Piano

Frank Braley Mozart, Schubert, Ravel, Gershwin, Kurtág zaterdag 21 oktober 2006 Frank Braley © Eric Manas

Piano . Seizoen 2006-2007

Frank Braley Mozart, Schubert, Ravel, Gershwin, Kurtág zaterdag 21 oktober 2006

András Schiff Beethoven woensdag 15 november 2006

Dejan Lazic Scarlatti, Mozart, Bartók, Britten woensdag 7 maart 2007

Richard Goode Haydn, Mozart, Schumann, Fauré, Debussy zaterdag 5 mei 2007

Pjotr Anderszewski Programma nog te bepalen dinsdag 5 juni 2007 Frank Braley piano

György Kurtág (°1926) Selectie uit Játékok: • Een stem uit de verte • Prelude en Koraal • Zoals de bloemen in het veld

Franz Schubert (1797-1828) Sonate in Bes, D960 35’ • Molto moderato • Andante sostenuto begin concert 20.00 uur • Scherzo: Allegro vivace pauze omstreeks 20.50 uur • Allegro ma non troppo einde omstreeks 21.55 uur inleiding Jef Geeraerts . 19.15 uur . Foyer pauze teksten programmaboekje Nel Van Steenhuyse coördinatie programmaboekje deSingel Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Gelieve uw GSM uit te schakelen! Rondo in a, KV511 10’

Maurice Ravel (1875-1937) Valses nobles et sentimentales 15’ • Modéré - très franc • Assez lent avec une expression intense Cd’s • Modéré Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door • Assez animé ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 • Presque lent dans un sentiment intime www.tklavervier.be • Vif • Moins vif • Epilogue - lent Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur (1898-1937) kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur Rhapsody in Blue 16’ broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens (transcriptie voor piano solo door Gershwin) pauzes

Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO’s at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag Een kaleidoscoop van stijlen

