WETENSCHAP D higher share ofessentialnutrients. choicesconceivably contributedtoourevolutionary success.These dietary ibex, andmarinegastropods. These changesinsubsistencebehaviour resulted inamore balanceddietwitha than theirMiddle Palaeolithicforbearers. This isevident from ashifttowards smaller-bodied prey suchasgazelle, Ksâr ‘Akil (Lebanon)were studied. The results suggestthattheUpperPalaeolithicoccupantshadabroader diet question, waste(i.e., thedietary bonesandshellremains) from theMiddle andEarly UpperPalaeolithiclayers of the Neanderthals. Couldthissuccessbeattributedtotheirsubsistencebehaviour? toanswer Inaneffort this conditions. After arriving inEurope, modernhumansproved more successfulthantheirclosestlivingrelatives, ago. We know thattheirroute tookthemthrough theNearEast, butwe know littleaboutthespecificliving Modern human( Summary spoorelementen. Hetisgoed mogelijkdatdieetkeuzes bijgedragenhebbenaanonsevolutionair succes. en zeevruchten. Dezeverandering leverde eenveelzijdiger dieetop meteenhogerpercentage aanessentiële ers. Ditisvooral tezienaande verschuiving naarmeerrelatief kleineprooidieren, zoalsgazellen, steenbokken wijst uitdatdejong-paleolithischebewoners eenbreder dieethadden danhunmidden-paleolithische voorgang en schelpen, uitdemidden- enjong-paleolithische lagenvanKsâr ‘Akil (Libanon)naderbekeken. Ditonderzoek van demodernemens?Ineenpogingdezevraagtebeantwoorden zijndeetensresten, indevorm vanbotten de alinEuraziëlevende Neanderthaler. Zouditsuccestoegeschreven kunnenworden aandedieetgewoonten digheden waaronder ditgebeurde. Nadegrootschalige verspreiding bleekdemodernemenssuccesvoller dan en Azië. Demigratieroute gingwaarschijnlijkviahetNabijeOosten, maarwe weten weinig vandeleefomstan De modernemens( Samenvatting MARJOLEIN BOSCH LIBANON KSÂR ‘AKIL, JONG-PALAEOLITHISCHE FAUNA VAN WAT SCHAFTDEPOT? DEMIDDEN EN [ geleden). Daarvoor hoefdeikhelemaalnietvervan huis,want archeologisch materiaal uitdezeperiode(60.000– 40.000jaar zoekende moderne mensleefdebenikopzoekgegaan naar het gedragvan,endeomstandigheden waaronderdezeonder ofwel deLevant,gegaanis.Ommeer tewetenkomenover dat ookde“Out-of-AfrikaII”migratie viahetNabijeOosten, aan dehandvanverspreiding archeologischevondsten jke fossielenuitdezeperiodebekend, maarhetisaannemelijk in dezeperiodeuitstierven.Erzijn maarheelweinigmenseli succesvoller danhunnaasteverwanten,deNeanderthalers,die eerst Euraziëendaarnaderestvanwereld,maarbleekook Homo sapiens de belangrijkstegebeurtenisseninmenselijkeevolutie. naar hetJong-Paleolithicum.De“Out-of-AfricaII”is wel aangeduidalsdeovergang vanhetMidden-Paleolithicum ivoor, etc.(Bar-Yosef, 2002).Ditwordtindearcheologie ook rode okerenornamentengemaaktvanschelpen,bot,steen, werktuigen, hetgrootschaliggebruikvanpigmentenzoals gen intechnologieophetgebiedvanvuurstenenenorganische gebeurde inmeerderegolvenenginggepaardmetveranderin “Out-of-Africa II”genoemdwordt.Deze vond eropnieuweengrootschaligemigratieplaatsdieookwel tijd bleefhetdaarbij,maarrond60.000–40.000jaargeleden Nabije Oosten,inQuafzehenes-ShkulIsraël. Voor lange vrij laat,tussen120.000en90.000jaargeleden,tegeninhet van dezevroegmodernemensenbuiten Afrika komenwepas rond 500.000jaargeledenookin Afrika. Deoudstevondsten (Klein, 2009).Modernemensen( Dit wordtookwelde“Out-of-AfricaI”verspreidinggenoemd 28 ]

Georgië verspreiddenzezichinEuropa en Azië. Via plaatsenalsUbeidiyainIsraëlenDmanisi verlieten Afrika meerdan e eerstemensachtigen( was niet alleen succesvol in het koloniseren van wasnietalleensuccesvolinhetkoloniserenvan Homo sapiens Homo sapiens Homo sapiens Homo erectus/ergaster ) dispersaloutof Africa andintoEurasiaoccurred around 60.000–40.000 years éé ) verspreidde zichrond 60.000–40.000 jaargeledenvanuit Afrika naarEuropa n miljoen jaar geleden. n miljoenjaargeleden. )

ontstonden ontstonden éé n van n van ) - - - kilometer tennoordenvanBeiroet(Figuur1).Devind ongeveer driekilometervandehedendaagsekustenzo’ntien VINDPLAATS ENOMGEVING deed ikhetvoor! ‘Akil? Datisveelteveel,jelijktwelnietwijs”.Nou,daar John ofikdaarmeeaandeslagmocht,waaropzei:“Ksâr van devindplaatsKsâr‘AkilinLibanontegen.Dusvroegik Vos kwamenweindetoreneenimmenseverzamelingbotten tijdens eentripjedoordedepotsvanNaturalismetJohn the text. Imagesource: GoogleEarth. Location ofKsâr‘Akil (red)andothersites(yellow) mentionedin genoemd indetekst. Kaartbron: GoogleEarth. Fig. 1. Locatievan Ksâr‘Akil(rood)enanderevindplaatsen (geel) Ksâr ‘AkiliseenabriaandevoetvanhetLibanongebergte - - - CRANIUM

