Integrale toelichting en screeningsnota
RUP betreffende de realisatie van een gewestplan wijziging in het kader van een planologisch attest
Gemeente Pepingen
10534 | versie B | december 2011
2/47 10534
OPDRACHTGEVER Gemeente Pepingen Ninoofsesteenweg 116 1670 Pepingen
Eddy Wyns +32 2 383 58 84 +32 2 356 11 50
PROJECTOMSCHRIJVING Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan betreffende de realisatie van een gewestplanwijziging in het kader van een planologisch attest Integrale toelichtings en screeningsnota
OPDRACHTNEMER ARCADIS Belgium nv/ sa Koningstraat 80 1000 Brussel BTW BE 0426.682.709 RPR ANTWERPEN ING 320 0687053 72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 BIC BBRUBEBB
Contactpersoon Jo Van de Sype
Telefoon +32 5 385 35 79
Telefax +32 9 242 44 45
E mail [email protected]
Website www.arcadisbelgium.be
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 3/47 10534
Revisie
Versie Datum Opmerking
A Augustus 2011
B December 2011 Aanpassingen na overleg met gemeente
Opgesteld
Afdeling/discipline Functie Naam Handtekening Datum
IRV projectmanager Jo Van de Sype
IRV projectmedewerker Linde Vertriest
Geverifieerd
Afdeling Functie Naam Handtekening Datum
IRV projectmanager Jo Van de Sype
Goedgekeurd door klant
Afdeling Functie Naam Handtekening Datum
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 4/47 10534
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave ...... 4 Integrale Toelichting en screeningsnota...... 6 1 Inleiding ...... 6 1.1 Doelstelling: aanleiding tot en verantwoording voor het plan ...... 6 1.2 Type van het RUP ...... 6 1.3 Opbouw van de nota ...... 6 2 Beleidskader ...... 8 2.1 Structuurplanning ...... 8 2.1.1 Uitvoering van het RSV ...... 8 2.1.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams Brabant ...... 11 2.1.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ...... 13 2.2 Andere relevante plannen ...... 14 2.3 Bestaande juridische toestand ...... 15 2.3.1 Juridische tabel ...... 15 2.3.2 Planologisch attest 19.11.2011 ...... 20 2.3.3 Stedenbouwkundige vergunningsaanvraag 20.03.2011 ...... 20 3 Ruimtelijke situering ...... 22 3.1 Situering plangebied ...... 22 3.2 Referentiesituatie / bestaande feitelijke toestand ...... 25 3.2.1 Water ...... 25 3.2.2 Bodem ...... 27 3.2.3 Geluid ...... 28 3.2.4 Lucht en klimaat ...... 28 3.2.5 Fauna en Flora ...... 29 3.2.6 Landschap ...... 30 3.2.7 Mens ...... 33 4 Ruimtelijk Ontwerp ...... 37 4.1 Doelstellingen ...... 37 4.2 Concepten...... 37 4.3 Vertaling naar bestemmingszones ...... 37 5 Onderzoek tot millieueffectrapportage ...... 38 5.1 Plan MER plicht ...... 38 5.1.1 Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM ...... 38 5.1.2 Stap 2: is het plan van rechtswege plan MER plichtig? ...... 39 5.1.3 Stap 3: onderzoek naar milieueffecten ...... 39 5.2 Milieueffectbeoordeling ...... 40 5.2.1 Bodem ...... 40 5.2.2 Water/ watertoets ...... 41 5.2.3 Geluid ...... 41
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 5/47 10534 5.2.4 Lucht en klimaat ...... 42 5.2.5 Fauna en flora ...... 42 5.2.6 Landschap, onroerend erfgoed en archeologie...... 43 5.2.7 Mens ...... 43 5.3 Grensoverschrijdende effecten ...... 44 5.4 Conclusie ...... 45 6 Ruimtebalans ...... 46 7 Op te heffen voorschriften ...... 46 8 Planbaten en Planschaden ...... 46
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 6/47 10534
Integrale Toelichting- en screeningsnota
1 Inleiding
1.1 Doelstelling: aanleiding tot en verantwoording voor het plan
De gemeente Pepingen is, in toepassing van artikel 2.2.13 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, bevoegd voor het opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Pepingen. Voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan betreft de wijziging van de bestemmingszone ter hoogte van de hoeve Versyck, teneinde de hoeve zone eigen te maken. Dit ten einde de rechtszekerheid van het landbouwbedrijf te vergroten, (beperkte) uitbreidingsproblemen te vermijden en om de toekomst van het bedrijf te verzekeren. Dit betekent dat de huidige bestemming ‘zone voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen’ naar een landbouwbestemming overgaat. Deze actie volgt rechtstreeks uit het richtinggevend en bindend deel van het GRS. De toelichtingsnota voor het RUP omvat zowel de toelichting bij het RUP als de bespreking van de mogelijke milieueffecten en het onderzoek naar de plan MER plicht.
