BIJLAGEN Bij Ruimtelijke Onderbouwing

BIJLAGEN bij ruimtelijke onderbouwing

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede

Gemeente Wijk bij Duurstede

1. Beschikking ernst en spoed, provincie Utrecht, d.d. 20 augustus 2008

2. Actualisatie bodemonderzoek d.d. 22 januari 2018

3. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai d.d. 31 januari 2019

4. Quickscan flora en fauna d.d. februari 2018

5. Resultaten onderzoek vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen d.d. 15 oktober 2018

BIJLAGE 1 bij ruimtelijke onderbouwing

Beschikking ernst en spoed d.d. 20 augustus 2008

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede

Gemeente Wijk bij Duurstede

BIJLAGE 2 bij ruimtelijke onderbouwing

Actualisatie bodemonderzoek d.d. 22 januari 2018

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede

Gemeente Wijk bij Duurstede

Actualisatie bodemonderzoek aan de Hoogstraat 3-5 te Wijk bij Duurstede

Opdrachtgever : Studio voor Architectuur & Interieur de Linden Nieuwstraat 11 3961 AE WIJK BIJ DUURSTEDE

Contactpersoon : Mevrouw M. van der Linden Tel : 06-23826261

Projectnummer : BO17335 Datum : 22 januari 2018

Milieutechniek ZVS Eemnes BV Postbus 49 Noordersingel 22 3755 ZG EEMNES 3755 EZ EEMNES Tel : 035-5387986 E-mail : [email protected] Website : www.zvs.nl BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

VERKENNEND BODEMONDERZOEK

Werknummer : BO17335

Locatie : Hoogstraat 3-5 3962 EM WIJK BIJ DUURSTEDE

Opgesteld door : Milieutechniek ZVS Eemnes BV Postbus 49 3755 ZG EEMNES

Rapportstatus Definitief

Naam Functie Handtekening Datum

Opgesteld Ing. J.M. Heus Projectleider 22-01-2018

Gecontroleerd Ing. P.R. van Wieringen Projectleider 22-01-2018

Vrijgegeven Drs. A.G. Focke Bedrijfsleider 22-01-2018

22 januari 2018 2 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

INHOUD bladzijde 1 INLEIDING 4 2 VOORONDERZOEK 5 2.1 Locatiebeschrijving 5 2.2 Bodeminformatie 5 2.3 Omgeving 6 2.4 Geohydrologische situatie 7 2.5 Conclusie vooronderzoek 7 3 ONDERZOEKSOPZET 8 4 ONDERZOEKSMETHODE 9 4.1 Veldwerk 9 4.2 Chemisch laboratoriumonderzoek 9 5 RESULTATEN 10 5.1 Richtwaarden 10 5.2 Zintuiglijk 11 5.3 Grond NEN 5740 11 5.4 Aanvullend onderzoek 12 5.5 Grond NEN 5707 13 5.6 Grondwater 13 6 MILIEUHYGIENISCHE KWALITEIT VAN DE BODEM 14 7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 15

BIJLAGEN

1. Onderzoekslocatie 2. Meetpunten 3. Bodemprofielen 4. Toetsingen 5. Analysecertificaten

22 januari 2018 3 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

1 INLEIDING

In opdracht van Studio voor Architectuur & Interieur de Linden heeft Milieutechniek ZVS Eemnes BV in de periode december 2017 – januari 2018 een actualisatie bodemonderzoek uitgevoerd aan de Hoogstraat 3-5 te Wijk bij Duurstede.

Dit onderzoek is uitgevoerd in verband met de voorgenomen ver- en nieuwbouw op de locatie.

Doel van het onderzoek is de grond- en grondwaterkwaliteit op de onderzoekslocatie vast te leggen, teneinde inzicht te verkrijgen of er sprake is van bodemverontreiniging en zo ja, met welke parameters grond en grondwater zijn verontreinigd en of dit een belemmering vormt voor de afgifte van een omgevingsvergunning.

Milieutechniek ZVS Eemnes BV heeft zorggedragen voor de opzet en uitvoering van het onderzoek conform de richtlijnen zoals genoemd in de NEN 5740+A1, Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond (april 2016).

De opzet en uitvoering van het onderzoek naar asbest aan conform de richtlijnen zoals genoemd in de NEN 5707+C1, Bodem - Inspectie en monsterneming van asbest in bodem en partijen grond (augustus 2016) zijn geheel uitbesteed aan Marvin BV Milieutechniek.

Het veldwerk en de monsterneming zijn uitgevoerd door Milieutechniek ZVS Eemnes BV volgens de SIKB BRL 2000, protocol 2001 en 2002 en door Marvin BV Milieutechniek volgens de SIKB BRL 2000, protocol 2018, waarvoor beide bedrijven zijn gecertificeerd en erkend (kwalibo).

De chemische analyses zijn uitgevoerd in het, door de Raad van Accreditatie geaccrediteerde, milieulaboratorium van Eurofins Analytico BV te Barneveld. Interpretatie van de chemische analyses is gedaan aan de hand van de Wet Bodembescherming, Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 en de Regeling bodemkwaliteit (1 januari 2015). Getoetst is aan de hand van de Bodem Toets en Validatieservice (kortweg: BoToVa). Interpretatie van de asbestbepalingen is gedaan aan de hand van het gestelde in een brief van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Ref: BWL/2004000321) van 3 maart 2004.

Daarnaast is gestreefd naar een zo groot mogelijke representativiteit van het onderzoek, het blijft echter toch mogelijk dat lokale afwijkingen in de samenstelling van het bodemmateriaal voorkomen. Tevens wordt erop gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Zowel Milieutechniek ZVS Eemnes BV als Marvin BV Milieutechniek verklaart dat de werkzaamheden volledig onafhankelijk zijn uitgevoerd. Beide bedrijven verklaren geen enkel belang te hebben bij de uitslag van het bodemonderzoek.

In het navolgende hoofdstuk worden ten aanzien van voornoemde locatie de gegevens van het vooronderzoek beschreven. Hoofdstuk 3 omvat de hypothese van het onderzoek. De hieruit volgende bemonsteringsstrategie wordt in hoofdstuk 4 nader toegelicht. In hoofdstuk 5 worden de analyseresultaten gepresenteerd, welke in het navolgende hoofdstuk worden besproken. Aan de hand van de voorgaande hoofdstukken worden in hoofdstuk 7 uiteindelijk de conclusie(s) en aanbevelingen gegeven omtrent de onderzochte locatie.

22 januari 2018 4 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

2 VOORONDERZOEK

2.1 Locatiebeschrijving De onderzoekslocatie aan de Hoogstraat 3-5 is kadastraal bekend in de gemeente Wijk bij Duurstede als omschreven in tabel 1.

Tabel 1: Kadastrale gegevens Adres Aanduiding Oppervlak Omschrijving Hoogstraat 3 1) C, 8017 505 m² Wonen Hoogstraat 5 1) C, 8018 508 m² Wonen

De regionale situatie is weergegeven in bijlage 1. Het onderzoekslocatie heeft een oppervlak van 1.012 m².

1) Ten aanzien van het perceel zijn er aantekeningen in het kader van artikel 55 Wet Bodembescherming opgenomen (bron: Kadaster).

Door CSO is voor de locatie aan de Hoogstraat 3 in 1999 een mini-basisdocument (99.081) opgesteld in het kader van de BSB. Het adres hoorde medio negentiende eeuw al tot de bebouwde kom van Wijk bij Duurstede. Van omstreeks 1960 tot 1985 was op de locatie een autospuiterij gevestigd. Het exacte bouwjaar van het bedrijfspand was niet bekend. Vanaf 1985 start autobedrijf G.J. van de Linden met reparatie en onderhoud aan én verkoop van auto’s op het adres. Hiervoor was een werkplaats ingericht en vond opslag boven een opvangbak van koelvloeistof (50 liter), motorolie (200 liter) en oude accu’s plaats. Aan de noordzijde van de werkplaats werd in 1989 een showroom bijgebouwd en werd gestart met de verkoop van auto’s. Inpandig was een betonvloer aanwezig. Uitpandig was het terrein verhard met klinkers en tegels. Westelijk van het pand stond een dubbelwandige opslagtank voor afgewerkte olie, een afgesloten bak voor opslag van oude oliefilters en een aantal lege (olie)vaten.

Hoewel lokaal bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden werd in het basisdocument gesteld dat de voorzieningen om bodemverontreiniging tegen te gaan dusdanig zijn, dat er geen bodemverontreiniging werd verwacht. Er was geen aanleiding voor het uitvoeren van een bodemonderzoek.

De Hoogstraat 5 betrof een (bedrijfs)woning en viel buiten de opzet van het basisdocument. Het terrein rondom de woning is eveneens verhard met klinkers (parkeren).

De opdrachtgever is voornemens om op de locatie een twee-onder-een-kap woning te bouwen. Een gedeelte van de huidige woning is voorzien van een kelder. Afhankelijk van de kosten voor grondverzet wordt overwogen om ook de nieuwbouw te voorzien van een kelder.

2.2 Bodeminformatie Vanwege de overdracht van de Hoogstraat 3 is dit perceel in 2005 op basis van de conclusie van eerder genoemd mini-basisdocument als ‘onverdacht’ beschouwd en als zodanig onderzocht (Milieutechniek ZVS Eemnes BV, BO5771, d.d. juli 2005). Gedurende dit onderzoek is de aanwezige betonvloer niet doorboord. De zandige bovengrond werd niet verontreinigd bevonden. In het mengmonster van kleiige ondergrond daarentegen werden sterk verhoogde gehalten aan koper en zink vastgesteld. Een nader onderzoek werd om die reden aanbevolen. De peilbuis werd gesitueerd

22 januari 2018 5 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

ter plaatse waar inpandig afgewerkt olie opgeslagen is geweest. Destijds werden dergelijke peilbuizen nog met een filter snijdend ten opzichte van de grondwaterstand geplaatst. Het grondwater werd licht verontreinigd bevonden met tertachlooretheen (0,8 µg/l).

Navraag bij de Gemeente leerde dat het bekend was dat in de oude kern van Wijk bij Duurstede verontreinigingen met zware metalen aanwezig zijn. De verontreiniging is bekend bij de Provincie.

In opdracht van Slender You Woudenberg werd door Milieutechniek ZVS Eemnes BV in april 2008 een nader bodemonderzoek (BO8126) uitgevoerd aan de Hoogstraat 3. Gedurende dit onderzoek zijn in de zandlaag boven de kleilaag wederom geen verontreinigingen vastgesteld. In de kleilaag werden de metalen: koper en lood verhoogd ten opzichte van de toetsingswaarde voor nader onderzoek vastgesteld. Zink werd aangetroffen in gehalten boven de interventiewaarde. In het klei werd in diverse gradaties bijmenging met puin aangetroffen. Geschat werd dat circa 300 m³ kleigrond ernstig is verontreinigd met zink. Er is op onderhavig perceel dan ook sprake van een ernstige bodemverontreiniging. De verontreiniging is in ieder geval grensoverschrijdend.

De grondverontreiniging aan de Hoogstraat 3 is voor kadastrale percelen als bekend in de gemeente Wijk bij Duurstede, onder sectie C en nummers 1003 en 4504 in augustus 2008 beschikt (nummer 2008INT228470) onder locatiecode UT035200106. Uit de onderzoek rapportages blijkt dat in de grond (0,4-1,9 m-mv) zink wordt aangetroffen boven de interventiewaarde en dat daarnaast verscheidende andere zware metalen boven de streef- en tussenwaarde zijn aangetroffen. Geraamd is dat 300 m³ klei grond ernstig is verontreinigd met zink. De verontreiniging is historisch van aard. Uit de standaard risicobeoordeling bleek dat er geen sprake is van risico’s voor mens, ecosysteem dan wel risico van verspreiding van de verontreiniging. De verontreiniging is daarmee beoordeeld als niet spoedeisend.

De locatie aan de Hoogstraat 3 is op www.bodemloket.nl vermeld met bovenstaand bekende gegevens en verontreinigingssituatie. Opgemerkt dient te worden dat na de onderzoeken en de beschikking in 2008 het adres anders is aangeduid en is opgesplitst in 2 kadastrale percelen (in plaats van 3 zoals in 2008). Door verschuiving van de kadastrale grenzen is nu ook huisnummer 5 aangemerkt als een WBB-locatie.

Volgens de nota bodembeheer d.d. april 2015 is de locatie gelegen in bodemfunctieklasse ‘wonen’. De bodemkwaliteitszone bovengrond is Wonen II, die van de ondergrond kleigrond. De ontgravingskaart voor de bovengrond is wonen (met gebiedspecifiek beleid PCB). De ondergrond is aangemerkt als klasse landbouw/natuur. Dit is overigens niet in overeenstemming met de kennisgeving uit het verleden van de gemeente dat in de oude kern van Wijk bij Duurstede verontreinigingen met zware metalen aanwezig zijn.

2.3 Omgeving Aan de westelijke erfgrens was Autobedrijf van Kerkhof gevestigd. Deze locatie is in 1995 door CSO onderzocht (nulsituatie). Destijds zijn geen verontreinigingen aangetroffen. De locatie is vermeld op bodemloket onder locatienaam Zandweg 12-Shell (UT035200014) en heeft de status voldoende onderzocht. De laatste onderzoeksgegevens (eindsituatie) dateren van 2015 (BSAdviezen).

Ook het adres Hoogstraat 14 (i.e. aan de overzijde van de straat) is op bodemloket geregistreerd met de activiteiten van een ophooglaag en de registratie van een beschikte restverontreiniging (d.d. 2013).

22 januari 2018 6 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

2.4 Geohydrologische situatie De gegevens omtrent de ondergrond zijn verkregen uit eerder uitgevoerde onderzoeken en de Grondwaterkaart van Nederland van de Dienst Grondwater van TNO. De locatie ligt op circa 4,5 meter boven NAP. De schematische voorstelling van de bodemopbouw is weergegeven in tabel 2.

Tabel 2: Schematische voorstelling van de regionale bodemopbouw Pakket Diepte (m - NAP) Samenstelling Deklaag Ontbreekt - 1e watervoerende pakket +6 – 25 m Fijne tot grove zanden. In bovenste laag rivierafzettingen

Het grondwater lag ten tijde van voorgaand onderzoek gemiddeld op 3,5 m-mv. Opgemerkt wordt dat dit een eenmalige waarneming is, die niet als maatstaf mag worden gehanteerd. De stromingsrichting van het freatische grondwater is vermoedelijk zuidelijk gericht. De locatie ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.

2.5 Conclusie vooronderzoek De locatie aan de Hoogstraat 3 is in 2005 en 2008 uitvoerig onderzocht. Er is een geval van grondverontreiniging in het traject van 0,4-1,9 m-mv vastgesteld en beschikt. De zandige bovengrond is niet verontreinigd bevonden. Sinds 2008 is de samenstelling van het stoffenpakket gewijzigd. Om die reden vindt opnieuw onderzoek plaats naar de algemene kwaliteit van deze toplaag. Er vindt niet opnieuw afperking van de verontreiniging met zware metalen op dit perceel plaats. Deze situatie is immobiel. Afperking dient nog wel plaats te vinden aan de Hoogstraat 5. Op dit perceel is nog geen onderzoek verricht.

Opzet van het bodemonderzoek is voor het totaal oppervlak aan de Hoogstraat 3-5. Uitgangspunt is dat aan de Hoogstraat 5 (oude situatie voor kadastrale wijziging) eveneens een sterk verontreinigde kleilaag voorkomt. De locatie is aangemerkt als diffuus belaste locatie met heterogeen verdeelde verontreinigende stof op schaal van monsterneming (VED-HE). De diepe boringen alsmede het afwerken van een diepe boring met de peilbuis zullen aan de Hoogstraat 5 plaatsvinden.

In het verleden is in de actuele contactzone geen bijmenging met bodemvreemd materiaal aangetroffen. De bovenste halve meter is ‘onverdacht’ ten aanzien van voorkomen van asbest in grond. Daarentegen is dieper wel bodemvreemd materiaal aanwezig. Gezien de afweging van aanleg van een kelder in de toekomstige nieuwbouw zal grondverzet plaatsvinden. Vanwege grondverzet is ook inzicht in aan- dan wel afwezigheid van asbest een vereiste. Het traject van 0,5 - 1,0 meter diepte is in dat opzicht ‘verdacht’. Als onderzoeksopzet is direct overgegaan op het protocol nader onderzoek als omschreven in de NEN 5707. Doel hiervan is het, zonder tussenfase, vaststellen van de ernst dan wel omvang.

22 januari 2018 7 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

3 ONDERZOEKSOPZET

In tabel 3 staat de onderzoeksopzet weergegeven.

Tabel 3: Onderzoeksopzet Norm Proefsleuven Boringen tot Peilbuizen Analyses (strategie) 200x30x100 1,0 m-mv 2 m-mv Grond Grondwater cm NEN 5707 5 1) 1 x asbest in zand (bg) (NO) 1 x asbest in klei (og) NEN 5740 7 1 1 1 x standaard pakket bg 1 x standaard pakket (VED-HE) 3 x standaard pakket verdachte laag (i.e. og) 1) De diepe boringen voor het onderzoek conform de NEN 5707 worden gecombineerd met een verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740.

Het standaard pakket grond bestaat uit de volgende stoffen: - minerale olie - polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 van VROM) - polychloorbifenylen (PCB) - de zware metalen: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, lood, nikkel en zink - humus/lutum

Het standaard pakket grondwater bestaat uit: - minerale olie - vluchtige aromatische koolwaterstoffen (BTEXN) en styreen - gechloreerde koolwaterstoffen (CKW) en chloorbenzenen - de zware metalen: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, lood, nikkel en zink

22 januari 2018 8 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

4 ONDERZOEKSMETHODE

4.1 Veldwerk Op 14 december 2017 zijn door de heer W.T. Sukkel van Milieutechniek ZVS Eemnes BV de volgende werkzaamheden uitgevoerd (conform protocol 2001): - Inspectie terrein; - Het uitvoeren van het veldwerk horende bij de NEN 5740 zoals weergegeven in tabel 3; - Het opgeboorde materiaal bemonsteren per bodemsoort in maximale trajecten van 0,5 m; - Het beschrijven van de bodemprofielen en het zintuiglijk beoordelen van de grond.

Het grondwater is op 21 december 2017 door de heer W.T. Sukkel van Milieutechniek ZVS Eemnes BV gepeild en bemonsterd (conform protocol 2002). Voorts zijn van het grondwater de pH, de troebelheid en elektrische geleidbaarheid in het veld bepaald.

Op 9 januari 2018 zijn door de heer J. Streef van Marvin BV Milieutechniek de volgende werkzaamheden uitgevoerd (conform protocol 2018): - Inspectie terrein; - Het uitvoeren van het veldwerk horende bij de NEN 5707 zoals weergegeven in tabel 3; - De gegraven materiaal bemonsteren per bodemsoort in maximale trajecten van 0,5 m; - Het beschrijven van de bodemprofielen en het zintuiglijk beoordelen van het uitkomende grond; - Het samenstellen van mengmonsters voor asbestanalyses.

Opmerkingen onderzoeksopzet protocol 2018 Het traject van 0,5-1,0 m-mv is ten behoeve van het onderzoek naar asbest in grond per sleuf bemonsterd. Er is in het veld geen mengmonster samengesteld van dit traject. Opgemerkt dient te worden dat vanwege het kleitraject niet is gezeefd. Dit bleek in het veld niet mogelijk.

De meetpunten zijn weergegeven in bijlage 2. De bodemprofielen staan beschreven in bijlage 3. De grondmonsters zijn afzonderlijk verpakt en geconserveerd, waarna ze naar het laboratorium zijn gebracht. Het samenstellen van de mengmonsters is uitgevoerd door het laboratorium. Met uitzondering van mengmonster MM01 voor asbestanalyse.

4.2 Chemisch laboratoriumonderzoek In totaal zijn 4 grond(meng)monsters, 2 (veldmeng)monsters en 1 grondwatermonster ter analyse aangeboden aan het laboratorium.

De analyses zoals weergegeven in hoofdstuk 3 zijn uitgevoerd. De analyseresultaten zijn verkregen op certificaatnummers zoals weergegeven in tabel 4. Deze zijn compleet weergegeven in bijlage 5.

