Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom te Gingelom VERZOEK TOT RAADPLEGING

COLOFON

Opdracht:

Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom te Gingelom Verzoek tot raadpleging

Opdrachtgever:

Gemeentebestuur Gingelom Sint-Pieterstraat 1 3890 Gingelom

Opdrachthouder:

SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen

Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.03 www.soresma.be kwaliteitslabel ISO 9001:2000

Identificatienummer:

1280943002/hme

Datum: status / revisie:

Maart 2010 versie adviesinstanties

Vrijgave:

Jan Parys, Contractmanager

Projectmedewerkers:

Cedric Vervaet, MER-deskundige Hanne Mengels, adviseur

 Soresma 2010

Inhoud

Inhoud 3

1 Kadering van het verzoek tot raadpleging 6

2 Beschrijving plan en afbakening plangebied 8

2.1 Initiatiefnemer 8

2.2 Planomschrijving 8

2.2.1 Plangebied 8

2.2.2 Probleemstelling en randvoorwaarden 9

2.2.3 Kwaliteiten, knelpunten en potenties 11

2.2.4 Visie en grafisch plan 11

2.3 Planalternatieven 13

3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 14

3.1 Juridische randvoorwaarden 14

3.1.1 Gewestplan 15

3.2 Beleidsmatige randvoorwaarden 15

4 Bepalen van de plan-MER-plicht 18

5 Potentiële milieueffecten van het plan 20

5.1 Bodem en grondwater 20

5.1.1 Referentiesituatie 20

5.1.2 Mogelijke effecten 21

5.1.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief 22

5.1.4 Milderende maatregelen 22

5.1.5 Conclusie 22

5.2 Oppervlaktewater 22

5.2.1 Referentiesituatie 22

5.2.2 Mogelijke effecten 27

5.2.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief 29

1280943002/hme 3 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

5.2.4 Milderende maatregelen 29

5.2.5 Conclusie 29

5.3 Fauna en flora 29

5.3.1 Referentiesituatie 29

5.3.2 Mogelijke effecten 31

5.3.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief 31

5.3.4 Milderende maatregelen 31

5.3.5 Conclusie 31

5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 32

5.4.1 Referentiesituatie 32

5.4.2 Mogelijke effecten 36

5.4.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief 36

5.4.4 Milderende maatregelen 37

5.4.5 Conclusie 37

5.5 Mens 37

5.5.1 Referentiesituatie 37

5.5.2 Mogelijke effecten 42

5.5.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief 43

5.5.4 Milderende maatregelen 43

5.5.5 Conclusie 43

5.6 Leemten in de kennis 43

5.7 Grensoverschrijdende effecten 43

5.8 Disciplineoverschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten 43

6 Bijlagen 44

Lijst van figuren Figuur 2-1 aanduiding plangebied op macroniveau (bron, NGI) ...... 8 Figuur 2-2 aanduiding plangebied op microschaal (bron, NGI)...... 9 Figuur 2-3 Stratenatlas ...... 9 Figuur 3-1 Gewestplan: bestemmingen binnen het plangebied (bron, Agiv) ...... 15

1280943002/hme 4 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 3-2 uitwerking kern Montenaken, bron GIS ...... 17 Figuur 5-1 indicatie bestaande situatie op luchtfoto...... 20 Figuur 5-2 Bodemkaart plangebied (bron, Agiv) ...... 21 Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv ...... 21 Figuur 5-4 Erosiekaart (Agiv)...... 23 Figuur 5-5 Grondwaterstromingsgevoeligheid (Agiv) ...... 24 Figuur 5-6 Infiltratiegevoeligheid (Agiv) ...... 25 Figuur 5-7 Overstromingskaart (Agiv)...... 26 Figuur 5-8 Zoneringsplan (bron geoloket VMM)...... 27 Figuur 5-9 Biologische waarderingskaart 2004 (Agiv)...... 30 Figuur 5-10 waardevolle hoogstamboomgaarden grenzend aan plangebied, bron Agiv...... 31 Figuur 5-11 Landschapsatlas (Agiv) ...... 33 Figuur 5-12 Landschapskenmerkenkaart, bron GIS-Vlaanderen...... 35 Figuur 5-13 uittreksel CAI, bron Centrale Archeologische Inventaris ...... 36 Figuur 5-14 Bovenlokaal fietsroutenetwerk, bron Provincie ...... 40

