PROVINCIE : WEST-VLAANDEREN GEMEENTE : LEDEGEM

Project : GRUP Centrum Noord

Dossier nr. : 08.13

PLAN-MER-TOETS

1. INLEIDING

Volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 18/04/2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) – dat in werking is getreden vanaf 1 juni 2008 - , is het de bedoeling dat in een vroeg stadium van het voorbereidende proces rekening wordt gehouden met de milieueffecten van alternatieven die aan bod komen in het ruimtelijk planningsproces. Hierdoor kan de eventuele milieubeoordeling gericht gebeuren op de relevante elementen die in een RUP kunnen opgenomen worden en wordt de milieubeoordeling geïntegreerd in het planningsproces alsook in de formele RUP-procedure. Voorafgaand aan de uitnodiging van de plenaire vergadering van het RUP, moet uitsluitsel worden gegeven omtrent de noodzaak van een planmilieueffectrapport (kortweg plan-MER genoemd), conform de bepalingen van een RUP beschreven in art. 38 §1 van het decreet van 18/05/1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de planmer-plicht zoals beschreven in zowel het MER-decreet van 27/04/2007 als het besluit van de Vlaamse Regering van 12/10/2007 betreffende de milieueffectenrapportage over plannen en programma’s.

Via een stapsgewijze evaluatie zal de noodzaak van een plan-MER worden onderzocht. Indien uit deze plan-MER-toets blijkt dat een plan-MER bij het voorliggend RUP niet verplicht moet uitgevoerd worden, zal een procedure tot ontheffing van de planmerplicht bij de betrokken overheidsinstanties en de dienst Mer worden aangevraagd.

2. CONTACTGEGEVENS

Opdrachtgevend bestuur : Gemeente Ledegem, Rollegemstraat 132, 8880 Ledegem Stedenbouwkundig ambtenaar : dhr. Marnix Vanneste [email protected]

Ontwerper : Studiebureau Demey, Beversesteenweg 314, 8800 Projectleider : dhr. Bert Deckmyn [email protected]

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 1 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

3. BESCHRIJVING RUP

3.1. DOELSTELLING

3.1.1. Doel Het RUP ‘Centrum Noord’ heeft als doel de voorschriften in het noordelijk deel van het centrumgebied te harmoniseren en op elkaar af te stemmen. Nu bedekken vier verschillende BPA’s / RUP delen van dit gebied. De overvloed aan verschillende voorschriften geeft op de dag van vandaag een chaotische en onoverzichtelijke situatie.

Het nieuwe RUP maakt geen grote wijzigingen van bestemming ten opzichte van de bestaande BPA’s / RUP.

Het RUP heeft tot doel om de opties die door de gemeente genomen werden in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan over het centrum van de gemeente te kunnen realiseren. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd goedgekeurd op 24 november 2005.

De belangrijkste opties van het GRS die vertaald werden in dit plan zijn:

 ruimtelijke afbakening van de dorpskern: - door de oude spoorwegzate, - door het valleigebied van de Wulfdambeek. - door het woonlint langs de Rollegemstraat een duidelijke stop te geven.

 kernversterking: - door het verouderde woningbestand van de kern van Ledegem aan te pakken , - door bedrijvigheid te stimuleren, - door culturele en sociale functies uit te bouwen.

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 2 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

3.1.2. Reikwijdte en detailleringsniveau : Het voorliggend RUP vormt het kader voor het vereenvoudigen van het ruimtelijk plan van het centrum van de gemeente Ledegem. Er worden op perceelsniveau een aantal wijzigingen en/of uitbreidingen aangebracht.

Het RUP Centrum beslaat delen die in het gewestplan ingekleurd zijn als woongebied en delen die ingekleurd zijn als landbouwgebied.