JUNI 2015 WETENSCHAP AUTEUR MARJOLEIN BOSCH JUNI 2015 -

- - CRANIUM en er komt een gazelle bij (Hooijer, 1961). en er komt een gazelle bij (Hooijer,

eeuw een deel van de Anteliasgrot opgegraven. Hij eeuw een deel van de e drie andere volwassen individuen gevonden. Ksâr ‘Akil is Anteliasvallei. de grootste en meest bekende vindplaats in de Schatgravers vonden de abri in 1922. Ze wisten al van de Anteliasgrot af en hoopten dat Ksâr ‘Akil ook een verbor gen grot zou zijn. Na weken graven, tot op een diepte van hadden ze alleen vuurstenen werktuigen en vijftien meter, andere “oude zooi” gevonden, maar geen goud of waardevolle archeologische artefacten. Dus verlieten ze de vindplaats. geoloog aan de Universiteit Gelukkig hoorde Professor Day, van Beiroet, van dit alles en ontdekte dat deze vindplaats wel degelijk waardevol was. In 1937 begon een team van het Bos ton College onder leiding van Joseph Doherty de eerste serie 1961). In Abri Bergy zijn ook de schedel, onderkaak en vier Abri Bergy 1961). In nekwervels van een volwassen man gevonden. De Franse heeft aan het eind geoloog en archeoloog Godefroy Zumoffen van de 19 vond werktuigen van het Laat-Paleolithicum tot het Neolithi cum (rond de 40.000 – 5.000 jaar geleden). De fauna is voor maar de Abri Bergy, het grootste gedeelte gelijk aan die van beer ontbreekt Daarnaast is het gedeeltelijk skelet van een acht maanden oude foetus gevonden die waarschijnlijk uit de neolithische lagen zijn er nog pijpbeenderen en een onderkaak van Verder komt. - - wat Aqil, wat ‘grot die nat is’ betekent. wat ‘grot die nat is’ 1951). De stroom is vooral actief na de sp.), enkele everzwijnen en een beer (Hooijer, sp.), enkele everzwijnen en een beer (Hooijer, Mugharet el-Bileni Mugharet et al., Helix wat vesting of onbereikbare plaats betekent, en right the (discontinuous) occurrence throughout the sequence. side shows of faunal Fig. 2. Stratigrafie van Ksâr ‘Akil. De zwarte de verschillende van fossielen sterrengeven de vondstlagen aan menselijke (links) in het profiel van Ksâr ‘Akil. Stratigrafie 2. Fig. waarin Rechts zijn de perioden verschillende aangegeven diersoorten in de tekst. voorkomen.besproken The as mentioned in the text. Black starsfound, on the profile (left) indicate the layersfossils were in which the human Ksâr ‘Akil stratigraphy. slakken ( jaar oud) werktuigen zijn gevonden samen met resten van Mesopotamische damherten, reeën, wilde geiten, grote land fossielen gevonden. De meest recente zijn die van Abri Bergy Abri Bergy fossielen gevonden. De meest recente zijn die van (rond de 20.000 – 15.000 waar jong-paleolithische ‘Kebaran’ Franse archeoloog Auguste Bergy (1873-1955). In alle drie Auguste Bergy Franse archeoloog de vindplaatsen zijn prehistorische werktuigen en menselijke genoemd wordt. Ongeveer 400 meter stroomopwaarts van de die vernoemd is naar de Abri Bergy Anteliasgrot bevindt zich winterregens en voedt de Antelias rivier die door de vallei naar winterregens en voedt de Anteliasgrot de kust stroomt, vandaar dat deze grot ook wel de door de tijd heen een weg door het kalksteen heeft gebaand (Braidwood dere grot, de stroom die zich Deze grot is gevormd door een ondergrondse intelligent of wijs betekent, en verwijst waarschijnlijk naar Aan de overzijde van de vallei ligt een an deze offerhoogte. (Ewing, 1947). De naam Ksâr ‘Akil is een samenvoeging van Qasr, het midden van de vallei een heuvel met een platte top, die in historische tijd gebruikt werd als een semitische offerhoogte plaats ligt in de Anteliasvallei op ongeveer 80 meter boven plaats ligt in de zeeniveau. In de tijd dat Ksâr ‘Akil bewoond werd lag er in

