COLLEGE

JAARSTUKKEN 2019

Inhoudsopgave

BESTUURSVERSLAG ...... 3 Instellingsgegevens ...... 3 Kerncijfers 2019 met vergelijkende cijfers voorgaande jaren ...... 5 Algemeen ...... 6 Verslag van de Raad van Toezicht ...... 7 Financiële ontwikkelingen in het boekjaar ...... 8 Relevante ontwikkelingen ...... 9 Beleggen en belenen ...... 11 Toekomstparagraaf ...... 11 Risicoanalyse ...... 15 JAARREKENING ...... 17 A. Balans per 31 december 2019 ...... 17 B. Staat van baten en lasten over 2019 ...... 18 C. Kasstroomoverzicht over 2019 ...... 19 Grondslagen ...... 20 Toelichting op de balans per 31 december 2019 ...... 27 1 Actief ...... 27 2 Passief ...... 31 Financiële instrumenten en samenwerkingsverbanden ...... 33 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen ...... 34 Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2019 ...... 35 3 Baten ...... 35 4 Lasten ...... 38 Transacties met verbonden partijen ...... 43 Resultaatbestemming ...... 43 Gebeurtenissen na balansdatum ...... 43 Overzicht geoormerkte subsidies ...... 43 WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector ...... 44 Ondertekening raad van bestuur en raad van toezicht ...... 45 OVERIGE GEGEVENS ...... 46 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ...... 46

Cals College – Jaarstukken 2019 2

BESTUURSVERSLAG Instellingsgegevens

Naam instelling : Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. Adres : Vreeswijksestraatweg 6 A Postadres : Postbus 128 Postcode / plaats : 3430 AC Nieuwegein Telefoon : 030-6036604 E-mail : [email protected] Internet-site : www.cals.nl

Samenstelling College van Bestuur

Bestuurder : De heer drs. N.G.T. de Jong

Nevenfuncties bestuurder

Samenstelling Raad van Toezicht

Voorzitter : De heer drs. E.A. Hoette Vice - voorzitter : De heer mr. drs. W.F. Merkus RA : Mevrouw mr. Z.J. Oosting : De heer drs. J.W. van der Woude : De heer mr. M.A.J. Versteeg : Mevrouw drs. M. van der Werf CMC

Nevenfuncties Raad van Toezicht

Cals College – Jaarstukken 2019 3

Stichtingenregister De Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. te Nieuwegein is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te onder nummer 41179498.

Bestuursnummer : 49155 Brin-nummer(s) : 00VY - Cals College - sector VO

Contactpersonen : De heer drs. N.G.T. de Jong, bestuurder. De heer H.J. de Vetter, hoofd Financiën en Beheer

Verbonden partijen : Cals Stichting Vreeswijksestraatweg 6A 3432 NA Nieuwegein Voorzitter dhr. drs. E.A. Hoette Beheerstichting Cals College

Stichting Samenwerkingsverband VO Zuid Utrecht Bosruiter 16 3435 EM Nieuwegein Directeur dhr. J. Gidela Uitvoeringsorgaan Passend Onderwijs

Kernactiviteit Het Cals College is een open katholieke scholengemeenschap voor tweetalig vwo, gymnasium, atheneum, havo en vmbo, met een school in Nieuwegein en een school in IJsselstein. Een actieve school die in een veilige omgeving aan leerlingen en medewerkers ruimte biedt voor groei en ontwikkeling. De kernactiviteit is het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.

Juridische structuur en organisatie Het bestuur van de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o., gevestigd te Nieuwegein, berust bij de bestuurder. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het beleid van de bestuurder. De beleidsvoorbereiding en –uitvoering vallen onder de verantwoordelijkheid van de bestuurder. Samen met de rector van de vestiging IJsselstein, de rector van de vestiging Nieuwegein en het hoofd financiën en beheer, vormijn zij het Bestuur en Management Team.

Cals College – Jaarstukken 2019 4

Kerncijfers 2019 met vergelijkende cijfers voorgaande jaren

Cals College – Jaarstukken 2019 5

Algemeen

Missie Het Cals College is een open katholieke school voor vmbo, havo, atheneum, gymnasium en technasium met een vestiging in Nieuwegein en een vestiging in IJsselstein. In de missie staat dat het Cals College een actieve school is, waar leerlinggericht en vernieuwend wordt gewerkt. De vier kernwaarden zijn openheid, veiligheid, vertrouwen en verbinding. Dit is zichtbaar in de manier waarop we met elkaar leren, werken en samen leren. In het recente schoolplan 2022 zijn de hoofdlijnen van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid, het kwaliteitsbeleid en het financieel beleid vastgelegd.

Onze ambities zijn het verzorgen van hoogwaardig onderwijs, dat niet alleen is gericht op onderwijsrendement, maar ook op socialisatie en persoonsvorming. Het financieel beleid is primair gericht op het waarborgen van de continuïteit van de organisatie. Omdat de focus vooral gericht blijft op de onderwijskwaliteit, het personeel en de interne organisatie, leidt dit tot investeringen in onder meer professionalisering van het personeel, de kwaliteit van de schoolleiding, de integratie van ICT in het onderwijsproces en het stimuleren van een ambitieuze cultuur van leren en ontwikkelen voor zowel docenten als leerlingen. In 2017 zijn in dialoog met interne en externe stakeholders de onderwijskundige ambities geformuleerd: versteviging van de verbinding met de buitenwereld, maatwerk (curriculum met een vast kern- en keuzedeel voor leerlingen), begeleiding van leerlingen en een vitale leergemeenschap. Deze ambities zijn vastgelegd in het onderwijskundig beleidskader 2018-2022.

In het jaarverslag 2019 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde onderwijskwaliteit en de bedrijfsvoering. Daarover wordt gesproken met ouders, leerlingen, basisscholen, collega-scholen en gemeenten.

Beleid gericht op beheersing van uitkeringsuitgaven Het Cals College voert een actief beleid gericht op de re-integratie van werknemers in het arbeidsproces. De afdeling Personeel en Organisatie biedt ondersteuning in de vorm van o.a. loopbaan coaching, interne begeleiding en outplacement.

Afhandeling klachten Het Cals College heeft een klachtenregeling. In 2019 heeft de bestuurder geen formele klacht ontvangen.

Cals College – Jaarstukken 2019 6

Verslag van de Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van de bestuurder en op de algemene zaken in het Cals College. Dit toezicht vindt plaats op de hoofdlijnen van het beleid en is gericht op het bewaken van de continuïteit van de school. Conform de statuten is de Raad van Toezicht verantwoordelijk voor de goedkeuring van strategische beleidsplannen, de begroting en de financiële jaarrekening. Naast de toezichthoudende taak heeft de Raad van Toezicht ook een adviserende taak voor het bestuur van het Cals College en vervult in dat kader ook een klankbordfunctie voor de bestuurder. Het Cals College conformeert zich aan de code goed bestuur.

De agenda van de vergadering van de Raad van Toezicht bestaat uit enkele vaste onderwerpen (kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid, bedrijfsvoering) en actuele externe- en interne ontwikkelingen. De algemene zaken worden in de vergaderingen onder meer besproken aan de hand van periodieke managementletters van de bestuurder aan de Raad van Toezicht.

In 2019 heeft de Raad van Toezicht zes maal vergaderd. In het voorjaar heeft de Raad van Toezicht deelgenomen aan een strategiebijeenkomst met de bestuurder en een vertegenwoordiging van de schoolleiding. Tijdens de vergaderingen is gesproken over de onderwijskwaliteit, huisvesting, de financiële bedrijfsvoering en de nieuwe code good governance. Overeenkomstig de statuten heeft de Raad van Toezicht in juni 2019 de jaarstukken 2018 en in december 2019 de begroting 2020 goedgekeurd. Specifieke punten waaraan de Raad van Toezicht aandacht heeft besteed waren de onderwijskundige ontwikkelingen in Nieuwegein, samenwerkingsverband Sterk Techniek Onderwijs, ontwikkelingen rond de bovenschoolse tussenvoorziening De Linie, de integriteitscode en klokkenluidersregeling. Specifieke aandacht was er voor het inspectieonderzoek naar de kwaliteit van de vmbo-examens.

Na eerdere voorbereiding door een interne werkgroep governance zijn in 2019 de vernieuwde statuten van de schoolstichting bij de notaris gepasseerd en zijn de geactualiseerde reglementen definitief vastgesteld en goedgekeurd.

