GEBIEDSPLAN ‘PRODUCTIELANDSCHAP’

Hoofdlijnen notitie 5 oktober 2017

De gemeente , de provincie Noord-Holland en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hebben samen de verantwoordelijkheid genomen voor het proces om te komen tot een gezamenlijk geschreven en gedragen gebiedsplan. Deze notitie is opgesteld door een schrijfteam dat is gevormd uit de drie organisaties onder regie van een onafhankelijk coördinator en eindredacteur.

Datum: oktober 2017

Opdrachtgever: Gemeente Hollands Kroon, Provincie Noord Holland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier p/a Postbus 8 1760 AA Anna Paulowna

Regie en eindredactie: Drs. C.C. (Chris) Karman

CONEXYS Edeseweg 72 6721JZ Bennekom [email protected] 06 205 38388

Pagina 1 INHOUDSOPGAVE

Inleiding ...... 3 Samenwerking ...... 4 Gebiedsplan ...... 4 Doel van deze notitie ...... 4 Ontwikkeling van het productielandschap – de hoofdlijnen ...... 5 Kwaliteit ...... 5 Ruimte voor ondernemen ...... 7 Wonen en leven in een productielandschap ...... 12 Een robuuste blauw/groene structuur ...... 14 Bijdrage aan de maatschappelijke doelen ...... 17 Bijlagen ...... 18 Bijlage 1 - Typering van de Wieringermeer ...... 18 Bijlage 2 – Onderwerpen die nadere uitwerking behoeven ...... 22 Bijlage 3 – Van duurzame naar circulaire gebiedsontwikkeling ...... 23

Pagina 2 INLEIDING

PRODUCTIELANDSCHAP WIERINGERMEER De Wieringermeer is een droogmakerij die is ontworpen als één geheel. De polder is bedacht en aangelegd als een gecontroleerd (waterbeheersing) en samenhangend (cultuurtechnisch, organisatorisch, sociografisch en stedenbouwkundig) productielandschap. Verkaveling, ontsluiting, ontwatering en bewoning zijn op elkaar afgestemd om ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Zo zijn bebouwing en beplanting in de polder al bij het ontwerp benoemd als ‘plastische details’ die ten dienste staan van de polder als geheel. In 1930 was de polder voltooid en was Nederland ruim 20.000 hectare groter geworden.

De Wieringermeer is een modern productielandschap dat huidige en toekomstige ontwikkelingen in zich op kan en moet kunnen blijven nemen. Zoals schaalvergroting in de landbouw, veranderingen in transport van water naar weg, grootschalige bebouwing en opwekking van duurzame energie.

De Wieringermeer is, anders dan bijvoorbeeld oudere polders als de Haarlemmermeer en de Anna Paulownapolder, een geregisseerd landschap. Wat hier plaatsvindt of groeit volgt uit zorgvuldig ontworpen randvoorwaarden: polderpeil, kavelmaat, ontsluitingsstructuur. Kenmerkend daarbij zijn de maat en efficiëntie van de poldervlakken met grote tot zeer grote kavels, een ruim gedimensioneerde ontsluiting over water en weg vanaf de randen naar het hart en een duidelijk herkenbare hiërarchie van sloot naar tocht naar vaart en van boerenerf naar centrale kern.

Om modern te blijven moet het systeem dat de Wieringermeer is de ruimte krijgen om verder door te ontwikkelen. Niet door het enkel te transformeren of te conserveren maar door het productiesysteem uit te breiden met nieuwe lagen en vormen van gebruik toe te blijven voegen aan het oorspronkelijke productielandschap. Hoewel de polder grotendeels er nog uitziet zoals het oorspronkelijk is aangelegd, verandert de context van de polder. De Wieringermeer ligt steeds meer in de invloedssfeer van de metropool en is in beeld voor nieuwe functies en nieuwe gebruiksvormen. Om in de polder te werken hoef je er niet meer perse te wonen.

Pagina 3 SAMENWERKING

Naar aanleiding van discussies over de ontwikkelingen in de Wieringermeer die van invloed zijn op zowel de fysieke als de sociale leefomgeving hebben de drie overheidsorganisaties gemeente Hollands Kroon, Provincie Noord-Holland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de wens uitgesproken om tot één gebiedsplan voor Wieringermeer te komen.

Op 16 januari 2017 heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de betrokken overheidspartijen waarin is afgesproken gezamenlijk vorm en inhoud te geven aan het gebiedsplan Wieringermeer. Een unieke samenwerking (een gebiedsplan is normaliter de verantwoordelijkheid van de gemeente) voor een gebied waarin met grootschalige investeringen een gezamenlijk en uniek belang speelt.

In de samenwerkingsafspraken is onder meer de volgende opdracht en doelstelling omschreven:

“Een gebiedsplan ontwikkelen met kaders waarbinnen de onderwerpen uit de omgevingsvisie nader worden uitgewerkt en waarbij rekening wordt gehouden met trends & ontwikkelingen en in het bijzonder de effecten/kansen van toekomstige initiatieven en mogelijkheden. Waarbij optimaal en actueel invulling wordt gegeven aan de missie van de omgevingsvisie: “We willen flexibeler in kunnen spelen op de veranderingen in de maatschappij. Uitnodigen, te inspireren en faciliteren waarbij ontwikkelingen door andere partijen opgestart en uitgevoerd kunnen worden binnen vooraf gegeven kaders, zodat ontwikkelingen van onderaf tot stand kunnen komen”.

GEBIEDSPLAN

Het gebiedsplan vloeit voort uit de Omgevingsvisie van de Gemeente Hollands Kroon en dient daarnaast gespiegeld te worden aan de provinciale Structuurvisie 2040 en Ruimtelijke Verordening (PRV) en het Waterprogramma 2016-2021 van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Tevens is het belangrijk te blijven spiegelen aan de lopende ontwikkeling van de omgevingsvisie voor de Provincie Noord Holland.

Naast dit specifieke regionale gebiedskader, geldt natuurlijk ook het overige bestaande beleid: waaronder Europees-, Rijks-, Provinciaal-, regionaal, lokaal beleid, convenanten en overige visie documenten. U kunt het overzicht van bestaand beleid hier vinden.

Tot slot is het programma van de Kop Werkt! relevant voor de ontwikkeling van een gebiedsplan voor de Wieringermeer. In het Regionaal Ambitiedocument van de Kop Werkt! zijn doelen vastgelegd waaraan de komende vier jaar wordt samengewerkt. Per doel zijn concrete opgaven geformuleerd die richting geven aan de activiteiten in de komende periode. Voor de Wieringermeer omvat het programma onder meer de realisatie van een oost-west verbinding (Stolpen-), dorpsontwikkelplan voor Wieringerwerf en Middenmeer en versterking van het regionale vaarroutenetwerk.