] 28 [ WETENSCHAP VII en XXVI vallen in het Midden-Paleolithicum dat tussen VII enXXVIvalleninhetMidden-Paleolithicumdattussen de 250.000–128.000jaaroudgeschatwordt.LagenXX het vroegMidden-Paleolithicumwaarvandeouderdomrond type vuurstenenwerktuigenbehorendelagenXXVIII A-B tot het waarschijnlijkmidden-paleolithischis.Opbasisvan weinig materiaalgevondenenkunnenwealleenzeggendat niet precieshoeoudzezijn.Indediepstezesmeterismaar de midden-paleolithischelagen(XXXV–XXVI)wetenwe van hetMiddentotEpipaleolithicum(Figuur2). Van Libanese Burgeroorlog. heden onderbrokenmoestenwordendoorhetuitbrekenvande hij waspasopnegenmeterdieptetoendegraafwerkzaam Franse archeoloogJacques Tixier nieuweopgravingen, maar de bodemop23meterdiepte. Tussen 1969en 1974leiddede in heteersteseizoennade Tweede Wereldoorlog bereikten ze archeologische opgravingen(1937-1938en1947-1948).Pas [ een skeletinclusief schedelvaneenachtjarigjongetje gevon ment, ookwel“Ethelruda” genaamd,iserinKsâr ‘Akilook of vroegJong-Paleolithicum stamt.Naasthetbovenkaaksfrag dus nietzekerofdevondstuithet laatMidden-Paleolithicum uit eenlaagmetanderearcheologische vondstenenwetenwe (Hershkovitz riode gevondenisindedichtbijgelegen Manotgrot(Israël) Alhoewel errecenteenschedelfragment uitdezelfdetijdspe menselijke fossielindirecteassociatie metEmirienvondsten. ( lagen. Eenbovenkaakvanwaarschijnlijkeenmodernemens de vondstenvanverschillendemenselijkefossielenindeze haar rijkeEmirienenvroeg Ahmarien pakkettenendoor jaar geledenvoorlaag VI. Ksâr‘Akilisvooralbekendom 14C-dateringen geveneenouderdomvanongeveer30.000 25.000 –17.000jaaroud)gerekendworden,maarrecente nologie tothetEpipaleolithicumof“Proto-Kebaran”(circa bovenste driemeterkunnenopbasisvandevuursteentech klassieke “Levantijns Aurignacien” gerekendkanworden.De meeste mensenzijnheterovereensdatlagen VIII-VII tothet et al., manieren wordtingedeeld(zieMellars& Tixier, 1989;Kuhn lithicum, datdoorverschillendeonderzoekersop (lagen XIX-XIV).DanvolgtereendikpakketJong-Paleo twee metervroegJong-Paleolithicumof“vroeg Ahmarien” Palaeolithic” of“Emirien”(lagenXXV-XX), gevolgddoor zestien meterdieptemetongeveertwee“InitialUpper Het Jong-PaleolithicuminKsâr‘Akilbegintopongeveer Marine IsotopenStadium3valt(57.000–30.000jaaroud). kan hetechterookzijndatdeheleKsâr‘Akilsequentiein 128.000 en71.000jaaroudis. Vanuit eengeologischoogpunt 30 Homo sapiens Ksâr ‘Akil’s 23meterlangearcheologischesequentieloopt (GB), andseveral (CM). cutmarks (gnawing), gnawmarks indicate carnivore agreenbreakfracture fromlayer XXVII Distal endofaRhinoceroshumerus A. Arrows breuk(GB)ensnijsporen(CM).verse XXVII A. bijtsporen(Gnawing), Pijlenwijzen naarcarnivore een Fig. 3. uitlaag Distaaluiteindevan eenneushoornopperarmbeen ]

2001; Williams &Bergman, 2010;Leder2014).De et al., ) gevondeninlaagXXV, istotnutoehetenige 2015) komt dit fossiel jammer genoeg niet 2015)komtditfossieljammergenoeg niet ------dat in de botholtes zit. Ook carnivoren hebben hun sporen dat indebotholtes zit.Ookcarnivorenhebbenhun sporen hangt dittypebreuk samenmetdeexploitatievan beenmerg te zien,diegemaakt zijnkortnadedoodvanhetdier. Vaak 3-5). Ookzijnerkarakteristieke“verse” breukenopdebotten aan desnij-,slacht-enverbrandingssporen (Tabel 1;Figuur gebleven. Datdefaunadoormensen isverzameldtezien leolithische lagenzijnookkleine botfragmentjes bewaard botten zijnvrijgoedgepreserveerd envooralvandejong-pa leolithicum (hetEmirienenvroeg Ahmarien) bekeken.De het Midden-PaleolithicumeneerstefasenvanJong-Pa (1992) beschreven. Voor mijnonderzoekhebikdefaunavan (1987), devogels(1991)enknaagdiereninsectivoren epipaleolitische bezoargeiten enMesopotamischedamherten chreef (Hooijer, 1961).Sindsdienheeft Annemie Kerstende (1962) beschrevenheefteneenbottengedeeltedathijzelfbes materiaal ineenmolluskendeeldatCarelvanRegteren Altena Natuurlijke HistorieinLeidenheette.Hijverdeeldehet materiaal inhandenwattoennoghetRijksmuseumvan voltooien voordat in Londenernaarkonkijken.Helaaszehaarstudieniet gestuurd, zodatDorotheaBateinhetNaturalHistoryMuseum een melkkiesvanmodernemensgevonden(inlaagIX). naast eengroteverzamelingarcheologischeartefactenooknog ier heefttijdensopgravingenindezestigerenzeventigerjaren team uitdejarendertigenveertigvantwintigsteeeuw. Tix deze vondstenkomenuitdeopgravingenvanDohertyenzijn een afgietselvandeschedelEgbertbewaardgebleven. Al botten doordetijdheenverlorengegaaneniseralleennog het hierinderdaadomtweeindividuengaat.Helaaszijnde “dubbele” kaakfragmententezien,wateropzouwijzendat weten weerg weinigaf.Opdeoriginele opgravingfoto’s zijn dat opdezelfdeplekbegravenzouzijn,maarvandezevondst de achterwandvangrot.Erissprakeeentweedeskelet wel “Egbert”genoemd.Hetlijkteropdathijbegravenistegen den indevroeg Ahmarien laagXVII.Ditfossielwordtook Fig. 5. uitdemidden- Bottenvan Mesopotamischedamherten XXVI A. (CM);cutmarks c: longbonefragment withgreenbreakfromlayer b: ofafour-month humerus oldfoetal goatfromlayer XXVwith fallow deerastragalus fromlayer XXVII (CM);A withcutmarks Faunal remainsdisplayinghumanmodifications. a: Mesopotamic breukuitlaagXXVI pijpbeenfragment meteenverse A. maanden oudegeitenfoetus uitlaagXXVmetsnijsporen(CM); c: XXVII A metsnijsporen(CM); b: van opperarmbeen eenvier a: uitlaag sprongbeenvan eenMesopotamisch damhert Fig. 4. Bottenmetsporenvan doormensengemaaktemodificaties. fragment withm2andm3; b: withburnmarks. tarsal Mesopotamic fallow deerremainsfromlayer XXVI A. a: mandible twee kiezen (m2-3); b: metverbrandingssporen. voetwortelbeen paleolithische laagXXVI A. a: metdelaatste onderkaakfragment De fauna van Ksâr ‘Akil is in eerste instantie naar Londen De faunavanKsâr‘AkilisineersteinstantienaarLonden