1.2 Type van het RUP
Het RUP wordt opgemaakt als een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
1.3 Opbouw van de nota
De verschillende planbeoordelingen, zoals o.a. de watertoets, maken deel uit van de screeningsnota.
Het volledige dossier van het RUP bevat een grafisch plan, stedenbouwkundige voorschriften, een toelichtingsnota en een screeningsnota. In onderhavige nota worden de toelichtingsnota en de screening op milieueffecten integraal opgenomen. De opbouw van deze integrale nota wordt hier verduidelijkt. De stedenbouwkundige voorschriften worden in een tweede nota opgenomen. Het grafisch plan wordt bijgevoegd. De nota vangt aan met een korte beschrijving van het type RUP en de opbouw van de nota in Hoofdstuk 1 . In Hoofdstuk 2 wordt het RUP gekaderd binnen de structuurplanning en andere relevante plannen of planprocessen. In Hoofdstuk 3 wordt de ruimtelijke situering van het plangebied verduidelijkt. Het volledige hoofdstuk 3, zowel de tekst, foto’s en kaartmateriaal vormt samen met alle gegevens een weergaven van de bestaande feitelijke en juridische toestand . Hierin worden ook milieutechnische gegevens opgenomen die als input dienen voor de referentiesituatie , waar tegenover het planvoornemen beoordeeld zal worden in hoofdstuk 5. Na de situering van het project, worden in Hoofdstuk 4 de doelstellingen en concepten van het RUP toegelicht. Alle randvoorwaarden vanuit de situering en de doelstellingen worden omgezet in ruimtelijke ideeën die een concrete vertaling krijgen in het referentieontwerp. Op basis van de ruimtelijke concepten wordt het plangebied exact afgebakend en worden de bestemmingszones bepaald. Deze aanpak moet toelaten om tot realistische stedenbouwkundige voorschriften te komen.
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 7/47 10534
In Hoofdstuk 5 wordt nagegaan of het voorgenomen plan plan MER plichtig is volgens het plan mer decreet dat op 1 december 2007 in werking getreden is. In een eerste stap wordt nagegaan of het plan van rechtswege plan MER plichtig is. Indien dit niet het geval is, wordt in een tweede stap onderzocht of het plan kan leiden tot belangrijke negatieve milieueffecten en daardoor plan MER plichtig is. Ten slotte worden eventuele milderende maatregelen meegegeven die in het RUP kunnen worden opgenomen. Hoofdstuk 6 vergelijkt het ruimtebeslag van de bestaande en de geplande juridische toestand.
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 8/47 10534
2 Beleidskader
2.1 Structuurplanning
2.1.1 Uitvoering van het RSV
Op 23 september 1997 werd het eerste Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. Het grondbeginsel van het RSV is het realiseren van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Het tegengaan van de verdere verspreiding van stedelijke functies en de versnippering van de open ruimte is daarbij een belangrijke doelstelling.
Figuur 2 1: Situering van Pepingen op de schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen (bron: RSV, 1997)
Pepingen behoort tot het buitengebied Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen situeert de gemeente Pepingen volledig in het buitengebied. In het buitengebied overweegt de open, onbebouwde ruimte. De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door de natuurlijke en de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. Bij een verdere ontwikkeling van de structurerende activiteiten en functies wordt het fysisch systeem 1 als uitgangspunt gehanteerd. Om het buitengebied te vrijwaren voor de structuurbepalende functies moet de versnippering van het buitengebied en de verbrokkeling van haar structuur door bebouwing en infrastructuren tegengegaan worden.
1 Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht en water. In ruimtelijke context wordt vooral belang gehecht aan de bodemeigenschappen en –processen en het watersysteem.
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 9/47 10534
Dit betekent niet dat het buitengebied wordt bevroren. De bestaande ruimtelijke structuur en het fysisch systeem bieden het kader waarin dynamische activiteiten en functies met steeds wijzigende omgevingsvereisten op een flexibele manier moeten kunnen functioneren op de schaal van het gebied. De specifieke eigenheid van het wonen en werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd worden en in relatie gebracht worden met het duurzaam functioneren van de agrarische en de natuurlijke structuur.
Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos
In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Zenne Dijle Pajottenland.
