Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470) Bureauonderzoek / Archeologienota

     

418

Amsterdam 2017 VUhbs archeologie De serie Zuidnederlandse Archeologische Notities is een uitgave van VUhbs archeologie, Amsterdam



Opdrachtgever: Aquafin Project: Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470) Uitvoerder: VUhbs archeologie (OE/ERK/Archeoloog/2015/00004) Plaats documentatie: VUhbs archeologie Projectcode: 2016L228 Erkend archeoloog: Martijn Bink (OE/ERK/Archeoloog/2015/00005) Coördinaten: west: 103.400 / 164.500 noord: 105.000 / 165.500 oost: 107.000 / 164.500 zuid: 105.000 / 162.800 Provincie, gemeente: Oost-Vlaanderen, Brakel

Status: Concept Datum: februari 2017 Auteur: drs. K.A. Hebinck, S. Jansen MA, drs. M. Bink Illustraties: drs. K.A. Hebinck, S. Jansen MA, drs. M. Bink

ISBN: 978-90-8614-381-8

Relevante thesaurithermen: bureauonderzoek

VUhbs archeologie, Amsterdam, februari 2017 De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam





  4 1.1 Kader en motivatie 4 1.2 Plangebied en geplande werkzaamheden 5 1.3 Verstoorde zones 9 1.4 Archeologische voorkennis 9 1.3 Doel en vraagstelling van het onderzoek 10 1.4 Opzet van het rapport en motivatie bronnenmateriaal 10

  ⁽⁾ 11 2.1 Historische en cartografische gegevens 11 2.2 Archeologische gegevens 18 2.3 Aardkunde (Bodem en landschap) 2.3.1 geologische ontwikkeling 24 2.3.2 bodem en reliëf binnen het plangebied 27 2.4 Conclusie 31 2.5 Samenvatting voor een gespecialiseerd publiek 31 2.6 Samenvatting voor een niet-gespecialiseerd publiek 31

  32

  33

  33

 1 Overzicht van archeologische perioden 2 Richtlijnen aanleg rioolbuizen en schematische weergave 3 Plantekeningen 4 Onderzoeksgebied op de Ferrariskaart 5 Onderzoeksgebied op de Atlas der Buurtwegen 6 Onderzoeksgebied op de Vandermaelenkaart 7 Onderzoeksgebied op de Poppkaart

3  

.   

In het kader van rioleringswerkzaamheden heeft VUhbs archeologie een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied 20.470. Dit plangebied is gelegen in de gemeente Brakel en omvat (een deel van) de Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg. Op deze locatie worden riolerings- en collectorwerkzaamheden uitgevoerd, waarbij de bodem en eventueel aanwezige archeologische resten zullen worden verstoord.

Fig. 1.1. Plangebied Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470), Plangebied (blauw) op kaart van de gemeente Brakel en de locatie van het plangebied in België.

Het onroerend erfgoed decreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 stelt dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met ingreep in de bodem in een plangebied dat niet gelegen is in een archeologische zone, opgenomen in de vastgestelde inventaris van archeologische zones of in een beschermde archeologische site, een archeologienota wordt toegevoegd wanneer de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem

4 1000 m2 of meer beslaat en de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de vergunning betrekking heeft 3000 m2 of meer bedraagt. Het plangebied en de oppervlakte van de ingrepen overschrijden deze criteria (zie infra). Het plangebied is niet gelegen in een zone waarin geen archeologische erfgoed meer te verwachten valt.

Fig. 1.2. Plangebied Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470), Plangebied (blauw) op de topografische kaart van de gemeente Brakel en de locatie van het plangebied in België. Bron: ngi.be.

.    

Het plangebied bestaat uit een deel van de Ronsesestraat, de Boekkouter, het Hofveld en de rotonde die aan het einde van de Ronsesestraat, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg in de gemeente Brakel (zie ook biujlage 3). De Ronsesestraat is gelegen in een woongebied (met landelijk karakter), (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied, vallei en brongebied. Het geplande tracé vangt aan bij de kruising tussen de Laaistok en de Ronsesestraat. Vanaf daar volgt het tracé de Ronsesestraat in noordoostelijke richting en zullen aan beide zijden van de weg een gracht voor regenwater (her)aangelegd worden. Daarbij

5 zullen kopmuren en duikers aangelegd worden op plaatsen waar een overgang over de gracht nodig is. Op deze stukken zullen de grachten met elkaar verbonden worden door een RWA (regenwaterafvoer) leiding. Vanaf Ronsesestraat 312 wordt een DWA (droogweerafvoer, sterk geconcentreerd afvalwater) leiding aangelegd in het tracé die verder langs de pare zijde van de Ronsesestraat in noordoostelijke richting loopt. Bij Ronsesestraat 284 steekt de DWA leiding onder de Ronsesestraat door naar de onpare zijde, waarna na 70 meter de leiding weer naar de pare zijde gelegd wordt. Ten hoogte van Ronsesestraat 227 splitst het tracé in tweeën. Een deel volgt de Ronsesestraat, het andere deel volgt de voetweg aan de pare zijde van de Ronsesestraat in noordwestelijke richting waarna het onder de Molenbeek door gaat en vervolgens de Molenbeek in noordoostelijke richting volgt tot de kruising met de Ronsesestraat. Aan de onpare zijde van Ronsesestraat wordt de dam van het bestaande bufferbekken opgehoogd. Daarnaast zal aan zowel de pare als onpare zijde van de Ronsesestraat een deel van de Molenbeek geherprofileerd worden met een talud en bodembescherming. Onder de Ronsesestraat wordt een koker aangelegd de Molenbeek. Vanaf de onpare zijde van de Ronsesestraat wordt een RWA leiding aangelegd die de grachten aan die zijde verbindt met het bufferbekken. Daarnaast zal aan de pare zijde van de Ronsesestraat een HDPE (hoge druk persleiding) leiding aangelegd worden. Ter hoogte van Ronsesestraat 215 stopt de DWA leiding. De HDPE leiding loopt tot het plantsoen aan de pare zijde ter hoogte van Ronsesestraat 201, waar de persleiding aangesloten wordt op een DWA leiding. Deze volgt de Ronsesestraat in noordoostelijk richting. Op de kruising met de Boekkouter komt de RWA leiding van de Ronsesestraat, die vanaf Ronsesestraat 201 komt, samen met de RWA leiding van de Boekkouter en Hofveld en loopt naar de gracht aan de pare zijde van de Ronsesestraat. Aan de noordelijke zijde van de Wolfkerksbeek en de Kimpestraat zal een pompstation (PS3) worden aangelegd. Deze wordt aangesloten op de bestaande DWA leiding en op de Wolfkerksbeek, die eveneens geherprofileerd wordt met een talud en bodembescherming. De DWA leidingen van de Boekkouter en Hofveld komen samen en lopen over in de DWA leiding die aan de Ronsesestaat ligt. Vanaf dit punt gaat de Ronsesestraat over in de Ronsensesteenweg. Ter hoogte van de Ronsensesteenweg 171 komen de RWA leidingen van de grachten langs de weg samen in een RWA leiding die de Ronsensesteenweg in noordoostelijke richting volgt. Op de kruising tussen de Ronsensesteenweg en Hofveld komt de DWA leiding vanaf Hofveld uit op de pare zijde van de Ronsensesteenweg, en komt ter hoogte van Ronsensesteenweg 159 samen met de DWA leiding die vanaf de kruising tussen de Ronsesestraat en Boekkouter komt. Op de kruising met de Herenhof komt een DWA leiding samen met de DWA leiding van de Ronsensesteenweg. Vervolgens komt ook van de Riebeke een aansluiting op de DWA leiding van de Ronsensesteenweg. De DWA en RWA leiding vervolgen het trace in noordoostelijke richting evenwijdig aan de Ronsensesteenweg. De RWA leiding wordt aangesloten op bufferbekken 2. Daarnaast wordt een pompstation (PS1) aangelegd ter hoogte van het bufferbekken 2. Het station wordt aangesloten op de DWA leiding van de Ronsensesteenweg en de HDPE leiding die vanaf het noordoost langs de onpare zijde van de Ronsensesteenweg loopt. Daarnaast wordt het aangesloten op de Molenbeek. Op dit punt wordt de Molenbeek geherprofileerd met een talud en bodemverbetering. Een koker onder de Ronsensesteenweg zorgt voor de doorloop van de Molenbeek. Vanaf het noordoosten komen een DWA en een RWA leiding samen met de leidingen die naar het bufferbekken 2 en pompstation 1 lopen. Op de kruising tussen de Ronsensesteenweg en de Sint-Martensstraat wordt een RWA leiding aangelegd die in noordoostelijke richting de Ronsensesteenweg volgt tot aan nummer 29. Daarnaast wordt de HDPE leiding aangesloten op een DWA leiding die eveneens in noordoostelijke richting de Ronsensesteenweg volgt. Ter hoogte van Ronsensesteenweg 81 ligt bufferbekken 3, die aangesloten wordt op de RWA leiding. Van achter de huizen aan de pare zijde van de Ronsensesteenweg wordt een DWA leiding via een HDPE leiding langs het bufferbekken