Lijst van tabellen Tabel 3-1 Juridische randvoorwaarden RUP Kleurenboom...... 14 Tabel 5-1 te verwachten piekdebieten bij verschillende piekbuien...... 28 Tabel 5-2 Resultaten verkeerstelling Hannuitstraat ...... 40 Tabel 5-3 verdeling plaatselijk-doorgaand verkeer ter hoogte van school aan Hannuitstraat...... 41 Tabel 5-4 Verdeling bezoekers per weekdag en naar autobestuurders Winning . 41

1280943002/hme 5 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

1 Kadering van het verzoek tot raadpleging

De gemeente Gingelom heeft beslist om over te gaan tot het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Kleurenboom’. De gemeentelijke school “De Kleurenboom” in Montenaken kampt met een ruimtegebrek, er is nood aan bijkomende speelruimte. De plek waar deze bijkomende speelruimte zou worden georganiseerd, heeft op het gewestplan de bestemming ‘agrarisch gebied’. De keuken van de school staat momenteel in voor de bereiding van 650 warme maaltijden, niet alleen voor leerlingen maar ook voor gemeentepersoneel. Ook de keuken kampt met een ruimtegebrek en zou moeten kunnen uitbreiden. De belendende sporthal die grotendeels in woongebied met landelijk karakter gelegen is, zou uitgebreid worden met een Finse piste. De achterzijde van de sporthal en de zone waar de Finse piste zou worden aangelegd, liggen in agrarisch gebied. De noordelijke vleugel van het gebouwcomplex waar de sporthal deel van uitmaakt, wordt bij de school gevoegd (huidige functie is muziekschool). Zo kunnen vier extra klaslokalen ingericht worden, die hoogstnodig zijn bij deze school. Voorliggend RUP wenst een juridisch kader te bieden voor de regularisatie en uitbreiding van zowel de school als de sporthal, en de aanleg van de buitenruimtes die essentieel bij deze functies horen. Tevens wordt er nagedacht over de verkeersituatie rond de school: maatregelen om deze veiliger en efficiënter te maken worden indien nodig mee opgenomen in de uitwerking van het RUP.

In het kader van de wettelijke verplichting 1 voor het RUP ‘Kleurenboom’ te Gingelom wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (de Gemeente Gingelom) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: • 1° de deputatie van de provincie, waarop het voorg enomen plan of programma milieueffecten kan hebben; • 2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligg ing en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit.

Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het plangebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan.

1 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van plan- MER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de plenaire vergadering gehouden wordt zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het besluit, dus zijnde 1 juni 2008.

1280943002/hme 6 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Op 25/02/2010 werd hiertoe een adviesvraag gericht aan de Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen (BGP). Op 05/03/09 werd door de dienst BGP een selectie van de relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek naar de plan-MER plicht dienen aangeschreven te worden, meegedeeld. Het betreft:

Sectie 3.2.2 Directie Infrastructuur, Provinciebestuur Ruimtelijke Universiteitslaan 3500 Ruimtelijke Ordening, Provinciehuis Limburg Ordening – 1 Milieu en natuur Planning en beleid Agentschap Koningin Ruimtelijke Ordening 3500 Ruimte en VAC Astridlaan 50 bus Limburg Hasselt Erfgoed 1 Departement Koningin Afdeling Duurzame 3500 Landbouw en Limburg VAC Astridlaan 50 bus Landbouwontwikkeling Hasselt Visserij 6 Afdeling Land en Departement Bodembescherming, Dienst Land en Koning Albert II- 1000

LNE Ondergrond, Natuurlijke Bodembescherming laan 20 bus 20 Brussel Rijkdommen Afdeling Operationeel Graaf de Koning Albert II- 1000 VMM t.a.v. Bram Vogels Waterbeheer Ferrarisgebouw laan 20 bus 16 Brussel

Overeenkomstig bovenvermeld besluit vragen wij u om binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst van voorliggend verzoek tot raadpleging uw advies omtrent de plan- MER-plicht van het RUP ‘Kleurenboom’ over te maken aan Soresma nv, optredend in naam van de initiatiefnemer, zijnde de gemeente Gingelom, en dit op volgend adres: Soresma Jaarbeurslaan 25 3600 t.a.v. Hanne Mengels

1280943002/hme 7 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

2 Beschrijving plan en afbakening plangebied

2.1 Initiatiefnemer Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Gingelom is initiatiefnemer van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘RUP Kleurenboom’ en bijgevolg ook van de screening van de plan-MER-plicht.

