Hieronder Verstaan Wij Het Deel Van De Heuvelrug Tussen De Grens Met Noord Holland En De Spoorlijn Utrecht-Bilthoven-Amersfoort
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 STICHTING NATIONAAL LANDSCHAPSKUNDIG MUSEUM EN DOCUMENTATIECENTRUM “TELLURIS” Reeweg oost 145, 3312 CN DordreCht, Tel. 078-6147476 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- DE GEOPARELS VAN DE UTRECHTSE HEUVELRUG De uitzonderlijke landsChapshistorisChe buitens. Waar er een duidelijke relatie waarden van de UtreChtse Heuvelrug bestaat tussen de natuurlijke worden onder meer bepaald door zijn geostruCtuur en door de mens geCreëerde zelfs internationaal bijzondere gebiedskenmerken is de aardkundige aardkundige betekenis. Die houdt vooral gesteldheid dus tevens van verband met de grote versCheidenheid CultuurhistorisChe landsChapswaarde. aan stuwwalvormen en bovendien uit Een en ander werd ConCreter aangegeven miCroreliëf af te leiden invloed van in de broChure waarin onze stiChting smeltwater op de vormgeving van het bepleit de UtreChtse Heuvelrug te landsChap. GeowetensChappelijk van kwalifiCeren als een geopark. Nog veel belang bleken trouwens ook het plaatselijk gedetailleerdere informatie hierover voorkomen van geacCidenteerde versChaffen eChter de 73 windvormingen uit de laatste ijstijd en de landsChapshistorisChe gidsjes die wij aan versCheidenheid aan effeCten die de in de streek wijdden. In die gidsjes wordt historisChe tijd opgetreden verstuivingen steeds een klein deel van de heuvelrug sorteerden. beschreven. De geostruCtuur van de UtreChtse Bij de inventarisaties die aan de Heuvelrug is overigens tevens waardevol besChrijvingen voorafgingen bleken tal van vanwege haar invloed op het voorkomen situaties zo interessant en/of bijzonder dat en de ligging van de talrijke ze kunnen worden onderscheiden als Cultuur(pre)historisCh interessante geoparels. We laten die in dit overziCht landsChapselementen en -struCturen van per besChreven gebied de revue passeren. de streek. We denken dan onder andere Dat gebeurt per deelregio. aan de talrijke grafheuvels en oude HET NOORDWESTELIJK DEEL Hieronder verstaan wij het deel van de heuvelrug tussen de grens met Noord Holland en de spoorlijn Utrecht-Bilthoven-Amersfoort. De heuvelrug is daar vrij breed maar niet hoog. Bovendien wordt hij er bijna in tweeën gedeeld door de west-oost georiënteerde Laagte van Pijnenburg. Aan de oostzijde wordt die laagte door de kleine stuwwal van Soest gescheiden van het Eemland. Noordelijk van de laagte worden enkele nog kleinere stuwwallen omgeven door een pakket smeltwater- en windafzettingen. In het deelgebied liggen de plaatsen Lage Vuursche, Baarn, Soest en de noordelijke buurten van Bilthoven, Den Dolder en Soestduinen. 2 De Blauwe Koepel bij Baarn (G 95) De bossen bewesten Lage Vuursche Grotendeels op een stuwwalzoomterras (G 127) en op de westflank van de Baarnse Plaatselijk enigszins verstoven oude stuwwal gelegen, plaatselijk enigszins windvormingen. Door de verstuivingen geacCidenteerd gebied. In het oosten ontstond markant miCroreliëf met klifjes enkele groepen ronde kuilen en een rond en kleine trog- of dalachtige laagten. heuveltje. In het uiterste westen een door enkele groepen ronde kuilen verlevendigd De Stulp ten oosten van Lage Vuursche zandruggetje en een rivierachtig vijvertje. (G 102) Een enigszins verstoven deel van een Het staatsbos De Hooge Vuursche (G 97) stuwwalzoomterras met talrijke Op veel plaatsen reliëfrijk gebied met stuifbanken en -plateautjes, waartussen enkele waarsChijnlijk door winderosie ook enkele dalachtige laagten ontstonden. ontstane diepe kloofachtige laagten In het uiterste zuiden de langgerekte ondiepe terreindepressie van het Het Roosterbos bij Baarn (G 96) Pluismeer. Zuidwestelijk deel van de kleine Baarnse stuwwal, met enkele groepen ronde Het Paardenbos bij Baarn (G 98) kuilen, drie vrij markante grafheuvels en in Plaatselijk reliëfrijk gebied met enkele het uiterste zuidwesten enige trogachtige waarsChijnlijk door winderosie ontstane uitwaaiingslaagten. trogachtige laagten. In het noordoosten enige ronde kuilen. Het bosgebied ’t Hooge Erf bij De Hooge Vuursche (G 100) Baarn (G 93) Grotendeels op de lage VuursCher Markant stuwwalletje met een steile stuwwal gelegen gebied met enkele noordoostflank en enkele grote ronde kommetjes en grafheuvels. In het westen kuilen. een stuwwalzoomterras, waarvan het oppervlak wordt verlevendigd door jonge Het Baarnse Bos (G94) windvormingen. Intrigerende geofenomenen bleken vooral een middenin het bos gelegen stuifdalletje Het bosgebied De Zeven Linden bij De en de waarsChijnlijk door opsChaling van Hooge Vuursche (G 99) een kwelkrater ontstane ronde vijver. Op het oostelijk deel van de lage CultuurhistorisCh waardevol zijn met VuursCher stuwwal gelegen bosgebied name het deels uitstralende en loCaal met enkele groepen