Figuur 2 2: Situering van het projectgebied op de kaart van de herbevestigde agrarische gebieden (bron: www.ruimtelijkeordening.be )
Het gebied behoort tot de beleidsmatig herbevestigde gebieden voor landbouw, natuur en bos (zie Figuur 2 2). Binnen het herbevestigd agrarisch gebied wordt de beleidsmarge gelaten voor specifieke initiatieven i.f.v. de instandhouding van akkerfauna. In de visie voor het Zuidelijk Pajottenland wordt gesteld dat de landbouw ruimtelijk structurerend is op Vlaams niveau. Dit open karakter moet worden behouden en versterkt door verdere versnippering tegen te gaan. Het ruimtelijk beleid is er op gericht nieuwe niet agrarische functies die het functioneren van de landbouw op termijn zouden kunnen belemmeren, te weren uit het agrarisch gebied.
Wat de aan de landbouw gerelateerde bedrijven betreft, kan in functie van hun ruimtelijk functionele relatie met de landbouw een onderscheid worden gemaakt in: • agrarische bedrijven • lokale toeleverende en verwerkende bedrijven • regionale toeleverende en verwerkende bedrijven • kleinhandels en dienstverlenende bedrijven • toeristisch recreatieve infrastructuur in het buitengebied.
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 10/47 10534
Bedrijven buiten bedrijventerreinen Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen geeft volgende ontwikkeling en uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten bedrijventerreinen: • een maximale verweving van de economische activiteiten met de activiteiten in haar omgeving wordt nagestreefd; goed nabuurschap moet het uitgangspunt vormen; goed nabuurschap is afhankelijk van het ruimtelijk functioneren van het gebied, de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en de aard en het karakter van het bedrijf en de bedrijfsactiviteiten; • alle mogelijkheden en voorzieningen (voor ontwikkeling op de bestaande locatie) worden uitputtend aangewend; • de ruimtelijk implicaties bij een herlokalisatie worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van een ontwikkeling op de bestaande locatie; • de ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden; de ruimtelijke draagkracht is niet in algemene regels te vatten, deze wordt gebied per gebied bepaald; historisch gegroeide situaties en hinder zijn mede bepalend voor de draagkracht. • Er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd, zowel in de ruimte als in de tijd; de verwachte ontwikkeling en de uitbreiding van het bedrijf moeten goed ingeschat worden evenals bedrijfseconomische implicaties (efficiënte organisatie van de bedrijfsgebouwen, verbeterde ontsluiting, …) volgens het principe van de best beschikbare technologie zonder overmatige kost. De afweging per bedrijf gaat in op volgende aspecten: • Het bestaande en toekomstige mobiliteit en bereikbaarheidsprofiel; • De huidige economische betekenis van het bedrijf en zijn activiteiten.
Diverse Met betrekking tot het wonen en de verzorgende activiteiten wordt de ruimtelijke ontwikkeling in de kernen van het buitengebied geconcentreerd. Vanuit het RSV wordt gestreefd om verdere versnippering van het buitengebied tegen te gaan. Pepingen heeft nog steeds een zeer waardevol gaaf openruimtegebied.
Tweede herziening RSV De herziening bevat geen wijzigingen die relevant zijn voor het voorliggende RUP. De oppervlakte van de bestemmingscategorie “landbouw” zal 750.000 ha bedragen. De agrarische gebieden worden afgebakend in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of via beleidsmatige herbevestigingen van de bestaande gewestplannen .
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 11/47 10534
2.1.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams Brabant
Op 7 oktober 2004 keurde de Vlaamse regering het provinciaal ruimtelijk structuurplan goed. Het ministerieel besluit verscheen in het Belgisch staatsblad van 16 november 2004 en het structuurplan trad per 1 december 2004 in werking.
Figuur 2 3: Gewenste ruimtelijke structuur PRS Vlaams Brabant met aanduiding van Pepingen
Selectie van hoofddorpen en woonkernen Voor Pepingen wordt de kern van Pepingen geselecteerd als hoofddorp. Deze kern dient hoofdzakelijk de dynamiek (wonen, lokale bedrijvigheid, voorzieningen, administratieve dienstverlening) op te nemen. Het wonen dient hier prioritair te worden gestimuleerd met aandacht voor de differentiatie van het woningaanbod. Alle overige kernen (Beert, Bellingen, Bogaarden, Elingen en Heikruis worden geselecteerd als kern in het buitengebied. Indien een bijkomende halte op de spoorlijn Geraardsbergen Brussel te Beert Bellingen wordt geopend, kan deze kern eventueel als woonkern beschouwd worden. De N 28 werd geselecteerd als secundaire weg type I. De weg vormt de verbinding tussen Halle en Ninove (en verder de E40 en Aalst). De hoofdfunctie van een secundaire weg I is verbinden op bovenlokaal niveau op basis van mobiliteitsgenererende elementen op provinciaal niveau.