Afb.1 : GEWESTPLAN (bron AGIV)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 3 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

3.2. AFBAKENING VAN HET PLANGEBIED

Het voorliggend RUP “Centrum Noord” is gelegen in de bebouwde kom ten westen van de Rollegemstraat. Het RUP is een herziening van de bestaande BPA’s en GRUP’s : • BPA nr.4 DORP • BPA CENTRUM • BPA TUINWIJK • RUP RUSTOORD

Het plangebied bevat naast woongebieden en zones van openbaar karakter (scholen, rusthuizen) ook de omgeving van de zuidelijke gelegen kerk met omgeving. De totale oppervlakte van het nieuwe RUP bedraagt 69 ha 78 a 06 ca.

Afb. 2 : STRATENATLAS (bron Google Maps)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 4 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

3.3. ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN

3.3.1. Nulalternatief

• De opmaak van het GRUP “Centrum Noord” kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd bij Ministrieel Besluit dd. 24/11/2005

BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Hierna volgt een beschrijving van de relevante punten uit het informatief gedeelte van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan: Nederzettigsstructuur Ledegem is een bedrijfsondersteunend hoofddorp, ondersteunend voor wonen en werken in het buitengebied. Het heeft een lokale verzorgende rol en een lokaal bedrijventerrein. Om een groei te evenaren zoals deze van de provincie zal Ledegem de migratietrend moeten stop zetten en impulsen creëren voor inwijking , door het aanbieden van een gedifferentieerd aanbod aan woongelegenheden.

Ledegem heeft een vrij compacte nederzettingsstructuur, met in het noorden zowel in oostelijke als in westelijke richting een lintvormige ontwikkeling. Ledegem heeft zich ontwikkeld langsheen de verbindingswegen tussen de Provinciebaan en Rollegem- Kapelle. Langs deze lokale verbindingswegen (Papestraat, Rollegemstraat) vinden we de oudste aaneengesloten bebouwing. Later zijn de tussenliggende gebieden opgevuld met sociale verkavelingen en residentiële woningen. De gemiddelde bebouwingsdichtheid in deze meer open gebieden bedraagt ca. 15 woningen per hectare.

De deelgemeente Ledegem beschikt over geen vrijliggende binnengebieden of over grote leegstaande gebouwen. Her en der komen nog onbebouwde kavels voor, hetzij in verkaveling hetzij langs uitgeruste weg (cfr. hoofdstuk 4.1.3). Ten noorden van de eigenlijke dorpskern bevindt zich een sociale verkaveling, waarvan nog ca. 21 woonkavels niet zijn ingevuld. Ledegem zelf beschikt over drie woonuitbreidingsgebieden: twee ten noordwesten van de kern en één ten oosten. Deze drie woonuitbreidingsgebieden zijn vrijwel nog onbebouwd. De twee woonuitbreidingsgebieden in het noordwesten hebben samen ongeveer een onbebouwde oppervlakte van 6 ha.

Het oostelijk gelegen woonuitbreidingsgebied is nog volledig vrij. Sinds mei 2001 is het nieuw administratief centrum van de gemeente in gebruik. Het situeert zich perifeer, ten oosten van de dorpskern Ledegem. De sporthal met bijbehorend speelplein ligt centraal t.a.v. de bebouwingskern van Ledegem. Ten zuidwesten situeert zich een kleine voetbalsite. Ten westen van de spoorwegzate is een visvijver gelegen. Deze sportinfrastructuren zijn niet zonevreemd.

Door een gedifferentieerde aanpak van het gabariet kan de identiteit van de dorpskernen versterkt worden. Delen van hogere bebouwing moeten aanleunen bij het centrum van de dorpskern. Naarmate de bebouwing dichter aanleunt bij de open ruimte moet deze lager zijn.

De kernen van de gemeente Ledegem kennen nu reeds een gevarieerde woondichtheid. Dit gedifferentieerde aanbod aan woontypologieën wenst de gemeente verder te ondersteunen. Een verdere verdichting zal vooral in de kern gesitueerd zijn. Een verdichting in de verkavelingen is heel beperkt mogelijk. Bij nieuwe vormen van verdichting, bv. onder de vorm van appartementering, moet men steeds het dorpskarakter respecteren. Huidige bouwhoogtes moeten ongeveer behouden blijven, eventueel hoger kan slechts als de gebouwen aansluiten op bestaand hoger gabariet of op strategische plekken zoals kruispunten en pleinen en met in achtname van voorgestelde oplossingen op het vlak van groep.