kommetjes, een geometrisChe lanenpatroon. grotere ronde terreindepressie en enkele oorspronkelijk mogelijk ronde, met elkaar De bossen bezuiden Lage Vuursche vergroeid lijkende kuilen. (G 128) Het oppervlak van oude windvormingen Het Beukenwoud benoorden Lage vertoont er enkele zw-no georiënteerde Vuursche (G 101) welvingen. Een sleChts weinig geacCidenteerd gebied onderaan de zuidwestflank van de lage De deels bebouwde stuwwal bij Soest VuursCher stuwwal. Bij de noordoostrand (G 119) ervan liggen enkele grafheuveltjes. Op het stuwwalletje intrigeren vooral de ligging en aanwezigheid van de 3 afzonderlijke hoogte, die bekend is als de grotendeels reliëfrijk gebied. Het meest Lazarusberg. CultuurhistorisCh van belang opvallend is een markant barrièreduin dat zijn zowel de restanten van een een plaatselijk nog stuivend gebied eeuwenoud akkerComplex als een omarmt. Elders in een gebied met minder grafheuvel en hol weggetje bij de zuidrand markante windvormingen enkele ronde van de kleine heuvelrug. heuveltjes en een paar plekken met evenwijdige ribbels. De Ridderoordse bossen bij Bilthoven (G 111) De Korte Duinen bij Soest (G 117) In het gebied waren fijnzandige LoCaal nog stuivend gebied met allerlei windafzettingen uit de laatste ijstijd de windvormingen. Aan de noordzijde afgelopen eeuwen onderhevig aan gemarkeerd door een reeks verstuivingen. Hieraan herinneren allerlei barrièreduinen, die in het westen typen jonge windvormingen met een plaatselijk wordt vergezeld door een lager veelal grillig reliëf. Daartoe behoren ook dijkachtig ruggetje. In het zuiden een enkele ovale laagten en door klifjes groep ronde heuveltjes en een omgeven kleine bekkens. De met name in stuifplateau met een zwerm kuilen. het noordwestelijk deel van het gebied vrij talrijke kommetjes zijn mogelijk eChter op Het Monnikenbos e.o. bij Amersfoort een andere wijze ontstaan. (G 118) Vrijwel geheel op een stuwwalzoomterras Het bos benoorden Den Dolder (G 114) gelegen bos- en heidegebied met een Complex markante (barrière)duinen, dat vijver en enkele opgeworpen hoge een laagte met een stuifriChel omsluit. heuvels. Elders loCaal groepen stuifbanken. Bij de zuidrand een lage welving behorende tot de noordflank van de De Zoom bij Den Dolder en Soest (G 115) stuwwal Den Dolder – Amersfoort. Markante stuifkliffen,tussen de Aan de westrand een markant spoorlijnen een paar evenwijdige reChte barrièreduin. In het noorden oud stuifdijkjes akkerland en een stuifklif. In de zuidwesthoek een bij een voormalige De Lange Duinen bij Soest (G 116) groeve gelegen grafheuvel Door (sub)reCente verstuivingen een HET BREDE CENTRALE DEEL Hieronder verstaan wij het deel van de Utrechtse Heuvelrug dat wordt begrensd door de spoorlijnen Utrecht-Bilthoven-Amersfoort en Utrecht-Maarn- Veenendaal-Ede. In he deelgebied is de heuvelrug vooral tussen De Bilt en Amersfoort opvallend breed en aanmerkelijk hoger dan bij Baarn en Soest. Twee met elkaar vergroeide stuwwallen vormen er een T-vormig complex, dat aan beide zijden wordt geflankeerd door smeltwater- en windafzettingen. In het westen vormen die een zone van verscheidene kilometers breedte, in het oosten een smaller terras. 4 Langs de noordrand van het gebied liggen een deel van Bilthoven, Den Dolder, Soestduinen en Amersfoort, verder zuidwaarts De Bilt, Soesterberg, Austerlitz en de noordelijke buurten van Maarn. Soesterberg e.o. (G 129) Markant deel van gebleven gebied. De grindrijke de stuwwal Den Dolder -Amersfoort. smeltwaterwaaier aan de zuidwestzijde Voornamelijk op het landgoed De Palts van de UtreChtse Heuvelrug raakte er op komen ronde kuilen voor. veel plaatsen bedekt met fijnzandige windafzettingen, die in historisChe tijd Het Bergkwartier van Amersfoort (G 106) sterk door verstuivingen werden GeomorfologisCh bijzonder doordat er verbouwd. Her en der vrij imposante twee door SCandinavisCh landijs jonge windvormingen. Zuidoostelijk van opgesChoven, overdekte en loCaal door het huis CanteClaer een markante dat ijs geëgaliseerde stuwwallen bij hun kronkelende duinribbel. In het noorden begin vergroeiden tot een markant ook twee bekkenachtige laagten, bij een noordwest-zuidwest georiënteerd plateau waarvan enkele kommetjes zijn gelegen met ten dele geterrasseerde flanken. In het uiterste noordoosten de komvormige bomkraters van het Deel Nimmerdor bij Amersfoort (G 107) Numansbos. Reeks markante (wind)zandruggen die mogelijk in de laatste ijstijd werd gevormd De Kozakkenput e.o. benoorden Zeist en later nog (enigermate) door (G 124) verstuivingen zou worden verbouwd. In een vrijwel vlak gebied gelegen Nimmerdor is overigens vooral imposante peervormige terreindepressie, landsChapsarChiteCtonisCh interessant. die is omgeven door een overwegend plateauachtige rug. De volgens sommigen De Biltse Duinen (G 112) ruim twee eeuwen geleden door militairen Plaatselijk bebouwd geraakt