In verband met het aangekondigde vertrek in september 2020 van de bestuurder van het Cals College heeft de Raad van Toezicht na consultatie van de beide rectoren en de Medezeggenschapsraad, eind 2019 het functieprofiel en de procedure voor de werving en selectie voor de nieuwe bestuurder vastgesteld en formeel voor advies aan de Medezeggenschapsraad voorgelegd. Inmiddels is de procedure afgerond en de nieuwe bestuurder is per 15 augustus 2020 benoemd.

Een afvaardiging van de Raad van Toezicht spreekt tenminste één keer per jaar met de Medezeggenschapsraad. De voorzitter van de Raad van Toezicht en de bestuurder hebben driewekelijks overleg over relevante ontwikkelingen binnen de school. De remuneratiecommissie heeft in januari en juni 2019 het jaarlijks functioneringsgesprek met de bestuurder gevoerd.

Naast de bevoegdheid van de Raad van Toezicht om de begroting en de jaarrekening jaarlijks goed te keuren geeft zij de bestuurder zowel gevraagd als ongevraagd (financieel) advies. Over belangrijke financiële onderwerpen vindt (in)formeel overleg plaats met het lid van de Raad van Toezicht met het aandachtsgebied financiën.

Jaarlijks is de controlerend accountant aanwezig in de vergadering van de Raad van Toezicht waar de jaarrekening wordt goedgekeurd. Tijdens deze vergadering geeft de accountant toelichting op zijn bevindingen en conclusies uit de controle en geeft adviezen voor verbetering of aanscherping van procedures. Tevens worden de financiële kengetallen van de school door de Raad van Toezicht met de accountant besproken.

Cals College – Jaarstukken 2019 7

Financiële ontwikkelingen in het boekjaar

In de begroting was rekening gehouden met een positief resultaat van 405.000 euro. Het boekjaar 2019 sluit met een positief resultaat op de gewone bedrijfsvoering van 852.412 euro. Dit betekent een rentabiliteit van 2,6 %.

Het positieve resultaat wordt ten gunste van de algemene reserve gebracht. Het verschil van 447.412 euro tussen het begrote en gerealiseerde resultaat vloeit voort uit hogere baten van 1.599.376 euro, hogere lasten van 1.152.742 euro en een 779 lager financieel resultaat. De hogere baten worden veroorzaakt door een niet begrote verhoging van de GPL vanuit OCW en extra aanvullende bekostiging vanuit OCW in december. De lasten zijn hoger dan begroot door hogere personele en overige lasten.

De financiële positie is gezond. Sinds enkele jaren is de planning- en control cyclus versterkt door het werken met periodieke eindejaarsprognoses. Daarnaast is prioriteit gegeven aan de verbetering van risicomanagement en de systematiek van financiële meerjarenramingen.

De “kapitalisatiefactor” is de indicator voor de hoeveelheid kapitaal die een onderwijsinstelling aanhoudt voor zijn onderwijsactiviteiten. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal (te verminderen met de waarde van gebouwen en terreinen) te delen door de totale baten (inclusief de rentebaten). Voor het Cals College is de kapitalisatiefactor licht toegenomen van 55,0 % (2018) naar 55,8 % (2019).

De huisvestingsratio is gestegen door hogere huisvestingslasten dan voorgaand jaar en investeringen in de schoolgebouwen van zowel de vestiging IJsselstein als de vestiging Nieuwegein.

De leerling-leraar ratio voor de vestiging IJsselstein is gedaald doordat het leerlingenaantal sterker is gedaald dan de formatie. Bij de vestiging Nieuwegein is de ratio licht gedaald bij een gestegen formatie en een toename van het aantal leerlingen door de vorming van een extra brugklas.

Het eigen vermogen staat ter vrije beschikking van de school.

Eind 2019 heeft de Raad van Toezicht de begroting 2020 en de meerjarenraming 2021 - 2024 goedgekeurd. Op middellange termijn zien wij als belangrijke financiële risico’s de stijgende loonkosten door een stijging van de gemiddelde leeftijd van het personeel en de demografische ontwikkeling in de regio (‘krimp’). Op dit moment is de liquiditeit ruim voldoende om de lasten van personeel en materieel te kunnen betalen. De toekomstparagraaf bevat een uitgebreide beschrijving van de toekomstige financiële ontwikkelingen inclusief een meerjarenstaat van baten en lasten en meerjarenbalans.

Mede in het perspectief van de financiële ontwikkeling als gevolg van de afnemende instroom in IJsselstein is een meerjarenplan opgesteld, dat is gericht op de afstemming van het personeelsbestand op de toekomstige stabiele schoolomvang. Ook is de managementstructuur aangepast met een rector en slechts drie schoolleiders. Met het oog op het behoud van het marktaandeel wordt ook geïnvesteerd in de ontwikkeling van een attractief en onderscheidend onderwijsconcept dat is gebaseerd op maatwerk, flexibiliteit, verbinding met de buitenwereld en meer samenhang tussen vakken. De onderwijsvisie is uitgewerkt in het visiedocument ‘Starten met het doel voor ogen’.

In Nieuwegein is er sprake van een financieel gezonde situatie. De onderwijskwaliteit is volgens de onderwijsinspectie van een goed niveau. De vestiging Nieuwegein heeft als focus de verbetering en vernieuwing van het onderwijsproces. Onderwijskundige speerpunten zijn maatwerk, formatief evalueren en de integratie van ICT in het onderwijs. In de meerjarenbegroting is een bedrag van ongeveer 1 miljoen euro opgenomen om de werkdruk te verlagen en de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen. Deze investeringen staan vooral ook in het perspectief van de realisatie van de onderwijskundige ambities en de huur van extra onderwijsruimte.

Cals College – Jaarstukken 2019 8

Relevante ontwikkelingen

Algemeen De komende jaren heeft de primair- en voortgezet onderwijs te maken met een groeiend kwantitatief en kwalitatief lerarentekort. Het bestuur van het Cals College participeert actief in het Onderwijspact Utrecht, een samenwerkingsverband van schoolbesturen in voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs en de lerarenopleidingen in de regio Utrecht. Hoofddoel is gezamenlijke oplossing van het probleem van het lerarentekort. In 2019 heeft het Cals College samen met een zestal onderwijsbesturen in de regio , Bilthoven, Nieuwegein en hiervoor een subsidie van het ministerie van OCW ontvangen. Voor de komende twee jaren zal opnieuw een subsidieaanvraag worden ingediend. Het strategisch personeelsbeleid is gericht op goed werkgeverschap, het binden en boeien van nieuw talent en de ontwikkeling van loopbaanpaden voor docenten.

Het Kabinet heeft extra geld voor het primair en voortgezet onderwijs (300 miljoen euro) beschikbaar gesteld voor de aanpak van het lerarentekort. De vakbonden, werkgeversorganisaties en het ministerie van OC&W hebben hierover afspraken vastgelegd in een convenant. In het voortgezet onderwijs bepalen schoolbesturen en lerarenteams waaraan het geld het beste besteed kan worden. Ze kunnen het bijvoorbeeld uitgeven aan ontwikkeltijd, werkdrukverlichting, begeleiding van startende leerkrachten, begeleiding van zij-instromers, onderwijsinnovatie of maatregelen voor arbeidsmarktvraagstukken. Het Cals College IJsselstein ontvangt een bedrag van ruim €225.000 (4.500 taakuren). Het Cals College Nieuwegein ontvangt een bedrag van €350.000 (7.000 taakuren). Het consultatieproces over de inzet van deze convenantsgelden is volle gang.

Daarnaast staat de vestiging IJsselstein voor de opdracht de komende jaren de bedrijfsvoering af te stemmen op de afnemende schoolomvang. Belangrijke oorzaken zijn de demografische krimp (met name in de gemeente IJsselstein), de afnemende belangstelling voor het VMBO. De realisatie van de nieuwe onderwijsvleugel heeft ertoe geleid dat bijna alle opleidingen zijn geconcentreerd in één schoolgebouw. In 2020 zal ook de afdeling Bouwen, Wonen en Interieur vanuit Nieuwegein worden overgeplaatst naar IJsselstein. Het Cals College, het Kalsbeek College, het Wellant College, ROC Midden Nederland, ROC Rijnland, het bedrijfsleven (Vrienden van de Techniek, Woerdens Techniek Talent) en het Futura College hebben een samenwerkingsverband gevormd om in de regio //IJsselstein het techniekonderwijs te versterken. Medio 2019 hebben zij gezamenlijk een subsidie van ongeveer 3 miljoen euro van het ministerie van OCW ontvangen om de kwaliteit van het technisch onderwijs te behouden en te verbeteren.