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 5 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

Natuurlijke structuur Het aantal natuurlijk waardevolle gebieden is in Ledegem vrij beperkt; een verdere versnippering van de resterende waardevolle open ruimte moet voorkomen worden. Behalve de beekvalleien van de Heulebeek-Wulfdambeek, Harelbeek, Vlinderbeek en Koolsdambeek als ecologische en landschappelijke relevante entiteiten is er ook nog de omgeving van de oude spoorwegzate, waar verscheidene restanten van waardevolle landschapselementen voorkomen.

De spoorwegzate is een lineair groen-recreatief element dat de gemeente doorsnijdt van noord naar zuid. Deze spoorwegzate is een groene draad waarop bestaande groenentiteiten kunnen geënt worden en op die manier een ecologische keten vormen en een meerwaarde bieden voor de recreant. Bestaande ecologische potenties kunnen verder worden versterkt. Deze groenentiteiten zijn divers in karakter. Het betreft hier onder andere weilanden, bos, … De landbouw die in een aantal entiteiten voorkomen kan verder blijven bestaan.

Er wordt een bosuitbreiding ter hoogte van het bestaande Meersbos langsheen de spoorwegzate voorgesteld, met behoud en opwaardering van de huidige aanpalende meersgronden en met een recreatief medegebruik

Agrarische structuur Ledegem maakt deel uit van een gebied met een intensief gedifferentieerde agrarische structuur.

Economische structuur In de kernen kan de bedrijvigheid behouden blijven, tenzij deze de ruimtelijke draagkracht van de omgeving zou overschrijden. Het behoud en verder stimuleren van verwevenheid wonen-werken binnen de dorpskernen is belangrijk.

Toerisme en recreatie Oude spoorweg Roeselare- is een selectie in het Provinciaal Ruimtelijk structuurplan De bestaande fiets-voetgangersas op de oude spoorwegzate wordt de ‘groene’ draad, waarop verscheidene groene elementen worden geënt: het noordelijk gelegen natuurgebied en aanpalend waardevolle agrarische gronden, visvijver ‘Dumoulin’ en directe omgeving. De omgeving van het ‘Meersbos’ wordt als een recreatief knooppunt ontwikkeld. Door de uitbreiding van het bestaande bos en een opwaardering van de aanpalende meersgronden ontstaat een synergie tussen waardevolle natuurelementen en de visvijver en wordt een zacht-recreatief rustpunt gecreëerd.

Optimaliseren van bestaande sport-, jeugd- en recreatielocaties met een sterke verwevenheid met de nederzettingsstructuur.

Het verder uitwerken van een lokaal fiets-wandelroutenetwerk, inspelend op lokale trekpleisters; waarbij vertoefplaatsen op de lokale fiets- en wandelroutes geënt worden: Kleine Meer, Hof ter Emstrode, ’t Wilgenhof, Meersbos.

verkeer en vervoer Het wonen creëert een probleem van hoge vraag naar straatparkeren, onveilige opritten,… In ledegem centrum creëert het wonen een licht capaciteitsprobleem. Ledegem moet een verkeersluw gebied worden waar de socio-economische functie primeert op de verkeersfunctie. Het voetgangersnetwerk optimaliseren door de bestaande voorzieningen voor voetgangers te verbeteren en doorsteken te voorzien die de wijken rechtstreeks ontsluiten. De wegen dermate te categoriseren dat het doorgaand verkeer niet meer door de dorpscentra moet rijden, en dat de gewenste hoofdfunctie van een weg erdoor wordt versterkt. Het parkeren in de centrumstraten afbouwen teneinde meer ruimte te voorzien voor voetgangers en fietsers.