Tabel 4: Analysecertificaten Norm Analysecertificaat Analyses NEN 5740 2018170310 Standaard pakket Grond 2018173911 Standaard pakket Grondwater NEN 5707 2018002488 Asbest in grond

22 januari 2018 9 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

5 RESULTATEN

Interpretatie van de chemische analyses is gedaan aan de hand van de Wet Bodembescherming, Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 en de Regeling bodemkwaliteit (1 januari 2015). Getoetst is aan de hand van de Bodem Toets en Validatieservice (kortweg: BoToVa).

5.1 Richtwaarden Streefwaarde (S) De streefwaarden voor het grondwater geven aan wat het ijkpunt is voor milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van verwaarloosbare risico’s voor het ecosysteem en gelden als waarde waarboven wel en waaronder geen sprake is van grondwaterverontreiniging.

Achtergrondwaarde (AW) De Achtergrondwaarden voor grond zijn vastgesteld op basis van gehalten aan stoffen, zoals deze voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland die niet zijn belast door lokale verontreinigingsbronnen. Grond die voldoet aan de Achtergrondwaarde is duurzaam geschikt voor elk bodemgebruik en wordt aangeduid als schone of niet verontreinigde grond.

Interventiewaarde (I) De interventiewaarden zijn representatief voor het verontreinigingsniveau waaronder een sanering gewoonlijk niet noodzakelijk is. Bij overschrijding van deze waarde dient mogelijk een sanering te worden uitgevoerd. De noodzaak tot saneren is afhankelijk van het gehalte, de omvang van de verontreiniging, wanneer deze is ontstaan en van de risico’s die ten gevolge van de verontreiniging aanwezig zijn. Of sprake is van een ernstige bodemverontreiniging wordt bepaald in een nader onderzoek.

Voor een aantal stoffen, zoals zware metalen en organische verbindingen is de toetsing afhankelijk van het gehalte aan organische stof en/of lutum in de bodem.

Asbest Interpretatie van de asbestbepalingen is gedaan aan de hand van het gestelde in een brief van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (ref: BWL/2004000321) van 3 maart 2004. Hierin is het volgende bepaald: - Een interventiewaarde voor asbest in bodem, grond en baggerspecie van 100 mg/kg gewogen (serpentijnasbestgehalte vermeerderd met 10 maal het amfiboolasbestgehalte); - Een restconcentratienorm voor de toepassing en het hergebruik van alle asbest bevattende materialen (incl. grond, baggerspecie en puin(granulaat) van 100 mg/kg gewogen (serpentijnasbestgehalte vermeerderd met 10 maal het amfiboolasbestgehalte).

22 januari 2018 10 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

5.2 Zintuiglijk In het veld is in de opgeboorde grond c.q. de inspectiesleuven het navolgende aan bodemvreemd materiaal aangetroffen.

Tabel 5: Zintuiglijke waarnemingen Norm Boring Diepte boring Traject Grondsoort Waargenomen bijzonderheden (m -mv) (m -mv) NEN 5740 200 5,20 1,40 - 2,70 Klei sterk puinhoudend 201 2,00 0,40 - 2,00 Klei sterk puinhoudend, sporen kolen 202 0,90 0,60 - 0,90 Klei zwak puinhoudend 204 1,00 0,60 - 1,00 Klei zwak puinhoudend 205 1,00 0,60 - 1,00 Klei zwak puinhoudend 206 1,00 0,60 - 1,00 Klei zwak puinhoudend 208 1,20 0,60 - 1,20 Klei zwak puinhoudend NEN 5707 AS1 1,00 0,50 - 1,00 Klei matig baksteenhoudend AS2 1,00 0,50 - 1,00 Klei matig metselpuinhoudend AS3 1,00 0,50 - 1,00 Klei zwak baksteenhoudend AS4 1,00 0,50 - 1,00 Klei zwak puinhoudend AS5 1,00 0,50 - 1,00 Klei matig baksteenhoudend

In het veld is in de opgeboorde grond en in de sleuven zintuiglijk geen asbestmateriaal (> 20 mm) aangetroffen.

Zintuiglijk zijn geen ongebruikelijke geuren en/of kleuren waargenomen.

5.3 Grond NEN 5740 In tabel 6 wordt de monsterselectie gepresenteerd.

Tabel 6: Monsterselectie Analyse- Traject Deelmonsters Analysepakket Monster (m -mv) BG1 0,00 - 0,40 200 (0,08 - 0,40) Standaard pakket incl. LUOS 203 (0,08 - 0,40) 205 (0,08 - 0,40) 206 (0,06 - 0,40) 208 (0,00 - 0,40) OG1 0,60 - 1,00 202 (0,60 - 0,90) Standaard pakket incl. LUOS 208 (0,60 - 1,00) 200-3 0,90 - 1,40 200 (0,90 - 1,40) Standaard pakket incl. LUOS 201-3 0,90 - 1,40 201 (0,90 - 1,40) Standaard pakket incl. LUOS

22 januari 2018 11 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

In tabel 7 staat vermeld voor welke stoffen de achtergrondwaarde of interventiewaarde wordt overschreden.

Tabel 7: Overschrijdingstabel grond Analyse- Traject Bodemtype > Achtergrondwaarde (+index) > Interventiewaarde (+index) monster (m -mv) BG1 0,00 - 0,40 Zand, - PCB's (0,02) - OG1 0,60 - 1,00 Klei, zwak puin PCB's (-) - Koper (0,65) Zink (0,96) Kwik (0,01) Lood (0,13) PAK 10 VROM (0,22) 200-3 0,90 - 1,40 Zand, - PCB's (0,06) - Kwik (-) 201-3 0,90 - 1,40 Klei, Kobalt (0,06) - sterk puin, Nikkel (0,15) sporen kolen Koper (0,26) Zink (0,87) Cadmium (0,03) Kwik (0,02) Lood (0,44) PAK 10 VROM (0,43) - : Geen overschrijding toetsingswaarden (0,68) : > Vml. criterium voor nader onderzoek Index : (GSSD - AW) / (I - AW)

5.4 Aanvullend onderzoek In mengmonster OG1 van de ondergrond (0,6-1,0 m-mv) samengesteld van 202 en 208 is een matig verhoogd gehalte aan koper en zink aangetroffen. De gehalten geven formeel aanleiding voor nader onderzoek naar de mate en omvang van de verontreinigingen. In eerste instantie is middels uitsplitsing en analyses, de concentraties in de deelmonsters bepaald.

Aanvullend is het traject van 1,4-1,90 m-mv (i.e. klei) van boring 200 geverifieerd op vergelijkbare gehalten. Hiermee wordt tevens de gehalten aan koper en zink in het dieper traject vastgelegd.

In tabel 8 wordt de monsterselectie gepresenteerd.

Tabel 8: Monsterselectie Analyse- Traject Deelmonsters Analysepakket Analyserapport monster (m -mv) 200-4 1,40 - 1,90 200 (1,40 - 1,90) Koper (Cu), Zink (Zn) 2018001723 202-3 0,60 - 0,90 202 (0,60 - 0,90) Koper (Cu), Zink (Zn) 2018001562 208-3 1) 0,60 - 1,00 208 (0,60 - 1,00) Koper (Cu), Zink (Zn)

1) Het lab heeft aangegeven dat zij te weinig monstermateriaal hadden (na samenstellen mengmonster) om de analyse in te zetten onder AS3000. Derhalve is het aanvullende analysepakket onder NEN accreditatie bepaald (i.e. zonder cryogeen malen). De kwaliteit is daarmee indicatief van karakter.

De monsters bevonden zich nog in de koeling bij het laboratorium.

22 januari 2018 12 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

De resultaten hiervan zijn verkregen op certificaatnummers als opgenomen in tabel 8. De toetsing is opgenomen in bijlage 4 en gepresenteerd in tabel 9.

Tabel 9: Overschrijdingstabel grond Analyse- Traject > Achtergrondwaarde (+index) > Interventiewaarde (+index) monster (m -mv) 200-4 1,40 - 1,90 Koper (0,27) - Zink (0,4) 202-3 0,60 - 0,90 Koper (0,63) Zink (1,24) 208-3 0,60 - 1,00 - Koper (1,08) Zink (1,27) - : Geen overschrijding toetsingswaarden (0,68) : > Vml. criterium voor nader onderzoek Index : (GSSD - AW) / (I - AW)

5.5 Grond NEN 5707 In tabel 10 staan de resultaten van de asbestanalyse op asbest in grond vermeld.

Tabel 10: Overschrijdingstabel asbest in grond Analysemonster Traject Deelmonsters Asbestgehalte Toetsing (m -mv) (mg/kgds) MM01 005 - 0,50 Veldmengmonster < 0,5 < van AS1 t/m AS5 AM02 0,15 - 0,60 AS1 (0,50 - 1,00) < 0,5 < AS2 (0,50 - 1,00) AS4 (0,50 - 1,00) < : Onder detectiegrens T : Asbestgehalte onder de helft van de restconcentratienorm, geen nader onderzoek noodzakelijk NT : Asbestgehalte boven de helft van de restconcentratienorm, nader onderzoek noodzakelijk >I : Boven interventiewaarde

5.6 Grondwater In tabel 11 worden de veldmetingen bij de grondwaterbemonstering weergegeven.

Tabel 11: Metingen grondwater Peilbuis Filterdiepte Grondwaterstand pH EC Troebelheid (m -mv) (m -mv) (-) (µS/cm) (NTU) 200 4,20 - 5,20 3,35 7,4 1098 8,3

De veldmetingen geven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

22 januari 2018 13 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

In tabel 12 staat vermeld welke overschrijdingen zijn geconstateerd in het grondwater.

Tabel 12: Overschrijdingstabel grondwater Peilbuis Filterdiepte > Streefwaarde (+index) > Interventiewaarde (+index) (m -mv) 200 4,20 - 5,20 Molybdeen (0,01) - cis + trans-1,2-Dichlooretheen (0,08) Tetrachlooretheen (Per) (0,13) - : Geen overschrijding toetsingswaarden Index : (GSSD - S) / (I - S)

6 MILIEUHYGIENISCHE KWALITEIT VAN DE BODEM

NEN 5740 In het mengmonster van de zandige bovengrond wordt de achtergrondwaarde voor PCB overschreden.

In mengmonster OG1 van de ondergrond (0,6-1,0 m-mv) samengesteld van het klei van boring 202 en 208 is een matig verhoogd gehalte aan koper en zink aangetroffen. De gehalten zijn aanvullend onderzocht middels separate analyse van de deelmonsters. In beide deelmonsters komt zink boven de interventiewaarde voor. In boring 208 is koper eveneens sterk verhoogd aanwezig. Opgemerkt dient te worden dat vanwege te weinig monstermateriaal de analyse op boring 208 niet onder AS3000 in analyse is genomen. De kwaliteit is daarmee indicatief van karakter. In boring 202 is koper matig verhoogd aangetoond.

Individuele analyse van het zandige traject (0,9-1,4) van boring 200 bevestigd dat ook het zand op deze diepte licht verontreinigd is met PCB. Kwik is eveneens in lichte mate vastgesteld. In het puinhoudende klei hieronder (1,4-1,9 m-mv) komen koper en zink in gehalten boven de achtergrondwaarden voor.

In het klei van boring 201 komt zink in een gehalte boven het voormalig criterium voor nader onderzoek voor. Dit traject is tevens licht verontreinigd met kobalt, nikkel, koper, cadmium, kwik, en lood.

In het grondwater, bemonsterd uit peilbuis 200, komen molybdeen, cis+trans-1,2-dichlooretheen en tetrachlooretheen in gehalten boven de streefwaarde voor.

NEN 5707 In geen van de boringen/sleuven is zintuiglijk asbestverdacht materiaal waargenomen. In de onderzochte veld(meng)monsters is middels lichtmicroscopische bepaling geen asbest aangetoond.

22 januari 2018 14 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

De bodem op de onderzoekslocatie bestaat uit een licht met PCB verontreinigde zandlaag op sterk met zink verontreinigde kleilaag. Aan de Hoogstraat 3 is het geval van grondverontreiniging reeds beschikt. Op de Hoogstraat 5 blijkt de ondergrond eveneens gevarieerd licht tot sterk verontreinigd aan met name zink en koper. Ook op dit deel van de onderzoekslocatie is sprake van een heterogene verontreiniging in de ondergrond.

Het grondwater is licht verontreinigd met molybdeen, cis + trans-1,2-Dichlooretheen en tetrachlooretheen. Laatst genoemde parameter werd in 2005 elders op de onderzoekslocatie ook al in licht verhoogde mate vastgesteld.

De hypothese ‘verdacht’ is hiermee bevestigd.

In de bovenste meter is geen asbest aangetoond. De hypothese ‘verdacht ten aanzien van voorkomen van asbest’ is hiermee verworpen.

Te behoeve van het noodzakelijk grondverzet voor de ver- dan wel nieuwbouw dient rekening te worden gehouden met een ernstig geval van grondverontreiniging. De grondbalans voor de bouw is leidend voor de hoeveelheid af te voeren (sterk verontreinigde) grond naar een erkend verwerker. Eerder is voor de Hoogstraat 3 al beoordeeld dat de verontreiniging niet spoedeisend is. Dit is ook het geval voor Hoogstraat 5.

Wij adviseren u onderhavig rapport te voegen bij de bouwaanvraag alsmede om een BUS-melding in te dienen voor de voorgenomen sanering c.q. noodzakelijk verzet van verontreinigd grond.

22 januari 2018 15

BIJLAGE 1

- Onderzoekslocatie -

Omgevingskaart Klantreferentie: bo17335

0 m 125 m 625 m

Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500 Hier bevindt zich Kadastraal object WIJK BIJ DUURSTEDE C 8018 Hoogstraat 5, 3962 EM WIJK BIJ DUURSTEDE CC-BY Kadaster.

BIJLAGE 2

- Meetpunten -

BIJLAGE 3

- Veldwerkgegevens -

BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

Meetpunt: 200 Meetpunt: 201

Datum: 14-12-2017 Datum: 14-12-2017

0 klinker 0 klinker 0 8 0 8 Zand, matig fijn, zwak siltig, beige Zand, matig fijn, zwak siltig, 1 1 bruinbeige 40 50 50 Klei, sterk puinhoudend, sporen kolen, grijs 2 2

100 100 3 3

140 150 Klei, sterk puinhoudend, grijs 150 4 4

200 200 200

250 270 Klei, bruinbeige

300 300 Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinbeige

350

400

450

500

520

Meetpunt: 202 Meetpunt: 203

Datum: 14-12-2017 Datum: 14-12-2017

0 klinker 0 klinker 0 8 0 8 Zand, matig fijn, zwak siltig, Zand, matig fijn, zwak siltig, 1 bruinbeige 1 bruinbeige

50 2 50 60 Klei, zwak puinhoudend, grijs 2 3 90 90 100 100 Klei, grijs

Meetpunt: 204 Meetpunt: 205

Datum: 14-12-2017 Datum: 14-12-2017

0 klinker 0 klinker 0 8 0 8 Zand, matig fijn, zwak siltig, Zand, matig fijn, zwak siltig, 1 bruinbeige 1 bruinbeige

50 2 50 2 60 60 Klei, zwak puinhoudend, grijs Klei, zwak puinhoudend, grijs 3 3

100 100 100 100

Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 BO17335 Milieutechniek ZVS Eemnes BV

Meetpunt: 206 Meetpunt: 207

Datum: 14-12-2017 Datum: 14-12-2017

0 tegel 0 tegel 0 5 0 10 Zand, matig fijn, zwak siltig, 1 Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinbeige 1 bruinbeige

50 2 50 2 60 65 Klei, zwak puinhoudend, grijs 70 Gestaakt 3

100 100

Meetpunt: 208

Datum: 14-12-2017

0 groenstrook 0 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak 1 humeus, bruin

50 2 60 Klei, zwak puinhoudend, grijs 3

100 4 120 125 Gestaakt

Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5

BO17335 Marvin BV milieutechniek

Meetpunt: AS1 Meetpunt: AS2

Datum: 09-01-2018 Datum: 09-01-2018

0 klinker 0 klinker 0 5 0 5 Edelmanboor Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraal beigebruin, humeus, neutraal beigebruin, 50 50 50 Graafmachine 50 Graafmachine Klei, sterk zandig, zwak humeus, Klei, sterk zandig, zwak humeus, 1 matig baksteenhoudend, neutraal 1 matig metselpuinhoudend, beigebruin, Graafmachine, 11.00 neutraal beigebruin, 100 kg 100 Graafmachine, 12.00 kg 100 100

Meetpunt: AS3 Meetpunt: AS4

Datum: 09-01-2018 Datum: 09-01-2018

0 klinker 0 tegel 0 5 0 Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraal beigebruin, Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak Graafmachine humeus, neutraal beigebruin, 50 50 50 Graafmachine 50 Klei, sterk zandig, zwak humeus, Klei, sterk zandig, zwak humeus, zwak puinhoudend, neutraal zwak baksteenhoudend, neutraal 1 grijsbruin, Graafmachine, 10.50 kg grijsbruin, Graafmachine, 11.50 kg 100 100 100 100

Meetpunt: AS5

Datum: 09-01-2018

0 groenstrook 0 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraal beigebruin, Schep

50 50 Klei, sterk zandig, zwak humeus, matig baksteenhoudend, neutraal grijsbruin, Schep, 10.40 kg

100 100

Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5

BIJLAGE 4

- Toetsingen -

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster 200-3 201-3 BG1 Certificaatcode 2017170310 2017170310 2017170310 Boring(en) 200 201 200, 203, 205, 206, 208 Traject (m -mv) 0,90 - 1,40 0,90 - 1,40 0,00 - 0,40 Humus % ds 0,70 6,6 0,80 Lutum % ds 2,0 5,4 2,1 Datum van toetsing 8-1-2018 8-1-2018 8-1-2018 Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde Grondsoort Zand Klei Zand Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index

METALEN Barium mg/kg ds 31 120 (6) 270 734 (6) <20 <54 (6) Cadmium mg/kg ds 0,32 0,55 -0 0,67 0,91 0,03 <0,2 <0,2 -0,03 Kobalt mg/kg ds 3,1 10,9 -0,02 9,7 24,9 0,06 <3 <7 -0,05 Koper mg/kg ds 6 12 -0,19 49 79 0,26 6,3 13,0 -0,18 Kwik mg/kg ds 0,18 0,26 0 0,78 1,03 0,02 0,1 0,1 -0 Molybdeen mg/kg ds <1,5 <1,1 -0 <1,5 <1,1 -0 <1,5 <1,1 -0 Nikkel mg/kg ds 6,5 19,0 -0,25 20 45 0,15 5,6 16,2 -0,29 Lood mg/kg ds <10 <11 -0,08 190 260 0,44 15 24 -0,05 Zink mg/kg ds 39 93 -0,08 350 644 0,87 31 73 -0,12

PAK Naftaleen mg/kg ds <0,05 <0,04 <0,05 <0,04 <0,05 <0,04 Anthraceen mg/kg ds <0,05 <0,04 0,65 0,65 <0,05 <0,04 Fenanthreen mg/kg ds <0,05 <0,04 1,9 1,9 <0,05 <0,04 Fluorantheen mg/kg ds <0,05 <0,04 4,2 4,2 <0,05 <0,04 Chryseen mg/kg ds <0,05 <0,04 2,6 2,6 <0,05 <0,04 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0,05 <0,04 2,9 2,9 <0,05 <0,04 Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0,05 <0,04 1,7 1,7 <0,05 <0,04 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0,05 <0,04 1,2 1,2 <0,05 <0,04 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds <0,05 <0,04 1,4 1,4 <0,05 <0,04 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds <0,05 <0,04 1,1 1,1 <0,05 <0,04 PAK 10 VROM mg/kg ds 0,35 <0,35 -0,03 18 18 0,43 0,35 <0,35 -0,03

GECHLOREERDE KWS PCB 28 mg/kg ds 0,002 0,010 <0,001 <0,001 <0,001 <0,004 PCB 52 mg/kg ds 0,0023 0,0115 <0,001 <0,001 <0,001 <0,004 PCB 101 mg/kg ds 0,0026 0,0130 <0,001 <0,001 0,0012 0,0060 PCB 118 mg/kg ds 0,0017 0,0085 <0,001 <0,001 <0,001 <0,004 PCB 138 mg/kg ds 0,0023 0,0115 0,0018 0,0027 0,0011 0,0055 PCB 153 mg/kg ds 0,0032 0,0160 0,002 0,003 0,0021 0,0105 PCB 180 mg/kg ds 0,0013 0,0065 0,002 0,003 <0,001 <0,004 PCB's mg/kg ds 0,015 0,077 0,06 0,0086 0,013 -0,01 0,0072 0,036 0,02

