bevoegdheden van directie, bestuurders, 2009 uitgevoerd door de gemeente Venlo en wordt bekostigd door vrijwel gemeenteraden en anderen? alle Noord- en Midden-Limburgse gemeenten. De afgelopen jaren lag de - Welke afspraken zijn er mbt communicatie en informatievoorziening? nadruk op secretariële, organisatorische en coördinerende werkzaamheden  Rechtsvorm rondom een aantal grensoverschrijdende overlegstructuren. De komende - Voor welke rechtsvorm is gekozen en waarom= periode wordt de betekenis en invulling van de Bestuursopdracht opnieuw tegen het licht gehouden, waarbij de gemeenten Roermond, Venlo, Venray en Weert het voortouw nemen. Uitgangspunt bij de herijking is dat een nieuwe bestuursopdracht zich met name zal richten op regisseren, strategisch adviseren en coördineren. Monitoren en evalueren van de samenwerking doe je samen met je Is op dit moment gezien de verkennende fase waarin we zitten nog niet aan samenwerkingspartners. de orde.  Welke afspraken zijn gemaakt inzake monitoring en evaluatie?  Op welke momenten en wijzen worden colleges en raden geïnformeerd? Geen exclusieve samenwerkingsrelaties. De samenwerking Weert, Roermond, Venlo en Venray is zeker geen  Hoe verhoudt zich deze samenwerking tot andere samenwerkingen? exclusieve samenwerking. Integendeel zelfs. De uitkomsten/opbrengsten zijn bedoeld voor de gehele regio Noord- en Midden-Limburg. In feite nemen de vier gemeenten het voortouw, maar kan uiteindelijk de gehele regio aanhaken en meedoen. Wel is heldere communicatie van groot belang, want zoals ook de verkenning Venlo-Venray heeft geleerd, ontstaat er bij andere gemeenten wel snel een beeld van exclusiviteit. Het creëren van win-win situaties. Op dit moment zit de win-win vooral in het gezamenlijk inhoudelijk duiden  Financieel van opgaven en het kennismaken door de betrokken collega’s van de vier  Niet-financieel gemeenten. De overleggen die plaatsvinden staan nu nog vooral in het teken van kennis delen en het (steeds) scherper krijgen van de opgaven. De gemeente Venray zoekt partner(s) die aanvullend / versterkend zijn op De thema’s waarop de samenwerking wordt gezocht zijn thema’s waarop we de bestaande kracht. De opbrengst van samenwerking moet op termijn als Venray en als regio Venlo al actief zijn en waarbij we zoeken naar hoger zijn dan de (transactie)kosten. Daarbij mogen er ongelijksoortige mogelijkheden om deze te versterken. De BIZ is al redelijk concreet, maar opbrengsten uit de samenwerking worden gerealiseerd. voor de andere drie geldt dat uit het vervolgproces duidelijk moet worden wat de opbrengsten gaan worden. Aan de voorkant wordt de mate van gelijkwaardigheid tussen gemeenten Alle vier de gemeenten zitten op basis van gelijkwaardigheid aan tafel. Dit helder gemaakt. wil niet zeggen dat alle vier de gemeenten op alle vier de thema’s hetzelfde in de wedstrijd zitten. Met name het thema Duurzaamheid laat zien dat er zeker verschillen zijn in ambitie en tempo. Maar toch blijkt ook in dat geval dat we van elkaar kunnen leren. De samenwerking houdt rekening met de cultuur van de partners en de Zie ook het voorgaande punt. omgeving waarin de samenwerking plaatsvindt. Vermindering van het aantal bestuurlijke samenwerkingsverbanden is geen Het is op dit moment niet de bedoeling om te komen tot nieuwe, formele doel op zich, maar het streven is wel om het aantal te beperken. samenwerkingsverbanden. Aan de andere kant willen we er wel voor zorgen dat het allemaal niet te vrijblijvend wordt. Is nog een aandachtspunt voor het vervolg. Het is van belang dat er bij toekomstige samenwerkingen aan de voorkant Is op dit moment gezien de verkennende fase waarin we zitten nog niet aan heldere afspraken / spelregels worden afgesproken hoe te handelen bij een de orde. mogelijke beëindiging van de samenwerking (exit strategie).