2.2 Planomschrijving

2.2.1 Plangebied Macrosituering De gemeente Gingelom bestaat uit een aantal verspreide kernen. De school is gelegen in één van die kernen, Montenaken. Het hoofddorp Gingelom situeert zich ten noorden van Montenaken en is er mee verbonden via de N765 en de N80. 1,4 km meer naar het zuiden loopt de taalgrens die daar ongeveer samenvalt met de E40.

Figuur 2-1 aanduiding plangebied op macroniveau (bron, NGI) Het plangebied is in de invloedsfeer van de stad gelegen, vanuit het plangebied rechtstreeks te bereiken via de Wezerenstraat. De kern Montenaken is aangewezen op Gingelom en Landen voor tal van voorzieningen, in Landen is een treinstation.

Microsituering Ingezoomd op de kern van Montenaken zien we dat het schoolcomplex en de sporthal goed aansluiten bij het centrum van de kern, hoewel de bebouwing van deze kern over het algemeen erg verspreid is. De kop van de school in het noorden – waar de hoofdtoegang zich bevindt – is gelegen aan een plein, centraal in de dorpskern. Dit plein herbergt de bushaltes en enkele parkeerplaatsen.

1280943002/hme 8 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 2-2 aanduiding plangebied op microschaal (bron, NGI)

Figuur 2-3 Stratenatlas

Zie bijlage 1 voor een fotoreportage.

2.2.2 Probleemstelling en randvoorwaarden Probleemstelling School Kleurenboom De vestiging te Montenaken telt 257 leerlingen in het basis- en kleuteronderwijs (schooljaar 2008-2009). De voorbije negen jaar is het leerlingenaantal in deze school vrij constant gebleven, van 263 in 2001 tot 257 vandaag, met een maximum van 275 in 2004. Door dit hoge leerlingenaantal is de school genoodzaakt bijkomende klassen in te richten in een

1280943002/hme 9 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

vleugel van het naastgelegen sportcomplex. Hiertoe wordt de voormalige boerderijwoning van de oude vierkantshoeve verbouwd tot vier klassen. De directie hoopt op die manier het nijpende plaatstekort en de te grote klassen op te lossen. Het probleem van de buitenspeelruimte is even nijpend als dat van het tekort aan klasruimte. Volgens de normen inzake speelruimte per leerling gelden de volgende cijfers: • Per leerling een minimale oppervlakte aan speelruimte van 8,00m²;

• Daarvan mag maximaal 1,20m² overdekt zijn. De speelplaats zou minimaal 2.056 m² groot moeten zijn, waarvan maximum 308 m² overdekt. Momenteel beschikt de school over een totale oppervlakte aan speelruimte van ongeveer 605,00m². Deze is volledig gelegen tussen de bebouwing van de school en de Hannuitstraat, onderverdeeld in drie grote speelniveaus. Er is nood aan een bijkomende speelplaatsoppervlakte van 1650 m³ waarvan minstens 250 m² overdekt moet worden, aansluitend bij één van de school in- of uitgangen. Voor het onderwijzend en ondersteunend personeel is een eigen parkeerruimte gewenst, voor ongeveer 30 wagens en enkele fietsen.