Het gebiedsplan biedt het kader voor het bepalen van de wenselijkheid van ontwikkelingen, initiatieven en projecten, de beoogde locaties, inpassing en wanneer nodig het stellen van voorwaarden en toepassen van ontwikkelprincipes voor realisatie. Hierbij kan gedacht worden aan onder andere woningbouw, huisvesting van arbeidsmigranten, leegstand, ontwikkeling van bedrijventerreinen, groot- en kleinschalige ‘niet grondgebonden agrarische’ ontwikkelingen, maar ook niet agrarisch gerelateerde ontwikkelingen en energie projecten.

DOEL VAN DEZE NOTITIE

De onderhavige notitie heeft als doel richting te geven aan de inhoud van het gebiedsplan door de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van de Wieringermeer in de komende 5-10 jaar te schetsen. Na bestuurlijk akkoord op de hoofdlijnen is deze notitie de basis voor de verdere uitwerking van het gebiedsplan.

Pagina 4 ONTWIKKELING VAN HET PRODUCTIELANDSCHAP – DE HOOFDLIJNEN

Rekening houdend met de typische karakteristiek van de Wieringermeer worden in dit hoofdstuk de hoofdlijnen geschetst voor het op te stellen gebiedsplan dat als kader zal gaan dienen voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied.

Het basisprincipe dat hierbij wordt gehanteerd is dat elke ontwikkeling een positieve bijdrage moet leveren aan de kwaliteit van het gebied, waarbij wordt voortgebouwd op een door de gemeente Hollands Kroon ontwikkelde set van maatschappelijke doelen.

Daarna zullen de hoofdlijnen aan de hand van 3 thema’s meer specifiek worden uitgewerkt:

▪ Ruimte voor ondernemen ▪ Wonen en leven in een productielandschap ▪ Een robuuste groen/blauwe polderstructuur

KWALITEIT

ELK INITIATIEF LEVERT EEN POSITIEVE BIJDRAGE AAN DE KWALITEIT VAN HET GEBIED Bij de ontwikkeling van het gebiedsplan is de eigen verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties een belangrijk uitgangspunt. Hieraan kan door initiatiefnemers invulling worden gegeven door bij hun voorstellen of plannen zelf al in te gaan op de bijdrage die zij daarmee leveren aan het behoud of versterken van de ruimtelijke kwaliteit en/of leefbaarheid en de mogelijkheden om door het treffen van compenserende maatregelen, negatieve effecten te voorkomen of op te vangen. Hierbij zijn de verderop in dit hoofdstuk geschetste ontwikkelprincipes leidend.

‘Kwaliteit’ is echter een breed begrip. Zo heeft de provincie haar Provinciale Ruimtelijke Verordening; een zorgvuldig afgewogen kader waarin ruimtelijk kwaliteit leidend is. De gemeente Hollands Kroon heeft de maatschappelijke effecten van de door haar gestelde doelen uitgewerkt. Deze effecten geven een concrete en meetbare invulling van het begrip ‘kwaliteit’ en maken onderdeel uit van een breed begrotingsprogramma (met bijbehorende activiteiten)dat door de gemeente wordt getrokken.

De benoemde maatschappelijke effecten betreffen tot 2020:

▪ Bestaanszekerheid - Economische onafhankelijkheid om op redelijke wijze in de maatschappij te kunnen participeren, ook bij persoonlijke tegenslag. ▪ Veiligheid - Veilig voelen en zijn in Hollands Kroon. ▪ Economische ontwikkeling - Optimaal vestigingsklimaat voor ondernemers afgestemd op klantpotentieel en locatieprofiel met oog voor het buitengebied. ▪ Infrastructuur - Bereikbaarheid in en naar Hollands Kroon is optimaal en veilig. ▪ Milieu - Een schoon en gezond leefklimaat. ▪ Omgevingskwaliteit - Een aangename leefomgeving. ▪ Zorg - In staat zelfstandig, of met hulp, zorg te dragen voor eigen fysieke, sociale of psychisch welzijn. ▪ Sport & Educatie - Ontplooiing tot zelfbewuste en vitale inwoners in fysieke en cognitieve zin. ▪ Kunst & Cultuur - Verbinding door culturele identiteit. ▪ Accommodaties - Op eigen kracht functionerende maatschappelijke accommodaties. ▪ Havens - Optimaal vestigingsklimaat voor de visserij en hieraan gerelateerde bedrijven. ▪ Toerisme - Uniciteit van Hollands Kroon is bekend in binnen- en buitenland.

De hoofdlijnen die in de hierop volgende paragrafen zijn uitgewerkt zullen aan deze set van maatschappelijke doelen worden getoetst in het hoofdstuk ‘Bijdrage aan maatschappelijke doelen’.

Pagina 5 SCHAALNIVEAU De Wieringermeer staat niet op zichzelf. Het maakt onderdeel uit van een groter geheel. Dat grotere geheel is divers. Ondernemers/producenten opereren met bedrijfsmatige activiteiten vanuit het perspectief van :

- Wieringermeer in de gemeente Hollands Kroon/aangrenzende zone - Wieringermeer in de regio De Kop - Wieringermeer in de Greenport Noord-Holland Noord - Wieringermeer ten opzichte van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) - Wieringermeer in de provincie Noord-Holland - Wieringermeer als onderdeel van de BV Nederland - Wieringermeer in de wereld en als wereldwijde producent

Ontwikkelingen in de Wieringermeer kunnen op verschillende schaalniveaus een positieve bijdrage aan de kwaliteit van het gebied; het belang is derhalve afhankelijk van het schaalniveau waarop ze beoordeeld worden. Wanneer een ontwikkeling met voornamelijk bovenregionale meerwaarde -vanwege de ruimte of om andere redenen- toch in de Wieringermeer dient plaats te vinden is het belangrijk te duiden op welke wijze alsnog een bijdrage geleverd kan worden aan de maatschappelijke doelen zoals hiervoor benoemd, waarbij deze bijdrage in verhouding staat tot de impact van een ontwikkeling op het gebied.

Bovenstaande figuur kan behulpzaam zijn bij het beoordelen van een activiteit, rekening houdend met de schaal, impact en type activiteit. Het centrum van het assen stelsel betreft de specifieke locatie waar zich een initiatief voordoet. Vervolgen kan dan via de x as bepaald worden wat de reikwijdte / schaalniveau van het initiatief is. Via de y-as kan bepaald worden wat voor soort initiatief het betreft en op de z-as kan aangegeven worden hoe groot de ruimtelijke impact is. Door de positie op elk van de assen bij de start van de beoordeling van een initiatief consequent te benoemen hanteren alle gesprekpartners hetzelfde vertrekpunt.

