Fender Pedal Steel Guitars
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Fender pedal steel guitars (Een artikel uit de Steel Guitar Writings) Niets uit het hieronder gepubliceerde artikel mag worden gepubliceerd of gebruikt voor commerciële doeleinden, zonder de schriftelijke toestemming van de schrijver. Het bouwen van pedal steel guitars wordt tegenwoordig uitsluitend gedaan door gespecialiseerde, kleine firma’s. Dit varieert van zogenaamde éénmans- bedrijfjes tot firma’s met circa tien medewerkers. Toch is er een tijd geweest, waarin pedal steel guitars in betrekkelijk grote oplagen werden gefabriceerd. Sho-Bud en MSA waren ooit bedrijven die tamelijk grootschalig pedal steel guitars produceerden, om deze via grote verkooporganisaties (Baldwin, Gretsch, Norlin) aan importeurs en detailhandelaars te leveren. Eén van de eerste producenten van pedal steel guitars was Gibson, de beroemde gitaarfabrikant. Dat grote bedrijven zich ooit bezighielden met de productie van deze instrumenten, is dus geen nieuws. Dat het meest beroemde gitaarmerk, Fender, ooit de grootste firma is geweest die zich lange tijd bezighield met de productie van pedal steel guitars, zal menige “gewone” gitarist stellig verbazen. Ik vraag me wel eens af, hoeveel pedal steel guitaristen van de jonge generatie op de hoogte zijn met dit feit. Toch heeft menige beroemde Amerikaanse pedal steel guitarist óf zijn start op een Fender pedal steel guitar gemaakt óf er korte of langere tijd op gespeeld. Ook enkele Nederlandse pedal steel guitaristen, waaronder ikzelf, hebben ooit Fender gespeeld of zijn erop begonnen. Een en ander heeft ongetwijfeld te maken met het feit, dat de Fenders via de Fender verkooporganisatie in diverse muziekwinkels belandden. MIJN EIGEN EERSTE (FENDER) PEDAL STEEL GUITAR Ik kan me herinneren, dat ik in 1967 een bezoek bracht aan de showroom van de toenmalige Fender importeur, welke slechts 2 kilometer was verwijderd van het Alkmaarse bedrijf waar ik werkte. Toen ik binnenkwam, was het alsof ik een paradijs binnenstapte! De showroom werd gevormd door een enorme, vierkante ruimte, waarvan de wanden waren “bekleed” met allerlei typen en uitvoeringen Fender gitaren. Op de vloer stonden versterkers, Rhodes piano’s en…..non pedal steel guitars en….twee pedal steel guitars. Ik zal nooit vergeten, hoe de lucht er “bezwangerd” was met de voor Fender zo specifieke balsemgeur. Ook zal ik nooit vergeten, dat ik op enige afstand rechts van de ingang een schitterende Fender 2000 pedal steel guitar zag staan: een prachtig instrument met een sunburst gespoten body (in een zwart, aluminium frame), voorzien van 2x10 snaren en maar liefst 10 pedalen. Ik was helemaal sprakeloos. Navraag bij de eigenaar van de showroom leerde me al snel dat dit instrument voor mij wel 1 altijd een droom zou blijven: de aanschaffingsprijs van 5500 gulden zou ik, in ieder geval voorlopig, niet kunnen “ophoesten”. Een en ander leidde uiteindelijk tot de aanschaf van slechts een simpele Fender Deluxe 8 non pedal steel guitar. Ik had nog nauwelijks één noot muziek gespeeld, terwijl ik al bijna 25 jaar was. Als volslagen doe-het-zelver begon ik het een en ander uit te proberen op het instrument. Ik nam daarna zelfs korte tijd les op een muziekschool in Alkmaar. Daar was men niet echt bekend met de “Hawaii”-gitaar en dus kon men mij alleen maar leren noten te lezen en in de maat te spelen. Na enkele maanden “ploeteren” op de non pedal steel, volgde er een bijzondere speling van het lot: de Fender importeur ging failliet en de hele inventaris zou worden geveild. Enkele weken later begaf ik mij naar de kijkdag voor de veiling en kwam wederom in het prachtige Fender-dorado. Korte tijd daarna ging ik, enigszins nerveus en met een goed gevulde portemonnee, naar de veiling, in een grote zaal midden in Alkmaar. Toen de vurig begeerde Fender 2000 “onder de hamer” kwam, was ik tot het uiterste gespannen. De zaal was niet alleen gevuld met muzikanten, maar ook met muziekhandelaren die enorme partijen spullen in de wacht sleepten. Ik was dan ook niet de enige bieder op de Fender 2000. Zo werd het bedrag zelfs opgedreven tot boven mijn budget. Toen ik uiteindelijk voor 2650 gulden de gelukkige bezitter van het instrument was geworden, moest ik mijn moeder vragen me wat geld te lenen!! De veiling leverde me een zeer nuttig contact op: toen de zaal na afloop van de veiling leegliep, stond er een achterblijver die ik kende van de televisie en van een foto uit het familieblad Rosita. Het was de steel guitarist Frans Doolaard, in die tijd één van Nederland’s weinige pedal steel guitaristen. Ik liep op Frans toe en vroeg hem, of hij ook had meegeboden op de Fender 2000. Hij beaamde dit, waarop ik hem vertelde, dat ik degene was die het instrument voor zijn neus had “weggekaapt”. Ik stelde me daarop aan hem voor. Frans nodigde me uit, samen een kopje koffie te gaan drinken. Gedurende het gesprek dat