De voortschrijdende technologische ontwikkelingen zullen meer impact hebben op het onderwijs. Uitdagend en gepersonaliseerd onderwijs vragen nadrukkelijk ook om meer integratie van ICT in het onderwijsproces. Bovendien is het de ambitie om een lerende organisatie te zijn, waarbij de technologie de uitwisseling van kennis en innovatie faciliteren. Het streven is erop gericht om in 2020 te komen tot een portal voor alle medewerkers (sociaal intranet). In het proces van het AVG proof maken van de organisatie zijn weliswaar al grote stappen gezet, maar het informatiebeveiligingsbeleid vraagt om meer aandacht. Een belangrijk speerpunt is een veilige externe connectiviteit.

De uitbraak van het Corona (Covid-19) virus heeft geen invloed op de financiën van de school of de continuïteit. De uitbraak heeft natuurlijk wel gevolgen voor de vorm van het onderwijs (in één keer naar digitaal), het vervallen van het centraal schriftelijk eindexamen en het niet doorgaan van alle excursies, (buitenlandse) reizen en stages.

Cals College – Jaarstukken 2019 9

Strategisch HRM beleid Het strategische HRM is volop in ontwikkeling en is gericht op de realisatie van de ambities van de organisatie, die zijn vastgelegd in het schoolplan 2018-2022. Daarbij is sprake van afstemming op allerlei externe ontwikkelingen, zoals het groeiende lerarentekort, technologische en demografische ontwikkelingen. Er wordt via scholing en intervisie geïnvesteerd in de kwaliteit van de leidinggevenden, die cruciaal zijn in de uitvoering van het personeelsbeleid. Uitgangspunten zijn werken vanuit vertrouwen, leiderschap op alle niveaus en brede en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. De gesprekscyclus is gericht op ontwikkeling en scholing, onderwijsresultaten, de individuele bijdrage aan de organisatiedoelen en het welbevinden van de medewerkers.

Het Cals College heeft een generatiepact regeling en ruime mogelijkheden voor maatwerk afspraken (i-deals) en coaching. De vestiging in Nieuwegein is een academische opleidingsschool. Op de vestiging IJsselstein wordt hard gewerkt aan het verkrijgen van het keurmerk opleidingsschool. Daarnaast zijn belangrijke speerpunten de intensivering van het inwerkprogramma voor instromende docenten en de ontwikkeling van functiedifferentie en loopbaanpaden voor medewerkers.

Verbonden partijen Op dit moment beschikt het Samenwerkingsverband VO Zuid-Utrecht over een reboundvoorziening als onderdeel van Anna BTV De Linie. Van deze voorziening kunnen alle voortgezet onderwijsscholen binnen het SWV VO Zuid-Utrecht gebruik maken. Leerlingen die om welke reden dan ook vastlopen op hun eigen school krijgen hier gedurende twaalf weken onderwijs. Dit onderwijs is gericht op een snelle terugkeer naar de school van herkomst. Mocht dit niet lukken, dan wordt de school van herkomst ondersteund bij het zoeken naar een passende onderwijsplek voor de leerling. Van de reboundvoorziening binnen Anna BTV De Linie (Doorstart) maken jaarlijks ongeveer 30 leerlingen gebruik. Het streven is erop gericht om in 2020 te komen tot andere inrichting en governance van deze reboundvoorziening onder verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband. De onderwijsinspectie heeft de onderwijskwaliteit van de reboundvoorziening als onvoldoende beoordeeld en heeft gewezen op het bestaande inadequate governance model.

Interne en externe kwaliteitszorg In 2019 heeft een brede oriëntatie op de beschikbaarheid op digitale kwaliteitszorgsystemen plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot het instellen van een projectgroep kwaliteitszorg, die verantwoordelijk is voor een pilot interne kwaliteitszorg op beide vestigingen. Het is de bedoeling dat in het schooljaar 2020/21 een integraal systeem van kwaliteitszorg operationeel is.

Toetsing en examinering` De onderwijsinspectie heeft in 2019 onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de schoolexamens in het vmbo. Daarbij zijn tekortkomingen vastgesteld, die door het schoolbestuur zijn hersteld. Dit heeft geleid tot aanpassing van het examenreglement en de programma’s van toetsing en afsluiting. De ontwikkeling van een visie op toetsing en examinering is volop gaande. De focus ligt de komende jaren vooral op formatieve toetsing.

Onderwijsresultaten De onderwijsinspectie heeft alle opleidingen van beide vestigingen positief beoordeeld. De basiskwaliteit van alle opleidingen in IJsselstein is op orde. In Nieuwegein is zowel de havo- als de vwo-afdeling als goed beoordeeld. De inspanningen blijven gericht op een voortdurende verbetering en vernieuwing van het onderwijs. De vier centrale onderwijskundige thema’s zijn vastgelegd in het onderwijskundig beleidskader 2018 - 2022. Beide vestigingen hebben deze thema’s uitgewerkt in onderwijskundige plannen.

Instroom van leerlingen Op de vestiging IJsselstein hebben zich zo´n 240 leerlingen aangemeld. Op de vestiging Nieuwegein zijn er zo´n 350 aanmeldingen. Bij geen enkele school in de regio behoefde er een loting plaats te vinden. Alle leerlingen zijn geplaatst op hun school van eerste voorkeur. Opvallend is dat er dit jaar 150 à 200 leerlingen minder leerlingen (in totaal ongeveer 1950 leerlingen) op de scholen in de regio zijn geplaatst.

Cals College – Jaarstukken 2019 10

Beleggen en belenen

Binnen het Cals College is een “Treasurystatuut” opgesteld, deze is in juni 2017 geactualiseerd. Hierin is een meerjaren kasstroomoverzicht opgenomen waarin de kasstromen voor de komende vijf jaar zichtbaar zijn gemaakt. Het Cals College maakt onderscheid tussen publieke en overige middelen. Voor zover dat niet expliciet anders is vermeld worden de middelen als publieke middelen beschouwd. Het beleggingsbeleid is gericht op het vermijden van risico’s. In dat kader werkt het Cals College met “schatkistbankieren”: liquiditeiten worden aangehouden op een rekening courant bij het Ministerie van Financiën. De stichting maakt geen gebruik van derivaten en/of overige complexe financiële instrumenten.

Toekomstparagraaf

De streefdoelen van het Cals College zijn vastgelegd in het ambitieplan 2013 – 2017, die ook aansluiten op ambities uit het Sectorakkoord VO 2014-2017, zoals de vormgeving van uitdagend onderwijs, brede vorming van leerlingen (Bildung) en de school als lerende organisatie.

Kengetallen personeel en leerlingen Stand op 2019 2020* 2021* 2022* 31-12

Personeel (fte) **

Docenten 225,0 212,0 210,0 210,4

Directie 15,8 16,8 16,8 16,8

OOP 70,5 68,0 68,0 68,0

Leerlingen

Per 1-10*** 3.709 3.579 3.462 3.434

* Prognose ** Het aantal fte docenten per einde boekjaar is exclusief externe inhuur bij uitzendbureaus. *** Het leerlingenaantal betreft het aantal bekostigde leerlingen uitgaande van 1 oktober vorig kalenderjaar.

De leerlingenprognose is gebaseerd op de ervaringscijfers, het huidige belangstellingspercentage onder basisschoolleerlingen en de maximale schoolomvang. De personele bezetting is afgeleid van het geprognosticeerde aantal leerlingen, waarbij de ratio docent/leerling niet is gewijzigd. Aangezien de geprognosticeerde daling in leerlingenaantallen geleidelijk plaatsvindt, is de verwachting dat de terugloop in personeel gedeeltelijk door natuurlijk verloop plaatsvindt (zie voor nadere informatie onder ‘Risicoanalyse’ hieronder).