Pagina 6 RUIMTE VOOR ONDERNEMEN

De beschikbare ruimte in het gebied is een belangrijke drijvende kracht. De huidige grondgebonden landbouw is een belangrijke basis, maar zou in aangewezen gebieden plaats kunnen maken voor activiteiten met een grotere waarde voor de kwaliteit van de Wieringermeer. Door de schaal en ruimte van het landschap passen in de Wieringermeer ontwikkelingen die in oudere, meer verstedelijkte of kleinschaliger landschappen in de gemeente, provincie Noord-Holland of Nederland minder goed passen. Het productielandschap van de Wieringermeer verandert de laatste jaren sneller dan daarvoor waarbij blijkt dat het gebied in beeld is als vestigingsgebied voor (internationale) ondernemingen en voorzieningen. Enerzijds worden deze ontwikkelingen aangetrokken door de beschikbaarheid van ruimte die elders in West-Nederland niet te vinden is, anderzijds door de aanwezigheid van andere activiteiten waarvan de nabijheid op enigerlei wijze een voordeel oplevert (clustervorming). In steeds mindere mate hebben deze functies een binding met de grondgebonden agrarische sector, maar gezien de oorspronkelijke doelstelling en nog altijd bestaande inrichting van het gebied moeten zij zich hiermee wel kunnen verdragen. De Wieringermeer is en blijft immers een in hoofdzaak agrarisch gebied.

NIEUWE ONTWIKKELINGEN BINNEN BESTAANDE BEDRIJVENTERREINEN In het Regionaal Convenant Werklocaties Kop van Noord-Holland (8 juli 2016) is vastgelegd hoe met vragen van ondernemers voor uitbreiding van bestaande bedrijvigheid of de vestiging van nieuwe bedrijvigheid wordt omgegaan. Indien het aanbod binnen deze terreinen niet passend is zal allereerst bekeken worden of vanuit andere bedrijventerreinen binnen de regio een passend aanbod gedaan kan worden om in de behoefte van de ondernemer te voorzien. Wanneer een passend aanbod niet mogelijk is, kan (cf de Ladder voor Stedelijke Ontwikkeling) buiten de bestaande bedrijventerreinen naar een passend aanbod worden gezocht. De Raad van Staten heeft geoordeeld dat voor de plaatsing van datacentra in de Wieringermeer de Ladder voor Stedelijke ontwikkeling niet van toepassing is. Daarnaast past deze ontwikkeling in het beeld van de omgevingsvisie met een bijdrage aan de circulaire economie in de duurzame verbinding met de glastuinbouw.

In de afgelopen jaren hebben we gezien dat het aantal vragen om ruimte voor nieuwe ontwikkelingen door bedrijven van ‘bovenregionale aard en convenant overstijgend’ toeneemt, niet in het minst vanwege de gunstige ligging van de Wieringermeer voor deze sectoren ten opzichte van de metropoolregio Amsterdam. Een goed voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van grootschalige datacenters op en nabij Agriport A7 in verband met de ruime kavels, aanwezigheid van belangrijke ICT infrastructuur, goede backup van de stroomvoorziening en de mogelijkheid tot hergebruik van warmte in het kassengebied. De kans bestaat dat dergelijke aanvragen in de toekomst vaker gesteld zullen worden en zich niet zullen beperken tot datacentra. Alhoewel de Wieringermeer dergelijke (grootschalige) bovenregionale aanvragen lijkt te kunnen accommoderen, is het van belang om hierbij een zorgvuldige afweging te maken. Hiertoe zal in het kader van het gebiedsplan een serie ontwikkelprincipes worden uitgewerkt.

Pagina 7 ONTWIKKELPRINCIPES ALS RICHTINGGEVEND KADER Om richting te geven aan (grootschalige) ontwikkelingen die mogelijkerwijs plaats zullen gaan vinden in de Wieringermeer zal in het gebiedsplan een uitwerking worden gemaakt van de belangrijkste ontwikkelingsprincipes. Deze zullen als toetsingskader zullen dienen om vanuit diverse perspectieven (economie, ruimte, waterhuishouding, leefkwaliteit) te beoordelen of een ontwikkeling mogelijk en wenselijk is. De ontwikkelprincipes worden uitgewerkt aan de hand van de volgende thema’s:

▪ Ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing ▪ Economische waarde en werkgelegenheid ▪ Leefkwaliteit ▪ Bereikbaarheid ▪ Milieu ▪ Omgang met grondstoffen en energie ▪ Ruimtelijke adaptatie ▪ Leefbaarheidsfonds

In de volgende paragrafen wordt een eerste aanzet gemaakt voor de invulling van de ontwikkelprincipes. Een gedetailleerde uitwerking zal, met het beleid van de drie overheden als uitgangspunt, worden gemaakt in het uiteindelijke gebiedsplan.

Een belangrijk onderwerp voor verdere uitwerking is de juridische ‘houdbaarheid’ van het toetsingskader dat middels deze ontwikkelprincipes wordt geboden. Nader onderzoek zal worden gedaan naar de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke mogelijkheden om afspraken vast te leggen.

Tot slot zullen procesafspraken worden gemaakt over de wijze waarop de gebiedspartners (waaronder tenminste de drie overheden) in een vroeg stadium worden betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe, grootschalige initiatieven.

Pagina 8 RUIMTELIJKE KWALITEIT EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING De polder is geen oneindig leeg speelveld waar alles moet kunnen maar een gegeven begrensd gebied waar sprake is van bestaande belangen. Nieuwe ontwikkelingen moeten passen in het geheel, waarbij aansluiting gezocht kan worden bij de ontwikkelprincipes die worden benoemd in de leidraad Landschap en Cultuur van de Provincie Noord Holland.

Het bewaken van het agrarische cultuurlandschap is niet noodzakelijk met uitzondering van de ‘Opperdoezer ronde gronden’. De ontstaansgeschiedenis als moderne droogmakerij moet herkenbaar blijven. Historische structuren en kenmerken kunnen richtinggevend zijn bij de inrichting, maar volledige bescherming of behoud is geen voorwaarde. Bij het ruimtelijk ontwerp van grootschalige ontwikkelingen dient (tenminste een deel van) de polderlijnen behouden te blijven als ruimtelijke drager van het oorspronkelijke ontwerp.

De A7 kan ontwikkeld worden als ruimtelijke drager voor grootschalige ontwikkelingen, waarbij rekening gehouden dient te worden met de volgende criteria:

- oriënteer de bebouwing op de weg en maak een goed vormgegeven landschappelijke zone langs de A7 die een representatieve rand en het ‘podium’ voor de bebouwing vormt; - maak van de innovatieve (circulaire) ruimtelijke ontwikkelingen het zichtbare visitekaartje voor dit gebied. - Voor ontwikkelingen in de polder geldt dat op het projectperceel veel mogelijk is mits het wordt een alzijdige of U-vormige erfbeplanting wordt omsloten. Er worden dan geen nadere landschappelijke inpassingseisen gesteld aan het initiatief zelf.

Pagina 9

Pagina 10 ECONOMISCHE WAARDE EN WERKGELEGENHEID Voor elke ontwikkeling dient inzichtelijk gemaakt te worden op welke wijze en in welke omvang het een bijdrage levert aan de lokale en regionale economie. Onderdeel hiervan is het aantal directe en indirecte arbeidsplaatsen voor inwoners van de Wieringermeer en de omliggende regio.