ze in 1951 stierf. Dirk Hooijer kreeg het ze in1951stierf.DirkHooijerkreeghet - - - - CRANIUM

JUNI 2015 WETENSCHAP JUNI 2015

- - - - . - - - ) ), Gazella Capreolus Capreolus Panthera Sus scrofa ), grottenbeer Gazella dorcas ), ree ( Hij baseert dit ), één bot van een CRANIUM ), gazelle ( Gedurende mijn studie dorcas. ) en luipaard ( dorcas. dorcas. cf. , de morfologie heeft meer cf. Ursus arctos ) en wild zwijn ( Cervus elaphus Testudo graeca Testudo Stephanorhinus kirchbergensis Stephanorhinus Gazella Canis lupus Gazella Capra aegagrus Gazella gazella. Gazella gazella ), bruine beer ( ), wolf ( ), landschildpad ( ), bezoargeit ( ), bezoargeit Dama mesopotamica crocuta

) gevonden. Over het algemeen zijn de hier genoemde sp.), neushoorn (cf. dorcas De variatie in de kiesgrootte van de wolven en beren is vrij In het onderzochte materiaal komen het Mesopotamisch Crocuta Bos groot. Op basis van morfologische kenmerken van de hoek tanden en molaren, en met de hulp van carnivorenspecialist Susanne Münzel, was het mogelijk om in de beren een bruine en een grottenbeer te identificeren. De verschillen in de wolf zijn minder duidelijk en het kan hier dan ook gewoon om het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes gaan. Over het alge meen bestaat ongeveer tweederde van de fauna uit dieren die in bosgebieden leven, zoals de drie hertensoorten en het wild zwijn. Eénderde komt uit meer open en droge gebieden zoals gazelle en oerrund (verdeling naar Shea, 2003). de bezoargeit, ( (Ursus spelaeus pardus Van varianten. pleistocene soorten groter dan de hedendaagse te werken,een aantal soorten is weinig materiaal om mee Hooijer (1961)wat de soortenidentificatie moeilijk maakt. beschrijft de gazelle als de hoornpit voornamelijk op morfologische kenmerken in dan die van deten. Hij geeft ook aan dat de kiezen groter zijn echter ophedendaagse gazellesoorten. Davis (1974) schrijft maten de Ksâr ‘Akil gazelle toe aan de basis van Hooijer’s of grotere berggazelle vergelijken had ik de kans om het Ksâr ‘Akil materiaal te met de archeozoölogische collecties van de Universiteit van Tübingen. Professor Hans-Peter Uerpmann heeft lang onder zoek gedaan in het Nabije Oosten en heeft door de tijd heen betreft de Wat een grote collectie gazellebotten opgebouwd. grootteverschillen tussen fossielen lijkt het erop dat het in de midden-paleolithische lagen om één soort gaat. De hoornpitten zijn verticaal geribbeld en vrij recht. Die van de mannetjes zijn afgeplat aan de binnenkant en die van de vrouwtjes zijn rela tief dik en lang. Dit komt goed overeen met Ook al zijn de kiezen groter dan die van hedendaagse gazellen, zelfs dan die van weg van de Dorcas gazelle. Helaas is er niet genoeg materiaal aanwezig om deze kenmerken te kwantificeren en het kan ook om individuele variatie gaan. In samenhang met de hoornpit ten denk ik echter dat de kans groot is dat het om de Dorcas voorzichtigheids gazelle gaat en heb ik deze, net als Hooijer, halve geclassificeerd als menten van pijpbeenderen bewaard gebleven. Net na het beginmenten van pijpbeenderen komen we ook de eerste schelpenvan het Jong-Paleolithicum tegen. MIDDEN-PALEOLITHICUM damhert ( er een oerrund zijn Verder in grote getale voor (Figuur 6). ( een extreem groot edelhert ( capreolus cf. carnivoren hyenanog niet verder geïdentificeerde vogel en de - - - Columbella rustica used as ornaments; 4: Phorcus turbinatus and 5: Phorcus turbinatus and 5: 4: Columbella rustica used as ornaments; rustica gathered as food. Patella voedselbron. used as a 1: humans. Mollusks gathered by red arrow the point of impact where the shell was indicates tool, 3: and gibbosulus 2: sharp edge; hit to create a usable nummaria de rode pijl wijst naar een gebruikt als werktuig, gemaakt om een scherpe snijkant te creëren; impactfractuur Columbella rustica gebruikt als Nassarius en 3: gibbosulus 2: rustica verzameld als Patella Phorcus turbinatus en 5: 4: ornament; Fig. 7. Mollusken die door mensen verzameld zijn. 1: Glycymeris 1: die door mensen verzameld zijn. Mollusken 7. Fig. Taxonomic distribution per period. MP: Middle-Palaeolithic, Em: Emirian, v Ah: Early Ahmarian. The numbers in brackets indicate the number The numbers in brackets Ahmarian. Early Ah: v Emirian, Em: Middle-Palaeolithic, MP: distribution per period. Taxonomic of identified remains. Fig. 6. Soortenoverzicht per periode. MP: Midden-Paleolithicum, Em: Emirien, v Ah: vroeg Ahmarien. De nummers het tussen haakjes geven Ahmarien. vroeg Ah: v Emirien, Em: Midden-Paleolithicum, MP: Soortenoverzicht per periode. 6. Fig. aantal gedetermineerde botten aan. jong-paleolithische lagen niet meer regelmatig overstroomde.jong-paleolithische lagen niet meer regelmatig zoals schachtfrag Hierdoor zijn er meer kleine botfragmenten deren, wervels, gewei en hoornpitten. De midden-paleolith dat deische sedimenten hebben de grot tot zo ver opgehoogd is, bestaat dit uit een overweldigende hoeveelheid grote enis, bestaat dit uit een overweldigende hoeveelheid van pijpbeen makkelijk herkenbare botten zoals de uiteinden de botassemblages. In sommige lagen zijn er alleen tanden ende botassemblages. In sommige lagen zijn er aanwezigkiezen voorhanden en als er postcraniaal materiaal sedimenten te komen en op zo’n twintig meter diepte gravensedimenten te komen en op zo’n twintig meter is terug te zien inzonder elektrisch licht hielp daar niet bij. Dit (Wright, 1962). Daardoor zijn sommige botten afgesleten (Wright, de hardeof gerold. Ook hadden de opgravers moeite door Midden-Paleolithicum overstroomde de Anteliasrivier Ksâr overstroomde de Midden-Paleolithicum hoge zuurgraad ‘Akil periodiek en hebben de sedimenten een om heel veel materiaal gaat (< 1%). In het eerste deel van hetom heel veel materiaal nagelaten in de vorm van knaag- en bijtsporen, hoewel het nietnagelaten in de vorm van

