1

STICHTING NATIONAAL LANDSCHAPSKUNDIG MUSEUM EN DOCUMENTATIECENTRUM “TELLURIS” Reeweg oost 145, 3312 CN Dordrecht, Tel. 078-6147476 ------

DE GEOPARELS VAN DE

De uitzonderlijke landschapshistorische buitens. Waar er een duidelijke relatie waarden van de Utrechtse Heuvelrug bestaat tussen de natuurlijke worden onder meer bepaald door zijn geostructuur en door de mens gecreëerde zelfs internationaal bijzondere gebiedskenmerken is de aardkundige aardkundige betekenis. Die houdt vooral gesteldheid dus tevens van verband met de grote verscheidenheid cultuurhistorische landschapswaarde. aan stuwwalvormen en bovendien uit Een en ander werd concreter aangegeven microreliëf af te leiden invloed van in de brochure waarin onze stichting smeltwater op de vormgeving van het bepleit de Utrechtse Heuvelrug te landschap. Geowetenschappelijk van kwalificeren als een geopark. Nog veel belang bleken trouwens ook het plaatselijk gedetailleerdere informatie hierover voorkomen van geaccidenteerde verschaffen echter de 73 windvormingen uit de laatste ijstijd en de landschapshistorische gidsjes die wij aan verscheidenheid aan effecten die de in de streek wijdden. In die gidsjes wordt historische tijd opgetreden verstuivingen steeds een klein deel van de heuvelrug sorteerden. beschreven. De geostructuur van de Utrechtse Bij de inventarisaties die aan de Heuvelrug is overigens tevens waardevol beschrijvingen voorafgingen bleken tal van vanwege haar invloed op het voorkomen situaties zo interessant en/of bijzonder dat en de ligging van de talrijke ze kunnen worden onderscheiden als cultuur(pre)historisch interessante geoparels. We laten die in dit overzicht landschapselementen en -structuren van per beschreven gebied de revue passeren. de streek. We denken dan onder andere Dat gebeurt per deelregio. aan de talrijke grafheuvels en oude

HET NOORDWESTELIJK DEEL

Hieronder verstaan wij het deel van de heuvelrug tussen de grens met Noord Holland en de spoorlijn -Bilthoven-Amersfoort. De heuvelrug is daar vrij breed maar niet hoog. Bovendien wordt hij er bijna in tweeën gedeeld door de west-oost georiënteerde Laagte van Pijnenburg. Aan de oostzijde wordt die laagte door de kleine stuwwal van Soest gescheiden van het Eemland. Noordelijk van de laagte worden enkele nog kleinere stuwwallen omgeven door een pakket smeltwater- en windafzettingen. In het deelgebied liggen de plaatsen Lage Vuursche, Baarn, Soest en de noordelijke buurten van Bilthoven, Den Dolder en Soestduinen.