In het gebiedsplan zal dit ontwikkelprincipe verder worden uitgewerkt, waarbij gedacht kan worden aan toename van de werkgelegenheid; toename van de beroepsbevolking en optimale kansen voor nieuwe bedrijvigheid, passend bij ons locatieprofiel (aantal nieuw gevestigde bedrijven)

LEEFKWALITEIT Nieuwe ontwikkelingen dienen bij te dragen aan het behoud en de versterking van de kernen Wieringerwerf en Middenmeer.

In het gebiedsplan zal dit principe verder worden uitgewerkt, waarbij gedacht kan worden aan de toename van de tevredenheid van inwoners over kwaliteit van de leefomgeving.

BEREIKBAARHEID Grootschalige economische ontwikkelingen gaan veelal gepaard met een verandering in de mobiliteitsvraag. Voorafgaand aan de ontwikkeling dient inzichtelijk gemaakt te worden hoe de toenemende druk op de capaciteit (vooral bij grootschalige ontwikkelingen) kan worden verwerkt en de kwaliteit van mobiliteitsnetwerken (fiets, openbaar vervoer, wegverkeer, vaarwegen) wordt gegarandeerd.

Daarnaast dient antwoord gegeven te worden op de vraag op welke wijze een bijdrage wordt geleverd aan het verduurzamen van mobiliteit (keuze tussen verschillende verkeersmodaliteiten).

MILIEU Binnen de bedrijventerreinen zijn bedrijf categorie 2 tot en met 5.1 toegestaan en daarbuiten enkel bedrijf categorie 1 en 2. Nieuwe ontwikkelingen mogen geen onevenredig negatieve invloed hebben op de water-, bodem- en luchtkwaliteit.

OMGAAN MET GRONDSTOFFEN EN ENERGIE In lijn met de ambitie van de Rijksoverheid en de provincie Noord Holland heeft ook de gemeente Hollands Kroon ingezet op een duurzame, ondernemende en innovatie economie. Om dat te bereiken zullen nieuwe ontwikkelingen zorgvuldig moeten omgaan met grondstoffen en energie (circulair waar mogelijk). Denk hierbij aan innovatieve oplossingen voor energiebesparing, -opwekking en -opslag en hergebruik van stromen zoals grondstoffen, energie, water en warmte.

Na de realisatie van Windpark Wieringermeer is er op land alleen nog ruimte voor eventuele opschaling van de windparken Waardpolder en Groetpolder. Naast het benutten van meekoppelkansen (bijvoorbeeld zon in combinatie met wind) wordt ruimte geboden om nieuwe ontwikkelingen plaats te laten vinden maar terughoudend opgetreden in het bieden van fysieke ruimte.

Pagina 11 RUIMTELIJKE ADAPTATIE Bij de (ruimtelijke) ontwikkeling van nieuwe initiatieven wordt rekening gehouden met het veranderende klimaat door bij te dragen aan een samenhangend, meerlaagse waterveiligheidssysteem1. Dat betekent dat maatregelen worden geïmplementeerd die klimaatrisico’s (bv overstromingsrisico als gevolg van extreme regenval) beperken, zowel voor de ontwikkeling zelf als ook voor het omliggende gebied (denk aan afstromend regenwater bij grote oppervlakken aan bebouwing en verharding). Overigens is dit evenzo relevant voor de bedrijfszekerheid van bestaande (agrarische) ondernemers. Hierbij speelt dat een doordachte locatiekeuze en slimme en stedenbouwkundige inrichting de gevolgen van een overstroming met eventueel grootschalige maatschappelijke ontwrichting aanzienlijk kunnen beperken. Daarnaast dienen handelingsplannen beschikbaar te zijn voor (bedrijfs)processen die zo vitaal zijn voor de Nederlandse samenleving dat uitval of verstoring tot ernstige maatschappelijke ontwrichting leidt.

LEEFBAARHEIDSFONDS Om de ruimte in de polder blijvend te kunnen benutten voor grootschalige ontwikkelingen is het nodig te investeren in het aanleggen van de noodzakelijke infrastructuur (logistiek, waterhuishouding, groen/blauwe kader. Deze investering zal gedekt worden uit de economische ontwikkeling (‘financieren van de onrendabele ruimte vanuit de rendabele ruimte’) door een afdracht uit grondexploitatie, vereveningsinstrumenten en/of OZB die in verhouding staat tot de noodzakelijke investeringen om zo de kwaliteit en leefbaarheid van de Wieringermeer te kunnen behouden.

Ten behoeve van deze afdrachten zal een leefbaarheidsfonds worden ingesteld, dat onder beheer van de gemeente Hollands Kroon zal zorgen voor een programmatische aanpak van de uit te voeren maatregelen. In het geval van maatregelen binnen de verantwoordelijkheid van de provincie of het hoogheemraadschap zullen deze zich tot de gemeente wenden.

WONEN EN LEVEN IN EEN PRODUCTIELANDSCHAP

Het karakteriseren van de Wieringermeer als productielandschap levert beperkingen op ten aanzien van andere functies. Wonen (en woningbouw) zal zich, voor zover niet ten dienste van bedrijvigheid, moeten concentreren in de kernen om de ontwikkeling van het productlandschap niet in de weg te zitten, maar niet in het minst ook om de leefbaarheid in de kernen te behouden en te versterken.

Hollands Kroon zet in op kwalitatief goede voorzieningen; nieuwe ontwikkelingen dienen hieraan bij te dragen in directe of indirecte zin. Het accent wordt daarbij gelegd op de grote kernen in de gemeente; voor de Wieringermeer is dit Wieringerwerf. Vrijkomende ruimte in het dorp (veelal door sloop) kan worden benut voor nieuwbouw. In de overige kernen zal worden geïnvesteerd in het behoud van de leefbaarheid om aantasting van het dorpsbeeld door leegstand en sloop te voorkomen.

1 De meerlaagsveiligheidsbenadering gaat uit van drie lagen om ons land te beveiligen tegen overstromingsrisico’s. Die drie lagen zijn: preventieve maatregelen zoals dijkversterking en rivierverruiming (laag 1), gevolgbeperkende maatregelen door ruimtelijke ordening of waterrobuust bouwen (laag 2) en rampenbeheersing en evacuatie (laag 3). In alle drie lagen kunnen maatregelen genomen worden.

Pagina 12 WONEN Ten aanzien van woningbouw heeft de gemeente Hollands Kroon samen met de regiogemeenten (, Schagen en Texel) kaders gesteld voor de kwantiteit en kwaliteit van woningbouw. De uitvoering hiervan vindt plaats aan de hand van het Kwalitatief woningbouw-programma van de Kop (KwK, tot 31-12-2019), waarin met name binnen de kernen Wieringerwerf en Middenmeer ruimte is voor nieuwbouw (ca 60 woningen per kern). Ook in Slootdorp is nog ruimte voor de bouw van nieuwe woningen, zij het beperkter in aantal (ca 10). Op dit moment wordt een actualisatie van het KwK uitgevoerd (tot 2030); de resultaten hiervan zullen in het gebiedsplan worden verwerkt.