Tijdens dit recital doorloopt Frank Braley een breed spectrum combineren met elementen uit de klassieke muziek. Hij werkte van periodes en continenten: van Europa tot de Verenigde dit voor het eerst uit in zijn ‘Rhapsody in Blue’, en gebruikte Staten, en van de Weense klassiek tot de aforismen van Kurtág. deze stijl ook nog in latere werken, zoals zijn bekende opera Kortom, een gevarieerd programma waarin de Franse pianist ‘Porgy and Bess’. de kans krijgt om alle facetten van zijn kunnen tentoon te spreiden. Het concert wordt geopend met het meest recente werk György Kurtág van het programma, met name ‘Játékok’ van György Kurtág. Selectie uit Játékok (1973-93) Deze ‘Spelen’ van de Hongaarse componist zijn korte, speelse De Hongaarse componist-pianist György Kurtág (°1926) miniatuurwerkjes voor piano die zowel bedoeld waren voor is waarschijnlijk de enige componist die het Hongaars kinderen als voor volwassenen. communistisch regime heeft meegemaakt en toch Vervolgens komt een sonate van de vroegromantische internationale herkenning heeft weten te verwerven. Zich componist Franz Schubert aan bod. In de meeste van zijn baserend op Bartók, Webern, en in mindere mate op Stravinsky, pianosonates leek Schubert beïnvloed te zijn geweest door wordt Kurtágs werk gekenmerkt door een concentratie van Haydn en Mozart. In deze sonate echter hield hij duidelijk toonladders en een directe expressie. een andere grote meester voor ogen, met name Ludwig van Beethoven. In de jaren 1970 vroeg de pianolerares Marianne Teöke aan Uiteraard wordt er tijdens dit concert ook een werk gespeeld Kurtág om een bijdrage te schrijven voor een pianoalbum van de gevierde Wolfgang Amadeus Mozart. Niet één van voor kinderen. Kurtág begon in 1973 aan enkele stukjes die hij zijn bekende pianosonates, maar een groots en melancholisch verzamelde onder de titel ‘Eló-Játékok’, of ‘Voor-Spelen’. Dit Rondo. Hierna worden de walsen van de laatromantische project gaf meteen gestalte aan de creativiteit die aan de basis ten gehore gebracht. Men vergeleek deze Franse lag van ‘Játékok’. Dit werk, wat letterlijk ‘Spelen’ betekent, componist wel eens met een Zwitsers horlogemaker, aangezien was oorspronkelijk bedoeld om kinderen een bevrijdende hij een werk steeds tot in de puntjes afwerkte en dan pas liet benadering aan te reiken wat betreft het maken van muziek en horen. wat betreft de piano zelf. De compositie evolueerde echter ook De sprong van Ravel naar George Gershwin lijkt op het eerste in een bevrijdende activiteit voor de componist zelf. zicht niet echt logisch te zijn. Toch is deze echter niet zo groot De grafische notatie is eerder bedoeld om de uitvoerder als u denkt, aangezien Gershwin Ravel in Parijs had gevraagd - volwassene of kind - te stimuleren om te experimenteren met of hij lessen compositie bij hem kon volgen. Ravel wees hem geluid en gewaarwording, dan om de partituur intellectueel te af met de woorden: “Waarom zou jij een tweederangs Ravel analyseren. willen worden als je een eersterangs Gershwin kan zijn?” Beide ‘Játékok’ groeide gedurende een drietal decennia uit tot een componisten hebben dan ook een zekere invloed op elkaars enorm geheel van uiterst gevarieerde twee- tot zeshandige werk gehad. pianominiatuurtjes. De korte pianowerkjes zijn zowel artistiek Het was Gershwins bedoeling om elementen uit de jazz te als pedagogisch, geleerd als naïef, strikt en vrij. Ze zijn zeer verschillend van elkaar, gaande van een stuk waarin slechts in de allerlaatste die op dit concert zal worden uitgevoerd. Deze enkele noten geïsoleerd gespeeld worden tot een dromerig stuk compositie is ongetwijfeld Schuberts grootste werk voor piano. waarin Kurtág van de ene kant van het klavier naar de andere Hij schreef ze achttien maanden na de dood van Beethoven en een onophoudelijke stroom noten speelt. Niettemin vindt bewees hiermee eer aan de meester. Het werk is de muzikale de cyclus een sterke samenhang binnen zijn diversiteit. Het verklanking van de reis van duisternis naar licht. werk doet misschien wel