] 30 [ WETENSCHAP tussen soorten uit het bosland en uit open gebieden blijft tussen soortenuithetboslandenopengebiedenblijft preciezer zijndanhet diagnostisch materiaal(hoornpittenenkiezen)kanikniet helaas zaterinmijngekozendeelvandefaunabijnageen gazelle inhetLevantijnsgebiedisde gazellesoort isveelgroterdandeDorcasgazelle.Degrootste af ennemenedelhert,gazellebezoargeit toe.Denieuwe plaats. Verder nemenoerosenwildzwijnpercentueelgezien ( sp.), eenhaas( de steenbok( soorten. Deneushoornendehyenaverdwijnendaarkomen een verschuivingindefaunaplaatsvangroterenaarkleinere Jong-Paleolithicum (hetEmirienenvroeg Ahmarien) vindter JONG-PALEOLITHICUM de abripermanentbewoondwerd. alle seizoenenbezochtwerd,alhoeftditniettebetekenendat konden wenagaandatdesiteinhetMidden-Paleolithicum data is,krijgenwetocheenglobaaloverzicht. Voor Ksâr‘Akil is detechnieknietheelerg precies,maaralsergenoeg tussen hedendaagseenpleistocenebezoargeiten. Daardoor draagtijd, exactetijdvanbevruchtingenmogelijkeverschillen beeld geenrekeningmetmogelijkevariatieinindividuele hangt vanveelverschillendeaannamesafenhoudtbijvoor ongeveer eenmaandvoorgeboorte,gegetenis.Dezemethode betekenen dat,geziendesnijsporen,ditindividurondfebruari, het Mediterranegebiedvaltdebronstijdinoktober. Wat zou hedendaagse wildebezoargeit isongeveervijfmaandenenin een ongeveer120dagenoudefoetus.Dedraagtijdvan geitenfoetus inFiguur4bhetontwikkelingsstadiumvan Zo valtbijvoorbeeldhetopperarmbeen(humerus)vaneen zekere hoogteinschatteninwelkseizoenzegejaagdzijn. te combinerenmetdedraagtijd/werptijdkunnenwetotop geleefd heeft.Doordezegegevens,diepersoortverschillen, sen gebitdoorbreektkunnenweachterhalenhoelanghetdier afkauwstadia vanmelktandenendetijdwaarinhetvolwas van foetuspijpbeenderen,hetverbenengroeischijven,de abri indezeperiodegebruiktwerd.Opbasisvandegrootte om ietstekunnenzeggenoverdejaargetijden waarinde maar erzijngenoegrestenvanjongeennogongeborendieren [ dat ercontactenbestonden tussendetweesites. deze tweeLevantijnse vindplaatsenenhetisgoed mogelijk de hoeveelheidgeperforeerdeschelpen isvrijweluniekvoor zien inÜçağızlı(Turkije) alsinKsâr‘Akil. Deaardenvooral luskenexploitatie Stinerencollega’s (2013)hetzelfdepatroon gekropen zijn.Interessantisookdat ophetgebiedvanmol zijn, wantdezekunnenookopeigen gelegenheidnaardeabri hoewel dienatuurlijknietdoormensen verzameldhoevente deze periodeduikendaarnaastvoorheteerstlandslakkenop, (bijvoorbeeld sommige soortenooklevendverzameldomgegetenteworden bella rustica ornamenten, zoalsdeslakken (voornamelijk detweekleppige verzameld omvervolgensgebruikttewordenalswerktuigen eerste instantiewordenvooralmarieneschelpenophetstrand en vroeg Ahmarien tegen1inhetMidden-Paleolithicum).In lithicum zijndegenoemdemollusken(1471inhetEmirien bezocht werd(Bosch de site,netalsinhetMidden-Paleolithicum,alleseizoenen Phorcus turbinatus nonderzoek opeengedeeltevandemarienemolluskensoort niets kanzeggenoverbewoningsseizoenen.Zuurstofisotope niet afgerond. Vandaar datikopbasisvandeherbivorennog cum isdepreciezeleeftijdsbepalingvanjongedierennog verlanglijstje vandejagersstond. Voor hetJong-Paleolithi de dalenafdaaldenomteeten,of3)steenbokhogerophet de bergen introkkenomtejagen,2) desteenbokkenverderin dat 1)dejong-paleolithischebewonersvanKsâr‘Akilhoger gelijk. Deintroductievandesteenbokzoueropkunnenwijzen 32 Vulpes vulpes Tussen hetMidden-Paleolithicumendeeerstefasenvan De meestebottenzijnafkomstigvanvolwassendieren, ]