6 verbonden met de DWA leiding onder de Ronsensesteenweg en wordt een RWA leiding verbonden met het bufferbekken 3. Vanaf Ronsensesteenweg 25 wordt een RWA leiding aangelegd die de Ronsensesteenweg in noordoostelijke richting volgt. De leiding wordt uiteindelijk verbonden met het bufferbekken dat centraal in het rondplein komt. De DWA leiding van de Ronsensesteenweg wordt via de westelijke zijde langs het rondplein richting de Herreweg aangelegd. Daarnaast worden een DWA en RWA leiding aangelegd aan de zijde van het Rondplein tussen de Geraardsbersestraat en de Kasteelstraat. Vanaf het bufferbekken op het Rondplein wordt daarnaast nog een RWA leiding aangelegd richting de Herreweg. zone werkzaamheden diepte

Ronsesestraat Straat 0,7 m onder maaiveld Linker gracht 1 – 2,5 m onder maaiveld Rechter gracht 1,3 – 2,6 m onder maaiveld DWA-leiding 1,2 – 3,1 m onder maaiveld RWA-leiding 1.5 m onder maaiveld HDPE-leiding 1,5 – 2,3 m onder maaiveld Boekkouter Straat 0,7 m onder maaiveld Gracht 2 m onder maaiveld DWA-leiding 3,8 m onder maaiveld RWA-leiding 1,2 m onder maaiveld HDPE-leiding 1,4 m onder maaiveld Hofveld Straat 0,7 m onder maaiveld DWA-leiding 2 – 2,4 m onder maaiveld Rondplein Straat (rotonde) 0,7 m onder maaiveld Gracht 2,8 m onder maaiveld DWA-leiding 4,4 m onder maaiveld RWA-leiding 2 m onder maaiveld HDPE-leiding 3,9 m onder maaiveld Pompstation 1 Graafwerkzaamheden 3 m onder maaiveld Pompstation 2 Graafwerkzaamheden 4,4 m onder maaiveld Pompstation 3 Graafwerkzaamheden 2,6 m onder maaiveld Bufferbekken 1 (percelen B263 / B269d) Ophoogwerkzaamheden n.v.t. (enkel ophoging) Bufferbekken 2 (percelen B1052c / B1052d) Graafwerkzaamheden 2 m onder maaiveld Bufferbekken 3 (perceel B1127a) Graafwerkzaamheden 0,9 m onder maaiveld Werkstrook 5 m langs wegen Geen geen

Tabel 1.1. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Overzicht van de geplande werkzaamheden per straat.

Binnen het plangebied is de aanleg van 1) een DWA leiding van 250 mm diameter op een diepte van ca. 1 tot 2,9 m, 2) een DWA leiding van 500 mm diameter op een diepte van ca. 3,6 m, 3) een DWA leiding van 600 mm diameter op een diepte van ca. 3,6 m, 4) een RWA leiding van 400 mm diameter op een diepte van ca. 1 tot 1,8 m, 5) een RWA leiding van 800 mm diameter op een diepte van ca. 1,2 tot 1,8 m, 6) grachten van gemiddeld 2.7 m breed en een diepte van ca. 1 tot 2,8 m. 7) pompstation 1 op een diepte van ca. 3 m, 8) pompstation 2 op een diepte van ca. 4.4 m, 9) pompstation 3 op een diepte van ca. 2.6 m, 10) een talud en bodembescherming van verschillende delen van beken en 11) ophoging van bufferbekken 1. De leidingen zijn aangegeven op de werkkaarten verstrekt door Aquafin. De kaarten zijn te vinden als bijlage 3. De leidingen hebben de volgende kleuren: RWA leidingen zijn blauw

7 gestippeld, DWA leidingen en HDPE leidingen zijn rood gestippeld. De dikte van de lijn hangt samen met de diameter van de buis. Hoe dikker de lijn, hoe groter de diameter. Bestaande rioleringen zullen opgebroken of opgevuld worden, waarbij het opgebroken wegdek vernieuwd zal worden en uitgebreid wordt met nieuwe fietspaden. De volledige lengte van het tracé bedraagt ca. 4600 m.

Wegeniswerken De wegenis wordt van rooilijn tot rooilijn volledig heraangelegd. Het typeprofiel van de weg werd geoptimaliseerd in overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). De rijweg buiten de bebouwde kom (BUBEKO) wordt 6,50m breed, binnen de bebouwde kom (BIBEKO) is dit 6,00m excl. kantstroken. De bestaande verharding bestaat afwisselend uit beton- en asfaltvakken en zal volledig worden vervangen door een nieuwe koolwaterstoffen (KWS)-verharding. Ook de KWS-verharding in de bebouwde kom zal heraangelegd worden gezien dit nodig is voor de aanleg van de riolering. Het bestaande wegprofiel tussen de perceelsgrenzen is over de grootste lengte van de gewestweg ontoereikend om het nieuwe wegprofiel met fiets- en voetpaden te realiseren. Daarom zijn een groot aantal grondinnemingen noodzakelijk, vooral ter hoogte van de voortuinen en inritten van de woningen, of de voorste stroken van de akker- of weilanden. Ook voor het aanleggen van de infrastructuur voor de nieuwe bushaltes zijn innemingen nodig. Daarbij zullen enkele woningen, die zich momenteel zeer dicht tegen de rijweg bevinden, onteigend dienen te worden om fietspad en voetpad te kunnen aanleggen. Het betreft woningen nrs: 28, 62, 215 en een gedeelte van de hoekwoning tussen de Herreweg en de Ronsesestraat.

Kadastrale gegevens Brakel, Nederbrakel 1ste Afdeling Sectie C 490s / 488t / 488r / 488m / 502/02a / 502f / 502h / 503d / 501g / 500s / 492e / 492c / 490p / 486s / 476a3 / 474m2 / 474r2 / 453t2 / 453y / 453p / 453c3 / 453k2 / 397b3 / 443r / 452w2 / 451p / 452b2 / 452v2 / 452y / 452k2 / 490s / 488t / 488r / 488m

Brakel, Opbrakel 2de Afdeling Sectie A 1x / 1t / 3t / 2k / 2l / 3c2 / 3l / 3n / 3d2 / 3s / 3w / 1l / 1a2 / 1k / 1f / 1z / 1n / 16a / 9p / 9k / 2d / 12a / 6s / 6r / 6p / 6n / 6m /6l / 6w / 6f / 6k / 7l / 7f / 7m / 56a