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 6 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

De verblijfsgebieden in te richten als zone 30. De gemeente selecteert volgende wegen als lokale ontsluitingsweg: - Fabriekslaan, Papestraat - Oekenestraat, - Izegemstraat, - Gullegemstraat - Lendeleedsestraat - Roeselarestraat - Wevelgemstraat, (cfr. mobiliteitsplan deel 1, 2.5.4)

GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Als relevante punten uit de gewenste ruimtelijke structuur selecteren we volgende punten: 1. ruimtelijke afbakening van de dorpskern. 2. kernversterking. 3. optimaliseren van het lokale bedrijventerrein. 4. groene invingering. 5. uitwerken van de groene-recreatieve as met daaraan gekoppeld een groen recreatiegebied.

1. ruimtelijke afbakening van de dorpskern: In het zuid-westen wordt Ledegem-kern begrensd door de oude spoorwegzate , in het zuiden door het valleigebied van de Wulfdambeek . Het oosten en het noorden van Ledegem-kern heeft geen duidelijke, natuurlijke begrenzing. Het achterliggende gebied is echter nog vrij gaaf, vooral daar waar het gebied aan de beekvallei van de Wulfdambeek paalt. Het woonlint langs de Rollegemstraat naar Rollegem-Kapelle toe vraagt om een duidelijke stop, zodat de twee deelgemeenten niet aan elkaar groeien.

2. kernversterking: In Ledegem-kern is er een gebied van vrijliggende percelen, ca. 21 loten, gelegen aan uitgeruste weg. Deze percelen zijn echter in handen van bouwmaatschappij ‘De Mandel’ zodat men geen greep heeft op het vrijgeven van gronden op de bouwmarkt. Bedrijven die aan de rand van de kern gevestigd zijn en momenteel juridisch zonevreemd zijn, kunnen zeker blijven en uitbreiden zonder een al te grote schaalvergroting . Kernversterking houdt ook in dat (reeds bestaande) culturele en sociale functies worden uitgebouwd . Het verouderde woningbestand van de kern van Ledegem moet aangepakt worden door de sanering te stimuleren . Door een doelgerichte aanpak kunnen de verouderde woningen in een hedendaags, aantrekkelijk kleed gestopt worden, voorzien van alle comfort. Deze aanpak kadert in het huisvestingsbeleid waarmee de gemeente, op intergemeentelijk niveau, begin 2004 een start nam.

3. optimaliseren en afwerking van het lokale bedrijventerrein

4. ontwikkeling van woonuitbreidingsgebieden met groene dooradering

5. groen-recreatie De bestaande fiets-wandelas wordt verder versterkt als groene-recreatieve as . Het noordelijke deel van de as moet visueel aan het zuidelijke deel worden gelinkt, via de St. Pietersstraat. Een aftakking van de andere fiets-wandelsroute geeft aansluiting op de oversteek aan de N32. Een uitbreiding van het Meersbos en een opwaardering van de bestaande meersgronden laat de bestaande recreatiezone (visvijver met horeca, hof ter Emstrode) en voornoemde naar elkaar toegroeien in een zacht-recreatief knooppunt op lokaal vlak.

6. beleid voor landelijke woonconcentratie (juridisch vastgelegd)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 7 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

VISIE EN PLANOPTIES

1. ruimtelijke afbakening van de dorpskern

1.1 centrumgebied ruimtelijk differentiëren

Er worden verschillende voorschriften gemaakt om het woongebied vast te leggen. Zo wordt ernaar gestreefd om een duidelijke differentiatie vast te leggen in het woningaanbod. Er wordt een centrumgebied afgebakend (Stationstraat, Rollegemstraat, St. Eloois Winkelstraat) waarbij een verwevenheid aan functies ten volle wordt gestimuleerd en waarbij een derde bouwlaag wordt toegelaten. Deze zone wordt het ruimtelijke centrum van de gemeente. Langs de historische uitvalswegen van de gemeente wordt een aaneengesloten bebouwing gestimuleerd en een verwevenheid aan functies toegelaten maar beperkt. De binnengebieden worden gezien als duidelijke woonentiteiten.