(Figuur 7). Vooral inhetvroeg Ahmarien worden Capra ibex Phorcus turbinatus ) endewildekat( Lepus , wijst uit dat ook in het Jong-Paleolithicum , wijstuitdatookinhetJong-Paleolithicum sp.), verschillende soorten vogels, de vos sp.), verschillendesoortenvogels,devos et al., Gazella ), eentweedegazellesoort( 2013).NieuwinhetJong-Paleo Nassarius gibbosulus sp. te noemen. De verdeling sp. tenoemen.Deverdeling Glycymeris nummaria Felis silvestris en Patellarustica Gazella gazella, ) voor in de ) voorinde ). In ). In Gazella Gazella en ) of ) of maar maar Colum ------er meer conclusies getrokken kunnen worden. Mary Stiner er meerconclusiesgetrokkenkunnenworden.MaryStiner Ik hoopdatalsereengroterdeelvandefaunaonderzochtis maar vooralvandelaatstetweehebbenweweinigmateriaal zoals marinemollusken,landschildpadden,hazenenvogels, herbivoren alscarnivoren.Erzijnookanderekleinedieren het algemeenkleineresoorten.Ditistezienzowelinde leolithicum zijnerinhetJong-Paleolithicummeerenover het Midden-Paleolithicum. Ten opzichtevanhetMidden-Pa plaatsvinden zijnhetbestetezienalswezevergelijken met in Hominin Dietary Ecology) heeft de sedimenten bestudeerd, in HomininDietary Ecology)heeftdesedimenten bestudeerd, Amanda Henry(Max Planckonderzoeksgroep:Plant Foods we weinigoverde roldieplantenhaddenalsvoedselbron. vindplaats inalleseizoenenbezocht werd. wel datinzowelhetMidden-als het Jong-Paleolithicumde we geenbewijsvoordetijdsduur vanbewoning,weweten schelp envuursteen)uitdezearcheologische lagen. Al hebben ter) inbeslagnemen,komtbijna80%vanallevondsten(bot, vroeg Ahmarian samenmaarviertotvijfmeter(vande23me groepsgrootte zoukunnenwijzen.OndanksdathetEmerienen vroeg Ahmarien sedimentenheelhoogwatopeenverhoogde populatiedruk. Verder isdevondstdichtheidinEmirien en kunnen datdetoegenomendieetbreedtegedrevenwerddoor giehypothese verklaartdusnietallenieuwesoortenenhetzou het ebiskanjezegewoonvanderotsenhalen.Detechnolo len vanmolluskenhebjegeenspecialewerktuigennodig,als steenbokken, erg vergemakkelijken. Maarvoorhetverzame nologie zouhetjagenvanspecifiekedieren,zoalshazenen de directeleefomgeving.Deintroductievannieuwetech gische veranderingenlijkengeengroteinvloedtehebbenop lithicum omgevendoorbebostgebied.Mogelijkeklimatolo gen, zoalsdeintroductievanwerpsperenofnetten. gevangen soortensamenhangtmettechnologischevernieuwin calorieën opleveren.Hetkanookzijndatdeveranderingin een toenameaansoortenendanvooraldedieminder worden). Indefauna-assemblagesverwachtjedittezienals toename inpopulatiedruk(meermondendiegevoedmoeten verslechterde klimatologischeomstandighedenofdooreen steenbokken, gevangen. Voedselschaarste kankomendoor soorten ofdiemoeilijkertejagenzijn,zoalshazen,vogelsen worden ookminderattractievedieren,bijvoorbeeldkleinere tijd) hetliefstbejaagdworden.Intijdenvanvoedselschaarste eelheid voedselvoorzominmogelijkgebruikteenergie en gezien debeestendiehetmeesteopbrengen(grootstehoev lutie” gebaseerdophetideevanFlannery(1969)datnormaal Jong-Paleolithicum. Ditnoemenzede“Breedspectrumrevo in hetMidden-Paleolithicumnaarmeerkleineresoorten fauna; vaneenfocusopvolwassendierengrotesoorten en collega’s (1999,2001)ziensoortgelijkeveranderinginde ische siteswaardierenuitbosrijkegebieden Ras el-Kelb(zieFiguur1)zijndeenigetweeanderepaleolith (Griggo, 2004).DedichtbijgelegenvindplaatsenNaameen daar ooknogdeezels,paarden,struisvogelsenkamelenbij 2003; Rabinovich&Hovers,2004).Meerlandinwaartskomen gazellen, bezoargeiten enanderekleineboviden(zieShea, maar bijnaaltijdoverheersendieuitopen/drogehabitatzoals De vertegenwoordigdesoortenkomenvrijgoedovereen, ara enHayoniminIsraël,isKsâr‘Akilechterdeuitzondering. km zuidelijkergelegenberoemde“MountCarmelsites”Keb betrekking totandereLevantijnsevindplaatsen,zoalsde150 en opengebiedenoverdeheletijdspannevrijwelgelijk.Met tegenwoordigde soortenblijftdeverhoudingtussenbosrijke wel ophuntochtnaarEuropa.Ondanksverschillenindever leolithische modernemensenleefdenindeLevant,misschien het gedragvan,endeomstandighedenwaaronder, dejong-pa braten- alsinvertebratencollectieshebbenietstezeggenover Vos hadgelijk,erwasheelveelmateriaal.Zoweldeverte transitie vanhetMidden-naarJong-Paleolithicum.Johnde DISCUSSIE ENCONCLUSIE De specifieke veranderingen die in het Jong-Paleolithicum De specifiekeveranderingendieinhetJong-Paleolithicum Ksâr ‘Akiliseengoedevindplaatsomtekijkennaarde Wat betrefthetdieetwetenwenoglang nietalles.Zoweten Ksâr ‘AkiliszowelinhetMidden-alsJong-Paleo