2

De Blauwe Koepel bij Baarn (G 95) De bossen bewesten Lage Vuursche Grotendeels op een stuwwalzoomterras (G 127) en op de westflank van de Baarnse Plaatselijk enigszins verstoven oude stuwwal gelegen, plaatselijk enigszins windvormingen. Door de verstuivingen geaccidenteerd gebied. In het oosten ontstond markant microreliëf met klifjes enkele groepen ronde kuilen en een rond en kleine trog- of dalachtige laagten. heuveltje. In het uiterste westen een door enkele groepen ronde kuilen verlevendigd De Stulp ten oosten van Lage Vuursche zandruggetje en een rivierachtig vijvertje. (G 102) Een enigszins verstoven deel van een Het staatsbos De Hooge Vuursche (G 97) stuwwalzoomterras met talrijke Op veel plaatsen reliëfrijk gebied met stuifbanken en -plateautjes, waartussen enkele waarschijnlijk door winderosie ook enkele dalachtige laagten ontstonden. ontstane diepe kloofachtige laagten In het uiterste zuiden de langgerekte ondiepe terreindepressie van het Het Roosterbos bij Baarn (G 96) Pluismeer. Zuidwestelijk deel van de kleine Baarnse stuwwal, met enkele groepen ronde Het Paardenbos bij Baarn (G 98) kuilen, drie vrij markante grafheuvels en in Plaatselijk reliëfrijk gebied met enkele het uiterste zuidwesten enige trogachtige waarschijnlijk door winderosie ontstane uitwaaiingslaagten. trogachtige laagten. In het noordoosten enige ronde kuilen. Het bosgebied ’t Hooge Erf bij De Hooge Vuursche (G 100) Baarn (G 93) Grotendeels op de lage Vuurscher Markant stuwwalletje met een steile stuwwal gelegen gebied met enkele noordoostflank en enkele grote ronde kommetjes en grafheuvels. In het westen kuilen. een stuwwalzoomterras, waarvan het oppervlak wordt verlevendigd door jonge Het Baarnse Bos (G94) windvormingen. Intrigerende geofenomenen bleken vooral een middenin het bos gelegen stuifdalletje Het bosgebied De Zeven Linden bij De en de waarschijnlijk door opschaling van Hooge Vuursche (G 99) een kwelkrater ontstane ronde vijver. Op het oostelijk deel van de lage Cultuurhistorisch waardevol zijn met Vuurscher stuwwal gelegen bosgebied name het deels uitstralende en locaal met enkele groepen kommetjes, een geometrische lanenpatroon. grotere ronde terreindepressie en enkele oorspronkelijk mogelijk ronde, met elkaar De bossen bezuiden Lage Vuursche vergroeid lijkende kuilen. (G 128) Het oppervlak van oude windvormingen Het Beukenwoud benoorden Lage vertoont er enkele zw-no georiënteerde Vuursche (G 101) welvingen. Een slechts weinig geaccidenteerd gebied onderaan de zuidwestflank van de lage De deels bebouwde stuwwal bij Soest Vuurscher stuwwal. Bij de noordoostrand (G 119) ervan liggen enkele grafheuveltjes. Op het stuwwalletje intrigeren vooral de ligging en aanwezigheid van de 3 afzonderlijke hoogte, die bekend is als de grotendeels reliëfrijk gebied. Het meest Lazarusberg. Cultuurhistorisch van belang opvallend is een markant barrièreduin dat zijn zowel de restanten van een een plaatselijk nog stuivend gebied eeuwenoud akkercomplex als een omarmt. Elders in een gebied met minder grafheuvel en hol weggetje bij de zuidrand markante windvormingen enkele ronde van de kleine heuvelrug. heuveltjes en een paar plekken met evenwijdige ribbels. De Ridderoordse bossen bij Bilthoven (G 111) De Korte Duinen bij Soest (G 117) In het gebied waren fijnzandige Locaal nog stuivend gebied met allerlei windafzettingen uit de laatste ijstijd de windvormingen. Aan de noordzijde afgelopen eeuwen onderhevig aan gemarkeerd door een reeks verstuivingen. Hieraan herinneren allerlei barrièreduinen, die in het westen typen jonge windvormingen met een plaatselijk wordt vergezeld door een lager veelal grillig reliëf. Daartoe behoren ook dijkachtig ruggetje. In het zuiden een enkele ovale laagten en door klifjes groep ronde heuveltjes en een omgeven kleine bekkens. De met name in stuifplateau met een zwerm kuilen. het noordwestelijk deel van het gebied vrij talrijke kommetjes zijn mogelijk echter op Het Monnikenbos e.o. bij Amersfoort een andere wijze ontstaan. (G 118) Vrijwel geheel op een stuwwalzoomterras Het bos benoorden Den Dolder (G 114) gelegen bos- en heidegebied met een Complex markante (barrière)duinen, dat vijver en enkele opgeworpen hoge een laagte met een stuifrichel omsluit. heuvels. Elders locaal groepen stuifbanken. Bij de zuidrand een lage welving behorende tot de noordflank van de De Zoom bij Den Dolder en Soest (G 115) stuwwal Den Dolder – Amersfoort. Markante stuifkliffen,tussen de Aan de westrand een markant spoorlijnen een paar evenwijdige rechte barrièreduin. In het noorden oud stuifdijkjes akkerland en een stuifklif. In de zuidwesthoek een bij een voormalige De Lange Duinen bij Soest (G 116) groeve gelegen grafheuvel Door (sub)recente verstuivingen een

HET BREDE CENTRALE DEEL

Hieronder verstaan wij het deel van de Utrechtse Heuvelrug dat wordt begrensd door de spoorlijnen Utrecht-Bilthoven-Amersfoort en Utrecht-- -Ede. In he deelgebied is de heuvelrug vooral tussen De Bilt en Amersfoort opvallend breed en aanmerkelijk hoger dan bij Baarn en Soest. Twee met elkaar vergroeide stuwwallen vormen er een T-vormig complex, dat aan beide zijden wordt geflankeerd door smeltwater- en windafzettingen. In het westen vormen die een zone van verscheidene kilometers breedte, in het oosten een smaller terras. 4

Langs de noordrand van het gebied liggen een deel van Bilthoven, Den Dolder, Soestduinen en Amersfoort, verder zuidwaarts De Bilt, Soesterberg, Austerlitz en de noordelijke buurten van Maarn.

