UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wordt het -beleid van de Europese Unie beïnvloed door de Verenigde Staten?

Wetenschappelijke verhandeling

aantal woorden corpus: 28743

Lien Temmerman

MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK

PROMOTOR: PROF. DR. JAN ORBIE

COMMISSARIS: KAREN DEL BIONDO

COMMISSARIS: SARAH DELPUTTE

ACADEMIEJAAR 2009 - 2010 Abstract

De Verenigde Staten hebben sinds lang een speciale relatie met Cuba. Zowel de geografische ligging van het eiland als de historische context zorgen ervoor dat er heel wat strategische belangen meespelen in de betrekkingen tussen beide landen. Het beleid van Washington wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door een economisch embargo en diplomatieke isolatie. Daarnaast probeert de VS ook een internationale boycot te bekomen. Met uitzondering van Spanje heeft de Europese Unie geen historische, noch geografische band met het eiland. De diplomatieke betrekkingen met Cuba worden pas in 1988 aangeknoopt. Een officieel beleid komt er pas in 1996 en wordt gekenmerkt door engagement, dialoog en conditionaliteit.

Wordt het Cuba-beleid van de EU beïnvloed door de VS? De VS probeert het Cuba-beleid van de EU zowel op een directe als indirecte manier te beïnvloeden. Rechtstreeks, aan de hand van Amerikaanse vertegenwoordigers die in de Europese lidstaten het standpunt van Washington komen verdedigen. Onrechtstreeks, door boetes aan en veroordelingen van Europese bedrijven en financiële instellingen. Een vergelijking tussen het Cuba-beleid van de VS en dat van de EU levert echter geen eenzijdig antwoord op. Zowel bij de doelstellingen als bij de instrumenten die ze gebruiken om deze doelen te bereiken, zijn er gelijkenissen als verschilpunten. Algemeen kan men besluiten dat de klassieke tegenstelling tussen beide machten, namelijk soft versus hard power, ook hier opgaat. De Europese Unie voert grotendeels een autonoom beleid ten aanzien van Cuba, maar neigt op sommige vlakken in de richting van de VS.

1

Inhoudsopgave

Abstract ...... 1

Inhoudsopgave ...... 2

Inleiding ...... 4

1. De Verenigde Staten en haar betrekkingen met Cuba ...... 6

1.1 Geschiedenis van Cuba en haar relatie met de VS ...... 6

1.1.1 De Spaanse kolonisatie en de onafhankelijkheidsstrijd ...... 6

1.1.2 De Cubaanse revolutie en het handelsembargo ...... 8

1.1.3 Strengere sancties en de verdere uitbouw van het socialisme ...... 10

1.1.4 De Speciale Periode ...... 11

1.1.5 Helms-Burton-Wet ...... 12

1.1.6 Versoepeling van de sancties ...... 14

1.1.7 Besluit ...... 14

1.2 Het huidige Cuba-beleid van de Verenigde Staten ...... 15

1.2.1 George W. Bush Jr...... 15

1.2.2 Barack H. Obama ...... 26

1.2.3 Besluit ...... 30

2. De Europese Unie en haar betrekkingen met Cuba ...... 32

2.1 Geschiedenis van de relaties tussen de EU en Cuba ...... 32

2.1.1 De „Common Position on Cuba‟ ...... 33

2.1.2 De relaties na de invoering van de Gemeenschappelijke Positie ...... 35

2.1.3 De Cubaanse „crackdown‟ en de „Cocktail War‟ ...... 37

2.1.4 Herstel van de politieke dialoog ...... 39

2.2 Huidige relaties tussen de EU en Cuba ...... 40

2.3 De EU-lidstaten en hun visie op het Cuba beleid van de EU ...... 44

2.3.1 Voorstanders van een meer open beleid ten aanzien van Cuba...... 44

2.3.2 Tegenstanders van een meer open beleid ten aanzien van Cuba ...... 45

2.4 Besluit ...... 46

2

3. VS-EU ...... 48

3.1 De relaties tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten ...... 48

3.2 Hoe probeert de VS het Cuba-beleid van de EU te beïnvloeden? ...... 51

3.3 Het Cuba-beleid van de EU en de VS vergeleken ...... 54

3.3.1 Economische instrumenten ...... 55

3.3.2 Diplomatieke instrumenten ...... 58

3.3.3 Politieke instrumenten ...... 61

3.3.4 Conclusie: Zelfde doel, andere middelen? ...... 62

4. Besluit ...... 68

5. Literatuurlijst ...... 75

3

Inleiding

In mijn masterproef wil ik nagaan of het beleid van de Europese Unie ten aanzien van Cuba beïnvloed wordt door de Verenigde Staten of niet. Om dit te onderzoeken heb ik gekozen voor een literatuurstudie. Graag wil ik een bijdrage leveren aan de bestaande theorie over het Cuba- beleid van de EU en de rol die de VS in dit beleid speelt.

Toen ik een aantal jaren geleden naar Cuba reisde, werd mijn interesse voor het communistische eiland aangewakkerd. Haar geschiedenis en ideologie fascineerden mij enorm. Na enkele interessante ontmoetingen op het eiland kreeg ik een duidelijker beeld over de speciale relatie tussen Cuba en de Verenigde Staten. Ik ben de problematiek sinds dan blijven opvolgen. Waar ik echter minder kennis over had, was de positie die de Europese Unie aannam ten aanzien van Cuba. Voor mijn masterproef leek het mij dan ook interessant om na te gaan welke standpunten de EU inneemt tegenover Cuba en of een Cuba-beleid onafhankelijk van de VS mogelijk was.

Of het beleid van de Europese Unie effectief beïnvloed wordt door de Verenigde Staten is moeilijk na te gaan. Het is niet mogelijk om de directe invloed van de VS op de EU aan te tonen of te bewijzen, zeker niet in de periode van één jaar en aan de hand van een literatuurstudie. Wel zal ik proberen aan te tonen of de VS de EU probeert te beïnvloeden wanneer het gaat over Cuba en zo ja, hoe ze dat precies doet. Een vergelijking tussen het Cuba-beleid van de VS en het Cuba-beleid van de EU kan vervolgens een indicatie geven inzake beïnvloeding. Wat zijn de verschillen en wat zijn de gelijkenissen tussen het beleid van beide? Ligt het beleid van de EU in dezelfde lijn als dat van de VS of vaart zij haar eigen koers?

In het eerste hoofdstuk bespreek ik de relatie tussen de Verenigde Staten en Cuba. Een afbakening is hier op zijn plaats. De band tussen beide landen gaat al een hele tijd terug. Om het huidige Cuba-beleid van de VS te begrijpen is het nodig een korte geschiedenis van Cuba weer te geven en welke rol Washington hier precies in speelt. Het is echter niet relevant de volledige geschiedenis uitvoerig te bespreken. Wel ga ik in dit hoofdstuk dieper in op het beleid van de laatste tien jaar om een duidelijk beeld te schetsen over hoe de relaties er vandaag uitzien.

Hoofdstuk twee bevat een overzicht van het beleid van de Europese Unie ten aanzien van Cuba. Ook hier wordt eerst een kort overzicht gegeven van de geschiedenis van de relatie tussen beide. Waarna ik vervolgens dieper inga op de huidige betrekkingen tussen beide. Ik sluit dit hoofdstuk af met het standpunt van de verschillende lidstaten van de EU. Dit om aan te tonen hoe verdeeld de Europese landen zijn wanneer het gaat over Cuba en welke landen meer openstaan voor invloed van de VS.

4

In het derde hoofdstuk probeer ik de twee vorige hoofdstukken samen te voegen. Eerst schets ik kort de relatie tussen de VS en de EU. Dit is volgens mij noodzakelijk, omdat deze relatie voor een groot deel bepaalt in welke mate de VS invloed kan uitoefenen op de EU. Zijn er geen banden of heeft de EU weinig belangen in de VS, dan zal de mogelijkheid tot beïnvloeding klein zijn. Is de relatie goed en hebben ze veel gemeenschappelijke belangen, dan is de kans groter dat hun beleid afgestemd wordt op elkaar, ook inzake Cuba. Ook bespreek ik of de VS de EU effectief probeert te beïnvloeden en hoe ze dat precies probeert te doen. Vervolgens maak ik een vergelijking tussen het Cuba-beleid van de EU en het Cuba-beleid van de VS. Het doel hiervan is een beeld te schetsen over hun doelstellingen ten aanzien van Cuba en met welke instrumenten ze deze willen bereiken. Zo probeer ik duidelijk te maken in welke mate het beleid van beide verschilt of gelijk is. Dit kan volgens mij een beeld geven over eventuele beïnvloeding. Bovendien wordt ook nagegaan vanwaar de verschillen en gelijkenissen in het Cuba-beleid van beide precies vandaan komen en welke belangen er meespelen. In mijn laatste hoofdstuk concentreer ik mij hoofdzakelijk op het huidige beleid van beide machten. Voornamelijk de beleidslijnen die de laatste tien jaar gevolgd werden, komen dus aan bod.

In mijn conclusie probeer ik een antwoord te formuleren op mijn onderzoeksvraag „Wordt het Cuba-beleid van de EU beïnvloed door de VS?”. Hierbij zal ik aandacht besteden aan volgende deelvragen:

- Hoe probeert de VS het Cuba-beleid van de EU te beïnvloeden? - Wat is de verhouding tussen de EU en de VS? Welke invloed heeft dit op de eventuele beïnvloeding van het Cuba-beleid van de EU door de VS? - Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen in de doelstelling van het Cuba-beleid van beide machten? - Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen in de instrumenten om deze doelstelling te bereiken? - Welke belangen spelen mee in het Cuba-beleid en kunnen deze een verklaring bieden voor de verschillen en gelijkenissen in het beleid van beide?

5

1. De Verenigde Staten en haar betrekkingen met Cuba

Wanneer we willen nagaan of de Verenigde Staten het Cuba-beleid van de Europese Unie probeert te beïnvloeden, is het belangrijk om te onderzoeken in welke richting de VS dit beleid zou willen sturen. Hiervoor moeten we kijken naar de betrekkingen tussen Cuba en de VS en welk beleid Washington voert ten aanzien van het eiland. Deze relatie is enorm bepalend, niet alleen voor het beleid van de EU ten opzichte van Cuba, maar ook voor eender welke relatie tussen Cuba en een ander land.

Om het huidige beleid goed te kunnen begrijpen is het belangrijk eerst een kort overzicht te geven van de geschiedenis van Cuba en hoe haar betrekkingen met de VS geëvolueerd zijn. Doorheen dit hoofdstuk zal duidelijk worden dat Cuba vanaf het prille begin van strategisch belang geweest is voor de VS en dat ze op verschillende manieren controle probeerde te krijgen op het communistische regime dat er gevestigd is. Eerst wordt een overzicht gegeven van de Spaanse kolonisatie, de onafhankelijkheidsstrijd en hoe Washington het eiland overnam. Daarop volgt de Cubaanse revolutie en de reactie van de VS, die het begin inluidden van een vertroebelde relatie tussen beide. Vervolgens wordt beschreven hoe dit alles leidde tot het instellen van een handelsembargo en hoe de bestaande bilaterale problemen passen binnen de Koude Oorlog-logica. Hierna volgt het einde van de Koude Oorlog, die voor Cuba een periode van economische rampspoed inluidde, vandaag gekend als de „Speciale Periode‟. Er wordt ook besproken hoe de Verenigde Staten haar sancties tegenover Cuba wettelijk vastlegt en welke factoren meespelen in de lichte versoepeling van de maatregelen.

Na het bespreken van de geschiedenis van de betrekkingen tussen beide landen is het belangrijk het huidige beleid van de Verenigde Staten tegenover Cuba van naderbij te bekijken. Zet president George W. Bush Jr. de beleidslijnen uit het verleden verder en wat zijn de verschillen tussen zijn eerste en tweede ambtstermijn? Vervolgens kijken we wat de eventuele veranderingen onder Barack H. Obama zijn.

1.1 Geschiedenis van Cuba en haar relatie met de VS

1.1.1 De Spaanse kolonisatie en de onafhankelijkheidsstrijd

Cuba wordt in 1492 ontdekt door Christoffel Colombus tijdens zijn eerste expeditie. In 1511 start de Spaanse kolonisatie en Cuba komt onder leiding van Diego Velázquez te staan. De bezetting zorgt voor groot protest bij de inheemse bevolking, maar de weerstand wordt op gewelddadige wijze neergeslagen. Als gevolg van de vele slachtpartijen, de onmenselijke

6 werkomstandigheden en de geïmporteerde Europese ziektes waaraan de inheemse bevolking werd blootgesteld, bleven er na een eeuw van kolonisatie slechts een duizendtal indianen over. Door het tekort aan lokale arbeidskrachten worden door de kolonisten zwarte slaven ingevoerd vanuit Afrika. Als gevolg van de enorme slavenhandel en de slavernij, ontwikkelt Cuba zich in de zeventiende eeuw tot een van de grootste suikerproducenten ter wereld. (Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008)

Steeds meer landen krijgen interesse in het welvarende Cuba, zo ook de Verenigde Staten. Spanje verliest haar handelsmonopolie met het eiland en Cuba raakt geleidelijk aan geïntegreerd in de wereldmarkt. De economische banden tussen Noord-Amerika en Cuba, die voornamelijk gebaseerd zijn op de suikerexport, worden steeds nauwer. Deze economische banden zorgen er echter voor dat er ook een grotere geopolitieke interesse ontstaat vanuit de Verenigde Staten. Wanneer de VS in het begin van de negentiende eeuw imperialistische plannen heeft, lijkt Cuba hierbij één van de prioriteiten te zijn. In 1817 verklaart Thomas Jefferson, derde president van de VS, dat Cuba van strategisch belang is om controle te krijgen over het volledige Caribische gebied. Wanneer de Verenigde Staten in 1821 Florida kopen van Spanje, ligt Cuba plots vlakbij. In 1823 zegt John Quincy Adams, minister van Buitenlandse Zaken, dat Cuba een natuurlijk aanhangsel is van het Noord-Amerikaanse continent en zowel commercieel als politiek van groot belang is voor de VS. In december van datzelfde jaar houdt President James Monroe een toespraak voor het Amerikaanse Congres, vandaag bekend als de Monroe Doctrine. Hiermee wil hij niet enkel de Europeanen op een afstand houden, maar ook de eigen invloed vergroten. (Demuynck & Vandepitte, 2008; Lamrani, n.d.; Office of the Historian, n.d.; The Library of Congres, n.d.)

In tegenstelling tot de meeste Latijns-Amerikaanse landen verwerft Cuba geen onafhankelijkheid in het begin van de negentiende eeuw. Ondanks de onafhankelijkheidsgolf in de overige Latijns-Amerikaanse kolonies en de verschillende pogingen van de Verenigde Staten om Cuba in te lijven, blijft Cuba een Spaanse kolonie tot aan het einde van de negentiende eeuw. Na twee mislukte opstanden leidt José Martí de Cubanen in 1895 bij een nieuwe bevrijdingsstrijd. Hij streeft voor de onafhankelijkheid van Cuba, maar wil ook de imperialistische neigingen van de Verenigde Staten tegengaan. De onafhankelijkheidsstrijd is een succes en tegen 1897 wordt het duidelijk dat de Cubaanse rebellen de overhand hebben. Het zijn echter de Verenigde Staten die zich mengen in de strijd, waardoor de Spanjaarden in 1898 capituleren. Na de overgave zijn de Cubaanse rebellen niet meer welkom en de VS neemt de controle over het eiland over. (Cabus, et al., 2008; Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008)

7

Ondanks de eerdere imperialistische plannen van Washington, besluit men Cuba niet te annexeren. De VS kiest er dan ook voor om Cuba onder de vorm van een protectoraat te brengen. Formeel wordt Cuba onafhankelijk, maar in werkelijkheid is het een semi-kolonie van de Verenigde Staten. Cuba tekent met tegenzin het vernederende Platt Amendement waarin de VS grote politieke invloed verwerft op het eiland1. Ook op economisch vlak neemt Washington de controle grotendeels over. Vele Noord-Amerikaanse investeerders en industriëlen profiteren van de slechte economische toestand en kopen grote delen van de Cubaanse economie op tegen een spotprijs. Het gevolg is dat Cuba door de Amerikanen gebruikt wordt als één groot casino, waar de Noord-Amerikaanse maffia zijn praktijken vrij kan ontwikkelen. Cuba komt tijdens deze periode in handen van corrupte presidenten en misdadige dictators. De expansionistische drang en inmenging van de Verenigde Staten zorgen ervoor dat bij de Cubanen een sterk anti- Amerikaans en anti-imperialistisch gevoel ontstaat. (Cabus et al., 2008; Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008; Encyclopædia Britannica, 2010; Gott, 2005)

1.1.2 De Cubaanse revolutie en het handelsembargo

Na tientallen jaren van politieke wantoestanden, volksopstanden, manipulatie vanuit de Verenigde Staten en economische depressie pleegt Fulgencio Baptista in 1952 voor de derde keer een staatsgreep. Hij start een enorme repressie tegen de Cubaanse bevolking en krijgt hierbij steun van de VS. , een jonge revolutionair, probeert een zitje te bemachtigen in het parlement, maar wanneer de verkiezingen afgeschaft worden, ziet hij geen andere oplossing dan een gewapende opstand. Na een mislukte poging in 1953, begon Fidel Castro in 1956 samen met zijn broer Raúl en vriend Ernesto Guevara aan de organisatie van een guerillabeweging. De rebellen krijgen zoveel steun dat Baptista en zijn aanhangers zich in 1959 genoodzaakt voelen om te vluchten en de overwinning is een feit. (Cabus et al., 2008; Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008)

Aanvankelijk reageert Washington afwachtend op de situatie, maar wanneer Castro enkele landhervormingen doorvoert, raken de rijke Cubanen en Noord-Amerikaanse grootgrondbezitters in paniek. De relatie tussen Cuba en de VS verandert drastisch. De VS is haar protectoraat verloren en voelt dat ze de touwtjes niet langer in handen heeft. Fidel Castro wordt nu als een bedreiging gezien en Eisenhower lanceert een programma waarmee hij de Cubaanse revolutie wil ondermijnen aan de hand van steun aan contrarevolutionaire groepen. (Demuynck & Vandepitte, 2008; Vranckx, 2009)

1 Met het Platt Amendement krijgt de VS het recht om toe te zien op de overheidsfinanciën en het Cuba verbiedt om verdragen af te sluiten met andere buitenlandse mogendheden. Bovendien verwerft de VS met dit verdrag de marinebasis Guantanamo en het recht om militair tussenbeide te komen waar nodig.

8

Wanneer Cuba in 1960 economische overeenkomsten sluit met landen uit het Oostblok en diplomatieke banden aangaat met de Sovjet-Unie, ontploft de bom. De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten zijn in die periode volop verwikkeld in de Koude Oorlog en de toenadering tot de Sovjet-Unie doet in Washington de vrees ontstaan dat Cuba opgenomen zou worden in het communistische kamp. Wanneer Fidel alle Amerikaanse bezittingen en banken nationaliseert, besluit Eisenhower in oktober 1960 over te gaan tot zware economische sancties. De keuze van Eisenhower om een exportembargo in te stellen moet hoofdzakelijk gezien worden in de context van de Koude Oorlog. Het verlies van het Cubaanse protectoraat zorgde ervoor dat de VS geen invloed meer had in Cuba, maar de diplomatieke en economische toenadering tussen Cuba en de Sovjet-Unie maakten de situatie nog erger. Aan de hand van de economische maatregelen wou de VS druk uitoefenen op Cuba zodat het zich zou afwenden van het communistische kamp en Washington haar invloed kon herbevestigen. Dit had echter een averechts effect. (BBC News, 2008; CBS News, 2004; Demuynck & Vandepitte, 2008; Suchlicki, 2001)

Na de beslissing van de Verenigde Staten om een economische boycot in te stellen, krijgt Fidel onmiddellijk hulp van Chroesjtjsov. Eind 1960 is het kapitalisme op Cuba zo goed als uitgeschakeld en dit met enorme steun van de bevolking. In 1961 besluit de VS om haar diplomatieke relaties met Cuba volledig te verbreken. Vanaf dan wordt de Sovjet-Unie de belangrijkste handelspartner van het eiland. Maar ook ideologisch richt Fidel Castro zich nu volledig op de Sovjet-Unie, wat de vijandige relatie met Washington nog meer aanwakkerd. (Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001)

De animositeit en spanningen blijven stijgen. In 1961 vindt, onder president John F. Kennedy, de invasie van de Varkensbaai plaats2. De invasie wordt één groot fiasco en opnieuw schiet de VS haar doel voorbij, want door de overwinning krijgt de Cubaanse revolutie een enorm prestige. Dit was een stimulans voor de voortzetting van het Cubaanse beleid en speelde in het voordeel van de Cubaanse regering. De Verenigde Staten geven echter niet op. Er komen geen nieuwe militaire interventies, maar er worden verschillende ondermijnende acties tegen de Cubaanse staat opgezet. In 1962 gaat Operatie Mongoose van start, waarbij Cubaanse bannelingen financiële middelen krijgen om aanslagen tegen Fidel Castro te beramen. Ook wordt Cuba uit de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) gezet en volgt er een volledige economische blokkade onder de Cuban Import Regulations. De VS veronderstelde dat de Cubanen door dit handelsembargo onder een tekort aan buitenlandse goederen zouden lijden en zich tegen Fidel zouden keren. Hierdoor zou Castro zijn beleid moeten herzien en weer

2 1200 Cubaanse huurlingen, ingeschakeld en getraind door de CIA, vallen Cuba binnen.

9 toenadering zoeken tot de VS. (BBC News, 2008; Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm 2006; Vranckx, 2009)

De verschillende acties van de VS zorgen er echter voor dat de steun van de Cubaanse bevolking aan Fidel steeds groter wordt. Bovendien drijven de maatregelen Cuba steeds meer in de richting van de Sovjet-Unie. Wanneer Chroestsjov in 1962 besluit om kernraketten op het eiland te installeren, leidt dit tot de Rakettencrisis. De VS zet een militaire blokkade op rond Cuba en er worden nieuwe maatregelen toegevoegd aan de Cuban Import Regulations inzake reisbeperkingen. Het potentiële nucleaire wereldconflict wordt echter tijdig afgewend en men komt tot een diplomatieke oplossing. Hoewel militaire acties voorlopig uitblijven, gaan de ondermijningsacties van de VS gewoon door. (Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006; Vranckx, 2009)

1.1.3 Strengere sancties en de verdere uitbouw van het socialisme

In 1963 worden de Cuban Import Regulations vervangen door de Cuban Assets Control Regulations. Dit gebeurt onder de „Trading with the Enemy Act‟ (TWEA), een wet die in 1917 werd ingesteld om handel met vijandige landen te beperken. Deze nieuwe regels zorgden voor nog strengere sancties ten opzichte van Cuba. De Cubaanse banktegoeden in Noord-Amerika werden bevroren en financiële en commerciële transacties tussen Cuba en de VS werden verboden. Slechts wanneer Cuba haar banden met de Sovjet-Unie verbreekt en stopt met de verspreiding van de revolutie, zou de blokkade opgeheven kunnen worden. Onder druk van Washington stemt de OAS in 1964 in met de economische sancties tegen Cuba. Alle Latijns- Amerikaanse landen, met uitzondering van Mexico, leggen de handel met het eiland stil en verbreken de diplomatieke betrekkingen. (Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006; Suchlicki, 2001; U.S. Code, 1917)

In 1966 is er de ondertekening van de US-Cuban Adjustment Act door president Johnson. Elke Cubaan die het Noord-Amerikaanse vasteland legaal of illegaal betreedt, krijgt door de invoering van deze wet automatisch een permanente verblijfsvergunning. Hoewel er enkele beperkingen zijn, is deze wet een groot verschil met de manier waarop immigranten uit de rest van Latijns-Amerika behandeld worden. Het is duidelijk dat Washington de illegale migratie uit Cuba wil aanmoedigen om Cuba te destabiliseren. Verder komen er onder de presidenten Johnson en Nixon weinig aanpassingen in de betrekkingen met Cuba. Maatregelen die tussen 1964 en 1974 genomen worden, hebben voornamelijk betrekking op het vergroten van de restricties. (Demuynck, n.d.; Demuynck & Vandepitte, 2008; De Vos, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; U.S. Department of State, 2000a)

10

Naar aanleiding van de detente met de Sovjet-Unie zoekt president Ford in 1974 toenadering met de Cubaanse regering. De weinige pogingen om de blokkade te versoepelen worden verworpen. Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat Cuba een actieve verdediger was van de revolutie. Tegen de zin van de VS, zette Fidel verschillende buitenlandse missies op waarbij ze militaire en andere hulp bood aan landen in Latijns-Amerika, Azië en Afrika. Het eind van de detente betekent dan ook dat de relatie tussen Cuba en de Verenigde Staten vijandig blijft. Cuba wordt nog steeds beschouwd als gevaarlijk en wordt er van beschuldigd de revolutie te willen exporteren. Het politieke en economische isolement van Cuba in Latijns-Amerika neemt echter wel af. De meeste landen hernieuwen hun diplomatieke relaties met Fidel en in 1975 besluiten de OAS-landen om de collectieve sancties tegen het eiland op te heffen. (Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006)

Wanneer Carter president wordt van de Verenigde Staten is er een verbetering in de relaties met Cuba merkbaar. De import vanuit Cuba neemt toe, maar van een echte ontdooiing is er geen sprake. Carters opvolger Reagan streeft naar een strengere blokkade en verscherpt de economische sancties ten opzichte van Cuba. De VS weigert niet enkel Cubaanse producten in te voeren, er komt ook een verbod op de import van producten waarin Cubaanse grondstoffen verwerkt zijn. Bovendien wordt de druk op Westerse landen om een internationale blokkade tegen Cuba na te leven verhoogd. President Reagan richt vervolgens ook de „Cuban American National Foundation‟ (CANF) op. Dit is een extreem-rechtse organisatie, gevestigd in Miami, die zich bezighoudt met het organiseren van terroristische acties op Cuba. George H.W. Bush wordt president in 1989 en zet de harde lijn van zijn voorganger verder. (Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006)

1.1.4 De Speciale Periode

In de jaren tachtig komt Gorbatsjov aan de macht in de Sovjet-Unie. Terwijl er in de Sovjet- Unie een restauratie van het kapitalisme komt en de naburige socialistische regimes aan hun einde komen, stippelt Fidel zijn eigen weg uit. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie en het einde van de Koude Oorlog verliest Cuba haar belangrijkste handelspartners wat zorgt voor de implosie van de Cubaanse economie. De periode van economische rampspoed wordt „De Speciale Periode‟ genoemd. (Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008; Vranckx, 2009)

In deze periode komt George H. W Bush aan de macht. Onder zijn beleid wordt in 1992 de „Cuban Democracy Act‟ (CDA) aangenomen. Deze wet, informeel de Torricelli-Graham wet, moet de Cubaanse economie nog meer onder druk zetten. De CDA maakt de handel tussen Cuba en andere landen moeilijker. Amerikaanse bedrijven krijgen het verbod om in contact te

11 komen met Cuba of Cubaanse burgers. Schepen die binnen een bepaalde periode de Cubaanse haven hadden bezocht, krijgen geen toelating om te laden of te lossen in Noord-Amerikaanse havens. De voorwaarde van democratische verkiezingen worden toegevoegd ter opheffing van de blokkade en de VS stelt financiële middelen ter beschikking aan groepen of personen die streven naar een democratisch Cuba en naar de omverwerping van het Fidel Castro regime. Een laatste element was dat Cubanen dankzij deze wet makkelijker contact konden opnemen met hun familieleden die in de Verenigde Staten woonden. Washington voorzag namelijk een uitgebreide telefoon- en postdienst.

Nu de Koude Oorlog voorbij was en het Sovjetgevaar geweken, kon de economische blokkade niet langer verklaard worden aan de hand van het socialisme. Washington had dan ook nood aan een nieuwe legitimatie. De boycot kreeg een nieuw doel: het stimuleren van democratische veranderingen, het uitbouwen van een markteconomie en respect voor mensenrechten. (Horowitz & Suchlicki, 2001; Lamrani, 2008; Oxfam, 2003; Renfurm, 2006; Sullivan, 2006)

De economische problemen zorgen ervoor dat Fidel verplicht is enkele grondige economische hervormingen door te voeren. Het toerisme wordt in een recordtempo uitgebouwd, de landbouw wordt hervormd en het dollarbezit wordt gelegaliseerd. Eind 1994 beginnen de hervormingen echter hun vruchten af te werpen. De Cubaanse economie vertoont de eerste tekenen van herstel, mede door het diplomatieke offensief van Fidel. (Cabus et al., 2008; Demuynck, 2005; Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006)

1.1.5 Helms-Burton-Wet

Na herhaaldelijke waarschuwingen ten gevolge van eerdere provocaties, worden in februari 1996 twee Noord-Amerikaanse burgervliegtuigen neergehaald door het Cubaanse leger. Deze verspreidden pamfletten tegen de Cubaanse overheid. Drie Amerikaanse burgers en één Cubaanse banneling komen om het leven in wat volgens de VS internationaal luchtruim is. Het incident is voor Washington de ideale gelegenheid om de economische blokkade opnieuw te verstrengen. In maart van datzelfde jaar wordt onder president Clinton de „Cuban Liberty and Democratic (LIBERTAD) Act‟ goedgekeurd, beter bekend als de Helms-Burton-wet. (Demuynck & Vandepitte, 2008; Horowitz & Suchlicki, 2001; Oxfam, 2003; Renfurm, 2006)

De wet is vierdelig. Hij combineert verscheidene maatregelen om de druk op Cuba te vergroten en de democratische transitie te assisteren. Een eerste titel versterkt de internationale sancties tegen de Cubaanse regering. Verder omvat het eerste deel alle bestaande economische sancties tegen Cuba, inclusief het handelsembargo, en codificeert ze. Dit impliceert dat een verandering

12 in het embargo vanaf nu enkel via goedkeuring in het Congres gemaakt kan worden. Bovendien zullen landen die hulp of ondersteuning bieden aan Cuba door deze wet minder financiële steun krijgen. (Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006; US Department of State, 1996, 2000b; Sullivan, 2006)

De tweede titel beschrijft de vereisten waaraan Cuba moet voldoen alvorens de relatie tussen beide landen genormaliseerd kan worden. Het embargo kan enkel versoepeld worden wanneer aan bepaalde democratische voorwaarden wordt voldaan. Het VS-beleid om tot een vrij en onafhankelijk Cuba te komen, wordt in dit hoofdstuk verder uitgewerkt. Bovendien krijgt de president de opdracht een plan op te stellen om tot een democratische Cubaanse regering te komen en dit aan de hand van economische hulp. (Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006; U.S. Department of State, 1996, 2000b; Sullivan, 2006, 2009)

De twee meest controversiële maatregelen vindt men terug in de twee laatste titels. Titel drie laat toe dat inwoners van de Verenigde Staten, van wie de bezittingen door de Cubaanse regering genationaliseerd werden, een rechtszaak kunnen aanspannen tegen regeringen, bedrijven of individuen die handelen of investeren in de onteigende Amerikaanse bezittingen in Cuba. Ook financiële transacties zoals leningen horen hierbij. Wordt men schuldig bevonden, dan moet men een schadevergoeding betalen. Titel vier besluit dat toegang tot de Verenigde Staten geweigerd wordt voor personen die handelen of investeren in onteigende Amerikaanse eigendommen die geclaimd worden door Amerikaanse burgers. Ook hun vrouwen en kinderen kunnen de toegang geweigerd worden. (Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006; U.S. Department of State, 1996, 2000b; Smis & Van der Borght, 1999; Sullivan, 2006)

Deze laatste twee maatregelen stootten op veel kritiek van de internationale gemeenschap. Ze hadden niet zozeer een impact op Cuba, maar voornamelijk op de Europese Unie, Canada en Mexico. Deze wet regelt namelijk niet enkel de relatie tussen de Verenigde Staten en Cuba, maar had ook een enorme invloed op derde landen en hun betrekkingen met Cuba. Hoewel Washington beweerde dat het de Cubaanse bevolking wou helpen om hun vrijheid terug te winnen en de wet niet zozeer een zaak van handel was, maar eerder een kwestie van nationale veiligheid, was het duidelijk dat de VS het buitenland wou ontmoedigen nog te investeren in, of te handelen met Cuba. Vanuit het perspectief van internationaal recht genereerden de twee laatste titels uit de Helms-Burton-wet dan ook enkele problemen. Er werd geargumenteerd dat de wet een extraterritoriaal karakter had, de principes van soevereiniteit en non-interventie in binnenlandse aangelegenheden schond, secundaire boycots oplegde en in strijd was met de bepalingen van vrijhandel die erkend werden door internationale economische organisaties zoals de „North American Free Trade Agreement‟ (NAFTA) en de „World Trade Organization‟

13

(WTO). De wet werd dan ook veroordeeld door alle EU-lidstaten. (Horowitz & Suchlicki, 2001; Renfurm, 2006; U.S. Department of State, 1996, 2000b; Smis & Van der Borght, 1999; Sullivan, 2006)

Onder de verschillende titels komen ook steunmaatregelen voor het Cubaanse volk aan bod. Deze bestaan uit humanitaire donaties, medische producten en „democracy building efforts‟. Ook was er de lancering van Radio Marti en Televisie Marti. Dit zijn VS-gefinancierde radio- en televisie-uitzendingen die de Cubaanse bevolking van informatie moeten voorzien en de moraal zouden versterken. Dit kan dan ook gezien worden als het verspreiden van propagandaboodschappen tegen de Cubaanse regering. (Sullivan, 2006; U.S. Department of State, 1996)

1.1.6 Versoepeling van de sancties

In 1998 brengt Paus Johannes Paulus II een historisch bezoek aan Cuba. Hij veroordeelt de Helms-Burton-wet en vraagt Washington om de economische boycot te beëindigen. President Clinton beslist dan ook om zijn Cuba-beleid licht te versoepelen om zo het Cubaanse volk te ondersteunen. Directe vluchten tussen de Verenigde Staten en Cuba worden hernomen, geldstortingen vanuit de VS naar familieleden in Cuba worden opnieuw toegelaten en de verkoop van medisch materiaal en medicijnen wordt vereenvoudigd. Datzelfde jaar wordt echter ook de „Cuban Five‟ ontmaskerd en gearresteerdi. (Demuynck & Vandepitte, 2008; U.S. Department of State, 1999; Sullivan, 1999, 2006)

In 1999 kondigt President Clinton extra maatregelen aan ter uitbreiding van de eerdere versoepelingen in het Amerikaanse beleid ter ondersteuning van het Cubaanse volk. Deze zorgen ervoor dat reizen naar Cuba makkelijker wordt voor bepaalde categorieën reizigers en dat inwoners van de VS het recht hebben om geld naar Cuba te sturen. Een jaar later wordt de „Sanctions Reform and Export Enhancement Act‟ aanvaard. Export van landbouwproducten en medicijnen naar Cuba wordt aan de hand van deze wet toegelaten. (Sullivan, 1999, 2006)