Brakel, Opbrakel 2de Afdeling Sectie B 884s / 876v / 278d / 279/02b / 279b / 1135k / 1135r / 1135t / 1136d /1138p / 1138k / 1138r / 1138m / 1120f / 1141s / 1141p / 1147p / 1052d / 1050a / 1039g / 1039l / 1031f / 875c / 866c / 857c / 856d / 844c / 884w / 885b / 893n / 904g / 362g / 360b / 318f / 318e / 318d / 331x / 331w / 331v / 315e / 315d / 316e / 311a / 278f / 308a / 280/02g / 280d / 281b / 281/02f / 0300d / 297/02s / 255m / 254k / 240g / 250v2 / 250t2 / 250s2 / 250r2 / 250n2 / 250h2 / 251k / 223t / 223v / 230l / 201g / 201f / 202a / 216d / 215h / 215m / 205c / 211g / 207a / 1123y2 / 1123V2 / 1123p / 1123V2 / 1125l / 1125m / 1125v / 1129s / 1129r / 1130c / 1142m / 1141n / 1027g / 1027f / 1020t / 1020b / 876e4 / 876y3 / 882r / 882e / 882f / 888f / 888e / 888c / 889a / 922c / 359f / 331p / 317h / 317g / 316d / 280/02b / 281a / 281/02b / 261a / 259d / 258a / 257a / 256a / 255n / 254h / 254g / 254l / 253f / 253e / 252a / 251c / 251d / 223e / 224c / 216e / 215a / 210/02f / 207e / 207f / 1127a / 1130d / 1131c / 1052c / 287b / 1148a / 1176f / 1027e / 261a / 259d / 1123r2 / 864g2 / 864e2 / 854m / 854g / 848f / 848e / 848k / 246f / 262a / 262b / 263 / 264 / 330l / 876g3 / 876z4 / 1123y / 182 / 283 / 1122h / 884s / 876v / 278d / 278e / 279/02b / 279b Tabel 1.1. Kadastrale gegevens gemeente Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470)

Een belangrijk aspect met betrekking tot het realiseren van het nieuwe fietspad langs de Ronsesestraat, is de aanwezigheid van grote niveauverschillen tussen de rijweg en de naastliggende percelen (akker- weiland of zelfs voortuinen ). Gezien het wegprofiel verbreed wordt , zal ook een nieuw talud gerealiseerd worden om de stabiliteit van de weg niet in het gedrang te brengen.

8 De fietspaden worden voorzien in cementbetonverharding. De breedte hiervan is overal 1,75m, exclusief de lijnvormige elementen. Binnen de bebouwde kom wordt naast het fietspad een apart voetpad aangelegd door middel van betonstraatstenen. De minimumbreedte hiervan bedraagt 1,50. De bestaande voetgangersoversteken (zoals ter hoogte van de St. Maartensstraat) worden vernieuwd. Bij de aanleg van de nieuwe bushaltes zullen de fiets- en voetpaden wijken voor de halte. Verder zullen 43 parkeerplaatsen worden aangelegd. De rotonde aan het Rondplein wordt versmald van 9m naar 6m.

De oppervlakte van het plangebied bestaat voornamelijk uit de lengte van de uit te graven rioolsleuven en de aan te leggen bestrating en rooilijnbreedte. De lengte van het plangebied komt uit op ca. 4600 m. Voor de rooilijnbreedte wordt de breedte van de weg (incl. fiets- en voetpaden) aangehouden, dit is langs het hele tracé ongeveer 15 m. Dit komt neer op een te verstoren oppervlakte van 96.000 m2. Daarbij komen nog drie pompstations (ca. 900 m2), drie bufferbekkens (ca. 4000 m2). Zodoende komt de totale oppervlakte van zowel het plangebied als de bodemingreep uit op 100400 m2. Doordat de oppervlakte van het plangebied groter is dan 3000 m2 en de oppervlakte van de bodemingreep groter is dan 1000 m2, is het volgens het nieuwe archeologiedecreet nodig een archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen.

.  

Het plangebied is grotendeels verstoord door de constructie van de bestaande wegen en riolering. De diepte van de verstoring hangt samen met de bestaande riolering. In tabel 1.3 is per straat aangegeven wat de verstoringen zijn en hun diepte. Helaas zijn van de bestaande riolering geen betrouwbare diepteliggingen bekend. Wel staat vast dat de nieuwe rioleringen overal dieper gelegen zullen zijn dan de bestaande rioleringen. Beide leidingen liggen op een afstand van ca. 6 - 6.5 m van elkaar. Gezien de werkwijze van de aanleg (zie bijlage 2) kan de tussengelegen zone ook als grotendeels verstoord beschouwd worden. zone verstoring en locatie diepte opmerking Ronsesestraat Straat Ca. 0,5 m onder maaiveld Zal opgebroken worden Riolering Onbekend Minder diep dan nieuwe riolering Boekkouter Straat Ca. 0,5 m onder maaiveld Zal opgebroken worden Riolering Onbekend Minder diep dan nieuwe riolering Hofveld Straat Ca. 0,5 m onder maaiveld Zal opgebroken worden Riolering Onbekend Minder diep dan nieuwe riolering Rondplein Straat Ca. 0,5 m onder maaiveld Zal opgebroken worden Riolering Onbekend Minder diep dan nieuwe riolering Tabel 1.3. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Verstoorde zones per straat.

.   n.v.t.

9

.      

Het doel van het onderzoek als geheel is het opsporen en in kaart brengen van de eventueel in het onderzoeksgebied aanwezige archeologische vindplaatsen. Allereerst dient door middel van het bureauonderzoek aan de hand van bestaande bronnen informatie verworven te worden over bekende of te verwachten archeologische resten en/of sporen. De vraagstelling van het bureauonderzoek is als volgt:

Volgende onderzoeksvragen worden behandeld:

- Wat is de geologische opbouw van het plangebied? - Zijn er aanwijzingen voor verstoringen binnen het plangebied? - Wat zijn de bekende en verwachte archeologische resten en/of sporen binnen het onderzoeksgebied? - Wat is bekend van het karakter, de omvang, datering, gaafheid en conservering van deze resten? - Wat is de impact van de geplande werken?

.        

De verslaglegging is per uitgevoerd onderdeel van het onderzoek samengesteld. In hoofdstuk 2 zullen de resultaten (assessment) van het bureauonderzoek worden beschreven. Voor wat betreft de historische gegevens is gebruik gemaakt van de beschikbare literatuur - voornamelijk online (zie literatuur). De historische cartografische bronnen (Vandermaelenkaart, Ferrariskaart, Atlas der Buurtwegen en Poppkaart) zijn geraadpleegd via de raadpleegdienst voor historische cartografie (Agiv). De bodemkundige kaarten zijn geraadpleegd op de website www.dov.vlaanderen.be. De bekende archeologische gegevens zijn opgezocht op de Centrale Archeologische Inventaris.