denken aan ‘Mikrokosmos’ van Belá De Sonate in Bes is opgebouwd uit vier delen. Het eerste, Bartók, eveneens een verzameling van korte pianowerkjes met Molto moderato, is een zeer lang deel van ongeveer twintig pedagogische bedoelingen. minuten. Het begint met een lange, zingende melodie, die Kurtágs ‘Játékok’ interageert met de buitenwereld, reflecteert, dan langzaam naar een meer energieke sfeer evolueert. De commentarieert en experimenteert. Opgevat als aantekeningen tweede themasectie en de doorwerking worden gekenmerkt in een zowel muzikaal als persoonlijk dagboek refereren vele door schommelende modulaties, het steeds wisselen van ‘spelen’ dan ook rechtstreeks aan de muzikale overlevering verschillende tonaliteiten. De meest lyrische passages worden of aan Kurtágs persoonlijke leven. Hij behandelde sommige afgewisseld met diepe, krachtige en meer dramatische tonen in composities dus als een muzikaal dagboek, met het resultaat dat de linkerhand. Overal zijn de klankkleuren volmaakt in balans. vele titels vrienden en collega’s eren of hun dood reflecteren: Het langzame tweede deel, Andante sostenuto, symboliseert ‘Hommage à …’ of ‘In memoriam …’. Nieuwe ideeën worden het afscheid nemen van het leven en het herscheppen van uitgewerkt en staan mogelijk model voor ander werk. alle dingen. Het is een heel gevoelig, rustig en intens deel dat Daartegenover bieden bestaande technieken, stijlen en concrete langzaam openbloeit in een meer opgewekte sfeer. Het subtiel composities van anderen en hemzelf een onuitputtelijke bron gevarieerde ostinatoritme - het herhalen van steeds hetzelfde aan inspiratie. Vele stukjes zijn ook biografisch gekleurd. ritmische patroon - van dit deel is typerend voor Schubert, Kurtág zei het volgende over zijn werk: “Spel is spel. Het evenals de expressieve voorhoudingen en de contrasten tussen verlangt veel vrijheid en initiatief van de speler. Het geschrevene majeur en mineur in de coda. moet niet ernstig genomen worden - het geschrevene moet Het Scherzo is opgebouwd uit een eerste scherzo Allegro doodernstig genomen worden, wat het muzikale proces, de vivace con delicatezza, een trio en een afsluitend scherzo. De kwaliteit van de tonaliteit en van de stilte betreft.” scherzo-delen hebben een heel energieke, opgewekte sfeer. Het middelste trio is veel rustiger en meer uitgesponnen dan de uiterste delen en vormt daardoor een contrasterend Franz Schubert middendeel. Sonate in Bes, D960 (1828) De beginmaten van de finale, het Allegro ma non troppo, Tot de belangrijkste werken voor piano van de Oostenrijkse herinneren duidelijk aan Beethoven. Opvallend in dit deel zijn componist Franz Schubert (1797-1828) behoren ongetwijfeld de signaalachtige plaatsen waarna de muziek weer voortvloeit zijn elf voltooide sonates. Schubert lijkt in de meeste van zijn in een ononderbroken stroom van snelle noten. Dit presto-deel sonates meer door Haydn en Mozart te zijn beïnvloed dan vormt een perfect afsluitend deel voor deze laatste sonate. door Beethoven. De uiterlijke vorm wijkt praktisch nooit af van het klassieke patroon, maar hun sfeer is eerder lyrisch dan dramatisch. In zijn laatste drie pianosonates uit 1828 echter Wolfgang Amadeus Mozart stond Beethoven Schubert duidelijk voor ogen. Rondo in a, KV511 (1787) Schubert is nergens zo onafhankelijk, een zo grote en Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) schreef rondo’s ongeëvenaarde lyrische meester, dan in deze sonates, en vooral gedurende zijn hele carrière en gebruikte ze in een waaier van Franz Schubert. Anoniem schilderij, 1827 (vroeger aan Joseph Willibrord Mähler György Kurtág toegeschreven) Maurice Ravel aan de piano tijdens een feest voor zijn drieënvijftigste verjaardag in New York met o. a. George Gershwin uiterst rechts. genres. In totaal schreef hij slechts vier rondo’s die volledig bleef daarbij altijd binnen het kader van een fundamentele in een mineur toonaard geschreven staan. Een typisch rondo affiniteit met de heldere melodische contouren en de duidelijke werd namelijk verondersteld