Soesterberg e.o. (G 129) Markant deel van gebleven gebied. De grindrijke de stuwwal Den Dolder -Amersfoort. smeltwaterwaaier aan de zuidwestzijde Voornamelijk op het landgoed De Palts van de Utrechtse Heuvelrug raakte er op komen ronde kuilen voor. veel plaatsen bedekt met fijnzandige windafzettingen, die in historische tijd Het Bergkwartier van Amersfoort (G 106) sterk door verstuivingen werden Geomorfologisch bijzonder doordat er verbouwd. Her en der vrij imposante twee door Scandinavisch landijs jonge windvormingen. Zuidoostelijk van opgeschoven, overdekte en locaal door het huis Canteclaer een markante dat ijs geëgaliseerde stuwwallen bij hun kronkelende duinribbel. In het noorden begin vergroeiden tot een markant ook twee bekkenachtige laagten, bij een noordwest-zuidwest georiënteerd plateau waarvan enkele kommetjes zijn gelegen met ten dele geterrasseerde flanken. In het uiterste noordoosten de komvormige bomkraters van het Deel Nimmerdor bij Amersfoort (G 107) Numansbos. Reeks markante (wind)zandruggen die mogelijk in de laatste ijstijd werd gevormd De Kozakkenput e.o. benoorden en later nog (enigermate) door (G 124) verstuivingen zou worden verbouwd. In een vrijwel vlak gebied gelegen Nimmerdor is overigens vooral imposante peervormige terreindepressie, landschapsarchitectonisch interessant. die is omgeven door een overwegend plateauachtige rug. De volgens sommigen De Biltse Duinen (G 112) ruim twee eeuwen geleden door militairen Plaatselijk bebouwd geraakt maar bosrijk gegraven kuil wekt de indruk een grote gebleven gebied. In de noordwesthoek kwelkrater te zijn. een mysterieus complex welvingen dat tot 14 meter boven NAP reikt. Zuidoostelijk De bossen benoorden Austerlitz (G 110) daarvan waren fijnzandige Het gebied occupeert een noord-zuid windafzettingen uit de laatste ijstijd in de georiënteerd, asymmetrisch afgelopen eeuwen onderhevig aan stuwwalgedeelte, waarvan de oostelijke verstuivingen, die op enkele plekken flanken het steilst zijn. In het zuidelijk en mogelijk bleven. westelijk deel van het gebied komen In het zuiden raakte een ondiepe enkele markante grindrijke heuvels van terreindepressie vanuit haar omgeving onbekende genese voor. grotendeels overdekt met een Het stuwwalgedeelte raakte in de laatste uitwiggende stuifzandmantel. Daarbij ijstijd grotendeels bedekt met fijnzandige ontstond een stuifbank, waarvan vooral windafzettingen, die de afgelopen eeuwen de westelijke en zuidelijke buitenranden werden verbouwd door verstuivingen. door klifjes wordt gemarkeerd. Mogelijk ontstonden daarbij het locaal aanwezig hollebollig microreliëf en de Bosch en Duin (G 113) plaatselijk aangetroffen bolle heuveltjes. Grotendeels met villa’s en andere Sommige heuveltjes lijken door de wind te woningen bebouwd, maar groenrijk zijn gestroomlijnd. 5