Cals College – Jaarstukken 2019 11

Planning & control cyclus Bij het opstellen van de jaarlijkse begroting wordt structureel een meerjarenraming voor t+4 opgesteld. Deze meerjarenraming wordt op basis van de meest actuele cijfers doorgerekend: het personeelsbestand van de maand september van jaar t wordt, rekening houdend met periodieken, bindingstoelage, e.d., voor vier kalenderjaren doorgerekend met behulp van het programma Afas (salarisadministratiepakket). De andere posten worden voor de komende vier jaar op basis van ervaringscijfers zo goed mogelijk geschat. Hierbij geldt jaar t als daadwerkelijke begroting voor het komende jaar en de jaren daarna als zogenaamde early warning zodat er op tijd kan worden bijgestuurd. Driemaal per jaar wordt er een eindejaarsprognose voor het kalenderjaar opgesteld. De afwijkingen ten opzichte van de begroting en de eventuele eerdere eindejaarsprognose en de risico’s worden geanalyseerd.

Daarnaast wordt bij investeringsplannen van een substantiële omvang (vanaf € 50.000) een business case opgesteld, waarin wordt in gegaan op de risico’s en maatregelen om deze risico’s te minimaliseren. Om eventuele risico’s zo klein mogelijk te houden wordt de afdeling financiën in een vroeg stadium betrokken bij het proces van beleidsvoorbereiding. Alle beleidsmaatregelen worden systematisch beoordeeld vanuit een financieel perspectief.

Belangrijke ontwikkelingen in de baten en lasten Uit de meerjarenraming 2020-2024 blijkt dat er vanaf 2021 aanzienlijke tekorten op de deelbegroting ‘Personeel’ van de vestiging IJsselstein ontstaan. Vanaf dat moment is er ook sprake van een tekort op de integrale begroting. In deze begroting is een bezuiniging opgenomen van 3 jaar achtereen € 275.000 op de deelbegroting personeel IJsselstein. Tevens is rekening gehouden met de terugloop in fte OP door de terugloop van het leerlingenaantal. De extra toegekende gelden voor het VMBO voor 2019 (€ 300.000) zijn opgenomen bij de deelbegroting personeel IJsselstein. Dit bedrag is volledig ‘gereserveerd’ voor investeringen in de onderwijsontwikkeling.

Verwachte mutaties in de reserves De reserves zullen uitsluitend muteren door de resultaten. Eind 2018 bedroeg de totale reserve van de school € 14.508.271, naar verwachting zal de reserve afnemen naar € 13.405.500 (eind 2024).

Huisvestingsbeleid Medio 2019 is het schoolgebouw aan de mr. Abbink Spainkstraat in IJsselstein is teruggegeven aan de gemeente vanwege de oplevering van de nieuwe onderwijsvleugel van het hoofdgebouw. Daarmee is bijna het volledige onderwijsaanbod geconcentreerd op de hoofdvestiging. Per 1 augustus 2018 huurt de vestiging Nieuwegein het volledige voormalige Altrecht-gebouw. Er is een langjarig huurcontract afgesloten. Het huurcontract van de ruimte boven de orthodontie praktijk is in 2019 beëindigd.

Kengetallen

Cals College – Jaarstukken 2019 12

Balans Naar verwachting zal de financieringsstructuur van het Cals College in de nabije toekomst niet wijzigen.

Cals College – Jaarstukken 2019 13

Staat van baten en lasten

Cals College – Jaarstukken 2019 14

Risicoanalyse

Inleiding Voor de financiële continuïteit vormen de financiële kengetallen en de daarbij behorende signaleringsgrenzen van de onderwijsinspectie het uitgangspunt. Deze kengetallen staan op pagina 5 van de jaarrekening.

Op grond van een interne analyse zijn de volgende risico’s te onderscheiden:

Politiek In de afgelopen jaren is gebleken dat het niveau van bekostiging vanuit de rijksoverheid moeilijk is te voorspellen.Verder heeft het ministerie de uitgaven voor zorgleerlingen ‘bevroren’. Het zou kunnen zijn dat wij in verhouding meer zorgleerlingen krijgen, waardoor we ‘afgetopt’ zouden worden. Hiervoor kunnen we een bedrag van € 100.000 reserveren. In de jaren erna moet gerekend worden met het lagere bedrag per zorgleerling.

Daling van het leerlingenaantal De vestiging Nieuwegein heeft ongeveer zijn maximale omvang bereikt en het leerlingenaantal zal de komende jaren naar verwachting langzaam dalen. De afname van het aantal leerlingen heeft zich door demografische ontwikkelingen op de vestiging IJsselstein al ingezet. Volgens de huidige bevolkingsprognoses is in de gemeente IJsselstein de krimp sterker dan in de gemeente Nieuwegein. Dit zal zonder meer leiden tot een reductie van het personeelsbestand. Gezien de financiële positie van het Cals College zal gedwongen ontslag (voorlopig) niet mogelijk zijn. Er zal moeten worden geïnvesteerd in bij- en herscholing en de begeleiding van docenten naar een andere werkkring (outplacement). Wij reserveren hiervoor een bedrag van € 2.100.000.

Ziekteverzuim Als het ziekteverzuim onverwacht stijgt met 1 %, dan leidt dit tot een extra personele last van € 230.000. Voor dit risico wordt een onverwachte stijging van 2 % gedurende één jaar gereserveerd: € 460.000.

Gebouwen Er is geen sprake van risico’s vanwege de meerjaren onderhoud programma’s (MOP’s ) die iedere twee jaar worden geactualiseerd. Per 1-1-2021 wordt het groot onderhoud verwerkt als investering waarop vervolgens wordt afgeschreven.

Kritische bedrijfsprocessen De kritische bedrijfsprocessen (leerlingen-, financiële en salarisadministratie) worden gehost bij externe partijen. Hier zit voor het Cals College dus geen risico. Voor het risico van discontinuïteit in de (qua omvang kleine) afdeling IT beheer wordt een bedrag van € 350.000 opgenomen.

Imagoschade De kosten voor inschakeling van externe deskundigheid bij onvoorziene ingrijpende incidenten wordt geraamd op € 50.000. De eventuele afname van de instroom van het aantal leerlingen als gevolg hiervan leidt ertoe dat er personeel op korte termijn moet afvloeien. Bij een terugloop in de aanmeldingen van zo’n 100 leerlingen gaat het om een bedrag van € 350.000 op jaarbasis (5 fte). Voor twee jaar betekent dit een bedrag van € 700.000.

Cals College – Jaarstukken 2019 15

Benodigd vermogen om risico’s af te dekken

Risico in de categorie Geschat risico (€) Politiek 100.000 Leerlingen 2.100.000

Personeel 460.000

Gebouwen 0 Automatisering 350.000

Imagoschade 750.000

Totaal 3.760.000

Ervan uitgaande dat niet alle risico’s zich gelijktijdig in volle omvang zullen voordoen, is er uitgegaan van een benodigde dekking van maximaal 50 %, zijnde (afgerond) € 1.880.000. Dit bedrag is in voorkomende gevallen beschikbaar vanuit de algemene reserve.

Voor de volgende risico’s zijn verzekeringen afgesloten: • Gebouw en inventaris (door gemeenten); de T-vleugel in Nieuwegein, in eigendom van de school, is aanvullend meeverzekerd op de gemeentepolis. Ook voor de noodlokalen in IJsselstein is een verzekering afgesloten. • De beelden van Guido Geelen op en bij de vestiging Nieuwegein zijn aanvullend meeverzekerd op de gemeentepolis. • Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. • Ongevallenverzekering. • Bestuurder- en toezichthouders aansprakelijkheidsverzekering (BTA). • Collectieve wia-verzekering voor dekking bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Nieuwegein,

Drs. N.G.T. de Jong bestuurder

Cals College – Jaarstukken 2019 16

JAARREKENING

A. Balans per 31 december 2019 (na resultaatbestemming)

Cals College – Jaarstukken 2019 17

B. Staat van baten en lasten over 2019

Cals College – Jaarstukken 2019 18

C. Kasstroomoverzicht over 2019

Cals College – Jaarstukken 2019 19

Grondslagen

Algemeen De Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. te Nieuwegein, hierna te noemen als Cals College, is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht onder nummer 41179498. Het Cals College is een stichting die fungeert als open katholieke scholengemeenschap.

De school kent twee hoofdlocaties namelijk Nieuwegein en IJsselstein. De vestiging in Nieuwegein is gevestigd aan de Vreeswijksestraatweg 6A 3432 NA in Nieuwegein. Het is een school voor (tweetalig) vwo, gymnasium, atheneum en (tweetalig) havo. In IJsselstein bevindt de hoofdlocatie zich aan de Hoge Dijk 1 3401 RD in IJsselstein. Op het Cals college IJsselstein wordt vmbo, havo en atheneum onderbouw aangeboden. De activiteiten van de scholengemeenschap bestaan uit het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.

Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de “Regeling jaarverslaggeving Onderwijs”, In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn. De daarin aangeduide uitzonderingen zijn in acht genomen. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Alle bedragen in deze jaarrekening zijn vermeld in hele euro’s, met uitzondering van de kerncijfers, de functionele valuta van de stichting. De nummering die gehanteerd wordt in dit verslag is conform de RJ660.

Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Het eigen vermogen van de stichting katholiek voortgezet onderwijs Nieuwegein/IJsselstein e.o. bedraagt 15.360.683 euro per 31 december 2019.

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de laatste aanpassing in de Wet normering normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector van 12 november 2019.

Cals College – Jaarstukken 2019 20

Waardering van de activa, de passiva en de resultaatbepaling De cijfers van de jaarrekening 2019 worden gepresenteerd in samenhang met de cijfers van de jaarrekening 2018 en de goedgekeurde begroting 2019. Er hebben enkele verschuivingen plaatsgevonden tussen de overige vorderingen / overlopende activa / overige schulden / overlopende passiva die zijn gemaakt om betere aansluiting met voorgeschreven modellen te krijgen. De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzicht van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelsel- en schattingswijzigingen zoals opgenomen in de desbetreffende paragrafen.

Voor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde, met uitzondering van de ingestelde voorziening “jubileumgratificatie”, die gewaardeerd is tegen contante waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De cijfers van de jaarrekening worden gepresenteerd in samenhang met de cijfers van de voorgaande jaarrekening en de begroting. Een * geeft aan dat er cijfers zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.

Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten. Deze schattingen zijn met name van toepassing op de toekomstparagraaf.

Cals College – Jaarstukken 2019 21

Financiële instrumenten

Verstrekte leningen en overige vorderingen Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In deze jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: handelsportefeuille (financiële activa en financiële verplichtingen), gekochte leningen en obligaties, verstrekte leningen en overige vorderingen en overige financiële verplichtingen.

Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardevermindering verliezen. Deze komt overeen met de nominale waarde. De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. Indien niet direct een betrouwbare reële waarde is aan te wijzen, wordt de reële waarde van bestanddelen of van een soortgelijk financieel instrument, of met behulp van waarderingsmodellen en waarderingstechnieken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van recente gelijksoortige ‘at arm’s length’- transacties, van de DCF- methode (contante waarde van kasstromen) en/of van optiewaarderingsmodellen, rekening houdend met specifieke omstandigheden.

Langlopende en kortlopende schulden Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

Materiële vaste activa Investeringen in schoolgebouwen worden gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde de verkrijgingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Interne verbouwingen worden in 10 jaar afgeschreven. Nieuwbouw van de T-vleugel in Nieuwegein wordt in 40 jaar afgeschreven. Nieuwbouw van de nieuwe vleugel aan de Hogedijk IJsselstein wordt in 20 jaar afgeschreven.

Inventaris en apparatuur wordt gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde de verkrijgingprijs, onder aftrek van afschrijvingen. Afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur rekening houdend met de eventuele restwaarde. Er worden vijf afschrijvingscategorieën gehanteerd: 1 3 jaars categorie: voor schoolboeken en tablets jaarlijks afschrijvingspercentage 33%; 2 5 jaars categorie: voor hard- en software en overige materialen, jaarlijks afschrijvingspercentage 20%; 3 10 jaars categorie: voor kantoormeubilair en overige materialen, jaarlijks afschrijvingspercentage 10%; 4 12 jaars categorie: voor machines en installaties, jaarlijks afschrijvingspercentage 8,33%; 5 15 jaar categorie: voor schoolmeubilair, jaarlijks afschrijvingspercentage 6,67%. De activeringsgrens ligt voor de categorieën 1 tot en met 5 op 1.000 euro. Overheidssubsidies worden gepassiveerd en onder de overige schulden opgenomen en naar rato van de afschrijvingen op de betreffende activa gerealiseerd.

Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen, alsmede gekochte leningen die tot het einde van de looptijd zullen worden aangehouden. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze leningen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er bij de verstrekking van leningen sprake is van disagio of agio, wordt dit gedurende de looptijd ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht als onderdeel van de effectieve rente. Ook transactiekosten worden verwerkt in de eerste waardering en als onderdeel van de effectieve rente ten laste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de staat van baten en lasten.

Cals College – Jaarstukken 2019 22

Bijzondere waardeverminderingen Een financieel actief dat niet wordt gewaardeerd tegen (1) reële waarde met waarde wijzigingen in de staat van baten en lasten of (2) geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde, wordt op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een financieel actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt.

Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat . De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort.

Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroom genererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroom genererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroom genererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroom genererende eenheid) geschat.

Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroom genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroom genererende eenheid) zou zijn verantwoord.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.

Vlottende activa

Voorraden Voorraden werden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs. Bij de waardering van de voorraden werd rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. De voorraden waren van zo’n laag niveau dat in overleg besloten is de voorraden niet langer apart te vermelden.

Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.

Cals College – Jaarstukken 2019 23

Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Eigen vermogen De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag. Deze wordt opgebouwd uit de resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. De algemene reserve wordt beschouwd als publieke middelen. Bij de reserve wordt voor managementdoeleinden per school onderscheid gemaakt tussen een personele en een materiële component.

Voorzieningen

Algemeen De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De overige voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.

Voorziening groot onderhoud Voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties e.d. wordt een voorziening gevormd. De toevoegingen aan de voorziening worden bepaald op basis van de “dotatie- egalisatie ”methode, die voor 2018 en 2019 nog gedoogd wordt. Per 1-1-2021 wordt het groot onderhoud verwerkt als investering waarop vervolgens wordt afgeschreven.

Voorziening langdurig zieken Deze voorziening voor langdurig zieke personeelsleden bestaat uit de per balansdatum nog te betalen salariskosten inclusief werkgeverslasten en eventuele transitievergoedingen van langdurig zieken tot het moment van uitdiensttreding. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde.

Voorziening jubilea De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. Bij het contant maken is de marktrente van hoogwaardige ondernemingsobligaties ad 0% (2019 0%) disconteringsvoet gehanteerd. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd.

Voorziening Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd om verlofrechten, die personeelsleden opbouwen te kunnen bekostigen. Het bestaat voor een deel uit nog te betalen overuren en nog op te nemen spaarverlof. De overuren worden gewaardeerd tegen het maximale uurtarief van schaal 13. De spaarverlofuren worden gewaardeerd tegen het maximale uurtarief van een docent LD.

Voorziening generatiepact De voorziening generatiepact betreft een voorziening voor de werkgeverslasten tot aan de datum van AOW van de deelnemers. Waardering vindt plaats op basis van het bruto salaris op 31-12 van het boekjaar. Jaarlijks zal de voorziening herwaardeerd worden op basis van de stand per 31-12.

Voorziening levensfase bewust personeelsbeleid Deze voorziening is in het leven geroepen om de uren die gespaard kunnen worden vanuit het persoonlijk budget apart inzichtelijk te maken. Waardering vindt plaats op basis van het bruto salaris op 31-12 van het boekjaar. Na 5 jaar worden deze uren gefixeerd en tegen het dan geldende bruto uurloon vastgezet. Jaarlijks zal de voorziening herwaardeerd worden op basis van de stand per 31-12.

Cals College – Jaarstukken 2019 24

Langlopende schulden De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder de kop Financiële instrumenten.

Kortlopende schulden De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder de kop Financiële instrumenten.

Rijksbijdragen en Model G Onder de Rijksbijdragen OCW/EZ worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen verstrekt door het Ministerie OCW/EZ. Tevens worden hier de door het samenwerkingsverband ontvangen doorbetalingen van de Rijksbijdrage verantwoord.

De ontvangen (normatieve) Rijksbijdragen en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteed overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waarvoor nog geen activiteiten zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.

Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoordt in het jaar waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het Ministerie van OCW/EZ, Gemeenten, Provincies of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

Personeelslasten Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.

Nederlandse pensioenregelingen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. De pensioenregeling van de stichting is ondergebracht bij het ABP.

Cals College – Jaarstukken 2019 25

Afschrijvingen Immateriële vaste activa inclusief goodwill en materiële vaste activa worden vanaf het moment van gereedheid voor ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.

Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Bepaling reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.

Leasing De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm.

Operational leasing Als de onderneming optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de staat van baten en lasten gebracht. Als de onderneming optreedt als lessor in een operationele lease, wordt het leaseobject geactiveerd. Leaseontvangsten inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten bate van de staat van baten en lasten gebracht .

Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van het Cals College of de moedermaatschappij van het Cals College en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.

Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het inzicht.

Cals College – Jaarstukken 2019 26

Toelichting op de balans per 31 december 2019

1 Actief

1.1.2. Materiële vaste activa

De door het Cals College beheerde schoolgebouwen zijn juridisch wel, doch economisch geen eigendom van het Cals College, met uitzondering van de in 2010 opgeleverde T-vleugel in Nieuwegein (waarvan de nieuwwaarde 2,9 miljoen euro bedraagt). De gebouwen zijn gesubsidieerd en dienen, wanneer niet meer conform de bestemming gebruikt, met uitzondering van de T-vleugel, om niet te worden overgedragen aan de gemeente. De lang verwachte verbouwing aan de Hoge dijk inclusief de Housewing zijn dit jaar opgeleverd en in gebruik genomen. Naast het budget van de gemeente IJsselstein van 3.778.000 euro heeft het Cals college een schenking van de Cals stichting ontvangen van 1.200.000 euro. Beide bedragen waren als vordering opgenomen en vallen in 2019 weg tegen de gedane investeringen. De meerkosten van de verbouwing komen middels de afschrijvingen in 20 jaar ten laste van het resultaat. Investeringen in de nieuwbouw van de T-vleugel in Nieuwegein worden met ingang van 2011 in 40 jaar afgeschreven. In 2019 is in Nieuwegein een valbeveiliging geplaatst, daarnaast zijn bepaalde kantoren voorzien van nieuwe vloerbedekking.

De inventaris en apparatuur bestaan uit hard- en software, machines en installaties, kantoormeubilair, schoolmeubilair, huurboeken en overige. De totale investering in inventaris en apparatuur bedraagt in 2019 1.605.965 euro. Dit is hoger dan de 1.300.000 euro van 2018. In 2019 is voor een kleine 500.000 euro aan zonnepanelen aangeschaft. De overige investeringen bedragen vervangingsinvesteringen inzake ICT, kantoor- en schoolmeubilair, machines- en installaties en huurboeken. De materiële vaste activa laten in 2019 het volgende verloop zien.

Cals College – Jaarstukken 2019 27

1.1.3. Financiële vaste activa

Hoewel er reden zou kunnen zijn een langlopende vordering à 0% rente te waarderen tegen contante waarde, wordt hiervan afgezien gezien de nauwe verbondenheid met de nominaal gewaardeerde langlopende schuld in rubriek 2.3 van de passiefzijde van de balans. Van de totale waarde per 31-12- 2019 is 28.361 euro kortlopend. De resttijd bedraagt nog 20 jaar.

1.2.1. Voorraden

Vanwege het lage niveau van de voorraden is in onderling overleg besloten deze niet langer apart weer te geven. Deze kosten zijn opgenomen in de kosten leermiddelen.

Cals College – Jaarstukken 2019 28

1.2.2. Vorderingen

In schooljaar 2015/2016 is er gestart met digitale facturering naar ouders. Zij ontvangen alle facturen per email en kunnen zelf kiezen welke betaalwijze zij willen hanteren. De openstaande vorderingen worden onder “Debiteuren Wis collect” gepresenteerd. De “Debiteuren exact” betreffen alle vorderingen op overige instellingen en de oude openstaande posten bij ouders/verzorgers ondergebracht bij het incassobureau of schuldsanering. De voorziening dubieuze debiteuren is gevormd om bedragen die door de gerechtsdeurwaarder niet geïncasseerd kunnen worden op te kunnen vangen. De looptijd van de vorderingen is korter dan één jaar.

Toelichting 1.2.2.3 Vorderingen op gemeenten en GR’s

De gemeente IJsselstein heeft een budget beschikbaar gesteld voor de nieuwbouw aan de Hoge dijk in IJsselstein van 3.778.000 euro. In 2019 is het vernieuwde pand opgeleverd en is het volledige budget opgesoupeerd. Alle meerkosten boven het budget van de gemeente zijn voor rekening van het Cals College. Dit jaar is de regeling compensatie transitievergoedingen verder uitgewerkt. Deze regeling houdt in dat de betaalde transitievergoedingen vanaf 1 juli 2015 bij zieke werknemers worden gecompenseerd door het UWV.

Toelichting 1.2.2.6. Vorderingen op personeel

Deze vordering bestaat uit een studieschuld van een medewerker aan DUO. Het Cals College heeft deze schuld aan DUO voldaan. De medewerker betaalt deze in termijnen aan het Cals College terug.

Cals College – Jaarstukken 2019 29

Toelichting 1.2.2.10. Overige vorderingen

Deze vordering bestaat uit een vordering op de belastingdienst. In 2018 heeft er een overschrijding van de fiscale ruimte inzake de Werkkostenregeling plaatsgevonden. Hierover zijn wij met een externe fiscalist in onderhandeling met de belastingdienst. Vervolgens hebben we als penvoerder van het het project versterkt techniek onderwijs voor de aanloopkosten een vordering op de overige deelnemers binnen dit project. Deze kosten zullen volgens een vaste verdeelsleutel voor gemene rekening komen voor de overige deelnemers. De vordering op de Cals Stichting bestaat uit een rekeningcourant met de Cals stichting. De Cals stichting heeft deze post als overige schuld in haar jaarcijfers verantwoord. Het bestuur van de Cals Stichting heeft in 2018 toegezegd 1.200.000 euro aan het Cals College te schenken ten behoeve van de verbouwing van de Housewing. Dit bedrag is door de stichting in 2019 overgemaakt. In 2019 is de vernieuwde vleugel opgeleverd en zijn de investeringen voor een bedrag van 1.200.000 euro weggevallen tegen deze schenking. De meerkosten worden middels de afschrijvingen ten laste van het resultaat gebracht.

1.2.4. Liquide middelen

Het Cals College werkt met “schatkistbankieren”. Hierbij wordt een rekening courant aangehouden bij het ministerie van Financiën. Wanneer de rente boven de 0,0 procent komt zal er per kwartaal worden bekeken hoeveel er in deposito geplaatst kan worden. Op deze wijze worden middelen binnen het vastgestelde treasury-beleid met de hoogst mogelijke zekerheid belegd. Alle liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting.

Cals College – Jaarstukken 2019 30

2 Passief

2.1. Eigen Vermogen

De toename van de algemene reserve betreft het positieve resultaat over 2019.

2.2. Voorzieningen

De onderhoudsvoorzieningen van beide vestigingen zijn gebaseerd op het meerjaren onderhoudsplan dat in 2019 is geactualiseerd. De toekomstige ontwikkeling toont de toekomstige onttrekkingen aan de per balansdatum aanwezige voorzieningen. Aan het einde van 2020 zal deze voorziening worden opgeheven en zullen de kosten van groot onderhoud ten laste van de afschrijvingen komen.

De voorziening jubileum gratificatie is ingesteld voor het opvangen van toekomstige verplichtingen in verband met jubileum gratificaties. De aldus berekende rechten zijn gewaardeerd tegen contante waarde met een rekenrente van 0%.

De voorziening spaarverlof is gevormd om verlofrechten, die personeelsleden opbouwen, te kunnen bekostigen. De voorziening is onderbouwd door de opgebouwde rechten per deelnemer te inventariseren en te waarderen. Deze regeling is stopgezet en in 2013 is gestart met afbouwen. In 2019 is er een bedrag van ruim 79.000 vrijgevallen.

De voorziening gevormd voor langdurig zieke personeelsleden bestaat uit de per balansdatum nog te betalen salariskosten inclusief werkgeverslasten en inclusief transitievergoedingen van langdurig zieken tot het moment van uitdiensttreding. Per saldo is de voorziening met 80.018 euro afgenomen.