Provinciaal koersen gemeenten en provincie af op energieneutrale (en aardgasloze) nieuwbouw (convenant is in de maak, zie actieplan duurzaam NHN).

ARBEIDSMIGRANTEN Naast woningen voor inwoners is er een grote vraag naar tijdelijke woonruimte voor arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten die besloten hebben zich te vestigen (vaak na gezinshereniging) zijn welkom en worden gestimuleerd te integreren in het maatschappelijk leven.

Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar de kwantitatieve en kwalitatieve huisvestingsbehoefte van arbeidsmigranten in de Kop van Noord Holland kan worden bepaald wat de beste oplossingen zijn. Daarbij zal eerst worden gekeken naar de mogelijkheden binnen het bestaand stedelijk gebied in de regio. Als blijkt dat dat niet voldoende is dan kunnenlocaties in het landelijk gebied worden gezocht. De huisvesting van arbeidsmigranten wordt in samenhang bekeken met huisvesting van andere doelgroepen en met andere beleidsvelden bezien, zoals economie, infrastructuur en landschap.

LEEGSTAND Leegstand is een in toenemende mate belangrijk onderwerp. Om de leegstand goed in beeld te krijgen zal er in 2018 een nulmeting van leegstaande panden (frictie/structureel) worden gedaan en de leegstand zal vervolgens elke 3 jaar worden gemonitord. Hierbij gaat hem om woningen, winkels, bedrijfspanden en kantoren, maatschappelijk vastgoed (scholen, kerken) en agrarische bebouwing.

Inzet is om, ter voorkoming of bestrijding van eventuele structurele leegstand in de kernen, alle nieuwe initiatieven te concentreren in de kernen vanuit het doel van behoud en versterking van de leefbaarheid van de kernen.

Wanneer er sprake is van al langer leegstaande winkels in de kernen kan ruimte worden geboden voor nieuwe detailhandel concepten zoals ‘pop up’ en ‘shop in shop’. Lukt dat niet dan kunnen deze het beste worden omgezet in woningen.

Invulling van vrijkomende agrarische bebouwing door wonen of andersoortige bedrijvigheid kan er voor zorgen dat dit wonen en deze bedrijvigheid dan niet plaatsvindt in de kernen. Dat is ongewenst vanuit het doel van behoud en versterking van de leefbaarheid van de kernen. In het gebiedsplan zal worden uitgewerkt op welke wijze met vrijkomende agrarische bebouwing kan worden omgegaan.

Pagina 13 BEREIKBAARHEID Om de bereikbaarheid van de Kop van Noord Holland, en dus ook de Wieringermeer, te verbeteren is er behoefte aan een goede oost-west verbinding. De noord-zuid verbindingen worden gevormd door de N9 en de A7. De oost-west verbindingen door de N242 en de N99. Tussen de N242 en de N99 zitten geen kwalitatief goede oost-west verbindingen.

Binnen het regionale programma ‘De Kop Werkt!’ zijn inmiddels afspraken gemaakt om een goede oost-west verbinding te realiseren door de verbinding Stolpen - te verbeteren en over de gehele verbinding 80km/h te maken. Voor de verbinding zijn twee alternatieven mogelijk. Een via de Groetweg en een via een nieuwe verbinding aan de zuidkant van Middenmeer aansluitend aan de aansluiting van de A7.

EEN ROBUUSTE BLAUW/GROENE STRUCTUUR

In het productielandschap Wieringermeer staat ruimte en groen ‘in dienst’ van ondernemen. Daarnaast benadrukt het de historische structuur en contouren van de Wieringermeer en levert het een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid. Dat betekent dat een investering nodig zal zijn voor de realisatie (soms reparatie) van een robuuste, groen/blauwe structuur, die aansluit bij de oorspronkelijke opzet van de polder (‘openheid versus massa’).

RUIMTELIJKE KWALITEIT Bij het ruimtelijk ontwerp van grootschalige ontwikkelingen dient (tenminste een deel van) de polderlijnen behouden te blijven als ruimtelijke drager van het oorspronkelijke ontwerp. De A7 kan zich ontwikkelen als ruimtelijke drager voor grootschalige ruimtelijke programma’s (zie ook ‘ruimtelijke kwaliteit’ als één van de ontwikkelprincipes).

Waardevolle objecten en structuren met een (cultuur) historische waarde dienen te worden ontzien. Ook de randen van het gebied worden ontzien om het landschappelijk karakter te bewaken en een zorgvuldige overgang naar het achterliggende gebied (m.u.v. IJsselmeerkust) te waarborgen. Structuren en kenmerken van de Wieringermeer kunnen richtinggevend zijn bij deze voortgaande vernieuwing van de inrichting, maar bescherming of behoud zijn geen harde voorwaarden.

DE RANDEN VAN DE WIERINGERMEER De randen van de polder vormen de aansluiting op omliggende gebieden als IJsselmeer, het eiland en West-Friesland. Op dit moment bestaat de aansluiting voornamelijk uit harde ‘naden’. De randzones bieden kansen om te verbreden tot landschappelijk meer gemengde zones waarin wordt voortgebouwd op hun eigen karakteristiek, waarbij meekoppelkansen als recreatie, natuurontwikkeling en water(berging) worden benut. Hiertoe is het van belang dat ruimte wordt vrij gehouden tussen de randen van Wieringermeer en de grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen.

- De rand IJsselmeerkust kan veranderen van een harde scheidslijn tussen agrarisch en IJsselmeerwater in een bredere gemengde Noord-Hollandse kust- en experimentenzone. Experimenten (als project Achteroever) kunnen hier dienen als motor voor verandering. Andere mogelijkheden liggen in het realiseren van een aantrekkelijke mix van bijvoorbeeld nieuwe teelten, (nieuwe) energie, voorzieningen voor de polder en recreatie aan diep zwem/vaarwater.

Pagina 14 - De rand Westfriese Omringdijk maakt onderdeel uit de open ‘panoramazone’ langs de Westfriese Omringdijk. Hierbij kan het Beeldkwaliteitsplan Westfriese Omringdijk als inspiratie worden gebruikt. De nadruk ligt hier op cultuurhistorie: ‘Oud zeekleigebied ontmoet nieuw land’. Rond de Zuiderzeestad Medemblik liggen ontwikkelingskansen in het samenkomen van oud/nieuw en land/water. De IJsselmeerkust ten noorden van Medemblik kan betrokken worden bij deze watersport- en de historische Zuiderzeestad. - De rand Wieringerwaard/Groetpolder kan onderdeel worden van de ‘Waterspin’, het landschappelijk- recreatieve vaarnetwerk in het midden van de Kop van Noord-Holland. Hierbij kan samenhang gecreëerd worden tussen het Waardkanaal met de groene robuuste bomenrand en de kleine droogmakerij Groetpolder. - De rand Amstelmeer kan worden ingezet voor versterking van waterrecreatie. De rand Wieringen/Polder Waard-Nieuwland kan worden benut voor het (recreatief) beleven van het contrast tussen de grote schaal van de Wieringermeer enerzijds, en de kleine schaal van het reliëfrijke keileemlandschap van Wieringen.