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 12/47 10534
Landelijke kamer west
Figuur 2 4: Situering van Pepingen op de ontwikkelingskaart voor de landelijke kamer west (bron: PRS Vlaams Brabant)
Pepingen maakt deel uit van de landelijke kamer West. Volgende ruimtelijke principes worden voor deze ruimte vooropgesteld: • maximaal behouden van het landelijk karakter (glooiend landbouwlandschap, groen heuvellandschap en ingesneden valleilandschap) • richten van hoogdynamische ontwikkelingen naar de randen van het gebied • landelijk wonen mogelijk houden maar sturen naar de goed ontsloten geselecteerde kernen
De gewenste agrarische structuur De provincie streeft een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de agrarische structuur na. Duurzaamheid dient hier in zijn meest ruime context gelezen te worden, m.a.w. als een evenwicht tussen ecologische, maatschappelijke en economische componenten. Hiertoe wenst de provincie de agrarische structuur te vrijwaren en te versterken opdat het functioneren van de landbouw verzekerd kan worden. Zeker in open landbouwgebieden wordt het agrarisch grondgebruik bestendigd en de open ruimte behouden.
Het Vlaamse Gewest zal de agrarische macrostructuur afbakenen en concrete uitspraken doen over de mogelijkheden binnen de afgebakende regio’s. Het Vlaamse gewest beschouwt de landbouw als grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen en de belangrijkste factor voor het open houden van het buitengebied. Voor de landbouw zal voldoende ruimte worden voorbehouden en zullen – binnen aanvaardbare randvoorwaarden – de beschikbare technologieën en hulpmiddelen ingezet kunnen worden om de landbouwer een vergelijkbaar inkomen te verschaffen. Pajottenland, Zuid Hageland en Haspengouw, worden als belangrijke gebieden van de agrarische structuur beschouwd. De gebieden die belangrijk zijn voor het functioneren van de landbouw zullen afgebakend worden in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Rekening houdend met het
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 13/47 10534
subsidiariteitsprincipe, zal de provincie de ruimtelijke agrarische deelgebieden differentiëren, op basis van de agrarische mogelijkheden en knelpunten, nadat de afbakening op Vlaams niveau gebeurd is.
2.1.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Figuur 2 5: De gewenste ruimtelijke structuur voor Pepingen (Bron: GRS Pepingen)
Bij besluit van 28 april 2011 heeft de deputatie van de provincie Vlaams Brabant het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Pepingen goedgekeurd. In het richtinggevend gedeelte van het GRS is de opmaak van het RUP Hoeve opgenomen. Een eerste verwijzing kan men terugvinden bij de bespreking van de gewenste gemeenschapsvoorzieningen in het GRS: “Oneigenlijke intekening gebied voor openbaar nut Langs de Ninoofsesteenweg is een hoeve opgenomen in een zone voor openbaar nut. Het is niet zinvol om dit gebied te behouden. Er wordt voorgesteld om deze bestemming om te zetten naar een woon/agrarische bestemming. Hiertoe dient een RUP opgemaakt te worden. Deze omzetting valt te verantwoorden daar deze hoeve steeds een agrarische functie had/heeft en aansluit op het agrarisch gebied – er werd hiervoor reeds een gunstig planologisch attest afgeleverd.”
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 14/47 10534
Bij de bespreking van de gewenste ruimtelijke structuur voor Pepingen centrum werd deze intentie herhaald : “Wijzigen openbaar nutsbestemming De boerderij Versyck is opgenomen in een gebied voor openbaar nut. De gemeente heeft geen intentie om aan deze hoeve in de toekomst een openbare bestemming te geven. Er wordt dan ook geopteerd om deze bestemming te wijzigen naar een woon/agrarische bestemming.”
De opmaak van het RUP hoeve is tevens opgenomen in de bindende bepalingen van het GRS, paragraaf 2.3. “Opstellen RUP ten behoeve van de hoeve gelegen in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut langs de Ninoofsesteenweg, dit RUP heeft als doel om de hoeve zone-eigen te maken, het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut dient niet behouden te blijven”
Figuur 2 6: Gewenste microstructuur van Pepingen (bron: GRS Pepingen, 2011) met aanduiding van het plangebied.
2.2 Andere relevante plannen
Er is geen APA, BPA of RUP in het plangebied gelegen.
T:\Projecten\10534_Pepingen_PAT\Rapportage\Rapporten\Integrale nota hoeve.docx 15/47 10534
2.3 Bestaande juridische toestand
De gegevens uit dit hoofdstuk (incl. kaartmateriaal en tabel) vormen een weergave van de bestaande juridische toestand. Hoofdstuk 3 zet de bestaande feitelijke toestand uiteen.
Figuur 2 7: Gewestplan Halle Vilvoorde