1.1.7 Besluit

Het is duidelijk dat Cuba al vanaf het prille begin een prioriteit is voor de Verenigde Staten. Wat oorspronkelijk begint als een imperialistisch en geopolitiek plan, evolueert tot een ideologische strijd. De Cubaanse revolutie in 1959, waardoor de VS haar protectoraat verliest, en de Koude Oorlog zorgen ervoor dat men in Washington van beleid verandert. Er wordt een economisch embargo ingesteld. Wanneer echter de communistische dreiging van de Koude Oorlog gaat liggen, kan Fidel Castro niet echt meer gezien kon worden als een communistische

14 bedreiging. Acties worden nu gelegitimeerd als steun aan het Cubaanse volk. Washington pleit voor een democratische transitie op Cuba en eist respect voor de mensenrechten. Het doel blijft echter hetzelfde: de Cubaanse regering ondermijnen en Cuba opnemen in de kapitalistische wereldorde. (Smith, 1996)

De strategie van Washington tegenover Cuba bestaat uit vier belangrijke pijlers. Een eerste aspect is de economische blokkade. Dit moet ervoor zorgen dat het dagelijkse leven van de Cubaan ondraaglijk wordt waardoor hij in opstand komt tegen het regime. William Safire verwoordt deze uithongeringsstrategie in de New York Times: "To make the Cuban people hungry enough to become furious enough and get rid of Castro" (geciteerd in Blanco, 1994). Ten tweede is er de militaire agressie. Vanaf 1959 probeert de VS het Cubaanse regime aan de hand van militaire acties te destabiliseren. De bekendste acties zijn de invasie van de Varkensbaai en de bomaanslagen in en Varadero. Een derde pijler is de nationale en internationale propagandaoorlog. Jaarlijks wordt er in Washington een enorm budget vrijgemaakt om de Amerikaanse burgers op te zetten tegen Cuba. Ook op internationaal vlak doet Washington er alles aan om Cuba in een slecht daglicht te stellen en andere landen op te zetten tegen Cuba. Een vierde aspect is het stimuleren van de oppositie in Cuba zelf. Er worden radio- en televisie-uitzendingen gelanceerd om het Cubaanse volk op te zetten tegen het regime en anti-Castro groepen krijgen financiële steun. Voorbeelden zijn het ondermijnings-programma van Eisenhower, Operatie Mongoose en de vele andere besluiten en wetten waarin groepen of personen die streven naar een democratisch Cuba gefinancierd worden. Dit alles moest uiteindelijk tot een sociale explosie leiden. Deze strategie kan niet echt een succes genoemd worden. Een sociale explosie, een opstand of een burgeroorlog tegen de revolutie kwam er niet. (Demuynck & Vandepitte, 2008, Hoefnagel, n.d.; Vranckx, 2009)

1.2 Het huidige Cuba-beleid van de Verenigde Staten

1.2.1 George W. Bush Jr.

De eerste maatregelen: 2001-2003

George Bush Jr. wordt verkozen in 2000. Reeds in zijn eerste statement over Cuba maakt de Amerikaanse president duidelijk dat er geen versoepeling van de sancties zal komen alvorens het regime democratische en vrije verkiezingen zal organiseren, het zijn politieke gevangenen zou vrijlaten en de vrije meningsuiting zal toelaten. Hij voegt eraan toe dat hij actief steun zal geven aan al wie streeft naar democratische veranderingen op het eiland. (Sullivan, 2006)

15

De terroristische aanslagen van 11 september - 2001

De aanslagen van elf september hebben een grote impact op de relatie tussen beide landen. Al sinds 1982 staat Cuba op de lijst van „State Sponsors of Terrorism‟3, wat impliceert dat het eiland hulp zou bieden aan activiteiten van internationaal terrorisme. Vanuit Washington worden er verschillende verklaringen gegeven waarom Cuba op deze lijst staatii. (Birnbaum, 2002; Center for International Policy, 2005; Landau & Smith, 2001, 2002; U.S. Department of State, 2002; Van Neck, 2005)

Enkele uren na de terroristische aanvallen op elf september 2001 veroordeelt Cuba de feiten en biedt het de Verenigde Staten medische hulp en levensmiddelen aan. Cuba is bereid haar luchtruim open te stellen voor Amerikaanse vliegtuigen en men tekent en ratificeert ook de twaalf „Counterterrorism Conventions‟ van de Verenigde Naties. In november worden grote stukken van het eiland verwoest door de orkaan Michelle. Cuba bedankte Washington voor de aangeboden hulp, maar vroeg of het levensmiddelen vanuit de VS mocht aankopen. Dit verzoek werd ingewilligd en de eerste voedseltransacties kwamen er eind 2001. Ondanks de inspanningen van Castro, de verwerping van het internationaal terrorisme en de lichte verbetering in de betrekkingen tussen beide, is de toenadering van korte duur. In het rapport „Patterns of Global Terrorism‟ van de US State Department, dat vrijgegeven wordt in mei 2002, benadrukt men dat Fidel Castro terrorisme nog steeds als een legitiem revolutionaire tactiek beschouwd en niet verwijderd mag worden van de lijst met „State Sponsors of Terrorism‟. Bovendien beweert onderminister voor Buitenlandse Zaken, John Bolton, dat Cuba pogingen zou ondernemen om biologische wapens te ontwikkelen. Ondanks de lichte vorm van samenwerking met de U.S. Coast Guard, worden alle Cubaanse verzoeken tot hechtere samenwerking sinds de aanslagen herhaaldelijk afgewezen door de Verenigde Staten. (Center for International Policy, 2005; Del Biondo, 2006; Landau & Smith, 2001, 2002; U.S. Department of State, 2002; Van Neck, 2005)

Na de vernieuwde vijandige houding in het „Patterns of Global Terrorism‟- rapport volgt later in mei 2002 een nieuw initiatief waarmee president Bush de hand wil reiken aan het Cubaanse volk4. De president geeft aan dat de VS de economische sancties zou blijven verstrengen en het

3 Ook Irak, Iran, Libië, Syrië, Sudan en Noord-Korea staan in 2001 op deze lijst. 4 Dit initiatief bestaat uit vier maatregelen. Een eerste maatregel vereenvoudigt de humanitaire hulp door Amerikaanse religieuze organisaties en NGO‟s. Ten tweede zou via deze NGO‟s ook meer directe hulp geboden worden aan de Cubaanse bevolking. Ten derde wordt gepleit voor het hernemen van de directe postverbinding naar en van Cuba. In een laatste maatregel richt Bush beurzen op voor Cubaanse studenten en professionelen die betrokken zijn bij de uitbouw van civiele instellingen en voor

16 reizen naar Cuba zou blijven verbieden, zolang de Cubaanse regering niet kan bewijzen dat het realistische inspanningen levert om tot een echte hervorming te komen. Volledige normalisatie kan er volgens Bush pas komen wanneer het eiland een volledig democratische regering heeft, de rechtstaat respecteert en mensenrechten volledig beschermd zijn. (Sullivan, 2006)

De „crackdown‟ - 2003

In 2003 komt er een nieuw dieptepunt in de relatie tussen beide landen. De mensenrechtensituatie vermindert aanzienlijk wanneer de Cubaanse autoriteiten op 18 maart een ongekend offensief lanceren tegen de dissidentenbeweging, vandaag bekend als de „crackdown‟. Hoewel er tijdens de laatste jaren meer tolerantie ten opzichte van politieke opposanten ontstaan was, worden in maart 2003 75 burgers veroordeeld en beschuldigd van samenzwering met de Verenigde Staten en van pogingen om het Cubaanse regime te destabiliseren. De meeste Cubaanse gewetensgevangenen krijgen de maximumstraf van 28 jaar voor het plegen van misdaden tegen de veiligheid van de staat. Hoewel de leerkrachten, vakbondsleiders, journalisten en politieke activisten oneerlijk berecht worden, is het duidelijk dat de groep nauwe contacten heeft en samenwerkt met de officiële vertegenwoordiging van de VS, gevestigd in Havana. Zo hadden de 75 veroordeelden geld en materiaal aanvaard die hen door de Amerikaanse diplomatieke delegatie werd aangeboden. (Amnesty International, 2008; Bond, 2003; CNV Internationaal, n.d.; Declercq, 2008; Del Biondo, 2006; Glasnost in Cuba, 2010b; Lopez, 2004; Miller Center, 2010, Smith, 2003; Van Neck, 2005)

Opvallend is dat dit offensief plaatsvindt op dezelfde dag waarop de oorlog in Irak van start gaat. Er wordt verondersteld dat Fidel Castro er vanuit ging dat de internationale aandacht voor zijn optreden minimaal zou zijn, omdat alle belangstelling naar het Midden Oosten zou gaan. De kritiek van de internationale gemeenschap is echter scherp. Verschillende internationale organisaties uiten hun verontwaardiging en Amerikaanse anti-embargo groepen die de vorige jaren krachtiger werden, verzwakken opnieuw. Ook op politiek vlak betaalt Cuba een hoge prijs. Landen en personen die voordien sympathie toonden voor de Cubaanse regering keren nu hun rug naar Castro. Later dat jaar worden drie mannen gevangen genomen en geëxecuteerd vanwege hun betrokkenheid bij een gijzeling van een ferry, waarmee ze het land wilden ontvluchten. Hiermee komt het feitelijk moratorium dat drie jaar duurde aan zijn eind. (Amnesty International, 2008; Bond, 2003; CNV Internationaal, n.d.; Declercq, 2008; Glasnost in Cuba, 2010b; Lopez, 2004; Smith, 2003; Van Neck, 2005)

familieleden van politieke gevangenen. Strengere beperkingen op reizen naar Cuba komen er niet. (Sullivan, 2006)

17

Fidel Castro verklaart deze veroordelingen als een noodzakelijk antwoord op de bedreiging van de nationale veiligheid door de VS. Het feit dat de migratieakkoorden tussen beide landen enkele maanden daarvoor werden stopgezet, is de onderliggende oorzaak van de gebeurtenissen in de lente van 2003. Dit zorgde ervoor dat Cubanen niet meer legaal konden migreren naar de VS, waardoor de druk van de dissidentenbewegingen op de Cubaanse regering enorm steeg. Een tweede oorzaak is de provocatieve houding van de Bush- administratie. Deze droeg het nieuwe hoofd van de Amerikaanse Belangensectie in Cuba, James Cason, op om enkele ontmoetingen op te zetten met Cubaanse dissidenten. Zo werden zelf enkele seminaries georganiseerd in zijn eigen woning in Havana. Deze bijeenkomsten werden door Castro als enorm uitdagend beschouwd. (Amnesty International, 2008; Declercq, 2008; Del Biondo, 2006; Ferrari 2003; Lopez, 2004; Smith, 2003)

Na de terechtstelling van de 75 dissidenten en de executie van de drie kapers, komt Bush onder grote druk te staan van de Cubaans-Amerikaanse lobby die hem in Florida de verkiezingsoverwinning bezorgd had. De CANF eist dat er maatregelen genomen worden. Als reactie kondigt president Bush later dat jaar drie nieuwe initiatieven aan, om de overgang naar een nieuw, vrij en democratisch Cuba te versnellen. Ten eerste: er zouden meer controles komen op reizigers en vrachten van en naar Cuba om zo het handels- en reisembargo te versterken. Ten tweede: het aantal toegelaten Cubaanse immigranten zou ieder jaar opgevoerd worden, de inspanningen om Cubanen te zoeken die het eiland willen verlaten zou verdubbeld worden en er moest een betere informatiecampagne opgezet worden die Cubanen informeert over de veilige en legale migratieroutes naar de VS. Ten derde: Bush verkondigde de oprichting van de “Commission for Assistance to a Free Cuba” (CAFC), die Cuba zou helpen bij de transitie van een communistisch regime naar een democratisch regime. (Brenner & Jimenez, 2006; Sullivan, 2006)

Strengere sancties: 2004-2005

In navolging van de „crackdown‟ in Cuba worden, na het invoeren van de drie nieuwe initiatieven, in 2004 ook enkele strengere maatregelen doorgevoerd. De patrouilles van Homeland Security tussen Florida en Cuba worden opgedreven, met als doel de pleziervaarten in deze zone te beëindigen. Bovendien verkondigt Washington dat het geen visums meer zou geven aan Cubanen die deelnamen aan de „schijnprocessen‟ van de dissidenten in 2003. (Sullivan, 2006)

18

Eerste Rapport van de „Commission for Assistance to a Free Cuba‟ - 2004

Later dat jaar geeft de „Commission for Assistance to a Free Cuba‟ haar eerste rapport vrij. Hierin wordt gepleit voor onmiddellijke maatregelen die het einde van het Cubaanse dictatorschap moeten bespoedigen. Er worden enkele langetermijnaanbevelingen voorgesteld ter bevordering van de transitie van communisme naar democratie op het eiland. President Bush implementeert deze maatregelen en stelt 59 miljoen dollar ter beschikking om dit beleid uit te voeren. Dit bedrag gaat naar activiteiten ter opbouw van de democratie en ter versterking van de civiele samenleving, naar „the Office of Cuban Broadcasting‟, die moet zorgen voor uitzendingen in Cuba, en naar verschillende Amerikaanse ambassades, die de opdracht krijgen de realiteit van Fidel Castro‟s Cuba te verspreiden. De belangrijkste aanbevelingen van de Commissie die overgenomen worden door Bush, handelen over het verstrengen van de economische sancties en verdere restricties op reizen en private humanitaire hulp. Zo zouden bezoeken van Cubaans-Amerikanen aan familie in Cuba beperkt worden en zouden er begrenzingen komen op geldstortingen en giften van Cubaans-Amerikanen aan Cubaanse familieleden. Wanneer Cubaans-Amerikanen naar Cuba reizen, mogen ze amper 14 dagen op het eiland verblijven en zouden ze slechts een beperkt bedrag per dag mogen uitgeven. Deze maatregelen hadden vooral tot doel de contacten tussen beide civiele samenlevingen te beperken. (Commission for Assistance to a Free Cuba, 2009; Del Biondo, 2006; Farley & Thale, 2004; Lamrani, 2008; Sullivan, 2006, 2008a)

De regering Bush krijgt veel kritiek van de Cubaans-Amerikaanse gemeenschap op de nieuw geïmplementeerde beperkingen. Enerzijds zijn er de aanhangers van het embargo die vinden dat de maatregelen niet ver genoeg gaan. Dit zijn hoofdzakelijk Cubanen die vlak na de revolutie naar de Verenigde Staten migreerden en niet langer familie hebben op Cuba of het contact met hun familie verloren hebben. Zij ondervinden dan ook nauwelijks invloed van het nieuwe beleid van Bush en dringen vanuit hun anti-Castro gevoelens aan op een nog strengere boycot. Anderzijds zijn er Cubaans-Amerikanen die tegen het embargo zijn en de nieuwe maatregelen zwaar veroordelen. Vooral de Cubanen die na 1985 in de Verenigde Staten arriveerden pleiten voor het onbeperkt reizen naar Cuba. In tegenstelling tot de destabilisatie van het Castro regime, zullen de nieuwe maatregelen volgens hen enkel Cubaans-Amerikanen en Cubaanse families benadelen. Bovendien is het nieuwe beleid zeer duur en wordt het door de tegenstanders ervan omschreven als misbruik van de overheidsmiddelen. Daarnaast zijn er ook steeds meer Amerikaanse bedrijven die zich tegen het restrictieve Cuba-beleid kanten, omdat deze de handel met het eiland enorm beperkt. Een vertegenwoordiger van de VS beweerde dat de Bush- administratie “is playing election year politics with the lives of the Cuban People” (Menendez, geciteerd in Farley & Thale, 2004). In 2004 vinden de presidentsverkiezingen plaats en

19 president Bush zou met dit nieuwe beleid hoofdzakelijk de kleine, maar machtige Cubaans- Amerikaanse lobby in Florida tevreden willen stellen, die het embargo nog steeds verdedigt. Deze had bij de vorige verkiezingen een belangrijk aandeel in Bush‟s overwinning en zou ook bij een eventuele herverkiezing van groot belang kunnen zijn. (Brenner & Jimenez, 2006; Farley & Thale, 2004)

In 2005 zet de Bush-administratie de harde lijn ten opzichte van Cuba verder en beslist opnieuw om de handelsboycot op te drijven. Er komen verder beperkingen op de wijze waarop Amerikaanse exporteurs van landbouwproducten betaald mogen worden. De Amerikaanse overheid vindt dat Cuba medicijnen en voedsel vanaf nu vooruit moet betalen. Dit maakt een einde aan de contante verkoop van deze goederen, die sinds 2000 mogelijk was. Opnieuw komt er grote kritiek, zowel vanuit Cuba als vanuit de VS, omdat verwacht wordt dat de export naar Cuba door deze maatregel in gevaar zou komen. In datzelfde jaar roept Minister Condoleezza Rice de „Commission for Assistance to a Free Cuba‟ samen om aanvullende maatregelen te ontwikkelen betreffende de democratisering van Cuba en om een plan te ontwikkelen die het Cubaanse volk moet helpen richting vrije en eerlijke verkiezingen. Caleb McCarry wordt benoemd als “Cuba Transition Coordinator” en hoofd van de Commissie. Zijn taak is de transitie naar democratie in Cuba sturen na de val van Fidel Castro en ervoor te zorgen dat er een voor Washington aanvaardbaar figuur Fidel Castro kan opvolgen. Bovendien moet hij de Amerikaanse Cuba-politiek promoten in Cuba zelf, maar ook in de rest van de wereld. (Belgische Senaat 2008; Armington & Birns, 2005; Commission for Assistance to a Free Cuba, 2007; Cornwell, 2009; Del Biondo, 2006; Glasnost in Cuba, 2005; Sullivan, 2006, 2008a)

Verbeterde Cubaanse positie

Door de verkiezingsoverwinning van Hugo Chávez in Venezuela en later ook die van Evo Morales in Bolivia en Correa in Ecuador, wordt de positie van Cuba versterkt. Er waait een nieuwe linkse wind over Latijns-Amerika. De band met Chavez wordt steeds sterker en Venezuela wordt Cuba‟s belangrijkste economische en politieke bondgenoot. Ook andere landen zoals Brazilië, Chili, Uruguay en Argentinië hernieuwen hun diplomatieke en economische betrekkingen met Cuba. Cuba neemt ook deel aan enkele regionale integratie- initiatieven, waarond het „Bolivariaanse Alternatief voor Latijns-Amerika‟ (ALBA)5. Ook China haalt de banden met Cuba opnieuw aan en in 2004 bezoekt president Hu Jintao het eiland. Er worden verschillende handelsovereenkomsten gesloten die de internationale positie van Cuba

5 ALBA is een samenwerkingsverband tussen alle Latijns-Amerikaanse en Caribische landen wat als tegenhanger moet dienen voor het vrijhandelsakkoord dat Washington aan Latijns-Amerika wil opdringen (ALCA).

20 verder versterken. De Bush-administratie is bijzonder bezorgd over deze ontwikkelingen, omdat de hernieuwing van de relaties het vermogen van Cuba om zich tegen de Amerikaanse druk te verzetten versterken, waardoor de macht van het Bush-beleid daalt. (Brenner & Jimenez, 2006; Cabus et.al., 2008; Carlsen, 2004; Del Biondo, 2006; Demuynck & Vandepitte, 2008; Gratius, 2005, p1)

Niet enkel vanuit Latijns-Amerika en China krijgt Cuba steeds meer steun, ook in de Verenigde Staten rijzen stemmen die pleiten voor grotere tolerantie en voor een versoepeling van het Cuba-beleid. Zowel het grote publiek, jonge Cubaans-Amerikanen en Amerikaanse bedrijven willen een toenadering tot Cuba en hopen dat de handel terug opgestart zal worden. Verschillende leden van de Senaat lieten al verstaan dat ze niet bang meer zijn van de anti- Castro lobby en sturen aan op een wijziging van enkele componenten van het handelsembargo. Het is duidelijk dat zelfs in de VS het beleid van Bush steeds minder steun krijgt en dat handelsbelangen het anticommunisme van Florida begint te overschaduwen. (Brenner en Jimenez, 2006; Farley & Thale, 2004)

Verdere inspanningen voor de transitie naar een democratisch Cuba: 2006- 2008

Ook in zijn tweede ambtstermijn blijft president Bush het Cuba-beleid opdrijven. In tegenstelling tot zijn vorige termijn, waar vooral de nadruk werd gelegd op strengere sancties, wordt nu hoofdzakelijk gefocust op ondersteuningsmaatregelen voor het Cubaanse volk en op steun voor allerlei democratische programma‟s.

Tweede rapport van de „Commission for Assistance to a Free Cuba‟ – 2006

In juli 2006 geeft de „Commission for Assistance to a Free Cuba‟ haar tweede rapport vrij. Hierin worden aanbevelingen opgenomen om de politieke overgang naar een democratisch regime in Cuba te bespoedigen. De Commissie vraagt de VS om voor de komende twee jaar een budget van 80 miljoen dollar vrij te houden voor steun aan de Cubaanse civiele maatschappij, voor de financiering van onderwijsprogramma‟s en uitwisselingen, voor steun aan internationale inspanningen ter bevordering van de transitie en voor het bekostigen van pogingen ter beëindiging van de Cubaanse informatieblokkade. Bovendien wordt aanbevolen om jaarlijks een bedrag van 20 miljoen dollar te spenderen aan democratische programma‟s tot wanneer de dictatuur ophoudt te bestaan. (Commission for Assistance to a Free Cuba, 2006; De Vos, 2008; Sullivan, 2006, 2008a)

21

All who live in tyranny and hopelessness can know: the United States will not ignore your oppression, or excuse your oppressors. When you stand for your liberty, we will stand with you. Democratic reformers facing repression, prison, or exile can know: America sees you for who you are: the future leaders of your free country. (Bush, 2005, geciteerd in Commission for Assistance to a Free Cuba, 2006)

Net zoals Bush in 2005 roept de Commissie in 2006 op tot oppositie in Cuba en belooft het steun aan Cubanen die bereid zijn op te komen tegen de totalitaire communistische dictatuur van Fidel. Ook wordt een plan uitgestippeld waarin de Verenigde Staten hulp zou bieden aan een Cubaanse overgangsregering wanneer die er zou komen. Dit plan voorziet een rol voor de VS in de organisatie van deze nieuwe regering en hulp bij electorale voorbereidingen. (Commission for Assistance to a Free Cuba, 2006; De Vos, 2008; Sullivan, 2006, 2008a)

Het aftreden van Fidel Castro – 2006-2008

Wanneer Fidel Castro in de zomer van 2006 ernstig ziek wordt, trekt hij zich terug uit het openbaar leven. Zijn broer Raúl neemt het presidentiële ambt tijdelijk over en voert vanaf nu de dagelijkse presidentiële taken uit. Raúl Castro pleit voor een normalisatie van de relaties op voorwaarde dat de VS bereid is het eiland als gelijke te behandelen. Als reactie op de machtswissel herhaalt president Bush zijn steun aan het Cubaanse streven naar democratie en vrijheid en belooft de Cubaanse bevolking te steunen bij de opbouw van een transitieregering. Vertegenwoordigers van de VS maken duidelijk dat er geen plannen zijn om de hand uit te reiken naar de nieuwe Cubaanse leider. Een versoepeling van de sancties zou mogelijk zijn, maar enkel wanneer het eiland bereid is om haar politieke gevangenen vrij te laten, de mensenrechten te respecteren en een plan uit te stippelen om tot vrije en eerlijke verkiezingen te komen. (Elsibai & Runningen, 2007; ICS, 2010b; Sullivan 2006, 2008a, 2009)

In september van dat jaar ontdekt men dat de regering Bush ten minste tien journalisten uit Florida betaalde voor het verspreiden van negatieve berichtgeving over Cuba. Drie ervan schreven voor de gerespecteerde krant „El Nuevo Herald‟. Sommigen kregen als sinds 2001 duizenden dollars toegestopt van de Amerikaanse overheid om in uitzendingen van Radio Martí en TV Martí boodschappen te verspreiden om het communistische regime van Fidel Castro te ondermijnen. Hiermee volgt president Bush het destabiliseringbeleid van zijn voorgangers. (Corral, 2006; Bachelet, 2006)

Eind 2006 herhaalt Havana haar aanbod om tot onderhandelingen te komen met Washington. Raúl Castro (2006) zegt: “We are willing to resolve at the negotiating table the longstanding dispute between the United States and Cuba, of course, provided they accept, as we have

22 previously said, our condition as a country that will not tolerate any blemishes on its independence, and as long as said resolution is based on the principles of equality, reciprocity, non-interference, and mutual respect” (geciteerd in Sullivan 2006, p 18). Een derde aanbod voor meer dialoog met de Verenigde Staten volgt op 26 juli 2007, tijdens Raúl Castro‟s speech op de verjaardag van de Cubaanse revolutie. Een woordvoerder van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken antwoordt dat er enkel met het Cubaanse Volk dialoog nodig is. (Israël, 2007; Sullivan, 2008a, 2009)

In datzelfde jaar voert Raúl Castro enkele veranderingen door, maar deze zijn beperktiii. Een reactie van de VS komt er dan ook niet. En hoewel het aantal politieke gevangenen in kleine mate afneemt, verbetert de mensenrechtensituatie volgens de VS niet. (Peters, 2007; Sullivan 2008b, 2009)

In de tweede helft van 2007 blijft Washington haar oproep voor democratische transitie herhalen. President Bush is ervan overtuigd dat het lange bewind van dictator Fidel zijn einde nadert en roept de VN op om meer nadruk te leggen op vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, en vrije verkiezingen. Minister van Handel Gutierrez herhaalt dat het Amerikaanse beleid niet zal wijzigen zolang er geen regimeverandering optreedt in Havana, maar geeft aan dat de VS bereid is te reageren op oprechte pogingen tot democratische transitie. Bush doet in zijn beleidstoespraak een oproep naar het Cubaanse leger, politie en regeringsambtenaren om samen te werken met de democratische oppositie op het eiland en waarschuwt de internationale gemeenschap om ook na het aftreden van Fidel Castro geen betere betrekkingen aan te gaan met het communistisch bewind. Het leven van de Cubanen zou onder het huidige systeem namelijk niet verbeteren, omdat de ene dictator gewoon ingewisseld wordt voor een andere. (Elsibai en Runningen, 2007; Sullivan, 2008a, 2009; Ward, 2007)

In hetzelfde jaar stelt Bush ook drie nieuwe initiatieven voor ter ondersteuning van het Cubaanse volk. Het eerste voorstel laat NGO‟s toe om het Cubaanse volk te voorzien van computers en internet, van zodra de Cubaanse regering de beperkingen op publieke toegang tot internet afschaft. Cubaanse jongeren zouden aan de hand van een tweede voorstel mogen deelnemen aan de „Partnership for Latin American Youth scholarship programs‟, als de Cubaanse regering dit toelaat. Het laatste voorstel was de oprichting van het internationaal „Freedom Fund‟ die de Cubanen moest helpen bij de heropbouw van hun economie en Havana moest aansporen tot democratische transitie. Er zouden bijdragen gevraagd worden aan buitenlandse regeringen en internationale organisaties en deze zouden ter beschikking gesteld worden van het eiland van zodra de Cubaanse regering haar engagement tot hervorming kon aantonen. (Elsibai en Runningen, 2007; Sullivan, 2008a, 2009; Ward, 2007).

23

De officiële aanduiding van Raúl Castro – 2008

Wegens gezondheidsredenen neemt Fidel Castro in februari 2008 officieel afstand van het Cubaanse presidentschap. Zijn broer Raúl wordt door het parlement verkozen als opvolger en wordt de nieuwe president. Bijzonder is dat deze opvolging gepaard gaat met een grote politieke stabiliteit. Volgens president Bush is dit voor Cuba een periode van verandering die moet leiden tot het begin van een democratische transitie. Washington maakt echter duidelijk dat het beleid van de Verenigde Staten tegenover het eiland niet zal veranderen en dat men het embargo zal behouden. De Amerikaanse president benadrukt dat het niet de VS is die moet veranderen, maar dat Cuba moet veranderen. Hij voegt eraan toe dat het regime alle politieke gevangenen moet vrijlaten, respect moet hebben voor de mensenrechten in woord en daad en dat er vrije en eerlijke verkiezingen moeten worden gehouden. Later dat jaar verzoekt Bush de Cubaanse regering om stappen te nemen ter verbetering van de levensomstandigheden van het Cubaanse volk. Bovendien kondigt hij veranderende maatregelen aan die het voor Amerikaanse burgers mogelijk zou maken om mobiele telefoons naar hun familie in Cuba te sturen. (CNN, 2008a; NRC, 2008; Sullivan 2008a, 2008b, 2009)

Hoewel Raúl Castro in zijn periode als interim-president weinig veranderingen doorvoerde, belooft hij nu enkele structurele veranderingen te zullen doorvoeren in het economische systeem. Hij staat bekend als pragmaticus en verkiest een praktisch beleid boven ideologie. De nieuwe Cubaanse president houdt zich aan zijn woord. In de eerste maanden na zijn benoeming voert Raúl reeds enkele maatregelen in die het leven in Cuba op verschillende manieren beïnvloedeniv. Ook komen er enkele belangrijke hervormingen betreffende de landbouwsectorv. Of er ook hervormingen zullen komen in de steden, is minder duidelijk. Zo vragen vele Cubanen zich af hoe snel ze de mogelijkheid zullen krijgen om legaal kleine ondernemingen op te starten. Een eerste stap in de goede richting is dat Raúl Castro meer kritiek toelaat op de prestaties van de regering. Niet enkel over landbouw, maar ook over onderwijs en gezondheidszorg. (Appell, 2008; Frank, 2008; Gjelten, 2008; Llana & Clark, 2008; Neill, 2008; Peters, 2009; Reihing, 2009; Sullivan, 2008b; Voss, 2009)

De vraag of deze economische veranderingen van enige betekenis zijn, staat open voor discussie. Voor de meeste Republikeinse beleidmakers en aanhangers van het embargo in Miami en Washington zijn zulke kleine veranderingen irrelevant. President Bush verkondigt dat hij geen bewijs ziet dat Cuba aan het veranderen is. De kleine hervormingen op het eiland zorgen dan ook niet voor wijzigingen in het beleid van de Verenigde Staten. (Appell, 2008; Gjelten, 2008; Huddleston, 2008a; Llana & Clark, 2008, Neill, 2008)

24

Anderen zijn dan weer positief over de geïmplementeerde maatregelen. Enkele krachten in de VS hebben hoop op positieve veranderingen in Cuba, omdat verandering nu eenmaal nodig is voor politieke overleving. Volgens hen zal Raúl, meer dan zijn broer Fidel, aansturen op een evolutie in de richting van een kapitalistische economie. Zij zien de introductie van marktimpulsen in de landbouwsector als het begin van grotere hervormingen in andere sectoren en een belangrijke stap naar een meer open economie. Bovendien zijn ze ervan overtuigd dat de Verenigde Staten haar barrières moet laten vallen om het proces van verandering te bespoedigen. Een vrije stroom van informatie en menselijk contact tussen beide landen zou de Cubaanse bevolking kunnen aanmoedigen om na de economische hervormingen ook politieke hervormingen te eisen. Sommige analisten zien de VS en haar sancties nog steeds als de grootste oorzaak voor de economische ellende in Cuba. Volgens hen zal het embargo de nodige investeringen blijven tegenhouden, hoeveel Raúl de Cubaanse economie ook opent. (Appell, 2008; Gjelten, 2008; Huddleston, 2008a, 2008b; Llana & Clark, 2008, Neill, 2008)

Naast de discussie over de betekenis van de economische veranderingen, lijken de meesten het erover eens dat er weinig politieke veranderingen zullen komen. De strenge controle van de regering over het politieke éénpartijsysteem, dat ondersteund wordt door een sterk veiligheidsapparaat, is tot nu toe onveranderd gebleven. Sommigen beweren dat de repressie verminderd is en verwijzen hierbij naar de afname van politieke gevangenen sinds het presidentschap van Raúl Castro. Anderen, voornamelijk dissidenten, spreken dit tegen6. (Sullivan 2008b; Neill, 2008)

In de zomer en herfst van 2008 richten drie orkanen en twee tropische stormen zware schade aan op het eiland. Overstromingen en aardverschuivingen zorgen voor zware beschadigingen aan de infrastructuur en vernielen huizen en plantages. De wereldwijde economische crisis zorgt voor nog meer economische rampspoed. Vanuit Washington wordt verschillende malen hulp geboden. De VS geeft financiële hulp vrij voor Cubaanse NGO‟s en wil een humanitair evaluatieteam sturen om te bepalen hoeveel bijkomende hulp Cuba nog nodig heeft. Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken stelt ook voor om verschillende hulpgoederen ter waarde van 2 miljoen dollar rechtstreeks aan de Cubaanse regering te schenken. Tot slot worden vergunningen voor Amerikaanse NGO‟s om financiële hulp naar het eiland te sturen tijdelijke uitgebreid. Thomas Shannon, „Assistant Secretary of State‟, noemde dit een uniek en nooit gezien voorstel. Het hulpaanbod toont dan ook een kleine opening in het Cuba-beleid van

6 Dat de regering in april 2008 een sit-in van dissidenten verbrak, is voor hen het bewijs dat het regime nog steeds geen politieke oppositie tolereert. Bovendien zijn er, van de 75 activisten die gevangen genomen werden in maart 2003, tot nu toe slechts 20 vrijgelaten.

25

Bush. (De Young, 2008; ICS, 2010b; Partlow, 2008; Robles, 2008a, 2008b; Sullivan, 2008; USAID, 2008; Vandepitte, 2010; Voss, 2009)

Havana weigert echter alle Amerikaanse humanitaire hulpvoorstellen en zegt dat het voldoende goedgetrainde experts en hulpverleners heeft. In tegenstelling tot de andere landen die het eiland willen helpen, is de VS het enige land dat humanitaire hulp wil sturen na inspectie van de getroffen gebieden. Bovendien verklaart men dat Cuba geen hulp kan aanvaarden van een regering die haar een blokkade oplegt, maar wel bereid is om goederen uit de Verenigde Staten aan te kopen. Cuba herhaalt dat het in tegenstelling tot humanitaire hulp, een tijdelijke schorsing van het handelsembargo nodig heeft. Hierdoor zou het eiland materiaal kunnen aankopen om de infrastructuur en de huizen terug op te bouwen en voedsel te kunnen invoeren wat de vernielde landbouwproducten en voedselreserves zouden kunnen vervangen en aanvullen. (Cuban Ministry of Foreign Affairs, 2008; De Young, 2008; Partlow, 2008; Robles, 2008a, 2008b; Sullivan, 2008; USAID, 2008)

De Bush-administratie weigert het Cubaanse verzoek om het embargo op te schorten en reageert ook negatief op de vraag van de Cubaans-Amerikaanse gemeenschap om zendingen van noodgeld en andere goederen naar families in Cuba toe te laten. De VS stelt wel voor om lichte constructie-materialen ter waarde van 6,2 miljoen dollar naar het eiland te sturen. Er komt geen antwoord van Cuba en de relaties blijven koel. (Cuban Ministry of Foreign Affairs, 2008; De Young, 2008; Partlow, 2008; Robles, 2008a, 2008b; Sullivan, 2008; USAID, 2008)

1.2.2 Barack H. Obama

Het restrictieve Cuba-beleid van de Verenigde Staten is in 50 jaar tijd nauwelijks veranderd. Ook onder president Bush kwamen er weinig hervormingen. Hij volgde de harde lijn van zijn voorgangers en voerde de beperkingen op. Wanneer President Obama verkozen wordt in 2008 en officieel president wordt in 2009, lijkt hier eindelijk verandering in te komen.