OVERIG Droge stof % m/m 94,2 94,2 (6) 82,7 82,7 (6) 93,2 93,2 (6) Lutum % 2,0 5,4 2,1 Organische stof (humus) % 0,70 6,6 0,80 Gloeirest % (m/m) ds 99,6 93 99

MINERALE OLIE Minerale olie mg/kg ds <35 <123 -0,01 64 97 -0,02 <35 <123 -0,01 Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds <5 18 (6) <5 5 (6) <5 18 (6) Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 11 (6) <3 3 (6) <3 11 (6) Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds <5 18 (6) 16 24 (6) <5 18 (6) Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds <11 39 (6) 31 47 (6) <11 39 (6) Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds <5 18 (6) 11 17 (6) <5 18 (6) Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds <6 21 (6) <6 6 (6) <6 21 (6)

Projectcode: BO17335

Tabel 2: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster OG1 Certificaatcode 2017170310 Boring(en) 202, 208 Traject (m -mv) 0,60 - 1,00 Humus % ds 3,4 Lutum % ds 13 Datum van toetsing 8-1-2018 Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Grondsoort Klei Meetw GSSD Index

METALEN Barium mg/kg ds 140 227 (6) Cadmium mg/kg ds 0,43 0,60 0 Kobalt mg/kg ds 7,8 12,4 -0,01 Koper mg/kg ds 95 137 0,65 Kwik mg/kg ds 0,32 0,39 0,01 Molybdeen mg/kg ds <1,5 <1,1 -0 Nikkel mg/kg ds 22 33 -0,03 Lood mg/kg ds 86 110 0,13 Zink mg/kg ds 470 697 0,96

PAK Naftaleen mg/kg ds <0,05 <0,04 Anthraceen mg/kg ds 0,51 0,51 Fenanthreen mg/kg ds 0,63 0,63 Fluorantheen mg/kg ds 2,6 2,6 Chryseen mg/kg ds 1,3 1,3 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 1,4 1,4 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 1,3 1,3 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,63 0,63 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,96 0,96 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,86 0,86 PAK 10 VROM mg/kg ds 10 10,0 0,22

GECHLOREERDE KWS PCB 28 mg/kg ds <0,001 <0,002 PCB 52 mg/kg ds <0,001 <0,002 PCB 101 mg/kg ds 0,001 0,003 PCB 118 mg/kg ds <0,001 <0,002 PCB 138 mg/kg ds 0,0016 0,0047 PCB 153 mg/kg ds 0,002 0,006 PCB 180 mg/kg ds 0,0014 0,0041 PCB's mg/kg ds 0,0081 0,024 0

OVERIG Droge stof % m/m 80 80 (6) Lutum % 13 Organische stof (humus) % 3,4 Gloeirest % (m/m) ds 95,7

MINERALE OLIE Minerale olie mg/kg ds 47 138 -0,01 Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds <5 10 (6) Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 6 (6) Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds 13 38 (6) Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds 18 53 (6) Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds 7,6 22,4 (6) Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds <6 12 (6)

Projectcode: BO17335

Tabel 3: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster 200-4 202-3 208 (60-100) Certificaatcode 2018001723 2018001562 Boring(en) 200 202 Traject (m -mv) 1,40 - 1,90 0,60 - 0,90 - Humus % ds 3,4 3,4 3,4 Lutum % ds 13 13 13 Datum van toetsing 18-1-2018 18-1-2018 18-1-2018 Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Interventiewaarde Overschrijding Interventiewaarde Grondsoort Klei Klei Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index

METALEN Koper mg/kg ds 56 81 0,27 93 134 0,63 140 202 1,08 Zink mg/kg ds 250 371 0,4 580 860 1,24 590 875 1,27

OVERIG Droge stof % m/m 82,9 82,9 (6) 84,6 84,6 (6) 79,8 79,8 (6)

< : kleiner dan de detectielimiet 8,88 : <= Achtergrondwaarde 8,88 : <= Interventiewaarde 8,88 : > Interventiewaarde 6 : Heeft geen normwaarde # : verhoogde rapportagegrens GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde Index : (GSSD - AW) / (I - AW)

- Getoetst via de BoToVa service, versie 2.0.0 -

Tabel 4: Normwaarden grond conform de Wet Bodembescherming AW WO IND I

METALEN Cadmium mg/kg ds 0,6 1,2 4,3 13 Kobalt mg/kg ds 15 35 190 190 Koper mg/kg ds 40 54 190 190 Kwik mg/kg ds 0,15 0,83 4,8 36 Molybdeen mg/kg ds 1,5 88 190 190 Nikkel mg/kg ds 35 39 100 100 Lood mg/kg ds 50 210 530 530 Zink mg/kg ds 140 200 720 720

PAK PAK 10 VROM mg/kg ds 1,5 6,8 40 40

GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB's mg/kg ds 0,02 0,04 0,5 1

OVERIG Asbest totaal mg/kg ds 100 100 100

OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie mg/kg ds 190 190 500 5000

Projectcode: BO17335

Tabel 5: Gemeten concentraties in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Watermonster 200-1-1 Datum 21-12-2017 Filterdiepte (m -mv) 4,20 - 5,20 Datum van toetsing 8-1-2018 Monsterconclusie Overschrijding Streefwaarde Meetw GSSD Index

METALEN Barium µg/l <20 <14 -0,06 Cadmium µg/l <0,2 <0,1 -0,05 Kobalt µg/l <2 <1 -0,24 Koper µg/l 2,1 2,1 -0,22 Kwik µg/l <0,05 <0,04 -0,04 Molybdeen µg/l 6,6 6,6 0,01 Nikkel µg/l 6,5 6,5 -0,14 Lood µg/l <2 <1 -0,23 Zink µg/l 13 13 -0,07

PAK Naftaleen µg/l <0,02 <0,01 0

AROMATISCHE VERB. Benzeen µg/l <0,2 <0,1 -0 Tolueen µg/l <0,2 <0,1 -0,01 Ethylbenzeen µg/l <0,2 <0,1 -0,03 Xylenen µg/l 0,21 <0,21 0 Styreen (Vinylbenzeen) µg/l <0,2 <0,1 -0,02 BTEX (som) µg/l <0,9

GECHLOREERDE KWS cis + trans-1,2-Dichlooretheen µg/l 1,6 0,08 1,1-Dichlooretheen µg/l <0,1 <0,1 0,01 cis-1,2-Dichlooretheen µg/l 1,5 1,5 trans-1,2-Dichlooretheen µg/l <0,1 <0,1 Dichloormethaan µg/l <0,2 <0,1 0 Trichloormethaan (Chloroform) µg/l <0,2 <0,1 -0,01 Tribroommethaan (bromoform) µg/l <0,2 <0,1(14) Tetrachloormethaan (Tetra) µg/l <0,1 <0,1 0,01 1,1-Dichloorethaan µg/l <0,2 <0,1 -0,01 1,2-Dichloorethaan µg/l <0,2 <0,1 -0,02 1,2-Dichloorpropaan µg/l <0,2 <0,1 1,1,1-Trichloorethaan µg/l <0,1 <0,1 0 1,1,2-Trichloorethaan µg/l <0,1 <0,1 0 Trichlooretheen (Tri) µg/l 1,9 1,9 -0,05 Tetrachlooretheen (Per) µg/l 5,3 5,3 0,13 Vinylchloride µg/l <0,1 <0,1 0,02 Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+1,3) µg/l 0,42 1.2-Dichloorethenen (som, 0.7 factor) µg/l 1,5 Dichloorpropaan µg/l <0,42 -0 1,3-Dichloorpropaan µg/l <0,2 <0,1 CKW (som) µg/l 8,7 1,1-Dichloorpropaan µg/l <0,2 <0,1

MINERALE OLIE Minerale olie µg/l <50 <35 -0,03

< : kleiner dan de detectielimiet 8,88 : <= Streefwaarde 8,88 : > Streefwaarde 8,88 : > Interventiewaarde 6 : Heeft geen normwaarde GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde Index : (GSSD - S) / (I - S)

- Getoetst via de BoToVa service, versie 2.0.0 -

Projectcode: BO17335

Tabel 6: Normwaarden groundwater conform de Wet Bodembescherming S S Diep Indicatief I

METALEN Barium µg/l 50 200 625 Cadmium µg/l 0,4 0,06 6 Kobalt µg/l 20 0,7 100 Koper µg/l 15 1,3 75 Kwik µg/l 0,05 0,01 0,3 Molybdeen µg/l 5 3,6 300 Nikkel µg/l 15 2,1 75 Lood µg/l 15 1,7 75 Zink µg/l 65 24 800

PAK Naftaleen µg/l 0,01 70

AROMATISCHE VERBINDINGEN Benzeen µg/l 0,2 30 Tolueen µg/l 7 1000 Ethylbenzeen µg/l 4 150 Xylenen µg/l 0,2 70 Styreen (Vinylbenzeen) µg/l 6 300

GECHLOREERDE KWS cis + trans-1,2-Dichlooretheen µg/l 0,01 20 1,1-Dichlooretheen µg/l 0,01 10 Dichloormethaan µg/l 0,01 1000 Trichloormethaan (Chloroform) µg/l 6 400 Tribroommethaan (bromoform) µg/l 630 Tetrachloormethaan (Tetra) µg/l 0,01 10 1,1-Dichloorethaan µg/l 7 900 1,2-Dichloorethaan µg/l 7 400 1,1,1-Trichloorethaan µg/l 0,01 300 1,1,2-Trichloorethaan µg/l 0,01 130 Trichlooretheen (Tri) µg/l 24 500 Tetrachlooretheen (Per) µg/l 0,01 40 Vinylchloride µg/l 0,01 5 Dichloorpropaan µg/l 0,8 80

MINERALE OLIE Minerale olie µg/l 50 600

Projectcode: BO17335

BIJLAGE 5

- Analysecertificaten -

Milieutechniek ZVS Eemnes BV T.a.v. J.M. Heus Postbus 49 3755 ZG EEMNES

Analysecertificaat

Datum: 21-Dec-2017

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.

Certificaatnummer/Versie 2017170310/1 Uw project/verslagnummer BO17335 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Uw ordernummer Monster(s) ontvangen 14-Dec-2017

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De analyse resultaten hebben alleen betrekking op het beproefde object.

De grondmonsters worden tot 4 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 werkdag voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.

Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening:

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.

Met vriendelijke groet,

Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Analysecertificaat

Uw project/verslagnummer BO17335 Certificaatnummer/Versie 2017170310/1 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Startdatum 14-Dec-2017 Uw ordernummer Rapportagedatum 21-Dec-2017/14:14 Bijlage A,B,C Monsternemer Pagina 1/2 Monstermatrix Grond (AS3000)

Analyse Eenheid 1 2 3 4

Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd

Bodemkundige analyses S Droge stof % (m/m) 94.2 82.7 93.2 80.0 S Organische stof % (m/m) ds <0.7 6.6 0.8 3.4 Gloeirest % (m/m) ds 99.6 93.0 99.0 95.7 S Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds <2.0 5.4 2.1 13.1

Metalen S Barium (Ba) mg/kg ds 31 270 <20 140 S Cadmium (Cd) mg/kg ds 0.32 0.67 <0.20 0.43 S Kobalt (Co) mg/kg ds 3.1 9.7 <3.0 7.8 S Koper (Cu) mg/kg ds 6.0 49 6.3 95 S Kwik (Hg) mg/kg ds 0.18 0.78 0.10 0.32 S Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1.5 <1.5 <1.5 <1.5 S Nikkel (Ni) mg/kg ds 6.5 20 5.6 22 S Lood (Pb) mg/kg ds <10 190 15 86 S Zink (Zn) mg/kg ds 39 350 31 470

Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3.0 <3.0 <3.0 <3.0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5.0 <5.0 <5.0 <5.0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <5.0 16 <5.0 13 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <11 31 <11 18 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <5.0 11 <5.0 7.6 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6.0 <6.0 <6.0 <6.0 S Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <35 64 <35 47 Chromatogram olie (GC) Zie bijl. Zie bijl.

Polychloorbifenylen, PCB 1) S PCB 28 mg/kg ds 0.0020 <0.0010 <0.0010 <0.0010 S PCB 52 mg/kg ds 0.0023 <0.0010 <0.0010 <0.0010 S PCB 101 mg/kg ds 0.0026 <0.0010 0.0012 0.0010

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 200 (90-140) 14-Dec-2017 9869041 2 201 (90-140) 14-Dec-2017 9869042 3 200 (8-40) 203 (8-40) 205 (8-40) 206 (6-40) 208 (0-40) 14-Dec-2017 9869043 4 202 (60-90) 208 (60-100) 14-Dec-2017 9869044

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), TESTEN P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). RvA L010 BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Analysecertificaat

Analyse Eenheid 1 2 3 4 S PCB 118 mg/kg ds 0.0017 <0.0010 <0.0010 <0.0010 2) 2) 2) 2) S PCB 138 mg/kg ds 0.0023 0.0018 0.0011 0.0016 S PCB 153 mg/kg ds 0.0032 0.0020 0.0021 0.0020 S PCB 180 mg/kg ds 0.0013 0.0020 <0.0010 0.0014 S PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds 0.015 0.0086 0.0072 0.0081

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK S Naftaleen mg/kg ds <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 S Fenanthreen mg/kg ds <0.050 1.9 <0.050 0.63 S Anthraceen mg/kg ds <0.050 0.65 <0.050 0.51 S Fluorantheen mg/kg ds <0.050 4.2 <0.050 2.6 S Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0.050 2.9 <0.050 1.4 S Chryseen mg/kg ds <0.050 2.6 <0.050 1.3 S Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0.050 1.2 <0.050 0.63 S Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0.050 1.7 <0.050 1.3 S Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds <0.050 1.1 <0.050 0.86 S Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds <0.050 1.4 <0.050 0.96 3) 3) S PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 0.35 18 0.35 10

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting Akkoord A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting Pr.coörd. V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend VA Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), TESTEN P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). RvA L010 BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2017170310/1 Pagina 1/1

Monster nr. Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Monsteromschrijving

9869041 200 3 90 140 0533953375 200 (90-140)

9869042 201 3 90 140 0533953377 201 (90-140)

9869043 200 1 8 40 0533953373 200 (8-40) 203 (8-40) 205 (8-40) 206 (6-40) 208 (0 9869043 203 1 8 40 0533953381 9869043 208 1 0 40 0533953517 9869043 205 1 8 40 0533953385 9869043 206 1 6 40 0533953514

9869044 202 3 60 90 0533953506 202 (60-90) 208 (60-100) 9869044 208 3 60 100 0533953515

Eurofins Analytico B.V.

Pagina 1/1

Opmerking 1) PCB 28 kan positief beïnvloed worden door PCB 31.

Opmerking 2) PCB 138 kan positief beïnvloed worden door PCB 163.

Opmerking 3) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG

Eurofins Analytico B.V.

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2017170310/1 Pagina 1/1

Analyse Methode Techniek Methode referentie

Cryogeen malen AS3000 W0106 Voorbehandeling Cf. AS3000

Droge Stof W0104 Gravimetrie Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-EN 15934

Organische stof (gloeiverlies) W0109 Gravimetrie Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754

Korrelgrootte < 2 µm (lutum) W0171 Sedimentatie Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753

Barium (Ba) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Cadmium (Cd) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kobalt (Co) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Koper (Cu) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kwik (Hg) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Molybdeen (Mo) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Nikkel (Ni) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Lood (Pb) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Zink (Zn) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Minerale Olie (C10-C40) W0202 GC-FID Cf. pb 3010-7 en gw. NEN-EN-ISO 16703

Chromatogram MO (GC) W0202 GC-FID Gelijkw. NEN-EN-ISO 16703

PCB (7) W0271 GC-MS Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980

PAK som AS3000/AP04 W0271 GC-MS Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287

PAK (10) (VROM) W0271 GC-MS Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juni 2016.

Eurofins Analytico B.V.

10000 10000 A A

p 5000 5000 p 0 1 C 1 5 0 2 6 2 3 4 1 1 0 C 3 C C C C ------6 1 0 5 0 0 2 1 2 3 3 1 4 1 C C C C C C C 0 0 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 Minutes

1000 1000

750 750

A 500 500 A p p 1 2 5

250 0 250 2 6 0 3 C 3 1 1 4 - - C C C 6 1 C - - - - 1 2 0 0 2 5 0 0 3 C C 1 1 3 4 1 C C C C C C 0 0 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 Minutes

200 200

150 150

A 100 100 A 1 p p 2 0 C 3 - - 6 1 1 2 5 C C 3 2 6 C 1 1 0 50 - 50 4 C C 0 - - 3 C 0 2 - C 1 1 5 0 3 C C 4 0 C C 1 C 0 0 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 Minutes Chromatogram TPH/ Mineral Oil Sample ID.: 9869044 Certificate no.: 2017170310 Sample description.: 202 (60-90) 208 (60-100) V

10000 10000 A A

p 5000 5000 p 0 1 C 1 5 2 6 0 2 3 1 1 4 0 C 3 C C C C ------6 1 0 0 2 5 0 1 2 3 1 1 3 4 C C C C C C C 0 0 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 Minutes

1000 1000

A 500 500 A p p 1 5 2 6 0 2 3 0 1 1 4 C 3 C - - C C C - - - - 6 1 0 0 2 5 0 1 2 0 3 1 1 3 4 1 C C C C C C C C 0 0 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 Minutes

200 200

A 100 100 A p p 1 2 0 5 C 3 - 3 - 2 6 6 0 C 1 - 1 1 1 4 2 0 C C C C - - C 3 - 0 2 5 C 1 1 3 0 C C 4 0 C 1 C C 0 0 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 Minutes Milieutechniek ZVS Eemnes BV T.a.v. J.M. Heus Postbus 49 3755 ZG EEMNES

Analysecertificaat

Datum: 02-Jan-2018

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.

Certificaatnummer/Versie 2017173911/1 Uw project/verslagnummer BO17335 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Uw ordernummer Monster(s) ontvangen 21-Dec-2017

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De analyse resultaten hebben alleen betrekking op het beproefde object.

Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening:

Met vriendelijke groet,

Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V.

Uw project/verslagnummer BO17335 Certificaatnummer/Versie 2017173911/1 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Startdatum 21-Dec-2017 Uw ordernummer Rapportagedatum 02-Jan-2018/10:24 Bijlage A,B,C Monsternemer Erwin Sukkel Pagina 1/2 Monstermatrix Water (AS3000)

Analyse Eenheid 1

Metalen S Barium (Ba) µg/L <20 S Cadmium (Cd) µg/L <0.20 S Kobalt (Co) µg/L <2.0 S Koper (Cu) µg/L 2.1 S Kwik (Hg) µg/L <0.050 S Molybdeen (Mo) µg/L 6.6 S Nikkel (Ni) µg/L 6.5 S Lood (Pb) µg/L <2.0 S Zink (Zn) µg/L 13

Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen S Benzeen µg/L <0.20 S Tolueen µg/L <0.20 S Ethylbenzeen µg/L <0.20 S o-Xyleen µg/L <0.10 S m,p-Xyleen µg/L <0.20 1) S Xylenen (som) factor 0,7 µg/L 0.21 BTEX (som) µg/L <0.90 S Naftaleen µg/L <0.020 S Styreen µg/L <0.20

Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen S Dichloormethaan µg/L <0.20 S Trichloormethaan µg/L <0.20 S Tetrachloormethaan µg/L <0.10 S Trichlooretheen µg/L 1.9 S Tetrachlooretheen µg/L 5.3 S 1,1-Dichloorethaan µg/L <0.20 S 1,2-Dichloorethaan µg/L <0.20 S 1,1,1-Trichloorethaan µg/L <0.10 S 1,1,2-Trichloorethaan µg/L <0.10 S cis 1,2-Dichlooretheen µg/L 1.5

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 200 (420-520) 21-Dec-2017 9880644

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend

Analyse Eenheid 1 S trans 1,2-Dichlooretheen µg/L <0.10 CKW (som) µg/L 8.7 S Tribroommethaan µg/L <0.20 S Vinylchloride µg/L <0.10 S 1,1-Dichlooretheen µg/L <0.10 S 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/L 1.5 S 1,1-Dichloorpropaan µg/L <0.20 S 1,2-Dichloorpropaan µg/L <0.20 S 1,3-Dichloorpropaan µg/L <0.20 S Dichloorpropanen som factor 0.7 µg/L 0.42

Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/L <10 Minerale olie (C12-C16) µg/L <10 Minerale olie (C16-C21) µg/L <10 Minerale olie (C21-C30) µg/L <15 Minerale olie (C30-C35) µg/L <10 Minerale olie (C35-C40) µg/L <10 S Minerale olie totaal (C10-C40) µg/L <50

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 200 (420-520) 21-Dec-2017 9880644

Monster nr. Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Monsteromschrijving

9880644 200 1 420 520 0691705267 200 (420-520) 9880644 200 2 420 520 0800502066

Eurofins Analytico B.V.