Waar de stuwwal bezanding bespaard Bij de Zeisterweg verstoven oude bleef komen her en der kleine kommen en windafzettingen, waarvan de verlaagde troggen voor. delen vooral aan de noordzijde worden omgeven door een imposant stuifklif met De bossen bij Leusden (G 108) grillige contouren. Op de door het klif Bezuiden Amersfoort gelegen deel van gemarkeerde stuifbank een geïsoleerd een uitgestrekt vrij breed rond heuveltje en een ovale kleine laagte. stuwwalzoomterras. Aan de noordkant van het gebied de in Windafzettingen uit de laatste ijstijd historische tijd vrij sterk verstoven zone vormen er bijna overal de ondiepe van de Treeker Duinen. Behalve kleine ondergrond. heuvels ontstonden er enkele stuifbanken, Het oppervlak ervan was omstreeks het een stuiftrog en drie vrijwel in elkaars eind van de laatste ijstijd plaatselijk vrij verlengde gelegen, deels bochtige sterk geaccidenteerd. Met name die duinrichels. reliëfrijke delen van de windafzettingen Bij de oostrand van het gebied komen werden in historische tijd plaatselijk aarden walletjes voor. verbouwd door verstuivingen. In de omgeving van de Doornse Weg Opmerkelijk is vooral de aanwezigheid van herinneren bundels noord-zuid een ongeveer zzw-nno georiënteerde georiënteerde geultjes waarschijnlijk aan reeks deels bekkenachtige laagtes. de verstuivingen die het vroegere verkeer Mogelijk zijn het restanten van een over ongebaande wegen veroorzaakte. overigens grotendeels door de wind opgevuld smeltwaterdal. en Panbos bij Zeist (G 120) Een gebied met allerlei jonge Het Treekerpunt e.o. (G 109) windvormingen. Bijzondere Noordelijk van de Zeisterweg gelegen geofenomenen bleken er met name een reliëfrijk deel van een uitgestrekt markant stuifplateau in het noorden van stuwwalzoomterras. Beerschoten en kronkelende stuifrichel in Westelijk van de Treekerweg een door het westen van het Panbos. Vooral steile flanken begrensde, imposante cultuurhistorisch van belang zijn de geïsoleerde zandige heuvelpartij met een sprengen, uitzichtterp, ronde vijver en bijzondere geomorfologische gesteldheid. deels door aarden walletjes geflankeerde Een soort terras secondeert de hoogste voormalige schapendrift van Beerschoten. delen ervan. Het oppervlak van de heuvelpartij vertoont ook enkele ovale Het Sanatoriumbos in Zeist (G 121) depressies. De bovengrond van de Door bebouwing omsloten geraakt heuvelpartij is sterk uitgeloogd bospark met jonge duinvormingen. Zuidoostelijk van de Treekerweg een Aandacht verdienen vooral de imposante eveneens sterk uitgeloogd systeem duinruggen langs de noordrand van het zandruggetjes. gebied en een middenin het bos gelegen Onderlangs het meest oostelijke ruggetje bochtige stuifrichel. Cultuurhistorisch ligt een ven. Bij de westrand van het waardevol is de voormalige uitzichtterp gebied wordt een van de zandruggetjes met ijskelder en waarschijnlijk ook het gekroond door een tweetal grafheuvels. ronde heuveltje bij de graslandzone. De vrij oude zandige hoogte en ruggetjes zijn mogelijk windvormingen uit de laatste ijstijd. 6

Pavia en het Zeisterbos (G 122) windvormingen. Enkele van de steile Aardkundig boeien met name enkele flanken omgeven korte kloofdalachtige stuifkliffen, het hoge barrièreduin de laagten. Stuifheuvel en de vrij imposante jonge duinformaties bij de Boswerf. Omgeving Berghuisje bij Maarn (G 64) Cultuurhistorisch intrigeren vooral de In het westen een stuwwalgedeelte met landschapsparken van de beide een vrij steile oostflank. Ook een voormalige buitens, het rechthoekige aangrenzend deel van een aangrenzend padenpatroon en de vegetatiekenmerken stuwwalzoomterras met een ondiepe die karakteristiek zijn voor de oudste ondergrond van grinderige smeltwater- en herbebossingen van de Utrechtse zandige windafzettingen die in historische Heuvelrug. tijd plaatselijk onderhevig waren aan verstuivingen. Op de stuwwal ten westen De Breul – Kerckebosch in en bij Zeist van het Berghuis een markant oud (G 123) (wind)zandruggetje. Hier en daar een of Bijzondere geofenomenen van het thans meer ronde (graf)heuveltjes grotendeels bebouwde gebied bleven nog een tweetal stuifplateautjes, op een Noordhout bij Maarn (G 65) waarvan een kerkje werd gebouwd. De Grotendeels een stuwwalgedeelte met Breul is vooral landschapsarchitectonisch enkele plateaus, terrassen en pasachtige interessant. dwarslaagten. Vooral een flauwe zuidwestelijke stuwwalglooiing raakte Duinen van Hoog Kanje bij Zeist (G 21) plaatselijk bedekt door windafzettingen, Grinderige smeltwaterwaaier, bedekt door waarvan het geaccidenteerde oppervlak in historische tijd sterk verstoven oudere wordt verlevendigd door (zw-no windvormingen. Enkele (geïsoleerde) georiënteerde) kleine heuvels en ruggen. markante heuvelpartijen. In het oosten een stuwwalzoomterras met een ondiepe ondergrond van smeltwater- Heidestein bij Zeist (G 1) en windafzettingen. Zuidelijk van het Grinderige smeltwaterwaaier met in landhuis De Hoogt enkele kleine kommen historische tijd sterk verstoven en troggen. windvormingen, locaal in de vorm van een zwerm ronde heuveltjes en dijkachtig Omgeving van het Henschotermeer ruggetje. Ook een diep ingegraven spreng. (G 124) Bij een omstrande ontzandingsplas Duinen van Bornia bij Driebergen (G 53) gelegen deel van een plaatselijk door Gebied waar een grindrijke duinformaties bedekt geraakt, uitgestrekt smeltwaterwaaier in de laatste ijstijd stuwwalzoomterras. Vooral interessant bedekt raakte met zandige door de aanwezigheid van enkele windafzettingen. Die werden in historische stuifplateautjes en een thans door de tijd vooral verder noordoostwaarts waterpartij omgeven imposante bochtige verbouwd door verstuivingen. Daarbij duinrug, waarvan het oppervlak wordt ontstonden enkele stuifplateaus en deels verlevendigd door enkele ovale heuvels en door steile flanken begrensde markante laagten.