overheersen. ------. - -

- - - - CRANIUM

JUNI 2015 WETENSCHAP - - - JUNI 2015 - -

- - - Pro , 6993-6996. r ‘Akil, Lebanon. â Universitätsforschun CRANIUM 98 (13)

International Journal of , 313-394. , 761-768. Journal of Human Evolution 63 y 17 (4)

Proceedings of the National Acade of the National Proceedings , 190-194. , 87-99. , 27-45. ologie 255, Habelt Verlag, Bonn Verlag, ologie 255, Habelt Antiquit ä r ‘Akil (Lebanon) and their palaeoecological (Lebanon) and r ‘Akil The Human Career. Human Biological and Career. The Human Science 283 â , 287-306. Technological and typological change at the Mid and Technological The University of Chicago Press, Chicago. The University of Chicago , 117-161. , 7641-7646. , 525-539. Paléorient 18 (1) Paléorient 18 historischen Arch ä Journal of World Prehistory Journal of World , 380-398. r ‘Aqil (Lebanon) and the chronology of the Upper Palaeolithicr ‘Aqil (Lebanon) and the â Williams, J.K., C.A. Bergman (2010) Upper Paleolithic levels J.K., C.A. Bergman Williams, geology of coastal Lebanon. H.E. (1962) Late Pleistocene Wright, Klein, R.G. (2009) Klein, R.G. (2009) (2001) Ornaments D.S. Reese, E. Güleç Stiner, Kuhn, S.L., M.C. D. (2014) Leder, dating of (1989) Radiocarbon-accelerator Tixier J. Mellars, P., Amud (2004) Faunal analysis from Rabinovich, R., E. Hovers of the east MediterraneanThe Middle Paleolithic Shea, J.J. (2003) Thirty years on the “broad spectrum revolu (2001) M.C. Stiner, Early upper paleolithic M.C., S.L. Kuhn, E. Güleç (2013) Stiner, O. Bar-Yo Tchernov, Surovell, E. T.A. M.C., N.D. Munro, Stiner, fromAltena, C.O. (1962) Molluscs and Echinoderms Regteren Van Kersten, A.M. (1992) Rodents and Insectivores from the Palaeolith from the Insectivores Rodents and A.M. (1992) Kersten, XIII-VI (A and B) from the 1937-1938 and 1947-1948 Boston College and B) from the 1937-1938 and 1947-1948 XIII-VI (A Aurignacian at Ks excavations and the Levantine Paléorient 36 (2) Quaternaria 6 Implications. Implications. Cultural Origins. insights from the Levant. Upper Paleolithic: New of the earliest of the United States ofAcademy of Sciences National ceedings of the America 98 (13) boundary in Lebanon. dle to Upper Palaeolithic gen zur pr Ks sequence in the Middle East. and interpretations. Cave: preliminary results 14 Osteoarchaeology Levant. tion” and paleolithic demography. America my of Sciences of the United States of and the socioeco technology shell beads at Üçağızlı Cave I (Turkey): nomic context of ornament life-histories. 64 (5) by Smallsef (1999) Paleolithic Population Growth Pulses Evidenced Exploitation. Lebanon.Palaeolithic deposits in the Rock Shelter of Ksâr ‘Akil, Zoologische Mededelingen 38 (5) ic Rock Shelter of Ks Shelter of ic Rock ------

-

- - Paléori Annual Chicago, Nature 28 Nature Antiquity 21 r ‘Akil, a palae â Palaeohistoria 29, Journal of Near Initial Upper Palae , 453-462. r ‘Akil. â , 99-116. Evolutionary Anthropology 12 Evolutionary Anthropology Zoologische Verhandelingen 49 Zoologische Verhandelingen Paléorient 2 (2) , 363-393. r ‘Akil, Republic of Lebanon. , 113-122. â Paléorient 17 (2) , doi:10.1038/nature14134. 149-162.

, 186-196.