Pagina 1/1

Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG

Eurofins Analytico B.V.

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2017173911/1 Pagina 1/1

Analyse Methode Techniek Methode referentie

Aromaten (BTEXN) W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Barium (Ba) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Cadmium (Cd) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kobalt (Co) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Koper (Cu) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kwik (Hg) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Molybdeen (Mo) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Nikkel (Ni) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Lood (Pb) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Zink (Zn) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Xylenen som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Styreen W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

VOCl (11) W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Tribroommethaan (Bromoform) W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Vinylchloride W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,1-Dichlooretheen W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

DiClEtheen som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,1-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,2-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,3-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

DiChlprop. som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Minerale olie (C10-C40) W0215 GC-FID Cf. pb 3110-5

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juni 2016.

Eurofins Analytico B.V.

Analysecertificaat

Datum: 17-Jan-2018

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.

Certificaatnummer/Versie 2018001562/1 Uw project/verslagnummer BO17335 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Uw ordernummer Monster(s) ontvangen 14-Dec-2017

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De analyse resultaten hebben alleen betrekking op het beproefde object.

Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening:

Met vriendelijke groet,

Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V.

Uw project/verslagnummer BO17335 Certificaatnummer/Versie 2018001562/1 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Startdatum 08-Jan-2018 Uw ordernummer Rapportagedatum 17-Jan-2018/09:26 Bijlage A,C Monsternemer Pagina 1/1 Monstermatrix Grond / sediment

Analyse Eenheid 1 2

Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd

Bodemkundige analyses Q Droge stof % (m/m) 79.8 S Droge stof % (m/m) 84.6

Metalen Q Koper (Cu) mg/kg ds 140 S Koper (Cu) mg/kg ds 93 S Zink (Zn) mg/kg ds 580 Q Zink (Zn) mg/kg ds 590

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 202 (60-90) 14-Dec-2017 9891756 2 208 (60-100) 14-Dec-2017 9902250

Monster nr. Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Monsteromschrijving

9891756 202 3 60 90 0533953506 202 (60-90)

9902250 0533953515 208 (60-100)

Eurofins Analytico B.V.

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2018001562/1 Pagina 1/1

Analyse Methode Techniek Methode referentie

Cryogeen malen AS3000 W0106 Voorbehandeling Cf. AS3000

Droge Stof W0104 Gravimetrie Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-EN 15934

Droge Stof W0104 Gravimetrie Cf. NEN-EN 15934 en cf. CMA 2/II/A.1

Koper (Cu) W0423 ICP-MS Cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Koper (Cu) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Zink (Zn) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Zink (Zn) W0423 ICP-MS Cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juni 2016.

Eurofins Analytico B.V.

Analysecertificaat

Datum: 11-Jan-2018

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.

Certificaatnummer/Versie 2018001723/1 Uw project/verslagnummer BO17335 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Uw ordernummer Monster(s) ontvangen 14-Dec-2017

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De analyse resultaten hebben alleen betrekking op het beproefde object.

Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening:

Met vriendelijke groet,

Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V.

Uw project/verslagnummer BO17335 Certificaatnummer/Versie 2018001723/1 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Startdatum 08-Jan-2018 Uw ordernummer Rapportagedatum 11-Jan-2018/08:37 Bijlage A,C Monsternemer Pagina 1/1 Monstermatrix Grond (AS3000)

Analyse Eenheid 1

Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd

Bodemkundige analyses S Droge stof % (m/m) 82.9

Metalen S Koper (Cu) mg/kg ds 56 S Zink (Zn) mg/kg ds 250

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 200 (140-190) 14-Dec-2017 9892315

Monster nr. Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Monsteromschrijving

9892315 200 4 140 190 0533953372 200 (140-190)

Eurofins Analytico B.V.

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2018001723/1 Pagina 1/1

Analyse Methode Techniek Methode referentie

Cryogeen malen AS3000 W0106 Voorbehandeling Cf. AS3000

Droge Stof W0104 Gravimetrie Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-EN 15934

Koper (Cu) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Zink (Zn) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juni 2016.

Eurofins Analytico B.V.

Analysecertificaat

Datum: 16-Jan-2018

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.

Certificaatnummer/Versie 2018002488/1 Uw project/verslagnummer BO17335 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Uw ordernummer Monster(s) ontvangen 09-Jan-2018

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De analyse resultaten hebben alleen betrekking op het beproefde object.

Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening:

Met vriendelijke groet,

Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V.

Uw project/verslagnummer BO17335 Certificaatnummer/Versie 2018002488/1 Uw projectnaam Wijk Bij Duurstede, Hoogstraat 3-5 Startdatum 09-Jan-2018 Uw ordernummer Rapportagedatum 16-Jan-2018/10:08 Bijlage A,B,C Monsternemer J Streef Pagina 1/1 Monstermatrix Asbestverdachte grond

Analyse Eenheid 1 2

Bodemkundige analyses 1) 1) Droge stof (uitbesteed) % (m/m) 96.6 81.3

Uitbesteed / Overig onderzoek 2) 2) In behandeling genomen hoeveelheid kg 14.9 35.4 2) 2) Asbest fractie 0,5-1mm mg 0.0 0.0 2) 2) Asbest fractie 1-2mm mg 0.0 0.0 2) 2) Asbest fractie 2-4mm mg 0.0 0.0 2) 2) Asbest fractie 4-8mm mg 0.0 0.0 2) 2) Asbest fractie 8-20mm mg 0.0 0.0 2) 2) Asbest fractie >20mm mg 0.0 0.0 2) 2) Asbest (som) mg <6.9 <14.1 2) 2) Asbest in grond mg/kg ds <0.5 <0.5 2) 2) Gemeten Asbestconcentratie mg/kg ds <0.5 <0.5 2) 2) Gemeten concentratie Chrysotiel mg/kg ds <0.5 <0.5 2) 2) Gemeten concentratie Amfibool mg/kg ds 0.0 0.0 2) 2) Totaal asbest hechtgebonden mg/kg ds 0.0 0.0 2) 2) Totaal asbest niet hechtgebonden mg/kg ds 0.0 0.0

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 MM01 (5-50) 09-Jan-2018 9894448 2 AS1 (50-100) AS2 (50-100) AS4 (50-100) 09-Jan-2018 9894449

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting Akkoord A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting Pr.coörd. V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend MP Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2018002488/1 Pagina 1/1

Monster nr. Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Monsteromschrijving

9894448 MM01 1 5 50 0038898MG MM01 (5-50)

9894449 AS1 1 50 100 0054058MG AS1 (50-100) AS2 (50-100) AS4 (50-100) 9894449 AS2 1 50 100 0038897MG 9894449 AS4 1 50 100 0054060MG

Eurofins Analytico B.V.

Pagina 1/1

Opmerking 1) Deze bepaling is uitbesteed bij L086.

Opmerking 2)

Deze bepaling is uitbesteed bij L086.

Eurofins Analytico B.V.

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2018002488/1 Pagina 1/1

Analyse Methode Techniek Methode referentie

Droge stof (uitbesteed) W0004 Uitbesteed Uitbesteding

Asbest Grond NEN5898 2016 W0004 Microscopie Cf NEN 5898

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juni 2016.

Eurofins Analytico B.V.

ANALYSECERTIFICAAT Project code : 730595 Project omschrijving : 2018002488-BO17335 Opdrachtgever : Eurofins Analytico B.V.

Monstercode : 5577579 Uw referentie : MM01 (5-50) Opgegeven bemonsteringsdatum : 09/01/2018 Asbestonderzoek

Initialen analist : M.B. Datum geanalyseerd : 15-01-2018

Analyse is uitgevoerd conform NEN 5898 (S).

Massa aangeleverde monster : 14920 g Droge massa aangeleverde monster : 14413 g Percentage droogrest : 96,6 m/m % Type zeving : nat

massa percentage massa percentage aantal massa zeeffractie zeeffractie zeeffractie onderzocht onderzocht asbest asbest (mm) (gram) (m/m %) (gram) (m/m %) (deeltjes) (mg) <0,5 mm 10351,4 72,5 27,8 0,27 n.v.t. n.v.t. 0,5-1 mm 1171,5 8,2 311,7 26,61 0 0,0 1-2 mm 2131,1 14,9 517,5 24,28 0 0,0 2-4 mm 305,9 2,1 305,9 100,00 0 0,0 4-8 mm 190,9 1,3 190,9 100,00 0 0,0 8-20 mm 110,5 0,8 110,5 100,00 0 0,0 >20 mm 25,8 0,2 25,8 100,00 0 0,0 Totaal 14287,1 100,0 1490,1 0 0,0

asbest totaal serpentijn asbest amfibool asbest gehalte ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens zeeffractie asbest asbest asbest (mm) (mg/kg (mg/kg ds) (mg/kg ds) (mg/kg (mg/kg ds) (mg/kg ds) (mg/kg (mg/kg ds) (mg/kg ds) ds) ds) ds) <0,5 mm - 0,5-1 mm 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 1-2 mm 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 2-4 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4-8 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 8-20 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 >20 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal <0,5 0,0 0,5 <0,5 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0

Aangetroffen type asbest : Geen Bijzonderheden waargenomen : Geen

Serpentijn asbest is chrysotiel. Amfibool asbest is amosiet, crocidoliet, actinoliet, anthophylliet en tremoliet.

De bepalingsgrens is bepaald voor de zeeffracties kleiner dan 4 mm. De totale bepalingsgrens is verkregen door de bepalingsgrenzen van de afzonderlijke zeeffracties te sommeren. Het materiaal is middels polarisatiemicroscopie onderzocht, de analyse is uitgevoerd conform NEN 5896.

gebondenheid serpentijn asbest amfibool asbest totaal afgerond hecht 0,0 0,0 0,0 niet hecht 0,0 0,0 0,0 totaal afgerond 0,0 0,0

Gewogen concentratie (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie) is: <0,5 mg/kg ds

De gewogen asbestconcentratie wordt berekend uit de niet-afgeronde gehalten aan serpentijn en amfibool asbest. De weergegeven resultaten zijn afgerond.

Verklaring kwalitatief onderzoek zeeffractie <0,5 mm: - : geen asbest waargenomen

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (L086) en op basis van het schema AS 3000 erkend. Opdrachtverificatiecode: ZVYH-AMMI-ROUC-AILG Ref.: 730595_certificaat_v1 Tabel 2 van 3

ANALYSECERTIFICAAT Project code : 730595 Project omschrijving : 2018002488-BO17335 Opdrachtgever : Eurofins Analytico B.V.

Monstercode : 5577580 Uw referentie : AS1 (50-100) AS2 (50-100) AS4 (50-100) Opgegeven bemonsteringsdatum : 09/01/2018 Asbestonderzoek

Initialen analist : M.B. Datum geanalyseerd : 16-01-2018

Analyse is uitgevoerd conform NEN 5898 (S).

Massa aangeleverde monster : 35360 g Droge massa aangeleverde monster : 28748 g Percentage droogrest : 81,3 m/m % Type zeving : nat

massa percentage massa percentage aantal massa zeeffractie zeeffractie zeeffractie onderzocht onderzocht asbest asbest (mm) (gram) (m/m %) (gram) (m/m %) (deeltjes) (mg) <0,5 mm 22571,5 78,9 13,7 0,06 n.v.t. n.v.t. 0,5-1 mm 2516,7 8,8 135,2 5,37 0 0,0 1-2 mm 843,6 2,9 170,2 20,18 0 0,0 2-4 mm 520,6 1,8 520,6 100,00 0 0,0 4-8 mm 659,7 2,3 659,7 100,00 0 0,0 8-20 mm 1050,6 3,7 1050,6 100,00 0 0,0 >20 mm 438,6 1,5 438,6 100,00 0 0,0 Totaal 28601,3 100,0 2988,6 0 0,0

asbest totaal serpentijn asbest amfibool asbest gehalte ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens zeeffractie asbest asbest asbest (mm) (mg/kg (mg/kg ds) (mg/kg ds) (mg/kg (mg/kg ds) (mg/kg ds) (mg/kg (mg/kg ds) (mg/kg ds) ds) ds) ds) <0,5 mm - 0,5-1 mm 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 1-2 mm 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 2-4 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4-8 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 8-20 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 >20 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal <0,5 0,0 0,5 <0,5 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0

Aangetroffen type asbest : Geen Bijzonderheden waargenomen : Geen

Serpentijn asbest is chrysotiel. Amfibool asbest is amosiet, crocidoliet, actinoliet, anthophylliet en tremoliet.

gebondenheid serpentijn asbest amfibool asbest totaal afgerond hecht 0,0 0,0 0,0 niet hecht 0,0 0,0 0,0 totaal afgerond 0,0 0,0

Gewogen concentratie (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie) is: <0,5 mg/kg ds

De gewogen asbestconcentratie wordt berekend uit de niet-afgeronde gehalten aan serpentijn en amfibool asbest. De weergegeven resultaten zijn afgerond.

Verklaring kwalitatief onderzoek zeeffractie <0,5 mm: - : geen asbest waargenomen

ANALYSECERTIFICAAT Project code : 730595 Project omschrijving : 2018002488-BO17335 Opdrachtgever : Eurofins Analytico B.V.

Opmerkingen m.b.t. analyses

Opmerking(en) algemeen

Asbest Individuele monsters van dit project zijn als asbest verdacht gekwalificeerd. De analysedeelmonsters zijn met beschermende maatregelen in het laboratorium in behandeling genomen.

Opmerking bij project: - Eurofins Omegam heeft het asbestonderzoek in dit/deze monster(s) uitgevoerd volgens de NEN 5898, en zoals beschreven in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat. Voor de analyseresultaten van het asbestonderzoek geldt dat Eurofins Omegam de analyse heeft uitgevoerd in de monsters die de opdrachtgever, zoals deze staan vermeld in de koptekst van dit analysecertificaat, zelf heeft genomen of laten nemen en aan Eurofins Omegam heeft aangeboden. Eurofins Omegam draagt geen verantwoordelijkheid inzake de herkomst en representativiteit alsmede de veiligheid tijdens de monsterneming.

Uw referentie : AS1 (50-100) AS2 (50-100) AS4 (50-100) Monstercode : 5577580

Opmerking bij het monster: - De aangeboden monsterhoeveelheid voldoet niet aan de eis conform NEN 5898.

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd.

Opdrachtverificatiecode: ZVYH-AMMI-ROUC-AILG Ref.: 730595_certificaat_v1 Bijlage 1 van 2

ANALYSECERTIFICAAT Project code : 730595 Project omschrijving : 2018002488-BO17335 Opdrachtgever : Eurofins Analytico B.V.

Barcodeschema's

Monstercode Uw referentie monster diepte barcode

5577579 MM01 (5-50) MM01 .05-.5 0038898MG

5577580 AS1 (50-100) AS2 (50-100) AS4 (50-100) AS1 .5-1 0054058MG AS2 .5-1 0038897MG AS4 .5-1 0054060MG

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd.

Opdrachtverificatiecode: ZVYH-AMMI-ROUC-AILG Ref.: 730595_certificaat_v1 Bijlage 2 van 2

ANALYSECERTIFICAAT Project code : 730595 Project omschrijving : 2018002488-BO17335 Opdrachtgever : Eurofins Analytico B.V.

Analysemethoden in Grond (AS3000)

AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Eurofins Omegam BV.

Asbestonderzoek : Conform AS3070 prestatieblad 1 en NEN 5898

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd.

Opdrachtverificatiecode: ZVYH-AMMI-ROUC-AILG Ref.: 730595_certificaat_v1

BIJLAGE 3 bij ruimtelijke onderbouwing

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai d.d. 31 januari 2019

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede

Gemeente Wijk bij Duurstede

Aanslagsweg 22

7622 LD Borne

Retouradres: Aanslagsweg 22, 7622 LD Borne telefoon Studio voor Architectuur & Interieur de Linden 074 7676007 / 06 10556500

e-mail Mevrouw M.c. van der Linden [email protected] internet Nieuwstraat 11 Geluidsadvieswww.munsterhuisgeluidsadvies.nl BV.nl 3961 AE WIJK BIJ DUURSTEDE

datum Ons kenmerk projectnummer 31 januari 2019 B02.17.003-RM 17003

project Hoogstraat 3-5 te Wijk bij Duurstede Onderwerp Aanvulling rapport wegverkeerslawaai en industrielawaai akoestisch onderzoek

Geachte mevrouw Van der Linden,

Hierbij zend ik u de resultaten van het akoestisch onderzoek ten behoeve van de bepaling van de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeerlawaai ter plaatse van de gevels van de te realiseren twee woningen naast een bestaande woning gelegen aan de Hoogstraat nr. 5 te Wijk bij Duurstede.

Inleiding Het voornemen is de huidige gebouwen ter plaatse van nr. 3 te slopen en een nagenoeg identieke vorm voor twee woning te realiseren als nr. 5. Hiervoor is een ruimtelijke onderbouwing en een wijziging bestemmingsplan nodig. Het onderzoek zal zich richten op het bepalen van de geluidbelastingen ten gevolge van wegverkeerslawaai op de Hoogstraat, de Singel en de Zandweg ter plaatse van de te bouwen woningen in het kader van de bestemmingsplanwijziging.

De Hoogstraat, de Singel betreffen wegen waar 30 km/uur van toepassing is waardoor ze volgens de wet Geluidhinder buiten beschouwing gelaten mogen worden. In het kader van de goede ruimtelijke ordening zijn deze wegen echter wel in beschouwing genomen. Het plan ligt echter in de geluidzone van de Zandweg. Deze weg is daarom in het onderzoek betrokken. Andere wegen zullen niet een wezenlijke bijdrage leveren aan de geluidsbelasting.

Aangegeven is door de gemeente dat de tegenoverliggende Lidl binnen circa 2 jaar zal verdwijnen en verplaatsen naar een ander deel in de stad. De geluidbelasting ten gevolge van het industrielawaai van de tegenoverliggende Lidl zal derhalve niet meer in beschouwing hoeven worden genomen.

bank ING Bank

65.20.43.232 k.v.k. 64846148

projectnummer 17.003 Pagina 2 van 6

In bijlage 1, figuur 1 is de situatie, ligging van het plan en de wegen opgenomen. Het doel van het onderzoek is het bepalen van de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer ter plaatse van de toekomstige woningen. De geluidbelastingen zijn vastgesteld door middel van Standaard Rekenmethode II, Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 20012 (SRMII-2012).

Wetgeving Wegverkeer 30 km/uur wegen De Hoogstraat en de Singel betreffen een 30 km/uur weg en hebben geen wettelijke zone zodat deze alleen voor de goede ruimtelijke ordening in beschouwing zijn genomen. De gecumuleerde geluidbelasting van de twee wegen dient te worden berekend zodat de resultaten gebruikt kunnen worden voor een eventuele gevelwering onderzoek. Met een eventuele gevelwering onderzoek zal immers aangetoond moeten worden dat aan een binnenwaarde van 33 dB kan worden voldaan conform het bouwbesluit.

Aftrek conform artikel 110g Wgh Op de berekende geluidbelastingen vanwege wegverkeerslawaai mag, conform artikel 110g van de Wet geluidhinder, een correctie worden toegepast. Zoals omschreven in artikel 3.6 van het RMG 2012 is de te hanteren aftrek 5 dB voor wegen waar de representatief te achten snelheid lager is dan 70 km/uur. Enkel voor de Zandweg is bij de toetsing aan de Wet geluidhinder een aftrek van 5 dB toegepast. Deze aftrek mag alleen worden toegepast bij toetsing aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder.

Zandweg Het plan ligt in de geluidzone van de Zandweg. Het blijkt uit berekeningen (zie bijlage 3.1) dat de hoogste geluidbelasting 37 dB bedraagt incl. 5 dB aftrek. Deze weg levert nagenoeg geen relevante bijdrage en is voor de beoordeling en de toetsing aan de Wet geluidhinder verder buiten beschouwing is gelaten. Er dient geen hogere grenswaarde procedure gevolgd te worden voor wegverkeerslawaai. Bij de cumulatieve berekeningen is deze weg wel betrokken.