7

HET LANGE ZUIDOOSTELIJK DEEL TOT DE DARTHUIZERPOORT

Hieronder verstaan wij het deel van de Utrechtse Heuvelrug tussen de spoorlijn Utrecht-Maarn-Veenendaal-Ede en de door smeltwater in de Utrechtse Heuvelrug aangebrachte coupure, die bekend werd als de Darthuizerpoort. De heuvelrug is er smaller dan bij De Bilt, Zeist en Amersfoort. De ruggegraat van het deelgebied wordt gevormd door de langste stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug. Die koerst bij Amersfoort zuidwaarts tot hij die tussen en Maarn de steven wendt naar het zuidoosten. In het gebied liggen Driebergen-Rijsenburg, Doorn en het zuiden van Maarn.

Driebergen-Rijsenburg (G 55) imposante duinformaties. Tot de jonge Zone smeltwater- en windafzettingen met windvormingen behoren mogelijk ook een van nature slechts weinig enkele ronde heuveltjes. Bij het fietspad geaccidenteerd oppervlak, waar de mens langs de noordrand van het gebied bleek enkel eeuwen geleden her en der een zo’n geofenomeen echter een grafheuvel rivierachtige waterpartij of glooiende te zijn. heuvels creëerde Het Heihuis bij Maarn en Doorn (G 66) Rijsenburgse en Driebergse Bos (G 54) In westelijke richtingen hellende Zone langs de zuidzijde van de spoorlijn stuwwalflank met enkele voormalige Zeist – Ede, waar een grinderige smeltwaterdalletjes. smeltwaterwaaier op veel plaatsen bedekt Ook enkele rijen oude raakte met zandige windafzettingen, die in (wind)zandruggetjes. Enkele rijen historische tijd bijna overal onderhevig kommetjes. Een ervan is wnw-ozo, de waren aan verstuivingen. Ook door de andere zw-no georiënteerd. mens gecreëerd reliëf in de vorm van laagten met waterpartijen, glooiende Stameren en Hoog Moersbergen bij heuvels en enkele sprengendalen. Maarn en Doorn (G 67) Stuwwalgedeelte met een breed plateau, Het Mollebos bij Driebergen (G 56) enkele voormalige smeltwaterdalletjes en Het alleruiterste noordoosten van het een aantal oude (wind)zandruggetjes. gebied ligt op de flank van een nnw-zzo Diverse rijen kommetjes. Hier en daar georiënteerd stuwwalgedeelte. Elders enkele grafheuvels, waarvan enkele zijn bestaat de ondiepe ondergrond van het omgeven door een ringwalletje. Mollebos voor een belangrijk deel uit smeltwaterafzettingen, die in de laatste De bossen tussen Maarn en Doorn (G 68) ijstijd vooral verder naar het westen Stuwwalgedeelte met een plateau, bedekt raakten met fijnzandige terrassen en een pas. Ook enkele valleien windzanden. met een voormalig smeltwaterdalletje. De sedimenten die de wind vormde Kommenrijen verlevendigen sommige zouden de afgelopen eeuwen op de markante bolle stuwwalflanken. Op de meeste plaatsen worden verbouwd door zuidelijke stuwwalflanken ook enkele verstuivingen, die locaal nog steeds grafheuveltjes. mogelijk zijn. Aan de vroegere verstuivingen herinneren her en der zelfs 8