Reeds voor zijn verkiezing als president geeft Obama enkele signalen die wijzen op versoepeling van het embargo. Als senator verklaart hij in 2007 dat hij streeft naar een beleid waar onbeperkte bezoeken en geldzendingen aan familieleden mogelijk zijn voor de Cubaans- Amerikaanse gemeenschap. Wanneer men Obama in een verkiezingsdebat in 2008 vraagt of hij Raúl Castro zou willen ontmoeten, antwoordt hij positief. Hij geeft zelfs aan bereid te zijn de Cubaanse president te ontmoeten zonder voorwaarden. Obama is ervan overtuigd dat het aftreden van Fidel Castro een belangrijke stap is en dat de VS deze opportuniteit moet grijpen om de relaties met Cuba te verbeteren. Hij geeft toe dat het beleid tegenover Cuba een enorme

26 mislukking is, pleit voor een nieuwe strategie en is voorstander van een normalisatie. (CNN, 2008b; Neil, 2008; Obama, 2008; Rodriquez, 2010; Schor, 2008; Sullivan, 2009)

In een interview later dat jaar volgt Obama echter de harde lijn van zijn voorganger Bush. Hij zegt dat een opheffing van het handelsembargo er pas zal komen wanneer men in Cuba de politieke gevangenen vrijlaat, vrije pers toelaat en andere stappen onderneemt ter democratisering van het eiland. Hij verzekert de Cubaans-Amerikanen dat zijn beleid tegenover het eiland gebaseerd zal zijn op vrijheid voor het Cubaanse volk. Dat hij dit standpunt inneemt kan gezien worden als een poging tot geruststelling van de invloedrijke Cubaans-Amerikaanse gemeenschap, die van groot belang is bij de presidentsverkiezingen in Florida. Opnieuw benadrukt de Amerikaanse president dat hij bereid is de situatie te normaliseren en noemt dit de nieuwe aanpak die nodig is in het buitenlands beleid. (CNN, 2008b; Obama, 2008; Rodriguez, 2010; Schor, 2008; Sullivan, 2009)

Na zijn verkiezing op 4 november 2008 herhaalt Obama dat hij van plan is de gevangenis op de Guantanamo-basis te sluiten. Een maand later zoekt Raúl Castro toenadering tot Washington en doet een voorstel om de „Cuban Five‟ vrij te laten in ruil voor vrijlating van enkele gedetineerde dissidenten en hun familieleden. Obama weigert echter op dit verzoek in te gaan. De VS verklaart dat de bevrijding van de politieke gevangenen in Cuba los staat van de zaak van de Cubaanse vijf. (Apuzzo & Jordan, 2008; Finn, 2008; Glasnost in Cuba, 2008; Grudgings, 2008; National Committe to Free The Cuban Five, 2008; Rodriguez, 2010; Sullivan, 2009)

Wanneer Barack Obama in 2009 officieel president wordt, voert hij enkele veranderingen door in het Cuba-beleid. Hij geeft de CIA de opdracht om binnen het jaar zijn operaties in Guantanamo te beëindigen en heft de beperkingen voor Cubaans-Amerikanen op geldtransfers naar het eiland op. De Obama-administratie stelt voor om de reisbeperkingen voor Cubaans- Amerikanen minder zwaar te maken en enkele economische sancties inzake medicijnen en landbouwproducten worden versoepeld. Op de regionale Amerika-top in Trinidad and Tobago, waar Cuba niet op uitgenodigd is, roept de Amerikaanse president op voor een “nieuw begin” met Cuba en een gelijkwaardig partnerschap met alle naties van Latijns-Amerika en de Caraïben. De vraag wordt echter gesteld in welke mate deze beslissingen van betekenis zijn. Voor velen zijn dit slechts kleine gebaren, anderen vinden ze een eerste stap in het opheffen van het handelsembargo. (BBC News, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e; CNN, 2009c; De Standaard, 2009d; Dombey, 2009b; Hancké, 2009a, 2009b; Rodriguez, 2010; The White House, 2009; U.S. Department of the Treasury, 2009)

27

Ondanks de kleine veranderingen in het Amerikaanse beleid tegenover Cuba, blijft de relatie koel. Obama geeft aan dat hij openstaat voor dialoog met Cuba, maar dat de opheffing van de blokkade er pas kan komen wanneer Cuba politieke veranderingen doorvoert en toont dat het klaar is voor liberalisering. Raúl Castro herhaalt dat de Cubaanse regering bereid is om gesprekken aan te gaan met Washington over gelijk welk onderwerp, maar dat deze op gelijke voet moeten verlopen, zonder dat de soevereiniteit of politieke en sociale systemen van één van de naties in vraag gesteld wordt. (BBC News, 2009b, 2009d; De Standaard, 2009d; Dombey, 2009a; Frank, 2009a; Lamrani, 2009; Rodriguez, 2010; The Financial Times, 2009; U.S. Departement of the Treasury, 2009, Ulmer, 2009)

Vanaf mei is er een lichte verbetering in de betrekking tussen beide landen. Jorge Bolaño, hoofd van de Cubaanse belangenvertegenwoordiging in Washington, aanvaardt het voorstel van de VS om de gesprekken over migratie, die door de Bush-administratie stopgezet waren, te herstarten. Cuba toont zich bereid om ook op andere vlakken, zoals terrorisme, drugstrafiek en mailservice, samen te werken. In juni wordt Cuba na 47 jaar opnieuw toegelaten tot de OAS7. Om weer volwaardig lid te kunnen worden, moet Cuba echter aan enkele voorwaarden voldoen die ook voor de andere OAS-leden gelden. Voornamelijk inzake democratie en mensenrechten worden enkele stappen verwacht van de Cubaanse regering. Het eiland weigert deze voorwaarden en bedankt voor de mogelijkheid om terug toe te treden tot de organisatie. Begin september beslist „The Department of the Treasury‟s‟ om de Cuban Assets Controll Regulations te amenderen. Zoals reeds voorgesteld door de Obama-administratie worden de versoepelingen inzake reizen en geldzendingen wettelijk vastgelegd. Voor Amerikanen die geen Cubaanse afkomst hebben, blijven deze zaken echter verboden. Bovendien krijgen Amerikaanse telecommunicatiebedrijven de toelating om, in overeenkomst met Cuba, op het eiland te opereren en er diensten aan te bieden. Zo zouden onderzeese kabels van de VS naar het eiland, sneller en goedkoper internet mogelijk maken voor de Cubaanse bevolking. (BBC News, 2009a; Bevins, 2009; CNN, 2009a, 2009b; De Standaard, 2009c; Dombey, 2009c; ICS, 2010b; Rodriguez, 2010; Sheridan, 2009; Thompson, 2009; Voss, 2009)

Midden september 2009 vertroebelen de relaties opnieuw wanneer Obama het handelsembargo tegen Cuba hernieuwt en verlengt voor tenminste één jaar. De Amerikaanse president verklaart dat het in het nationaal belang is van de VS om de TWEA, waar het embargo onder ressorteert, te verlengen. In de Helms-Burton-wet wordt bepaald dat de blokkade enkel opgeheven kan

7 Raúl Castro was er al eerder in geslaagd om de internationale isolatie van het eiland te beëindigen. Hij hernieuwde zijn betrekkingen met verschillende Latijns-Amerikaanse landen en ook met China, Rusland en de EU werden de relaties verbeterd. Dat de schorsing van het Cubaanse lidmaatschap van de OAS wordt opgeheven, is dan ook een logische evolutie.

28 worden, wanneer Cuba een democratische transitie start. Bruno Rodriguez, Cubaans minister van Buitenlandse Zaken, zegt dat de handelsboycot unilateraal ingevoerd is en dus ook unilateraal opgeheven moet worden, zonder dat hier enige eisen tegenover mogen staan. De gesprekken over immigratie en directe postverbindingen gaan echter door zoals gepland. Het is één van de eerste ontmoetingen sinds jaren waarbij diplomaten van beide landen elkaar op zo‟n hoog politiek niveau ontmoeten. In oktober wordt het embargo voor het achttiende jaar op rij veroordeeld in de Algemene Vergadering van de VN. De internationale gemeenschap lijkt zich steeds meer tegen het Cuba-beleid van Washington te kanten. Terwijl er in 2002 nog maar 173 landen voor de veroordeling van de boycot stemden, zijn dat er in 2009 al 187. Enkel Israël, Palau en de VS zelf stemden tegen. (BBC News, 2002; CNN, 2009b, 2009d; De Standaard, 2009a, 2009e, 2009f; Frank, 2009b, 2010; Haven, 2009; Rodriguez, 2010 ;Voss, 2009; Weissert, 2009; Worsnip, 2008)

Begin 2010 gaan de wisselvallige betrekkingen verder. De VS trekt de veiligheidsmaatregelen in de Amerikaanse luchthavens op, waardoor passagiers uit veertien landen vanaf nu onderworpen worden aan extra doorlichting wanneer ze het Amerikaanse grondgebied willen betreden. Deze veertien landen zijn de „State Sponsors of Terrorism‟ en enkele andere “verdachte” landen. Hiermee laait de discussie of Cuba thuishoort op de lijst van terroristische landen weer hoog op. Havana zegt dat de lijst slechts een legitimering is voor het handelsembargo en eist onmiddellijk verwijderd te worden. Na de aardbevingen in Haïti komt er een korte toenadering. Cuba stelt haar luchtruim open zodat Amerikaanse vliegtuigen het getroffen eiland sneller kunnen bereiken. Sommigen zien een opening voor verdere samenwerking. Midden februari komen beide landen samen om de gesprekken over migratie verder te zetten. Er komt een versoepeling van de sancties tegen Iran, Cuba en Sudan die het mogelijk maken voor Amerikaanse bedrijven om software en andere online services in deze landen aan te bieden. De VS wil burgers in deze landen de mogelijkheid geven hun recht op vrije meningsuiting en informatie uit te oefenen en zo oppositiegroepen tegen de heersende regimes steunen. (BBC News, 2010l; Clark, 2010; Frank, 2010a; Franks, 2010; Jourdier, 2010; Lipton, 2010; Reuters, 2010; Rodriguez, 2010)

Eind februari loopt het echter opnieuw fout wanneer politieke gevangene Orlando Zapata sterft na 85 dagen hongerstaking. Hij was één van de 75 dissidenten die tijdens de „crackdown‟ van 2003 veroordeeld werd. De dag na de dood van Zapata start Guillermo Fariñas, een oppositieactivist, een hongerstaking. Hij eist de vrijlating van 26 politieke gevangenen die medische aandacht nodig hebben. De Cubaans-Amerikaanse gemeenschap reageert woedend op de gebeurtenis en Lincoln Diaz-Balart, een Republikeinse congreslid, zegt dat Zapata vermoord is door de tiran Fidel Castro. De eis van de VS om haar politieke gevangenen vrij te laten wordt

29 met deze gebeurtenis kracht bijgezet. Ook de internationale gemeenschap protesteert fel. President Obama roept het regime op om een einde te maken aan de repressie en meer respect te tonen voor de basisrechten van het Cubaanse volk. (BBC News, 2010b, 2010e; Bone 2010; Burk, 2010; CNN, 2010a; De Standaard, 2010a, 2010c; Haven, 2010; Rodriguez, 2010; The Washington Post, 2010)

In mei zijn er enkele belangrijke ontmoetingen tussen Raúl Castro en de leiders van de Cubaanse katholieke kerk, waar het probleem van de dissidenten wordt besproken. Uit de besprekingen volgt de beslissing om het gevangenisregime voor politieke gedetineerden te versoepelen. Zo zouden dissidenten overgeplaatst worden naar gevangenissen dicht bij hun familie en zieke gevangenen worden naar ziekenhuizen overgebracht. In juni wordt één gewetensgevangene vrijgelaten wegens medische redenen en start de derde ronde migratiegesprekken tussen Washington en Havana. Begin juli gaat Cuba, na gesprekken met de kerk en de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, akkoord met de vrijlating van 52 dissidenten die tijdens de „crackdown‟ in 2003 werden gearresteerd. Velen zien dit als een bewijs dat de mensenrechtensituatie in Cuba verbetert en verwachten dat er meer toenadering zal komen vanuit de VS. Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Clinton reageert positief, maar voegt er wel aan toe dat de vrijlating eigenlijk te laat komt. Activist Fariñas beëindigt zijn hongerstaking, maar waarschuwt de Cubaanse autoriteiten dat, wanneer ze zich niet houden aan het akkoord, hij deze zal verder zetten. Ook wordt in het “House Committee on Agriculture” een wetsvoorstel gestemd dat het reisverbod voor alle Amerikaanse burgers zou opheffen en de verkoop van Amerikaanse producten aan Cuba zou versoepelen. Vervolgens moet de “Travel Restriction Reform and Export Enhancement Act” nog gestemd worden in het Amerikaanse Congres. Voornamelijk de Amerikaanse landbouwbedrijven hebben deze wetgeving sterk gestimuleerd. Komen deze veranderingen er, dan zouden ze een enorme boost voor de Cubaanse economie betekenen. (Ariosto, 2010; BBC News, 2010c, 2010d, 2010f; CNN, 2010b; Frank, 2010b; Franks & Valdes, 2010; Glasnost in Cuba, 2010a; GovTrack, 2010; Lobe, 2010; Reuters, 2010; The Library of Congress, 2010)

1.2.3 Besluit

President George W. Bush Jr. zet het Cuba-beleid van zijn voorgangers verder. De vier pijlers in de strategie van Washington worden grotendeels behouden, met uitzondering van de militaire agressie. Zelfs wanneer Fidel Castro aftreedt en zijn vervanger en broer, Raúl Castro, enkele beperkte hervormingen doorvoert en voorstellen formuleert voor onderhandelingen, verandert Bush het Cuba-beleid niet. Het handelsembargo, de eerste pijler, blijft behouden en voornamelijk in zijn eerste ambtstermijn worden de economische sancties nog verscherpt. Ook

30 de derde en vierde pijler, de internationale propagandaoorlog en de steun aan Cubaanse oppositie, blijven een belangrijk aandachtspunt in het Cuba-beleid van Washington. Het hoogtepunt in het beleid van Bush is de oprichting van de “Commission for Assistance to a Free Cuba”, die Cuba moet begeleiden bij een democratische transitie en de president aanbeveelt miljoenen dollars uit te geven aan propaganda en oppositiegroepen in Cuba. Hoofdzakelijk in zijn tweede ambtstermijn komt de nadruk te liggen op steun aan het Cubaanse volk om een meer democratisch regime uit te bouwen. Dit kan hoofdzakelijk beschouwd worden als een aanzet tot verzet tegen de zittende regering en het destabiliseren van het maatschappijmodel. Ook het internationaliseren van het handelsembargo staat nog steeds hoog op de agenda. De militaire acties zijn in de Bush-periode minder aanwezig. De focus ligt meer op de ondermijningsacties vanuit de oppositie en op de economische maatregelen. (CNN, 2008a; Del Biondo, 2006; Neill, 2008; Sullivan, 2006)

Ook de legitimering van het beleid blijft hetzelfde. Washington pleit voor een democratische transitie op Cuba en eist respect voor de mensenrechten. Er worden enkele zaken aan toegevoegd. Er komt een extra nadruk op de terroristische dreiging vanuit Cuba, dit naar aanleiding van de aanslagen op elf september 2001. Ook wordt meer de nadruk gelegd op de vrijlating van de politieke gevangenen. De achterliggende doelstelling blijft echter dezelfde. De Cubaanse regering vanuit de Cubaanse oppositie ondermijnen en een nieuw regime installeren.

Wanneer Barack Obama in 2008 verkozen wordt tot president zijn de verwachtingen hoog gespannen. Hij maakt beloftes voor een “nieuw begin” en voert enkele beperkte versoepelingen van de Cuba-sancties door. Een echte verandering in het beleid komt er echter niet. Terwijl velen hoopten op een toenadering tot het eiland, ziet het beleid van Obama tegenover Cuba er tot nu toe niet zo verschillend uit als dat van Bush. Hoewel de Amerikaanse president toegeeft dat het embargo een mislukking was, verwacht ook hij dat Cuba de eerste stappen neemt en enkele democratische veranderingen doorvoert. Cuba houdt dan weer vol dat ze bereid is Obama te ontmoeten, maar op gelijke voet en zonder voorwaarden. Juist omdat de verwachtingen zo groot waren en niet ingelost werden, is de relatie opnieuw verzuurd. Misschien kunnen de recente ontwikkelingen in het mensenrechtendossier wel voor wat meer opening zorgen tussen beide landen. (Rodriguez, 2010; The Financial Times, 2009)

31

2. De Europese Unie en haar betrekkingen met Cuba

De relatie tussen de Europese Unie en Cuba is ietwat ingewikkelder dan de relatie tussen de Verenigde Staten en Cuba. De EU is namelijk een supranationale instelling die een globaal beleid tegenover Cuba probeert uit te stippelen. Daarnaast bestaat de EU ook uit 27 individuele lidstaten met een eigen visie en eigen ideeën over wat het „juiste‟ beleid is ten aanzien van Cuba.

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van de betrekkingen tussen de EU en Cuba. Vervolgens ga ik ook in op de recente ontwikkelingen in het Cuba-beleid van de Europese Unie. Voor mijn thesis is het belangrijk om het beleid van de EU als instelling te bekijken om in het volgende hoofdstuk een vergelijking te kunnen maken met het beleid van de Verenigde Staten. Toch ga ik ook kort in op het standpunt dat de afzonderlijke lidstaten innemen tegenover Cuba. Dit is belangrijk omdat de VS niet enkel de EU kan beïnvloeden, maar ook kan proberen een invloed uit te oefenen op de EU-lidstaten. Door de visie van de Europese landen op het Cuba-beleid weer te geven, kan ik later verder nagaan welke landen meer openstaan voor invloed van de VS en welke juist niet.

2.1 Geschiedenis van de relaties tussen de EU en Cuba

In de periode juist na de Cubaanse revolutie zijn er weinig diplomatieke betrekkingen tussen de West-Europese landen en Cuba. Ook in Europa kunnen de relaties met derde landen tijdens deze periode vooral bekeken worden vanuit het Koude Oorlogskader. De politieke relaties zijn heel oppervlakkig, maar economische banden zijn er wel. De handel en investeringen van West- Europa zijn beperkt, maar spelen toch een grote rol in de Cubaanse economie. (Ondetti, 1995; Tzivelis, 2006)

Pas in september 1988, juist voor de val van de Sovjet-Unie, worden voor het eerst diplomatieke betrekkingen aangeknoopt met het eiland. De eerste officiële contacten verlopen bijzonder moeizaam. Cuba verzoekt de toenmalige Europese Economische Gemeenschap in 1989 om een samenwerkings-akkoord aan te gaan, maar dit verzoek wordt pas in 1995 geformaliseerd. De banden verbeteren aanzienlijk vanaf 1993. De eerste concrete samenwerking komt er wanneer de Europese Commissie een humanitair hulpprogramma opstart voor Cuba, in het kader van de “Humanitarian Aid Office of the ” (ECHO). Hiermee wil de commissie de negatieve effecten van de economische crisis in Cuba minimaliseren. Langzaamaan begint de Europese Gemeenschap haar relatie met Cuba te normaliseren. Ook de handel tussen beide landen wordt steeds groter. In 1995 is de EU de belangrijkste handelspartner van het eiland.

32

Datzelfde jaar komt er een eerste poging om tot een concreet samenwerkingsakkoord te komen. De Europese Commissie stuurt een Trojka (Frankrijk, Italië en Spanje) naar Havana om gesprekken aan te gaan met de Cubaanse regering en te polsen naar een mogelijke overeenkomst. De gesprekken verlopen positief. In navolging hiervan beslist de Europese raad dat het wenselijk is de samenwerking en dialoog met Cuba verder te zetten. Dit zou namelijk zorgen voor steun aan het huidige hervormingsproces, zou een stimulans zijn voor de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en zou de ontwikkeling van de civiele samenleving bevorderen. De Commissie krijgt de opdracht een ontwerp-mandaat in te dienen voor een economisch en commercieel samenwerkingsakkoord met het eiland. In 1996 zou dit ontwerp-mandaat bestudeerd worden in het kader van de ontwikkelingen in de politieke en economische situatie. Met andere woorden, alvorens men zal overgaan tot officiële samenwerking, moet Cuba enkele economische en politieke hervormingen doorvoeren. Wanneer de Spaanse Commissaris, Manuel Marín, in 1996 terugkeert van een evaluatiebezoek aan Cuba, wordt het duidelijk dat onderhandelingen met Fidel Castro ,gebaseerd op politieke conditionaliteit, niet mogelijk zijn. Hoewel de EU vindt dat de politieke situatie in Cuba moet veranderen en de economie geliberaliseerd moet worden alvorens men officieel banden kan aangaan, wordt de politieke dialoog geïntensifieerd. (Buck, 2009; Byron, 2000; Erisman, 1991; Europees Parlement, 2009, p8; Europese Raad, 1995; Roy, 2002; Tzivelis, 2006).

2.1.1 De ‘Common Position on Cuba’

In 1996 worden twee Amerikaanse burgervliegtuigen neergeschoten door het Cubaanse leger, wat in de VS leidt tot de invoering van de Helms-Burton-wet. Voor de EU wordt het schipperen tussen beide partijen. Enerzijds wil het de economische betrekkingen met Cuba niet verbreken, anderzijds wil het de VS te vriend houden. Het neerhalen van de vliegtuigjes wordt sterk veroordeeld en de onderhandelingen met Cuba springen af. Maar ook de implementatie van de Helms-Burton-wet veroorzaakt zware kritiek. Volgens de EU schendt deze wet de NAFTA- en WTO-regels en de algemeen aanvaarde principes van vrije handel. Bovendien zou de wet een extraterritoriaal karakter hebben en handel tussen de EU en Cuba beperken. De EU besluit dat het niet aanvaardt dat de VS, via unilaterale wetgeving, de economische en commerciële relaties van de EU zou determineren. Hoewel het protest vrij snel volgt op de afkondiging van de wet, duurt het langer alvorens er concrete reacties komen. Uiteindelijk wordt de wet aangeklaagd bij het WTO en voert de EU een tegenwetgeving in. De Raad van de Europese Unie beslist dat de extraterritoriale bepalingen van de Helms-Burton Act niet uitgevoerd moeten worden binnen de EU, waardoor Europese bedrijven handel kunnen blijven drijven met het eiland. Uiteindelijk komen de EU en de VS tot een informele overeenkomst, waarbij Europese investeerders gedeeltelijk vrijgesteld worden van de Amerikaanse sancties. De Europese aanklacht van de wet

33 voor het WTO wordt vervolgens gestaakt. (Barret, 1996; Buck, 2009; Byron, 2000; EU, 1996a, 1996b, 1996c; Gratius & Ledger, 2009, p194; Oostindie & Silva, 1997; Tzivelis, 2006)

De basis voor deze informele overeenkomst was het voortel van de Spaanse regering Aznar om tot een gemeenschappelijke Europese positie te komen ten aanzien van Cuba. Als de VS haar wetgeving zou moeten aanpassen, dan moest de EU een officieel Cuba-beleid uitwerken. Het voorstel van Aznar wordt enorm afgezwakt, hoofdzakelijk door toedoen van Frankrijk en Ierland, en op 2 december 1996 wordt de „Common Position on Cuba‟ goedgekeurd in de Raad van Ministers van Economie en Financiën (ECOFIN). In de Gemeenschappelijke Positie wordt voor de eerste maal een officieel beleid tegenover Cuba uitgewerkt. Er wordt gesteld dat het doel van de betrekkingen tussen de EU en Cuba, een overgangsproces naar een pluralistische democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en het bevorderen van de fundamentele vrijheden is. In haar relatie met het eiland zou de EU ook streven naar een duurzaam economisch herstel en een verbetering van de levensstandaard van het Cubaanse volk, alsook naar de geleidelijke openstelling van de Cubaanse economie. Om deze veranderingen in de hand te werken zou de Europese Unie de politieke dialoog met de Cubaanse autoriteiten en met alle sectoren van de Cubaanse samenleving intensifiëren. De Gemeenschappelijke Positie stelt ook dat de ontwikkelingen in het binnenlandse en buitenlandse beleid van Cuba getoetst zouden worden aan dezelfde normen die gelden voor de betrekkingen van de EU met andere landen. Er wordt bijzonder veel aandacht besteed aan de naleving van de internationale verdragen inzake de rechten van de mens, en de Europese Unie zou Cuba dan ook wijzen op haar fundamentele verantwoordelijkheden inzake deze rechten. ECOFIN pleit ook voor de vrijlating van alle politieke gevangenen en de stopzetting van de vervolging van dissidenten. Er wordt besloten dat lidstaten ad hoc humanitaire hulp mogen blijven verstrekken via NGO‟s, kerken en internationale organisaties. Ook de economische samenwerking tussen de landen van de EU en Cuba mag verder gezet worden, om zo de economische openstelling van het eiland te bevorderen. Eventuele samenwerkingsakkoorden worden niet uitgesloten, maar volledige samenwerking wordt afhankelijk gemaakt van verbeteringen op het gebied van mensenrechten en politieke vrijheid. Naarmate de Cubaanse autoriteiten vorderingen zouden maken op weg naar democratie, zou de samenwerking en dialoog versterkt worden. Er is dus sprake van een zeker conditionaliteit. De „Common Position‟ zou om de zes maand geëvalueerd worden. De reactie van Cuba is negatief. Havana verklaart dat de Europese positie een toegeving is in de onderhandelingen van de EU met de VS en verwerpt de beslissingen. (Byron, 2000; Declercq, 2008; EU, 1996d; EurActiv, 2010; Europese Raad, 1996a; Gratius & Ledger, 2009, p194; Roy, 2002; Tzivelis, 2006)

34

2.1.2 De relaties na de invoering van de Gemeenschappelijke Positie

Tussen 1996 en 2003 verloopt de relatie wisselvallig. Tot 2003 wordt de Gemeenschappelijke Positie iedere zes maand bevestigd en verlengd zonder dat ze aangepast wordt. Telkens wordt vermeld dat de Cubaanse regering, sinds de vorige evaluatie, geen significante maatregelen genomen heeft om de doelstellingen van het gemeenschappelijk standpunt te verwezenlijken. Enkel in 2002, tijdens de twaalfde toetsing, worden er twee wijzigingen doorgevoerd. De Raad beslist tot het versterken van de ontwikkelingssamenwerking in Cuba en de evaluatie van het gemeenschappelijk standpunt zal jaarlijks gebeuren. Hoewel de Raad opmerkt dat er geen vooruitgang geboekt wordt in het doorvoeren van hervormingen die moeten leiden tot een politiek systeem waarin burgerlijke en politieke vrijheid wordt geëerbiedigd, erkent ze wel dat er enkele positieve signalen zijn. Zo wijst de Raad op een grotere godsdienstvrijheid, het moratorium van de doodstraf in de afgelopen drie jaar en op meer economische mogelijkheden voor particulieren. (Byron, 2000; Carbone, 2003; EU, 2002b; Tzivelis, 2006, p16)

In 1997 toont Cuba voor het eerst interesse in de Lomé Conventie. Het Cubaanse verzoek om waarnemer te worden bij de onderhandelingen over de toekomstige betrekkingen tussen de ACS en de EU wordt in 1998 ingewilligd. De EU is er van overtuigd dat dit informele waarnemerschap zal bijdragen tot de doelstellingen omschreven in het Gemeenschappelijk Standpunt over Cuba. Om volwaardig lid te worden van de toekomstige ACS-Overeenkomst zou het eiland eerst vooruitgang moeten boeken op het gebied van mensenrechten, goed bestuur en politieke vrijheid. In 2003 krijgt Cuba het formele statuut van waarnemer. (Byron, 2000; EU, 1998c, 1998e, 2003a; Tzivelis, 2006)

Wanneer Paus Johannes II in 1998 een bezoek brengt aan Cuba en de Cubaanse regering naar aanleiding van zijn oproep enkele politieke gevangenen vrijlaat, reageert de Europese Unie enthousiast. In 1999 worden echter vier dissidenten veroordeeld en komen er enkele aanpassingen in het Cubaanse strafrecht. Hierdoor wordt de uitoefening van de burgerrechten nog verder beperkt en kan de doodstraf sneller toegepast worden. In de eerste zes maanden van 1999 worden 7 executies uitgevoerd. De EU veroordeelt deze feiten en uit haar bezorgdheid over de politieke processen. Ze vraagt Cuba het moratorium op de doodstraf opnieuw in te stellen. (EU, 1998a, 1999a, 1999b)

In juni 2000 tekenen de ACP-landen en de EU de overeenkomst van Cotonou, weliswaar zonder Cuba. Hoewel Cuba begin dat jaar interesse toont in de toetreding tot het akkoord, de ACP- landen instemmen met de toetreding van het eiland en er een normalisatie optreedt in de EU- Cuba relaties, besluit Fidel Castro in april om zijn aanvraag tot toetreding in te trekken. Dit

35 heeft twee oorzaken. Ten eerste had de Europese Unie een motie, aangenomen door de “United Nations Human Rights Commission”, die de mensenrechtensituatie in Cuba veroordeeld, unaniem goedgekeurd. Ten tweede werd de toetreding tot het Cotonou-akkoord afhankelijk gemaakt van de politieke, economische en sociale vooruitgang in Cuba. Ook respect voor de mensenrechten blijft een belangrijk punt. Minister van Buitenlandse Zaken, Felipe Pérez Roque, zei dat dergelijke discriminerende behandeling op geen enkel ander land was toegepast en elke voorwaarde gesteld door de EU zou dan ook geweigerd worden. Na de ondertekening van de overeenkomst van Cotonou in juni, verklaart Cuba nog steeds geïnteresseerd te zijn in de toetreding tot het akkoord, op voorwaarde dat hier geen voorwaarden aan gekoppeld worden. In december krijgt Cuba een speciale status. Hoewel het eiland geen deel uitmaakt van het Cotonou-akkoord, wordt het toch toegelaten tot de groep van ACP-landen. Cuba krijgt hiermee niet dezelfde voordelen als de Cotonou-landen, maar het is wel een belangrijke stap voor toekomstige samenwerkingsakkoorden. De Europese Unie blijft in deze periode de belangrijkste handelspartner van Cuba. (ACP Group, 2000a, 2000b; Carbone, 2003, p7; Mauradian, 2001, p.6-7; Oxfam, 2003; Roy, 2003; Tzivelis, 2006)

In de tweede helft van 2001 reist, op initiatief van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie, een Trojka naar Cuba om de politieke dialoog her op te starten. Louis Michel, Belgisch minister van Buitenlandse Zaken, noemt Cuba één van zijn prioriteiten en brengt twee bezoeken aan het eiland. Hij heeft er verschillende gesprekken met Cubaanse politieke leiders, waaronder Fidel Castro, maar ook ontmoet hij enkele dissidenten. (Carbone, 2003, p7; Mauridian, 2001, p.6-7)

We have confirmed both parties‟ interest in setting up the conditions which will lead to a political dialogue based on mutual respect, without preconditions… This dialogue can and must take place against a background of complete confidence… This confidence must be encouraged and include gestures on both sides. (Louis Michel, 2001, geciteerd in Mauradian, 2001, p.7)

Het Spaanse Voorzitterschap, in de eerste helft van 2002, zet de positieve trend ten aanzien van Cuba niet verder. Er worden geen pogingen ondernomen om de politieke dialoog met Havana te intensifiëren. Tijdens de tweede helft van 2002 wordt de dialoog verder gezet en geïmplementeerd in de bredere setting van de EU – Latijns-Amerika relaties. (Roy, 2003, p11- 13; Tzivelis, 2006, p15-16)

36

Verder wordt in 2002 de Sacharovprijs uitgereikt aan Oswaldo Payá, een Cubaanse dissident, voor zijn Valera-project waarin hij streeft naar economische en sociale veranderingen op Cuba8. Met deze prijs, die wordt geschonken aan individuen of organisaties die tegen onderdrukking, onverdraagzaamheid en onrechtvaardigheid vechten, wil het Europees Parlement de mensenrechten en democratie in de wereld bevorderen. Hij. Ook komt er een akkoord tussen Cuba en de EU over de vestiging van een vertegenwoordiging van de EU in Havana. (Europees Parlement, 2006)

2.1.3 De Cubaanse ‘crackdown’ en de ‘Cocktail War’

In het kader van de positieve onderhandelingen onder het Belgische en later het Deense Voorzitterschap kondigt Fidel Castro begin 2003 aan dat Cuba een tweede aanvraag tot lidmaatschap van het Cotonou-akkoord zal indienen. De dialoog tussen Havana en Brussel wordt opnieuw opgestart en in februari neemt Cuba als waarnemer deel aan de commerciële onderhandelingen tussen de EU en de ACP-landen. Met de aanpassing van de Gemeenschappelijke Positie eind 2002 en de opening van het bureau van de EU-delegatie in Havana, komt de samenwerking weer op een hoogtepunt. Dit hernieuwd enthousiasme is echter van korte duur. In maart 2003 vindt in Cuba de „crackdown‟9 plaats en wat later worden drie Cubaanse gijzelaars geëxecuteerd, waardoor een einde komt aan het moratorium van drie jaar. Dit is het begin van de „Cocktail War‟, waarbij de relaties tussen Cuba en de Europese Unie een historisch dieptepunt bereiken. (Carbone, 2003, p6-7; Tzivelis, 2006, p15-16)

De Europese Unie geeft aan uitermate bezorgd te zijn over de arrestatie van de 75 opposanten en zegt dat deze strijdig is met de vrijheid van meningsuiting, die juist van cruciaal belang is in haar betrekkingen met derde landen. De executies van de gijzelaars, de arrestaties van dissidenten, de oneerlijke processen en de willekeurige en buitensporige vonnissen worden sterk veroordeeld en men verzoekt Cuba om de personen, die beschouwd worden als gewetensgevangenen, zo spoedig mogelijk vrij te laten. In haar eerste verklaring in maart zegt de EU dat deze gebeurtenis het gemeenschappelijk standpunt ten aanzien van Cuba bevestigd en dat ze zal blijven streven naar democratische hervormingen en een betere naleving van de