Bouwbesluit Volgens hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit dient de overeenkomstig NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied ten minste gelijk te zijn aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en de volgens tabel 1 genoemde waarde, met een minimum van 20 dB.

projectnummer 17.003 Pagina 3 van 6

Voor het plan dient voor wegverkeerslawaai hierbij te worden uitgegaan van de gecumuleerde geluidbelasting zonder aftrek zoals hierboven bedoeld in alinea Aftrek conform artikel 110g Wgh.

Tabel 1. Overzicht grenswaarden Bouwbesluit conform afdeling 3.1. Gebruiksfunctie Grenswaarde 1 woonfunctie 33 dB b andere woonfunctie ander verblijfsgebied

Wegverkeergegevens De verkeersgegevens van de Hoogstraat, de Singel en de Zandweg zijn aangeleverd door de gemeente Wijk bij Duurstede (per mail). Aangegeven is dat bij de tellingen van de Hoogstraat er van uit is gegaan dat de Lidl er niet meer is. Aangeleverd zijn telgegevens van de Hoogstraat en de Zandweg uit 2015 (meest recent) en van de Singel uit 2017 (meest recent). Daarnaast is aangegeven dat uitgegaan moet worden van een autonome groei van 1,5% per jaar. De gehanteerde verkeersgegevens voor 2029 zijn in onderstaande tabellen samengevat. De verkeersverdelingen voor zijn in tabel 2 opgenomen. In tabel 3 zijn de overige situatie- en verkeersgegevens gegeven.

Tabel 2: Verkeersintensiteiten per uur aantal motorvoertuigen Wegen Lichte voertuigen Middelzware voertuigen Zware voertuigen dag – avond – nacht dag – avond – nacht dag – avond – nacht Hoogstraat 99,75 – 27,5 – 3,25 2,75 – 1 – 0,13 0,08 – 0 – 0 Singel 478,17 – 241,0 – 30,25 27,67 – 10,5 – 2,5 2,67 – 0,25 – 0,13 Zandweg 524,42 – 256,25 – 37,75 37,92 – 14,25 – 6,13 2,33 -0 – 0,5

Tabel 3: Situatie- en verkeersgegevens Hoogstraat Singel Zandweg Snelheid 30 km/uur 30 km/uur 50 km/uur

Wegdektype DAB DAB DAB

Voor de toetsing is de geluidbelasting op de gevels berekend exclusief aftrek volgens artikel 110g van de Wet geluidhinder.

projectnummer 17.003 Pagina 4 van 6

Resultaten Ter plaatse van de gevels van de toekomstige woningen zijn beoordelingspunten ingevoerd op verschillende beoordelingshoogten. De beoordelingshoogte bedraagt 1½ en 4 ½ m. Daar waar de geluidgevoelige ruimte als woonkamer, keuken en of slaapkamer is. De wegen zijn ingevoerd als harde bodem. Er is voor het gehele model gerekend met een bodemfactor van 0,2 (akoestisch grootste deel hard). De invoergegevens zijn gegeven in bijlage 2.

Resultaten cumulatieve geluidbelasting wegverkeerslawaai excl. aftrek ex artikel 110g Wgh In het kader van de Goede Ruimtelijke Ordening zijn de cumulatieve geluidbelastingen van alle wegen berekend. Ten behoeve van de bepaling van eventuele geluidwerende voorzieningen, dient gerekend te worden met de geluidbelasting exclusief de aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder. Extra geluidwerende voorzieningen kunnen noodzakelijk zijn om het maximale binnenniveau niet te overschrijden.

Het maximaal toelaatbare binnenniveau bedraagt 33 dB in de woning. Conform het Bouwbesluit wordt als uitgangspunt genomen dat een gevel van een gebouw een minimale gevelwering heeft van 20 dB. Derhalve dient bij een geluidbelasting vanaf 53 dB geluidwerende voorzieningen bepaald te worden. In tabel 4 wordt de maatgevende cumulatieve geluidbelasting gegeven. In bijlage 3.2 worden de uitgebreide rekenresultaten gegeven.

Tabel 4: Rekenresultaten cumulatieve geluidbelasting excl. aftrek ex artikel 110g Wgh. Beoordelingspunt Geluidbelasting Lden [dB] Hoogte 1½ m 4½ m 01 Woning 1 voorgevel 52 52 02/03 Woning 1 zijgevel 49 49 04/05 Woning 1 zijgevel 42 46 06 Woning 1 achtergevel 40 43 07 Woning 2 voorgevel 53 53 08/09 Woning 2 zijgevel 49 49 10/11 Woning 2 zijgevel 51 51 12 Woning 2 achtergevel 33 34

Overschrijding van de 53 dB Lden.

projectnummer 17.003 Pagina 5 van 6

Uit tabel 4 blijkt dat de maximale geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer van de drie wegen ter plaatse van de gevels van de toekomstige woningen maximaal 53 dB bedraagt. Derhalve dienen er geen geluidwerende voorzieningen bepaald te worden om aan het maximale binnenniveau van 33 dB te kunnen voldoen.

Conclusie Door Munsterhuis Geluidsadvies is in het kader van de goede ruimtelijke ordening een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting, afkomstig van het wegverkeer op de Hoogstraat, de Singel en de Zandweg ter plaatse van de gevels van de te realiseren twee woningen naast een bestaande woning gelegen aan de Hoogstraat nr. 5 te Wijk bij Duurstede.

Deze de Hoogstraat en de Singel betreffen wegen waar 30 km/uur van toepassing is waardoor ze volgens de wet Geluidhinder buiten beschouwing gelaten mogen worden maar in het kader van de goede ruimtelijke ordening wel in beschouwing zijn genomen. Het plan ligt echter in de geluidzone van de Zandweg. Deze weg is daarom in het onderzoek betrokken. Andere wegen zullen niet een wezenlijke bijdrage leveren aan de geluidsbelasting.

Het doel van het onderzoek is het bepalen van de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer ter plaatse van de toekomstige woningen. De geluidbelastingen zijn vastgesteld door middel van Standaard Rekenmethode II, Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 20012 (SRMII-2012).

Uit het onderhavig onderzoek blijkt dat de hoogste geluidbelasting ten gevolge van de Zandweg ter plaatse van de twee woningen maximaal 37 dB bedraagt incl. 5 dB aftrek. Er dient geen hogere grenswaarde procedure gevolgd te worden voor wegverkeerslawaai. Bij de cumulatieve berekeningen is deze weg wel betrokken.

Uit het onderhavig onderzoek blijkt dat de cumulatieve geluidbelasting exclusief aftrek conform ex. Art. 110g Wgh ten gevolge van het wegverkeer van de drie wegen ter plaatse van de gevels van de toekomstige woningen maximaal respectievelijk 52 en 53 dB bedraagt. Derhalve dienen voor de woningen geen geluidwerende voorzieningen bepaald te worden.

projectnummer 17.003 Pagina 6 van 6

Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest.

Met vriendelijke groet,

Ing. R.P.M. Munsterhuis Munsterhuis Geluidsadvies

Bijlagen 1 tot en met 3

Bijlagen: 1 tot en met 3

Bijlage 1 Situatie + 3D overzicht

Woningen plan Hoogstraat 3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Bijlage 1

3D overzichten 3

Bijlage 2 Invoergegevens

Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Invoergegevens gebouwen Bijlage 2

Model: eerste model Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Cp Refl. 1k 01 Woning rechts 3,00 0,00 0 dB 0,80 02 Woning rechts, bijgebouw 3,00 0,00 0 dB 0,80 03 Woningen, bijgebouw 3,00 0,00 0 dB 0,80 04 Woning,links 3,00 0,00 0 dB 0,80 05 Woning, rechts 5,10 0,00 0 dB 0,80

06 Woning, rechts 6,80 0,00 0 dB 0,80 07 Woning, rechts 5,10 0,00 0 dB 0,80 08 Woning, rechts 6,80 0,00 0 dB 0,80 09 Woning, links 5,10 0,00 0 dB 0,80 10 Woning, links 6,80 0,00 0 dB 0,80

11 Woning, links 5,10 0,00 0 dB 0,80 12 Woning, links 6,80 0,00 0 dB 0,80 13 Woning bestaand 6,00 0,00 0 dB 0,80 14 Woning bestaand 8,00 0,00 0 dB 0,80 15 Woning bestaand 6,00 0,00 0 dB 0,80

16 Woning bestaand 6,00 0,00 0 dB 0,80 17 Woning bestaand 8,00 0,00 0 dB 0,80 18 Woning bestaand 8,00 0,00 0 dB 0,80 19 Woning bestaand 7,00 0,00 0 dB 0,80 20 Woning bestaand 6,50 0,00 0 dB 0,80

21 Woning bestaand 8,50 0,00 0 dB 0,80 22 Woning bestaand 3,00 0,00 0 dB 0,80 23 Woning bestaand 2,50 0,00 0 dB 0,80 24 Woning bestaand, garage 2,50 -0,01 0 dB 0,80 25 Lidl 4,00 -0,40 0 dB 0,80

26 Lidl 6,00 -0,45 0 dB 0,80 27 Lidl 3,00 -0,50 0 dB 0,80 28 Lidl 4,50 -0,35 0 dB 0,80 29 woning 2,50 0,00 0 dB 0,80 30 woning 5,10 0,00 0 dB 0,80

31 woningen 6,00 0,00 0 dB 0,80 32 woningen 8,50 0,00 0 dB 0,80 33 woningen 2,50 0,00 0 dB 0,80 34 woningen 6,00 0,00 0 dB 0,80 35 woningen 8,00 0,00 0 dB 0,80

36 woningen 3,00 0,00 0 dB 0,80 37 woningen 6,50 0,00 0 dB 0,80 38 woningen 3,00 0,00 0 dB 0,80 39 woningen 6,50 0,00 0 dB 0,80 40 woningen 6,50 0,00 0 dB 0,80

41 woningen 9,50 0,00 0 dB 0,80 42 woningen 3,00 0,00 0 dB 0,80 43 woningen 6,50 0,00 0 dB 0,80 44 woningen 6,50 0,00 0 dB 0,80 45 woningen 8,00 0,00 0 dB 0,80

46 woningen 8,00 0,00 0 dB 0,80 47 woningen 8,00 0,00 0 dB 0,80

Geomilieu V4.50 30-1-2019 3:28:06 Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Invoergegevens gebouwen Bijlage 2

Model: eerste model Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Cp Refl. 1k 48 woningen 3,00 0,00 0 dB 0,80 49 woningen 6,00 0,00 0 dB 0,80 50 woningen 8,00 0,00 0 dB 0,80 51 woningen 4,50 0,00 0 dB 0,80 52 woningen 4,50 0,00 0 dB 0,80

53 woningen 8,00 0,00 0 dB 0,80 54 gebouw 6,00 0,00 0 dB 0,80 55 restaurant 6,00 0,00 0 dB 0,80 56 restaurant 8,00 0,00 0 dB 0,80 57 restaurant 8,00 0,00 0 dB 0,80

58 gebouw 2,50 0,00 0 dB 0,80 59 gebouw 2,50 0,00 0 dB 0,80 60 gebouw 2,50 0,00 0 dB 0,80 61 gebouw 5,50 0,00 0 dB 0,80 62 gebouw 12,00 0,00 0 dB 0,80

Geomilieu V4.50 30-1-2019 3:28:06 Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Invoergegevens bodemgebieden Bijlage 2

Model: eerste model Groep: (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Bf 01 Singel 0,00 02 Hoogstraat 0,00 03 Lidl terrein 0,00 04 Zandweg 0,00

Geomilieu V4.50 30-1-2019 3:27:26

Woningen plan Hoogstraat 3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Bijlage 2

Gegevens aangeleverd van de gemeente XML definitief profiel maart 2017

Rapport Identificatie - CustomList-70 Lokatienaam - Hoogstraat 37a Beschrijving - A>B ri Nwe weg Richting - Het noorden Het oosten Zuiden Het westen

Virtuele Dag (7) LV MZV ZV Time Total Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

07-19 1000 43 925 4 20 1 6 0 0 1 0 0 0 19-23 113 5 105 0 2 0 1 0 0 0 0 0 0 23-00 5 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 00-07 18 1 15 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 00-00 1136 49 1049 4 23 1 8 0 0 1 0 0 0

in 2015 in 2029 in 2015 in 2029 in 2015 in 2029 07-19 972 1197 27 33 1 1 19-23 110 135 3 4 0 0 23 - 07 21 26 1 1 0 0 XML definitief profiel maart 2017

Rapport Identificatie - CustomList-70 Lokatienaam - Hoogstraat 37a Beschrijving - A>B ri Nwe weg Richting - Het noorden Het oosten Zuiden Het westen

Virtuele Dag (7) LV MZV ZV Time Total Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

07-19 1000 43 925 4 20 1 6 0 0 1 0 0 0 19-23 113 5 105 0 2 0 1 0 0 0 0 0 0 23-00 5 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 00-07 18 1 15 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 00-00 1136 49 1049 4 23 1 8 0 0 1 0 0 0

in 2015 in 2029 in 2015 in 2029 in 2015 in 2029 07-19 972 1197 27 33 1 1 19-23 110 135 3 4 0 0 23 - 07 21 26 1 1 0 0 XML geluid met snelheid

Rapport Identificatie - CustomList-5 Lokatienaam - WIJK5 Beschrijving - ZANDWEG Richting - Het noorden Het oosten Zuiden Het westen

Virtuele Dag (14) LV MZV ZV Time Total Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls Cls 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

07-19 5527 100 4959 50 348 10 11 4 10 4 3 1 1 19-23 883 19 808 5 45 0 1 0 0 0 0 0 0 23-00 73 1 65 0 7 0 0 0 0 0 0 0 0 00-07 219 4 174 1 32 1 0 1 1 1 0 0 0 00-00 6702 124 6005 57 432 12 12 4 12 5 4 1 1

in 20157 2029 in 2015 2029 in 2015 2029 07-19 5109 6293 369 455 23 28 19-23 832 1025 46 57 0 0 23 - 07 245 302 40 49 3 4 Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Invoergegevens wegen Bijlage 2

Model: eerste model Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Wegdek V(LV(D)) V(LV(A)) V(LV(N)) V(MV(D)) V(MV(A)) V(MV(N)) V(ZV(D)) V(ZV(A)) V(ZV(N)) LV(D) LV(A) LV(N) MV(D) MV(A) MV(N) 01 Hoogstraat W0 30 30 30 30 30 30 30 30 30 99,75 27,50 3,25 2,75 1,00 0,13 02 Singel W0 30 30 30 30 30 30 30 30 30 478,17 241,00 30,25 27,67 10,50 2,50 03 Zandweg W0 50 50 50 50 50 50 50 50 50 524,42 256,25 37,75 37,92 14,25 6,13

Geomilieu V4.50 31-1-2019 3:57:13 Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Invoergegevens wegen Bijlage 2

Model: eerste model Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam ZV(D) ZV(A) ZV(N) Totaal aantal 01 0,08 -- -- 1373,04 02 2,67 0,25 0,13 7372,16 03 2,33 -- 0,50 8213,08

Geomilieu V4.50 31-1-2019 3:57:13

Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Invoergegevens beoordelingspunten Bijlage 2

Model: eerste model Groep: (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Gevel 01 Woning 1 voorgevel 0,00 Relatief 1,50 4,50 ------Ja 02 Woning 1 zijgevel beg gr 0,00 Relatief 1,50 ------Ja 03 Woning 1 zijgevel 1e verd 0,00 Relatief -- 4,50 ------Ja 04 Woning 1 zijgevel beg gr 0,00 Relatief 1,50 ------Ja 05 Woning 1 zijgevel 1e verd 0,00 Relatief -- 4,50 ------Ja

06 Woning 1 achtergevel 0,00 Relatief 1,50 4,50 ------Ja 07 Woning 2 voorgevel 0,00 Relatief 1,50 4,50 ------Ja 08 Woning 2 zijgevel beg gr 0,00 Relatief 1,50 ------Ja 09 Woning 2 zijgevel 1e verd 0,00 Relatief -- 4,50 ------Ja 10 Woning 2 zijgevel beg gr 0,00 Relatief 1,50 ------Ja

11 Woning 2 zijgevel 1e verd 0,00 Relatief -- 4,50 ------Ja 12 Woning 2 achtergevel 0,00 Relatief 1,50 4,50 ------Ja

Geomilieu V4.50 30-1-2019 3:28:30

Bijlage 3 Rekenresultaten Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Rekenresultaten Zandweg, incl 5 dB aftrek conform ex. art. 110g Wgh Bijlage 3.1

Rapport: Resultatentabel Model: eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: Zandweg Groepsreductie: Ja

Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden 01_A Woning 1 voorgevel 1,50 23,6 20,0 13,6 23,9 01_B Woning 1 voorgevel 4,50 25,1 21,5 15,1 25,3 02_A Woning 1 zijgevel beg gr 1,50 23,7 20,2 13,7 24,0 03_B Woning 1 zijgevel 1e verd 4,50 25,5 21,9 15,5 25,8 04_A Woning 1 zijgevel beg gr 1,50 31,7 28,2 21,5 31,9

05_B Woning 1 zijgevel 1e verd 4,50 36,6 33,2 26,3 36,9 06_A Woning 1 achtergevel 1,50 28,9 25,4 18,8 29,2 06_B Woning 1 achtergevel 4,50 34,6 31,1 24,3 34,8 07_A Woning 2 voorgevel 1,50 25,3 21,8 15,4 25,6 07_B Woning 2 voorgevel 4,50 26,4 22,9 16,3 26,6

08_A Woning 2 zijgevel beg gr 1,50 20,9 17,4 10,9 21,2 09_B Woning 2 zijgevel 1e verd 4,50 19,6 16,1 9,6 19,9 10_A Woning 2 zijgevel beg gr 1,50 27,8 24,3 17,8 28,1 11_B Woning 2 zijgevel 1e verd 4,50 29,8 26,3 19,8 30,1 12_A Woning 2 achtergevel 1,50 25,4 21,9 15,4 25,7

12_B Woning 2 achtergevel 4,50 27,2 23,6 17,2 27,5

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V4.50 31-1-2019 3:56:26 Plan Hoogstraat nr.3 en 5 te Wijk bij Duurstede 17.003 Rekenresultaten cumulatief, excl 5 dB aftrek conform ex. art. 110g Wgh Bijlage 3.2

Rapport: Resultatentabel Model: eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: (hoofdgroep) Groepsreductie: Nee

Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden 01_A Woning 1 voorgevel 1,50 52,9 47,5 38,4 51,8 01_B Woning 1 voorgevel 4,50 53,2 47,8 38,7 52,1 02_A Woning 1 zijgevel beg gr 1,50 50,3 44,9 35,8 49,2 03_B Woning 1 zijgevel 1e verd 4,50 50,3 44,9 35,8 49,1 04_A Woning 1 zijgevel beg gr 1,50 41,9 37,9 30,2 41,6

05_B Woning 1 zijgevel 1e verd 4,50 45,7 41,8 34,2 45,5 06_A Woning 1 achtergevel 1,50 40,0 36,4 28,8 39,9 06_B Woning 1 achtergevel 4,50 43,2 39,7 32,2 43,2 07_A Woning 2 voorgevel 1,50 53,8 48,7 39,8 52,8 07_B Woning 2 voorgevel 4,50 54,3 49,3 40,4 53,3

08_A Woning 2 zijgevel beg gr 1,50 49,7 44,4 35,3 48,6 09_B Woning 2 zijgevel 1e verd 4,50 49,8 44,4 35,2 48,6 10_A Woning 2 zijgevel beg gr 1,50 51,8 47,0 38,3 50,9 11_B Woning 2 zijgevel 1e verd 4,50 52,0 47,4 38,8 51,2 12_A Woning 2 achtergevel 1,50 32,6 28,8 21,8 32,6

12_B Woning 2 achtergevel 4,50 34,5 30,7 23,7 34,5

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V4.50 31-1-2019 3:55:01

BIJLAGE 4 bij ruimtelijke onderbouwing

Quickscan flora en fauna d.d. februari 2018

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede

Gemeente Wijk bij Duurstede

Quickscan flora en fauna

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede

Rapportnummer 17-366

www.starobv.nl

Quickscan flora en fauna

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede februari 2018

Rapportnummer: 17-0366

In opdracht van: Studio voor Architectuur & Interieur de Linden Nieuwstraat 11 3961 AE Wijk bij Duurstede

Uitgevoerd door: Staro Natuur en Buitengebied Lodderdijk 38a 5421 XB Gemert tel. 0492-450161 fax. 0492-450162 www.starobv.nl

Veldonderzoek: I.J.J. Vleut

Auteur: I.J.J. Vleut

Kwaliteitscontrole: E.J.F. Claassen

Inhoud

1 Inleiding ...... 3 1.1 Aanleiding ...... 3 1.2 Doel ...... 3 1.3 Zorgplicht ...... 3 1.4 Leeswijzer ...... 4

2 Plangebied ...... 5 2.1 Ligging en beschrijving plangebied ...... 5 2.2 Voorgenomen plannen ...... 8

3 Methode ...... 10

4 Natuurwaarden ...... 11 4.1 Beschermde gebieden ...... 11 4.2 Beschermde soorten ...... 12 4.2.1 Flora ...... 13 4.2.2 Vlinders en libellen ...... 13 4.2.3 Kevers en weekdieren ...... 14 4.2.4 Vissen ...... 14 4.2.5 Reptielen en amfibieën ...... 15 4.2.6 Vogels ...... 16 4.2.7 Zoogdieren ...... 17

5 Conclusies ...... 19

Geraadpleegde bronnen ...... 22

Bijlagen Bijlage 1 Wet- en regelgeving

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De initiatiefnemer is voornemens de bebouwing op de locatie Hoogstraat 3 te Wijk bij Duurstede te slopen en nieuwbouw te realiseren en een deel van de woning op de Hoogstraat 5 te verbouwen. Ten behoeve van de planologische procedure is het noodzakelijk een quickscan flora en fauna uit te voeren. Door middel van de quickscan wordt in beeld gebracht of de ontwikkeling in strijd is met de natuurwetgeving en hoe eventuele strijdigheid met de wet voorkomen kan worden.