De bossen bezuiden Maarn (G 69) De Hoogstraat bij (G 70) Overwegend een stuwwalgedeelte met plateau en enkele terrassen, aan beide een plateau en vrij steile noordoostflank. zijden geflankeerd door een vallei met een Ook een aangrenzend deel van een voormalig smeltwaterdalletje. Hier en stuwwalzoomterras. Vooral bovenaan de daar een bolle stuwwalflank met een rij flank enkele rijen kommetjes. Verder kommetjes. In het noorden een gebogen hellingafwaarts bundels geultjes. Op het dubbele rij kommetjes, deels geflankeerd terras een aantal locaal in historische tijd door markante ruggetjes. Daar ook enkele verstoven oude (wind)zandruggetjes. geultjes. Vooral daarop ook enkele grafheuveltjes. Met name op de westflank een aantal (vrij grote) grafheuvels. De Kaapse Bossen bij Doorn (G 62) Stuwwalgedeelte met enkele plateaus, De Folcoldusheuvel e.o. bezuiden terrassen en dwarslaagten. Ook vier (G 126) droogdalletjes van sterk uiteenlopende Grote ronde heuvel, bestaande uit lengte. Vooral in het noordoosten ronde opgestuwde afzettingen. Vooral kuilen en enkele bundels geultjes interessant door zijn bijzondere vorm en ligging ten opzichte van andere De Ruiterberg en Diepwel bij Doorn stuwwalgedeelten. (G 63) Stuwwalgedeelte met enkele plateaus, De Darthuizerberg bij Leersum (G 71) terrassen, dwarslaagten (passen) en Het stuwwalgedeelte noordwestelijk van voormalige smeltwaterdalletjes. Bovenaan de imposante smeltwaterpoort bij markante hellinggedeelten reeksen ronde . Enkele voormalige kuilen. smeltwaterdalletjes. Hier en daar een Hier en daar ook enkele geultjes. Enkele bolle stuwwalflank met een rij kommetjes. verspreide ronde (graf)heuvels Op de zuidoostflank enkele ronde (graf)heuveltjes. Een aantal rechte aarden walletjes.

HET LANGE ZUIDOOSTELIJK DEEL VOORBIJ DE DARTHUIZERPOORT

Voorbij de door smeltwater gecreëerde coupure Darthuizerpoort is de Utrechtse Heuvelrug het hoogst. Bij reiken enkele plateauachtige stuwwalkruinen er zelfs tot 66 à 69 meter boven NAP. De sterkere opstuwing van de plateaus was mogelijk een gevolg van hun ligging tussen twee ijslobben. Voorbij Elst werd de Utrechtse Heuvelrug door de grote rivieren vooral aan de zuidwestzijde ondermijnd. Hieraan herinnert onder andere de steile zuidflank van de Grebbeberg. Twee kilometer ten oosten van Rhenen eindigt de Utrechtse Heuvelrug abrupt. De hoofdoorzaak daarvan was dat hij er tot aan het Veluwemassief door de rivieren werd geslecht. Op het meest zuidoostelijk deel van de Utrechtse Heuvelrug ontstonden Leersum, Amerongen, Overberg, Elst, Rhenen en Achterberg. 9

Vlakbij de Utrechtse Heuvelrug liggen in de Gelderse Vallei drie lage ministuwwallen, op twee waarvan een deel van Veenendaal werd gebouwd.

Het Leersumse Veld (G 130) plateau. Ook enkele smeltwaterdalletjes. Plaatselijk geaccidenteerd gebied met ten Hier en daar een in historische tijd dele oude windvormingen. Vooral verstoven oude windzandrug. interessant door de aanwezigheid en Voornamelijk bovenaan de zuidwestflank ligging van een zone terreindepressies met vrij veel kommetjes. Elders op sommige vennen. plaatsen bobbelig microreliëf. Bovenaan de zuidwestflank ook hier en De Ginkelse Duinen bij Leersum (G 131) daar enkele grafheuvels. Vooral lager op Deel van een stuwwalzoomterras met vrij die flank een aantal aarden walletjes van sterk verstoven oude windvormingen. sterk uiteenlopende lengte.