10   ⁽⁾

.     De oudste vermelding van Brakel dateert uit 866. Het betreft een vermelding van "Villa Braglo”, welke naar een middeleeuws uitbatingscentrum verwijst. Tevens kan in “Braglo” een toponiem en Germaanse bosnaam worden herkend. “Villa Braglo” zou mogelijk naar de kern van de heerlijkheid Opbrakel kunnen teruggaan. Daarbij betrof het tevens het centrum van een domein dat toen tot de bezittingen van de St.-Pietersabdij van Lobbes (Thuin bij de Samber) behoorde. Ook het patrocinium van Opbrakel, St.-Martinus, ondersteunt de hypothese van een in oorsprong vroeg-middeleeuwse bewoningskern. In 1096-1098 verwierf het patronaatsrecht over de parochiekerk van Opbrakel. De benamingen Brakel en Opbrakel komen van het eind 11de eeuw tot in de 13de eeuw naast elkaar voor. De heerlijkheid Opbrakel was een leenhof dat afhing van de baanderij Eine. Van de 11de tot 14de eeuw was de heerlijkheid Opbrakel bezit van de familie "van Brakel". Nadien kwam de heerlijkheid in handen van andere adellijke geslachten, waarvan in de 18de eeuw de familie Maroucx als laatste. Zij bewoonden nog het centraal gelegen feodaal kasteel van de heren van Brakel. Dit zogenaamde "Herenhof" was een omwald kasteel met typische opper- en neerhofconfiguratie; het kasteel verdween in 1863. Vandaag de dag herinnert op deze locatie enkel de gelijknamige straat aan het hof. Enkele van de vier grootste pachthoeven te Opbrakel waren tevens zetel van een heerlijkheid en een voortzetting van een ontginningshoeve zoals het "Hof ten Bossche" en het "Hof te Wolfskerke". De dorpskerk is gelegen aan de weg naar Nederbrakel. De oude weg naar Ronse (Leinstraat) kende reeds voor de 19de eeuw een opvallende bebouwingsdensiteit. Door een toename van de bewoningsconcentratie bij de kerk en de inplanting van voorzieningen zoals klooster, school, hospitaal in de nabijheid van de kerk in de loop van de 19de eeuw profileerde zich pas een herkenbare dorpskern. Tussen 1845-1846 werden de Nieuwe Steenweg en de Ronsesestraat aangelegd, die het dorp doorsnijdt. Door de nieuwbouw die aan deze weg ontstond, veranderde de configuratie in de dorpsstructuur. De spoorlijn -Ronse over Brakel werd in 1885 in gebruik genomen en beschikte over een halte met landelijk station nabij de westelijke gemeentegrens op het gehucht Ten Bergen, verwijderd van de dorpskom. Opbrakel kende geen industriële vestigingen, op traditionele ambachtelijke agrarische nijverheden na. Restanten hiervan zijn te zien in de bouwpuin van een watermolen aan de Pieter Hoelmanstraat en een recent heropgebouwde stenen windmolen op Verrebeke.1

Op de Ferrariskaart (fig. 2.1/bijlage 4) is de inrichting van het landschap goed te zien. Allereerst bevindt zich ten zuiden van Brakel een groot bos. Verder is te zien dat het landschap vooral als bos, weiland of akker is ingericht. Het gebied heeft een landelijk karakter en bewoning bevindt zich vooral langs de wegen, met kleine bewoningsconcentraties in Opbrakel, Nederbrakel en Schorre, wat daartussen ligt. Wat vooral opvallend is, is dat de Ronsesestraat nog niet was aangelegd. Verder doorsnijdt het tracé een gebouw in het zuidwesten, waar “Court dubois” bij is geschreven. Dit verwijst naar het “Hof ten Bossche”. Hierbij moet worden opgemerkt dat in oude kaarten soms kleine afwijkingen kunnen zitten, waardoor de ligging van het huidige tracé iets kan afwijken van het kaartmateriaal. Op de Atlas der Buurtwegen (fig. 2.2/bijlage 5) zijn geen noemenswaardige veranderingen te bespeuren. Uit het verschil tussen de Atlas der Buurtwegen en de Vandermaelenkaart (fig. 2.3/bijlage 6) valt op te maken dat de Ronsesestraat tussen 1841- 1846/1854 moet zijn aangelegd. Ook op de Popp-kaart (fig. 2.4/bijlage 7) zijn geen grote

1 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/121596

11 veranderingen zichtbaar. Op de luchtfoto uit 1971 (fig. 2.5) is te zien dat de bewoning langs de bestaande (en enkele nieuwe) wegen, en met name langs de Ronsesestraat enorm is toegenomen. De bewoningsconcentratie in het noordoosten van het plangebied is reeds opgegaan in Nederbrakel. In de jaren die volgen lijkt Nederbrakel verder te groeien. Uit een recentere luchtfoto (fig. 2.6) blijkt dat de bewoning in Nederbrakel zodanig is toegenomen dat het reeds aan Opbrakel grenst.

Fig. 2.1. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op de Ferrariskaart uit 1771-1178. Bron: geopunt.be/Agiv.

12

Fig. 2.2. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op de Atlas der Buurtwegen uit 1843-1845. Bron: geopunt.be/Agiv.

13

Fig. 2.3. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op de Vandermaelenkaart uit ca. 1850. Bron: geopunt.be/Agiv.

14

Fig. 2.4. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op de Popp-kaarten uit 1842-1880. Bron: geopunt.be/Agiv.

15

Fig. 2.5. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op de luchtfoto uit 1971. Bron: geopunt.be/Agiv.

16

Fig. 2.6. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op een recente luchtfoto. Bron: geopunt.be/Agiv.

17 .   Het plangebied is voor het overgrote deel niet gelegen in een beschermde archeologische site of in een archeologische zone. In de nabijheid van het plangebied zijn veel vindplaatsen bekend (zie tabel 2.1 en fig. 2.8). Daarbij grenst het tracé direct aan enkele van deze sites (CAI-nummers 500.123 en 500.124).

Steentijd In een straal van 2 km rond het plangebied zijn een aantal vindplaatsen uit de Steentijd bekend. De oudste resten betreffen drie spitsen uit het Mesolithicum (CAI-nummer: 501.304). Verder zijn een aantal silexvondsten en een gepolijste bijl aangetroffen (CAI-nummers: 500.114, 500.119, 500.124 en 501.581). Meest noemenswaardig zijn nederzettingssporen uit het Midden-Neolithicum (CAI-nummer: 501.304). Het betreft een rij van drie paalgaten, een rij van circa tien paalgaten, losse paalgaten en een ovale kuil. Verspreid over de nederzetting werd lithisch materiaal en aardewerk aangetroffen. In sommige kuilen werden beenderresten van geiten of schapen aangetroffen.

Metaaltijden Uit de Metaaltijden zijn twee sites bekend. Binnen één site is een kuil met tientallen scherven, een spinschijfje, grijze silex en ijzerzandsteen aangetroffen uit de IJzertijd (CAI-nummer: 508.035). Op de andere site is een kuil aangetroffen die als silo, en later als afvalkuil, is gebruikt. Deze afvalkuil bevatte huttenleem en scherven aardewerk (CAI-nummer 508.070). Deze kuil is gedateerd in de Metaaltijden, maar dateert mogelijk jonger.

Romeinse tijd Rond het plangebied zijn veel resten aangetroffen uit de Romeinse tijd. De reden hiervoor is de ligging van de Romeinse weg van Blicquy naar Velzeke die de het onderzoeksgebied doorsnijdt (fig. 2.7; 2.8).

Fig. 2.7. - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Doorsneden over de Romeinse weg van Blicquy naar Velzeke ter hoogte van Brakel (Rogge/Sas 2006, 19).

Het betreffen meestal vondstconcentraties van aardewerk, waaronder voorraadpotten, tafelaardewerk en kookpotten. Occasioneel zijn munten en een bronzen beeldje aangetroffen. Ongeveer 1,5 km ten noorden van het plangebied is de Romeinse weg van Blicquy naar Velzeke enkele malen doorsneden voor archeologisch onderzoek. (CAI-nummer: 500.505 en 501.586). Het rechtlijnig tracé van de Romeinse weg is teruggevonden in een aantal wegen, waaronder de Heinestraat, Cijnsland, Leinstraat, Herenhof, Riebeke. Deze weg, lang bekend gebleven als "Chaussée de Brunehault", doorsneed Opbrakel van zuidwest naar noordoost.2 Opvallend is dat vrijwel alle sites met een Romeinse datering bouwpuin bevatten (21 in totaal), wat geïnterpreteerd wordt als de mogelijke aanwezigheid van meerdere Romeinse villae. Hierbij moet worden opgemerkt dat sporen van bouwpuin in de hele omgeving van het

2 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/121596

18 plangebied te vinden zijn, waardoor de mogelijke villa(e) niet tot één of enkele locaties kan worden herleid.