we daarbij hadden, gaf Frans me één van de belangrijkste tips uit mijn muzikale loopbaan: ik zou om te beginnen harmonielessen moeten gaan nemen. Over hoe het instrument moest worden gestemd en bespeeld, heeft Frans me niet ingelicht. Gedurende de eerste maanden na de aanschaf, lag ik derhalve meer onder het instrument dan dat ik erachter zat. Om de effecten te bereiken die ik op de country platen hoorde, moest ik veel experimenteren met de stemming en pedal set up. Hierbij was het een gelukkig feit, dat de Fender was uitgevoerd met trekkabels in plaats van -stangen. De kabels konden gemakkelijk worden los- en aangekoppeld. Met behulp van Buddy Emmons’ intro in het nummer "Sunday in Dixie" en diverse loopjes van Tom Brumley, wist ik uiteindelijk op één hals (ik koos daarvoor nota bene de achterste hals!) een geschikte stemming en set up te verwezenlijken. De door Fender meegeleverde handleiding vermeldde weliswaar voor elke hals een bepaalde stemming en setup, maar de stemming 2 voor de country muziek leek in het geheel niet op wat ik nu had gevonden. Omdat ik de stemming “fonetisch” had opgepikt, lagen de F# en D# snaren bij mij aanvankelijk op volgorde in de E9-stemming, en niet aan de buitenzijde. Toen ik TWEE JAAR LATER een Amerikaans boekje met stemmingen en set ups in mijn bezit kreeg, besloot ik mijn stemming om te zetten. Ik moest gedeeltelijk van voren af aan beginnen…. De Fender was niet voorzien van kniehefbomen, dus moest ik veel met twee voeten spelen. Ik heb toen 2 kniehefbomen gemaakt met gebruikmaking van schoenlepels en deze, met toevoeging van extra kabels en katrollen, onder de steel guitar gemonteerd. De Fender 2000 woog zo veel, dat het instrument in 2 koffers werd opgeborgen. Het body-deel was evenwel zo zwaar, dat het nog nauwelijks te tillen was. Ik heb bijna 10 jaar op de Fender gespeeld. In 1975 speelde ik er nog mee op de eerste Nederlandse Steel Guitar Convention, gehouden in “De Schaapskooi” in Odiliapeel. Mogelijk had (of heb) ik de enige 10-snarige dubbelhals “kabel” Fender in Europa. VERDERE "KABEL" FENDERS IN NEDERLAND Ik ken in Nederland slechts twee van deze 10-snarige modellen, maar dan in enkelhals-uitvoering (model 800). Het aantal 8-snarige Fender pedal steel guitars was/is aanzienlijk groter. De spelers Koos Kosterman en Peter van den Heuvel (Peter Hill) hadden beiden een dubbelhals exemplaar (model 1000). Elly Baron, één van de vroegste Nederlandse bespeelsters van een "kabel" Fender, had één van de eerste 8-snarige enkelhals-typen: een exemplaar met 24½” mensuur, blonde finish, Jazzmaster-type pickup en verchroomde pedalen uit geperst staalplaat. Omdat deze steel guitar hetzelfde geluid zou moeten kunnen geven als die van Ralph Mooney (onder andere bekend van de “West Coast style”), heb ik dit instrument enige tijd in huis gehad, met de optie het te kunnen kopen. TECHNISCHE PROBLEMEN Het viel mij bij de Fender van Elly Baron op, dat ik de hoge G#-snaar geen 3 pedaaltrappen lang heel kon houden. Experimenten met dunnere en dikkere snaren leverden geen verbetering op. Later bleek, dat dit een euvel was dat bij dit instrument behoorde: het verhaal gaat, dat de bekende speler Ralph Mooney een Eb9-stemming gebruikte in plaats van een E9-stemming om het snaarbreuk- probleem te verminderen. De hele band van Buck Owens heeft naar aanleiding hiervan, zo gaat het verhaal, de snaarinstrumenten een halve toon omlaag gestemd… Een interview dat ik met Scotty (DeWitt Scott) had, onthulde dat Scotty op zijn Fender 1000 hetzelfde probleem had en zijn E9-stemming moest terugdraaien naar D9 om het probleem drastisch te verminderen. Volgens mij werd het probleem veroorzaakt door de kleine radius van de rollen die bij de 3 eerste Fender pedal steel guitars de brug van het instrument vormden en waarover de snaren door het changer-systeem werden aangetrokken. Ook de bekende West Coast speler Red Rhodes gebruikte een lagere stemming, namelijk op basis van Eb in plaats van E. Overigens trok Ralph Mooney slechts één snaar per pedaal aan. Hij moest hierdoor veelvuldig met twee voeten spelen, het voordeel was weliswaar dat hij nooit ongebruikte snaren aantrok, zoals dat bij de tegenwoordig alom gebruikte stemmingen en setups het geval is. Fender ging later over naar het gebruik van een andere "changer". Tevens verkortte men in 1964 de mensuur van 24½" naar 23", waarschijnlijk om het snaarbreuk-probleem verder te bestrijden. Dat dit een niet onaanzienlijke verslechtering van de klank opleverde (ook door gelijktijdig andere pickups toe te passen), werd kennelijk voor lief genomen. FRANS VAN OIRSCHOT Terugkomend op de Nederlandse bezitters van “kabel” Fenders: de bekendste onder hen is Frans van Oirschot. Ongetwijfeld zijn er nog enkele 8-snarige Fender pedal steel guitars (model 400) in ons land. INFORMATIE UIT FOLDERS EN BOEKEN Mijn vrouw Trudy is in het bezit van het grootste gedeelte van de oude Fender documentatie.