RUIMTELIJKE ADAPTATIE Het klimaat verandert sneller en heviger dan gedacht. Om ook in de toekomst prettig te kunnen wonen, werken en recreëren, moet de Wieringermeer worden ingericht met het oog op de toekomst. Hierbij moeten we rekening houden met hevige regenbuien, perioden van droogte en hitte en de gevolgen van mogelijke overstroming. Een eerste stap om meer inzicht te verkrijgen in de gevolgen hiervan is het uitvoeren van een klimaatstresstest. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voert momenteel een stresstest uit voor de Wieringermeer, gericht op wateroverlast. Op basis van de resultaten van deze stresstest kunnen in het gebiedsplan concrete maatregelen worden uitgewerkt waar nieuwe ontwikkelingen aan dienen te voldoen (zie ook de Ontwikkelprincipes).

De Wieringermeer ligt als polder ver beneden NAP. Veiligheid en beperking van wateroverlast worden geborgd door de dijken en de inrichting van het gebied achter de dijk. Vanaf 2017 wordt tenminste elke 12 jaar beoordeeld of de primaire keringen voldoen aan de normen. Vanaf 2029 wordt elke 12 jaar tevens bezien of aanpassing van de normering zelf nodig is vanwege wezenlijke veranderingen met betrekking tot de onderliggende aannames. Binnen de context van het gebiedsplan zal dan ook geen aanpassing van de normering plaatsvinden. Eventuele toegenomen risico’s als gevolg van investeringen in het gebied dienen met projectgebonden maatregelen gemitigeerd te worden (bijvoorbeeld door kwetsbare infrastructuur niet op de begane grond te plaatsen).

Pagina 15 VOLDOENDE ZOET WATER De beschikbaarheid van zoet water neemt steeds verder af; het zoete regenwater moet daarom zo lang mogelijk in het gebied behouden blijven. Dit betekent dat berging van wateroverschotten (bijvoorbeeld na extreme regenval) de voorkeur verdient boven afvoer.

BIODIVERSITEIT EN WATERKWALITEIT De ontwikkeling van nieuwe natuur is hier niet nodig. Natuurontwikkeling vind plaats in het kader van functiecombinaties (bv natuur i.c.m. waterberging) binnen de NNN (Natuurnetwerk Nederland, een samenhangend netwerk van nationaal en internationaal belangrijke en duurzaam te behouden ecosystemen). Daarbij heeft de ontwikkeling van functionele en beleefbare natuur de voorkeur. Naast een gebiedsgerichte aanpak en versterking ligt er wel een opgave in het beter integreren van belangen als natuur en biodiversiteit in het productielandschap, zoals in de landbouw maar ook op en nabij de nieuwe functies.

Met betrekking tot de waterkwaliteit gelden in de Wieringermeer de normen die voortvloeien uit de Europese Kader Richtlijn Water.; dit zijn verplichte omgevingswaarden zoals bedoeld in de omgevingswet. Afgezet tegen de huidige normen is de waterkwaliteit in de Wieringermeer zowel chemisch als ecologisch overwegend slecht. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is voor de periode 2016-2021 een resultaatverplichting aangegaan voor het realiseren van een maatregelenprogramma gericht op het bereiken van een goede waterkwaliteit. Het gaat daarbij onder andere om het oplossen van vismigratie knelpunten, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, een aangepast op plantengroei gericht beheer en onderhoud van de primaire waterlopen en ondersteuning van de agrarische sector bij het terugdringen van emissies. De verwachting is dat in 2021 een doelbereik van ongeveer 80% ten opzichte van de waterkwaliteit in 2014 wordt behaald. Provincie, HHNK en gemeente bepalen samen in 2020, als opmaat naar het 3e KRW programma, wat nodig is om de Europese doelen uiterlijk in 2027 te halen.

TOERISME Toerisme is geen wezenlijk element van het productielandschap en als zodanig voor de Wieringermeer niet van speciaal belang. Het netwerk van vaarten en kanalen biedt echter wel een belangrijke aanvulling op het regionale vaarroutenetwerk, met name ten aanzien van de verbinding tussen het Amstelmeer en het IJsselmeer. Binnen het programma ‘De Kop Werkt!’ zijn een aantal projecten gedefinieerd die het (watergebonden) toerisme in de regio moeten versterken; de ontwikkeling van de eerder genoemde verbinding tussen Amstelmeer en IJsselmeer is hier onderdeel van. Meekoppelkansen voor toerisme en recreatie bevinden zich met name langs de randen van de Wieringermeer zoals langs de West-Friese Omringdijk, de IJsselmeerkust en langs Wieringen en het Amstelmeer.

Recreatie wel, zoals activiteiten bos en vrijetijdsbesteding valt hier ook onder wel aanknopingspunt voor nadere uitwerking in het gebiedsplan opnemen.

Pagina 16 BIJDRAGE AAN DE MAATSCHAPPELIJKE DOELEN

Als basisvoorwaarde voor ontwikkelingen in de Wieringermeer is aangegeven dat elke ontwikkeling een positieve bijdrage dient te leveren aan de kwaliteit van het gebied. Deze kwaliteit is door de gemeente uitgewerkt in een set van maatschappelijke doelen.

De hoofdlijnen voor de ontwikkeling van het productielandschap, zoals beschreven in deze notitie, zijn getoetst op de positieve bijdrage aan de maatschappelijke doelen zoals weergegeven in onderstaande tabel.

Bijdrage aan de kwaliteit van de Wieringermeer (maatschappelijke doelen)

bestaanszekerheidveiligheideconomischeinfrastructuur ontwikkelingmilieu omgevingskwaliteitzorg sport enkunst educatie enaccomodaties cultuurhavens toerisme Ruimtelijke kwaliteit ● ● Economische waarde en werkgelegenheid● Leefkwaliteit ● ● Bereikbaarheid ● ● Milieu ● Omgaan met grondstoffen en energie ● ● ● Ruimtelijke adaptatie ● ● Leefbaarheidsfonds ● ● ● ● ● ● ● Wonen ● ● Arbeidsmigranten ● Leegstand ● ● Bereikbaarheid ● ● ● ● Randen van de Wieringermeer ● ● Voldoende zoet water ● Biodiversiteit en waterkwaliteit ● ●

Hoofdlijnen Hoofdlijnen voor ontwikkeling van het productielandschap Wieringermeer Toerisme ●

Uit deze toetsing blijkt dat de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van het productielandschap altijd aan één of meerdere maatschappelijke doelen een positieve bijdrage leveren. Omgekeerd wordt elk van de maatschappelijke doelen (met uitzondering van Havens) positief beïnvloed door de hoofdlijnen. Voor een aantal maatschappelijke doelen (zorg, sport en educatie, kunst en cultuur, accommodaties) is dat het gevolg van het voornemen een leefbaarheidsfonds in te stellen. Langs deze weg kunnen een aantal doelen worden bereikt die niet op directe wijze worden beïnvloed door (economische) ontwikkelingen in het gebied.