Middeleeuwen Ten (zuid)westen van Brakel zijn vier sites bekend met sporen uit de Middeleeuwen. Uit de Vroege Middeleeuwen, meer specifiek de Merovingische periode, is een wandscherf van handgevormd aardewerk aangetroffen met chamotteverschraling (CAI-nummer 500.140). Omstreeks het eind van de 11de eeuw was te Brakel een kerk of bidplaats aanwezig. Mogelijk werd op dezelfde plek in de 13de eeuw de Laat-Romaanse toren van de Sint Martinuskerk gebouwd (CAI-nummer 501.967). Oudere sporen zijn op deze locatie nog niet aangetroffen. In de 13de-14de eeuw was er overigens nog een bedeplaats in Brakel aanwezig, de Sint-Pieter- in-de-Banden (CAI-nummer 502.050). Volgens de oudste beschrijvingen hiervan was de toren hiervan in 1515 in slechte staat, waardoor tussen 1515-1551 een nieuwe toren werd opgetrokken. In de 17de eeuw en daarna is deze kerk sterk verbouwd. Omstreeks 1320 werd de Laatmiddeleeuwse omgrachte hoeve “Hof ten Bossche” gesticht (CAI-nummer 501.765). In de 14de eeuw was de hoeve een zelfstandige heerlijkheid, afhangend van de hoofdheerlijkheid Opbrakel. Het hof beschikte over belangrijke heerlijke rechten en bleef tot in de 17de eeuw eigendom van de familie van Brakel. In een kaartboek van Opbrakel uit 1651-1654 is het hof afgebeeld met een rechthoekige aanleg en een nog bestaand oud deel van een boerenhuis.3

Nieuwe tijd Naast de eerder genoemde “Hof ten Bossche” zijn in de omgeving van Brakel nog vier hoeven te onderscheiden. Allereerst het “Hof te Wolfskerke” (CAI-nummer 500.272). In 1663-1664 werd de oude hoeve te Wolfskerke afgebroken, en circa 100 m zuidwaarts herbouwd op een plek die minstens sinds het begin van de 15de eeuw als cijnshoeve fungeerde. In de 18de eeuw is de hoeve vernieuwd en in de 19de eeuw uitgebreid. Een tweede hoeve is het “Hof ter Fransbeke” (CAI-nummer 501.969). Deze vierkantshoeve is als pachthoeve bekend uit een vermelding van 1572. De derde hoeve is het “Hof ter Bruggen” (CAI-nummer 501.968), waar in de 17de eeuw een door water omringde motte aanpaalde, waarop een siertuin was aangelegd. Van een vierde hoeve, het omwalde kasteel Herenhof, zijn twee humusrijke sporen met postmiddeleeuws materiaal aangetroffen (CAI-nummer 40.158). Te Brakel heeft een steenpaalmolen gestaan, welke gebouwd is in 1757 (CAI-nummer 501.581). In 1913 is deze molen overgebracht naar Oombergen. Onder het binnenplein van de voormalige Broederschool uit de 20ste eeuw zijn enkele bakstenen muurwerken uit 17de eeuw aangetroffen, en 2 oudere vloerniveau’s van een mogelijke voormalige brouwerij. De jongste vondst betreft een detectorvondst van 5 Britse patronen uit de Eerste Wereldoorlog (CAI-nummer 210.405).

Geconcludeerd kan worden dat het plangebied een gebied betreft waar archeologisch erfgoed verwacht wordt.

3 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/74013

19 locatie naam periode Omschrijving 40129 De Tirse/Marktplein Nieuwe Tijd Sleuf op binnenplein van de voormalige Broedersschool (Sint-Augustinusinstituut, 20ste eeuws): bakstenen fundering, grachtvulling, bakstenen afvoerkanaaltje (17de eeuw), 2 oude vloerniveaus (mogelijk van voormalige brouwerij?). 40158 Opbrakel ‘Herenhof’ Romeinse Tijd Aardewerkconcentratie, Fragmenten sterk gehavende tegulae (mogelijk verspoeld materiaal). Nieuwe Tijd 2 humusrijke sporen met postmiddeleeuws materiaal (mogelijk verband met het omwald kasteel Herenhof). 210405 Bovenkwartier Nieuwste Tijd (WOI) Detectorvondst. 5 patronen kaliber 303 Brits gemarkeerd J 17 VII vervaardigd door Birmingham metaal & Munitie Co. Ldt. in Birmingham in 1917 Een patroon is compleet, de andere 4 deels uit elkaar. 500114 Trimpont Steentijd Enkele silexartefacten. Romeinse Tijd Fragment van een maalsteen in harde zandsteen Vermoedelijk een Romeinse Villa; concentratie bouwpuin, dakpanfragmenten, ijzerzandsteen en glauconiethoudende kiezelzandsteen. 500117 Kameidries Romeinse Tijd Vrij grote concentratie bouwpuin; dakpannen, zandsteen, ijzerzandsteen. 500118 Oude Pastorie Romeinse Tijd Verspreide dakpannen/dakpanfragmenten. 500119 Klooster Steentijd Één Silexartefact. Romeinse Tijd Aardewerkconcentratie, bestaande uit oranje-rode kruikwaar en kookpotten. Vermoedelijk Romeinse Villa, concentratie bouwpuin: fragmenten van dakpannen, ijzerzandsteen en glauconiethoudende kiezelzandsteen. 500121 Leize Mooie Romeinse Tijd Losse scherven: wandscherf dolium, randscherf mortarium, randscherf Pompejaans rood bord, wandscherf technisch aardewerk. Vermoedelijk een Romeinse Villa. Concentratie bouwpuin: dakpanfragmenten, glauconiethoudende kiezelzandsteen en ijzerzandsteen. 500122 Leinstraat Romeinse Tijd Aardewerkfragmenten, bestaande uit fragmenten van oranje-rode kruikwaar en kookpotten. Vermoedelijk een Romeinse villa. Zeer grote concentratie bouwpuin: dakpanfragmenten, ijzerzandsteen, veldsteen en Doornikse kalsteen. 500123(+500.27 Boekkouter Romeinse Tijd Enkele wandscherven van kookpotten. 4) Concentratie bouwpuin; dakpanfragmenten, ijzerzandsteen, glauconiethoudende kiezelzandsteen 500124 Brakelbos Steentijd Concentratie silexvondsten. 500127 Oorloge Romeinse Tijd Dakpanfragmenten, Sterk aangetaste bronzen munten, bronzen beeldje van een (?)duif. 500130 Leierwaarde Romeinse Tijd Vermoedelijk een Romeinse villa. Concentratie bouwpuin, bestaande uit dakpanfragmenten en glauconiethoudende kiezelzandsteen. 500133 Rovorst I / Weistraat Romeinse Tijd Aardewerkconcentratie, bestaande uit enkele rand- en wandscherven van kookpotten en enkele wandscherven van kruikwaar en een dolia. Vermoedelijk een Romeinse Villa. Concentratie bouwpuin, bestaande uit dakpanfragmenten en glauconiethoudende kiezelzandsteen en enkele ijzerzandstenen. 500137 Schorisse Weistraat Romeinse Tijd Verspreide concentratie van Romeinse dakpanfragmenten. 500138 Schorisse Rizoistraat I Romeinse Tijd Zeer kleine en verspreide concentratie van Romeinse dakpanfragmenten. 500139 Schorisse Rizoistraat II Romeinse Tijd Wandscherf van een Spaanse olijfolieamfoor (Dressel 20), randscherf van een kookpot in reducerend gebakken aardewerk. Vermoedelijk een Romeinse villa. Concentratie bouwpuin bestaande uit: dakpanfragmenten en glauconiethoudende kiezelzandsteen. 500140 Bos Terrijst Vroege Middeleeuwen Wandscherf in handgevormd aardewerk met (Merovingische periode) chamotteverschraling. Romeinse Tijd Vermoedelijk een Romeinse villa. Concentratie Romeins