Het Breeveen bij Leersum (G 75) De Hoge Ginkel bij Amerongen (G 76) Noordoostelijk van de imposante Deels vrij hoog stuwwalgedeelte. Ook smeltwaterpoort bij Darthuizen gelegen enkele voormalige smeltwaterdalletjes. deel van een uitgestrekt Op sommige plaatsen enkele kommetjes. stuwwalzoomterras met een ondiepe Aan de noordwestkant geschampt door vochtige laagte en hogere een boogvormig systeem oude terreingedeelten waar oude (wind)zandruggetjes. In het zuiden enkele (wind)zandruggetjes in historische tijd grafheuvels. plaatselijk werden verbouwd door verstuivingen. In het westen ook enkele De Rojesteinse Berg bij Amerongen (G 80) grafheuvels. Noordelijke uitstulping van de Utrechtse Heuvelrug, die vanuit en tussen twee Het Kors Paterpad e.o. bij Leersum (G 74) kleine ijslobben werd opgestuwd. Reikt in Deel van het uitgestrekte het zuiden tot 66 meter boven NAP. stuwwalzoomterras benoorden de smalle Een kilometer noordelijker buigt de rug Donderberg met oude geleidelijk lager wordend naar het westen (wind)zandruggetjes, die in historische tijd om. deels werden verbouwd door Nog verder noordwaarts eindigt de verstuivingen. uitstulping met een terras, op de In een vlak terreingedeelte restanten van noordelijke flanken waarvan enkele kleine een prehistorische raatakker. (akker)terrassen voorkomen. Met name op enkele bolle De Donderberg e.o. bij Leersum (G 72) hellinggedeelten worden rijen kommetjes Oostelijk van de imposante aangetroffen. Bundels overwegend smeltwaterpoort bij Darthuizen gelegen noordnoordoostwaarts lopende geultjes smal en relatief laag stuwwalgedeelte met groeven de oostelijke stuwwalflank. enkele kuilenreeksen, wat geultjes en enige dalletjes. Ook enkele kleine groeven. De Vlakke Berg bij Amerongen (G 77) Stuwwalgedeelte met reeksen kommetjes, Het Zuylensteinse Bos bij Leersum (G 75) bundels geultjes en bovenaan een dalflank Een overwegend wnw-ozo georiënteerd een groep evenwijdige zandribbels. middelhoog stuwwalgedeelte. Zich manifesterend als een enigszins geleed 10

De Amerongse Berg (G 78) zuidelijk deel van het gebied ligt een Tot 69 meter boven NAP reikend deel van markant rond (graf)heuveltje. de Utrechtse Heuvelrug. Respectievelijk aan de noordwest- en zuidoostzijde door De Galgenberg bij Elst (G 79) een vallei en pas gescheiden van andere Gelede westelijke randpartij van het grote hoge stuwwalgedeelten. Ook een enkel stuwwalplateau, dat bekend is als de voormalig smeltwaterdalletje. In het Elsterberg. zuidwesten een netwerk aarden walletjes. Van de Amerongse Berg gescheiden door een markante pas. De stuwwalletjes van Veenendaal (G 92) Op en bij de hoogst gelegen plek van de Enkele in en bij Veenendaal gelegen kleine randpartij een groep kommen. Bij de pas stuwwallen. De verreweg grootste is een enkele grafheuvel. agrarisch cultuurland en bekend als de Emminkhuizerberg. De tot 21 meter boven De Elster Berg (G 81) NAP reikende hoogte ligt noordwestelijk Vrij hoog zuidelijk deel van een van Veenendaal. Hij wordt gesneden door stuwwalboogje dat vooral de er verdiept aangelegde spoorlijn noordwestwaarts goed is te zien. Utrecht – Ede – Arnhem. Ten noorden van Slechts enkele korte reeksen kommetjes. de spoorlijn werd een hoogte bij de Hier en daar een smeltwaterdalletje. Op noordwesthoek van de glaciale rug de zuidflank van de Elsterberg enkele afgegraven. Bezuiden de spoorlijn zijn groepen grafheuvels. Een wijdmazig net enkele percelen van de stuwwalflank lange aarden walletjes. verlaagd. In de bebouwde kom van Veenendaal Het Prattenburgse Bos bij Veenendaal reiken twee andere stuwwalletjes tot 13 (G 82) meter boven NAP. De noordelijkste Een vrij hoog en tamelijk groot daarvan valt minder op en werd bewesten stuwwalplateau, aan beide zijden door de Holleweg verlaagd. een pas gescheiden van enkele andere Het zuidelijke stuwwalletje is een vrij hooggelegen stuwwalgedeelten. Ook markante rug, op een deel waarvan een enkele valleien met een voormalig plantsoen werd aangelegd. smeltwaterdalletje. Slechts weinig De aanwezigheid van de beide microreliëf. Op de noordflank een stuwwalletjes was van invloed op de complex aarden walletjes. In het zuiden situering van een oude kerk en twee een drooggevallen sprenggeul. antieke molens. Ook andere bebouwing werd vroeger trouwens bij voorkeur op de De Buurtse Berg (G 84) kleine stuwwallen neergezet. Vrij hoog smal stuwwalplateau dat aan de noordoostzijde wordt begrensd door een De heideveldjes bij Overberg (G 91) grote voormalige groeve. Vooral bovenaan Op een stuwwalzoomterras gelegen deels de plateauflanken komen (ronde) kleine vrij reliëfrijk gebied met enkele markante kuilen voor. Daar ligt ook een vrij windzandruggetjes. markante grafheuvel.