Opdracht Duurzaamheid Portefeuillehouder Wethouders economische zaken, wethouders Milieu/ duurzaamheid In Venlo: wethouder Wim vd Beucken. Opdrachtgever De secretarissen Geraedts (Roermond), Joosten (Venray), Knaapen (Weert) en Lucassen (Venlo) Opdrachtnemer Chrit Smeets (Roermond), Hannie van Dinther (Venray), Mijke van Roij (Weert), Milène Bekkers (Venlo) Datum Februari 2016

Context + Doel Waarvoor doen we het? relatie met missie, visie, bovenliggend plan Verduurzaming van de economie is een niet te missen mondiale ontwikkeling waarbinnen het bedrijfsleven in de regio Noord- en Midden-Limburg op dit moment een relatief sterke en leidende positie inneemt. Binnen deze ontwikkeling past ook de Cradle to Cradle (C2C)-filosofie welke door een groeiend aantal ondernemingen binnen de regio wordt gehanteerd als leidende bedrijfsfilosofie. Niet alleen betreft dit de toepassing van (hergebruikbare) materialen, maar sterkt C2C zich ook uit naar terreinen als hernieuwbare energie of milieuvriendelijke productiemethoden. De wijze waarop binnen de regio aan C2C en duurzaamheid concreet invulling wordt gegeven de regio een sterk uitgangspositie wat betreft imago en innovatievermogen. Venlo en Rotterdam zijn recent aangewezen als trekkers ‘Circulaire economie’ binnen het rijksprogramma ‘Agenda Stad’. Dat biedt mogelijk ook kansen voor overheden, onderwijs- en kennisinstellingen en bedrijfsleven in de regio NML,

Eindresultaat Wat willen we bereiken? indicatoren en doelwaarden (outcome): Sterke propositie van de vier steden en regio wat betreft C2C. Met name van belang wat betreft de onderscheidende vermogen van het regionale bedrijfsleven en onderwijs.

Activiteiten en Wat gaan we daarvoor doen en wanneer? planning De wens is om kennis over deze ontwikkeling intensiever met elkaar te delen en regionaal verder uit te bouwen. Netwerkontwikkeling is hiervan een belangrijk onderdeel. Samenwerking begint met elkaar leren kennen. Elkaar kennen betekent toegang hebben tot elkaars expertise en tot elkaars netwerken. Dit kan onder andere worden gefaciliteerd door themabijeenkomsten te organiseren. Voorgesteld wordt om in 2016 een themabijeenkomst te organiseren voor de vier betrokken gemeenten om elkaar beter te leren kennen en te verkennen waar de verschillende expertises liggen.

Middelen Op korte termijn gaat het primair om beperkte inzet van ambtelijke capaciteit (periodiek overleg: uitwisseling en afstemming). Daarnaast zullen ook middelen vrij gemaakt moeten worden om de themabijeenkomst te kunnen organiseren. Vooralsnog wordt uitgegaan van ‘gesloten beurzen’, door de themabijeenkomsten alternerend bij de vier gemeenten te organiseren, waarbij de organiserende gemeente zorgt voor ruimte en catering.

Samenstelling Functie Naam Tijdsbesteding Werkgroep Ambtelijk Chrit Smeets (Roermond) Nader te bepalen Hannie van Dinther (Venray) Mijke van Roij (Weert) Milène Bekkers (Venlo) Organisatie - verkenning interessante thema’s - organiseren ambtelijke themabijeenkomst met als doel kennisuitwisseling in 2016 - bij succes herhaling themabijeenkomst met als doel kennisuitwisseling in 2017 - bepalen waar de meerwaarde zit.

Risico’s - Uiteenlopende ambities, uiteenlopende visies op duurzame ontwikkeling en circulaire innovatie, verschillende schaal van toepassing, verschillend tempo. - Onvoldoende inzet ambtelijke capaciteit - Onvoldoende draagvlak en verankering binnen de organisaties (ambtelijk & bestuurlijk) - Onvoldoende vooruitgang / onduidelijke meerwaarde - Gezamenlijke positionering als duurzame regio zijn niet alleen woorden maar vooral ook daden. - Gelet op het bovenstaande is een gezamenlijke positionering een lang en intensief traject.