vrolijk en opgewekt te zijn. ritmes en vormen van de klassieke periode. Zijn harmonieën En aangezien mineurtonaliteiten niet geschikt waren om zijn weliswaar complex en geraffineerd, maar tegelijkertijd vrolijkheid en zorgeloosheid uit te drukken, werden deze hier functioneel. normaal gezien niet voor gebruikt. Vandaar dat componisten In 1911 schreef Ravel een reeks walsen voor piano. De titel, andere vormen kozen voor finales van werken in een mineur ‘Valses nobles et sentimentales’, was geïnspireerd op de twee tertstoonaard, zoals een sonate-allegro, een variatie of een reeksen walsen van Schubert, de 34 ‘valses sentimentales’ en de fuga. Wanneer een componist een muziekstuk toch wilde 12 ‘valses nobles’. Ravel zei het volgende over zijn werk: “Le titre eindigen met een rondo, plaatste hij het hele deel of toch de Valses nobles et sentimentales indique assez mon intention tenminste de coda ervan in een majeurtoonaard. de composer une chaîne de valses à l’example de Schubert.” Dit grootse Rondo in a is een onafhankelijk, op zichzelf staand Ravel schreef dus een opeenvolging van 8 walsen, maar duidde rondo. Het werd in 1787 in Wenen gecomponeerd. Niet niet aan welke ervan ‘noble’ of ‘sentimentale’ waren. In 1912 alleen Mozart, maar ook Carl Philipp Emanuel Bach schreef orkestreerde hij dit werk zelf en gebruikte het als muziek voor zulke zelfstandige rondo’s. In tegenstelling tot de typische het ballet ‘Adélaïde, ou le langage des fleurs’. rondo’s van die tijd, die als vrolijk en onderhoudend genre De première van ‘Valses nobles et sentimentales’ op 9 mei 1911 werden beschouwd, schreef Mozart een heel expressief en wekte niets dan verontwaardiging. Op dit concert werden melancholisch rondo bij de dood van zijn vriend, de graaf van de namen van de componisten niet bekend gemaakt en de Hatzfeld. luisteraars mochten zelf raden door wie de werken geschreven Een typisch kenmerk van een rondo is dat een bepaald thema waren. Het publiek dacht dat de pianist Louis Aubert, aan wie steeds terugkeert, en op die manier als een soort ‘refrein’ het werk was opgedragen, alleen maar fouten had gespeeld en fungeert. De vorm van dit rondo is het volgende: ABACA. Het dat niemand minder dan Erik Satie het werk geschreven had. werk staat niet helemaal in mineur geschreven, er worden De verleidelijke titel van de walsen was dus alleen maar een doorheen het rondo vaak wendingen gemaakt naar grote knipoogje vanwege Ravel naar Schubert en de Weense muziek. tertstoonladders. De stijgende, chromatische openingsmelodie De acht korte walsjes volgen elkaar snel op, maar hebben vaak in mineur symboliseert de diepe emoties die met het werk een ander karakter. Zo is de eerste wals, ‘Modéré-très franc’, verbonden zijn, met name het verdriet om de dood van een een opgewekt en snel stukje dat contrasteert met het langzame vriend. Het werk gaat vervolgens verder in een majeurtonaliteit, en dromerige tweede deel. De ‘Epilogue’ klinkt zeer mysterieus waardoor een sfeer van opluchting gecreëerd wordt. Telkens en in deze laatste wals lijkt de muziek als het ware langzaam te wanneer het A-deel terugkeert, keert ook de mineurtoonaard vervagen in een delicaat afscheid. terug. Door de afwisseling tussen mineur en majeur slaagt de rijpe Mozart erin om zowel rouw als vrolijkheid muzikaal weer te geven in zijn compositie. George Gershwin Rhapsody in Blue (1924) De Amerikaanse componist, pianist en dirigent George Maurice Ravel Gershwin (1898-1937) hoopte in de jaren twintig de kloof tussen Valses nobles et sentimentales (1911) de populaire muziek en de concertzaal te kunnen dichten. De Franse componist Maurice Ravel (1875-1937) nam weliswaar Paul Whiteman, leider van een toonaangevend jazzorkest, enkele impressionistische technieken over in zijn muziek, maar maakte in 1923 kennis met enkele composities van Gershwin. Hij was zeer verbaasd over de kwaliteit van de werken, vooral omdat zijn eigen ideologie erin naar voren kwam. Whiteman streefde ernaar de jazz van Tin Pan Alley te verheffen tot jazz die ook tot