1.2 grenzen ruimtelijk vastleggen

In zuidelijke richting wordt de grens van de gemeente ruimtelijk sterk vastgelegd door de vallei van de Wulfdambeek/ Heulebeek. We willen het plangebied nog uitbreiden buiten de Wulfdambeek/ Heulebeek om hier een duidelijke stop te kunnen vastleggen aan de bestaande bebouwing. De gemeentelijke begraafplaats vormt hier het scharnierpunt tussen de open ruimte en de bebouwde omgeving.

In westelijke richting is de oude spoorwegbedding een harde grens tussen de bebouwde omgeving en de open ruimte. Dit RUP doet geen uitspraken over deze spoorwegbedding aangezien deze is geselecteerd door de Provincie.

In noordelijke richting is de grens tussen dorp en landschap diffuus. Hier bevinden zich een aantal historisch gegroeide bedrijven die deel uitmaken van het BPA Tuinwijk of een eigen sectoraal BPA hebben. De bestaande grenzen worden hier behouden en de voorschriften en buffers overgenomen in dit RUP. Langs de Rollegemstraat wordt een duidelijke stop gemaakt aan de bestaande bebouwing. De grens van het RUP valt samen met de bestaande bebouwing langs de Rollegemstraat.

2. kernversterking

2.1 gedifferentieerd woningaanbod

Er worden drie duidelijk gedefinieerde zones voorzien in het woongebied. Een eerste zone is het centrumgebied, hier worden nevenbestemmingen gestimuleerd en een derde bouwlaag toegelaten. In een tweede zone (gesloten en half-open bebouwing) , die zich langs de historische invalswegen van de gemeente bevindt, wordt een verdichte bebouwing gestimuleerd, de klemtoon ligt er op wonen. In een derde deelzone van het woongebied, de binnengebieden, wordt de klemtoon gelegd op een rustige woonomgeving.

2.2 verwevenheid wonen – werken

In het centrumgebied wordt ernaar gestreefd om een verwevenheid aan functies te stimuleren en maximaal toe te laten, zolang ze de draagkracht van de dorpskern niet overschrijden.

De bedrijven die zich binnen de planzone bevinden werden individueel behandeld. Voor elke site werd nagegaan of het opportuun was of deze verankerd werd in dit plan.

Zowel aan de noordelijke als de zuidelijke grens van het plangebied wordt een ‘gemengde woon-werk zone’ gedefinieerd.

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 8 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

2.3 culturele en sociale functies verankeren

School ‘De Eekhoorntjes’ De schoolgemeenschap heeft geen directe plannen om wijzigingen aan te brengen aan de bestaande situatie. De site wordt omwille van zijn strategische ligging volledig ingekleurd als ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’. Deze bestemming laat toe dat deze site steeds een invulling krijgt in functie van de gemeenschap.

School en cultureel centrum De school die zich op deze site bevindt verdwijnt op deze locatie. Deze zone wordt deels ingekleurd als gemeenschapsvoorziening en deels als centrumgebied. Het deel van de site waar het cultureel centrum gelegen is wordt samen met de nodige buitenruimte bestemd als ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’. Het deel van de site gelegen langs de Rollegemstraat wordt opgenomen in het centrumgebied zodat hier een afwerking kan gebeuren van de bestaande straatgevel.

Rustoord ,klooster, service flats en dienstencentrum De site van het dienstencentrum wordt verankerd en uitgebreid langs de Stationsstraat.

Vrije Basisschool Hugo Verriestlaan De site wordt volledig ingekleurd als ‘ zone voor gemeenschapsvoorzieningen’. Zo krijgt de school de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen en de site zo maximaal mogelijk in te richten.

Sporthal De site waar de gemeentelijke sporthal zich bevindt wordt ingekleurd als een’ zone voor openbaar groen en sport’. Dit voorschrift verankert het sportgebeuren in het centrum van de gemeente.

Voetbalterrein De site waar het sportstadion en bijhorende velden zich bevindt wordt ook bestendigd in het centrum van de gemeente. Deze groene zone vormt de overgang tussen het centrumgebied en het open ruimte gebied aan de overkant van de spoorwegbedding.