Het Egelmeer e.o. bij Veenendaal (G 83) De Remmerdense Heide (G 85) Een uitgeveende natte terreindepressie De langste stuwwal van de Utrechtse van een stuwwalzoomterras wordt er Heuvelrug vertoont er enkele omsloten door een stuwwalboogje. In het zuidwestelijke uitlopers. 11

Ter weerszijden ervan dalen enkele stuwwalplateaus liggen enkele vrij grote dalletjes af naar het rivierengebied. In de grafheuvels. hoogste gebiedsdelen komen ronde kuilen Vlakbij Rhenen valt de aanwezigheid van en een bundel nw-zo georiënteerde kleine een markant asymmetrisch dal op. troggen voor. Wat dichter bij het rivierengebied liggen De stad Rhenen (G 88) verscheidene grafheuvels. Een smal maar markant stuwwalgedeelte wordt er gedomineerd door een Het Remmersteinse Bos (G 86) overwegend wnw-ozo georiënteerd Vrij hoog stuwwalgedeelte met een plateau dat tot 51 meter boven NAP reikt. geterrasseerde zuidwestelijke uitloper. De zuidwestflank van de stuwwal wordt Bovenaan de flanken van het verlevendigd door een van de weinige stuwwalplateau liggen enkele ovale holle weggetjes die de Utrechtse terreindepressies en een aantal Heuvelrug rijk is. grafheuvels. Hier en daar werden al vrij lang geleden rechte aarden walletjes De Laarsenberg bij Rhenen (G 89) gecreëerd. Noordelijk deel van een markant Het plateau wordt aan beide zijden door stuwwalplateau met een door een pas van andere hoge akkerterrasjes verlevendigde glooiende stuwwalgedeelten gescheiden. Via de noordflank passen lopen enkele dalletjes naar het rivierengebied of de Gelderse Vallei. De Grebbeberg (G 90) Zuidelijk deel van een markant De Thymse Berg (G 87) stuwwalplateau met een beeldbepalend Enkele plateaus worden er door passen hoog erosieklif en het geomorfologisch van elkaar en andere relatief hoge zeer bijzondere droogdalletje De Zwitserse stuwwalgedeelten gescheiden. Via de Vallei. Het oostwaarts lopende dalletje passen lopen een aantal dalletjes naar het begint met een kloofachtig gedeelte, in de rivierengebied of de Gelderse Vallei. zuidelijke flank waarvan enkele Een paar plateaus vertonen een min of sneeuwnissen ontstonden. Verder meer geterrasseerde zuidwestelijke oostwaarts verbreedt het dalletje zich om uitloper. een markant rond heuveltje. Daar voorbij Bovenaan de stuwwalflanken komen stijgt de dalbodem over enige afstand. De locaal kleine (ronde) kuilen voor. Daar Zwitserse Vallei eindigt boven het niveau bevindt zich bij een kruispunt van van het rivierengebied. historische verbindingen ook een vrij Bovenaan het erosieklif is een diepe peervormige terreindepressie die vroegmiddeleeuwse ringwallenburcht een bekend is als de leemkuil. Op de cultuurhistorisch zeer bijzonder zuidwestelijke flanken van twee geofenomeen.

Dordrecht, mei 2016 Dr. H.A. Visscher