, 1-68. , 211-216. Kersten, A.M. (1991) Birds from the Palaeolithic rock shelter of Kersten, Kersten, A.M.P. (1987) Age and sex composition of Epipalaeo Age and sex composition (1987) A.M.P. Kersten, Hooijer, D.A. (1961) The fossil vertebrates of Ks The fossil vertebrates D.A. (1961) Hooijer, Hockett, B., J. Haws (2003). Nutritional ecology and diachronic Hershkovitz, I., O. Marder, A. Ayalon, M. Bar-Matthews, G. Yasur, Yasur, G. M. Bar-Matthews, Ayalon, A. Hershkovitz, I., O. Marder, Griggo, C. (2004) Mousterian fauna from Dederiyeh Cave and Flannery, K. (1969) Origins and ecological effects of early domes and ecological effects K. (1969) Origins Flannery, Ewing, F.J. (1947) Preliminary note on the excavations at the (1947) Preliminary Ewing, F.J. Braidwood, R.J., H.E. Wright, J.F. Ewing (1951) Ksâr ‘Akil: Its J.F. Wright, Braidwood, R.J., H.E. Animal remains from the Kebaran site of Ein Davis, S.J.M. (1974) Bar-Yosef, O. (2002) The Upper Paleolithic Revolution. The O. (2002) Bar-Yosef, F. O’Connell, T.C. A. Prendergast, Mannino, Bosch, D.M., M.A Graag wil ik Susanne Muenzel, Laura Niven, Amanda Hen Amanda Graag wil ik Susanne Muenzel, Laura Niven, Ksar ‘Akil, Lebanon. 119-131. lithic fallow deer and wild goat from Ks olithic rock shelter in the Lebanon. (1) (5) trends in Paleolithic diet and health. (Israel) foreshadows the first European modern humans. January 2015 D.B. Mayer, F. Berna, G. Bar-Oz, R. Yeshurun, H. May, M.G. Hans, H. May, Yeshurun, R. Berna, G. Bar-Oz, F. D.B. Mayer, O. Barzilai (2015) Levantine cranium from Manot Cave Weber, G.W. E. Boaretto, V. Caracuta, B. Alex, A. Frumkin, M. Goder-Goldberger, A. Frumkin, M. Goder-Goldberger, Alex, Caracuta, B. V. E. Boaretto, Slon, V. A. Matthews, R. Lavi, B. Latimer, Gunz, R.L. Holloway, P. ent 30 (1), comparisons with fauna from Umm el Tlel and Douara Cave. comparisons with fauna from Umm el The domestication and exploitation of plants and . 73-100. Aldine Publishing Company, tication in Iran and the Near East. In: Ucko, J. & Dimbleby, G. W. eds. W. G. tication in Iran and the Near East. In: Ucko, J. & Dimbleby, Palaeolithic site of Ks (84) Gev I, Jordan Valley, Israel. Valley, Gev I, Jordan Archeological Sequence and Geological Setting. Eastern Studies 10 (2) Honolulu, HI, 2-3 April 2013, A7. April 2013, Honolulu, HI, 2-3 (Lebanon): new zooarchaeological, radiometric, and isotopic data. (Lebanon): new zooarchaeological, Abstracts, Paleoanthropology Society Meetings PaleoAnthropology, Wesselingh, J. van der Plicht, J-J. Hublin (2013) J. van Wesselingh, at Ksâr ’Akilolithic to Epi-Palaeolithic marine mollusc exploitation Review of Anthropology 31 Anthropology Review of LITERATUUR Gesellschaft voor financiële steun. gebruik van hun vergelijkingscollecties), hulp bij determinatie, gebruik van hun vergelijkingscollecties), het Max-Planck- proeflezen en algemene support. Dank aan voor het onderzoeksmateriaal en Universiteit Tübingen en voor het onderzoeksmateriaal en Universiteit voorAnthropologie Max-Planck-Instituut voor Evolutionaire en Rien Bosch en Philip Nigst bedanken voor het openstellenen Rien Bosch en Philip Nigst bedanken voor Centervan de gebruikte collecties (Naturalis Biodiversity ry, John de Vos, Reinier van Zelst, Frank Wesselingh, Ronald Wesselingh, Reinier van Zelst, Frank Vos, John de ry, Wil Kees Peeters, Nike Liscaljet, Natasja den Ouden, Pouwer, DANKWOORD esvolle migratie en de latere competitie met de Europeseesvolle migratie en de Neanderthalers. dieet op voor de jong-palaeolitische mens. Het lijkt erop datdieet op voor de jong-palaeolitische een goed begin was voor een succ deze nieuwe leefwijze verschillende kleinere vertebraten aangevuld met schelpdierenverschillende kleinere een gezonder en meer gebalanceerdleverde waarschijnlijk anders moeilijk te krijgen zijn in een dieet gebaseerd op vleesanders moeilijk te krijgen De combinatie van het eten van(Hockett & Haws, 2003). heden, levert essentiële spoorelementen op, zoals: vitaminen essentiële spoorelementen heden, levert (calcium) en vetzuren (omega 3) die(A, B9, D), mineralen schaal (n= 185), maar in alle seizoenen gegeten (zie Bosch et gegeten (zie Bosch maar in alle seizoenen schaal (n= 185), zelfs in kleine hoeveel eten van schelpdieren, al., 2013). Het voedselbronnen dan de midden-paleolithische bewoners van bewoners dan de midden-paleolithische voedselbronnen op kleineAhmarien vroeg werden in het de site. Zeevruchten plantenresten gevonden. De fauna wijst uit dat de jong-paleo uit dat de fauna wijst De gevonden. plantenresten met meer verschillende een breder dieet had lithische mens maar geen phytolieten, zetmeelkorrels of ander bewijs voorof ander bewijs zetmeelkorrels geen phytolieten, maar

] 32 [