• Het is de uitdrukkelijke wens van de gemeente om de bebouwingsvoorschriften in de kern van de gemeente te uniformiseren. Het plangebied wordt nu bedekt door 4 verschillende BPA’s / RUP, met elk hun verschillende voorschriften. Indien het RUP niet wordt opgemaakt, kan de visie om een uniform plan voor de dorpskern te realiseren, niet gevolgd worden :

3.3.2. Mogelijke alternatieven

Gezien dit RUP eigenlijk een verzameling is van bestaande plannen waar er door enkele aanpassingen een meer éénvormige formulering van de ruimtelijke context wordt vooropgesteld, is er dus geen sprake van alternatieve mogelijkheden.

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 9 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

4. EVALUATIE MILIEUEFFECTEN

Afb.3 : SCHEMA PLAN-MER-PLICHT (bron Mervlaanderen.be)

Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval 3 fasen worden doorlopen (zie schema in afb. 3) : • FASE 1 : Valt het RUP onder de definitie van het MER-decreet van 27/04/2007 ? • FASE 2 : Valt het RUP onder het toepassingsgebied van het MER-decreet van 27/04/2007 ? • FASE 3 : Is er sprake van een plan-MER “van rechtwege” ? Geeft het RUP aanleiding tot “aanzienlijke milieueffecten” ? (uitvoeren van een screening)

4.1. FASE 1 Het voorliggend gemeentelijk RUP voldoet aan de definitie, namelijk : • Het is een opmaakprocedure die is bepaald in het decreet van de ruimtelijke ordening • Het wordt opgesteld door een gemeentelijke instantie • Het wordt vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de Deputatie

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 10 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

4.2. FASE 2 Het voorliggend gemeentelijk RUP voldoet aan het toepassingsgebied, namelijk : • Een RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt • Het voorliggend RUP vereist geen passende beoordeling van art. 36ter van het Natuurdecreet, gezien er geen speciale beschermingszones in de omgeving aanwezig zijn (Vogelrichtlijn en Habitat) en er ook geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken te verwachten zijn.

4.3. FASE 3 4.3.1. Is er sprake van een plan-MER “van rechtswege” ? Men onderscheidt 2 beslissingsniveaus : a) Het voorliggend RUP betreft een plan dat  betrekking heeft op de ruimtelijke ordening  WEL het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau of WEL een kleine wijziging inhoudt  NIET het kader vormt voor een toekenning van één van de opgesomde projecten in de bijlage I of II-project uit het besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004 Bijgevolg is volgens deze regel geen plan-MER van rechtswege noodzakelijk.

b) Het voorliggend RUP vereist geen passende beoordeling van art. 36ter van het Natuurdecreet (zie ook fase 2).

Gezien zowel beslissing a als b een negatief antwoord hebben, is er geen plan-MER van rechtswege noodzakelijk.

4.3.2. Geeft het RUP aanleiding tot “aanzienlijke milieueffecten” ? De noodzaak van een plan-MER wordt stapsgewijs geëvalueerd aan de hand van de screening van verschillende milieueffecten. Aan de hand van uittreksels van de beschikbare plannen, die diverse beschermingszones, kwetsbare locaties of inventarisatiekaarten weergeven, worden alle screeningscriteria van de bijlage I van het MER-decreet beoordeeld.

BESLUIT : Het RUP valt onder de screeningsplicht

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 11 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

5. MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEU-EFFECTEN

Hieronder wordt nagegaan welke milieueffecten ten gevolge van de geplande situatie te verwachten zijn ten opzichte van de referentie-situatie. Wanneer milieueffecten mogelijk zijn, wordt de significantie ervan ingeschat.

5.1. MOBILITEIT

In dit RUP bevinden zich een aantal openbare gemeentelijke wegen. Naast doorgangswegen (Sint-Eloois-Winkelstraat en Rollegemstraat) en centrumstraten in het zuidelijk deel, hebben de meeste wegen een verbindingsfunctie van diverse woonstraten. Het is de bedoeling om het zwaar verkeer te bannen uit het centrum. Ter hoogte van de schoolomgevingen zal er een zone 30-inrichting voorzien worden. Dat impliceert dat er geen bijkomende verkeersgenererende aspecten verwacht worden.