Pagina 17

BIJLAGEN

BIJLAGE 1 - TYPERING VAN DE WIERINGERMEER

ONTSTAANSGESCHIEDENIS De Wieringermeerpolder werd in 1930 drooggelegd met het gemaal Lely bij Medemblik en gemaal Leemans bij Den Oever. De werd in 1932 gesloten waardoor de veranderde in het IJsselmeer. Bij de 17e en 19e-eeuwse polders was meestal een geometrisch grid uitgangspunt geweest voor de inrichting. De Wieringermeer is de eerste polder geweest waarbij de verkaveling gerelateerd werd aan de bodemgesteldheid en -diepte.

De polder is primair opgezet als agrarisch productielandschap, maar bij het ontwerp, door onder andere ingenieur J.F. Ligtenberg, architect M.J. Granpré Molière en landschapsarchitect J.T.P. Bijhouwer, is nadrukkelijk ook de wens op tafel gelegd landschappelijke kwaliteit te realiseren. Daarop werd voor de polder een totaalconcept op alle schaalniveaus gemaakt. Anders dan in de klassieke polders is hier een driehoekige webstructuur ontwikkeld, waarbij monumentale vaarten de hoofdassen vormen. Door middel van beplanting langs wegen en vaarten, bij de dorpen en van de erven hebben de ontwerpers maat en schaal gegeven aan de ruimte. Er is een duidelijke ritmiek van de erven met daarop boerderijen met opvallende oranje daken. Rond het centrale hoofddorp Middenmeer werden dertien verschillende kransdorpen getekend, uiteindelijk zijn maar drie kransdorpen (Wieringerwerf, Slootdorp en Kreileroord) gerealiseerd.

LANDSCHAPPELIJK KARAKTERISTIEK Het poldervlak van de Wieringermeer is opgedeeld in vier polderafdelingen met een eigen oriëntatie en maatvoering van de kavels. Het verkavelingsplan is niet ontworpen vanuit een middenlijn naar de randen toe, zoals gebruikelijk was, maar vanuit de randen naar het centrum toe. Hierdoor zijn restkavels aan de randen vermeden, maar ontstond een driehoekig centrum met restkavels. De polder bestaat uit een robuuste geometrische webstructuur met een zorgvuldige compositie van vaarten, lanen, linten, regelmatig verspreid liggende agrarische erven en enkele kernen aan vaarten.

In de polder zijn, voor de geoefende kijker, kleine hoogteverschillen waarneembaar van de oude kreekruggen. In het noordoosten liggen, op voor de landbouw onrendabele grond, het Robbenoordbos en Dijkgatsbos.

Pagina 18

OPENHEID EN RUIMTEBELEVING De Wieringermeerpolder is als geheel een van de meest open landschappen van Noord-Holland, met daarin de regelmatig verspreid liggende massa’s van boerderijen en erfbeplanting langs wegen en vaarten. Deze vormen groene eilanden in een zee van ruimte. In een deel van de polder is het open karakter verdwenen door de glastuinbouwgebied/Agriport langs de A7 en andere grootschalige ontwikkelingen.

RUIMTELIJKE DRAGERS In de Wieringermeerpolder zijn de rechtlijnige vaarten en wegen met beplanting de belangrijke ruimtelijke dragers. De erven zijn aan deze dragers gesitueerd, maar de bebouwing volgt in de meeste gevallen de richting van de verkaveling. Op de erven staan boerderijen die met hun hoog opgaande lange kappen en oranje pannendaken een ritmiek vormen en kleuraccenten in het landschap geven. Op de kruispunten liggen de kernen. Bijzonder zijn de hoekverdraaiingen tussen de lijnen.

Aan de randen van de polder zijn de dijken markante ruimtelijke dragers: de dijk en bomenrij langs het Waardkanaal, de dijk langs het Amstelmeerkanaal, de dijk langs het IJsselmeer en de Westfriese Omringdijk (provinciaal monument). Deze laatste vormt de overgang naar het oude zeekleilandschap. De A7 werd in het afgelopen decennium een steeds belangrijker drager voor grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen, zoals Agriport. Het Windplan Wieringermeer gaat uit van de plaatsing van windturbines met lijnen van de polder als drager. Dit plan zal die lijnen in de polder in de hoogte benadrukken. Door de komst van windturbines is de weidsheid van het gebied sterk afgenomen.

Pagina 19 ECONOMISCHE ONTWIKKELING EN RUIMTELIJKE DYNAMIEK In de Wieringermeer vinden grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in hoog tempo een plek, vaak met een innovatief karakter. De ontwikkeling van het glastuinbouwgebied/Agriport en de bouw van datacentra en andere grootschalige ontwikkelingen langs de snelweg A7, en de plaatsing van windmolens heeft in delen van de polder het open beeld veranderd. Dit gaat nog steeds door. Ook de ontwikkeling van Windplan Wieringermeer zal de nieuwe hoogte-diepteverhoudingen van het landschap verder benadrukken. Ook vindt hier schaalvergroting in de agrarische sector plaats en er is ruimte voor experimenten met alternatieve teelten in de Achteroevers.

WATERSYSTEEM Door de wijze van verkavelen is een uitgebreid, goed verdeeld en gebiedsdekkend watersysteem gecreëerd dat ook nu nog voldoet aan de normen van het nationaal bestuursakkoord water zoals verankerd in de waterwet en waterverordening. Het gebied is omsloten door primaire en regionale waterkeringen. De primaire waterkering beschermt het gebied tegen de invloeden van het IJsselmeer. De regionale waterkeringen beschermen het gebied tegen de boezem. De zuidelijke gelegen primaire waterkering beschermt het gebied gelegen ten zuiden van de polder tegen mogelijke overlastsituaties vanuit de Wieringermeer bij een mogelijke dijkdoorbraak. De kritische elementen in dit systeem zijn de gemalen waarmee het water wordt afgevoerd naar de Waddenzee en het IJsselmeer.

In het gebied is in verschillende mate zilte kwel aanwezig, welke met name in het westen van het gebied door de zeespiegelstijging toe zal nemen. Middels een complex en kostbaar systeem wordt het zilte oppervlaktewater naar de Waddenzee afgevoerd. Door de ligging tussen het IJsselmeer en het Amstelmeer als zoetwater bassins kan het gebied actief worden gevoed met zoet water.

SAMENLEVING De Wieringermeer is een relatief dun bevolkt gebied, met een grote mate van economische en maatschappelijke participatie, grote saamhorigheid. Er is weinig misdaad en overlast en de bewoners voelen zich (hierdoor) veilig. De grote afstand tot voorzieningen maakt het gebied echter minder aantrekkelijk voor (nieuwe) vestiging van inwoners. Ondanks een gestage toename van de leefbaarheid is er, zoals in de meeste plattelandsgebieden, sprake van ontgroening en vergrijzing. De ontwikkeling in de gezondheidszorg maakt echter dat ouderen langer gezond en vitaal zijn.