Vanaf 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt de drie voormalige wetten op het gebied van soorten gebiedsbescherming; Boswet, Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en faunawet.

1.2 Doel

Het doel van het onderliggende onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. Voor soortbescherming en gebiedsbescherming is sinds 1 januari 2017 de Wet natuurbescherming (wn) van belang. Daarnaast is gebiedsbescherming vastgelegd in het Natuurnetwerk Nederland (NNN) (voorheen EHS genoemd). In bijlage 1 wordt deze wet- en regelgeving uitgebreid beschreven.

Het in deze rapportage beschreven onderzoek heeft tot doel het vaststellen van de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde soorten die zijn opgenomen in paragraaf 3.1, 3.2 en 3.3 van de Wet natuurbescherming. Tevens heeft het onderzoek tot doel vast te stellen op welke wijze en in welke mate de voorgenomen ontwikkeling invloed kan hebben op het eventueel voorkomen van beschermde soorten. Op basis van dit onderzoek kan worden vastgesteld welke maatregelen getroffen en vervolgstappen genomen dienen te worden om te voorkomen dat in strijd met de natuurwetgeving zal worden gehandeld. Aanvullend zal worden bepaald of voorgenomen ontwikkelingen effect hebben op de beschermde natuurwaarden van nabijgelegen natuurgebieden.

1.3 Zorgplicht

Voor alle in het wild levende planten en dieren, ook niet wettelijk beschermde soorten, kent de Wet natuurbescherming een zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat een ieder voldoende zorg in acht moet nemen voor de in het wild levende planten en dieren, alsmede voor hun directe leefomgeving. Dit betekent dat handelingen (of het nalaten hiervan) waarvan men weet, of redelijkerwijs kan vermoeden, dat ze nadelig zijn voor planten en/of dieren, niet mogen worden uitgevoerd.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 3

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van het plangebied en de voorgenomen ontwikkelingen. In hoofdstuk 3 wordt de gebruikte onderzoeksmethode besproken. De mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten en gebieden en de effecten van de geplande ingrepen op aanwezige beschermde natuurwaarden worden beschreven in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de mogelijke noodzaak tot het treffen van mitigerende maatregelen. In het laatste hoofdstuk zijn de conclusies uiteengezet.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 4

2 Plangebied

2.1 Ligging en beschrijving plangebied

Het plangebied ligt aan de westkant van het stad Wijk bij Duurstede, aan de Hoogstraat 3 en 5. Het plangebied wordt omsloten door huizen, een medisch centrum, appartementencomplex en een supermarkt. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich een afwateringssloot.

Het plangebied bestaat uit een bedrijvenpand (Hoogstraat 3) met groenstrook en een woning (Hoogstraat 5) met bijbehorende tuin.

De ligging van het plangebied in de wijdere omgeving is weergegeven in figuur 1. De globale begrenzing van het plangebied is weergegeven in figuur 2. Op pagina’s 7 & 8 is een foto-impressie van het plangebied opgenomen.

Figuur 1: Ligging plangebied (gele lijn) in wijde omgeving (bron: Bing Maps)

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 5

Figuur 2: Ligging plangebied (geel omlijnd) (bron: Bing Maps)

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 6

Foto 1. Vooraanzicht oostkant Hoogstraat 5 Foto 2. Voordeur westkant Hoogstraat 5

Foto 3. Vooraanzicht oostkant Hoogstraat 3 Foto 4. Vooraanzicht oostkant Hoogstraat 3

Foto 5. Dak gebouw Hoogstraat 3 Foto 6. Groenstrook Hoogstraat 3

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 7

Foto 7. Achterzijde Hoogstraat 3 met uitzicht op woning Foto 8. Gevel westzijde Hoogstraat 3 Hoogstraat 5.

Foto 9. Tuin Hoogstraat 5 Foto 10. Gevel achterzijde Hoogstraat 3.

Foto 11. Binnenkant schuurtje tegen gebouw Hoogstraat 3

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 8

2.2 Voorgenomen plannen

Initiatiefnemer is voornemers het gebouw aan de Hoogstraat 3 te slopen en daar een woning te realiseren. Verder wordt het gebouw aan de Hoogstraat 5 aan de westkant verbouwd en uitgebreid met een garage en een berging. De aanwezige vegetatie in het plangebied zal niet worden verwijderd.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 9

3 Methode

In het kader van deze quickscan heeft een bronnenonderzoek plaatsgevonden waarbij gekeken is naar gebiedsgerichte bescherming en mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Voor het soortenonderzoek is gebruikgemaakt van gegevens van de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF), het dataloket van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), de websites Vlindernet.nl, Libellennet.nl, Waarneming.nl, verspreidingsatlas.nl, Telmee.nl en diverse verspreidingsatlassen. Voor de gebiedsgerichte bescherming is gekeken naar de aanwezigheid van relevante natuurterreinen in de omgeving. De ligging van Natura 2000-gebieden (o.a. Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) en het Natuurnetwerk Nederland in de nabijheid van het plangebied zijn onderzocht.

Daarnaast heeft een veldbezoek plaatsgevonden waarbij alle op de locatie aanwezige biotopen zijn opgenomen. De aanwezigheid van deze biotopen vormt de basis voor de mogelijkheid tot het voorkomen van beschermde soorten. Naast de biotopen zijn directe en indirecte aanwijzingen opgenomen die duiden op het voorkomen van beschermde soorten. Dergelijke aanwijzingen zijn bijvoorbeeld het fysiek aantreffen van exemplaren van soorten en het aantreffen van holen, uitwerpselen, prooiresten, vraat-, loop- en veegsporen. Deze waarnemingen zijn bij de beoordeling betrokken.

De aanwezige biotopen zijn vergeleken met de habitateisen van beschermde planten- en diersoorten. Op basis van deze vergelijking en expert judgement is beoordeeld welke van deze soorten in het plangebied kunnen voorkomen. Een eenmalig veldbezoek is nadrukkelijk geen volledige inventarisatie. Dat betekent dat op basis van een eenmalig veldbezoek het voorkomen van soorten niet per definitie is uit te sluiten. De bevindingen van het veldbezoek en het literatuuronderzoek zijn vervolgens gebundeld in deze rapportage.

Het veldbezoek dat voor dit onderzoek is uitgevoerd, heeft plaatsgevonden op 5 februari 2018 in de ochtend onder de volgende weersomstandigheden: onbewolkt, droog en circa 2 ˚C.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 10

4 Natuurwaarden

4.1 Beschermde gebieden

Natura 2000 Uit de kaarten van de gebiedendatabase op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) blijkt dat het meest dichtbij gelegen Natura 2000-gebied op ongeveer 340 meter afstand ten oosten van het plangebied ligt, zie figuur 4. Dit betreft de Rijntakken.

Effectbeoordeling Doordat het plangebied buiten het Natura 2000-gebied ligt, kunnen alleen effecten optreden als gevolg van externe werking. Gezien de relatief grote afstand tot aan het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (minimaal 340 meter) en de kleinschalige aard van de werkzaamheden, is het uit te sluiten dat negatieve effecten ontstaan op Natura 2000-gebieden.

Figuur 4. Ligging plangebied (rode stip) ten opzichte van de dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden (gele vlakken) (bron: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000)

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 11

Natuurnetwerk Nederland (NNN) Natuurgebieden in Nederland zijn erg versnipperd. Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) heeft als doel om natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. Vanaf 2014 zijn de provincies verantwoordelijk voor het Natuurnetwerk Nederland.

Uit de natuurbeheerplankaart van de kaartbank op de website van de provincie Utrecht, blijkt dat het plangebied op ongeveer 200 meter afstand ligt van het provinciaal deel van het NNN. De ligging van het NNN ten opzichte van het plangebied is weergegeven in figuur 5.

Natuurnetwerk Nederland Provincie Utrecht

Figuur 5. Ligging plangebied (Gele pin) ten opzichte van het aangrenzende NNN (provinciaal

deel, groen vlak) (bron: https://webkaart.provincie-

utrecht.nl/viewer/app/Webkaart?bookmark=ded8ada3c97b49fca2d9554be774a6c5)

Effectbeoordeling Het plangebied ligt op een afstand van ongeveer 200 meter nabij het NNN. Doordat het plangebied buiten het NNN is gelegen, is geen sprake van oppervlakteverlies. Vanwege de kleine schaal van de werkzaamheden en de afstand tot aan het dichtstbijzijnde NNN zullen de voorgenomen plannen niet leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN.

Conclusie Gezien de relatief grote afstand tussen het plangebied en Natura 2000-gebieden en de lokale aard van de voorgenomen plannen, is uit te sluiten dat negatief effecten optreden op Natura 2000-gebieden. Het is uit te sluiten dat de voorgenomen plannen verslechtering van de natuurkwaliteit en/of aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van dichtstbijzijnde NNN tot gevolg zullen hebben.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 12

4.2 Beschermde soorten

Deze paragraaf beschrijft het mogelijk voorkomen van beschermde soorten in het plangebied. Per soortgroep wordt beschreven welke soorten worden verwacht, wat de mogelijke effecten van de ingreep zijn en of mitigerende maatregelen nodig zijn.

4.2.1 Flora

Volgens de gegevens van de NDFF komt binnen een afstand van nul tot één kilometer van het plangebied muurbloem (§3.2 wn) voor. Bevindingen van het veldbezoek tonen aan dat binnen het plangebied geschikte biotopen, oude muren, ontbreken voor de muurbloem. Tevens ontbreken geschikte biotopen voor andere beschermde plantensoorten. Het voorkomen van beschermde plantensoorten in het plangebied is derhalve redelijkerwijs uit te sluiten.

Conclusie In het plangebied ontbreken geschikte biotopen voor het voorkomen van beschermde plantensoorten. Het voorkomen van beschermde plantensoorten in het plangebied is derhalve redelijkerwijs uit te sluiten.

4.2.2 Vlinders en libellen

Volgens de gegevens van de NDFF, Vlindernet.nl en Dagvlinders van Nederland (Bos et al., 2006) komt binnen een afstand van één kilometer van het plangebied de beschermde vlindersoort sleedoornpage (§3.3 wn) voor. Op een afstand van een tot vijf kilometer van het plangebied komen volgens bovenstaande bronnen de beschermde vlindersoorten grote vos en kommavlinder (beide §3.3 wn) voor.

Bevindingen uit het veldbezoek tonen aan dat in het plangebied geen geschikte voortplantingsbiotopen aanwezig zijn en/of specifieke waardplanten ontbreken voor de sleedoornpage, grote vos en kommavlinder. Tevens ontbreken geschikte biotopen voor andere beschermde vlindersoorten. Het is zodoende redelijkerwijs uit te sluiten dat beschermde vlindersoorten voorkomen in het plangebied.

Volgens de gegevens van de NDFF komt op een afstand van nul tot één kilometer van het plangebied de beschermde libellensoort rivierrombout (§3.3 wn) voor. Volgens gegevens uit de bovenstaande bronnen komt op een afstand van vijf tot tien kilometer de beschermde libellensoort beekrombout (§3.2 wn) voor.

De rivierrombout en beekrombout zijn afhankelijk van de aanwezigheid van grote rivieren en beken en vinden vanwege het ontbreken van oppervlaktewater in het plangebied dus geen geschikt biotoop. Het voorkomen van beschermde soorten libellen is derhalve uit te sluiten.

Conclusie

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 13

Vanwege het ontbreken van geschikte biotopen is de aanwezigheid van beschermde soorten vlinders en libellen in het plangebied uit te sluiten.

4.2.3 Kevers en weekdieren

De beschermde waterkevers brede geelrandwaterroofkever en gestreepte waterroofkever (beide §3.2 wn) zijn afhankelijk van grote wateren. Volgens de gegevens van de NDFF en EIS Nederland komt op een afstand van 10 tot 25 kilometer van het plangebied de beschermde keversoort gestreepte waterroofkever (§3.2 wn) voor. De belangrijkste biotopen voor deze soort zijn sloten en kanalen. Bevindingen uit het veldbezoek tonen aan dat in het plangebied geen geschikte biotopen aanwezig zijn voor de gestreepte waterroofkever en de brede geelrandwaterroofkever en het voorkomen van de soorten in het plangebied kan daarom worden uitgesloten.

Voor de overige beschermde houtkevers; vermiljoenkever, heldenbok en juchtleerkever; zijn geen vanuit de NDFF en EIS Nederland geen huidige verspreidingsgegevens bekend. Deze soorten zijn afhankelijk van oude, holle of vrijstaande bomen of (natte) gebieden met veel dood hout. Deze habitattypen zijn niet aanwezig in het plangebied. Het voorkomen van deze beschermde houtkevers in het plangebied kan daarom worden uitgesloten.

De beschermde weekdieren platte schijfhoren en Bataafse stroommossel (beide §3.2 wn) zijn afhankelijk van oppervlaktewater met respectievelijk rijke begroeiing en stromend water. Vanwege het ontbreken van oppervlaktewater in het plangebied kan het voorkomen van beschermde weekdieren in het plangebied worden uitgesloten.

Conclusie In het plangebied ontbreken geschikte biotopen voor beschermde soorten kevers en weekdieren. Het voorkomen van deze soorten in het plangebied is derhalve uit te sluiten.

4.2.4 Vissen

Volgens de gegevens van de NDFF komen op een afstand tot één kilometer van het plangebied de kleine modderkruiper en bittervoorn voor (§3.3 wn) en van één tot vijf kilometer de beschermde grote modderkruiper (§3.2 wn). Vanwege het ontbreken van oppervlaktewater in het plangebied kan het voorkomen van deze en andere beschermde vissoorten in het plangebied worden uitgesloten.

Conclusie

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 14

Vanwege het ontbreken van oppervlaktewater vormt het plangebied geen geschikt biotoop voor beschermde vissoorten, waarmee de aanwezigheid van beschermde vissoorten kan worden uitgesloten.

4.2.5 Reptielen en amfibieën

Uit de verspreidingskaart amfibieën van Nederland 2015 van de website van het netwerk ecologische monitoring, gegevens van RAVON, ‘De amfibieën en reptielen van Nederland’ (Creemers et al., 2009) en de NDFF blijkt dat binnen een kilometer van het plangebied de volgende beschermde amfibieënsoorten voorkomen: kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker, bastaardkikker, Alpenwatersalamander (alle §3.3 wn) en poelkikker (§3.2 wn). Op een afstand van één tot vijf kilometer komt volgens bovenstaande bronnen de beschermde amfibieënsoorten meerkikker (§3.3 wn), heikikker en kamsalamander (§3.2 wn) voor.

Het plangebied is vanwege de afwezigheid van oppervlaktewater niet geschikt als voortplantingsbiotoop voor amfibieën.

Aan de achterzijde van het pand aan de Hoogstraat 3 bevindt zich een groenstrook met een stenen verhoging, klimplanten, enkele bomen en struiken (Foto 6). Aan de achterzijde van de woning aan de Hoogstraat 5 bevindt zich een tuin met enkele bomen, klimplanten en onderbegroeiing omringd door een houten beschutting (Foto 9). De rest van het plangebied is geheel betegeld. Enkel de groenstrook en de tuin dienen mogelijk als landhabitat voor de algemeen voorkomende amfibieënsoorten zoals de kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker, bastaardkikker en meerkikker.

De Alpenwatersalamander is weinig kieskeurig wat zijn landbiotoop betreft, wordt zelfs in tuinen in woonwijken regelmatig aangetroffen en zou daarom de groenstrook en tuin kunnen gebruiken als landhabitat. De kamsalamander, poelkikker en heikikker mijden bebouwde gebieden bij het zoeken naar landhabitat en de tuin en groenstrook worden niet geschikt geacht als landhabitat voor deze soorten. Het is daarom uitgesloten dat deze soorten de tuin of groenstrook in gebruik zullen nemen.

Volgens de gegevens van RAVON, de NDFF en Waarneming.nl komen op een afstand van nul tot één kilometer van het plangebied de beschermde reptielensoorten hazelworm en ringslang (§3.3 wn) voor. Volgens bovenstaande bronnen komen op een afstand van één tot vijf kilometer de beschermde reptielensoorten adder en levendbarende hagedis (§3.3 wn) voor.

De ringslang is watergebonden en overwintert vooral onder takkenbossen en braamstruiken in oude konijnenholen op zandige hellingen. Door het ontbreken van wateren en geschikt landhabitat dat kan dienen als overwinteringslocatie voor de ringslang is het uit te sluiten dat deze soort in het plangebied voorkomt.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 15

Adders komen voor in heide- en hoogveengebieden en soms ook op open plekken in bossen. Met het ontbreken van deze biotopen in het plangebied is het uit te sluiten dat de soort voorkomt in het plangebied.

Levendbarende hagedis en hazelworm komen voor op structuurrijke plekken in bossen, heide terreinen, schraal grasland en houtwallen. Het plangebied en de directe omgeving bestaan niet uit geschikt habitat. Het is daarmee uit te sluiten dat levendbarende hagedis en hazelworm in het plangebied voorkomen.

Effectbeoordeling De groenstrook en tuin blijven behouden en de geplande maatregelen zullen derhalve geen negatieve effecten hebben op mogelijk landhabitat van algemene soorten amfibieën die in het plangebied voorkomen.

Conclusie De groenstrook en tuin dienen mogelijk als landhabitat voor enkele algemene amfibiesoorten. Echter hebben de geplande maatregelen geen effect op de groenstrook en tuin en derhalve ondervinden amfibieën geen negatieve effecten.

4.2.6 Vogels

Uit gegevens van Telmee.nl en de NDFF blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied de boomvalk, buizerd, gierzwaluw, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil, wespendief en zwarte wouw zijn waargenomen.

De tuin en groenstrook dienen mogelijk als foerageergebied en broedgebied voor algemene vogelsoorten. Voor zowel de huismus als gierzwaluw geldt dat ze voor kunnen komen onder dakpannen, golfplaten daken en in kieren en gaten in muren. De gierzwaluw is voor nestplaatsen geheel afhankelijk van gebouwen en is in Nederland aanwezig vanaf eind april tot begin augustus. De huismus is het gehele jaar in Nederland aanwezig en zoekt nestplaatsen ook voornamelijk in gebouwen. Tijdens het veldbezoek zijn geen huismussen waargenomen. Openingen onder de golfplaten dak van het gebouw aan de Hoogstraat 3 kunnen echter wel dienen als verblijfplaats voor zowel de huismus als de gierzwaluw (Foto 3). Ook bij het dakpannen dak aan de Hoogstraat 5 zijn er mogelijkheden die kunnen dienen als verblijfplaats voor zowel de huismus als gierzwaluw.