BESLUIT : Positieve impact op de mobiliteit

5.2. LUCHT EN KLIMAAT

Er komen geen bijkomende industriële activiteiten, die de luchtkwaliteit zouden kunnen beïnvloeden. De bestaande open groenzones worden behouden.

BESLUIT : Geen effect

5.3. GELUID EN LICHT

Er komen geen bijkomende industriële activiteiten, die extra geluidshinder zouden teweegbrengen.

BESLUIT : Geen effect

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 12 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

5.4. RUIMTELIJKE ORDENING

Het RUP bevat slechts minimale aanpassingen aan de bestaande ruimtelijke plannen. Stedenbouwkundig blijven de zones grotendeels behouden.

BESLUIT : Kleinschalig effect

5.5. BODEM

Op de bodemkaart zijn er geen specifieke bodemstructuren terug te vinden (code bebouwde zone) en in de databank van de ondergrond is de zone ingekleurd als zandlemig.

Afb.4 : BODEMKAART (bron Gis-vlaanderen.be)

Gezien het RUP zich vooral bevindt in het centrum van de gemeente is het niet nodig om de kwetsbaarheid van de landbouwpercelen toe te lichten. In het plangebied zijn geen toe te lichten Vlarebo-activiteiten gekend, noch gronden opgenomen in het register van de verontreinigde gronden.

BESLUIT : Geen effect

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 13 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

5.6. WATER

De zone langs de oevers van de zuidelijk gelegen Heulebeek alsook een gebied waar op vandaag het gemeentelijk voetbalplein is gevestigd, behoort tot een overstromingsgevoelig gebied,. In afbeelding 5 en 6 vindt u de ingekleurde gevoelige zones terug. De verharde oppervlakte zal echter bij de geplande situatie grotendeels hetzelfde blijven. Bij de mogelijke uitbreiding van verhardingen zullen er maatregelen moeten worden genomen om te voldoen aan de vigerende watertoets (vertraagde afvoer met buffer). Het huishoudelijk afvalwater zal via een gescheiden DWA-riolering afgevoerd worden naar het RWZI in de Ledegemsestraat te (verlengde van de Wevelgemstraat). In de zone van het RUP is het grondwater kwetsbaar tot matig kwetsbaar en er zijn geen waterwingebieden en bijhorende beschermingszones type I of II in de wijde omgeving aanwezig.

BESLUIT : Kleinschalig effect

Afb.5 : OVERSTROMINGSGEBIED (bron AGIV)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 14 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

Afb.6 : WATERTOETS (bron AGIV)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 15 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

5.7. FAUNA & FLORA EN BIODIVERSITEIT

Er zijn geen zones ingekleurd als in de biologische waarderingskaart (zie afb. 7), de boskartering (zie afb. 8) of als VEN-gebied (zie afb. 9)

Er bevinden zich geen habitat- of vogelluchtlijn gebieden in de onmiddellijke omgeving.

BESLUIT : Geen effect

Afb.7 : BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART (bron AGIV)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 16 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

Afb.8 : BOSKARTERING EN SPEELZONES (bron AGIV)

Afb.9 : VENGEBIEDEN (bron AGIV)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 17 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

5.8. LANDSCHAP EN STOFFELIJKE GOEDEREN

Volgens de landschapsatlas is er één beschermd erfgoed aanwezig. De tuin van het “Pereboomhuis” is als “landschap”, onder het objectnummer OW000829 en de naam “de tuin van het buitengoed” (zie afbeelding 10). Enkel het Pereboomhuis behoort tot het RUP en dit werd gedeklasseerd als erfgoed, zodat onderstaande kaartafbeelding niet meer actueel is.