8 Met het Valera-project wou men een referendum afdwingen om enkele economische en sociale veranderingen door te voeren. De grondwet bepaalt dat voor het organiseren van zo‟n referendum 10000 handtekeningen nodig zijn. Het Valera-project beoogt dit aan de hand van een nationale petitie. 9 75 burgers worden veroordeeld en beschuldigd van samenzwering met de VS en van pogingen om het Cubaanse regime te destabiliseren. De 75 veroordeelden hadden geld en materiaal aanvaard die hen door de VS werd aangeboden. De meesten krijgen de maximumstraf van 28 jaar voor het plegen van misdaden tegen de veiligheid van de staat. (zie supra)

37 mensenrechten. De aantasting van de fundamentele burger- en politieke rechten zal voor de Europese Unie de betrekkingen met Cuba blijven beïnvloeden. (EU, 2003c, 2003e)

Omwille van het harde optreden tegen de regimetegenstanders, beslist de Europese Commissie om de toetredingsaanvraag van Cuba tot het Cotonou-akoord, voor onbeperkte tijd op te schorten. Cuba reageert op deze opschorting en op de zware Europese kritiek door haar aanvraag tot lidmaatschap voor een tweede maal in te trekken. Fidel Castro vindt dat de EU zich met de opschorting probeert te mengen in de interne aangelegenheden van het eiland en aanvaardt dit niet. Ondanks deze omstandigheden wordt Cuba toch aanvaard als officiële waarnemer bij de Cotonou-onderhandelingen. (EU, 2003d; Grogg, 2003; Roy, 2003, p27; Tzivelis, 2006, p16)

In juni onderneemt de Europese Unie concrete stappen als reactie op de „crackdown‟ en het verbreken van het moratorium. Ze uit haar bezorgdheid over de omstandigheden waarin de dissidenten gedetineerd zijn en kondigt enkele politieke sancties af. Zo zouden bilaterale regeringsbezoeken op hoog niveau en de culturele contacten tussen de Europese lidstaten en Cuba sterk beperkt worden. Ook zou men het gemeenschappelijk standpunt in het licht van deze situatie herbekijken, zonder daarvoor te wachten op het jaarlijkse evaluatiemoment. In een laatste sanctie besliste de EU om Cubaanse dissidenten uit te nodigen op de Europese ambassades in Havana voor de vieringen van de nationale feestdagen van de lidstaten. Vooral deze laatste maatregel werd door Cuba opgevat als een ware provocatie. Deze gebeurtenissen worden de „Cocktail War‟ genoemd, vanwege de uitnodiging van politieke opposanten van het Cubaanse regime op cocktailfeestjes van de Europese ambassades. (Declercq, 2008; EU, 2003b; Gibbs, 2003; Tzivelis, 2006, p17-18)

De spanningen lopen steeds hoger op en verschillende regeringsleiders uiten meerdere beledigende opmerkingen over sommige Europese leiders. Er worden zelfs massademonstraties, geleid door Fidel Castro, opgezet tegen de ambassades van twee EU-lidstaten. Zoals aangekondigd in de eerder genoemde sancties, wordt det Gemeenschappelijk Positie zes maanden voor de oorspronkelijk vastgestelde datum getoetst. De Raad constateert dat de mensenrechtensituatie op Cuba aanzienlijk verslecht is en besluit het gemeenschappelijk standpunt te herbevestigen. Er worden geen extra maatregelen genomen, maar de Europese Unie roept de Cubaanse autoriteiten wel op om het moratorium op de doodstraf opnieuw in te stellen en de politieke gevangenen vrij te laten. Bovendien verzoekt de Raad om ervoor te zorgen dat de gevangenen in die tussentijd niet nodeloos lijden of aan een onmenselijke behandeling worden blootgesteld. Ondanks alles wordt de humanitaire hulp aan Cuba niet stopgezet. Er werd echter wel aan toegevoegd dat ontwikkelingsbijdragen enkel toegekend

38 zouden worden wanneer kon aangetoond worden dat het Cubaanse volk rechtstreeks voordeel haalt uit de hulp of wanneer deze kan leiden tot een opening in de Cubaanse economie. Enkele dagen later kondigt Fidel Castro af dat hij de politieke dialoog met de Europese Unie staakt en afziet van haar humanitaire hulp. Hij verklaart dat Cuba de hulp van de EU niet nodig heeft om te overleven. De EU beklaagt deze extreme houding en blijft pleiten voor een politieke dialoog met het eiland. (Buck, 2009; EU, 2003a, 2003g; Roy, 2003, p23-26; Tzivelis, 2006, p18)

In 2004 komt er weinig beterschap in de relaties tussen beide. In Cuba worden opnieuw 16 mensenrechtenactivisten en journalisten veroordeeld, waardoor de EU haar Gemeenschappelijke Positie hernieuwt en ook beslist de politieke sancties tegenover Cuba te handhaven. Later dat jaar worden echter 14 politieke gedetineerden van de 75 dissidenten die in 2003 veroordeeld werden, vrijgelaten wegens gezondheidsredenen. Dit wordt door de EU als een positief signaal gezien, maar ze blijft pleiten voor de ogenblikkelijke vrijlating van alle politieke gevangenen. De EU blijft oproepen tot een politieke dialoog. Voornamelijk de nieuw verkozen premier van Spanje, José Luis Rodríguez Zapatero, moedigt gesprekken tussen beide aan. De EU beslist wel om de wijze waarop ze met dissidenten op Cuba omgaat, te herzien. (Bauza, 2004; EU, 2004a, 2004b, 2004c; nrc Handelsblad, 2010; Hare, 2008; Roy, 2004, p4)

2.1.4 Herstel van de politieke dialoog

De diplomatieke isolatie tussen Cuba en de EU komt aan zijn einde in 2005. De Raad beslist in januari de politieke sancties die ze in 2003 nam, tijdelijk te schorsen. Dit is onder meer het gevolg van de vrijlating van een aantal van de 75 politieke gevangenen die in maart 2003 gearresteerd werden. De maatregelen worden echter enkel uitgesteld, niet opgeheven, wat een politieke dialoog nog steeds moeilijk maakt. Hoewel de EU geen dissidenten meer zou ontvangen op de Europese ambassades tijdens nationale feestdagen, besluit de Raad dat ze haar betrekkingen met de vreedzame politieke oppositie en met bredere sectoren van de Cubaanse civiele samenleving wel nauwer zal aanhalen. In juli zou de opschorting van de sancties opnieuw geëvalueerd worden in het licht van de evolutie naar een pluralistische democratie en het respect voor de mensenrechten. In tegenstelling tot de sancties wordt de Gemeenschappelijke Positie wel herbevestigd. De EU is namelijk niet akkoord met het feit dat de vrijlating van de dissidenten niet onvoorwaardelijk was en dat velen nog steeds vastzaten om politieke redenen. De opschorting van de sancties zorgt er voor dat de Cubaanse regering haar diplomatieke betrekkingen met alle lidstaten van de Europese Unie normaliseert, maar een nieuwe politieke dialoog kan voor Cuba pas wanneer de Europese maatregelen definitief opgeheven worden. In maart brengt de Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken, Felipe Pérez, Roque, een bezoek aan Europa en Commissaris van Ontwikkelingssamenwerking, Louis

39

Michel, die tijdens het Belgisch voorzitterschap al een heel goede relatie had met Cuba, bezoekt Cuba. Ook in juli beslist men de sancties op te schorten, deze keer voor een jaar, en ook de Gemeenschappelijke Positie wordt nogmaals bevestigd. Het Europees Parlement reikt in oktober de Sacharov Prijs uit aan de Damas de Blanco, een groep vrouwen die opkomen voor de rechten van Cubaanse politieke gevangenen. De groep ontstond in 2003 en bestaat uit de vrouwen en familieleden van de 75 gearresteerde dissidenten. Elke zondag wandelen ze in witte kledij door de straten van Miramar om hun protest te tonen. Dat de vrouwen niet naar Straatsburg mogen reizen om hun prijs in ontvangst te nemen, is alweer een domper op de relatie tussen Cuba en de EU. (Asociación Damas de Blanco, 2010; Buck, 2009, p10; Declercq, 2008; EU, 2005a, 2005b, 2005c; EurActiv, 2010; Europa Nu, 2005, 2007; Europees Parlement, 2006; Snow, 2005; Watt, 2005)

Zowel in 2006 als in 2007 wordt de Gemeenschappelijke Positie bevestigd en blijven de politieke sancties opgeschort. De Raad benadrukt dat ze haar dialoog wil onderhouden, en dit zowel met de Cubaanse autoriteiten als met de geweldloze politieke oppositie en civiele samenleving van Cuba. Ze blijft echter ook haar bezorgdheid uiten over de mensenrechtensituatie op het eiland, ook al erkent ze dat het aantal politieke gevangenen in 2007 afnam, en wil ook hierover in dialoog treden op basis van wederkerigheid en non- discriminatie. De EU herhaalt dat de problematiek van politieke gevangenen één van de belangrijkste prioriteiten is in haar Cuba-beleid. Het plan, om in 2006-2007 een middellange tot langetermijnstrategie inzake Cuba uit te werken, faalt. Wel wordt in 2007 een Cubaanse delegatie uitgenodigd naar Brussel voor verkennende gesprekken inzake het heropstarten van de politieke dialoog die nu al vier jaar stil ligt. (Buck, 2009; EU, 2006, 2007b; Europa Nu, 2007; Reuters, 2007b; The Economist, 2007)

2.2 Huidige relaties tussen de EU en Cuba

Wanneer Raúl Castro in 2008 officieel president van Cuba wordt, uit Commissaris van Ontwikkelingssamenwerking, Louis Michel, zijn bereidheid om tot een constructieve politieke dialoog te komen met de opvolger van Fidel. De Europese Unie ziet het aftreden van Fidel als een opportuniteit voor Cuba om over te gaan tot een essentieel hervormingsproces. In maart van dat jaar brengt Louis Michel een bezoek aan Cuba. Dit bezoek heeft als doel de relatie tussen beide te normaliseren door een open dialoog op te zetten over thema‟s van wederzijds belang zoals politiek, mensenrechten, economie, wetenschap en cultuur. Het bezoek verloopt zeer positief en Commissaris Michel krijgt goede signalen van Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken, Pelipe Pérez Roque, over toekomstige economische en sociale hervormingen en over mensenrechten. Louis Michel merkt ook al enkele veranderingen op in Cuba en pleit voor een

40 afschaffing van de sancties die ingezet werden na de „crackdown‟ van 2003. Volgens hem is een echte dialoog met Cuba pas mogelijk als de sancties opgeheven worden. Ook in Havana wordt dezelfde boodschap uitgestuurd: om tot een nieuwe politieke dialoog te komen, moet één obstakel uit de weg geruimd worden, namelijk de Europese sancties. (EU, 2008; Europa Nu, 2008a, 2008d, 2008h, 2008k, 2008l, 2008m)

Ondanks de interne verdeeldheid over het beleid dat tegenover Cuba gevoerd moet worden , beslissen de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU in juni om de diplomatieke sancties tegen het eiland effectief op te heffen (zie infra). In ruil voor de afschaffing wil de Europese Unie een brede, allesomvattende dialoog met het regime op het eiland. Deze dialoog moet niet- discriminerend en resultaatgericht zijn en moet gebaseerd zijn op wederkerigheid, waarbij geen voorwaarden worden gesteld. In de context van deze dialoog zal de Europese Unie haar standpunten over democratie, universele mensenrechten en fundamentele vrijheden voor de Cubaanse regering uiteenzetten. Over een jaar zal gekeken worden of de dialoog tot meer democratie en betere mensenrechten geleid heeft, waarna de EU-ministers opnieuw een besluit zouden nemen over de verlenging van de dialoog. De afschaffing van de sancties komt er niet zomaar. Voornamelijk de veranderingen die Castro doorvoerde, zoals de toelating om mobiele telefoons en computers te kopen en de grotere ruimte voor politiek debat, worden als zeer positief beschouwd. Ook de vrijlating van enkele politieke gevangenen en de ondertekening van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten zorgen ervoor dat meer landen openstaan voor het afschaffen van de sancties. Omdat de maatregelen al sinds 2005 opgeschort werden, zien vele EU-officiëlen de volledige opheffing als een logische stap. De Raad blijft echter wel vasthouden aan zijn gemeenschappelijk standpunt uit 1996. Men dringt aan op verdere veranderingen richting liberalisering en vraagt om de ondertekening van de twee mensenrechtenverdragen in daden om te zetten. (EU, 2008; Europa Nu, 2008b; 2008f, 2008g, 2008l; Hare, 2008)

In september gaat de Cubaanse regering akkoord met het voorstel van de EU om de politieke dialoog her op te starten en in oktober wordt de samenwerking tussen Cuba en de EU, na vijf jaar van bevriezing, officieel nieuw leven ingeblazen. Louis Michel reist nogmaals naar Cuba en tekent er samen met de Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken een verklaring die de bilaterale relaties herstelt en Cuba‟s politieke onafhankelijkheid en het principe van niet- interventie in haar binnenlandse aangelegenheden erkent. Met de hernieuwde samenwerking stelt de EU onmiddellijk 2 miljoen euro ter beschikking voor de reconstructie van huizen, boerderijen en infrastructuur die verwoest zijn door de orkanen Ike en Gustave. In 2009 zal nog eens 36 miljoen ter beschikking gesteld worden voor projecten inzake milieu, technologie,

41 handel, cultuur en rampenbestrijding. Dat de ontwikkelingshulp heropgestart kan worden, zal volgens de EU hoofdzakelijk het Cubaanse volk ten goede komen. (Buck, 2009, p11Europa Nu, 2008b, 2008c, 2008e, 2008j)

Begin 2009 brengt Eurocommissaris Louis Michel een derde bezoek aan Cuba sinds het aantreden van Raúl Castro. Hij ontmoet er verschillende regeringsfunctionarissen en onderhandelt er over samenwerking inzake voedselveiligheid, wetenschappelijk onderzoek, ontwikkeling, economische samenwerking, milieu, hernieuwbare energie, klimaatverandering en risicoreductie. Later dat jaar wordt onder het Tsjechisch Voorzitterschap de Gemeenschappelijke Positie nogmaals getoetst en bevestigd. De Raad voegt er wel aan toe dat ze verheugd is met de nieuwe politieke dialoog en ze is van oordeel dat deze nog verder uitgebreid moet worden. Voornamelijk democratie, mensenrechten en fundamentele vrijheden zullen hoog op de agenda staan in deze dialoog. De Raad benadrukt wel dat men niet enkel gesprekken met de Cubaanse autoriteiten zal voeren, maar ook met vertegenwoordigers van de civiele samenleving en de vreedzame democratische oppositie. De EU is ook blij met de hervatting van de ontwikkelingssamenwerking met Cuba en is ervan overtuigd dat dit de levensomstandigheden van de Cubanen zal verbeteren. In de toetsing van de „Common Position‟ blijft de Raad haar bezorgdheid uiten over de mensenrechtensituatie op het eiland. Ze pleit voor politieke hervormingen en respect voor de burger- en politieke rechten. De EU blijft aandringen op de onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen. Om de gezondheidstoestand van deze gedetineerden te verbeteren, hoopt de Raad dat de toegang voor internationale humanitaire organisaties tot Cubaanse gevangenissen in de toekomst vergemakkelijkt zal worden. Ook wordt het belang van structurele economische en sociale hervormingen onderstreept en vraagt men Cuba de twee ondertekende mensenrechtenverdragen te ratificeren. (Buck, 2009, p11; De Morgen, 2009; De Standaard, 2009b; EU, 2009; EurActiv, 2010; Europa Nu, 2009a)

Eind 2009 pleiten enkele EU-officiëlen voor een herziening van het beleid tegenover Cuba. Sommigen willen minder nadruk leggen op de mensenrechten dan momenteel het geval is. Bemoeienissen en kritiek op de mensenrechtensituatie wordt door Cuba namelijk nog steeds gezien als inmenging in hun interne aangelegenheden. Nieuwe Eurocommissaris van Ontwikkelingshulp en Humanitaire Hulp, Karel De Gught (2009), zegt na een bezoek aan Havana: "We have relations with a lot of oppressive regimes and we have a special regime for Cuba. It makes no sense singularizing them.” (geciteerd in Evans, 2009). Ook de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Morations, geeft aan dat hij tijdens het Voorzitterschap van Spanje in 2010, de Gemeenschappelijke Positie tegenover Cuba graag zou aanpassen. Wanneer

42 het Spaanse voorzitterschap begin 2010 aanvangt, blijkt dat er ook heel wat tegenstanders zijn voor een herziening van het Cuba-beleid. (EurActiv, 2010Europa Nu, 2009c; Evans, 2009)

Wanneer de Cubaanse dissident Orlando Zapata Tamayo, die gevangengenomen werd in 2003, overlijdt na een hongerstaking van 85 dagen, tekent het Europese Parlement een nieuwe resolutie over de politieke gevangenen in Cuba om zo de “wrede en te vermijden” dood van Zapata te veroordelen. De woordvoerder van Catherine Ashton, Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, vraagt Cuba opnieuw om alle politieke gevangen onvoorwaardelijk vrij te laten. Het Europees Parlement herhaalt dat de mensenrechten één van de belangrijkste doelstellingen is van de EU en dringt aan bij de Europese instituties op volledige en onvoorwaardelijke steun voor het opstarten van een vreedzaam proces van politieke transitie naar een meerpartijendemocratie in Cuba. Ook uiten de parlementsleden hun bezorgdheid over Guillermo Fariñas, die na de dood van Zapata zijn hongerstaking begon. De EU blijft wel bereid haar politieke dialoog met Cuba verder te zetten. Raúl Castro reageert furieus. Hij beschuldigt de Europese Unie ervan samen met de VS een lastercampagne te voeren tegen Cuba. (EU, 2010e; Europa Nu, 2010c, 2010d; 2010e, 2010f; Europees Parlement, 2010; ICS, 2010a)

In mei 2010 dringt de Cubaanse regering aan op de opheffing van de Gemeenschappelijke Positie. Ze vraagt een beleid dat gebaseerd is op wederkerigheid en niet-discriminerend is. Het Spaanse Voorzitterschap is hier wel voor te vinden en zou de „Common Position‟ graag vervangen door een bilaterale samenwerkingsovereenkomst. Enkele andere Europese landen zijn echter tegen een zachter beleid ten aanzien van Cuba, voornamelijk als gevolg van de dood van politiek gevangene Zapata. In dezelfde maand heeft Raúl Castro enkele gesprekken met de Cubaanse katholieke kerk over de mensenrechtensituatie op het eiland. Uit de gesprekken volgt dat dissidenten die gedetineerd zijn, overgeplaatst worden naar gevangenissen dichter bij hun familie en zieke gevangenen overgebracht worden naar ziekenhuizen. Op 14 juni komen de Europese landen samen om de „Common Position‟ te toetsen. De Europese Unie beslist echter haar conclusie uit te stellen en de gesprekken tussen de Cubaanse autoriteiten en de kerk af te wachten. In diezelfde maand wordt één gewetensgevangene vrijgelaten wegens medische redenen, waarna de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Moratinos, beslist om naar Cuba af te reizen om de situatie van de dissidenten verder te bespreken. Na enkele gesprekken met de Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken, Bruno Rodriguez, en de aartsbisschop van Havana, Jaime Ortega, beslist men in Cuba 52 dissidenten, die tijdens de „crackdown‟ in 2003 gearresteerd werden, vrij te laten. Moratinos herhaalt hierdoor dat hij de Gemeenschappelijke Positie tegenover het eiland niet langer relevant vindt en verwacht spoedig een antwoord van zijn Europese collega‟s. Catherine Ashton zegt blij te zijn met de vrijlating van de 52

43 dissidenten en hoopt in de toekomst op een vrijlating van alle politieke gevangenen. (BBC, 2010g; 2010k; EU, 2010a; EUbusiness, 2010; Europa Nu, 2010a, 2010b, 2010g)

2.3 De EU-lidstaten en hun visie op het Cuba beleid van de EU

Wanneer we spreken over de Europese Unie, is het ook belangrijk de visie van de verschillende lidstaten eens te bekijken. Wanneer de EU haar beleid uitstippelt tegenover Cuba en de Gemeenschappelijke Positie moet evalueren, dan zijn het de lidstaten die hierover consensus moeten bereiken. Dit blijkt geen gemakkelijke opgave te zijn, want zoals in vele dossiers zijn er hevige voor- en tegenstanders. Het is van belang deze voor- en tegenstanders op een rijtje te zetten om later een beeld te schetsen over hoe de Verenigde Staten het beleid van de EU probeert te beïnvloeden. Dit gebeurt namelijk niet enkel via de Europese Unie als instelling, maar ook via haar lidstaten.

In het algemeen volgen de meeste EU-landen een Cuba-beleid dat de belangen van hun economische actoren weerspiegelt. De handels- en investeringsrelaties zijn van groot belang, gezien de EU de belangrijkste handelspartner is voor Cuba. Er zijn echter ook lidstaten die in grote mate een politiek beleid hebben uitgestippeld in hun bilaterale banden met het eiland. Deze lidstaten hebben dan ook een belangrijke invloed op het Cuba-beleid van de EU. Ze kunnen verdeeld worden in twee groepen. Enerzijds is er een groep landen die pleit voor een constructief beleid van engagement en samenwerking, anderzijds is er een groep landen die de voorkeur geven aan een meer voorzichtige en conditionele aanpak. Welk land in welke groep hoort, hangt hoofdzakelijk af van de visie van de zittende regering. Omdat een historisch overzicht mij te ver zou leiden, geef ik enkel een overzicht van het standpunt van de lidstaten in de laatste 10 jaar. (Byron, 2000, p28, Roy, 2006, p19)

2.3.1 Voorstanders van een meer open beleid ten aanzien van Cuba

Spanje heeft de sterkste banden met Cuba en is de grootste voorstander van een meer open Cuba-beleid. Zowel op vlak van ontwikkelingshulp, handel en ontwikkeling, als op diplomatiek vlak is Spanje één van de belangrijkste Europese partners van het communistische regime. Het Zuid-Europese land is een grote voorstander van constructieve samenwerking met het eiland en hoopt ook de Europese Unie aan te zetten om in de toekomst op meer gebieden met Cuba samen te werken. Het is ook Spanje die een belangrijke rol speelde bij het opheffen van de politieke sancties in 2008 en bij de vrijlating van de 52 politieke gevangenen begin juli dit jaar. Vandaag de dag roept Spanje op tot opheffing van de Gemeenschappelijke Positie om tot een volledige normalisatie van de EU-Cuba relatie te kunnen komen. De hechte banden tussen beide landen kunnen voornamelijk in het licht van de koloniale geschiedenis bekeken worden. Het eiland was

44 vroeger een Spaanse kolonie en, zoals vaak het geval is, blijft er een sterke band tussen koloniale mogendheid en kolonie. (Bounds, 2008; Byron, 2000; Crawford, 2007; Lobe, 2010; Roy, 2003, 2006, p 37-38)

Net zoals Spanje, zijn het vaak de grote EU-lidstaten die Cuba-gezind zijn en pleiten voor een groter engagement en meer samenwerking met het communistische regime. Ook Frankrijk, en Italië zijn voorstanders van een meer open beleid tegenover Cuba. Allen hebben ze goede banden ontwikkeld met het eiland, zowel economisch als diplomatiek. Frankrijk en Italië zijn belangrijke handels- en investeringspartners van Cuba, maar zoeken ook op andere vlakken nauwere samenwerking. Tot slot zijn ook Slovenië en Oostenrijk er zich van bewust dat noch de Gemeenschappelijke Positie, noch het Amerikaanse embargo een invloed gehad hebben op het Cubaanse regime. Ook zij willen meer dialoog met de Cubaanse regering. Deze landen zullen gesprekken met politieke opposanten zoveel mogelijk proberen vermijden, om Cuba zo weinig mogelijk te provoceren. (AFP, 2005; an EU-official, persoonlijke communicatie, 16 juli 2010; Byron, 2000; Dombey & Ward, 2008; EU, 2007a; Diplomatie, 2007; Roy, 2003, p3-4)

2.3.2 Tegenstanders van een meer open beleid ten aanzien van Cuba

De meeste Centraal en Oost-Europese landen zijn tegenstanders van een open beleid tegenover Cuba. Voornamelijk Tsjechië, Polen en Hongarije verdedigen een meer harde lijn wanneer het gaat over het Cuba-beleid van de Europese Unie. De verklaring hiervoor is dat in de meeste Centraal- en Oost-Europese landen vroeger communistische regimes geïnstalleerd waren. Het was hoofdzakelijk door toedoen van dissidenten dat het communisme over kop ging, waardoor nu hoofdzakelijk ex-dissidenten aan de macht zijn. Velen van hen zijn niet akkoord met het zachte beleid dat de EU nu volgt. Ze geloven niet dat samenwerking met het Cubaanse communistische regime een plotse verandering naar democratie zal veroorzaken, omdat ze zelf een andere weg gekend hebben, één van harde binnenlandse politieke tegenstand. Het zijn dan ook deze landen die aandringen op steun aan de oppositie in Cuba en pleiten voor een conditioneel Cuba-beleid. Tsjechië is de grootste Cuba-tegenstander. (Armington & Birns, 2005; Bounds, 2008; an EU-official, persoonlijke communicatie, 14 juli 2010; Dombey & Ward, 2008; Roy, 2006, p37)

Naast Tsjechië en enkele andere Centraal en Oost-Europese landen, zijn ook Zweden en Denemarken tegen een open Cuba-beleid gekant. Ze leggen hoofdzakelijk de nadruk op de mensenrechtensituatie en pleiten voor een democratiseringproces. Beide nemen een heel hard standpunt in tegenover Cuba. Hoewel de handelsrelaties met Nederland altijd goed geweest zijn, houdt ook Nederland vast aan de Gemeenschappelijke Positie en wil het geen verdere

45 samenwerking met Cuba alvorens aan enkele voorwaarden voldaan wordt. Iets minder hard, maar wel moeilijk te overtuigen voor een verandering in het Cuba-beleid zijn Groot-Brittannië en Duitsland. Groot-Brittannië heeft altijd al een speciale band gehad met de Verenigde Staten en Duitsland voelt zich de laatste tijd heel slecht behandeld door Cuba. Deze landen vinden dat het niet de EU is die de eerste stap moet zetten, maar dat Cuba eerst vooruitgang moet boeken in de vooropgestelde voorwaarden van democratie en mensenrechten. Het vrijlaten van de 52 dissidenten in Cuba kan echter gezien worden als zo‟n eerste stap en dit zal de posities van enkele „hardliners‟ misschien wel veranderen. (An EU-official, persoonlijke communicatie, 16 juli 2010; EU, 2007a; Pignal, 2009; Roy 2003, p3-4, 2006, p38)

2.4 Besluit

In haar beleid ten aanzien van Cuba legt de EU voornamelijk de nadruk op de eerbiediging van de mensenrechten en de overgang naar een pluralistische democratie. De Europese Unie wil deze doelen bereiken door een politieke dialoog op te starten met de Cubaanse autoriteiten en met de verschillende sectoren van de Cubaanse samenleving. Ook wordt veel aandacht besteed aan de situatie van dissidenten. De EU wil dat alle politieke en gewetensgevangenen vrijgelaten worden en pleit voor de stopzetting van de vervolging van dissidenten. Om de politieke en sociale hervormingen in Cuba te bevorderen beslist men om ook met de politieke oppositie in dialoog te gaan, zij het weliswaar met de vreedzame en democratische oppositie. Hoewel de relaties tussen de Europese Unie en Cuba er één is van ups en downs, komen de economische betrekkingen nooit in gevaar. Ondanks de politieke tegenstellingen beslist de EU dat de economische samenwerking tussen haar lidstaten en het eiland verder gezet mogen worden. Ze is er namelijk van overtuigd dat dit zal leiden tot een geleidelijke openstelling van de Cubaanse economie. Het gaat zelfs zo ver dat de EU de belangrijkste handels- en investeringspartner van Cuba wordt. De Europese Unie blijft ook humanitaire hulp aanbieden aan het eiland, hoewel deze soms geweigerd wordt. Belangrijk in het beleid van de EU is de conditionaliteit. Volledige samenwerking wordt namelijk afhankelijk gemaakt van enkele voorwaarden, zoals verbeteringen op het gebied van democratie, mensenrechten en politieke vrijheid. Verder pleit de EU ook voor de integratie van Cuba in regionale en internationale initiatieven. Zo was men ook grote voorstandern van de toetreding van Cuba tot de ACP-groep en het Cotonou-akkoord. (EU, 1996d)

Het is duidelijk dat de Europese lidstaten, net zoals in bijna alle andere kwesties, het niet eens zijn over welk beleid de EU nu precies moet aannemen ten aanzien van Cuba. Er zijn voorstanders van meer samenwerking met het communistische regime. Zij onderhouden nu al goede diplomatieke relaties met elkaar. Er zijn echter ook landen die pleiten voor een

46 conditioneel beleid ten opzichte van het eiland, waar eerst aan enkele voorwaarden moet voldaan worden, meestal inzake mensenrechten en democratie, alvorens verdere samenwerking tot stand kan komen. Dat de nationale standpunten tegenover Cuba zo verschillen, verklaart grotendeels waarom er nog geen goed gecoördineerd beleid bestaat ten opzichte van Cuba. Er is nog geen samenwerkingsakkoord en het officiële beleid, het Gemeenschappelijke Standpunt, is vaag en kan door de lidstaten op verschillende manieren geïnterpreteerd en ingevuld worden. Vaak hangen evoluties in het Cuba-beleid dan ook samen met welke lidstaat het Voorzitterschap in de Unie opneemt. Zo zal het Spaans voorzitterschap meer initiatieven nemen om samenwerking ten aanzien van Cuba te promoten en veranderingen in het Gemeenschappelijk Standpunt aan te brengen, dan wanneer Tsjechië het voorzitterschap uitoefent. (Roy, 2003, p4)

47

3. VS-EU

Om na te gaan of de Verenigde Staten de Europese Unie probeert te beïnvloeden in haar Cuba- beleid is het belangrijk de de relatie tussen de EU en de Verenigde Staten te bekijken. Het is van belang deze relatie kort te bespreken, omdat het bepaalt of de VS de EU zou kunnen beïnvloeden. Of er een goede, slechte of geen relatie is, bepaalt in welke mate invloed uitgeoefend kan worden. Vervolgens wordt er gefocust op de effectieve beïnvloeding. Er wordt nagegaan hoe de Verenigde Staten het Europese beleid ten aanzien van Cuba precies probeert te beïnvloeden. Tot slot wordt het Cuba-beleid van de VS en de EU naast elkaar geplaatst en wordt er onderzocht wat precies de gelijkenissen en verschillen zijn in dit beleid. Heeft de Europese Unie een gelijkaardig beleid als dat van de Verenigde Staten, of heeft ze haar eigen visie en doelstellingen tegenover Cuba?

In dit laatste hoofdstuk wordt enkel ingegaan op het Cuba-beleid van de laatste 10 jaar. Een geschiedkundige blik zou mij te ver leiden. Omdat het huidige beleid ten opzichte van Cuba gebaseerd is op enkele officiële beleidsdocumenten die reeds voor 2000 opgesteld werden, zullen ook deze beleidslijnen aan bod komen in mijn vergelijking van het Cuba-beleid van beide.