De overige personele voorzieningen bestaan uit een voorziening generatiepact en een voorziening levensfase bewust personeelsbeleid. In 2018 is een voorziening generatiepact gevormd voor personeelsleden die gebruikmaken van de Cals seniorenregeling. De voorziening bestaat uit de nog te betalen salaris en de pensioenlasten tot het moment van uit dienst. Middels deze regeling kunnen docenten 1 dag per week minder werken vanaf 4 jaar voor AOW-datum. Bij gebruikmaking van deze regeling heeft dit geen gevolgen voor de pensioenopbouw. De voorziening levensfase bewust personeelsbeleid bestaat uit de gespaarde uren persoonlijk budget voor zowel het onderwijzend personeel als het onderwijsondersteunend personeel. Daarnaast bestaat deze voorziening uit alle niet opgenomen uren persoonlijk budget van onderwijsondersteunend personeel. Deze laatste uren zijn in mindering gebracht op het aantal verlof dagen OOP die als kortlopende schuld is verantwoord.

Cals College – Jaarstukken 2019 31

2.3 Langlopende schulden

De langlopende schulden bestaan uit een langlopende lening bij de Gemeente IJsselstein. In 1998 is voor de financiering van een deel van het gebouw in IJsselstein, een lening afgesloten bij de Gemeente IJsselstein oorspronkelijk groot 1.134.450 euro (2,5 miljoen gulden) met een looptijd van 40 jaar. De gemeente is de verplichting aangegaan om gedurende 40 jaar een huisvestingsvergoeding beschikbaar te stellen gelijk aan de jaarlijks benodigde aflossingstermijn (zie paragraaf 1.1.3. van de balans). Omdat de langlopende lening van de gemeente IJsselstein en de langlopende vordering op de gemeente IJsselstein direct met elkaar samenhangen en de langlopende lening nominaal gewaardeerd wordt, is de langlopende vordering niet gewaardeerd tegen contante waarde. Van de totale waarde per 31-12-2019 is 28.361 euro kortlopend. Voor de lening o/g bij de gemeente IJsselstein zijn door het Cals College geen zekerheden gesteld.

2.4 Kortlopende schulden

De kortlopende schulden zijn lager dan vorig jaar. Het bedrag aan crediteuren is ruim 370.000 euro lager dan vorig jaar door een lager bedrag aan openstaande facturen per einde van het kalenderjaar. Vorig jaar bestond deze schuld uit een groot bedrag aan facturen inzake de verbouwing in IJsselstein. In de overlopende passiva is een groot bedrag opgenomen aan saldi teveel gewerkte uren van onderwijzend personeel. Het bedrag aan verlofuren OOP is lager dan vorig jaar doordat deze uren ten laste van de voorziening levensfase bewust personeelsbeleid zijn gebracht. De looptijd van de kortlopende schulden met uitzondering van de investeringssubsidies hebben een looptijd die korter is dan één jaar.

Toelichting 2.4.16. Vooruitontvangen bedragen

Deze bestaan enerzijds uit vooruit ontvangen ouderbijdragen TTO en technasium als anderzijds vooruit ontvangen subsidie combinatiefuncties en vooruitgefactureerde bijdragen voor meerdaagse buitenlandse reizen.

Toelichting 2.4.17. Vakantiegeld en vakantiedagen

Dit betreffen de positieve en negatieve saldi van de menukaarten (teveel of te weinig gewerkte uren) van docenten plus de saldi van de verlofdagen (exclusief het persoonlijk budget) van onderwijsondersteunend personeel per 31 december 2019. De genoemde saldi zijn als schuld opgenomen. In augustus 2014 is het levensfase bewust personeelsbeleid ingevoerd. Iedere medewerker heeft recht op 50 extra verlofuren naar rato van zijn aanstellingsomvang. In de saldi van zowel het OP als het OOP zijn deze extra verlof-uren verwerkt. Wanneer deze uren worden gespaard komen deze ten laste van de voorziening levensfase bewust personeelsbeleid.

Cals College – Jaarstukken 2019 32

Financiële instrumenten en samenwerkingsverbanden

Financiële instrumenten

De stichting maakt geen gebruik van afgeleide/complexe financiële instrumenten (derivaten). De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten, te weten de langlopende vordering op en langlopende schuld aan de gemeente IJsselstein, debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen en crediteuren en overige schulden. Het beleid ten aanzien van deze financiële instrumenten is in het bestuursverslag en de toelichting op de jaarrekening reeds uiteengezet. De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.

Samenwerkingsverbanden

Voor wat betreft de plaatsing van de LWOO-leerlingen in de regio hebben de scholen uit de regio zich verenigd in een regionaal samenwerkingsverband met de Stichting Centrale Dienst en Samenwerkingsverband Zuid-Utrecht (ST. CD en SWV ZU). Het Cals college maakt onderdeel uit van het bestuur, besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen. De transacties met het samenwerkingsverband worden beschouwd als transacties met een willekeurige partij, omdat de stichting geen overheersende zeggenschap heeft over het samenwerkingsverband.

Algemeen

De stichting maakt in de normale bedrijfsuitvoering gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstelt aan markt-, valuta-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Om deze risico’s te beheersen heeft de stichting een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de stichting te beperken.

Kredietrisico

De stichting loopt kredietrisico over vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa en liquide middelen. Het maximale kredietrisico dat de stichting loopt is zeer beperkt (met name oninbare ouderbijdragen), doordat ouders in beginsel al kunnen aangeven of zij de ouderbijdrage willen betalen. Voor het overige wordt reeds rekening gehouden met een percentage oninbaar dat wordt afgeboekt ten laste van het resultaat.

Renterisico

De stichting heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Liquiditeitsrisico

De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor de stichting steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.

Cals College – Jaarstukken 2019 33

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Huurcontracten

Contract Huidig jaar 2020 – 2024 2024 en verder Kopieerapparaten 49.500 303.500 0 Ruimte Brinkwal 2.400 0 0 (Ortho consult) Ruimte 75.900 1.035.000 777.600 Brinkwal(Altrecht) Totaal 127.800 1.338.500 777.600

Vanaf 1 augustus 2018 huurt het Cals College het volledige voormalige Altrecht gebouw aan de Brinkwal voor 10 jaar waardoor de ruimte uitgebreid wordt tot 1.900m2.

Voor de huur van meerdere kopieerapparaten, verspreid over de vestigingen Nieuwegein en IJsselstein, is met een leverancier van kopieerapparaten een nieuw operational lease contract afgesloten.

Cals College – Jaarstukken 2019 34

Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2019

3 Baten

Toelichting 3.1.1.1. Rijksbijdragen OCW De personele vergoeding OCW is hoger dan begroot en vorig jaar door een verhoging van de GPL met 3,13% met terugwerkende kracht vanaf januari 2019. De materiële vergoeding is niet aangepast.

Toelichting 3.1.2.1. Overige subsidies OCW De overige subsidies zijn hoger door enerzijds een aanvullende bekostiging uit het onderwijsconvenant die in december is uitgekeerd. Daarnaast is er extra subsidie verstrekt inzake de bekostiging van nieuwkomers en extra gelden voor versterkt techniek onderwijs VMBO. Verder zijn in de begroting de bedragen van de prestatiebox, subsidies curriculum voor het ontwikkelen van nieuwe leermethoden en lente-/zomerschool dan wel te laag of geheel niet begroot.

Toelichting 3.1.3.3 Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage OCW Dit betreffen gelden ontvangen van het samenwerkingsverband en overige instellingen inzake het passend onderwijs. Deze zijn lager dan begroot maar hoger dan vorig jaar door het zogenaamde schoolmodel en ontvangen we de LWOO gelden middels het samenwerkingsverband.

Cals College – Jaarstukken 2019 35

Toelichting 3.5.1 Verhuur

De stichting verhuurt aan derden ruimtes voor hun activiteiten. Hiervoor ontvangen derden een factuur. Het gaat hier om verhuur van zowel lokalen als gymlokalen in zowel IJsselstein als Nieuwegein.

Toelichting 3.5.2 Detacheringsopbrengsten

Een aantal docenten wordt voor een dag of dagdeel verhuurd aan bijvoorbeeld Cito, het koninklijk conservatorium en de universiteit Utrecht.

Toelichting 3.5.5 Ouderbijdragen

De ouderbijdragen zijn conform begroting, echter de onderverdeling in verplichte en vrijwillige bijdragen is anders doordat meer leerlingen kiezen voor het TTO en het technasium.

Cals College – Jaarstukken 2019 36

Specificatie 3.5.10 Overige

Toelichting 3.5.10 Overige

Voorheen werden alle personele opbrengsten op detacheringsopbrengsten geboekt. Vanaf 2018 zijn alleen de zuivere detacheringsopbrengsten geboekt op detacheringen. De overige opbrengsten zijn nu apart zichtbaar.