20 locatie naam periode Omschrijving bouwpuin bestaande uit dakpanfragmenten, glauconiethoudende kiezelzandsteen en ijzerzandsteen. Losse vondst: Glas, fragment van een maalsteen in zandsteen. wandscherf Spaanse olijfolieamfoor (Dressel 20), wandscherf kookpot, grijs reducerend gebakken aardewerk. Onbepaald Houtskoolresten aangetroffen bij prospectie: mogelijk graven (?). 500141 Rizoi Romeinse Tijd Losse vondsten: 7 Romeinse munten en 1 fibula. 1 munt van model Faustina. Drie wandscherven van kruikwaar, één wandscherf van een mortarium, twee wandscherven van dolia. Vermoedelijk een Romeinse villa. Concentratie Romeins bouwpuin, bestaande uit dakpanfragmenten, glauconiethoudende kiezelzandsteen en ijzerzandsteen. 500264 Nieuwpoort Romeinse Tijd Vermoedelijk een Romeinse villa 500265 Pevenage Romeinse Tijd Bouwmateriaal 500268 Fransbeke Romeinse Tijd Bouwmateriaal 500269 Fransbeke Romeinse Tijd Afvalput/beerput met scherven. 500271 Wolfskerke Romeinse Tijd Dakpannen 500272 Hof te Wolfskerke Middeleeuwen / Nieuwe Tijd In 1663-1664 grotendeels vernieuwde hoeve van de St.- Salvatorsabdij van Ename, deels met recuperatiemateriaal afkomstig van het toen volledig afgebroken en verdwenen oude "Hof te Wolfskerke", dat circa 100 m zuidwaarts aan straatbocht gelegen was. De nieuwe pachthoeve "Hof te Wolfskerke" verrees op de plaats van een minstens sinds begin 15de eeuw bestaande cijnshoeve en fungeerde sindsdien als enige exploitatiehoeve van de abdij te Wolfskerke. Op last van abt Carolus de Colins d'Heetvelde in 1755-56 merendeels vernieuwd. Belangrijke aanpassing en aanzienlijke uitbreiding in 1892 met onder meer de bouw van nieuwe stallen door Adèle Mulle de Terschueren w.o. een grootschalige verwarmde kippenkwekerij met schoorsteen. 500275 Hellenhoek Romeinse Tijd Bouwmateriaal 500365 Klooster Romeinse Tijd Aardewerkconcentratie, bestaande uit: wandfragment terra sigillata, scherven van kookpotten, wandscherven van dolia. Vondstconcentratie bouwmateriaal, bestaande uit: bouwpuin, dakpanfragmenten, glauconiethoudende veldsteen. 500476 Rovorst Nieuwe Tijd Gesloten houten standaardmolen, opgericht in 1750, afgebroken in 1953. 500505 Jofvrouwenveld Romeinse Tijd Weg. Coupe op het wegtracé Blicquy-Velzeke. Kiezel- en ijzerzandstee, kleine greppeltjes langs beide zijden, later opgehoogd met een dik keienpakket. 501304 Schorisse Bosstraat Midden-Neolithicum (Ook Tjongeriaan en Mesolithicum). Grondsporen: rij van drie paalgaten, ovalen kuil (met weinig aardewerk en lithisch materiaal. Rij van 10-tal paalgaten en nog enkele paalgaten. Verspreid over de ganse nederzetting werd aardewerk en lithisch materiaal aangetroffen, geen echte concentraties. O.a. potten, flesvormige bekers en een bakschotel, eindschrabbers, spits, afslagbijl, trapezium, wrijfpolijststenen (41 fragmenten van gepolijste silexbijlen van voornamelijk Spiennes-vuursteen). In verschillende kuilen werden erg vergane beenderresten aangetroffen van o.a. geit/schaap. Mesolithicum Drie spitsen met twee afgestompte boorden. Behorende tot de verzameling Ronsse (in 1984 zich bevindend te Muziekbosstraat 23, Ronse). 501581 Steenpaalmolen Middeleeuwen Windmolen (Bousartmolen in 1913 overgebracht naar Oombergen). Midden-Neolithicum Losse vondst: Gepolijste bijl uit mijnsilex van Spiennes.

21 locatie naam periode Omschrijving 501765 Hof ten Bossche (Late) Middeleeuwen Werd gesticht in1320. Omgrachte hoeve, afgebeeld in het kaartboek van Opbrakel door P. Hoelman (1651054) met rechthoekig aanleg en nog bestaand oud deel van boerenhuis. 501967 Sint Martinuskerk Late Middeleeuwen Laat-Romaanse toren als oudste deel van de huidige kerk gewoonlijk gedateerd in 13de eeuw; vooralsnog geen oudere sporen bijgevolg is er ook geen zekerheid of de voorgaande kerk (eind 11de eeuwse bidplaats) op dezelfde plek stond. Gegevens over welomschreven bouwwerken zijn pas vanaf 16de eeuw voorhanden. Wellicht onderging de kerk in de gotische periode herhaaldelijk wijzigingen. 501968 Hof ter Bruggen Nieuwe Tijd In de 17de eeuw paalde aan de hoeve een door water omringde mote waarop een siertuin was aangelegd (in oorsprong castrale motte?) 501969 Oud Hof te Fransbeke Nieuwe Tijd Als pachthoeve reeds bekend uit vermelding van 1572. Oorsprong onbekend. Vierkantshoeve. 502050 Sint-Pieter-in-de-Banden Late Middeleeuwen Volgens literatuur reeds bedeplaats aanwezig in 13de- 14de eeuw (?) waarvan (volgens oudst gekende beschrijving) de toren reeds in 1515 in slechte staat was. Nieuwe toren opgetrokken tussen 1515-1551. Volgens De Brouwer wordt de sobere kerk in de 17de eeuw herhaaldelijk aangepast (dak en toren). Ook daarna wordt de kerk sterk verbouwd. 508035 Leizemooie IJzertijd Kuil met tientallen scherven, spinschijfje, grijze silex en ijzerzandsteen. Romeinse Tijd Enkele wandscherven van kookpotten in grijs, reducerend gebakken aardewerk. Vermoedelijk een Romeinse villa. Kleine concentratie van bouwpuin, bestaande uit dakpanfragmenten, glauconiethoudende veldsteen en enkele ijzerzandstenen. 508069 Kanakkendries Vroeg-Romeinse Tijd 1ste helft 1ste eeuw n. Chr. Twee kuilen met onder meer terra nigrabeker, misschien 1 kuil en 1 paalspoor. 508070 Maandag Metaaltijden (mogelijk jonger) kuil, eerst als silo, later als afvalkuil gebruikt, met huttenleem en scherfjes in prehistorische techniek Tabel 2.1. - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Locaties uit de CAI in de nabije omgeving van het plangebied.

22 500.365 500.119

Fig. 2.8. - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) en locaties uit de CAI (paars) op de kadastrale kaart. In paarse lijn is het tracé van de Romeinse weg Blicquy-Velzeke aangegeven. Bron: cai.onroerenderfgoed.be.

23 ..  ⁽  ⁾ Koen Hebinck

..  

Het plangebied ligt in het interfluvium tussen de valleien van de Schelde en de Dender. Dit gebied, dat bekend staat als de Vlaamse Ardennen, wordt gekenmerkt door een heuvelachtig landschap dat versneden is door een noord en noordoost gericht bekenstelsel. De hoogste punten liggen op een hoogte van meer dan 140 m TAW. Het tertiaire substraat is in het sterk versneden landschap sterk afhankelijk van de hoogteligging. Onderin de dalen dagzomen de oudste formaties. Hoger op de hellingen zijn ook de jongere formaties bewaard gebleven (fig. 2.9). Het tertiaire substraat wordt in het grootste deel van het plangebied gevormd door het

Fig. 2.9. - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op de Tertiairgeologische kaart. Bron: dov.vlaanderen.be. A. Formatie van Diest, B. Formatie van , C. Formatie van Lede, D. Formatie van Gentbrugge, Lid van Vlierzele, E. Formatie van Gentbrugge, Lid van , F. Formatie van Tielt, G. Formatie van Kortrijk, Lid van Aalbeke, H. Formatie van Kortrijk, Lid van Moen.