3.1 De relaties tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten

De VS en de EU zijn belangrijke spelers in de geglobaliseerde wereld en ze hebben er een grote impact op. Tijdens de Koude Oorlog was de samenwerking tussen beide vanzelfsprekend. De communistische dreiging aan de achterdeur van West-Europa maakte het onmogelijk om zich niet naar de VS te richten. Nu liggen de verhoudingen anders. De EU ziet de VS niet meer als enige strategische macht waar ze relaties kan mee aanknopen. Ze heeft zelf steeds meer macht, neemt meer verantwoordelijkheden op en wil dan ook een partnerschap opbouwen waarin ze als gelijkwaardige behandeld wordt. Omdat beide onafhankelijker geworden zijn van elkaar, zijn ze ook vrijer om een meer uiteenlopend beleid uit te stippelen. (Gnesotto, 2010, voorpagina, p16- 17)

Ook de Europese landen nemen een meer onafhankelijke positie in ten aanzien van de VS. Terwijl de EU-lidstaten tijdens de Koude Oorlog sterke bilaterale banden aanknoopten met Washington, om hun veiligheid zoveel mogelijk te waarborgen, nemen de Europese landen vandaag soms heel verschillende posities in tegenover de VS. Terwijl sommigen een pro- Amerikaans standpunt innemen, kiezen anderen voor een pro-Europese visie. Bovendien zien de EU-lidstaten de VS niet langer als enige partner. Ze kunnen sterke banden aangaan met andere

48 landen en machtsblokken, zonder het trans-Atlantisch partnerschap te verloochenen. (Gnesotto, 2010, p 18)

Toch zijn de banden met de VS nog steeds van groot belang in de externe betrekkingen van de EU. Sinds 1995 wordt de relatie tussen beide volledig gebaseerd op de “New Transatlantic Agenda”, een gezamenlijk actieplan waar de krachten gebundeld worden rond thema‟s zoals bevordering van de vrede, ontwikkeling en democratie in de wereld, beantwoording van mondiale uitdagingen, uitbreiding van de wereldhandel en nauwere economische en politieke betrekkingen. In hun trans-Atlantische agenda besloten de VS en de EU samen te werken op 150 verschillende gebieden en dit zowel multilateraal als bilateraal. Deze gemeenschappelijke agenda wordt uitgevoerd via een constante en intensieve dialoog. De manier waarop de Europese Unie en de Verenigde Staten in het verleden bilaterale problemen opgelost hebben, wordt door de Europese Commissie vaak gezien als model voor haar betrekkingen met andere landen. (Europees Parlement, 2000; Europese Commissie, 2007)

Het partnerschap tussen beide machtsblokken berust op de gemeenschappelijke waarden van democratie, de rechtstaat, verdediging van de individuele vrijheden en eerbiediging van de mensenrechten. Naast de gemeenschappelijke waarden hebben de EU en de VS ook enkele gezamenlijke belangen, hoewel ze niet over alles hetzelfde standpunt innemen. (Europees Parlement, 2007, 2008; Europese Commissie, 2007; Gnesotto, 2010, p24)

Handel en investeringen

De VS is de belangrijkste handelspartner van de EU. Samen hebben de EU en de VS de grootste bilaterale handels- en investeringsrelatie ter wereld. Hun economieën zijn samen goed voor de helft van de volledige wereldeconomie. De trans-Atlantische markt neemt 40% van de wereldhandel voor zijn rekening en bedraagt 60% van het wereld BBP. In beide richtingen wordt jaarlijks 400 miljard euro verhandeld. Ook de investeringen tussen beide kennen de laatste jaren een gestage opwaartse trend. De EU en de VS zijn elkaars belangrijkste bron voor Buitenlandse Directe Investeringen (BDI). Het is dan ook vanzelfsprekend dat beide economieën wederzijds afhankelijk zijn van elkaar. De EU en de VS werken zelfs aan een plan om de economische banden nog meer te versterken en hun beide economieën verder te integreren. Het doel is om tegen 2015 een trans-Atlantische markt te creëren zonder barrières en met geharmoniseerde regels. (EU, n.d.a, n.d.c; Europees Parlement, 2007, 2008; Europese Commissie, 2007, 2010)

Wat onvermijdelijk is bij twee grote economieën met zo‟n grote handelsstromen, is dat er, ondanks de goede economische betrekkingen, regelmatig ook enkele handelsgeschillen zijn. In

49 het verleden waren er al conflicten over genetisch gemanipuleerde gewassen en concurrentievervalsing omtrent de zaak Airbus – Boeing. Ook conflicten inzake de verdere liberalisering van de wereldeconomie in het kader van de WTO kwamen reeds voor. Deze geschillen nemen echter slechts twee procent van de handel tussen de VS en de EU in beslag. (EU, n.d.a; Europa Nu, 2010g; Europese Commissie, 2010a)

Mondiale uitdagingen

De betrekkingen tussen de EU en de VS zijn niet enkel gebaseerd op de gemeenschappelijke handelsbelangen. Beide machten beseffen dat er in de wereld van vandaag verschillende mondiale uitdagingen en bedreigingen zijn waar beide mee te maken hebben. Hun visie en antwoord op deze uitdagingen en bedreigingen zijn vaak gelijkaardig en het is dan ook in het gemeenschappelijk belang van de EU en de VS om deze samen aan te pakken. Er is actieve samenwerking op verschillende vlakken: internationale veiligheid, armoede en ontwikkeling, wereldwijde ontwapening, justitie en binnenlandse zaken, mensenrechten, milieu, energieveiligheid, wapenproliferatie, drugspreventie, internationaal terrorisme en georganiseerde misdaad. Voornamelijk gemeenschappelijke veiligheid staat hoog op de agenda. De EU en de VS hebben al verschillende malen samengewerkt inzake civiele en militaire crisisbeheersing en conflictpreventie. In de Europese veiligheidsstrategie staat duidelijk dat het trans-Atlantisch partnerschap, samen met de NAVO, van grote betekenis is voor de gemeenschappelijke veiligheid. Maar ook klimaatverandering, milieuveiligheid en dergelijke behoren tot deze veiligheidsagenda. Sommige Europarlementsleden wezen er op dat de relaties tussen de VS en de EU van groot belang zijn om mondiale vrede, stabiliteit en welvaart te bereiken. Naast handel en investeringen hebben beide machten dus ook op andere vlakken heel wat gemeenschappelijke belangen. (EU, n.d.c; Europees Parlement, 2000, 2007, 2008; Gnesotto, 2010, p17)

Politieke dialoog

Om ambitieuze samenwerking tussen de Europese Unie en de VS inzake de handelsbetrekkingen en de mondiale uitdagingen goed te laten verlopen, is er nood aan intensief politiek overleg. Dialoog tussen beide vindt plaats op verschillende niveaus. Dit gaat van topontmoetingen tussen de leiders van beide machtsblokken tot meer technische gesprekken op het niveau van deskundigen, zoals wetenschappers, academici, bedrijfsgroepen, vakbondsafgevaardigden en milieuorganisaties. De laatste jaren zijn er ook steeds meer informele en ad hoc contacten die ervoor zorgen dat men beter kan inspelen op bepaalde gebeurtenissen of problemen. Het hoogtepunt van deze dialoog zijn de tweejaarlijkse

50 gesprekken tussen de president van de VS en de voorzitters van de Europese Commissie en de Europese Raad. (EU, n.d.a, n.d.b; Europees Parlement, 2000; Europese Commissie, 2007)

Trans-Atlantische geschillen

Hoewel de EU en de VS gemeenschappelijke waarden en op vele vlakken ook gezamenlijke belangen hebben, zijn er enkele kwesties waar men nog geen overeenstemming bereikt heeft. Zoals eerder vernoemd zijn er regelmatig handelsgeschillen, maar ook inzake andere thema‟s zitten beide niet altijd op dezelfde lijn. Voorbeelden waarin beide machtsblokken verschillende standpunten innemen, zijn: de doodstraf, het Kyoto Protocol en de oorlog in Irak. De Irak- oorlog is een mooi voorbeeld waarbij niet enkel de VS en de EU botsten, maar ook de EU- lidstaten verschillende standpunten innemen. Het ene land pro-Amerikaans, het andere pro- Europees. Vanuit economisch, diplomatiek en politiek standpunt is het echter in wederzijds belang om de relatie goed te houden. Er zijn soms conflicten, maar dit zal en kan nooit tot een verbreking van de betrekkingen leiden. Daarvoor is de relatie tussen beide te belangrijk, zowel voor de EU als voor de VS. We kunnen ons dan ook afvragen of de EU, om de band met de VS goed te houden, zal kiezen voor een Cuba-beleid dat aansluit bij de VS. (Europees Parlement, 2008; Gnesotto, 2010, p17)

3.2 Hoe probeert de VS het Cuba-beleid van de EU te beïnvloeden?

Zoals reeds duidelijk werd in de geschiedenis van de relaties tussen Cuba en de VS, probeerde de VS in het verleden de internationale gemeenschap te overtuigen van haar Cuba-beleid en andere landen aan te zetten dezelfde tactiek te volgen. Ook de laatste jaren probeert de VS het standpunt ten aanzien van Cuba wereldwijd te beïnvloeden, zo ook in Europa.

De Amerikaanse “Cuba Transition Coordinator”, Caleb McCarry, speelt hierbij een grote rol. Sinds de dag dat Fidel Castro de macht tijdelijk overdroeg aan zijn broer Raúl, heeft McCarry het enorm druk. Hij reist de wereld rond om steun te zoeken voor de Cuba-politiek van Washington. De transitiecoördinator beschikt over 15 miljoen dollar om dit doel te bereiken. Opmerkelijk zijn de jaarlijkse bezoeken van McCarry en andere Amerikaanse vertegenwoordigers in de maanden voor de evaluatie van de Europese Gemeenschappelijke Positie. Het doel van de VS is het behoud van de „Common Position‟. Bovendien probeert Washington zoveel mogelijk landen te overtuigen van haar isolatiepolitiek en hen aan te zetten een hard Cuba-standpunt te verdedigen binnen de Europese Unie. De vroegere communistische landen, waaronder Tsjechië en Polen, worden gezien als belangrijke steun van het Amerikaanse standpunt en worden ingezet om de Amerikaanse oproep extra kracht bij te zetten in de EU. In 2007 bezocht niet enkel McCarry, maar ook president Bush, Condoleezza Rice en Amerikaans

51 viceminister van Buitenlanse Zaken Europa, waarbij Cuba expliciet op de agenda stond. Ook Spanje kreeg een kort bezoek van Rice, waarbij ze Spaans minister van Buitenlandse Zaken Moratinos waarschuwde voor zijn standpunt inzake Cuba. Ze tikte hem op de vingers, omdat hij tijdens zijn bezoek aan Cuba geen tijd genomen had om dissidenten te ontmoeten. (Belgische Senaat, 2008; Crawford, 2007; Demuynck, 2007a; Evrard, 2007; NOS, 2007; Short, 2007; Sullivan, 2009; Wedge, 2007)

Voornamelijk in 2008 zette McCarry een waar offensief in. In juni stond de bespreking van de Europese sancties, ingevoerd in 2003, op de agenda van de Europese Unie. Steeds meer lidstaten riepen op tot opheffing van de sancties, waardoor ze in Washington aan de alarmbel trokken. De VS wou vermijden dat de relaties tussen Cuba en de EU genormaliseerd zou worden en stuurde McCarry op promotiereis naar Europa. Zijn opdracht bestond erin de Europese regeringen te overtuigen om hun standpunten inzake Cuba af te stemmen op die van de VS en te zorgen voor een ommekeer in het streven van Europa naar een vermindering of afschaffing van de sancties. In tegenstelling tot vorige bezoeken verlopen deze ontmoetingen nogal geheimzinnig, ze werden niet aangekondigd noch gepubliceerd. Dit wijst erop dat de VS bewust was van de Europese publieke opinie, die pleitte voor een zachter standpunt tegenover Cuba. De VS wist dat een confronterende houding inzake Cuba niet goed ontvangen zou worden en moet daarom achter de schermen druk uitoefenen. Dat Cuba het belangrijkste onderwerp was op zijn agenda werd echter wel bevestigd door een Duitse woordvoerder. McCarry ontmoette naast de regeringsleiders ook Europese anti-Cuba groepen die geld ontvangen via de Bush-administratie. Ook minister van Handel, Carlos Gutierrez bezoekt de Europese Unie rond deze periode. Ondanks dit offensief van de VS worden de maatregelen toch opgeheven. Of de promotiereis van McCarry dus veel invloed had, valt te betwijfelen. De Gemeenschappelijke Positie is echter nog niet gewijzigd, omdat enkele landen blijven vasthouden aan een hard standpunt met betrekking tot Cuba. Dit kan wijzen op invloed van de Verenigde Staten in een beperkt aantal Europese lidstaten. (Belgische Senaat, 2008; CubaSi, 2008; Montesinos, 2008; Serrano, 2008)

Naast de directe beïnvloeding van de Europese regeringen, probeert de VS de EU ook indirect te beïnvloeden via de bedrijfswereld. Aan de hand van de extraterritoriale maatregelen in titels drie en vier van de Helms-Burton wet worden bedrijven afgeschrikt om te handelen met Cuba. Hoewel de VS en de EU tot een informele overeenkomst kwamen waarbij Europese bedrijven gedeeltelijk vrijgesteld werden van deze wetgeving, worden vandaag nog steeds boetes gegeven aan bedrijven of investeerders die het Amerikaanse embargo schenden. Voornamelijk na de arrestatie van de 75 dissidenten in Cuba in 2003 werd het handelsembargo versterkt aan de hand van controles op reizigers en vrachten van en naar Cuba. Dit gebeurt via de “U.S. Office of

52

Foreign Assets Control” (OFAC), die tot doel heeft de economische sancties te versterken en toe te passen, ook buiten het Amerikaanse staatsgebied. De laatste vijf jaar hebben overtredingen van de Amerikaanse sanctiewetgeving dan ook tot enorme boetes van de OFAC geleid. Bedrijven of financiële instellingen die economische banden ontwikkelen met partijen in Cuba en bovendien een commerciële relatie hebben met de VS, kunnen financiële sancties opgelegd krijgen van de OFAC. Hieronder schets ik enkele voorbeelden. (Evrard, 2007; an EU official, persoonlijke communicatie, 14 juli; Keijsers & Krabbe, 2009; U.S. Department of the Treasury, 2010)

In 2004 kreeg UBS AG, de grootste bank van Zwitserland, een boete van 100 miljoen dollar voor het helpen van Cuba, Iran en Libië bij het wisselen van oude dollarbriefjes voor nieuwe valuta. Een jaar later beslist de bank haar transacties met Cuba te beëindigen, zowel met bedrijven als met private personen. Dit is duidelijk een gevolg van de eerder verkregen boete. In 2006 wordt de Netherland Caribbean Bank (NCB), een filiaal van de Nederlandse ING Groep, door de Amerikaanse regering op de zwarte lijst gezet vanwege haar commerciële relaties met Cuba. Hierdoor mogen bedrijven en Amerikaanse burgers geen zaken meer doen met de bank. Ook ING beslist een jaar later haar bankoperaties in Havana te sluiten. Hoewel men ontkent dat de sluiting verband houdt met de druk van de VS, valt dit toch te betwijfelen. Ook andere banken en financiële instellingen beslissen in 2007 hun transacties met het eiland te beperken. De Britse bank Barclays en het Zwitserse Credit Suisse sluiten enkele rekeningen van Cubaanse bedrijven en verminderen hun zakenrelateis met het eiland om te voldoen aan de Amerikaanse sanctiewetgeving. Enkele banken die deel uitmaken van het Britse HSBC Holdings Plc weigeren zelfs betalingen te verwerken van Cuba voor haar lidmaatschap van het Latijns- Amerikaanse parlement. Deze financiële instellingen willen hiermee boetes van het OFAC vermijden. In datzelfde jaar geeft de VS een lijst vrij met alle bedrijven die banden hebben met de State Sponsors of Terrorism, waaronder ook Cuba. Deze lijst zorgt ervoor dat investeerders kunnen nagaan welke bedrijven banden hebben met de landen die volgens de VS het wereldwijde terrorisme steunen. Deze bedrijven waren dan ook woedend, omdat de lijst niet duidelijk vermeldt wat de precieze band was met deze landen. In 2008 verzoekt de bank Lloyds TSB enkele van haar zakelijke klanten om hun transacties met Cuba, die via de Britse bank verlopen, stop te zetten of ergens anders een rekening te openen. Zo weigert de bank betalingen van een Britse natuurwinkel voor de aankoop van Cubaans suiker. Ook een bedrijf dat al jaren Cubaanse sigaren importeert moet alternatieven zoeken voor haar betalingen. Deze vraag komt er na druk van Washington die ermee dreigt elk bedrijf te vervolgen die banden heeft met Cuba en ook een filiaal heeft in de VS. Ook worden sommige natuurlijke personen beboet voor het overtreden van het Amerikaanse handelsembargo. (Boadle, 2007; Campbell, 2008; Hudson, 2007; Keijsers & Krabbe, 2009; Reuters, 2006; Seib, 2008)

53

Het is duidelijk dat de VS de Europese financiële instellingen en bedrijven onder druk probeert te zetten om ervoor te zorgen dat ze de Amerikaanse sanctiewetgeving inzake Cuba naleven. Ze krijgen immense boetes of worden op de zwarte lijst geplaatst, waardoor noch de Amerikaanse zakenwereld, noch Amerikaanse particulieren handel mogen drijven met deze firma‟s. Vele bedrijven en banken zijn dan ook terughoudend om commerciële relaties aan te gaan met bedrijven of particulieren op het eiland. Vaak zijn de banden met de VS van groter belang dan de transacties met Cuba. Andere bedrijven zijn dan weer minder bezorgd over de schadevergoedingen die hun boven het hoofd hangen. (an EU official, persoonlijke communicatie, 14 juli 2010; Boadle, 2007; Hudson, 2007; Keijsers & Krabbe, 2009)

3.3 Het Cuba-beleid van de EU en de VS vergeleken

De VS en de EU zijn twee grote wereldmachten die, meer dan anderen, voor bepaalde universele waarden staan. Ze streven naar respect voor individuele vrijheden, respect voor het internationaal recht, verdediging van de mensenrechten, good governance en democratie. Deze principes vormen de basis voor hun nationale en internationale beleid. (Gnesotto, 2010, p23-24; Magen & McFaul, 2009, p2-3)

Ook tegenover Cuba zijn deze beginselen van groot belang. Als we naar het officiële beleid van de EU en de VS ten aanzien van Cuba kijken dan zien we dat ze dezelfde doelstellingen hebben, namelijk het promoten van een politieke transitie naar een representatieve democratie, het bevorderen van de eerbiediging van de mensenrechten, het openstellen van de Cubaanse economie en het verbeteren van de levensstandaard van het Cubaanse volk. Zowel in het Cuba- beleid van de Europese Unie, de „Common Position‟, als in het Cuba-beleid van de Verenigde Staten, de Helms-Burton-wet, komen deze doelstellingen duidelijk naar voor. Ze worden ook verschillende malen herhaald in verklaringen van de EU en de VS doorheen de laatste 10 jaar. Zowel in het Europese als in het Amerikaanse beleid worden vorderingen op vlak van democratische transitie en verbeteringen in de mensenrechtensituatie als voorwaarden gesteld om tot betere betrekkingen te komen. Beide hebben dus een voorwaardelijk beleid ten aanzien van Cuba. (EU, 1996d; Gratius, 2005, p5; Publicaciones FRIDE, 2005, p17; Tzivelis, 2006, p8; U.S. Department of State, 1996, Sec.3)

De tactiek om deze doelstellingen te bereiken is echter wel verschillend. Hieronder volgt een vergelijking van de visies en instrumenten van de VS en de EU om in Cuba tot een democratische transitie, een open economie, meer respect voor mensenrechten en een betere situatie voor de Cubanen te komen. Deze kunnen min of meer besproken worden aan de hand

54 van de vier pijlers die naar voor kwamen in het Cuba-beleid van de VS10. Het militaire aspect is vandaag minder relevant en wordt niet behandeld. Vervolgens wordt nagegaan of beide machtsblokken, naast de officiële doelstellingen ook effectief hetzelfde doel voor ogen hebben. (Publicaciones FRIDE, 2005, p17)

3.3.1 Economische instrumenten

Handel en investeringen

Het economische en financiële embargo is het belangrijkste instrument van de Verenigde Staten om haar doel tegenover Cuba ter bereiken. Het werd reeds ingezet in 1962 en in 1996 werden alle bestaande economische en financiële sancties opgenomen onder titel één van de Helms- Burton-wet. Hoewel er de laatste tien jaar enkele versoepelingen werden doorgevoerd, worden de economische relaties nog steeds op deze wet gebaseerd. De sancties bepalen dat er geen handel gedreven mag worden met Cuba. Naast de eerste titel, die zorgt voor economische isolatie vanuit de VS, wil de VS ook een wereldwijde economische isolatie bekomen. De economische instrumenten die de Washington hiervoor gebruikt zijn titel drie en vier van de Helms-Burton-wet. Volgens titel drie mogen inwoners van de Verenigde Staten, van wie de bezittingen door de Cubaanse regering na de revolutie in 1959 onteigend werden, een rechtszaak aanspannen tegen regeringen, bedrijven of individuen die handelen of investeren in de onteigende Amerikaanse bezittingen in Cuba. Veroordeling leidt tot het betalen van een schadevergoeding. In titel vier wordt de toegang tot de Verenigde Staten geweigerd aan personen die handelen of investeren in onteigende Amerikaanse eigendommen die geclaimd worden door Amerikaanse burgers. Ook vrouwen en kinderen van deze personen kunnen toegang geweigerd worden. Deze titels bevatten dus extraterritoriale wetten die het embargo internationaliseren en buitenlandse bedrijven bestraffen wanneer die handelen met of investeren in Cuba. Door te dreigen met rechtszaken en schadevergoedingen worden de economische betrekkingen met het eiland ontmoedigd. Het belangrijkste doel van al deze handelssancties is het Castro regime te ontdoen van al haar middelen, waardoor deze haar legitimiteit zal verliezen en er een economische crisis zal ontstaan. Deze economische neerwaartse spiraal zal dan leiden tot sociale onrust, met als gevolg dat de Cubaanse bevolking zich tegen de regering zal keren. Dit zal vervolgens leiden tot de omverwerping van het regime, waarna Cuba een democratische transitie kan inzetten naar het model van de Amerikaanse liberale democratie. Komt deze transitie er, dan zal het handelsembargo opgeheven worden. Een tweede doel van de economische sancties is het eigen model van de markteconomie exporteren naar Cuba.

10 Het economische embargo, de militaire agressie, steun aan de oppositie en de propaganda tegen Cuba

55

(Europees Parlement, 2009, p8; Gratius, 2005, p8-10, p14; Tzivelis, 2006, p8; U.S. Department of State, 1996)

Ook de Europese Unie wil een democratische transitie en de openstelling van de economie in Cuba bevorderen aan de hand van enkele economische instrumenten. In tegenstelling tot de VS wil de EU deze doelstellingen echter bereiken door economische betrokkenheid en samenwerking met het eiland. De EU is ervan overtuigd dat dwangmaatregelen leiden tot meer economische moeilijkheden voor de Cubaanse bevolking, wat ze wil vermijden. Het is namelijk het regime die men wil aanzetten tot een democratische transitie. Economische openstelling en democratische veranderingen in Cuba kunnen volgens de EU enkel bereikt worden via handel en investering. Door de economische transacties met buitenlandse bedrijven zal de bevolking en de regering in aanraking komen met invloeden van buitenaf en zullen ze de voordelen zien van het openstellen van de economie. De Europese Unie is dan ook de grootste handels- en investeringspartner van het eiland. Bovendien profiteert Cuba sinds dit jaar ook van de “Generalised System of Preferences” (GPS) in zijn handelsverkeer met de EU. Hierdoor heeft Cuba preferentiële toegang tot de Europese markt in de vorm van verlaagde tarieven voor Cubaanse goederen die ingevoerd worden in Europa. Door intensieve economische betrekkingen aan te gaan met het eiland wil de EU ook bijdragen tot de verbetering van de levensstandaard van de Cubanen. (Carbone, 2003, p6; EU, 1996d; Europa Nu, 2008h; Europese Commissie, 2010b, 2010c; Gratius, 2005; p3, p14; Oxfam, 2003; Publicaciones FRIDE, 2005, p17-19)

Het feit dat de EU op economisch vlak een volledig andere strategie voor ogen heeft dan de VS en in tegenstelling tot economische isolatie, handel en investeringen juist aanmoedigt, zorgt soms voor heel wat strubbelingen. De hechte economische banden tussen de EU en Cuba gaan rechtstreeks in tegen de economische sancties van de VS, wat natuurlijk niet gewaardeerd wordt door de VS. Maar ook de EU heeft kritiek op het Amerikaanse beleid. Voornamelijk het extraterritoriale karakter van de Helms-Burton-wet wordt zwaar veroordeeld door de Europese lidstaten. De laatste twee titels hebben namelijk tot doel de activiteiten van niet-Amerikaanse bedrijven in Cuba te bannen, wat in strijd is met het internationaal recht. Voor de Europese bedrijven, die de belangrijkste handels- en investeringspartners zijn van Cuba, heeft deze wet dus een grote impact. De EU aanvaardt het niet dat de VS haar economische en commerciële relaties probeert te bepalen en voerde een tegenwetgeving in. Deze stelde dat de extraterritoriale bepalingen van de Helms-Burton- wet niet gelden binnen de EU en dat Europese bedrijven wel mogen handelen met Cuba. Bovendien wordt het Amerikaanse handelsembargo jaarlijks veroordeeld in de Algemene Vergadering van de VN. Ook de Europese Unie en haar lidstaten stemmen ieder jaar voor de veroordeling van het embargo, omdat dit embargo volgens hen niet

56 de juiste manier is om een transitie in het regime en in de economie te bekomen en zelfs contraproductief is. (De Standaard, 2009f; Gratius, 2005, p2, p10, p14; Publicaciones FRIDE, 2005, p17-19; Roy, 2004, p4; Tzivelis, 2006, p8)

Ondanks het embargo dat de VS oplegt aan Cuba en de pogingen om de handel en investeringen tussen Cuba en andere landen te beperken, drijft de Verenigde Staten toch handel met Cuba. In 2000 werden er onder president Clinton enkele versoepelingen ingevoerd in het Cuba-beleid. Zo werd de „Sanctions Reform and Export Enhancement Act‟ aanvaard, die export van voedsel en medicijnen naar het eiland mogelijk maakten. In 2005 wordt echter besloten dat deze middelen vooruit moeten betaald worden door de Cubaanse importeurs. Ondanks deze beperkende maatregel worden heel wat voedsel en medicijnen geïmporteerd vanuit de VS. In 2008 was de VS zelfs de vijfde grootste invoerpartner van Cuba en de grootste leverancier van voedsel. Dit alles ondanks het embargo. Het economisch beleid van de VS tegenover Cuba is er dus niet uitsluitend één van isolatie. (CIA, 2010; Gratius, 2005, p2, p15; Gratius & Ledger, 2009, p195; Hare, 2008; Sullivan, 2006)

Ook het Europese beleid heeft zijn beperkingen. De Gemeenschappelijke Positie stelt duidelijk dat er een intensivering van de samenwerking, hoofdzakelijk met betrekking tot handel en investeringen, zal komen, wanneer de Cubaanse autoriteiten vorderingen maken op weg naar democratie. Met andere woorden, de economische samenwerking draait nog niet op volle toeren en volledige economische samenwerking is voorwaardelijk. (EU, 1996d)

Toerisme

Wat een grote invloed heeft op de Cubaanse economie is het toerisme. Ook hier is er een groot verschil tussen beide machtsblokken. De Europese Unie is ervan overtuigd dat de aanwezigheid van toeristen kan bijdragen aan de openheid van de Cubaanse gedachten. Terwijl meer dan de helft van de Cubaanse toeristen Europeanen zijn, is er in de Verenigde Staten een verbod voor Amerikaanse burgers om naar het eiland te reizen. Voor de Cubaans-Amerikaanse gemeenschap zijn er enkele uitzonderingen. Bezoeken aan familieleden in Cuba zijn altijd mogelijk gebleven, maar meestal onder zware beperkingen. Onder president Obama kwam hier echter verandering in. Cubaans-Amerikanen kunnen nu zonder beperkingen naar het eiland reizen en familie bezoeken. Bovendien is men momenteel bezig met een wetsvoorstel inzake het opheffen van de beperkingen op reizen naar Cuba voor alle Amerikaanse burgers, nl de Travel Restriction Reform and Export Enhancement Act. Deze werd al goedgekeurd in het Landbouwcomité van het “Huis van Afgevaardigden” en moet vervolgens gestemd worden in het Amerikaanse Congres. Er wordt verwacht dat de invoering van deze wet zou leiden tot een stroom van 500.000 Amerikaanse toeristen, wat een enorme boost zou zijn voor de Cubaanse economie.

57

Onder president Obama bemerkt men dus een ietwat meer open houding in het Cuba-beleid. (Carbone, 2003, p6; Europese Commissie, 2010b; Publicationes FRIDE, 2005, p17-19; The Library of Congress, 2010; U.S. Department of State, 1996)

3.3.2 Diplomatieke instrumenten

Om de eerbiediging van de mensenrechten en een werkelijke vooruitgang naar een pluralistische democratie te bevorderen, vindt de Europese Unie het nodig een politieke dialoog aan te gaan met de Cubaanse autoriteiten en met alle sectoren van de Cubaanse samenleving. In haar streven naar een democratische transitie in Cuba, legt de EU de nadruk op geleidelijke en vreedzame veranderingen. Bovendien is ze ervan overtuigd dat zo‟n overgangsproces de meeste kans op een vreedzaam verloop heeft, als het huidige regime dit proces zelf op gang brengt of ermee instemt. Men verkiest dan ook om een dialoog op te starten met het Cubaanse regime en ziet de regering als belangrijkste middel voor politieke veranderingen. Ondanks de traditionele „bottom-up‟-aanpak in haar democratiseringsbeleid, waarbij de civiele samenleving en NGO versterkt worden, kiest de EU in Cuba dus voor een “top-down”-benadering, een democratische transitie van binnenuit, vanuit het bestaande regime zelf. De oppositie speelt een secundaire rol, zeker bij de EU-lidstaten die een meer open Europees Cuba-beleid willen en de Cubaanse regering niet willen provoceren (zie supra). (EU, 1996d; Gratius, p2-3, p6, p13-14; Publicaciones FRIDE, 2005, p18)

Diplomatieke isolatie is volgens de EU niet het juiste middel om tot vreedzame politieke veranderingen te komen. De EU trekt dan ook de kaart van actief en constructief engagement met de Cubaanse regering. Door gesprekken aan te gaan inzake politiek, mensenrechten, economie, ontwikkelingssamenwerking, wetenschap en cultuur, kan men de Cubaanse autoriteiten juist wijzen op hun fundamentele verantwoordelijkheden op het vlak van mensenrechten en democratie. Dit zal uiteindelijk leiden tot een democratische transitie. Bovendien staan de meeste Europese lidstaten open voor een soort socialistische democratie die zou kunnen ontstaan in Cuba. (EU, 1996d; Europees Parlement, 2009, p8; Europese Commissie, 2010b; Gratius, p13; Publicaciones FRIDE, 2005, p17-18)

De VS is het hier niet mee eens en pleit voor een externe transitie vanuit de oppositie. Terwijl de EU naar een geleidelijk en vreedzaam democratisch hervormingsproces streeft vanuit het regime, stimuleert de VS een snelle transitie en de instorting van het Castro-regime. Vervolgens kan, met hulp vanuit Washington, een liberale democratie opgebouwd worden vanaf nul. Geen socialistische democratie, want socialisme is voor Noord-Amerikanen nog steeds niet aanvaardbaar. De VS heeft dus een duidelijke “bottom-up”-aanpak waarbij een transitie enkel

58 mogelijk is via steun aan de civiele samenleving en de politieke oppositie. Zo wordt er tot op heden veel geld besteed aan steun-maatregelen voor het Cubaanse volk, zoals de „democracy building efforts‟ en de uitzendingen van Radio Marti en Televisie Marti, die de bevolking van informatie moeten voorzien, de moraal moeten verstrekken en de oppositie moeten bevorderen. Voornamelijk de radicale dissidenten worden gezien als belangrijke spelers in de toekomst van Cuba. Ze zijn de belangrijkste Cubaanse gesprekpartners van de VS en krijgen heel wat financiële steun. Maar ook de Cubaans-Amerikaanse gemeenschap kan volgens de VS een belangrijke rol spelen in de democratische transitie in Cuba. De VS volgt dus een tactiek van diplomatieke isolatie en diplomatieke druk, waarbij gesprekken met de officiële Cubaanse autoriteiten zoveel mogelijk vermeden worden. Aangezien de VS niet geneigd is tot dialoog met de Cubaanse regering, biedt haar beleid geen mogelijkheid tot transitie van binnen uit. De VS gelooft eerder in de val van het Castro-regime veroorzaakt vanuit Washington, door steun aan de oppositie en door het instellen van sancties. Zowel de Helms-Burton-wet als de aanbevelingen van de “Commission for Assistance to a Free Cuba” maken deze tactiek duidelijk. (Gratius, p8-9, p12-14; Gratius & Ledger, 2009, p193-194; Publicaciones FRIDE, 2005, p18-19; Sullivan, 2006, 2008a; U.S. Department of State, 1996)

Een belangrijke reden, officieel althans, waarom de Verenigde Staten vindt dat de democratische transitie pas kan plaatsvinden na het beëindigen van het Castro-regime, is dat het eiland volgens hen een potentiële bedreiging vormt. Cuba staat vandaag nog steeds op de lijst van “State Sponsors of Terrorism” en wordt dus gezien als een terroristische dreiging. Of Cuba op deze lijst thuishoort, staat open voor discussie. De Amerikaanse regering vindt van wel, maar vele experten zijn sceptisch. Zelfs de CIA vindt dat het regime geen bedreiging meer vormt voor de nationale veiligheid en dat Cuba verwijderd mag worden van de lijst. Ook de Europese Unie deelt deze mening. (Publicaciones FRIDE, 2005, p18-19; U.S. Department of State, n.d.)

Net zoals bij de economische instrumenten is de situatie ook hier niet zwart-wit. Terwijl men in de Europese Unie de Cubaanse regering ziet als belangrijkste gesprekspartner, steunt men ook verschillende dissidente groepen en onderhoudt men een dialoog met hen. Zo kregen Oswaldo Payá, een belangrijke politieke opposant die strijdt voor economische en sociale hervormingen, en de Damas de Blanco, een groep vrouwen en familieleden van de 75 gearresteerde dissidenten van 2003 die tegen de mensenrechtensituatie in Cuba protesteren, respectievelijk in 2002 en 2005, de Sacharovprijs van het Europees Parlement, omdat ze vechten tegen onrechtvaardigheid en voor meer democratie. Zowel de EU als de VS voeren dus gesprekken met de politieke oppositie in Cuba. Toch is er nog een verschil. Terwijl de VS haar hoop op de radicale dissidenten vestigt, wil de EU enkel in dialoog treden met de vreedzame, democratische en meer gematigde oppositie. Bovendien komen gesprekken met de Cubaanse oppositie voor de

59

VS op de eerste plaats en zijn ze voor de EU secundair. (EU, 2005a; 2005b; Europees Parlement, 2006; Gratius, p14-16; )

Opmerkelijk is ook de conditionaliteit in de Gemeenschappelijke Positie van de EU. Er wordt gepleit voor een constructieve dialoog met de Cubaanse autoriteiten, maar volledige samenwerking op diplomatiek vlak wordt, net zoals bij de economische samenwerking, aan enkele voorwaarden gekoppeld. Zo zal de politieke dialoog geïntensifieerd worden wanneer Cuba vorderingen maakt op vlak van democratie en mensenrechten. In 2008 zei de Europese Unie dat de dialoog met Cuba niet-discriminerend en resultaatgericht moet zijn en dat hierbij geen voorwaarden mogen gesteld worden. De Gemeenschappelijke Positie is echter nog steeds het officiële beleid ten aanzien van Cuba, waardoor er dus nog steeds een vorm van democratische conditionaliteit geldt in de diplomatieke betrekkingen. Zo wordt de „Common Position‟ nog steeds jaarlijks getoetst, waarbij hoofdzakelijk gekeken wordt naar de democratische en mensenrechtensituatie op het eiland. Omdat deze conditionaliteit door Cuba heel moeilijk aanvaard wordt, verloopt de politieke dialoog nog steeds niet optimaal (zie supra). (EU, 1996b; 2008; Gratius, 2005, p2-3)

Een ietwat andere aanpak in de diplomatieke betrekkingen tussen de EU en Cuba kwam er in 2003, toen de Europese Unie, naar aanleiding van de „crackdown‟, voor een tactiek van diplomatieke druk koos en enkele maatregelen invoerde. Bilaterale regeringsbezoeken op hoog niveau en culturele contacten tussen de Europese lidstaten en Cuba werden sterk beperkt. Bovendien zou er een herevaluatie van het gemeenschappelijk standpunt komen en zouden Cubaanse dissidenten uitgenodigd worden op Europese ambassades voor de vieringen van de nationale feestdagen van de lidstaten. Het is belangrijk erop te wijzen dat deze sancties enkel diplomatieke gevolgen hadden en dus enkel de regering en niet de bevolking raakten. De EU is namelijk sterk gekant tegen dwangmiddelen, zoals het handelsembargo, die de economische problemen van de bevolking enkel doen toenemen. Dit brengt volgens de EU geen politieke, sociale of economische veranderingen teweeg. De Europese sancties leidden er toe dat de contacten tussen de EU en de Cubaanse regering verminderd werden en dat er meer contacten kwamen met Cubaanse dissidenten. Hoewel de sancties niet echt zwaar waren, werden ze door Cuba niet aanvaard. De politieke dialoog lag vijf jaar stil. Vanaf 2005 werden de maatregelen jaarlijks opgeschort, maar in 2008 werden ze volledig opgeheven en werden de diplomatieke betrekkingen met het regime genormaliseerd. De reden hiervoor was de komst van Raúl Castro als nieuwe Cubaanse president. Bovendien zag de EU enkele belangrijke verbeteringen in de Cubaanse situatie en wou ze de dialoog heropstarten. Dit werd echter zwaar gecontesteerd door president Bush, die vond dat er in Cuba niets veranderd was en dat de ene dictator gewoon vervangen werd door een andere. De VS bleef bij haar politiek van isolatie en kon de verbeterde

60 relaties tussen de EU en Cuba moeilijk verdragen. (Bounds, 2008; EU, 1996d, 2003b, 2005b, 2005c, 2008; Europa Nu, 2008d, 2008h; Gratius, 2005, p4; Tzivelis, 2006, p8)

Ook in de Verenigde Staten zijn er afwijkingen in het beleid van diplomatieke isolatie. Hoewel Washington de gesprekken met de Cubaanse oppositie als belangrijkste contact met het eiland beschouwt, is er ook een dialoog met de Cubaanse autoriteiten. Voornamelijk inzake de strijd tegen drugs en migratie zijn er gesprekken met de kustwacht en andere Cubaanse diensten. Ook met het leger wordt contact gehouden over Guantanamo Bay. Van een volledige diplomatieke isolatie is dus geen sprake. Of er onder Obama veranderingen zullen komen inzake diplomatieke betrekkingen valt nog af te wachten. Hij gaf reeds aan open te staan voor meer dialoog met Cuba, maar voegde er wel aan toe dat de opheffing van het handelsembargo er pas kan komen wanneer Cuba enkele politieke veranderingen invoert. Wat er dan weer voor zorgt dat meer dialoog onmogelijk is, aangezien de Cubaanse regering zulke voorwaarden niet aanvaard. (Gratius, p15; Hare, 2008)

3.3.3 Politieke instrumenten

In het beleid ten aanzien van Cuba probeert de VS het eiland zoveel mogelijk te isoleren, zowel nationaal, regionaal als internationaal. Zo staat er in de Helms-Burton-wet dat de VS tegen het Cubaanse lidmaatschap in internationale financiële instituties is, alsook tegen de beëindiging van de schorsing van de Cubaanse regering in de OAS. De VS probeerde Cuba in het verleden ook weg te houden van Amerikaanse Tops. Hier kwam verandering in naarmate de internationale positie van Cuba steeds sterker werd en steeds meer Latijns-Amerikaanse landen aandrongen op de herintegratie van het eiland in de internationale gemeenschap. Hoewel Cuba weigerde, werd het in 2009 weer toegelaten tot de OAS (zie supra). Internationale politieke isolatie is vandaag de dag dus niet echt meer een optie voor de VS. (an EU official, persoonlijke communicatie, 14 juli 2010; Gratius, 2005, p 14; U.S. Department of State, 1996)

De EU zoekt, in tegenstelling tot de VS, naar verdere integratie van Cuba in de regionale en internationale instituties. Zo heeft de EU de toetreding van Cuba tot de ACP-groep en het Cotonou-akkoord altijd aangemoedigd. Enkel in 2003, als gevolg van de „crackdown‟, werd de boot langs Europese zijde voor verdere gesprekken over de Cotonou-samenwerking afgehouden (zie supra). Bovendien stimuleert de EU ook de Cubaanse deelname aan Europees – Latijns- Amerikaanse Topontmoetingen. (Gratius, 2005, p14; Gratius & Ledger, 2009, p191)

61

3.3.4 Conclusie: Zelfde doel, andere middelen?

Op het eerste zicht lijkt het alsof de VS en de EU in hun beleid tegenover Cuba dezelfde doelstellingen nastreven, maar hiervoor andere middelen inschakelen. Het is belangrijk wat dieper in te gaan op dit beleid om te kijken of dit wel effectief zo is.