Overeenkomsten o Formatie en verschillen in o Middelen huidige werkwijze o Systemen o Samenwerking derden/contracten/uitbesteding o Ambitie/niveau van taken

Mogelijk winst op Op korte termijn weinig impact op kosten, kwetsbaarheid en kwaliteit 3K’s (beperkte kosten en baten). Op langere termijn kan samenwerking leiden tot een positieve impact als visies, programma’s en projecten gebundeld worden.

Communicatie Vooralsnog beperkt.

Besluitvorming Via burgemeesters en gemeentesecretarissen richting colleges

Opdracht Innovatie en kennisontwikkeling economische speerpuntsectoren Portefeuillehouders Wethouders Loonen (Venray), Satijn (Venlo), Van Eersel (Weert) en Waajen (Roermond) Opdrachtgevers De secretarissen Geraedts (Roermond), Joosten (Venray), Knaapen (Weert) en Lucassen (Venlo) Opdrachtnemers De heren Forschelen (Roermond), Hensgens (Venlo), Heuts (Weert) en Vervoort (Venray) Datum 07-12-2015

Context + Doel Zowel in Noord- als Midden-Limburg wordt volop ingezet op stimuleren van innovaties en kennisontwikkeling binnen c.q. ten behoeve van dezelfde drie economische speerpuntsectoren, namelijk agribusiness, maakindustrie en logistiek. Dit gebeurt in beide regio’s in samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs. Qua economische profiel lijken beide regio’s sterk op elkaar en voor het bedrijfsleven en onderwijs is het onderscheid tussen beide regio’s slechts van staatsrechtelijke aard. Met de samenwerking kan beter tegemoet worden gekomen aan de economische werkelijkheid, maar wordt tevens meer massa gecreëerd richting Provincie Limburg, Brainport 2020, het Rijk en de EU (betere positionering en profilering via gezamenlijke lobby). Afbakening Onderkend wordt dat de samenwerking tussen deze vier steden nog redelijk prematuur is en zowel binnen Noord- als Midden-Limburg nog grote opgaven liggen op het gebied van regionale samenwerking tussen overheden. De samenwerking tussen de vier steden dient volledig complementair te zijn aan de regionale samenwerking in Noord- en Midden-Limburg. Vooralsnog wordt daarom uitgegaan van een redelijk extensieve en volledig transparante vorm van economische samenwerking gericht op het in kaart brengen en creëren van (de) meerwaarde van de samenwerking voor beide regio’s. Eindresultaat De meerwaarde van afzonderlijke programma’s en projecten binnen beide regio’s wordt vergroot door regio overstijgende afstemming en koppeling van deze programma’s en projecten. Concreet wordt ingezet op het creëren van synergie door ondernemers en onderwijsinstellingen uit beide netwerken te betrekken bij de programma’s en projecten. Overigens zijn er al projecten waarbij zowel ondernemers als onderwijsinstellingen in beide deelregio’s bij betrokken zijn. Zo wordt er vanuit Keyport deelgenomen in het agrosteun- punt in Greenport Venlo zodat er voldoende kritische massa ontstaat voor de uitvoering van het agrifood programma van Brightlands Campus Greenport Venlo. Op lange(re) termijn kan de samenwerking mogelijk leiden tot een vergaande of volledige verbinding tussen Keyport en Greenport Venlo. Activiteiten en Samenwerking begint met elkaar leren kennen. Elkaar kennen betekent planning toegang hebben tot elkaars expertise en tot elkaars netwerken. Dit kan onder andere worden gefaciliteerd door themabijeenkomsten te organiseren.