24 Formatie van Kortrijk, Lid van Moen. Dit zijn mariene afzettingen die dateren uit het Vroeg- Eoceen en voornamelijk bestaan uit heterogene, zandige tot siltige afzettingen.4 In het zuidwestelijke deel van het tracé komen achtereenvolgens nog de jongere afzettingen voor van de Formatie van Kortrijk, Lid van Aalbeke, de Formatie van Tielt, de Formatie van Gentbrugge, Lid van Merelbeke en in het uiterste zuidwesten nog de Formatie van Gentbrugge, Lid van Vlierzele. Ook dit zijn mariene afzettingen uit het Vroeg-Eoceen. Aan het eind van het Tertiair ontstaan onder invloed van tektonische opheffing een ingesneden rivierstelsel, waardoor er, samen met hellingprocessen voornamelijk erosie plaats vindt en het moderne reliëf wordt gevormd.

Fig. 2.10. - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (22.094). Plangebied op de Quartairgeologische kaart. Bron: dov.vlaanderen.be. A. Type 2: eolische afzettingen Weichselien (leem). D. Type 3a: eolische afzettingen Weichselien op fluviatiele afzettingen Weichselien met holoceen fluviatiel dek. C. Bebouwing. D. Wegen. E. Water. F. Plangebied

4 Jacobs et al 1999, 29.

25

Het daaropvolgende Quartair wordt gekenmerkt door een cyclische afkoeling tijdens de verschillende glacialen. Doordat een groot deel van het zeewater in vaste vorm werd opgeslagen in de ijskappen op en rond de polen daalde de zeespiegel sterk. De daarmee verlaagde erosiebasis zorgde ervoor dat sterke insnijding kon plaatsvinden door regen- en smeltwater. In deze periode werden de belangrijkste rivieren van België gevormd. In het gebied tussen de dalen van de Dender en de Schelde worden geen fluviatiele sedimenten afgezet. Op deze hoger gelegen delen bestaan de afzettingen uit de glacialen voornamelijk uit een dik pakket zandleem en leem. Deze sedimenten zijn overwegend door wind afgezet, maar deels door sneeuwsmeltwater en hellingprocessen omgewerkt en zijn de veelal (sterk) gelaagd. Deze afzettingen worden gerekend tot de Formatie van Gent en Gembloux.5

Fig. 2.11. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (22.094). Plangebied (Blauw) op het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen (DHM). Bron: dov.vlaanderen.be.

5 Gullentops et al. 2001, 161.

26 Tijdens de huidige warme periode, het Holoceen (vanaf ca. 10.000 jaar geleden), keert de vegetatie terug en ontwikkelen zich bodems in het pleistocene sediment. De bodems die in dit gebied zijn ontstaan, zijn sterk gerelateerd aan het reliëf en de geomorfologie. Op de hogere, vlakkere delen zijn (zand)leembodems met een textuur-B-horizont te vinden. In de beekdalen komen voornamelijk natte klei- of leembodems zonder profiel voor.

Fig. 2.12. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Hoogteprofiel van het plangebied, van zuid (links) naar noord (rechts). Bron: www.geopunt.be.

..        

Het plangebied behoort hydrografische gezien tot het deelbekken van de dat onderdeel is van het Boven-Scheldebekken. Het plangebied ligt voor het grootste deel in het diep ingesneden dal van de Molenbeek. Dit dal is duidelijke te herkennen op het DHM (fig. 2.11). Het hoogste punt (bijna 120 meter TAW) ligt in het uiterste zuidwesten van het plangebied (fig. 2.12). Vanaf daar loopt het relatief steil af naar het centrale deel van het plangebied dat in het dal van de Molenbeek ligt. Hier is ook het laagste punt (44 m TAW) van het plangebied te vinden. Het noordoostelijke deel ligt op een hoger gelegen rug tussen het dal van de Molenbeek in het westen en de Zwalmbeek in het oosten. Op deze rug ligt het maaiveld ongeveer 7 meter hoger dan in de naastgelegen beekdalen. Door de ligging op de helling naar het dal van de Modelbeek zijn er grote verschillen in hydrologische omstandigheden en is er ook een grote variatie in bodemtypen binnen het plangebied (fig. 2.13). Volgens de bodemkaart komen het grootste deel van plangebied Volgens de bodemkaart (figuur 2.12) ligt het grootste deel van plangebied op matig natte tot matig droge leembodems met textuur B horizont (Aca en Ada) voor. Hoger op de helling in het zuidwesten van het plangebied komen ook droge leembodems met textuur B horizont voor. In het dal van de Molenbeek zijn vooral sterk gleyige kleibodem zonder profiel (Eep en Efp) te vinden.

27 De potentiële erosie op de percelen rondom het plangebied is sterk afhankelijk van de hellingsgraad (fig.2.14). Op de steile hellingen in het zuidwesten hebben de percelen een zeer hoge erosiegevoeldigheid. Dit neemt af in de richting van het dal van de Molenbeek waar de erosiegevoelighied zeer laag is. Dit betekent dat de natuurlijke bodems en daarmee ook de mogelijk aanwezige archeologische resten op de hellingen kunnen zijn aangetast door natuurlijke erosie. In het beekdal is dit niet het geval en kunnen de bodems en archeologische resten juist zijn afgedekt door sedimenten afkomstig van de hellingen. Op de bodemgebruikskaart (fig. 2.15) is goed te zien dat de nattere gronden in de beekdalen vooral in gebruik zijn als grasland. De drogere gronden hoger op de helling zijn meer in gebruik als akker en de hoogte delen als bos.

Fig. 2.13. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (blauw) op de bodemkaart Vlaanderen. Bron: dov.vlaanderen.be. A. Droog leem. B. Vochtig leem. C. Nat leem. D. Droog zandleem. E. Vochtig zandleem. F. Nat zandleem. G. Vochtige klei. H. Natte klei. I. Bronnen. J. Antropogeen. K. Bebouwing. L. Wegen. M. Water. N. Plangebied.

28

Fig. 2.14. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (Blauw) op de Potentiële erosiekaart per perceel 2016. Bron: dov.vlaanderen.be. A. Niet van toepassing, B. Erosiegevoeligheid verwaarloosbaar, C. Erosiegevoeligheid zeer laag, D. Erosiegevoeligheid laag, E. Erosiegevoeligheid middelmatig, F. Erosiegevoeligheid hoog, G. Erosiegevoeligheid zeer hoog.

29

Fig. 2.15. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Plangebied (A) op de Bodembedekkingkaart. Bron: dov.vlaanderen.be. A. Plangebied, B. Water, C. Bomen, D. Gras/Struiken, E. Gras/Struiken, F. Akker, G. Onafgedekt terrein (bijv. braakliggend), H. Verharding, I. Bebouwing, J. Wegen

30 . 

Op basis van bovenstaande (2.1, 2.2 en 2.3) gegevens kan gesteld worden dat langs het tracé op meerdere plaatsen sprake is van archeologische vindplaatsen. Met name de Romeinse weg van Blicquy naar Velzeke is hiervoor een structurerend element geweest. Archeologische vindplaatsen kunnen overal langs het tracé verwacht worden. De aanleg van de huidige infrastructuur in het plangebied zal hier eventueel aanwezige archeologische resten ter plaatse van het nieuwe rioleringstracé zeer waarschijnlijk wel hebben verstoord of vernietigd. De geplande uitbreiding van de weg met een fietspad en een breder tracé zal evenwel ruimte bieden voor het uitvoeren van onderzoeken met ingreep in de bodem.

.       zie 2.4

.       -  

Het onderzoeksgebied doorkruist een gebied met een groot aantal bekende archeologische vindplaatsen. Deze dateren vanaf de steentijd tot in de Nieuwe Tijd. De meest in het oog lopende vindplaats is de Romeinse weg die het onderzoeksgebied doorkruist. Lang deze weg zijn daarnaast veel Romeinse resten te vinden. De kans is zeer groot dat door de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden meerdere archeologische vindplaatsen bedreigd worden.