Mensenrechten en politieke gevangenen

In hun Cuba-beleid delen de VS en de EU dezelfde mening over politieke gevangenen en respect voor mensenrechten. In haar Gemeenschappelijke Positie heeft de EU zich tot doel gesteld de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te bevorderen. Volledige samenwerking met Cuba, op gelijk welk vlak, hangt af van vooruitgang inzake deze doelstellingen. De EU veroordeelt het feit dat Cubaanse burgers wegens politieke redenen kunnen vervolgd worden en wil dat alle politieke delicten afgeschaft worden. Ook eist ze de vrijlating van alle politieke gevangenen en de stopzetting van de vervolging en bestraffing van dissidenten. Zowel in de „Common Position‟, als in verschillende officiële verklaringen van de EU over Cuba, worden deze standpunten herhaald. (EU, 1996d; Gratius, 2005, p15; Roy, 2004, p4)

Ook de VS veroordeelt de schendingen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden door het Cubaanse regime in de Helms-Burton-wet. Deze schendingen zijn volgens de VS een bedreiging voor de internationale vrede. Washington ziet het dan ook als een morele verplichting om de mensenrechten in Cuba, opgesomd in het Charter van de Verenigde Naties en in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, te bevorderen en te beschermen. Ook wordt er gepleit voor de vrijlating van de politieke gevangenen en het legaliseren van alle politieke activiteiten. Hier komt geen verandering in onder president Obama, die de opheffing van het embargo pas mogelijk acht wanneer aan bovenstaande eisen voldaan wordt. (Evans, 2009; Gratius, 2005, p15; U.S. Department of State, 1996)

Wanneer in 2003 de „crackdown‟ plaatsvindt in Cuba is de reactie van beide hard. De EU voert voor de eerste keer, sinds het instellen van de Gemeenschappelijke Positie, enkele diplomatieke sancties in, waardoor de politieke dialoog met het eiland spaak loopt. De VS kondigt, vlak na de arrestatie van de 75 dissidenten, drie nieuwe initiatieven aan die de overgang naar een nieuw, vrij en democratisch Cuba moeten versnellen, waaronder de oprichting van de “Commission for Assistance to a Free Cuba”. Bovendien worden ook de sancties tegen Cuba strenger. Hieruit wordt duidelijk dat de mensenrechtensituatie in Cuba voor beide machtsblokken een gevoelig punt is. Op de aankondiging begin juli 2010, dat Cuba 52 dissidenten van de „crackdown‟ zal vrijlaten, wordt door beide machtsbokken positief gereageerd. Amerikaans minister van

62

Buitenlandse Zaken Clinton voegt er echter aan toe dat deze gebeurtenis eigenlijk te laat komt, maar dat ze toch welkom is. Of de positieve reacties van de VS en de EU ook tot concrete veranderingen in hun Cuba-beleid zal leiden, valt nog af te wachten. (Amies, 2010; Brenner & Jimenez, 2006; Gratius, 2005, p4; Sullivan, 2006)

Om de eerbiediging van de mensenrechten af te dwingen dient de VS elk jaar een resolutie in bij de “Commission on Human Rights” van de VN ter veroordeling van de mensenrechtensituatie in Cuba. Deze wordt ook ieder jaar gesteund door de landen van de Europese Unie. Wat hen niet in dank wordt afgenomen door de Cubaanse autoriteiten. De meerderheid van de internationale gemeenschap is het echter niet eens met het standpunt van Washington en Brussel omtrent deze resolutie. Zo werd Cuba in mei 2009 herverkozen in de mensenrechtencommissie voor een periode van drie jaar. Cuba is in deze zaak een bijzonder geval. Zo toont het rapport van Amnesty International over de mensenrechten in de wereld aan dat Cuba, in vergelijking met sommige andere landen in de wereld, en zelfs sommige andere landen in Latijns-Amerika, het niet zo slecht doet. Het is zelfs zo dat de VS en de EU reeds samenwerking aangingen met landen waar de mensenrechtensituatie nog slechter is. Dit zorgt voor heel wat controverse inzake de conditionaliteit in het Cuba-beleid van beide machtsblokken. Intensievere samenwerking en de beëindiging van de boycot worden afhankelijk gemaakt van verbetering op het vlak van mensenrechten, één van de belangrijkste doelstellingen ten aanzien van Cuba. Omdat er echter ook samengewerkt wordt met landen waar de situatie nog erger is dan in Cuba, vragen velen zich af waarom juist tegenover Cuba zo‟n voorwaardelijk beleid gevoerd wordt. We kunnen ons afvragen of er nog andere belangen meespelen. Volgens mij wordt het mensenrechtendiscours in de VS gebruikt ter legitimering van haar Cuba-beleid, waar ze na zestig jaar nog moeilijk kan van afstappen. Washington heeft niet zoveel redenen meer om Cuba te isoleren. Het communistisch gevaar is gaan liggen. Fidel Castro is niet langer aan de macht en, ondanks de beweringen van de Amerikaanse regering, gaat er van Cuba geen terroristische dreiging uit. Nu van koers veranderen en het embargo afschaffen zou gezien kunnen worden als een nederlaag. Het streven naar een betere mensenrechtensituatie komt in deze context dan ook goed van pas om de isolatie te blijven verdedigen. Ook de EU knoopte al banden aan met landen waar de mensenrechten minder gerespecteerd worden dan in Cuba. De conditionaliteit ten aanzien van de Cubaanse regering kan volgens mij verklaard worden als toegeving aan de VS. De Gemeenschappelijke Positie, waar de voorwaarden inzake mensenrechten voor het eerst aan bod kwamen, werd opgesteld als onderdeel van een overeenkomst met de VS. De VS zou de extraterritoriale titels van de Helms-Burton-wet aanpassen en de EU moest in ruil daarvoor een officieel Cuba-beleid uitwerken. Door de „Common Position‟ op te stellen en de conditionaliteit op te nemen in haar beleid kon het de Verenigde Staten te vriend houden en de economische samenwerking met Cuba toch verder zetten (zie infra). (Amnesty International,

63

2010; Cuba Solidarity Campaign, n.d.; Demuynck, 2007b; Gratius, 2005, p15; Lamrani, 2010; Roy, 2003, p9)

Bevorderen van een democratische transitie

In het officiële Cuba-beleid van de EU en de VS wordt een democratische transitie als één van de belangrijkste doelen naar voor geschoven. Als men echter wat dieper ingaat op het beleid van beide, kan men afleiden dat ze misschien toch niet hetzelfde doel voor ogen hebben.

Zoals eerder aangehaald, wil de Europese Unie tot een democratische transitie komen vanuit het regime zelf. Ze erkent de soevereiniteit van Cuba en wil aan de hand van dialoog met de Cubaanse regering een geleidelijke en vreedzame transitie naar democratie bevorderen. De EU erkent bovendien de reeds behaalde resultaten inzake gezondheidszorg en educatie en wil hierop verder bouwen. Het ontstaan van een socialistische democratie is dus niet uitgesloten. De Verenigde Staten daarentegen, erkent de Cubaanse soevereiniteit niet en kiest voor een diplomatieke isolatie. De VS tracht vanuit Washington, via steun aan de radicale Cubaanse oppositie, het regime ten val te brengen, waarna de democratische transitie van start kan gaan. Hierbij wordt niet verder gebouwd op de fundamenten van het vorige regime. Het beleid van de VS is dan ook volledig toegespitst op de dag na de val van de Castro‟s en de rol die Washington vanaf dan kan spelen. Maar eerst moet er dus extern, door de oppositie, een revolutie gecreëerd worden. (EU, 1996d; Gratius, p8-14; Gratius & Ledger, 2009, p193-194; Publicaciones FRIDE, 2005, p17-19; U.S. Department of State, 1996)

Hoewel het brengen van democratie in Cuba een gemeenschappelijk doelstelling is, kan men stellen dat de EU “regime reform” tot doel heeft, namelijk een democratische transitie vanuit het huidige regime, terwijl de VS “regime change” als doel heeft, met name het omverwerpen van het huidige regime en het installeren van een compleet nieuw regime. Hieruit blijkt dat de democratische doelstellingen dus toch niet zo gelijkaardig zijn. (Gratius & Ledger, 2009, p186, p193-194)

Bovendien kunnen we ons afvragen of democratisering wel het echte doel is van Washington. Democratisering wordt, net zoals het verbeteren van de mensenrechtensituatie, door de VS gebruikt ter legitimering van haar Cuba-beleid, namelijk de diplomatieke isolatie en het economisch embargo. Dat de VS pleit voor “regime change” doet enkele twijfels rijzen over de werkelijke motieven van Washington. Ik wees al op het feit dat de VS de opheffing van het embargo aan enkele voorwaarden inzake mensenrechten en politieke gevangenen koppelt. Aangezien de VS echter samenwerkt met regimes waar de mensenrechtenschendingen soms veel groter zijn dan in Cuba, lijkt het erop dat de VS een andere reden heeft om haar beleid aan

64 te houden en misschien zelfs gewoon niet wil samenwerken met Cuba. Ook hier kunnen we de vraag stellen welk belang de VS precies heeft bij de installatie van een volledig nieuw regime. Veel valt te verklaren wanneer we terugkijken naar de geschiedenis en de geografische ligging van Cuba.

Cuba heeft een speciale geografische ligging, waardoor het eiland reeds vanaf het prille begin van strategisch belang is voor de VS. Het eiland ligt nog geen tweehonderd kilometer van het Noord-Amerikaanse vasteland en het imperialistische VS wou het graag inlijven. Geopolitiek was Cuba namelijk zeer interessant. Het werd gezien als een brug naar de rest van de Caraïben en zelfs naar het volledige Latijns-Amerikaanse continent. Wanneer het de VS niet lukte om Cuba in te lijven, bracht ze het eiland onder de vorm van een protectoraat. De rijke Amerikanen profiteerden van deze situatie en namen de controle over het eiland over. Tijdens de beginjaren van de Koude Oorlog startte Fidel Castro de revolutie. Hij nam de leiding van een nieuwe Cubaanse regering en nationaliseerde verschillende Noord-Amerikaanse bezittingen op het eiland, waardoor verschillende rijke Amerikanen, maar ook Cubanen, naar de VS vluchtten en zich vestigden in Miami. Wat voor de VS oorspronkelijk begon als een imperialistisch plan, evolueerde naar een ideologische strijd. Niet meer door geografische ligging, maar de communistische dreiging werd Cuba van strategisch belang. Dit werd dan ook de nieuwe legitimering van het Cuba-beleid. Washington stelde een embargo in om de verspreiding van het communisme tegen te gaan en het regime ten val te brengen. Wanneer echter de communistische dreiging van de Koude Oorlog ging liggen, veranderde de VS opnieuw van richting. Door de implosie van de Sovjet-Unie verloor Fidel Castro zijn bevoorrechte relatie met de Oostbloklanden. Bovendien besliste Cuba om geleidelijk aan troepen terug te trekken uit Afrika en verminderde Castro zijn steun aan revolutionaire bewegingen in de rest van de wereld. Cuba vormde in principe geen bedreiging meer voor de nationale veiligheid en het embargo kon niet meer verklaard worden aan de hand van een anti-communistische strategie. In plaats van het beleid te veranderen, koos Washington voor een nieuwe beleidsdoelstelling. De isolatie en de destabilisering van het regime werden nu gelegitimeerd aan de hand van enkele doelen inzake democratie en mensenrechten en aan de zogenaamde “terroristische dreiging” die uitgaat van het eiland. (Demuynck & Vandepitte, 2008; Lamrani, n.d.; Smith, 1996)

Het is duidelijk dat Cuba altijd al van groot belang geweest is voor de Verenigde Staten. Wanneer het niet lukt het eiland volledig in te lijven en er vervolgens een communistisch regime geïnstalleerd wordt, wil de VS niets liever dan de Cubaanse regering ten val brengen. De doelstelling het regime te destabiliseren bestaat dus reeds voor het idee een democratische transitie op het eiland te stimuleren. Waarom de VS vandaag nog steeds hetzelfde doel voor

65 ogen heeft, namelijk “regime change”, maar dit vandaag legitimeert als het streven naar democratische veranderingen, heeft volgens mij vier redenen.

Ten eerste kan de VS het nog steeds niet verdragen geen controle te hebben over zo‟n klein communistisch eiland. Communisme is in Washington een vies woord en het feit dat er een communistisch regime gevestigd is op een eiland nog geen 200 kilometer van het Amerikaanse vasteland, is moeilijk te verkroppen. Enkel een regimeverandering, georkestreerd vanuit de VS, met een grote rol voor Washington bij de opbouw van de liberale democratie, kan ervoor zorgen dat de VS weer invloed heeft op het eiland en zo ook in de rest van Latijns-Amerika haar invloed vergroot. Dat de VS haar invloed in Cuba wil herstellen is ook duidelijk wanneer we kijken naar de taak van de “Cuba Transition Coordinator”. Hij moet, na de val van het Castro- regime, een overgangsregering installeren en ervoor zorgen dat er een voor Washington aanvaardbaar figuur aan de macht komt. Een persoon die Washington dus wel kan sturen en beïnvloeden. (Farley & Thale, 2004; Gratius, 2005, p14-15; Gratius & Ledger, 2009, p194; Publicaciones FRIDE, 2005, p18-19)

Ten tweede is het voor de VS volgens mij heel moeilijk om toe te geven dat haar beleid gefaald heeft. De politiek van sancties werd ontwikkeld in de Koude Oorlogsperiode en hoewel het eiland vandaag eigenlijk geen communistische bedreiging meer vormt, zou het veranderen van dit beleid gezien kunnen worden als een nederlaag. Het Castro-regime is na 50 jaar nog steeds niet gevallen en de revolutie is er nog steeds. Hoewel velen al toegeven dat het Cuba-beleid een grote mislukking is geweest, zou de effectieve opheffing van het embargo door andere landen, en zeker door Cuba, gezien kunnen worden als een grote zwakte. Washington koos in het verleden voor sancties en kan nu nog moeilijk afwijken van deze keuze. (Farley & Thale, 2004; Gratius, 2005, p14-15; Gratius & Ledger, 2009, p194; Publicaciones FRIDE, 2005, p18-19)

Een derde reden is de druk van de Cubaans-Amerikaanse gemeenschap. Hoewel de nieuwe Cubaans-Amerikaanse generatie niet meer zo‟n hard standpunt inneemt, zijn vele Cubaans- Amerikanen die naar de VS gevlucht zijn juist na de revolutie in 1959 sterk tegen het Cubaanse regime gekant. Dit vanuit een soort emotionele verbondenheid met het eiland. (Farley & Thale, 2004; Gratius, 2005, p14-15; Publicaciones FRIDE, 2005, p18-19)

Ten vierde zijn er de genationaliseerde Amerikaanse bezittingen. De Verenigde Staten eist nog steeds compensaties voor de nationalisaties die Fidel Castro in het begin van de revolutie doorvoerde. De VS weet dat deze compensaties er onder het huidige regime nooit zullen komen. Bovendien worden de nationalisaties erkend door de Europese Unie, wat het standpunt van de Cubaanse regering kracht bijzet. Enkel een regimeverandering kan leiden tot eventuele

66 compensaties of een hernieuwde economische invloed op het eiland. Hoewel democratie dus de officiële doelstelling is van het Cuba-beleid van de VS, kunnen we hier toch enkele vraagtekens bij plaatsen. (Farley & Thale, 2004; Gratius, 2005, p14-15; Gratius & Ledger, 2009, p194; Publicaciones FRIDE, 2005, p18-19)

Bij de Europese Unie bestaat er minder twijfel over haar bedoelingen inzake democratie. De relaties met Cuba ontstonden vanuit economische belangen. Geopolitiek is het eiland van minder belang voor de EU. Noch historisch, met uitzondering van Spanje, noch geografisch is er een band met het eiland. De Gemeenschappelijke Positie ontstond als onderdeel van een informele overeenkomst met de Verenigde Staten in het kader van het Europese protest tegen de extraterritoriale maatregelen in de Helms-Burton-wet. Vanaf dan werd het bevorderen van een democratische transitie officieel opgenomen in het beleid. Het feit dat volledige samenwerking afhankelijk gemaakt wordt van voorwaarden inzake mensenrechten en democratie, kan volgens mij gezien worden als een toegeving aan de VS. Door deze conditionaliteit in haar beleid op te nemen, zou het de VS niet teveel tegen de borst stoten, terwijl er toch nog samenwerking en dialoog kan zijn met Cuba en de economische belangen niet in het gedrang komen.

Andere middelen?

De EU maakt in haar relaties met de internationale gemeenschap voornamelijk gebruik van soft- power, terwijl de VS meer wordt gezien als een harde macht. Ook ten aanzien van Cuba is dit het geval. Brussel zal hoofdzakelijk zachte instrumenten gebruiken, zoals politieke dialoog, samen-werking en handel. Washington zal hoofdzakelijk harde instrumenten gebruiken, zoals economische sancties, diplomatieke isolatie en steun aan de oppositie. Een beleid is echter nooit zwart-wit en er wordt nooit één taktiek gebruikt. Daarom zien we ook enkele gelijkenissen in de strategie van beide. Zo voeren beiden een beleid van politieke conditionaliteit gekoppeld aan democratische vooruitgang en verbeteringen inzake de mensenrechtensituatie. De EU stelt deze voorwaarden om tot een volledige normalisatie van de relaties te kunnen komen en de VS stelt deze voorwaarden ter erkenning van de toekomstige democratisch transitie en overgangsregering. Ten tweede voeren de EU als de VS zowel gesprekken met de Cubaanse regering als met de Cubaanse oppositie. Aan wie de voorkeur wordt gegeven en de mate waarin met wie onderhandeld wordt, verschilt wel. Ten derde voeren beide landen, ondanks de Amerikaans handelssancties, handel met het eiland. (Cooper, 2005, p 167-180; Gratius, 2005, p15-16; Gratius & Ledger, 2009, p 186, p193)

67

4. Besluit

Zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie hebben een speciale relatie met Cuba. Cuba is het enige Latijns-Amerikaanse land waartegen de VS een unilateraal economisch en financieel embargo heeft. Er is in Latijns-Amerika geen ander land waartegen Washington sancties ingesteld heeft, die bijna door de hele wereld veroordeeld worden. Ook in het beleid van de EU heeft het eiland een bijzondere positie. Door het embargo van de VS is Cuba de enige markt in Latijns-Amerika waar de EU nauwelijks concurrentie krijgt vanuit de VS, waardoor ze de belangrijkste handels- en investeringspartner van het eiland geworden is. Ook in het ontwikkelingsbeleid is Cuba een uitzondering. Het is het enige Latijns-Amerikaanse land dat lid is van de ACP-groep, maar geen deel uitmaakt van het Cotonou-akkoord. Bovendien is er voor Cuba, in tegenstelling tot andere Latijns-Amerikaanse landen, geen „Country Strategy Paper‟, maar een Gemeenschappelijke Positie. Het Cuba-beleid van Washington wordt weergegeven in de Helms-Burton-wet, dat van de EU in de „Common Position on Cuba‟. (Gratius, 2005, p2, p7- 8)

Wordt het Cuba-beleid van de Europese Unie beïnvloed door de VS? Het antwoord op deze vraag is niet eenvoudig. Omdat beïnvloeding enorm moeilijk te meten is, heb ik geprobeerd deze vraag te beantwoorden aan de hand van vier deelvragen.

Hoe probeert de VS het Cuba-beleid van de EU te beïnvloeden?

De VS probeert het Cuba-beleid van de Europese Unie reeds lange tijd te beïnvloeden. In het verleden werden door Washington verschillende maatregelen genomen en werd heel wat propaganda verspreid om de rest van de wereld van haar Cuba-standpunt te overtuigen. De pogingen om het handelsembargo en de diplomatieke isolatie te internationaliseren werden zelfs in een wettelijk kader gegoten in de Helms-Burton-wet. Hierin werden extraterritoriale regels toegevoegd die, onder andere, Europa er moest van overtuigen om geen handel te drijven met Cuba en geen diplomatieke betrekkingen aan te gaan met het communistische regime.

Ook de laatste tien jaar heeft de VS haar pogingen, om het Europese beleid ten aanzien van Cuba te beïnvloeden, niet gestaakt. Dit gebeurt op twee manieren: direct en indirect. De VS probeert de EU rechtstreeks te beïnvloeden door Amerikaanse vertegenwoordigers naar de EU te sturen. Zij moeten de Europese lidstaten overtuigen van het Amerikaanse standpunt inzake Cuba. Voornamelijk de “Cuba Transition Coordinator” speelt hier een belangrijke rol. Samen met andere gezanten reist hij de wereld rond op zoek naar steun voor Washingtons Cuba- politiek. Opmerkelijk is dat de bezoeken van de “Cuba Transition Coordinator” en de andere

68

Amerikaanse diplomaten hoofdzakelijk doorgaan in de maanden die voorafgaan aan de toetsing van de „Common Position on Cuba‟. Hierbij proberen ze de Europese lidstaten aan te zetten tot het innemen van een harder standpunt en het behoud van de Gemeenschappelijke Positie te promoten. Indirecte beïnvloedingspogingen bestaan uit boetes en veroordelingen voor Europese bedrijven en financiële instellingen. Door te dreigen met enorme schadevergoedingen worden deze afgeschrikt om te handelen met of te investeren in Cuba. Op deze manier hoopt de VS extra druk uit te oefenen op de Europese regeringen.

Dat de VS het Europese beleid ten opzichte van Cuba probeert te beïnvloeden, is duidelijk. We moeten ons nu afvragen of de EU zich laat beïnvloeden of niet. Zoals reeds vermeld, is het onmogelijk om de effectieve beïnvloeding aan te tonen. Aan de hand van de volgende twee deelvragen, probeer ik toch een antwoord te formuleren.

Wat is de verhouding tussen de EU en de VS en welke rol speelt dit in de eventuele Amerikaanse beïnvloeding van het Cuba-beleid van de EU?

Wanneer we kijken naar de betrekkingen tussen Brussel en Washington, zien we dat ze een goede relatie hebben. De EU en de VS hebben enkele gemeenschappelijke belangen, waardoor het van wederzijds belang is de relatie goed te onderhouden. Voornamelijk op economisch vlak en betreffende mondiale uitdagingen en bedreigingen zijn er belangrijke raakvlakken. Zo zijn beide economieën zeer afhankelijk van elkaar. De VS en de EU zijn elkaars belangrijkste handels- en investeringspartner. Ook beseffen de twee machten dat er mondiale problemen zijn die beter gezamenlijk aangepakt kunnen worden. De klimaat-, migratie-, drugs- en terrorismeproblematiek stoppen namelijk niet aan de grenzen. Men is er van overtuigd dat wanneer men mondiale vrede en welvaart wil bereiken men een intense diplomatieke dialoog moet onderhouden. We kunnen ons afvragen of de EU een conflict met de VS betreffende Cuba wil riskeren, wanneer hierdoor de goede relatie met Washington in gevaar kan komen.

Belangrijk in deze context is het verschil in betrokkenheid van beide machten bij Cuba. Zowel historisch als geografisch gezien is de VS meer verbonden met het communistische regime dan de EU. Terwijl de VS sinds het einde van de negentiende eeuw bij de politieke en economische situatie van het eiland betrokken is, startte de EU, met uitzondering van Spanje, slechts in 1988 haar diplomatieke betrekkingen met Cuba. Voor beide machtsblokken spelen dus andere belangen mee, waar ik in mijn laatste deelvraag op terugkom. Omdat het eiland voor de Europese lidstaten een minder grote prioriteit is, dan voor de VS, kunnen we ons afvragen of de Europese Unie het wel opportuun vindt om een conflict aan te gaan met Washington over Cuba. Wil ze haar trans-Atlantische relatie op het spel zetten voor een land als Cuba, waar ze weinig

69 strategische belangen in heeft? Of verkiest ze de betrekkingen met de VS niet te laten vertroebelen en neemt ze een Cuba-politiek aan die dicht bij Washington aanleunt?

Enerzijds kan het voor de EU van belang zijn het beleid van de VS te volgen. Zo komen de betrekkingen met Washington niet in het gedrang. Beïnvloeding is hier mogelijk. Anderzijds is het belangrijk te vermelden dat Brussel in de multipolaire wereld minder afhankelijk is van de VS dan vroeger. De EU is nu zelf een grootmacht die haar eigen beleid uitstippelt en haar eigen aanpak ontwikkeld heeft. Er zijn reeds enkele trans-Atlantische geschillen, maar deze brachten de relatie met de VS nooit echt in gevaar. Ook een conflict betreffende Cuba zou de economische transacties en de samenwerking inzake mondiale uitdagingen en bedreigingen niet volledig opblazen.

Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen in de Cuba-politiek van beide machtsblokken?

Wanneer we het Cuba-beleid van de VS en de EU vergelijken, valt het op dat we te maken hebben met de klassieke tegenstellingen tussen beide, namelijk soft power versus hard power. Washington en Brussel streven in hun buitenlands beleid enkele gemeenschappelijke waarden na, zoals democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de verdediging van de individuele vrijheden. Ze gebruiken echter verschillende middelen om deze doelstellingen te bereiken. Terwijl de VS kiest voor harde dwangmaatregelen, kiest de EU voor constructief engagement. Ook voor Cuba is dit het geval.

Een eerste blik op de Cuba-politiek van Washington en Brussel toont ons opvallende gelijkenissen inzake doelstellingen en opvallende verschillen inzake instrumenten. De VS en de EU hebben tot doel een politieke transitie naar een representatieve democratie te promoten en de eerbiediging van de mensenrechten te bevorderen. Daarnaast zijn ook de openstelling van de Cubaanse economie, het verbeteren van de levensstandaard van het Cubaanse volk en de vrijlating van alle politieke gevangenen gemeenschappelijke doelstellingen. Beide machtsblokken maken de betrekkingen met het communistisch regime afhankelijk van de vooruitgang inzake deze doelen. De VS en de EU ontwikkelden echter economische, diplomatieke en politieke strategieën om deze doelstellingen te bereiken, die sterk verschillen van elkaar. Op economisch vlak pleit de EU voor samenwerking, handel, investeringen en toerisme, terwijl de VS kiest voor een handelsembargo en zware economische sancties. Ook op diplomatiek vlak verschilt hun aanpak. Brussel opteert voor een politieke dialoog met de Cubaanse autoriteiten. Hiermee wil het een democratische transitie van binnenuit, vanuit de regering zelf stimuleren. Washington verkiest een beleid van diplomatieke isolatie. Volgens de VS moet er een externe democratische transitie gestimuleerd worden vanuit de oppositie. Tot

70 slot is ook de politieke aanpak verschillend. De VS en de EU zijn het niet eens over de positie van Cuba in de internationale gemeenschap. Terwijl Brussel pleit voor de integratie van het eiland in de regionale en internationale instituties, wil de VS het Cubaanse regime internationaal isoleren aan de hand van extraterritoriale wetgeving. Brussel kiest voor samenwerking en engagement en probeert dwangmiddelen zoveel mogelijk te vermijden. In Washington kiest men voor isolatie en sancties. Toch is hier enige nuance nodig.

Noch het beleid van de EU, noch dat van de VS, is er één van volledig engagement of van volledige isolatie. Zo merken we, in tegenstelling tot de eerste analyse, enkele verschillen op in de doelstellingen van hun Cuba-beleid. Hoewel beide machtsblokken zich tot doel stellen de democratie te bevorderen, streven ze naar een andere soort democratische transitie. De doelstelling van de EU is “regime reform”, die van de VS, “regime change”. In Brussel erkent men de soevereiniteit van het regime en wil men vreedzame, geleidelijke veranderingen vanuit de Cubaanse regering stimuleren. Men kiest ervoor om verder te bouwen op de fundamenten die er reeds zijn, waardoor het ontstaan van een socialistische democratie niet uitgesloten wordt. In Washington daarentegen, erkent men de soevereiniteit van Cuba niet. Men wil het regime ten val brengen en geeft daarom actieve steun aan de radicale oppositie. Pas wanneer de Cubaanse regering gevallen is, kan de democratische transitie van start gaan en zal men een liberale democratie installeren. Bovendien kunnen we ons afvragen of de bezorgdheid inzake democratische veranderingen en de Cubaanse mensenrechtensituatie wel oprecht is en of deze doelstellingen niet eerder dienen ter legitimatie van een beleid dat eigenlijk andere belangen dient. Zo zijn er ook andere redenen waarom het beleid van isolatie en sancties aangehouden wordt. Hetzelfde geldt voor de EU. We kunnen ons de vraag stellen of er eventuele achterliggende belangen meespelen. Welke belangen precies meespelen wordt in mijn laatste deelvraag besproken.

Ook wanneer we naar de instrumenten in het Cuba-beleid kijken, is het nodige enkele nuanceringen te maken. Op het eerste zicht leken deze enorm verschillend, maar er zijn ook gelijkenissen, zowel op economisch als op diplomatiek vlak. Hoewel de EU hoofdzakelijk kiest voor constructief engagement en samenwerking, zijn er een aantal uitzonderingen en bijzonderheden. Voornamelijk de conditionaliteit is hier een voorbeeld van. Deze werd zowel in de economische als in de diplomatieke strategie opgenomen. Volledige samenwerking met Cuba wordt afhankelijk gemaakt van de vooruitgang in de democratische doelstelling en verbeteringen inzake de mensenrechtensituatie. Slechts wanneer aan deze voorwaarden voldaan wordt, zal de EU haar politieke dialoog, economische samenwerking en humanitaire hulp intensifiëren. Voornamelijk in 2003 nam Brussel een harder standpunt in tegenover het Cubaanse regime. Naar aanleiding van de „crackdown‟ werden enkele diplomatieke maatregelen

71 ingevoerd. Deze hadden echter geen economische gevolgen. Ondertussen is men weer afgestapt van deze sancties. Tot slot wijkt de EU soms af van haar diplomatieke strategie. Zo worden er niet enkel gesprekken gevoerd met de Cubaanse regering, maar heeft ze ook contact met de oppositie. In tegenstelling tot de VS, beperkt de EU zich tot het voeren van een dialoog met de vreedzame en democratische oppositie. Soms neigt het Cuba-beleid van de Europese Unie dus iets meer naar dat van de Verenigde Staten en neemt ze wat hardere standpunten in. Dit kan wijzen op beïnvloeding.

Echter, wanneer we kijken naar de instrumenten die de VS hanteert, zien we ook hier een aantal gelijkenissen met deze van de EU. Op economisch vlak merken we op dat, ondanks het handelsembargo en de strenge sancties, de VS de grootste exporteur van voedsel is naar het eiland. Er wordt dus wel degelijk handel gedreven met het eiland, maar dit beperkt zich tot voedsel en medicijnen. Ook de diplomatieke strategie bestaat niet enkel uit isolatie. Washington verkiest de radicale oppositie als belangrijkste gesprekspartner, maar heeft geregeld ook contacten met de Cubaanse autoriteiten. Deze handelen hoofdzakelijk over migratie, drugspreventie en postverbindingen. Het Cuba-beleid van de VS neigt dus ook soms naar dat van de EU, wat op beïnvloeding kan wijzen. Zeker onder president Obama werden enkele beperkte versoepelingen ingevoerd. Als er dus beïnvloeding is, dan is deze wederzijds.