GEBRUIK De Wieringermeerpolder is als agrarische productiepolder ontworpen; de grootschalige verkaveling is bij uitstek geschikt voor grondgebonden landbouw, dat lange tijd de belangrijkste economische activiteit in het gebied is geweest. Inmiddels vinden in de Wieringermeer grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in rap tempo een plek (zoals glastuinbouw, datacentra, windmolens, schaalvergroting van agrarische erven en experimenten met alternatieve teelten) gericht op een samenhangend en gesloten systeem.

De Wieringermeer maakt deel uit van de Greenport Noord Holland Noord. Deze Greenport zet zich in om koploper te blijven in de innovatie van de agrarische sector. Dit doet zij door bedrijfsleven, overheden, onderwijs en kennisinstellingen te verbinden en gezamenlijk in te zetten op samenwerking en innovatie.

De aanwezigheid van ruimte op zo’n korte afstand van de randstad (MRA/Schiphol) maakt dat de polder ook in beeld is bij internationale ondernemingen met behoefte aan grootschalige ruimte. Vanwege het grootschalig rationele en moderne karakter van het gebied kan de Wieringermeer deze schaal van dynamiek (tot op zekere hoogte) aan. Vanuit haar opzet zijn ook de randvoorwaarden voor vestiging gunstig ten aanzien van milieuaspecten, waaronder verstoring door geluid, licht en geur.

Pagina 20 Er is een mismatch tussen aanbod van werk (tijdelijk, laaggeschoold, flexibel) en bevolking (vergrijzend, krimpend en ontgroenend). Personeel wordt daarom regelmatig uit het buitenland aangetrokken waardoor specifieke uitdagingen ontstaan ten aanzien van de huisvesting van arbeidsmigranten. Hier Match 2020 linken en benoemen.

De bereikbaarheid van de Wieringermeer over de A7 en de N242 is goed. Een goede Oost-West verbinding ontbreekt echter en ook de bereikbaarheid per openbaar vervoer is beperkt.

KERNKWALITEIT Kernkwaliteiten zijn sterke eigenschappen op basis waarvan kansen kunnen worden benut. Daarnaast bieden ze weerstand tegen ontwikkelingen die een negatieve invloed kunnen hebben. ‘Ruimte’ is de kernkwaliteit van de Wieringermeer en leidend in de ontwikkeling van dit gebiedsplan:

▪ De aanwezige ruimte biedt kansen die uniek zijn voor de Wieringermeer. Het ontwerp is gericht op het faciliteren van een grootschalig productielandschap. De ruimte zorgt er tevens voor dat de verschillende functies in het gebied elkaar niet negatief hoeven te beïnvloeden. Ontwikkelingen kunnen plaatsvinden zonder de ruimte in haar essentie aan te tasten zolang rekenschap wordt gegeven aan deze kernkwaliteit; ▪ De ruimte vind haar oorsprong in de van oudsher aanwezige grootschalige, grondgebonden landbouw. Over de jaren heeft hierin een opschaling plaatsgevonden die zich inmiddels heeft uitgebreid tot niet agro gerelateerde economische ontwikkelingen; ▪ Tot slot is de Wieringermeer een grote drooglegging, waardoor peilfluctuaties als gevolg van hevige regenval goed kunnen worden opgevangen.

Pagina 21 BIJLAGE 2 – ONDERWERPEN DIE NADERE UITWERKING BEHOEVEN

In de uitwerking van deze hoofdlijnen tot een gebiedsplan voor de Wieringermeer dient aan een aantal zaken specifieke aandacht geschonken te worden:

- Nadere uitwerking van de ontwikkelprincipes tot concrete kaderstelling voor nieuwe ontwikkelingen; - Bondige weergave van relevante cijfers en feiten; - Uitwerken van procesafspraken om gebiedspartners in een vroeg stadium bij ontwikkelingen te betrekken; - Onderzoeken op welke wijze het gebiedsplan, danwel de specifieke ontwikkelprincipes, tot juridisch houdbare richtlijnen aan initiatiefnemers kunnen worden opgelegd; - Afronden van lopende onderzoeken: o Stresstest (light) door het HHNK; o Onderzoek naar huisvesting van arbeidsmigranten; o Actualisatie KwK o Nulmetingen maatschappelijke effecten - Koppeling van het gebiedsplan aan concrete projecten, zoals onder meer gedefinieerd binnen ‘De Kop Werkt!’; - Uitwerken van het gebiedsplan tot concrete richtlijnen voor een aantal cases, - Uitwerken hoe acquisitie gericht gaat worden op de werving van circulaire bedrijven; - Mogelijke (centrale) alternatieven voor het inlaten van zoetwater, waarvoor momenteel nog diverse, private hevels in het gebied zijn aangebracht.

Pagina 22 BIJLAGE 3 – VAN DUURZAME NAAR CIRCULAIRE GEBIEDSONTWIKKELING

We gaan verder dan onze huidige praktijk van duurzame ontwikkeling en gaan naar circulaire gebiedsontwikkeling. Denk bij circulaire gebiedsontwikkeling aan:

- hergebruik van materialen in de openbare ruimte zonder kwaliteitsverlies - het flexibel en divers inrichten van gebieden voor een waardevaste toekomst

We zien daarbij vijf schaalniveaus, die wij nodig hebben om onze doelstellingen te realiseren en waarbij wij een verschillende mate van invloed hebben (control, guide, influence):

- Onze eigen bedrijfsvoering: vanuit het principe ‘practice what you preach’, onder- zoeken we komend jaar hoe we onze eigen bedrijfsvoering circulair kunnen gaan maken. Daarbij kijken we wat op korte termijn mogelijk is en wat op langere termijn, bijvoorbeeld vanwege lopende verplichtingen. - Gebieden: we gaan uit van hergebruik van materialen, minimaal zonder kwaliteitsverlies, kringlopen sluiten, hernieuwbare energie inzetten, diversiteit stimuleren. - Gebouwen: wij stimuleren onze ondernemers, inwoners, maatschappelijke organisaries en partners om vastgoed volgens circulaire principes te realiseren. - Bedrijven: wij proberen ondernemers maximaal te beïnvloeden om circulaire principes toe te passen in hun bedrijfsvoering. Dit doen we onder andere door hen in contact te brengen met bedrijven die ‘circulaire dienstverlening’ kunnen aanbieden, zoals bijvoorbeeld hernieuwbare energie en het organiseren van kennissessies. - Nationaal en regionaal: beïnvloeden dat belemmeringen in wet- en regelgeving voor circulaire ontwikkeling worden weggenomen. Hierbij gaat het vooral om het niveau van het bestemmingsplan en regelgeving ten aanzien van energie en water.

Pagina 23