zijn recht zou kunnen komen in de concertzaal. Met Gershwin zag Whiteman de mogelijkheid om deze visie werkelijkheid te laten worden. Paul Whiteman verzocht Gershwin om een groot werk te schrijven voor zijn orkest. Gershwin, druk bezig met andere opdrachten, vergat echter Whitemans verzoek. Ondertussen huurde Whiteman, zij het voorbarig, de tweede grootste concertzaal van New York af om de nieuwe compositie wereldkundig te maken. Begin 1924 werd Gershwin, toen hij nietsvermoedend de Herald Tribune opensloeg, geconfronteerd met het bericht dat er op 12 februari een nieuw werk, ja zelfs een symfonie van hem, George Gershwin, in première zou gaan in de Aolean Hall. Zes weken scheidden de componist van dit belangrijke concert. Gershwin zette zijn woede op Whiteman om in werkdrift en schreef in een maand tijd zijn ‘Rhapsody in Blue’ neer, in een versie voor twee piano’s. Zelf zag Gershwin niet meer de tijd om ook nog de orkestratie uit te werken. Dit liet hij over aan Ferde Grofé, pianist en arrangeur van Whitemans jazzorkest, die veel meer ervaring had op het vlak van instrumentatie. Dankzij Grofé kon ‘Rhapsody in Blue’ in de uiteindelijke versie voor piano en jazzorkest op de geplande datum in première gaan. Met Gershwin achter de piano en Whiteman als dirigent werd de uitvoering een ware sensatie. De pers loofde unaniem de nieuwe compositie die de muziekgeschiedenis een geheel nieuwe weg wees. Was het nu klassieke jazz of jazzy klassieke muziek? Men kwam er niet uit, maar vernieuwend was het wel met al die melodische rijkdom en ritmische vitaliteit. Gershwins ‘Rhapsody in Blue’ was een poging tot het combineren van jazz en elementen uit de klassieke muziek, met name de romantiek van . Hij noemde zijn compositie zelf met enige trots “een muzikale kaleidoscoop van Amerika, onze prachtige smeltkroes”. Inderdaad smelten in de ‘Rhapsody’ de drie wezenlijke onderdelen van het Amerikaanse muziekleven uit de jaren twintig samen: jazz, blues en klassieke muziek. Frank Braley Frank Braley (°1968) begon op zijn vierde met pianolessen. Zes jaar later gaf hij zijn eerste concert met het Orchestre Philharmonique de Radio France in de Salle Pleyel in Parijs. In 1986 besloot hij om zich volledig aan de muziek te wijden en gaf zijn wetenschappelijke studie op. Hij schreef zich in aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs en drie jaar later ontving hij unaniem eerste prijzen voor piano en kamermuziek. Op de leeftijd van tweeëntwintig jaar nam hij voor het eerst deel aan een internationale wedstrijd - de Koningin Elisabethwedstrijd - en won de eerste prijs. Publiek en pers erkenden hem unaniem als een pianist met uitzonderlijke muzikale en poëtische kwaliteiten. Sindsdien werd Frank Braley regelmatig uitgenodigd naar Japan, Canada, de Verenigde Staten en in heel Europa, om te spelen met orkesten als London Philharmonic, Leipzig Gewandhaus, Orchestre de la Suisse- Romande, Orchestra della Svizzera Italiana, Zürich Kammerorchester, Philharmonique de Radio France, Orchestre National de France, Orchestre de Paris, de orkesten van Bordeaux, Lille, Montpellier en Toulouse, Berlin Rundfunkorchester, Nationaal Orkest van België, Orchestre Philharmonique du Luxembourg, Copenhagen Royal Orchesta, Tokyo Philharmonic, onder leiding van dirigenten als Jean-Claude Casadesus, , Hans Graf, Gunther Herbig, Christopher Hogwood, Eliahu Inbal, , , Yehudi Menuhin, Antonio Pappano, Michel Plasson, Yutaka Sado, Michael Schönwandt… Tournees voerden hem over heel de wereld: China, Japan, Frankrijk, Italië, Amsterdam, Athene, Birmingham, Firenze, Ferrara, New York, Washington, Parijs, Wenen, La Roque d’Anthéron, Rome, Brazilië,… In juli 2003 debuteerde Frank Braley bij de Boston Symphony op het Tanglewood Festival en in september 2003 participeerde hij met het Ensemble Intercontemporain aan de opening van de Zankel Hall in Carnegie Hall in New York. Voor Harmonia Mundi nam hij solowerken op van , Schubert, Beethoven en Gershwin en kamermuziek van Ravel en Schubert met onder meer de broers Capuçon.