We kunnen concluderen dat noch de doelstellingen, noch de instrumenten in het Cuba-beleid van de VS en de EU volledig gelijk of volledig verschillend zijn.

Waarom kiezen de EU en de VS voor een bepaalde Cuba-strategie? Welke belangen spelen mee?

Het is belangrijk om na te gaan welke belangen er precies meespelen in het Cuba-beleid van de VS en de EU, omdat dit een beter beeld geeft waarom ze kiezen voor een bepaalde strategie. Zowel geografisch als historisch is er een verschil in de mate waarin Washington en Brussel betrokken zijn bij het eiland.

Voor de VS is de verbondenheid met Cuba heel groot. Het eiland ligt op minder dan 200 kilometer verwijderd van de Amerikaanse kust en de betrekkingen gaan al lange tijd terug. Washington is dan ook rechtstreekser betrokken bij de politiek in Cuba, waardoor het eiland van strategisch belang is voor de VS. Dat Washington kiest voor een beleid van isolatie en sancties en pleit voor de omverwerping van het regime, kan hieruit verklaard worden. Hoewel de VS vandaag niet veel redenen meer heeft om Cuba te isoleren, houdt ze vast aan het gevoerde beleid. Dit wordt gelegitimeerd aan de hand van de democratische doelstelling en de

72 bezorgdheid inzake de mensenrechtensituatie op het eiland. Er zijn echter ook een aantal andere belangen die meespelen in haar beleid. Zo zou een plotse verandering van beleid een nederlaag zijn voor Washington, aangezien het doel om tot een “regime change” te komen nog steeds niet bereikt is. Ook de druk vanuit de Cubaans-Amerikaanse gemeenschap en het feit dat de Verenigde Staten nog steeds geen compensaties kreeg voor haar onteigende bezittingen, zorgt ervoor dat ze het isolatie-beleid blijven verdedigen. Tot slot is het voor Washington moeilijk te aanvaarden dat ze na al die jaren nog steeds geen invloed hebben op het eiland. Sancties en het installeren van een nieuw regime worden door de VS als enige optie gezien om haar invloed te vestigen. Voornamelijk het verleden speelt dus een grote rol in de keuze voor haar beleid. Nu is het voor de VS nog heel moeilijk om van dit beleid af te wijken.

In Brussel is Cuba veel minder een prioriteit. Noch geografisch, noch historisch (met uitzondering van Spanje) heeft de EU een band met het eiland. Toch spelen er ook voor de Europese lidstaten enkele belangen mee. Naast democratisering en de eerbiediging van de mensenrechten op het eiland, is ook het economische aspect zeer belangrijk voor de EU. Door het Amerikaanse embargo hebben Europese bedrijven nauwelijks concurrentie vanuit de VS. De Europese lidstaten zijn dan ook de grootste handels- en investeringspartner van Cuba. Om deze economische banden te behouden, is het belangrijk voor de EU om een goede relatie met het eiland te onderhouden. Daarom kiest ze voor een beleid van economische samenwerking en diplomatieke dialoog. Naast de handels- en investeringsbelangen in Cuba is ook de relatie met de VS van groot belang voor de EU. Voor Brussel is het schipperen tussen deze twee. Het opnemen van conditionaliteit in haar Cuba-beleid kan dan ook gezien worden als een toegeving aan de VS. Dit werd ogenomen in het Gemeenschappelijk Standpunt, het officiële Europese Cuba-beleid, dat ontwikkeld werd als onderdeel van een overeenkomst met de VS betreffende de aanpassing van de extraterritoriale maatregelen in de Helms-Burton-wet. Dit kan wijzen op beïnvloeding. De twee tegengestelde belangen zorgen ervoor dat Brussel een ietwat verwarrend beleid aanneemt. Enerzijds pleit de EU voor engagement, anderzijds wordt dit engagement afhankelijk gemaakt van enkele voorwaarden. Op deze manier zorgen de Europese lidstaten dat beide belangen gediend worden. De economische betrekkingen worden behouden, door haar beleid van politieke dialoog en samenwerking, en Brussel kan de VS te vriend houden, door een conditioneel beleid te voeren. Hoewel Washington natuurlijk pleit voor een strenger optreden tegenover Cuba.

Algemeen kunnen we besluiten dat de Europese Unie grotendeels haar eigen Cuba-beleid uitstippelt. Ze zet zich af tegen het economisch embargo en kiest voor een beleid van samenwerking en dialoog. Toch neemt de EU nooit een volledig onafhankelijke positie in ten aanzien van Cuba. De trans-Atlantische relatie en de speciale verhouding tussen de VS en Cuba

73 zorgen ervoor dat het beleid van de EU niet volledig autonoom is. Brussel neemt op verschillende vlakken een ander standpunt in dan de VS, maar haar beleid is niet volledig tegengesteld aan dat van Washington.

74

5. Literatuurlijst

ACP Group. (2000). ACP Press Release: Cuba withdraws its application to accede to the ACP- EU Partnership Agreement. Retrieved July 12, 2010, from http://www.acpsec.org/en/ press_releases/146001e.htm

ACP Group. (2000). Cuba is open to dialogue with the EU and prepared to sign the Cotonou Agreement provided that the EU does not impose discriminatory conditions on it, declares the Cuban Government. Retrieved July 12, 2010, from http://www.acpsec.org/en/press_releases/ 146b013e.htm

AFP. (2005). France closer to Cuba than rest of EU. Teheran Times, 17 juli. Retrieved July 16, 2010, from http://www.latinamericanstudies.org/cuba/france-closer.htm

Amies, N. (2010). US welcomes Cuba's release of dissidents but remains suspicious. Deutsche Welle, 12 juli. Retrieved July 20, 2010, from http://www.dw- world.de/dw/article/0,,5776930,00.html

Amnesty International. (2008). Jaarboek Cuba 2004. Retrieved June 30, 2010, from http://www.amnesty.nl/landen_jaarboek/2625

Amnesty International. (2010). Amnesty International Report 2010: The State of the World‟s Human Rights. Retrieved July 20, 2010, from http://thereport.amnesty.org/regions/americas

Appell, D.P. (2008). In Raúl Castro's Cuba, Glimmerings of Real Change At Last? Retrieved July 6, 2010, from http://www.huffingtonpost.com/david-appell/in-ral-castros-cuba- glimm_b_94499.html

Apuzzo, M. & Jordan, L.J. (2008, 10 november). Obama Plans Guantanamo Close, US Trials. The Huftington Post. Retrieved July 9, 2010, from http://www.huffingtonpost.com/2008/11/10/obama-plans-guantanamo-cl_n_142593.html

Ariosto, D. (2010). Church: Cuba to free dissindent, transfer six others. CNN, 12 juni. Retrieved July 10, 2010, from http://edition.cnn.com/2010/WORLD/americas/06/11/cuba.dissident/index.html

Armington, J. & Birns, L. (2005). ‟s Heavy Handed Diplomacy Aimed at Roiling EU-Cuban Relations and Isolating Havana. Retrieved July 22, 2010, from http://www.coha.org/czech-republic‟s-heavy-handed-diplomacy-aimed-at-roiling-eu- cuban-relations-and-isolating-havana/

Asociación Damas de Blanco. (2010). Quiénes Somos. Retrieved July 14, 2010, from http://www.damasdeblanco.org/index.php?option=com_content&view=article&id=1&Itemid=2

Bachelet, P. (2003, 15 september). U.S.: Allow to vote on Raul. Miami Herald. Retrieved July 7, 2010, from http://newsgroups.derkeiler.com/Archive/Soc/soc.culture.cuba/2006-09/msg00739.html

75

Bachelet, P. (2006, 13 september). U.S. creates five groups to monitor Cuba. Miami Herald. Retrieved July 5, 2010, from http://newsgroups.derkeiler.com/Archive/Soc/soc.culture.cuba/2006-09/msg00602.html

Barret, S. (1996). Council Regulation (EC) No 2271/96 of 22 November 1996 protecting against the effects of the extra-territorial application of legislation adopted by a third country, and actions based thereon or resulting therefrom. Retrieved July 11, 2010, from http://eur- lex.europa.eu/ LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:31996R2271:EN:HTML

Bauza, V. (2004). Tries To Thaw Eu-havana Freeze. Retrieved July 13, 2010, from http://articles.sun-sentinel.com/2004-12-05/news/0412050109_1_cuban-government-cuban- opposition-dissidents/2

BBC News. (2002). UN condemns US embargo on Cuba. Retrieved July 9, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/2455923.stm

BBC News. (2008). Timeline: U.S.-Cuba relations. Retrieved April 30, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/3182150.stm

BBC News (2009). Cuba faces tough US choice. Retrieved July 9, 2010 from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/7997543.stm

BBC News. (2009). New US law eases Cuba sanctions. Retrieved July 9, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/7938737.stm

BBC News. (2009). Obama eases curbs on Cuba travel. Retrieved July 8, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/7997063.stm

BBC News. (2009). Obama offers Cuba „new beginning‟. Retrieved July 9, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/8004798.stm

BBC News. (2009). US bill aims to ease Cuba travel. Retrieved July 9, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/7910134.stm

BBC News. (2010). Algerians return from Guantanamo Bay prison. Retrieved July 10, 2010, fromhttp://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/8473895.stm

BBC News. (2010). Cuba and US hold rare talks at UN. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/8600296.stm

BBC News. (2010). Cuba moves political prisoners closer to their homes. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/world/latin_america/10210925.stm

BBC News. (2010). Cuba‟s Castro meets Catholic Church leaders. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/world/latin_america/10134050.stm

BBC News. (2010). Cuban prison hunger striker Orlando Zapata Tamayo dies. Retrieved July 9, 2010, fromhttp://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/8533350.stm

BBC News. (2010). Cuban prisoners „win concessions‟ after Church talks. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/world/latin_america/10144419.stm

76

BBC News. (2010). EU 'should respond' to Cuba move to release prisoners. Retrieved July 15, 2010, from http://www.bbc.co.uk/news/10552222

BBC News. (2010). Guantanamo Bay prisoners transferred to Slovakia. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/8479467.stm

BBC News. (2010). Guantanamo four arrive in Europe. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/8535392.stm

BBC News. (2010). Guantanamo: 47 'cannot be freed'. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/8476075.stm

BBC News. (2010). Spanish minister to push Cuba for release of dissents. Retrieved July 15, 2010 from http://www.bbc.co.uk/news/10518955

BBC News (2010). US eases Cuba, Iran, Sudan sanctions for freer web. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/8556341.stm

BBC News (2010). Q&A: Closing Guantanamo. Retrieved July 10, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/7844176.stm

Belgische Senaat. (2008). Schriftelijke vraag nr. 4-828 van Sfia Bouarfa (PS) aan de minister van Buitenlandse Zaken. Retrieved July 22, 2010, from http://www.senate.be/www/?MIval=/ Vragen/SchriftelijkeVraagPrint&LEG=4&NR=828&LANG=fr

Bevins, V. (2009, 4 september). US eases restrictions on Cuba. The Financial Times.

Birnbaum, J.H. (2002). Business to Bush: Let Us Into Cuba! [Elextronic Version]. Fortune Magazine, Vol 145, Issue 11.

Biscop, S. & Serfaty, S. (2009). A Shared Security Strategy for a Euro-Atlantic Partnership of Equals [Electronic version]. Center for Strategic & International Studies.

Blanco, J. A. (1994). Cuban emigration and virtual reality. Retrieved May 8, 2010, from http://www.greenleft.org.au/node/8242

Boadle, A. (2007). International banks shun Cuba under U.S. scrutiny. Reuters, 19 juli. Retrieved July 22, 2010, from http://www.reuters.com/article/ idUSN1829040120070719?loomia_ow=t0:s0:a49:g43:r1:c1.000000:b30857538:z0

Bond, T. (2003). The Crackdown in Cuba [Electronic version]. Foreign Affairs, 82, nr 5, 118.

Bone, J. (2010, 25 februari). Death of dissident Orlando Zapata Tamayo leads to clampdown in Cuba. The Sunday Times. Retrieved July 9, 2010, from http://www.timesonline.co.uk/tol/news/world/ us_and_americas/article7038864.ece?token=null&offset=0&page=1

Bounds, A. (2008, 20 juni). EU ends Cuba sanctions [Electronic version]. The Financial Times.

Brenner, P. & Jimenez, M. (2006).U.S. Policy on Cuba Beyond the Last Gasp [Electronic version]. NACLA Report on the Americas, 39, nr 4, 15-22.

Buck, K. (2009). The Relations between Cuba and the EU. Not yet published.

77

Burk, M. (2010). Obama and Castro: Sparring Over Human Rights. Retrieved July 10, 2010, from http://www.huffingtonpost.com/martha-burk/obama-and-castro- sparring_b_529606.html?view=print

Byron, J. (2000). Square Dance Diplomacy: Cuba and CARIFORUM, the European Union and the United States. European Review of Latin American and Caribbean Studies, 68, 23-45.

Cabus, R., Carpentier, E., Danhieux, T., Dewulf, S., Rommel, S., Vandepitte, M., et al. (2008). Cuba. Een andere reis is mogelijk. België: CDR Gent & Initiatief Cuba Socialista.

Campbell, D. (2008). Bank ditches UK firms trading with Cuba [Electronic version]. The Guardian, 16 Juli.

Carbone, M. (2003). EU-Cuban relations: Taking further steps towards Cotonou membership [Electronic version]. The Courier, vol 196, 6-7.

Carlsen, L. (2004, 4/6 december). Continental Drift: Shifts Left [Electronic version]. Counterpunch.

CBS News. (2004). U.S. Trade Embargo. Retrieved April 30, 2010, from http://www.latinamericanstudies.org/us-cuba/trade-embargo.htm

Center for International Policy. (2005). Cuban Response to 9/11 and the War on Terror. Retrieved July 2, 2010, from http://ciponline.org/cuba/cubaandterrorism/war%20on%20terror.htm

CIA. (2010). The World Factbook: Cuba. Retrieved July 18, 2010, from https://www.cia.gov/library/ publications/the-world-factbook/geos/cu.html

Clark, P. (2010, 11 januari). Air industry hits at safety measures [Electronic Version]. The Financial Times, 11 januari, 2010.

CNN. (2008). Castro‟s resignation won‟t change U.S. policy, official says. Retrieved July 5, 2010, from http://edition.cnn.com/2008/POLITICS/02/19/us.castro/index.html

CNN. (2008). Obama: Cuba policy to be based on 'libertad'. Retrieved July 9, 2010, from http://edition.cnn.com/2008/POLITICS/05/23/obama.cuban.americans/index.html

CNN. (2009). Cuba rejects OAS membership, official says. Retrieved July 8, 2010, from http://edition.cnn.com/2009/WORLD/americas/06/04/cuba.oas/index.html

CNN. (2009). Cuba wraps up military maneuvers aimed at preventing U.S. invasion. Retrieved July 9, 2010, from http://edition.cnn.com/2009/WORLD/americas/11/27/cuba.war.games/ index.html#cnnSTCText

CNN. (2009). U.N. again condemns U.S. embargo against Cuba. Retrieved July 9, 2010, from http://edition.cnn.com/2009/US/10/28/un.cuba.vote/index.html

CNN. (2009). U.S. eases Cuban restrictions. Retrieved July 8, 2010, from http://edition.cnn.com/ 2009/POLITICS/09/04/cuba.sanctions/

CNN. (2010). Castro: Cuba won‟t „give in to blackmail‟. Retrieved July 10, 2010, from http://edition.cnn.com/2010/WORLD/americas/04/04/cuba.castro.speech/index.html

78

CNN. (2010). U.S., Cuba engage in third round of migration talks. Retrieved July 10, 2010, from http://edition.cnn.com/2010/POLITICS/06/18/us.cuba.talks/index.html

CNV Internationaal. (n.d.). Vakbondscollega‟s al 7 jaar gevangen. Retrieved June 30, 2010, from http://www.cnvinternationaal.nl/cnv-internationaal/cuba/

Commission for Assistance to a Free Cuba. (2006). Compact with the people of Cuba. Retrieved July 2, 2010, from http://www.cafc.gov/documents/organization/68854.pdf

Commission for Assistance to a Free Cuba. (2007). Caleb McCarry Discussion with European Journalists at the Foreign Press Center. Retrieved July 22, 2010, from http://2005- 2009.cafc.gov/rls/79507.htm

Commission for Assistance to a Free Cuba. (2009). Mission and Members. Retrieved July 1, 2010, from http://www.cafc.gov/mission/

Cooper, R. (2004). The Goals of Diplomacy, Hard Power, Soft Power. In D. Held & M. Koenig-Archibugi (Eds.), American Power in the Twenty-First Century(pp. 167-180). Cambridge: Polity Press.

Cornwell, S. (2009). House votes to ease limits on Cuba trade, travel. Retrieved July 7, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSTRE51O7AG20090225

Corral, O. (2006, 8 september). 10 Miami Journalists Take U.S. Pay. Miami Herald. Retrieved July 7, 2010, from http://www.commondreams.org/headlines06/0908-12.htm

Council on Foreign Affairs. (2010). State Sponsors: Cuba. Retrieved July 20, 2010, from http://www.cfr.org/publication/9359/state_sponsors.html

Crawford, L. (2007, 1-2 juni). US and Spain clash over Cuba [Electronic version]. The Financial Times.

Cuba Solidarity Campaign. (n.d.) Cuba and Human Rights. Retrieved July 20, 2010, from http://www.cuba-solidarity.org.uk/faqdocs/CubaAndHumanRights.pdf

Cuban Ministry of Foreign Affairs. (2008). Cuba Asks Washington to Lift Commercial Restrictions. Retrieved July 7, 2010, from http://emba.cubaminrex.cu/Default.aspx?tabid=19363

CubaSi. (2008). McCarry op jacht. Retrieved July 22, 2010, from http://www.cubadefend.nl/ joomla/content/view/235/40/

De Greef, A. (2010). Havana wil internationale relaties ontdooien [Electronic version]. De Standaard, 9 juli.

De Morgen. (2009, 19 maart). Michel herlanceert Europees-Cubaanse samenwerking [Electronic version]. De Morgen.

De Redactie.be. (2009). 5 uur in de cel voor de Cuban 5. Retrieved, May 8, 2010, from http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.596132

De Standaard. (2010, 25 maart). Barack Obama veroordeelt politieke repressie in Cuba [Electronic version]. De Standaard.

79

De Standaard. (2010, 5 april). 'Europa doet mee aan lastercampagne tegen Cuba' [Electronic version]. De Standaard.

De Standaard. (2009, 30 september). Cuba en VS praten weer met elkaar [Electronic version]. De Standaard.

De Standaard. (2009, 18 maart). Europees commissaris Louis Michel op bezoek in Cuba [Electronic version]. De Standaard.

De Standaard. (2009, 3 juni). OAS stemt voor opheffing schorsing Cuba [Electronic version]. De Standaard.

De Standaard. (2009, 18 april). Obama steekt de hand uit naar Cuba [Electronic version]. De Standaard.

De Standaard. (2009, 15 september). Obama verlengt embargo tegen Cuba [Electronic version]. De Standaard.

De Standaard. (2009, 28 oktober). VN veroordeelt Amerikaans handelsembargo Cuba [Electronic version]. De Standaard.

De Vos, S. (2008). De Relaties Tussen de EU en Cuba. Een evaluatie van de Gemeenschappelijke Positie (Thesis). Antwerpen: Universiteit Antwerpen, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen.

De Young, K. (2008, 16 september). U.S. Urges Cuba to Accept Aid. Washington Post. Retrieved July 7, 2010, from http://www.washingtonpost.com/wp- dyn/content/article/2008/09/15/ AR2008091503193_pf.html

Declercq, X. (2008). Naar een dooi in de relaties EU-Cuba. Retrieved June 30, 2010, from http://www.oxfamsol.be/nl/Naar-een-dooi-in-de-relaties-EU.html

Del Biondo, K. (2006). Cuba als schurkenstaat: het embargo tegen de gewijzigde politieke achtergrond van de 21e eeuw. (Thesis). Gent: Universiteit Gent, Vakgroep Politieke Wetenschappen.

Demuynck, K. (n.d.). Cubaanse migratie in Europa. Retrieved, May 6, 2010, from http://www.cubanismo.net/teksten_nl/agenda/voorbij/migratie_eu.htm

Demuynck, K. (2005). Geschiedenis van Cuba in een notedop. Retrieved April 28, 2010, from http://www.g3w.be/nl/article.php/m112/a13

Demuynck, K. (2007). Nieuwe uitspraak over Cuba op de mensenrechtencommissie te Geneve. Retrieved July 20, 2010, from http://www.intal.be/nl/node/1031

Demuynck, K. (2007). De houding van de EU tegenover Cuba: Europese arrogantie in het kielzog van de VS. Retrieved July 22, 2010, from http://www.cubanismo.net/teksten_nl/internationaal/ houding_eu.htm

Demuynck, K., & Vandepitte, M. (2008). De Factor Fidel. Antwerpen: Garant.

80

Dombey, D. (2009, 10 maart). Obama ready to ease clamp on Cuba ties[Electronic version]. The Financial Times.

Dombey, D. (2009, 17 april). Castro „overture‟ boosts hopes of US ties [Electronic version]. The Financial Times.

Dombey, D. (2009, 4 juni). US agrees to end Cuba‟s OAS exile [Electronic version]. The Financial Times.

Dombey, D. & Ward, A. (2008, 19 februari). Bush warns against Cuba co-operation [Electronic version]. The Financial Times.

Elsibai, N. & Runningen, R. (2007). Bush Urges Support for Democratic Change in Cuba (Update2). Retrieved July 5, 2010, from http://www.bloomberg.com/apps/ news?pid=newsarchive&sid=aFNklA3fHPlA&refer=latin_america

Encyclopædia Britannica. (2010). Platt Amendment. Retrieved April 29, 2010, from http://www.britannica.com/EBchecked/topic/464267/Platt-Amendment

Erisman, M.H. (1991). Cuban Foreign Policy Confronts a New International Order. Boulder, CO: Lynne Rienner

EU. (1995). Declaration by the Presidency on Behalf of the European Union Concerning Cuba. Retrieved July 11, 2010, from http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=PESC/ 95/34&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=en

EU. (1996). Declaration by the European Union on the Schooting Down of Two Civilian Aircraft by the Cuban Authorities. Retrieved July 11, 2010, from http://europa.eu/rapid/ pressReleasesAction.do?reference=PESC/96/13&format=HTML&aged=0&language=EN&gui Language=en

EU. (1996). EU Requests Consultations With the US on the Helms-Burton Legislation. Retrieved July 11, 2010, from http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/96/ 387&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=en

EU. (1996). EU To Oppose US Legislation on Cuba. Retrieved July 12, 2010, from http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/96/200&format=HTML&aged=0& language=EN&guiLanguage=en

EU. (1996). Zitting van de Raad – ECOFIN. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/ uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ecofin/008c0018.htm

EU. (1997). Zitting van de Raad – Algemene Zaken. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/12893NL7.doc.htm

EU. (1998). Cuba: Release of prisoners. Retrieved July 12, 2010 from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/06059NL8.htm

EU. (1998). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 8 juni 1998. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/ACF14E.htm

81

EU. (1998). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 29 juni 1998. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/ACFC.htm

EU. (1998). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 6 december 1998. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/13677.NL8.htm

EU. (1998). Zitting van de Raad - Ontwikkelingssamenwerking. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/08531NL8.doc.htm

EU. (1999). Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende Cuba. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/ docs/pressdata/nl/cfsp/09408.NL9.htm

EU. (1999). Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de uitslag van het proces tegen vier leden van de "Werkgroep interne dissidentie" in Havana, Cuba. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/ ACF97.htm

EU. (1999). Zitting van de Raad – Algemene Zaken. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/13687.nl9.html

EU. (1999). Zitting van de Raad – Milieu. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/envir/ACF8C.htm

EU. (2000). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 13 juni 2000. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/09274.nl0.html

EU. (2000). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 4 december 2000. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/13999.nl0.html

EU. (2001). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 25 juni 2001. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/10228.nl1.html

EU. (2001). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 10 december 2001. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/DOC.69266.pdf

EU. (2002). Zitting van de Raad – Algemene Zaken 17 juni 2002. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/71260.pdf

EU. (2002). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/73950.pdf

EU. (2003). Europese Raad van Thessaloniki – Conclusies van het Voorzitterschap. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/76283.pdf

EU. (2003). Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over Cuba. Retrieved July 13, 2010 from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/76138.pdf

82

EU. (2003). Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de arrestatie van opposanten in Cuba. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/ cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/75249.pdf

EU. (2003). Zitting van de ACS-EG-Raad van Ministers. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/76138.pdf

EU. (2003). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen 14 april. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/75645.pdf

EU. (2003). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen 16 juni. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/76432.pdf

EU. (2003). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen 21 juli. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/76842.pdf

EU. (2004). Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de mensenrechten op Cuba. Retrieved July 13, 2010 from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/ docs/pressdata/nl/cfsp/80491.pdf

EU. (2004). Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de vrijlating van politieke tegenstanders in Cuba. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/ uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/81450.pdf

EU. (2004). Zitting van de Raad – Algemene Zaken. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/81174.pdf

EU. (2005). Verklaring van het voorzitterschap over de Damas de Blanco. Retrieved July 14, 2010 from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/87695.pdf

EU. (2005). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen. Retrieved July 14, 2010 from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/85429.pdf

EU. (2005). Zitting van de Raad – Algemene Zaken. Retrieved July 13, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/83645.pdf

EU. (2006). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen. Retrieved July 14, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/90300.pdf

EU. (2007). Note to the Attention of the Latin America Delegates. Intern document van de EU.

EU. (2007). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen. Retrieved July 14, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/95089.pdf

EU. (2008). Zitting van de Raad – Landbouw en Visserij. Retrieved July 14, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/agricult/101779.pdf

EU. (2009). Zitting van de Raad – Externe Betrekkingen. Retrieved July 15, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/108760.pdf

EU. (2010). Statement by HR Catherine Ashton on the announcement of the liberation of 52 political prisoners in Cuba. Retrieved July 15, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/ cms_data/docs/pressdata/EN/foraff/115737.pdf

83

EU. (2010). Statement by the spokesperson of HR Catherine Ashton, on the death of Mr Tamayo in Cuba. Retrieved July 15, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/ pressdata/EN/foraff/113057.pdf

EU. (n.d.). Economic Relations. Retrieved July 17, 2010, from http://eeas.europa.eu/us/ economic_en.htm

EU. (n.d.). EU's relations with the USA - Transatlantic dialogues. Retrieved July 17, 2010, from http://eeas.europa.eu/us/dialogues_en.htm

EU. (n.d.). United States of America. Retrieved July 17, 2010, from http://eeas.europa.eu/us/ index_en.htm

EUbusiness. (2010). Cuba urges EU to drop its common position. Retrieved July 15, 2010, from http://www.eubusiness.com/news-eu/cuba-spain-rights.4t2/

EurActiv. (2010). Zapatero's Cuba initiative runs into opposition. Retrieved July 12, 2010, from http://www.euractiv.com/en/foreign-affairs/zapatero-cuba-initiative-runs-opposition/article- 188977

Europa Nu. (2005). Cuba weigert visa aan mensenrechtengroep "Witte dames". Retrieved July 14, 2010 from http://www.europa-nu.nl/id/vh6cp8gfd2yz/nieuws/ cuba_weigert_visa_aan_mensenrechtengroep?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0= 40

Europa Nu. (2007). EU wil open dialoog met cuba. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vhlpk7e949p2/nieuws/eu_wil_open_dialoog_met_cuba?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_ 05c=5&start_tab0=40

Europa Nu. (2008). Commissaris Michel hoopt op betere samenwerking met Cuba. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vht4c95yo6yt/nieuws/ commissaris_michel_hoopt_op_betere?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2008). Cuba neemt eerste stap om betrekkingen met EU te herstellen. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vhyegahcrpzm/nieuws/ cuba_neemt_eerste_stap_om_betrekkingen?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=2 0

Europa Nu. (2008). De Europese Commissie en Cuba hervatten samenwerking. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vhzffvj4ygz3/nieuws/ de_europese_commissie_en_cuba_hervatten?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0= 20

Europa Nu. (2008). EU bepleit opheffen van sancties Cuba. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vht3dgmfqfyu/nieuws/ eu_bepleit_opheffen_sancties_cuba_en?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2008). EU en Cuba herstellen formeel de betrekkingen. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vhzfcu6mpvze/nieuws/eu_en_cuba_herstellen_formeel_de?ctx=vgaxlcr0e012&start_00 8_05c=5&start_tab0=20

84

Europa Nu. (2008). EU heft diplomatieke sancties tegen Cuba op. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vhvxb831isxv/nieuws/ eu_heft_diplomatieke_sancties_tegen_cuba?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=2 0

Europa Nu. (2008). EU heft sancties tegen Cuba op. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vhvxb5dk1gys/nieuws/ eu_heft_sancties_tegen_cuba_op?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2008). EU moet banden met Cuba aanhalen. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vhtcm1zmklz7/nieuws/eu_moet_banden_met_cuba_aanhalen?ctx=vgaxlcr0e012&start_ 008_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2008). Europese Commissie verheugd over bijeenkomst Troika van de EU met Cubaanse regering. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vhzbftwoh0zi/nieuws/ europese_commissie_verheugd_over?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2008). Europese Unie en Cuba herstellen banden. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vhzepkaci9pq/nieuws/ europese_unie_en_cuba_herstellen_banden?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=2 0

Europa Nu. (2008). Verklaring Commissaris Michel over benoeming van Raul Castro als nieuwe president van Cuba. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vhspkz9xutve/nieuws/verklaring_commissaris_michel_over?ctx=vgaxlcr0e012&start_0 08_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2008). Verklaring Louis Michel over vertrek president Fidel Castro. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vhsjyowvvox4/nieuws/ verklaring_louis_michel_over_vertrek?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2008). Verklaring van het Voorzitterschap over Cuba. Retrieved July 14, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vhsq3lcr9iz3/nieuws/ verklaring_van_het_voorzitterschap_over?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5&start_tab0=20

Europa Nu. (2009). EU verleent 7,5 miljoen euro humanitaire hulp na orkaan. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vi3gqd2a87xy/nieuws/ eu_verleent_7_5_miljoen_euro_humanitaire?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5

Europa Nu. (2009). Eurocommissaris Michel pleit voor normalisering banden EU en Cuba. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vi4zcd8e5qtf/nieuws/eurocommissaris_michel_pleit_voor?ctx=vgu719bwymmc

Europa Nu. (2009). Tegenstanders van het Cubaanse regime waarschuwen voor Spaans EU- voozitterschap. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vi9odocwtdup/nieuws/ tegenstanders_van_het_cubaanse_regime?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5

85

Europa Nu. (2010). Cuba laat dissidenten vrij, Castro leeft. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/viguuwximmzy/nieuws/ cuba_laat_dissidenten_vrij_castro_leeft?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5

Europa Nu. (2010). Cuba laat ernstig zieke dissident vrij. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vifzbht4p5wj/nieuws/ cuba_laat_ernstig_zieke_dissident_vrij?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5

Europa Nu. (2010). Cubaanse dissident Zapata overleden. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vicz7nly9vz7/nieuws/ cubaanse_dissident_zapata_overleden?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5

Europa Nu. (2010). Europees Parlement valt over Cubaanse mensenrechtenschendingen. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vidfcwohqrzr/nieuws/europees_parlement_valt_over_cubaanse?ctx=vgaxlcr0e012&star t_008_05c=5

Europa Nu. (2010). Europees Parlement veroordeeld “vermijdbare” dood Cubaanse politieke gevangene. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/videjn9ymesg/nieuws/ europees_parlement_veroordeelt?ctx=vgaxlcr0e012&start_008_05c=5

Europa Nu. (2010). Het Spaans Voorzitterschap zoekt dialoog met Cuba en vraagt om vrijlating van politieke gevangenen. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vide853prsyq/nieuws/het_spaans_voorzitterschap_zoekt_dialoog?ctx=vgaxlcr0e012&st art_008_05c=5

Europa Nu. (2010). Minister Buitenlandse Zaken Spanje in Cuba wegens hongerstaking van dissidenten. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vignc6a9dxz8/nieuws/minister_buitenlandse_zaken_spanje_in?ctx=vgaxlcr0e012&start _008_05c=5

Europa Nu. (2010). Relatie EU-VS. Retrieved July 17, 2010, from http://www.europa- nu.nl/id/vhszn3xmqwrd/relatie_eu_vs

Europa Nu. (2010). Zware agenda voor de Raad van Ministers Algemene Zaken en Buitenlandse Zaken ter voorbereiding Europese Raad op 17 juni. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europa-nu.nl/id/vig07hleqoxy/nieuws/ zware_agenda_voor_de_raad_van_ministers?ctx=viatfhdeczz1

Europees Parlement. (2000). Feiten over de Europese Unie – De Verenigde Staten van Amerika en Canada. Retrieved July 17, 2010, from http://www.europarl.europa.eu/factsheets/6_3_7_nl.htm

Europees Parlement. (2006). De Sacharov-prijs: steun voor mensenrechten in de wereld. retrieved July 13, 2010, from http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=IM- PRESS&reference=20060911FCS10501&language=NL#title1

Europees Parlement. (2007). EU-VS relaties: nog veel progressie nodig? Retrieved July 17, 2010, from http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+IM- PRESS+20070430STO06128+0+DOC+XML+V0//NL

86

Europees Parlement. (2008). Resolutie van het Europees Parlement over de EU-VS-Top. Retrieved July 17, 2010, from http://www.europarl.europa.eu/sides/ getDoc.do?type=MOTION&reference=B6-2008-0283&language=NL

Europees Parlement. (2009). EU Policy Towards Belarus and Cuba: A Comparative Analysis. Retrieved July 20, 2010, from http://www.voltairenet.org/IMG/pdf/EU_Belarus_and_Cuba.pdf

Europees Parlement. (2010). European Parliament resolution of 11 March 2010 on prisoners of conscience in Cuba. Retrieved July 15, 2010, from http://www.europarl.europa.eu/sides/ getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P7-TA-2010- 0063+0+DOC+XML+V0//EN&language=EN

Europese Commissie. (2007). De EU in de wereld: Het buitenlands beleid van de Europese Unie [Electronic version]. Reeks: Europa in beweging.

Europese Commissie. (2010). Countries: United States. Retrieved July 17, 2010, from http://ec.europa.eu/trade/creating-opportunities/bilateral-relations/countries/united- states/index_en.htm

Europese Commissie. (2010). Development - Generalised System of Preferences (GSP). Retrieved July 18, 2010, from http://ec.europa.eu/trade/wider-agenda/development/generalised- system-of-preferences/

Europese Commissie. (2010). EU Relations with Cuba. Retrieved July 18, 2010 from http://ec.europa.eu/development/geographical/regionscountries/countries/country_profile.cfm?ci d=cu&type=short&lng=en

Europese Raad. (1995). Europese Raad van Madrid 15 en 16 december 1995: Conclusies van het voorzitterschap. Retrieved July 11, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/ cms_Data/docs/pressdata/nl/ec/00400-C.NL5.htm.