Volgens gegevens van Waarneming.nl komen de ransuil, steenuil en kerkuil voor in de omgeving van het plangebied. Het plangebied is ongeschikt als foerageergebied en broedgebied voor de kerkuil en ransuil. De steenuil schuwt de menselijke omgeving niet en broedt ook in daken en zolders van loodsen, huizen en schuren, maar waarbij de aanwezigheid van geschikt foerageergebied in de directe omgeving noodzakelijk is. Het ontbreekt bij de panden aan geschikte broedgelegenheid voor de steenuil en ook ontbreekt

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 16

het in het plangebied en in de directe omgeving aan foerageergebied voor deze soort.

Effectbeoordeling De groenstrook en tuin in het plangebied zijn geschikt als foerageer- en broedgebied voor algemene vogelsoorten en blijven onaangetast bij de sloop en verbouwing van de panden en dus ook beschikbaar als foerageer- en broedgebied voor algemene vogelsoorten. Echter zou de sloop van het pand aan de Hoogstraat 3 en de verbouwing van de woning aan de Hoogstraat 5 kunnen leiden tot verstoring van broedende vogels. Daarom wordt aangeraden om maatregelen buiten het broedseizoen uit te voeren.

Het pand aan de Hoogstraat 3 en 5, en dan voornamelijk de westen zuidkant, biedt mogelijkheden voor de huismus en de gierzwaluw voor nestgelegenheid. Het slopen van de bebouwing zal negatieve effecten tot gevolg hebben indien nesten aanwezig zijn en het is daarom noodzakelijk om gedurende de broedperiode onderzoek te doen naar nestplekken van deze soorten.

Mitigerende maatregelen Nader onderzoek naar huismussen en gierzwaluwen dient uit te wijzen of nesten van deze soorten in het plangebied aanwezig zijn en zo ja, of de voorgenomen plannen negatieve effecten hebben op huismussen en/of gierzwaluwen en welke mitigerende maatregelen genomen dienen te worden om een eventueel benodigde ontheffing te kunnen verkrijgen. Het onderzoek naar huismus dient plaats te vinden in de periode april – juni en naar gierzwaluw in juni – juli.

Conclusie Mogelijk gebruiken de huismus en de gierzwaluw de westen zuidkant van het pand aan de Hoogstraat 3 en 5 als broedplaats. Het slopen van het pand zal negatieve effecten tot gevolg hebben indien nesten aanwezig zijn en daarom is het noodzakelijk om gedurende de broedperiode van de huismus (april – juni) en gierzwaluw (juni – juli) onderzoek uit te voeren naar mogelijke nestelende individuen.

De tuin en de groenstrook zijn geschikt als broed- en foerageergebied voor algemeen voorkomende vogels. De voorgenomen plannen zullen geen directe negatieve effecten hebben ten aanzien van dit foerageer- en/of broedgebied. Echter wordt wel aangeraden om de sloop uit te voeren buiten het broedseizoen zodat geluidsverstoring geen invloed zal hebben op broedende vogels.

4.2.7 Zoogdieren

Vleermuizen Uit de Atlas van de Nederlandse vleermuizen (Limpens et al.1997) en Korsten en Regelink (2010) blijkt dat de soorten gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis, laatvlieger, gewone grootoorvleermuis, franjestaart, kleine dwergvleermuis, meervleermuis, tweekleurige vleermuis en

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 17

watervleermuis (alle §3.2 wn) voorkomen in de wijdere omgeving van het plangebied (0-5 km).

Uit het veldbezoek blijkt dat het plangebied in beperkte mate geschikt is als foerageergebied voor vleermuizen. De tuin aan de achterzijde van de Hoogstraat 5 en de groenstrook aan de achterzijde van de Hoogstraat 3 dienen mogelijk als foerageergebied voor vleermuizen. Vleermuizen zoeken verblijfplaatsen in boomholtes en in kleine holtes in gebouwen. Uit het veldbezoek blijkt dat er geen boomholtes aanwezig zijn in de bomen die in de tuin en groenstrook staan, maar het te slopen pand aan de Hoogstraat 3 biedt mogelijkheden voor verblijfplaatsen. Er zijn meerdere kleine ruimtes aangetroffen aan de muren en dak aan de zuiden westkant van het pand. Aan de noord en oostkant van het gebouw ontbreekt het aan kleine openingen en ruimtes waar vleermuizen zich in kunnen verblijven. Het verbouwen van het pand aan de Hoogstraat 5 zal geen negatieve effecten hebben op vleermuizen. Bij dit gedeelte van het pand zijn geen kieren, openingen of open stootvoegen aangetroffen die kunnen dienen als verblijfplaats voor vleermuizen.

Overige zoogdieren Uit de gegevens van de NDFF blijkt dat binnen een straal van één kilometer van het plangebied de das, bunzing, egel, haas, hermelijn, konijn, ree, vos, wezel, algemene muissoorten (alle §3.3 wn) en de bever (§3.2 wn) voorkomen. Op een afstand van 1-5 km zijn damhert, eekhoorn en molmuis waargenomen (alle §3.3 wn).

Vanwege het ontbreken van stromend water kan de aanwezigheid van de bever in het plangebied worden uitgesloten. Het plangebied is grootendeels betegeld en alleen de groenstrook en de tuin dienen mogelijk als geschikt leefgebied voor algemeen voorkomende grondgebonden zoogdieren en dan met name voor de egel en algemene muissoorten.

Effectbeoordeling De tuin en groenstrook achter de panden aan de Hoogstraat 3 en 5 dienen mogelijk als foerageergebied voor vleermuizen. De sloop van de het pand aan de Hoogstraat 3 en verbouwing van de woning aan Hoogstraat 5 zullen hier geen invloed op hebben mits de activiteiten overdag plaatsvinden. Wel is de kans aanwezig dat vleermuizen verblijven in het pand aan de Hoogstraat 3 die zal worden gesloopt. Er wordt daarom aanbevolen om nader onderzoek uit te voeren naar gebouwbewonende soorten vleermuizen om het eventueel aantasten van verblijfplaatsen uit te kunnen sluiten.

De tuin en de groenstrook dienen mogelijk als leef- en foerageergebied voor de egel en algemene muissoorten. Het slopen van het pand en het verbouwen van de woning kan mogelijk voor een tijdelijke verstoring zorgen voor deze grondgebonden zoogdieren, maar hierna zal het plangebied weer beschikbaar zijn als leef- en foerageergebied.

Mitigerende maatregelen Het is noodzakelijk om gedurende de periode 15 mei t/m 30 september

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 18

onderzoek te doen naar verblijfplaatsen van vleermuizen bij het pand aan de Hoogstraat 3. Gedurende deze periode is het mogelijk om kraam- en/of zomerverblijfplaatsen en paarverblijfplaatsen te lokaliseren.

De voorgenomen plannen hebben mogelijk een tijdelijk negatief effect op de egel en algemene muissoorten door de tijdelijke verstoring van het slopen en construeren van nieuwbouw, maar zal hierna opnieuw beschikbaar zijn als leef- en foerageergebied. Voor de soorten die mogelijk voorkomen in de tuin en groenstrook (egel en algemene muissoorten) geldt overigens in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een algehele vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming. Het is derhalve niet noodzakelijk om mitigerende maatregelen te nemen voor deze zoogdiersoorten.

Conclusie Vleermuizen foerageren mogelijk in de tuin en groenstrook aan de achterzijde van de panden aan de Hoogstraat 3 en 5. De geplande maatregelen zullen geen invloed hebben op de tuin en groenstrook en het is daarom uit te sluiten dat er foerageergebied van vleermuizen verloren gaat. De foeragerende vleermuizen zullen weinig tot geen hinder ondervinden van de sloop en verbouwing mits deze overdag uitgevoerd worden. Het omliggende gebied biedt voldoende alternatieve foerageergebieden.

De kans is aanwezig dat het te slopen pand aan de Hoogstraat 3 in gebruik is als verblijfplaats voor vleermuizen. Het is daarom noodzakelijk om gedurende de periode 15 mei t/m 30 september onderzoek te doen naar verblijfplaatsen in het plangebied. Het onderzoek kan door één persoon uitgevoerd worden door te concentreren op activiteiten van vleermuizen aan de zuiden westkant van het gebouw. De noorden oostkant van het gebouw zijn ongeschikt geacht als verblijfplaats voor vleermuizen.

De groenstrook en tuin kunnen voor enkele grondgebonden zoogdieren zoals de egel en algemene muissoorten geschikt zijn als (onderdeel van hun) leefgebied. De geplande sloop en verbouwing in het plangebied op korte afstand van de tuin en groenstrook zorgen voor een tijdelijke geluidsverstoring. Echter geldt er voor de egel en algemene muissoorten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een algehele vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming.

5 Conclusies

Beschermde gebieden Gezien de relatief grote afstand tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied en de kleinschalige aard van de voorgenomen werkzaamheden is het redelijkerwijs uit te sluiten dat als gevolg van de voorgenomen plannen negatieve effecten ontstaan op Natura 2000-gebieden. Het is redelijkerwijs uit te sluiten dat de voorgenomen sloop en verbouwing een verslechtering van de natuurkwaliteit van het dichtstbijzijnde NNN tot gevolg zullen hebben.

Beschermde soorten In het plangebied komen mogelijk verschillende soorten voor die beschermd zijn onder

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 19

paragrafen 3.1, 3.2 en 3.3 van de Wet natuurbescherming. Een samenvatting van de conclusies is weergegeven in tabel 1 op pagina 25.

Soorten van paragraaf 3.1 van de Wet natuurbescherming De tuin en groenstrook zijn geschikt als foerageergebied en broedgelegenheid voor algemene vogelsoorten. Met de voorgenomen sloop en verbouwing zal het foerageergebied en broedgelegenheid in de tuin en groenstrook blijven bestaan, maar aangeraden wordt om activiteiten uit te voeren buiten het broedseizoen zodat broedende vogels geen last hebben van geluidsverstoring. Globaal loopt het broedseizoen van half maart tot en met juli. In de Wet natuurbescherming wordt echter geen standaardperiode voor het broedseizoen gehanteerd. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode.

Het pand aan de Hoogstraat 3 (voornamelijk de zuiden westkant) en 5 biedt meerdere mogelijkheden voor de huismus en de gierzwaluw om een nestgelegenheid te vinden en het slopen van de bebouwing zal negatieve effecten daarop hebben. Daarom is het noodzakelijk om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van de nestplaatsen van beide soorten gedurende het broedseizoen (huismus in april – juni en gierzwaluw in juni - juli).

Soorten van paragraaf 3.2 van de Wet natuurbescherming De tuin en groenstrook aan de achterzijde van de Hoogstraat 3 en 5 zijn geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. Foeragerende vleermuizen zullen weinig tot geen hinder ervaren van de sloop en verbouwing aangezien er in het omliggende gebied voldoende foerageergebied aanwezig is.

Mogelijk wordt het te slopen pand aan de Hoogstraat 3 door vleermuizen in gebruik genomen als verblijfplaats. Voornamelijk gaat het om de zuiden westzijde van het gebouw waar openingen bij het dak en muurwand mogelijkheden bieden als verblijfplaats voor vleermuizen. Om dit uit te sluiten is het noodzakelijk om gedurende de periode 15 mei t/m 30 september onderzoek te doen naar verblijfplaatsen. Vanaf de tuin aan de achterzijde van de Hoogstraat 3 is het door één vleermuisspecialist mogelijk om gedurende de periode uit te sluiten dat vleermuizen wel of niet voorkomen in het pand.

Soorten van paragraaf 3.3. van de Wet natuurbescherming De tuin en groenstrook dienen mogelijk als leefgebied voor de egel en algemene muizensoorten (alle §3.3 wn). De geplande maatregelen hebben geen directe invloed op deze locaties, maar de sloop en verbouwing kunnen voor geluidsverstoring zorgen. Voor de egel en algemene muizensoorten geldt ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie Utrecht een algehele vrijstelling van de verbodsbepalingen. Het nemen van mitigerende maatregelen is derhalve niet nodig.

De amfibiesoorten Alpenwatersalamander, bastaardkikker, kleine watersalamander, gewone pad en bruine kikker (§3.3 wn) gebruiken de tuin en groenstrook mogelijk als landhabitat. Echter hebben de geplande maatregelen geen effect op de groenstrook en tuin en derhalve ondervinden amfibieën geen negatieve effecten.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 20

Tabel 1. Overzicht mogelijk aanwezige en aangetroffen beschermde soorten

Soort(groep) Bescherming Functie Mogelijk Ontheffing Maatregelen plangebied effect nodig Algemene amfibiesoorten Landhabitat en §3.3 wn Nee Nee - en Alpenwatersalamander winterhabitat §3.1 wn Nee, op Ja, Slopen en verbouwen (nest niet Foerageer- en voorwaarde Vogels algemeen geluidshin buiten het jaarrond broedgebied uitvoeren der broedseizoen. beschermd) maatregelen Vleermuizen §3.2 wn Foerageergebied Nee - Verder onderzoek (mei – september) is noodzakelijk om uit te Vleermuizen §3.2 wn Verblijfplaatsen Ja Mogelijk sluiten dat er verblijfplaatsen aanwezig zijn Ja, Nee, algehele Egel §3.3 wn Leefgebied geluidsver - vrijstelling storing Ja, Leefgebied en Nee, algehele Algemene muizensoorten §3.3 wn geluidsver - verblijfplaatsen vrijstelling storing Verder onderzoek is §3.1 wn noodzakelijk om uit te Foerageer- en Huismus (nest jaarrond Ja Mogelijk sluiten dat er broedgebied beschermd) nestplaatsen aanwezig zijn Verder onderzoek (juni §3.1 wn - juli) is noodzakelijk Gierzwaluw (nest jaarrond Broedgebied Ja Mogelijk om uit te sluiten dat er beschermd) nestplaatsen aanwezig zijn

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 21

Geraadpleegde bronnen

Literatuur

+ Bos F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff, De Vlinderstichting, 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse Fauna 7. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden. + Creemers R.C.M. & J.J.C.W. van Delft (RAVON) (redactie). 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland, Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. + Kennisdocument Heikikker. Versie 1.0 Juli 2017. BIJ12 + Kennisdocument Poelkikker. Versie 1.0 Juli 2017. BIJ12 + Korsten, E. en Regelink J.R. Herkennen van potentiële vleermuiswaarden: in het kader van quickscans en andere ecologisch vooronderzoek. Zoogdiervereniging- rapport 2010.44. Zoogdiervereniging, Nijmegen. + Limpens, H., K. Mostert, W. Bongers, 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen, onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV Uitgeverij, Utrecht. + Ministerie van Economische Zaken, Brochure: Soortenbescherming bij ruimtelijke ingrepen, Lees hier wat de Wet natuurbescherming daarover regelt, versie 1.3 december 2016. + Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.

Internet

+ Natura 2000-gebieden, www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/googlemapszoek2.aspx, 22-2- 2018 + NNN, https://webkaart.provincie- utrecht.nl/viewer/app/Webkaart?bookmark=ded8ada3c97b49fca2d9554be774a6c5, 22-2-2018 + http://www.netwerkecologischemonitoring.nl/dataloket + Beschermde soorten NDFF: © NDFF - quickscanhulp.nl 02-02-2018 09:38:25 + Ecologie Heldenbok, Ministerie van Economische Zaken, http://minez.nederlandsesoorten.nl/content/heldenbok-cerambyx-cerdo, 10-02-2018 + Ecologie Juchtleerkever, Ministerie van Economische Zaken, http://minez.nederlandsesoorten.nl/content/juchtleerkever-osmoderma-eremita, 10-02-2018 + www.compendiumvoordeleefomgeving.nl + www.eis-nederland.nl + www.libellennet.nl + www.soortenbank.nl + www.telmee.nl + www.vlindernet.nl + www.waarneming.nl + www.zoogdiervereniging.nl + www.verspreidingsatlas.nl

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 22

Bijlage 1 Wet- en regelgeving

Wet natuurbescherming In Nederland is de bescherming van natuurwaarden sinds 1 januari 2017 geregeld in de Wet natuurbescherming. Deze wet regelt de bescherming van soorten, gebieden en houtopstanden en vervangt daarmee de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en Boswet. Daarnaast geldt per provincie beleid voor de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) genoemd).

Soortbescherming Op het gebied van soortbescherming is het uitgangspunt van de Wet natuurbescherming dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan; het ‘nee, tenzij-principe’. De Wet natuurbescherming kent een apart beschermingsregime voor soorten van de Vogelrichtlijn, een apart beschermingsregime voor soorten van de Habitatrichtlijn, het Verdrag van Bern en het Verdrag van Bonn en een apart beschermingsregime voor andere soorten, die vanuit nationaal oogpunt beschermd worden. Elk van deze beschermingsregimes kent zijn eigen verbodsbepalingen en vereisten voor vrijstelling of ontheffing van de verboden. De Wet natuurbescherming kent de volgende drie categorieën beschermde soorten: 1. Alle van nature in Nederland in het wild levende vogels beschermd volgens het beschermingsregime van de Europese Vogelrichtlijn, §3.1; 2. Soorten, niet vogels zijnde, van de Europese Habitatrichtlijn bijlage IV onderdeel a, het Verdrag van Bern bijlage II en het Verdrag van Bonn bijlage I, voor zover hun natuurlijke verspreidingsgebied zich in Nederland bevindt, §3.2; 3. ‘Andere soorten’, waaronder soorten die vanuit nationaal oogpunt bescherming behoeven, §3.3.

De drie beschermingsregimes kennen elk hun eigen verbodsbepalingen. De verbodsbepalingen voor vogels en overige Europese soorten (categorie 1 en 2) zijn letterlijk overgenomen uit respectievelijk de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Voor de andere, ‘nationaal’ beschermde soorten (categorie 3) gelden verbodsbepalingen die geïnspireerd zijn op de Habitatrichtlijn, maar in sommige opzichten minder streng zijn. In tabel 1 zijn de verbodsbepalingen per regime weergegeven.

Om af te mogen wijken van de verbodsbepalingen via een ontheffing of vrijstelling moet aan drie criteria zijn voldaan:  Er mag alleen van de verbodsbepalingen worden afgeweken als er geen andere bevredigende oplossing voor de handeling mogelijk is;  Er moet sprake zijn van een in de wet genoemd belang. De wet geeft voor de verschillende beschermingsregimes aan wat die belangen zijn, zoals ruimtelijke ontwikkeling, volksgezondheid of openbare veiligheid;  Er mag geen afbreuk worden gedaan aan de staat van instandhouding van de soort.

Als aan deze drie vereisten voldaan is, kan een ontheffing worden verleend. Voor een aantal handelingen is bovendien vrijstelling mogelijk, bijvoorbeeld in de vorm van een provinciale verordening of een gedragscode.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 23

Tabel 1. Verbodsbepalingen per categorie beschermde soorten

Categorie 1 (§ 3.1 Wn) Categorie 2 (§ 3.2 Wn) Categorie 3 (§ 3.3 Wn) Art 3.1 lid 1 Art 3.5 lid 1 Art 3.10 lid 1a Het is verboden in het wild levende Het is verboden soorten in hun Het is verboden soorten opzettelijk te vogels opzettelijk te doden of te natuurlijke verspreidingsgebied doden of te vangen vangen opzettelijk te doden of te vangen Art 3.1 lid 2 Art 3.5 lid 4 Art 3.10 lid 1b Het is verboden opzettelijk nesten, Het is verboden de Het is verboden de vaste rustplaatsen en eieren van vogels te voortplantingsplaatsen of rustplaatsen voortplantingsplaatsen of rustplaatsen vernielen of te beschadigen, of nesten van dieren te beschadigen of te van dieren opzettelijk te beschadigen van vogels weg te nemen vernielen of te vernielen Art 3.1 lid 3 Art. 3.5 lid 3 - Het is verboden eieren te rapen en Het is verboden eieren van dieren in deze onder zich te hebben de natuur opzettelijk te vernielen of te rapen Art 3.1 lid 4 en lid 5 Art 3.5 lid 2 - Het is verboden vogels opzettelijk te Het is verboden dieren opzettelijk te storen, tenzij de storing niet van verstoren wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort - Art 3.5 lid 5 Art 3.10 lid 1c Het is verboden plantensoorten in hun Het is verboden plantensoorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te plukken en te opzettelijk te plukken en te verzamelen, af te snijden, te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen ontwortelen of te vernielen

Zorgplicht Voor alle in het wild levende planten en dieren, ook niet beschermde soorten, kent de Wet natuurbescherming een zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat een ieder voldoende zorg in acht moet nemen voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. Dit betekent dat voorafgaand aan handelingen inzichtelijk moet zijn welke natuurwaarden aanwezig zijn, de kwetsbaarheid hiervan en de mogelijke gevolgen die de handeling hiervoor kan hebben. Bij de uitvoering van de handelingen dienen negatieve gevolgen zoveel mogelijk te worden voorkomen, dan wel beperkt of ongedaan te worden gemaakt. De zorgplicht is altijd van toepassing, ongeacht vrijstelling of ontheffing.