31  

Gullentops F./F. Bogemans/G. de Moor/E. Paulissen/A. Pissart, 2001: Quaternary litostratigraphic units (). Geologica Belgica 4, 1-2, 153-164. Jacobs, P./T. Polfliet/M. De Ceukelaire/G. Moerkerke 2010: Kaartblad 15 Antwerpen. Toelichtingen bij de geologische kaart van België - Vlaams Gewest, Brussel.

Jacobs, P /S. Louwye/T.Polfliet/R. Adams/S. Vermeire/G. De Moor 2001: Toelichting bij de Quartairgeologische Kaart, kaartblad 15 Antwerpen. Brussel.

Rogge, M./K. Sas, 2006: Quo vadis? Het wegennet van de Romeinen, een verenigd Europa. Zottegem (Publicaties van het Provinciaal Archeologisch Museum Velzeke. Buitengewone reeks nr. 4).

Websites https://cai.onroerenderfgoed.be https://geo.onroerenderfgoed.be http://www.geopunt.be https://inventaris.onroerenderfgoed.be http://ngi.be

32  

 

Figuur Type Onderwerp Aanmaakschaal Aanmaakwijze Datum nummer 1.1 Kadastrale kaart Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 27-10-2016 1.2 Topografische kaart Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 27-10-2016 2.1 Historische kaart Ferraris-kaart 1 : 12.500 Analoog 1771-1778 2.2 Historische kaart Atlas der buurtwegen 1 : 12.500 Analoog 1843-1845 2.3 Historische kaart Vandermaelen-kaart 1 : 12.500 Analoog 1850-1854 2.4 Historische kaart Popp-kaart 1 : 12.500 Analoog 1842-1880 2.5 Luchtfoto Luchtfoto 1971 1 : 12.500 Analoog 1971 2.6 Luchtfoto Luchtfoto 2016 1 : 25.000 Digitaal 2016 2.7 Profieltekening/foto Romeinse weg bij Brakel n.v.t. Analoog/digitaal 2006 2.8 Bekende archeologie (CAI) CAI-vondstlocaties 1 : 12.500 Digitaal 25-11-2016 2.9 Tertiairgeologische kaart Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 27-10-2016 2.10 Quartairgeologische kaart Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 28-10-2016 2.11 Hoogtekaart (DHV) Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 24-11-2016 2.12 Hoogteprofiel Locatie onderzoeksgebied n.v.t. Digitaal 24-11-2016 2.13 Bodemkaart Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 27-10-2016 2.14 Potentiele erosie Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 27-10-2016 2.15 Bodemkbedekking Locatie onderzoeksgebied 1 : 12.500 Digitaal 27-10-2016

 

Tabel 1.1. Kadastrale gegevens. Tabel 2.1. Locaties uit de CAI in de nabije omgeving van het plangebied.

33       begin einde periode

1789 na Chr. - heden Nieuwste Tijd 1500 na Chr. - 1789 na Chr. Nieuwe Tijd

1200 na Chr. - 1500 na Chr. Late Middeleeuwen 900 na Chr. - 1200 na Chr. Volle Middeleeuwen 430/450 na Chr. - 900 na Chr. Vroege Middeleeuwen

275 na Chr. - 430/450 na Chr. laat-Romeinse tijd 69 na Chr. - 275 na Chr. midden-Romeinse tijd 57 voor Chr. - 69 na Chr. vroeg-Romeinse tijd

250 voor Chr. - 57 voor Chr. Late IJzertijd 475/450 voor Chr. - 250 voor Chr. Midden IJzertijd 800 voor Chr. - 475/450 voor Chr. Vroege IJzertijd

1050 voor Chr.- 800 voor Chr. Late Bronstijd 1800/1750 voor Chr.- 1050 voor Chr. Midden Bronstijd 2000/2100 voor Chr.- 1800/1750 voor Chr. Vroege Bronstijd

5300 voor Chr. - 2000 voor Chr. Neolithicum

9500 voor Chr. - 5300 voor Chr. Mesolithicum

tot 9500 voor Chr. Paleolithicum

34        

Voor de aanleg van rioolbuizen gelden richtlijnen (fig. 1.2). Deze richtlijnen bepalen de ontgravingsdiepte en breedte van de sleuf waarin de buis wordt geplaatst. De ontgraving bepaalt de verstoring van de bodem en van de eventuele archeologische sporen. Om een beeld te krijgen van hoeveel bodem wordt verstoord worden hier de richtlijnen uitgelegd. Zo wordt de diepte van de sleuf deels bepaald door de diameter van de leiding. Voor de buis dient in de sleuf een fundering gelegd te worden. Voor buizen met een diameter die kleiner is dan 1.00 meter moet de fundering (b) ten minste 20 cm bedragen. Voor grotere buizen dient dit 30 cm te zijn. Daarnaast moet de buis omhuld worden tot minstens 30 cm boven de buis. De breedte van de sleuf is afhankelijk van de diepte en de diameter van de buis. Bij een sleufdiepte van 0 tot 50 cm dient ten minste 20 cm ruimte aan weerszijden van de buis (a) te zijn. Deze ruimte wordt per 50 cm diepte 10 cm breder tot een sleufdiepte van meer dan 2 meter. Daarbij dient de ruimte (a) ten minste 50 cm te zijn. Verder moeten de wanden van de sleuf tot 50 cm boven de buis verticaal zijn. Daarboven mogen de wanden onder een helling worden Fig. 1.2. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, gegraven van maximaal 70 Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Schematische weergave van de graden. richtlijnen voor aanleg van rioolbuizen (bron: Aquafin).

Voor de berekening van de breedte van de werkzone wordt in het ideale geval het bovenstaande schema (fig.1.3) aangehouden. Daarbij wordt over het plangebied eerst de bovenste 30 cm van het maaiveld/wegdek verwijderd, met uitzondering van enkele meters voor het plaatsen van de afgegraven grond. Binnen het uitgegraven gebied zal gewerkt worden

Fig. 1.3. Brakel - Ronsesestraat, Boekkouter, Hofveld, Geraardsbergsestraat, Kasteelstraat en Herreweg (20.470). Schematische weergave de breedte van een werkzone (bron: Aquafin).

met machines voor het uitgraven en omzetten van grond uit de rioolsleuven. Die grond zal ook weer tijdelijk binnen de werkzone geplaatst worden. In bovenstaand schema wordt de bovengrond uitgegraven over een breedte van 16 m. In werkelijkheid zal men vaak te maken

35 hebben met bestaande wegtracés en aangrenzende bebouwing. Daardoor zal deze breedte niet altijd gehaald kunnen worden. Wel kan men ervan uitgaan dat de werkzone zo breed mogelijk zal worden getrokken. Binnen de gehele werkzone bestaat het risico op verstoren van eventueel aanwezige archeologische resten.

36 103000 104000 105000 106000 107000 0 0 0 0 0 0 5 5 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 4 4 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 3 3 6 6 1 1

0 100 200 400 600 800 ± Meter

103000 104000 105000 106000 107000

Bijlage 4: Het onderzoeksgebied op de Ferraris-kaart. Schaal 1:15000. 103000 104000 105000 106000 107000 0 0 0 0 0 0 5 5 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 4 4 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 3 3 6 6 1 1

0 100 200 400 600 800 ± Meter

103000 104000 105000 106000 107000

Bijlage 5: Het onderzoeksgebied op de Atlas der Buurtwegen. Schaal 1:15000. 103000 104000 105000 106000 107000 0 0 0 0 0 0 5 5 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 4 4 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 3 3 6 6 1 1

0 100 200 400 600 800 ± Meter

103000 104000 105000 106000 107000

Bijlage 6: Het onderzoeksgebied op de Kaart Vandermaelen. Schaal 1:15000. 103000 104000 105000 106000 107000 0 0 0 0 0 0 5 5 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 4 4 6 6 1 1 0 0 0 0 0 0 3 3 6 6 1 1

0 100 200 400 600 800 ± Meter

103000 104000 105000 106000 107000

Bijlage 7: Het onderzoeksgebied op de Popp-Kaart. Schaal 1:15000.