Voorgesteld wordt om in 2016 een beperkt aantal themabijeenkomsten te organiseren die aansluiten het centrale thema: ‘Innovatie en kennisontwik- keling economische speerpuntsectoren’. In eerste instantie primair voor de vier betrokken gemeenten (elkaar ambtelijk en bestuurlijk leren kennen). Gestart zou kunnen worden met een gezamenlijke ambtelijke (interactieve) krachtenveldanalyse (2016: Q2-Q3) gevolgd door een bestuurlijk-ambtelijke bijeenkomst (2016: Q4). Later (2017 en verder) kunnen de themabijeen- komsten worden opgeschaald voor overige regiogemeenten, ondernemers en onderwijs. Randvoorwaarden Op korte termijn gaat het primair om beperkte inzet van ambtelijke Middelen capaciteit (periodiek overleg: uitwisseling en afstemming). Daarnaast zullen ook middelen vrij gemaakt moeten worden om themabijeenkomsten te kunnen organiseren. Vooralsnog wordt uitgegaan van ‘gesloten beurzen’, door de themabijeenkomsten alternerend bij de vier gemeenten te organiseren, waarbij de organiserende gemeente zorgt voor ruimte en catering. Samenstelling Functie Naam Tijdsbesteding Werkgroep Ambtelijk Mark Forschelen (Roermond) Nader te bepalen (Economie) Jos Hensgens (Venlo) Pierre Heuts (Weert) Daan Vervoort (Venray) Organisatie Periodiek werkgroep overleg (2016: 6x), ter voorbereiding: - Ambtelijke themabijeenkomsten (2016: 2x) - Ambtelijk-bestuurlijke bijeenkomst (2016: 1x) Risico’s - Belemmering lopende trajecten in beide regio’s - Onvoldoende inzet ambtelijke capaciteit (“waan van de dag”) - Onvoldoende onderlinge transparantie - Onvoldoende draagvlak binnen de organisaties (ambtelijk & bestuurlijk) - Wantrouwen overige regio gemeenten - Onvoldoende vooruitgang / onduidelijke meerwaarde Mogelijk winst op Op korte termijn weinig impact op kosten, kwetsbaarheid en kwaliteit 3K’s (beperkte kosten en baten). Op langere termijn kan samenwerking leiden tot een positieve impact als visies, programma’s en projecten gebundeld worden. Communicatie Vooralsnog beperkt. Besluitvorming Via burgemeesters en gemeentesecretarissen richting colleges

Opdracht Internationale samenwerking (actuele en verbrede bestuursopdracht) Portefeuillehouder Burgemeesters Opdrachtgever De secretarissen Geraedts (Roermond), Joosten (Venray), Knaapen (Weert) en Lucassen (Venlo) Opdrachtnemer M. Lenis (Venlo), E. Teurlincx (Venray), T. Lemmen (Weert), E. Wassenberg (Roermond) Datum 16 februari 2016

Context + Doel Waarvoor doen we het? relatie met missie, visie, bovenliggend plan De regio Noord- en Midden-Limburg ligt geografisch gezien zowel tussen twee buurlanden ingeklemd als ook binnen de oost-west corridor tussen het deltagebied en het Duitse Ruhrgebied. Binnen de regio vindt een groot aantal activiteiten plaats die met deze bijzondere ligging rechtstreeks verband houden, zoals op het gebied van bijvoorbeeld (value added) logistiek en (koop-)toerisme. Het gaat daarbij uiteraard echter ook om minder ‘aardige’ activiteiten zoals de productie en handel in verdovende middelen.

Bovendien bestaat er een groeiend besef dat het wegnemen van formele en informele grensbarrières mogelijkheden biedt voor de oplossing van (huidige en toekomstige) arbeidsmarktvraagstukken en kansen biedt ten aanzien van de bereikbaarheid en het gebruik van onderwijs-, gezondheidszorg- en culturele voorzieningen. Het beslechten of juist benutten van de grens is een strategische opgave die grote impact heeft op de toekomst van alle gemeenten in onze regio. Niet alleen het nabije buitenland verdient onze aandacht. Gelet op de bescheiden omvang van de regio en het toegenomen belang van goede internationale relaties voor de ontwikkeling en het succes van ons regionale bedrijfsleven spannen we ons gezamenlijk in op het gebied van regionale acquisitie en branding. Venlo en Weert hebben reeds bestaande contacten met de Chinese steden Qingdao en Yuhang. Venlo bouwt daarnaast actief aan haar relaties met partners in de Verenigde Staten.

Zowel vanuit het perspectief van het slechten van de grens barrières als vanuit het perspectief van het ‘verre buitenland’ verdient het de voorkeur om als (afzonderlijke steden in) Noord- en Midden-Limburg gezamenlijk op te trekken. Niet alleen is er op deze schaal sprake van een grote economische homogeniteit, ook kan er maximaal gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden die onze regio aan potentieel geïnteresseerde investeerders biedt. Over en weer kunnen we gebruik maken van elkaars relaties en expertise.