BESLUIT : Geen effect

Afb.10 : LANDSCHAPSATLAS ONROEREND ERFGOED (bron AGIV)

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 18 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

5.9. CULTUREEL ERFGOED M.I.V. ARCHITECTONISCH EN ARCHEOLOGISCH ERFGOED

Volgende beschermingen van monumenten, landschappen of dorpsgezichten komen voor in het plangebied: - Sint-Petruskerk De huidige kerk dateert uit 1764. De vorige kerk werd op Kerstdag 1763 door een brand vernield. De patroonheilige van Ledegem is de Heilige Petrus in de Banden. Deze wordt aanbeden voor wat in de volksmond heet “het Katherinawiel”. De kerk bezit een prachtige preekstoel en vier mooie biechtstoelen, alsook enkele waardevolle schilderijen. “De verrijzenis van Lazarus” van Joseph Ducq (Ledegem 1762 - Brugge 1829) dateert uit 1800 en is een kopie van een schilderij uit de 17de eeuw. Joseph Ducq is zonder enige twijfel de bekendste Ledegemse kunstschilder. De Sint-Petruskerk werd op 23 juli 1993 beschermd als monument.

- Peereboomhuis Het peereboomhuis werd genoemd naar de bewoners tijdens de 19de eeuw, nl. de familie van den Peereboom. Het werd gebouwd in 1726 en is het oudste huis van Ledegem. Het is sinds 1974 beschermd als monument, de tuin is een geklasseerd landschap. Tegen de zuidelijke gevel is een zonnewijzer aangebracht. Alexander Berghman, advocaat te , erfde het huis en stelde het in 1946 ter beschikking van het gezin Edouard Berghman. Op de woonmuur zien we leien met het lelie-insigne, kenmerkend voor de Franse overheersing. De naam Jesus Maria Anna vinden we zowel op de gevel aan de straatzijde als in de balken van het salon van het woonhuis.

Na de opmaak van het RUP zal het straatbeeld niet wijzigen t.o.v. de referentie-situatie.

BESLUIT : Geen effect

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 19 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

5.10. ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN

In het plangebied zijn geen ontginningsgebieden.

BESLUIT : Geen effect

5.11. GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN DE MENS

Enkel wat betreft de mobiliteit worden moeglijks ingrepen doorgevoerd die het risico op ongevallen kan verminderen. Het RUP wijzigt geen andere elementen die gezondheidsrisico’s zouden veroorzaken.

BESLUIT : Positieve impact op effect

5.12. GRENS- OF GEWESTGRENSOVERSCHRIJDEND EFFECT

Ingevolge art. 4 §2 2° dient te worden onderzocht of er aanzienlijke milieueffecten kunnen voorkomen buiten de lands- of gewestgrenzen. Dit is niet het geval.

BESLUIT : Geen effect

5.13. BESLUIT SCREENING

Wij kunnen concluderen dat er weinig tot geen relevante effecten zijn beschreven die een impact op of een verstoring van het milieu tot gevolg zullen hebben. Het doel blijft om het dorpsgezicht te bewaren met behoud van het park en bescherming van het waardevol patrimonium.

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 20 Plan-MER-toets Studiebureau Demey LEDEGEM – GRUP Centrum Noord

6. CONCLUSIE

Volgens het schema van afbeelding 3, kunnen we besluiten dat er aan alle criteria is voldaan om een verzoek tot ontheffing van de plan-MER bij de opmaak van dit gemeentelijk RUP bij de dienst Mer aan te vragen. De gemeente is verplicht om eerst aan de ondersteunende Mer-cel en eventueel aan de adviesverlenende instanties deze nota over te maken, om meer zekerheid te krijgen omtrent de noodzakelijkheid van een plan-MER volgens de recente wetgeving. Van zodra de bevestiging van de ontheffing van de plan-MER door de dienst Mer wordt afgeleverd, kan de plenaire vergadering voor de bespreking van het voorontwerp samengeroepen worden.

Opgemaakt te Roeselare, 15/12/2008, 4/02/2009

arch. B. Deckmyn ir. F. Demey ruimtelijk planner zaakvoerder

LED0813- Plan-MER-toets v2.doc 21