Natura 2000 (bron: Rijksoverheid)

In 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. De wet biedt een beschermingskader voor de flora en fauna binnen de aangewezen beschermde gebieden, de zogenaamde Natura 2000- gebieden en bijzondere nationale natuurgebieden.

De wet bepaalt dat projecten en andere handelingen die de kwaliteit van de habitats kunnen verslechteren of die een verstorend effect kunnen hebben op de soorten, niet mogen plaatsvinden

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 24

zonder vergunning. Ook plannen moeten getoetst worden op hun gevolgen voor de Natura 2000-gebieden. Dit gebeurt met de habitattoets.

De habitattoets bestaat uit drie onderdelen:  oriëntatiefase (en vooroverleg);  verslechterings- en verstoringstoets;  passende beoordeling.

De oriëntatiefase maakt geen deel uit van de in de wet geregelde procedures. In de praktijk is deze stap nodig. Gezamenlijk met het bevoegd gezag wordt bepaald of goedkeuring van het plan nodig is en welke verdere procedure doorlopen moet worden. Afhankelijk van de kans en omvang van de effecten op een Natura 2000-gebied bestaat de vervolgprocedure uit het uitvoeren van een verslechterings- en verstoringstoets, een passende beoordeling of geen enkele toetsing.

Indien er geen kans is op negatieve effecten op een Natura 2000-gebied is geen goedkeuring voor de plannen of het project nodig. Als uit de oriëntatiefase is gebleken dat er kans is op significant negatieve effecten voor het Natura 2000-gebied, dient een passende beoordeling te worden uitgevoerd. Indien uit de passende beoordeling blijkt dat er kans is op een significant negatief effect moet aan de volgende criteria worden voldaan:  er zijn geen alternatieve oplossingen voor het project die minder of geen negatieve effecten hebben voor het Natura 2000-(deel)gebied;  er is sprake van dwingende redenen van groot openbaar belang;  er is voorzien in compenserende maatregelen.

Alléén als aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan goedkeuring worden verleend.

Indien uit de oriëntatiefase is gebleken dat er een kans is op (niet-significante) negatieve effecten, dient een verslechterings- en verstoringstoets te worden uitgevoerd. Met dit onderzoek wordt bepaald:  of deze kans reëel is en  of de verslechtering of verstoring aanvaardbaar is.

Natuurnetwerk Nederland / Ecologische hoofdstructuur (bron: Rijksoverheid)

Natuurgebieden in Nederland zijn erg versnipperd. Het Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) heeft als doel om natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Door verbindingen tussen natuurgebieden te maken, kunnen planten en dieren zich makkelijker verspreiden over meer gebieden. Hierdoor zijn deze gebieden beter bestand tegen negatieve milieu-invloeden. In grotere natuurgebieden kunnen bovendien meer soorten planten en dieren leven.

Het doel van het afwegingskader Ecologische Hoofdstructuur is om de EHS als netwerk van natuurgebieden te beschermen tegen negatieve effecten van ruimtelijke ingrepen. Dat betekent niet dat ontwikkelingen zoals woningbouw en bedrijvigheid, verboden zijn. Door het doorlopen van het afwegingskader wordt vastgesteld of, en zo ja, onder welke voorwaarden een ontwikkeling in de Ecologische Hoofdstructuur kan worden toegelaten.

De bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur vindt plaats door het nee-tenzij-regime uit de Nota Ruimte. Dit houdt in dat ruimtelijke ingrepen in de EHS met een negatief effect op de EHS in principe niet zijn toegestaan. Onder voorwaarden kan hiervan worden afgeweken.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 25

De beleidsmatige basis voor het afwegingskader voor de Ecologische Hoofdstructuur is de Nota Ruimte. Daarnaast hebben Rijk en provincies een beleidskader Spelregels EHS opgesteld. Het beleidskader geeft een uitwerking, verduidelijking en aanscherping van de verschillende onderdelen van het afwegingskader. De provincies laten de inhoud van de Spelregels EHS doorwerken in het provinciaal ruimtelijk beleid. De bescherming van de EHS gebeurt via de regelgeving van de ruimtelijke ordening. Het beschermingsregime is onder de Wro door het Rijk vastgelegd in de AMvB Ruimte en werkt via provinciale verordeningen.

Quickscan flora en fauna, Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede, februari 2018 26

BIJLAGE 5 bij ruimtelijke onderbouwing

Resultaten onderzoek vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen d.d. 15 oktober 2018

Hoogstraat 3-5, Wijk bij Duurstede

Gemeente Wijk bij Duurstede

Resultaten onderzoek vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen

Hoogstraat 3-5 te Wijk bij Duurstede

Datum : 15 oktober 2018 Projectnummer : P18-0094 Opdrachtgever : Studio voor Architectuur & Interieur de Linden Nieuwstraat 11 3961 AE Wijk bij Duurstede Opgesteld door : I.J.J. Vleut Kwaliteitscontrole : N. Arts-Smits

Kader

De initiatiefnemer is voornemens de bebouwing op de locatie Hoogstraat 3 te Wijk bij Duurstede te slopen en nieuwbouw te realiseren en een deel van de woning op de Hoogstraat 5 te verbouwen.

In verband met de voorgenomen plannen is een toets flora en fauna uitgevoerd (Staro, P17-0366 QS Hoogstraat 3-5 te Wijk bij Duurstede). Hieruit is gebleken dat het pand mogelijkheden biedt voorverblijfplaatsen van vleermuizen en nestplaatsen van huismussen en gierzwaluwen. Deze verblijfplaatsen zijn jaarrond beschermd. Indien verblijfplaatsen van vleermuizen en/of nestplaatsen van huismussen en gierzwaluwen aanwezig zijn, leidt sloop of verbouwing van de panden tot overtreding van de Wet natuurbescherming. In deze notitie worden de resultaten van het nader onderzoek beschreven.

Figuur 1. Plangebied Hoogstraat 3-5 te Wijk bij Duurstede (geel)

Methode

Vleermuizen Het vleermuisonderzoek is uitgevoerd conform met het vleermuisprotocol van 2017. In het voorjaar van 2018 zijn drie veldbezoeken uitgevoerd om foerageergebied, vliegroutes en mogelijke kraamkolonie- en zomerverblijven van vleermuizen in of aan de gebouwen te kunnen vaststellen. Daarvan zijn twee avondrondes uitgevoerd in de periode 15 mei – 15 juli en is er een ochtendbezoek uitgevoerd in de periode 15 april – 15 augustus. In het najaar van 2018 zijn er twee nachtrondes uitgevoerd in de periode 15 augustus tot 1 oktober om foerageergebied, vliegroutes, paarverblijven vast te stellen en zwermgedrag dat een winterverblijfplaats van vleermuizen indiceert. Gewone dwergvleermuizen verkennen kleinere winterverblijfplaatsen het hele jaar door, met specifiek zwermgedrag vanaf eind juli tot eind september. Deze soort kan in de winter ook grote gebouwen gebruiken als massale winterverblijfplaats. De gebouwen kenmerken zich vooral door de flinke omvang, robuuste bouwstijl en de aanwezigheid van diepe spleetvormige ruimten (spouw, dilatatievoeg, holle vloerelementen etc.) waar meer dan honderden tot duizenden vleermuizen in kunnen verblijven. Om massale winterverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis vast te stellen is het noodzakelijk om twee nachtbezoeken in de periode 1 augustus tot 10 september tussen 0:00 uur tot 02:00 uur uit te voeren. De gewone dwergvleermuizen komen rond die periode massaal naar de winterverblijfplaats en zwermen daar rond. In dit geval is gekozen om geen onderzoek uit te voeren naar massale winterverblijfplaatsen van gewone dwergvleermuizen gedurende de nacht, omdat het gebouw niet voldoet aan de specificaties van een mogelijke massawinterverblijfplaats. De bouwmassa van het gebouw in het plangebied is niet dusdanig groot dat het geschikt is als massale winterverblijfplaats.

Het vleermuisonderzoek is uitgevoerd met behulp van verschillende batdetectors (Pettersson D240x en Anabat Walkabout). Vleermuizen maken ultrasoon geluid, en met de echo daarvan krijgen ze een geluidsbeeld van de omgeving. Wij kunnen dat geluid met het blote oor niet of nauwelijks horen, maar een batdetector zet het ultrasone geluid om naar een geluidsfrequentie die wij wel kunnen horen. Met de batdetectors die gebruikt zijn tijdens het vleermuisonderzoek is het mogelijk om opnames te maken van de geluiden. De Anabat Walkabout heeft als meerwaarde dat de sonogrammen van de geluiden van de vleermuizen gelijk zichtbaar zijn en in het veld kunnen worden geanalyseerd. De opnames van de batdetectors zijn, indien noodzakelijk, achteraf geanalyseerd met behulp van BatExplorer om met zekerheid de vleermuissoort vast te stellen.

De veldbezoek rondes zijn alleen uitgevoerd onder gunstige weersomstandigheden: droog, <5 bft wind en temperatuur boven 10 oC.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bezoekdata, onderzoeker(s), onderzochte soortgroep(en), moment op de dag en weersomstandigheden.

Tabel 1. Overzicht veldbezoeken, onderzoekers en weersomstandigheden. Onderzoekers: IV = Ivar Vleut

Periode datum tijd (van - tot) onderzoeker bewolking temp neerslag wind Voorjaar 25-5-2018 21.30 – 23.45 IV Helder 25 °C geen Windkracht 1 Voorjaar 25-6-2018 22.00 – 0.15 IV Helder 17 °C geen Windkracht 2 Voorjaar 26-6-2018 03.30 – 05.45 IV Licht bewolkt 11 °C geen Windkracht 1 Najaar 17-8-2018 22.00 – 0.00 IV Helder 14 °C geen Windkracht 1 Najaar 7-9-2018 21.30 – 23.30 IV Helder 15 °C geen Windkracht 2

Gierzwaluwen

2 van 13

Het gierzwaluwonderzoek is uitgevoerd conform de methode van de soortinventarisatieprotocollen van het Netwerk Groene Bureaus (NGB), versie juli 2017. Volgens het NGB protocol is het noodzakelijk om twee uur voor zonsondergang te starten met het onderzoek dat duurt tot zonsondergang.

In het plangebied zijn drie veldbezoeken uitgevoerd specifiek gericht op gierzwaluwen. Deze veldbezoeken zijn uitgevoerd op 4 en 25 juni en 10 juli 2018. Bij het onderzoek naar gierzwaluwen is gelet op de aanwezigheid van rondvliegende gierzwaluwen in de omgeving van de betreffende panden. Het gedrag van aanwezige gierzwaluwen is bestudeerd om te kunnen vaststellen of nestplekken van de vogels zich bevinden in de gebouwen binnen het plangebied. De weersomstandigheden, de data van de veldbezoeken en dergelijke zijn weergeven in tabel 2.

Tabel 2. Overzicht veldbezoeken, onderzoekers en weersomstandigheden. Onderzoekers: IV = Ivar Vleut, KK = Kees Konings datum tijd (van - tot) onderzoeker bewolking temp neerslag wind 4-6-2018 19.30 – 21.30 KK Bewolkt 22 °C geen Windkracht 2 25-6-2018 20.00 – 22.00 IV Helder 17 °C geen Windkracht 2 10-7-2018 20.00 – 22.00 KK Licht bewolkt 15 °C geen Windkracht 3

Huismussen Het huismusonderzoek is uitgevoerd conform de NGB soortinventarisatieprotocollen voor huismussen, versie juli 2017.

In het plangebied zijn twee veldbezoeken uitgevoerd specifiek gericht op huismussen. Deze veldbezoeken zijn uitgevoerd op 4 en 25 mei. Bij het onderzoek naar huismussen is gelet op de aanwezigheid van huismussen in de omgeving van de betreffende panden. Het gedrag van aanwezige huismussen is bestudeerd om te kunnen vaststellen of nestplekken van de vogels zich bevinden in de gebouwen aan de Hoogstraat. Verder is gekeken naar geschikt habitat voor de huismus binnen en rond het plangebied, zoals wintergroene struiken, foerageergebied, stofbaden en water. De weersomstandigheden, de data van de veldbezoeken en dergelijke, zijn weergeven in tabel 3.

Tabel 3. Overzicht veldbezoeken, onderzoekers en weersomstandigheden. Onderzoekers: IV = Ivar Vleut datum tijd (van - tot) onderzoeker bewolking temp neerslag wind 4-6-2018 14.00 – 15.30 IV Licht bewolkt 24 °C geen Windkracht 2 25-6-2018 14.00 – 16.00 IV Helder 20 °C geen Windkracht 2

3 van 13

Resultaten vleermuizen

Voorjaar 2018 Tijdens het voorjaar zijn drie rondes uitgevoerd, waarvan twee avondrondes en één ochtendronde. Gedurende deze onderzoeken zijn verscheidene foeragerende gewone dwergvleermuizen waargenomen rondom het plangebied, voornamelijk in de achtertuin behorend bij Hoogstraat 5 (figuur 2). Het plangebied vormt foerageergebied voor vleermuizen.

In het plangebied zijn meerdere vleermuizen aangetroffen die geen binding met het te herontwikkelen gebouw of directe omgeving bleken te hebben. Deze individuen zijn als “ter plaatse” aangegeven in de waarnemingen, zie figuur 2 en bijlage 1).

In het plangebied zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig. Ook zijn geen belangrijke vliegroutes aanwezig.

Figuur 2. Waarnemingen vleermuizen binnen en buiten het plangebied gedurende drie rondes in het voorjaar van 2018. Pp = Pipistrellus Pipistrellus – Gewone dwergvleermuis, Nn = Nyctalus noctula – Rosse vleermuis, het getal = het aantal dieren.

4 van 13

Najaar 2018 In het najaar van 2018 zijn twee rondes uitgevoerd. Tijdens de rondes zijn enkele gewone dwergvleermuizen binnen het plangebied waargenomen (figuur 3). Deze vleermuizen hadden geen binding met het plangebied. Er zijn geen foeragerende vleermuizen waargenomen binnen het plangebied. Ook zijn er geen verblijfplaatsen en vliegroutes waargenomen.

Figuur 3. Waarnemingen vleermuizen binnen en buiten het plangebied gedurende twee rondes in het najaar van 2018. Pp = Pipistrellus Pipistrellus – Gewone dwergvleermuis, Nn = Nyctalus noctula – Rosse vleermuis, het getal = het aantal dieren

5 van 13

Resultaten gierzwaluwen

Binnen het plangebied zijn geen giervluchten of nestlocaties van gierzwaluw waargenomen. Tijdens de rondes zijn foeragerende gierzwaluwen waargenomen boven het plangebied en giervluchten ten zuidwesten van het plangebied. Gierzwaluwen foerageren hoog boven gebouwen en hebben daar dan geen binding mee. Tijdens giervluchten vliegen de gierzwaluwen op nok en/of goothoogte door de straten.

Aan de huizen van de Singel 34 en 36 (buiten het plangebied) zijn invliegende gierzwaluwen waargenomen, op doe locaties bevinden zich meerdere nestlocaties van gierzwaluwen. De waarnemingen van de drie veldbezoeken staan gezamenlijk weergegeven in figuur 4.

Figuur 4. Waarnemingen gierzwaluwen binnen en buiten het plangebied gedurende drie rondes. Het getal = het aantal dieren.

6 van 13

Resultaten huismussen

Tijdens de twee veldbezoeken, specifiek uitgevoerd voor huismussen in juni 2018, zijn geen huismussen waargenomen in het plangebied. Tijdens deze veldbezoeken zijn geschikte schuilplekken voor huismussen waargenomen, zoals een haag, klimop en een struik in de achtertuin van de Hoogstraat 5, zie figuur 5. Echter, zijn binnen het plangebied geen huismussen waargenomen en hebben de genoemde groenelementen geen functie voor huismussen.

Buiten het plangebied zijn huismussen waargenomen bij de dakrand van de woning aan de Singel 42. Vermoedelijk gaat het hier om een nestlocatie van de huismus. De waarnemingen van huismussen tijdens de twee veldbezoeken zijn gezamenlijk weergegeven in figuur 5.

Figuur 5. Waarnemingen huismussen binnen en buiten het plangebied gedurende twee rondes en de groenelementen die mogelijk als habitat kunnen dienen voor de huismus.

7 van 13

Effectbeoordeling en toetsing Wet natuurbescherming

Vleermuizen

Foerageergebied Tijdens de drie veldbezoeken in het voorjaar zijn foeragerende gewone dwergvleermuizen aangetroffen binnen het plangebied in de achtertuin van Hoogstraat 5. De achtertuin blijf onaangetast en zal dus beschikbaar blijven als foerageergebied voor gewone dwergvleermuizen. Wel wordt geadviseerd om de werkzaamheden overdag uit te voeren om effect op foeragerende vleermuizen uit te sluiten.

Verblijfplaatsen In het plangebied zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen en de voorgenomen plannen en geplande werkzaamheden hebben dus geen negatief effect op verblijfplaatsen van vleermuizen.

Vliegroutes Er zijn binnen het plangebied geen vliegroutes van vleermuizen aangetroffen. De geplande werkzaamheden hebben derhalve geen negatief effect op vliegroutes van vleermuizen.

Gierzwaluwen Voor gierzwaluwen functioneert het luchtruim boven de wijk van het plangebied als foerageergebied. De voorgenomen plannen hebben hier geen effect op. In de omgeving van het plangebied zijn meerdere nestplaatsen van de gierzwaluw aanwezig. Echter, binnen het plangebied zijn geen nestplaatsen waargenomen van de gierzwaluw. De voorgenomen werkzaamheden hebben daarom geen effect op deze functie voor gierzwaluwen.

Huismussen Binnen het plangebied zijn geen huismussen waargenomen. De voorgenomen werkzaamheden hebben geen effect op de huismus.

8 van 13

Conclusie

Vleermuizen Het plangebied en de directe omgeving worden gebruikt als foerageergebied door gewone dwergvleermuis. De voorgenomen plannen hebben hier geen negatief effect op. In de gebouwen binnen het plangebied zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen vastgesteld.

Gierzwaluwen Binnen het plangebied zijn geen nestplekken van gierzwaluwen aangetroffen. In de lucht boven de wijk wordt gefoerageerd door gierzwaluwen en in de omgeving van het plangebied zijn meerdere verblijfplaatsen van gierzwaluwen aangetroffen. De voorgenomen plannen hebben hier geen negatief effect op.

Huismussen Tijdens de veldbezoeken voor huismussen zijn in het plangebied geen huismussen waargenomen. Op basis hiervan kan gesteld worden dat de voorgenomen plannen geen negatief effect hebben op de huismus.

Geconcludeerd kan worden dat de voorgenomen plannen ten aanzien van vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen geen overtreding van de Wet natuurbescherming tot gevolg hebben.

9 van 13

Literatuur

+ Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging. 2017. Vleermuisprotocol 2017, maart 2017. www.netwerkgroenebureaus.nl en www.zoogdiervereniging.nl. + Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2014. Soortenstandaard gewone dwergvleermuis. Versie 1.1, maart 2014. RVO-S12-401/BF15896 + Bij12. 2017. Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus. Kennisdocument. Versie 1.0 Juli 2017 + Lundberg, K., & Gerell, R. 1986. Territorial advertisement and mate attraction in the bat Pipistrellus pipistrellus. Ethology, 71(2), 115-124.

10 van 13

Bijlage 1. Waarnemingen per onderzoeksronde

PpPp –– PipistrellusPipistrellus PipistrellusPipistrellus –– GewoneGewone DwergvleermuisDwergvleermuis

Pp – Pipistrellus Pipistrellus – Gewone Dwergvleermuis

11 van 13

Pp – Pipistrellus Pipistrellus – Gewone Dwergvleermuis Nn – Nyctalus noctula – Rosse vleermuis

Pp – Pipistrellus Pipistrellus – Gewone Dwergvleermuis

12 van 13

Pp – Pipistrellus Pipistrellus – Gewone Dwergvleermuis