Eindresultaat Wat willen we bereiken? indicatoren en doelwaarden (outcome): - Een grotere nadruk op de internationale context van de regio NML en de positie van de vier steden daarbinnen. - Meer kennis binnen de ambtelijke organisaties over deze internationale context. - Aanzet tot en uitbouw van bestaande relevante (buitenlandse) relaties en (internationale) netwerken. - een herijkte bestuursopdracht internationale zaken die een zichtbare bijdrage levert aan het realiseren van de inhoudelijke ambities van de deelnemende gemeenten. Activiteiten en Wat gaan we daarvoor doen en wanneer? planning De Bestuursopdracht Internationale Zaken Noord- en Midden Limburg (BIZ) wordt sinds 1 januari 2009 uitgevoerd door de gemeente Venlo. Dertien gemeenten in Noord- en Midden-Limburg nemen deel aan de Bestuursopdracht Internationale Zaken en betalen hiervoor € 0,26 per inwoner per jaar. De afgelopen jaren lag de nadruk lag op secretariële, organisatorische en coördinerende werkzaamheden rondom een aantal grensoverschrijdende overlegstructuren. De komende periode wordt de betekenis en invulling van de Bestuursopdracht opnieuw tegen het licht gehouden. De gemeenten Roermond, Venlo, Venray en Weert nemen hierbij het voortouw. Een geactualiseerde Bestuursopdracht kan een bijdrage leveren aan het realiseren van de inhoudelijke ambities (regionale visies en agenda’s) van de deelnemende gemeenten in Midden- en Noord-Limburg. Uitgangspunt bij de herijking is dat een nieuwe bestuursopdracht zich met name zal richten op regisseren, strategisch adviseren en coördineren (en houdt zich dus niet bezig met de uitvoering van projecten). De adviseur Internationale Zaken van Venlo neemt het voortouw om met collega’s uit Weert, Roermond en Venray tot een geactualiseerde bestuursopdracht te komen welke breder is dan de vigerende opdracht. Er ligt een nadrukkelijke relatie met de businesscase ‘Strategische lobby en derde geldstromen’. Middelen Welke middelen hebben we nodig: - Management - Medewerkers; zie onder. - Financiën - Informatie - Processen Samenstelling Functie Naam Tijdsbesteding Werkgroep (voor Adviseurs Maarten Lenis 100 de herijking) Internationale Zaken Edwin Teurlincx 24 Centrumgemeenten Ton Lemmen 24 Esther Wassenberg 24

Organisatie Hoe gaan we dit doen (bijvoorbeeld via workshops)? Venlo trekt het herijkingsproces en zal in overleg met de overige drie gemeenten een concept-herijkingsvoorstel opstellen. Dit voorstel ligt nu voor in het Burgemeestersoverleg van 25 februari. Deze wordt vervolgens besproken met de overige gemeenten. Risico’s Welke risico’s en randvoorwaarden zijn er om dit te doen slagen? Wat te doen om risico’s te beheersen - Overeenkomsten Op dit moment is in de afzonderlijke gemeenten in Noord- en Midden en verschillen in Limburg (met uitzondering van Venlo) is de internationale positionering niet huidige werkwijze belegd.

De huidige bestuursopdracht richt zich met name op coördinerende activiteiten in euregionaal perspectief. De herijkte bestuursopdracht beoogt de volgende beweging te maken: - geografisch: breder dan euregionaal - van ‘coördinatie’ naar ‘lobby en strategie op majeure thema’s’ - van ‘achter het bureau in Venlo’ naar ‘in de regio en daarbuiten’

o Formatie o Middelen o Systemen o Samenwerking derden/contracten/uitbesteding o Ambitie/niveau van taken

Mogelijk winst op Impact op Kosten? Kwetsbaarheid? Kwaliteit? 3K’s Kosten/ efficiency: De deelnemers hoeven deze ambtelijke capaciteit niet zelf te beleggen. Er worden daardoor schaalvoordelen behaald doordat er namens alle deelnemers op de belangrijkste relevante thema’s wordt geacteerd. Kwetsbaarheid: de meeste gemeenten hebben geen capaciteit belegd voor deze rol, een herijkte bestuursopdracht zorgt ervoor dat deze functie toch belegd is. Kwaliteit: de opschaling van lokale naar regionale lobby zorgt voor een steviger positionering van onze belangen. Communicatie* Hoe communiceren we dit?