Cals College – Jaarstukken 2019 37

4 Lasten

Toelichting 4.1.1. Lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten

De kosten van lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten zijn hoger dan begroot doordat de verhoging van de GPL met 3,13% met terugwerkende kracht vanaf januari 2019 rechtstreeks door vertaald is in de salarissen. In het formatieoverzicht kunt u het verloop van het aantal fte zien. De gemiddelde bezetting in 2019 ligt bijna 6 fte lager dan in 2018 (zie onderstaande tabellen).

Formatieoverzicht op peildatum

Cals College – Jaarstukken 2019 38

Specificatie 4.1.2 Overige personele lasten

Toelichting 4.1.2. Overige personele lasten

Vanaf 2018 is er voor gekozen meer duidelijkheid te verschaffen in de overige personele lasten. Deze zijn hoger dan begroot en hoger dan vorig jaar door dotaties aan personele voorzieningen zoals het levensfase bewust personeelsbeleid en saldi formatiekaarten en verlof OOP. De post nascholing valt lager uit door minder externe nascholing. De uren die docenten maken om zich bij te scholen zijn hier niet in meegenomen. Deze zijn onderdeel van de lonen en salarissen. De inhuur van extern personeel valt lager uit door minder inhuur via uitzendbureaus en detacheringskantoren. De kosten van de WKR zijn beduidend lager doordat deze kosten beter gealloceerd zijn door goede instructie van de externe fiscalist. De overschrijding van de fiscale ruimte over 2018 is in behandeling bij de belastingdienst middels een externe belastingadviseur. Hiervoor is een vordering opgenomen.

Toelichting 4.1.3. Overige uitkeringen, die de personeelslasten verminderen

Dit betreffen uitkeringen van het UWV inzake zwangerschap en ziekte. Daarnaast bevat deze post de nog te ontvangen compensatie transitievergoedingen ter waarde van ruim 189.000 euro.

Cals College – Jaarstukken 2019 39

Toelichting 4.2.2. afschrijvingen materiële vaste activa

De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van 2018 licht gestegen. De afschrijvingen gebouwen zijn lager dan begroot. Dit komt doordat in de begroting van 2019 rekening werd gehouden met een afschrijvingslast van 10% op nieuwe investeringen in het gebouw in IJsselstein. Deze afschrijvingslast wordt echter over 20 jaar uitgespreid. De ontvangen investeringssubsidies zijn naar rato in mindering gebracht op de afschrijving inventaris en apparatuur; hierdoor wijken de afschrijvingskosten af van het overzicht onder paragraaf 1.1.2. materiële vaste activa.

Specificatie 4.3.1 Huur

Toelichting 4.3.1 Huur De huurlasten zijn lager dan begroot doordat het contract met ortho consult eerder dan verwacht ontbonden kon worden. Daarnaast kregen we de waarborgsom van deze ruimte retour.

Toelichting 4.3.3 Onderhoud Deze kosten bestaan uit dagelijks onderhoud voor een bedrag van 234.523 euro en tuinonderhoud voor 40.472 euro.

Toelichting 4.3.4 Energie en water De energiekosten van beide vestigingen zijn hoger dan begroot doordat in de begroting uit was gegaan dat de zonnepanelen eerder opgeleverd zouden worden. De verwachting is dat de energiekosten in 2020 fors lager zullen zijn.

Toelichting 4.3.5 Schoonmaakkosten De schoonmaakkosten zijn iets lager dan begroot.

Cals College – Jaarstukken 2019 40

Specificatie 4.4.1. Administratie en beheer

Toelichting 4.4.1. Administratie en beheer

Deze kosten zijn hoger dan begroot door met name hogere kosten aan promotie en PR en managementsoftware. Daarnaast dienden we een boetebedrag te betalen door onrechtmatige opzegging van de contracten met de leverancier van de kopieerapparaten.

Specificatie 4.4.2 inventaris en apparatuur

Toelichting 4.4.2 inventaris en apparatuur

De kosten zijn lager dan begroot door met name minder uitgaven door de verschillende secties. De kosten van onderhoud inventaris zijn hoger dan begroot door veel kleine aanschaf van divers kantoormeubilair.

Cals College – Jaarstukken 2019 41

Toelichting 4.4.3. Leer- en hulpmiddelen

De kosten zijn lager dan begroot door minder aanschaf van werkboeken en aanpassingen van lesmethodes. Daarentegen zijn de kosten van educatieve software wel hoger begroot doordat er steeds meer gebruik gemaakt wordt van methodes op devices. De kosten van leerlingbegeleiding zijn aanzienlijk hoger doordat hier de kosten van leerlingen op geboekt worden die extra zorg nodig hebben zowel intern als extern. We zien deze kosten steeds meer toenemen.

Specificatie 6.1.1.

Specificatie 6.2.1

Toelichting 6 Financiële baten en lasten

De financieringsbaten bestaan uit vergoede rente van het incassobureau voor afgehandelde dossiers.

Cals College – Jaarstukken 2019 42

Transacties met verbonden partijen

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.

De Cals Stichting fungeert als beheersstichting. De Raad van Toezicht vormt het bestuur van de stichting De vordering bedraagt op 31-12-2019 2.122 euro.

De Stichting samenwerkingsverband Zuid-West Utrecht fungeert als uitvoeringsorgaan passend onderwijs. In 2019 heeft het Cals College 1.657.915 euro ontvangen van deze stichting.

Resultaatbestemming

Het positieve resultaat over het boekjaar 2019 van 852.412 euro wordt ten gunste gebracht van de algemene reserve.

Gebeurtenissen na balansdatum De uitbraak van het Corona (Covid-19) virus heeft geen invloed op de financiën van de school of de continuïteit. De uitbraak heeft natuurlijk wel gevolgen voor de vorm van het onderwijs (in één keer naar digitaal), het vervallen van het centraal schriftelijk eindexamen en het niet doorgaan van alle excursies, (buitenlandse) reizen en stages.

Overzicht geoormerkte subsidies

Cals College – Jaarstukken 2019 43

WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

Op 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens (WNT) in werking getreden. De WNT is van toepassing op het Cals College. Het toepasselijke bezoldigingsmaximum voor het Cals College is als volgt berekend. Het Cals College valt binnen de sector OCW – onderwijs. Op basis van de totale baten, zou het Cals College uit komen op 6 complexiteitspunten, daarnaast door het leerlingenaantal 3 complexiteitspunten en verder door het aantal onderwijssoorten 3 complexiteitspunten. Bij elkaar opgeteld 12 complexiteitspunten wat overeenkomt met klasse D met een bezoldigingsmaximum van € 152.000.

Cals College – Jaarstukken 2019 44

Ondertekening raad van bestuur en raad van toezicht

drs. N.G.T. de Jong drs. E.A. Hoette Bestuurder Voorzitter Raad van Toezicht

mr. drs. W.F. Merkus RA mr. Z.J. Oosting Vice - voorzitter Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht

mr. M.A.J. Versteeg drs. M. van der Werf CMC Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht

drs. J.W. van der Woude Lid Raad van Toezicht

Cals College – Jaarstukken 2019 45

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan de raad van toezicht van Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. Vreeswijksestraatweg 6 a 3432 NA NIEUWEGEIN

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2019

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2019 van Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. te NIEUWEGEIN gecontroleerd.

Naar ons oordeel: • geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. op 31 december 2019 en van het resultaat over 2019 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; • zijn de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2019 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019.

De jaarrekening bestaat uit: (1) de balans per 31 december 2019; (2) de staat van baten en lasten over 2019; en (3) de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij zijn onafhankelijk van Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2019 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1 sub j Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.

B. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: • het bestuursverslag; • overige gegevens.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; • alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf ‘2.2.2. Bestuursverslag’ van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf ‘2.2.2. Bestuursverslag’ van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving.

C. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening

Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.

In dit kader is het bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de onderwijsinstelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s o dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, o van het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, die van materieel belang zijn het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controle- werkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling; • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; • het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteits- veronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle- informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en • het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen.

Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Eindhoven, 28 mei 2020 Wijs Accountants

Was getekend: Drs. A.A.J. Vogels RA

Kenmerk: 2020.0116.conv

Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming In de statuten van de stichting wordt niets vermeld over de bestemming van het resultaat.

Cals College – Jaarstukken 2019 51