Europese Raad. (1996). Europese Raad van Dublin 13 en 14 december 1996: Conclusies van het voorzitterschap. Retrieved July 11, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/ cms_data/docs/pressdata/nl/ec/032c0003.htm

Europese Raad. (1996). Europese Raad van Florence 21 en 22 juni 1996: Conclusies van het voorzitterschap. Retrieved July 12, 2010, from http://www.consilium.europa.eu/uedocs/ cms_data/docs/pressdata/nl/ec/032c0002.htm

Evans, T. (2009). EU official suggests shift in policy on Cuba. CNN, 24 november. Retrieved July 15, 2010, from http://edition.cnn.com/2009/WORLD/europe/11/23/europe.cuba.us/ index.html#cnnSTCText

Evrard, P. (2007). Het gaat goed met Cuba en met Fidel en de Cubanen ook beter… [Electronic version]. Cuba Si, 155, 3.

Farley, R. & Thale, G. (2004). A critical Analysis of Bush‟s New Cuba Policy. Retrieved July 1, 2010, from http://ics.leeds.ac.uk/papers/pmt/exhibits/2062/a_critical_analysis_of_bush.pdf

Ferrari, M.A. (2003). Iraq, Cuba y las "lecciones" de Bush. Retrieved July 1, 2010, from http://www.cubaminrex.cu/Enfoques/Por%20que%20con%20cuba_trabajo14_tc.htm

87

Fifield, A. (2009, 25 december). US advances plans to close Guantanamo [Electronic version]. The Financial Times.

Fifield, A. (2009, 16 december). Guantanamo inmates set for US transfer [Electronic version]. The Financial Times.

Finn, P. (2008, 12 november). Guantanamo Closure Called Obama Priority. The Washington Post. Retrieved July 9, 2010, from http://www.washingtonpost.com/wp- dyn/content/article/2008/11/ 11/AR2008111102865.html

France Diplomatie. (2007). Cuba – Economic Relations. Retrieved July 16, 2010, from http://www.diplomatie.gouv.fr/en/country-files_156/cuba_467/france-and- cuba_3461/economic-relations_6054/index.html

Frank, H. (2010). Vatican paves the way for dialogue in Cuba. The Financial Times, 22 juni.

Frank, M. (2008). Raúl Castro Overhauls Cuba‟s Farm Bureaucracy. Retrieved July 8, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSN1435806920080502

Frank, M. (2009, 14 april). Castro criticises Obama‟s Cuba measures [Electronic version]. The Financial Times.

Frank, M. (2009, 17 september). US and Cuba hold talks on postal links [Electronic version]. The Financial Times.

Frank, M. (2010, 13 januari). Bitter words cut short US-Cuba progress [Electronic version]. The Financial Times.

Franks, J. (2010, 8 januari). Angry Cuba demands removal from U.S. terrorism list. Retrieved July 9, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSTRE60732R20100108

Franks, J. & Valdes, R.T. (2010). Cuban political prisoners moved closer to home. Retrieved July 10, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSTRE6506RB20100602

Free the Five Committee Belgium. (2009). Wie zijn de vijf? Retrieved, May 8, 2010, from http://www.jointhecubanfive.org/thecubanfive.html

Gibbs, S. (2003). Cuba's cocktail wars. BBC News, 15 juli. Retrieved July 13, 2010, from http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/3069341.stm

Gjelten, T. (2008). Raul Castro‟s Reforms Raise Expectations in Cuba. Retrieved July 6, 2010, from http://www.npr.org/templates/story/story.php?storyId=90325931

Glasnost in Cuba. (2005). Vs willen voedselverkoop aan Cuba bemoeilijken. Retrieved July 7, 2010, from http://cuba.web-log.nl/cuba/vs_en_cuba/

Glasnost in Cuba. (2008). Verenigde Staten wijzen aanbod Cuba af. Retrieved July 8, 2010, from http://cuba.web-log.nl/cuba/vs_en_cuba/

Glasnost in Cuba. (2010). Reisversoepeling Amerikanen dichterbij. Retrieved July 20, 2010, from http://cuba.web-log.nl/cuba/vs_en_cuba/

88

Glasnost in Cuba. (2010). Rol katholieke kerk: begin van een „nieuwe tijd in Cuba (1). Retrieved June 30, 2010, from http://cuba.web- log.nl/cuba/mensenrechtendissidenten/index.html

Gnesotto, N. (2010). Reshaping EU-US Relations: A Concept Paper [Electronic version]. Notre Europe.

Gott, R. (2005). Cuba: A New History (2nd ed.). Yale: Yale University Press.

GovTrack. (2010). H.R. 4645: Travel Restriction Reform and Export Enhancement Act. Retrieved July 20, 2010, from http://www.govtrack.us/congress/bill.xpd?bill=h111-4645

Grogg, P. (2003). Water weer wat dieper tussen Cuba en de EU. Retrieved July 13, 2010, from http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2[art_id]=11326&cHash=02f2fd8344

Gratius, S. (2005). Helping Castro? EU and US policies towards Cuba [Electronic version]. FRIDE, Working Paper n°14.

Gratius, S. & Ledger, T. (2009). Latin America is Different: Transatlantic Discord on How to Promote Democracy in “Problematic” Countries. In A. Magen, T. Risse & M. McFaul (Eds.), Promoting democracy and the rule of law (pp. 185-215). New York: Palgrave Macmillan.

Grudgings, S. (2008, 18 December). Raul Castro suggests US release Cuban Five as gesture of goodwill. Havana Journal. Retrieved July 9, 2010, from http://havanajournal.com/politics/entry/ raul-castro-suggests-us-release-cuban-five-as-gesture- of-goodwill/

Hancké, C. (2009). Embargo tegen Cuba versoepeld [Electronic version]. De Standaard, 12 maart.

Hancké, C. (2009). Obama zet deur naar Cuba op een kier [Electronic version]. De Standaard, 15 april.

Hare, P. (2008). The Odd Couple: The EU and Cuba 1996-2008. The Brookings Institution. Retrieved July 14, 2010, from http://www.brookings.edu/papers/2008/09_cuba_hare.aspx

Haven, P. (2009, 26 november). Cuba Prepares For U.S. Invasion With 3 Days Of Intense Military Exercises. The Huffington Post. Retrieved July 9, 2010, from http://www.huffingtonpost.com/ 2009/11/26/cuba-prepares-for-us-inva_n_371854.html

Haven, P. (2010, 24 februari). Orlando Zapata Tamayo: Raul Castro Regrets Death Of Dissendent. The Huffington Post. Retrieved July 9, 2010, from http://www.huffingtonpost.com/2010/ 02/24/orlando-zapata-tamayo-rau_n_475242.html

HCVAnalyses. (2008). CUBA: Pres. Raul Castro Speech at the National Assembly of People‟s Power, Havana. Retrieved July 8, 2010, from http://hcvanalysis.wordpress.com/2008/02/ 24/cuba-pres-raul-castro-speech-at-the-national-assembly-of-peoples-power-havana/

Hoefnagel, A. (n.d.).Cuba verdedigt zich tegen Amerikaanse huurlingen – dissidenten. Retrieved, May 8, 2010, from http://www.cubanismo.net/teksten_nl/democratie/verdediging_huurlingen.htm#top1

89

Horowitz, I. L., & Suchlicki, J. (2003). Cuban (11th ed.). New Brunswick: Transaction Publishers.

Huddleston, V. (2007, 6 februari). Post-Fidel Cuba. The Washington Times. Retrieved July 6, 2010, from http://www.brookings.edu/opinions/2007/0206latinamerica_huddleston.aspx

Huddleston, V. (2008, 10 maart). Cuba Embargo's Usefulness Has Run Its Course. Miami Herald. Retrieved July 6, 2010, from http://www.brookings.edu/opinions/2008/ 0310_cuba_huddleston.aspx?p=1

Huddleston, V. (2008). What Does Fidel Castro‟s Retirement Mean for Cuba? Retrieved July 6, 2010, from http://www.brookings.edu/opinions/2008/0220_cuba_huddleston.aspx?p=1

Huddleston, V. & Pascual, C. (2007, 20 april). Play a Part in Cuba‟s Future. Miami Herald. Retrieved July 6, 2010, from http://www.brookings.edu/opinions/2007/0420latinamerica_pascual.aspx?p=1

Hudson, A. (2007). ING to close banking operations in Cuba. Retrieved July 22, 2010 from http://www.reuters.com/article/idUSN0642845120070706

ICS. (2010). Europees Parlement stemt schandalige resolutie tegen Cuba – Communisten bieden weerstand en organiseren solidariteit. Retrieved July 15, 2010, from http://cubanismo.net/cms/nl/ artikels/europees-parlement-stemt-schandalige-resolutie-tegen- cuba-communisten-bieden-weerstand-en-o

ICS. (2010). Geschiedenis van Cuba 12 (slot): Bush, ALBA, Fidel en Raúl. Retrieved July 2, 2010, from http://cubanismo.net/cms/nl/artikels/geschiedenis-van-cuba-12-slot-bush-alba-fidel- en-raul-2003

Israel, E. (2007). Raúl Castro offers reforms, talks with U.S. Retrieved July 7, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSN2641844720070726

Jenkins, T. (1996). Opinion of the Economic and Social Committee on 'Relations between the European Union and Cuba. Official Journal C 056 , 24/02/1997 P. 0091. Retrieved July 11, 2010 from http://eur- lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:51996IE1270:EN:HTML

Jenkins, T. (1997). Opinion of the Economic and Social Committee on 'Relations between the European Union and Cuba‟ . Retrieved July 16, 2010, from http://eur- lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:51996IE1270:EN:HTML

Jourdier, M. (2010, 9 maart). US eases Cuba, Iran, Sudan sanctions to allow Web services. The Sydney Morning Herald. Retrieved July 10, 2010, from http://news.smh.com.au/breaking-news- technology/us-eases-cuba-iran-sudan-sanctions-to-allow-web-services-20100309-pt1j.html

Keijsers, A. & Krabbe, J. (2009). Financiële Sanctie wetgeving. Retrieved July 22, 2010, from http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/Financiele_sanctiewetgeving/$File/BRV%20- %20Financiële%20Sanctiewetgeving.pdf

Lamrani, S. (2008). Double morale: Cuba, l'Union européenne et les droits de l'homme. Parijs: Editions Estrella.

90

Lamrani, S. (2009). Cuba and Obama‟s contradictions. Retrieved July 9, 2010, from http://progreso-weekly.com/index.php?option=com_content&task=view&id=963&Itemid=1

Lamrani, S. (2010). Cuba and the language of human rights in the Americas. Retrieved July 20, 2010, from http://www.thecommentfactory.com/cuba-and-the-language-of-human-rights-in-the- americas-3261/

Lamrani, S. (n.d). U.S. Economic sanctions against Cuba: objectives of an imperialist policy. Retrieved April 29, 2010, from http://www.thirdworldtraveler.com/ Caribbean/USEconomicSanctions_Cuba.html

Landau, A.K., & Smith, W. (2001). Keeping things in perspective: Cuba and the question of international terrorism. Retrieved July 18, from http://ciponline.org/cuba/ipr/ keepingthingsinperspective.pdf

Landau, A.K., & Smith, W. (2002). Cuba on the terrorist list: In defense of the nation or domestic political calculation? [Electronic version]. International Policy Report, nov. 2002, 1- 12.

Library of Congress. (n.d.). Primary Documents in American History. Monroe Doctrine. Retrieved April 29, 2010, from http://www.loc.gov/rr/program/bib/ourdocs/Monroe.html

Lipton, E. (2010, 3 januari). U.S. Intensifies Air Screening for Fliers From 14 Nations. The New York Times. Retrieved July 9, 2010, from http://www.nytimes.com/2010/01/04/us/04webtsa.html

Llana, S.M. & Clark, M. (2008). Cuba under Raúl: Creeping toward capitalism? Retrieved July 6, 2010, from http://www.csmonitor.com/World/Americas/2008/0724/p01s01-woam.html

Lobe, J. (2009). Cubaanse dissenten niet beter af onder Raul Castro. Retrieved June 30, 2010, from http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2[art_id]=26699&cHash=770b77b6fb

Lobe, J. (2010). US-Cuba: Clinton 'Encouraged' by Prisoner Accord. Retrieved July 10, 2010, from http://www.globalissues.org/news/2010/07/08/6243

Lopez, J.J. (2004). The 2003 Crackdown, George W. Bush, and the Non-Transition in Cuba [Electronic version]. Problems of Post-Communism, 51, nr 4, 3-11.

Magen, A. & MCFaul, M.A. (2009). Introduction: American en European Strategies to Promote Democracy – Shared Values, Common Challenges, Divergent Tools? In A. Magen, T. Risse & M. McFaul (Eds.), Promoting democracy and the rule of law (pp. 1-33). New York: Palgrave Macmillan.

Mauradian, A.M. (2001). EU-CUBA: renewing the dialogue [Electronic version]. The Courier, vol 188, 6-7.

Messina, W.A., Royce, F.S. & Spreen, T.H. (2008). Cuban Agriculture and the Impacts of Tropical Storm Fay and Hurricanes Gustav and Ike (Intern Rapport FE755). Gainesville, FL: University of Florida, Food and Resource Economics Department

91

Miller Center, University of Virginia. (2010). American Presidency: Key Events in the Presidency of George W. Bush. Retrieved July 5, 2010, from http://millercenter.org/academic/americanpresident/ keyevents/gwbush

Ministry of Foreign Affairs of Cuba. (2008). Swimming Up Stream. Retrieved July 9, 2010, from http://www.cubaminrex.cu/english/FidelAbsolvedHistory/Articulos/Reflections/2008/08- 12-04.html

Montesinos, P. (2008). Spain: Secret Meeting of Anti-Cuban Forces headed by Caleb McCarry, the US State Department's so-called Cuba transition coordinator. Retrieved July 22, 2010, from http://www.cubaminrex.cu/English/currentissues/2008/April/Spain.html

National Committe to Free The Cuban Five. (2008). Castro says could release prisoners for U.S. talks. Retrieved July 8, 2010, from http://www.freethefive.org/updates/USMedia/USMSwap121808.htm

Neill, M. (2008). Raul Castro pushes change for Cubans. Retrieved July 6, 2010, from http://edition.cnn.com/2008/WORLD/americas/04/26/raul.castro/index.html

NOS. (2007). Cuba: transitie Amerikaanse stijl. Retrieved July 22, 2010, from http://nos.nl/artikel/ 62094-cuba-transitie-amerikaanse-stijl.html

Nrc Handelsblad. (2008, 22 mei). Gsm mag in pakketje naar Cuba. NRC Handelsblad. Retrieved July 8, 2010, from http://www.nrc.nl/buitenland/article1901348.ece/ Gsm_mag_in_pakketje__naar_Cuba

Nrc Handelsblad. (2010). Cuba laat 52 dissendenten vrij. Nrc Handelsblad, 8 juli. Retrieved July 10, 2010, from http://www.nrc.nl/buitenland/article2578101.ece/ Cuba_laat_52_dissidenten_vrij?service=Print

Obama, B.H. (2008). Remarks of Senator Barack Obama: Renewing U.S. Leadership in the Americas. Retrieved July 9, 2010, from http://www.barackobama.com/2008/05/23/ remarks_of_senator_barack_obam_68.php

Ondetti, G.A. (1995). Western European and Canadian Relations with Cuba after the Cold War. Retrieved July 11, 2010 from http://www.trinitydc.edu/academics/depts/Interdisc/International/ caribbean%20briefings/WesternEuropean.pdf

Oostindie, G.J. & Silva, P. (1997). Europa en de Cubaanse crisis. Internationale spectator, 51, 55-60.

Oxfam. (2003). Bacardi & C°: of hoe rum uit de Bermuda‟s, de Europese buitenlandse politiek beïnvloedt. Retrieved 3 Mei, 2010, from http://www.oxfamsol.be/nl/Bacardi-Co-of-hoe-rum- uit-de.html

Partlow, J. (2008, 24 september). Hurricanes Shift Debate on Embargo Against Cuba. Washington Post. Retrieved July 7, 2010, from http://www.washingtonpost.com/wp- dyn/content/article/2008/ 09/23/AR2008092303668_pf.html

92

Peters, P. (2007, 1 oktober). Will Raúl Castro Reform Cuba‟s Economy. The Latin Business Chronicle. Retrieved July 8, 2010, from http://www.latinbusinesschronicle.com/app/ article.aspx?id=1672

Peters, P. (2009). Raulonomics: Tough Diagnosis and Partial Prescriptions in Raul Castro‟s Economic Policies. Lexicon Institute. Retrieved July 8, 2010, from http://www.lexingtoninstitute.org/library/resources/documents/Cuba/ResearchProducts/Raulono mics.pdf

Pignal, S. (2009, 27 februari). Divisions in EU over Guantánamo plans [Electronic version]. The Financial Time,.

Plummer, R. (2009). Cuba slumps back into hardship. Retrieved July 9, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/business/7837959.stm

Publicaciones FRIDE. (2005). Common Goals, Different Strategies? Options for a Transatlantic Agenda on Cuba [Electronic version]. Fride, Democracy Activity Brief, 8 november 2005.

Reiff, D. (2008, 13 juli). Will Little Havana go blue? The New York Times Magazine. Retrieved July 8, 2010, from http://www.nytimes.com/2008/07/13/magazine/13CUBANS-t.html

Reihing, G. (2009). As Revolution Reaches 50, Cuba Under Raul Castro Gradually Undertakes Reforms. Retrieved July 7, 2010, from http://www.pbs.org/newshour/updates/north_america/jan-june09/cuba_01-01.html

Renfurm, J. (2006). Nederland, de EU en de Helms-Burtonact. Retrieved, May 3, 2010, from http://www.geschiedenis.nl/index2.php?option=com_content&do_pdf=1&id=219

Reuters. (2006). ING unit put on US blacklist for Cuba business. Retrieved July 22, 2010, from http://cubadata.blogspot.com/2006/10/ing-unit-put-on-us-blacklist-for-cuba.html

Reuters. (2007). Cuban rights group sees no change under Raul Castro. Retrieved July 6, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSN0842200420070109

Reuters. (2007). EU invites Cuba for talks despite contact freeze. Reuters, 18 juni. Retrieved July 14, 2010 from http://www.reuters.com/article/idUSL18587920070618

Reuters. (2010, 23 mei). Cuba agrees to move political prisoners closer to their homes. The Guardian. Retrieved July 10, 2010, from http://www.guardian.co.uk/world/2010/may/23/cuba- political-prisoners-guillermo-farinas

Reuters. (2010). Cuba protests new U.S. air security measures. Retrieved July 9, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSTRE6050KU20100106

Robles, F. (2008, 16 september). Cuba rejects U.S. supplies, asks for suspension of trade embargo. Miami Herald. Retrieved July 7, 2010, from http://www.democraticunderground.com/ discuss/duboard.php?az=view_all&address=102x3491967

Robles, F. (2008, 22 september). U.S. offers $6,3M in construction materials to Cuba. Miami Herald. Retrieved July 7, 2010, from http://cubadata.blogspot.com/2008/09/us-offers-63m-in- construction-materials.html

93

Rodriquez, K. (2010). Cuba-U.SS Rhetoric Timeline: Hope for a Basic Shift in Policy Disintegrates into Continued Polarization. Retrieved July 7, 2010, from http://www.coha.org/cuba-u-s-rhetoric-timeline-hope-for-a-basic-shift-in-policy-disintegrates- into-continued-polarization/

Roy, J. (2002). The European Anchoring of Cuba: From Persuasion and Good Intentions to Contradiction and Frustration [Electronic version]. Jean Monnet/Robert Schuman Paper Series, vol 2, nr 6

Roy, J. (2003). The European Union Perception of Cuba: From Frustration to Irritation [Electronic version]. Jean Monnet/Robert Schuman Paper Series,vol 3, nr2.

Roy, J. (2004). The European Union and Cuba in the aftermath of Castro‟s fall [Electronic version]. Jean Monnet/Robert Schuman Paper Serie, vol 4, nr14.

Roy, J. (2006). From stubbornness and mutual irrelevancy to stillness and vigil on Castro‟s crisis: The current state of European Union-Spain-Cuba relations [Electronic version]. Jean Monnet/Robert Schuman Paper Series, vol 6, nr 41.

Schor, E. (2008, 23 mei). US elections 2008: Obama urges thaw in US-Cuba relations. The Gardian. Retrieved July 9, 2010, from http://www.guardian.co.uk/world/2008/may/23/ barackobama.uselections20081

Seib, C. (2008). Lloyds TSB expects £180m bill for US blacklist breach [Electronic version]. The Times, 6 juni.

Serrano, P. (2008). Bush‟s Cuba Point Man and His Europe Tour. Retrieved July 22, 2010, from http://embacuba.cubaminrex.cu/Default.aspx?tabid=7855

Sheridan, M.B. (2009, 31 mei). Cuba Agrees to Resume Immigration Talks With U.S. Washington Post. Retrieved July 8, 2010, from http://www.washingtonpost.com/wp- dyn/content/article/ 2009/05/31/AR2009053101078.html

Short, V. (2007). United States warns Spain over Cuba policy. Retrieved July 22, 2010, from http://www.wsws.org/articles/2007/jul2007/cuba-j30.shtml

Smis, S. & Van der Borght, K. (1999). The EU-U.S. Compromise on the Helms-Burton and D‟Amato Acts. The American Journal of International Law, Vol.93, Nr.1, 227-236.

Smith, W.S. (1996). Shackled to the past: the United States and Cuba. Current History, Vol. 95, nr 598, 49.

Smith, W.S. (2003). Crackdown in Cuba [Electronic version]. The Nation, 276, nr 18, 31.

Snow, A. (2005, 10 januari). Cuba Announces Formal Ties With All of EU. The State. Retrieved July 14, 2010, from http://www.latinamericanstudies.org/cuba/eu-ties.htm

Suchlicki, J. (2001). THE U.S. EMBARGO OF CUBA: Important Considerations. Retrieved April 30, 2010, from http://cuba.iccas.miami.edu/Docs/c01882.pdf

Sullivan, M. P. (1999). Cuba-U.S. Relations: Chronology of Key Events 1959-1999. Retrieved, May 8, 2010, from https://hsdl.org/?abstract&doc=89457&coll=public

94

Sullivan, M. P. (2006). Cuba: Issues for the 109th Congress. CRS Report for Congress. Retrieved, May 6, 2010, from http://fpc.state.gov/documents/organization/78712.pdf

Sullivan, M. P. (2008). Cuba: Issues for the 110th Congress. CRS Report for Congress. Retrieved, June 29, 2010, from http://fpc.state.gov/documents/organization/78712.pdf

Sullivan, M.P. (2008). Cuba‟s Political Succession: From Fidel to Raúl Castro. CRS Report for Congress. Retrieved July 5, 2010, from http://www.fas.org/sgp/crs/row/RS22742.pdf

Sullivan, M. P. (2009). Cuba: Issues for the 111th Congress. CRS Report for Congress. Retrieved, May 7, 2010, from http://fpc.state.gov/documents/organization/124983.pdf

The Economist. (2007). The revolution is not yet over [Electronic version]. The Economist, 23 juni. Retrieved July 14, 2010, from http://www.allbusiness.com/government/government- bodies-offices/14385196-1.html

The Financial Times. (2009, 15 april). Obama changes tack on Cuba [Electronic version]. The Financial Times.

The Library of Congress. (2010). Bill Summary & Status - 111th Congress (2009 - 2010) - H.R.4645. Retrieved July 20, 2010, from http://thomas.loc.gov/cgi-bin/bdquery/z?d111:h4645:

The Washington Post. (2010, 26 maart). Tougher on Cuba: President Obama speaks up at the right time. The Washington Post. Retrieved July 10, 2010, from http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2010/03/25/AR2010032503094.html

The White House. (2009). Fact Sheet: Reaching Out to the Cuban People. Retrieved July 9, 2010, from http://www.whitehouse.gov/the_press_office/Fact-Sheet-Reaching-out-to-the- Cuban-people/

Thompson, G. (2009, 22 mei). U.S. Signals Willingness to Talks With Cuba. The New York Times. Retrieved July 9, 2010, from http://www.nytimes.com/2009/05/23/world/americas/23cuba.html

Tzivelis, V. (2006). The European Union‟s Foreign Policy Towards Cuba: It is Time to Tie the Knot. Jean Monnet/Robert Schuman Paper Series, vol 6, nr 7.

U.S. Code. (1917). Trading With the Enemy Act. Retrieved July 5, 2010, from http://www.treas.gov/offices/enforcement/ofac/legal/statutes/twea.pdf

U.S. Department of State, Bureau of Public Affairs, Office of the Historian. (n.d.). James Monroe (1758-1831). Retrieved April 29, 2010, from http://history.state.gov/departmenthistory/people/monroe-james

U.S. Department of State, Bureau of Public Affairs, Office of the Historian. (n.d.). Monroe Doctrine, 1823. Retrieved April 29, 2010, from http://history.state.gov/milestones/1801- 1829/Monroe

U.S. Department of State. (n.d.). State Sponsors of Terrorism. Retrieved July 21, 2010, from http://www.state.gov/s/ct/c14151.htm

95

U.S. Department of State, Bureau of Western Hemisphere Affairs, Office of Cuban Affairs. (2000a). Fact sheet: The Cuban Adjustment Act. Retrieved, May 6, 2010, from http://www.state.gov/www/regions/wha/cuba/cuba_adjustment_act.html

U.S. Department of State. (2000b). Libertad Act. Retrieved, May 7, 2010, from http://www.state.gov/www/regions/wha/cuba/helms.html

U.S. Department of State. (1996). Cuban Liberty and Democratic Solidarity (LIBERTAD) Act of 1996. Retrieved, May 7, 2010, from http://www.state.gov/www/regions/wha/cuba/helms- burton-act.html

U.S. Department of State. (1999). U.S.-Cuban Relations. Retrieved, May 8, 2010, from http://www.state.gov/www/regions/wha/cuba/policy.html

U.S. Department of State. (2002). Paterns of Global Terorism. Retrieved June 30, 2010, from http://www.state.gov/documents/organization/10319.pdf

U.S. Departement of the Treasury. (2009). Cuban Assets Control Regulations. Retrieved July 5, 2010, from http://www.ustreas.gov/press/releases/tg273.htm

U.S. Departement of the Treasury. (2010). Office of Foreign Assets Control – Mission. Retrieved July 18, 2010, from http://www.ustreas.gov/offices/enforcement/ofac/

U.S. Office of the Director of National Intelligence. (2006). Mission Manager for Cuba and Venezuela Announced. Retrieved July 5, 2010, from http://www.dni.gov/press_releases/ News_Release_16_08_18_06.pdf

Ulmer, A. (2009, 1 september). Cuban-Americans shift on dialogue with Havana. The Financial Times.

USAID. (2008). Latin America and the Caribbean – Hurricane Season 2008. Fact Sheet. Retrieved July 7, 2010, from http://www.usaid.gov/our_work/humanitarian_assistance/disaster_assistance/ countries/lac/template/fs_sr/fy2008/lac_hs_fs03_09-10-2008.pdf

Van Neck, S. (2005). De driehoeksverhouding Cuba-EU-VS na de Koude Oorlog. (Thesis). Gent: Universiteit Gent, Vakgroep Politieke Wetenschappen.

Vandepitte, M. (2010). Wat met de Cubaanse Revolutie na Fidel Castro? [Electronic version]. MO*Paper, nr.40, 7.

Voss, M. (2009, 15 september). Obama renews cuba trade embargo. Retrieved July 9, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/8256196.stm

Voss, M. (2009, 24 februari). Raul Castro marks a year in power. BBC News. Retrieved July 9, 2010, from http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/americas/7907947.stm

Vranckx, A. (2009). 50 jaar revolutie in Cuba. Reflector, 10.4, 12-17. Retrieved April 30, 2010, from https://biblio.ugent.be/input/download?func=downloadFile&fileOId=793622&recordOId=4352 28

96

Ward, A. (2007, 24 oktober). Bush renews call for change in Cuba. Financial Times. Retrieved July 5, 2010, from http://cuba.blogspot.com/2007/10/bush-renews-call-for-change-in-cuba.html

Watt, N. (2005). EU tries to end Cuba cocktail war. The Guardian, 1 februari, 2005. Retrieved July 13, 2010, from http://www.guardian.co.uk/world/2005/feb/01/cuba.eu

Wedge, R. (2007). UCD a Cold House for Caleb Charles McCarry and U.S plans for Cuba. Indymedia Ireland, 30 april. Retrieved July 22, 2010, from http://www.indymedia.ie/article/82258

Weissert, W. (2009, 17 september). Cuba won‟t make moves to better US relations. The Boston Globe. Retrieved July 9, 2010, from http://www.boston.com/news/world/latinamerica/articles/ 2009/09/17/cuba_wont_make_moves_to_better_us_relations/

Worsnip, P. (2008, 29 oktober). U.N. votes against U.S. embargo on Cuba for 17th year. Retrieved July 9, 2010, from http://www.reuters.com/article/idUSTRE49S6V020081029

97

i De „Cuban Five‟ - Sinds het begin van de revolutie emigreerden vele Cubanen naar Miami om van daaruit het communistische regime en de regering van Fidel Castro te ondermijnen en te destabiliseren (zie supra). Naar aanleiding van enkele bomaanslagen in grote toeristische steden zoals Havanna en Varadero in 1997 besloot de Cubaanse regering enkele Cubaanse geheimagenten naar Miami te sturen. Het herstel van de Cubaanse economie en de steeds toenemende stroom toeristen lag de Cubaanse maffia in Miami zwaar. De undercover agenten probeerden te infiltreren in de terroristische netwerken om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en zo de aanslagen te vermijden. Wanneer de Cubaanse overheid een dossier overhandigt aan de FBI met daarin informatie verkregen door de vijf, worden niet de terroristen gearresteerd, maar wel de vijf Cubanen. Ze worden veroordeeld tot ongelooflijk zware straffen en worden opgesloten in vijf hoge veiligheidsgevangenissen verspreid over de VS. Van een eerlijk proces is geen sprake. Critici zeggen dat de jury geïntimideerd werd, de geheimagenten en hun advocaten geen vrije toegang kregen tot hun dossiers en verschillende getuigenissen ten voordele van de Cubanen niet aan bod kwamen. Een jaar na het proces gaf de openbare aanklager toe dat het onmogelijk is in Miami een eerlijk proces te krijgen wanneer iemand wordt gezien als een sympathisant van de Cubaanse regering. (Demuynck & Vandepitte, 2008; De Redactie.be, 2009; Free the Five Committee Belgium, 2009) ii Verklaringen van de VS waarom Cuba op de lijst van State Sponsors of Terrorism staat - Fidel Castro zou volgens de VS terrorisme zien als legitiem middel voor revolutie en zou het eiland een schuilplaats bieden aan gezochte leden van de Baskische afscheidingsbeweging ETA en leden van het IRA. Dat er enkele Baskische separatisten op het eiland wonen is correct, maar dat ze onderdak krijgen van de Cubaanse regering is niet juist. Bovendien heeft de Spaanse regering niet gevraagd naar de uitlevering van deze Basken en is er geen enkel bewijs dat de ETA-leden die op het eiland verblijven, betrokken zijn bij terroristische activiteiten op Spanje. Ook zouden er op het eiland een aantal Amerikaanse criminelen wonen die op de vlucht zijn voor het Amerikaanse gerecht. Dit is waar, maar dat is hoofdzakelijk het gevolg van de slechte relaties tussen Havana en Washington die ervoor zorgen dat er geen uitleveringsverdrag van kracht is. En bovendien zou Cuba goede banden onderhouden met Colombiaanse guerrillabewegingen, zoals de FARC en het ELN, en ontmoetingen tussen hen en de Colombiaanse regering vergemakkelijkt hebben. Fidel Castro heeft inderdaad een belangrijke rol gespeeld in het vredesproces tussen de Colombiaanse president Pastrana en de verschillende guerrillastrijdkrachten. Deze samenwerking verliep echter hoofdzakelijk in het kader van veiligheid en de strijd tegen drugs en drugstrafiek. Ook Mexico, Venezuela en enkele andere landen hebben contacten gehad met de FARC en het ELN. Ironisch genoeg is de VS één van deze landen. Het is dus twijfelachtig of Cuba wel degelijk thuishoort op deze lijst. (Center for International Policy, 2005; Landau & Smith, 2001, 2002; U.S. Department of State, 2002; Van Neck, 2005) iii De prijs die wordt betaald aan producenten van melk en rundvlees wordt verdrievoudigd en de staat vereffent haar schulden met de landbouwers. Er komen aanpassingen van de douanevoorschriften, waardoor Cubanen auto-onderdelen, huishoudelijke apparaten en televisies mogen ontvangen van familieleden in de VS en private taxibedrijven mogen dankzij Raúl vrij opereren, zonder bemoeienissen van de politie. De Cubaanse regering stapt echter niet af van haar staatseigendommen in bepaalde sectoren en laat niet meer private ondernemingen toe. (Peters, 2007; Reuters, 2007a; Sullivan 2008b, 2009) iv Er komt een einde aan de toerismeapartheid, waarbij het verboden was voor Cubanen om in toeristische hotels te verblijven, en de Cubaanse bevolking krijgt de toestemming om gsm‟s aan te kopen. Ook computers voor persoonlijk gebruik en energieverbruikende goederen, zoals rijstkokers en dvd-spelers, mogen nu legaal aangekocht worden. Bovendien wordt er een voorstel uitgewerkt die Cubanen zou toelaten om te reizen zonder dat ze daar eerst toestemming voor moeten krijgen.

v In zijn pogingen om het starre socialistische systeem van zijn broer Fidel aan te passen, is landbouw één van Raúl Castro‟s topprioriteiten. Hij erkent het feit dat de regering minder goed boerderijen kan beheren dan private bedrijven en beslist daarom enkele grote landbouwhervormingen in te voeren. De regering laat haar centrale controle op boerderijen varen en vervangt deze door controle vanuit lokale raden. Landbouwers krijgen meer vrijheid en krijgen nu zelf de keuze over hoe ze hun land willen gebruiken en welke voorraden ze willen aankopen. Ook krijgen ze het recht om alle landbouwmateriaal te kopen die ze

98

zich kunnen veroorloven. Om de productie een boost te geven, zouden de prijzen van bepaalde goederen verhoogd worden. Bovendien krijgen private landbouwers en coöperaties de toestemming om onbewerkt land van de regering tegen winst te bewerken. Dit zijn enkele veranderingen die voor de bevolking op het platteland van grote betekenis zijn.

99