Besluitvorming* Welke besluitvorming is noodzakelijk voor de realisatie? Door Venlo zijn verkennende gesprekken gevoerd met Venray, Weert en Roermond om te komen tot een concept-herijkingsvoorstel. Dit conceptvoorstel is aan de secretarissen en burgemeesters van Roermond, Venlo, Venray en Weert voorgelegd. Na bespreking op 25 februari zal dit voorstel worden besproken met de overige deelnemers aan de bestuursopdracht. Dit mondt uit in een voorstel, waarover alle colleges van B&W in Noord- en Midden-Limburg een besluit nemen.

Opdracht Public Affairs Portefeuillehouders Burgemeesters Gilissen (Venray), Scholten (Venlo), Heijmans (Weert) en Donders (Roermond), wethouder Satijn (Venlo), inhoudelijk portefeuillehouders Opdrachtgevers De secretarissen Geraedts (Roermond), Joosten (Venray), Knaapen (Weert) en Lucassen (Venlo) Opdrachtnemers J. Engels (Roermond), E. Teurlincx (Venray), T. Lemmen (Weert) en K. de Bruine (Venlo) Datum 14-01-2016

Context + Doel Verkennen van de wenselijkheid en mogelijkheid een gemeenschappelijke Public Affairs Agenda op te stellen.

We trekken samen op richting provincie, nationale overheid en het buitenland op die onderwerpen waarin we alleen door samen te acteren successen kunnen bereiken voor Noord- en Midden-Limburg als geheel.

. Intensivering strategische lobby en kennisuitwisseling . Gezamenlijke positionering van de Regio NML en de vier steden. . Gezamenlijk gebruik lobbykanalen zoals G32 en VNG-commissies . Gezamenlijke lobby provinciaal, nationaal, euregionaal, richting Duitsland en Europa met als doel financieren van regionale en lokale projecten en beleidsbeïnvloeding. Daarbij gebruik maken van de positie van bestuurders in de diverse geledingen (Euregio, G32, VNG etc). . Samen optrekken en inbrengen gezamenlijke belangen i.r.t. belangrijke werkbezoeken en netwerkbijeenkomsten (provincie, departementen etc.).

Afbakening Public Affairs betreft de beïnvloeding van besluitvorming van medeoverheden. Aangehouden wordt de definitie zoals gebruikt door Roermond:

"Lobbyen is een onderdeel van de politieke strategie en vormt het geheel van activiteiten dat erop gericht is om via informatie en zakelijke argumentatie invloed uit te oefenen op beleidsvoorbereiders en beleidsbeslissers” (De Lange en Linders ( Proefschrift Public affairs en werkelijkheidsconstructie Utrecht 2003)

Eindresultaat . Een prominentere positie van de vier steden en de regio NML in Maastricht, Den Haag, Brussel en Berlijn. . Meer inkomsten uit bijdragen van derden aan lokaal-stedelijke en regionale opgaven. . Besluitvorming welke gunstig is voor de economische en maatschappelijke opgaven binnen de vier steden en de regio NML (bijv. wat betreft grensproblematiek). . Toename van kennis en kunde binnen de afzonderlijke ambtelijke organisaties m.b.t. het belang van strategische lobby en onderlinge kennisuitwisseling.

Op basis van verkennende gesprekken wordt voorgesteld om de samenwerking op Public Affairs nader vorm te geven. Onderkend is dat er op het vlak van belangenbehartiging een aantal gedeelde thema’s in internationaal verband spelen; Grensoverschrijdende fysieke verbindingen, Grensoverschrijdende arbeidsmarkt, Internationale positionering circulaire economie/C2C. Deze thema’s zijn in de samenwerking regio Venlo reeds vormgegeven in de Europa lobbyagenda 2015-2016 en hier wordt vanuit Noord-Limburg op geacteerd. Om de verbreding te maken naar de samenwerking met Midden-Limburg is afgesproken ze in dit verband verder uit te werken in de bestuursopdracht Internationale Zaken. Tevens is afgesproken te verkennen of het werkbezoek aan Brussel in het kader van de Open Days 2016 gezamenlijk kan worden vormgegeven.

Een eerste verkenning van inhoudelijke thema’s voor een gezamenlijke PA agenda met name de belangenbehartiging op nationaal en provinciaal niveau geeft voldoende aanknopingspunten voor een vervolg. Als randvoorwaarde wordt een gemeenschappelijke agenda benoemd. Daarnaast is de afstemming van organisatie benoemd als een aandachtspunt. Besproken thema’s voor beleidsbeïnvloeding en financiering zijn o.a. grensoverschrijdende arbeidsmarkt Logistiek en infrastructuur Greenport- Agrofood Keyport Rijks- en aanverwante huisvesting Gemeentefinanciën C2C- Circulaire economie

Resultaat . Eén gezamenlijke (dynamische) PA-agenda voor zaken die de vier steden of de regio Noord- en Midden- Limburg aangaan en hierover trachten commitment te verkrijgen van de regiogemeenten, het provinciebestuur en Den Haag. . Eén gezamenlijke agenda en aanpak mbt de verwerving van derde geldstromen (i.c. Brussel, Maastricht en Den Haag). . Permanente monitoring van relevante actuele ontwikkelingen.

Strategisch netwerken Benutten van elkaars netwerken en netwerkbijeenkomsten voor het positioneren van Noord- en Midden-Limburg. Organisatie - Organisatievorm en afstemming inrichten - Werkwijze op elkaar afstemmen - Kennis en informatie delen

Activiteiten en Voorgesteld wordt 2016 te benutten om de verkenning naar een gezamenlijk planning Public Affairs agenda af te ronden. Dit behelst de volgende onderdelen: - Verkenning inhoudelijke agenda op basis van een actuele analyse van de belangrijkste vraagstukken en ontwikkelingen. (tot zomer 2016) - Vormgeven internationale belangenbehartiging in bestuursopdracht internationale zaken (tot zomer 2016) - Verkenning Midden-Limburg aanhaken op Europa lobbyagenda Regio Venlo 2015-2016 - Ontwikkelen gezamenlijke organisatie en werkwijze (tot najaar 2016)

Randvoorwaarden Randvoorwaardelijk is gesteld dat voor het gezamenlijk acteren van de regio NML er sprake moet zijn van bestuurlijk gedeelde belangen, vastgelegd in een gemeenschappelijke agenda. Dat men transparant acteert en transparant is over verschil van belang en er sprake is van coördinatie van ambtelijke en bestuurlijke inzet.

Randvoorwaarden Inzet van ambtelijke capaciteit door groep opdrachtnemers (2 uur per week) Middelen Inzet van ambtelijke capaciteit door vakexperts (40 uur)

Samenstelling Functie Naam Tijdsbesteding Werkgroep Bestuursstaf J. Engels (Roermond) 2 uur per week E. Teurlincx (Venray) T. Lemmen (Weert) K. de Bruine (Venlo) Organisatie Periodiek werkgroep overleg (2016: 6x), ter voorbereiding: - Ambtelijke themabijeenkomsten (2016: 2x) - bestuurlijke bijeenkomst (2016: 1x) Risico’s - Gebrek aan eenduidige gezamenlijke agenda - Gebrek aan gevoel gedeeld belang en daarmee onvoldoende draagvlak binnen de organisaties (ambtelijk & bestuurlijk) - Onvoldoende inzet ambtelijke capaciteit - Onvoldoende onderlinge transparantie Mogelijk winst op Kosten: 3K’s . mogelijke winst op kosten door efficiënt opereren en gezamenlijk ontwikkelen van lobbyactiviteiten en communicatiemiddelen . efficiëntere inzet door afstemming en taakverdeling op gezamenlijke lobbydossiers Kwetsbaarheid: . Vermindering kwetsbaarheid van functies ambtelijk . door vergroting draagvlak vermindering kwetsbaarheid in externe vertegenwoordiging Kwaliteit . Lange termijn investering in kwaliteit door een gemeenschappelijke propositie neer te zetten. Hiermee als duidelijk herkenbare coalitie optreden en extern positioneren

Communicatie Nu n.v.t. Besluitvorming Via overleg gemeentesecretarissen en burgemeesters richting colleges