Probleemstelling Sporthal De Winning Deze sporthal is de enige binnen de gemeente. De infrastructuur heeft een uitstraling tot voorbij de gemeentegrenzen, maar dit geldt enkel voor de meer kleinschalige sportieve activiteiten (zaalsporten, turnclub, enz.). De combinatie van drie functies – sport, horeca en socio-culturele ruimtes – heeft ervoor gezorgd dat dit complex voor een stuk het focuspunt geworden is van veel activiteiten binnen de kern Montenaken. De sporthal heeft dringend behoefte aan enkele buitensportterreinen, zowel voor officiële ploegensport, als voor vrije sportbeoefening. Deze buitenterreinen zouden in gedeeld gebruik met de school kunnen georganiseerd worden. Verder is de gemeente vragende partij om een Finse Piste aan te leggen bij de gemeentelijke sporthal. Deze piste zou een omloop van 1.000 – 1.500 m moeten krijgen. Er is ook dringend een oplossing nodig voor het acute gebrek aan voldoende parkeerplaatsen. Het parkeerprobleem voor de sporthalbezoekers kan opgelost worden door een dubbel gebruik van de parking voor onderwijzend personeel in het programma van de school. Het programma voor dit sportcomplex laat zich dan als volgt samenvatten: − Polyvalent buitensportveld voor allerlei activiteiten en competities;

− Voldoende parkeerruimte voor de bezoekers, ongeveer 35-45 parkeerplaatsen zou moeten volstaan;

− Extra parkeerruimte bij grote competitiewedstrijden; hiervoor kan het polyvalent sportveld gebruikt worden.

− Voldoende linken met de school: voetgangersrelaties, doorgangen, dubbelgebruik van bepaalde functies en infrastructuur.

Randvoorwaarden Bij de uitwerking van de gewenste ruimte voor de uitbreiding van school en sporthal dienen volgende randvoorwaarden mee te worden opgenomen: - bijkomende recreatieruimte voor de school dient aansluitend bij de schoolgebouwen te worden gerealiseerd; na de schooluren moet de toegang tot de schoolgebouwen volledig afsluitbaar te zijn zodat de schoolruimte niet toegankelijk is voor derden; - bijkomende toegang of parkeerruimte dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande bebouwing waarbij wordt vermeden dat er een conflict optreedt met de aanwezige woonfunctie:

1280943002/hme 10 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

- er dient aandacht te worden besteed aan de landschappelijke integratie van de sportzone en bijhorende infrastructuur naar achterliggende agrarische gebieden; - een eventueel bijkomende toegang zal gerealiseerd worden aan de Hannuitstraat en niet aan de Stepsstraat, om bijkomende verkeersoverlast voor die landelijke woonstraat te vermijden.

2.2.3 Kwaliteiten, knelpunten en potenties Kwaliteiten • een bij de kern aansluitend en goed geïntegreerd schoolgebouw én sporthal;

• goede bereikbaarheid met de fiets (bovenlokaal fietsroutenetwerk), en het openbaar vervoer – bushalte voor de deur.

Knelpunten • de school kampt met een ruimtegebrek;

• de mogelijke uitbreidingszone ligt in agrarisch gebied, de achterzijde van de sporthal is in agrarisch gebied gelegen;

• verkeerssituatie rond de school en sporthal is op sommige tijdstippen problematisch: de sporthal kampt met een parkeerprobleem, aan de school ontstaan er conflicten ’s morgens bij de start van de schooldag;

• erosiegevoelige gronden verdienen aandacht bij de herinrichting van de huidige agrarische gebieden.

Potenties • aangrenzend plein biedt interessante mogelijkheden voor een stopplaats voor het schoolverkeer, een kiss-and-ride-zone;

• de verdere inrichting van de zone achter de sporthal en de landschappelijke integratie ervan, geeft de mogelijkheid om de kern af te werken naar het open landschap toe;

• uitbreiding van de sportinfrastructuur met bijhorende horeca betekent een versterking van het bovenlokale recreatieve knooppunt Montenaken zoals dat werd geselecteerd in het GRS;

• het inrichten van speelruimte, parkeerruimte en groene ruimte bij de sporthal verbetert de huidige accommodatie, die louter uit binnenterreinen bestaat.

2.2.4 Visie en grafisch plan Volgende zones worden op het grafisch plan van het RUP (bijlage 2) afgebakend, in overeenstemming met de behoeften van de school en de sporthal en rekening houdend met de opgelegde randvoorwaarden:

Zone voor openbaar nut

1280943002/hme 11 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

De ruimte omvat zowel de sporthal als het schoolgebouw, beperkte uitbreidingen van de gebouwen kunnen in deze zone plaatsvinden. Bijkomende bestemmingen die hier kunnen gerealiseerd worden of blijven, zijn een cafetaria, eventuele vergaderlokalen, en een wooneenheid voor de inwonende uitbater of voor een huisbewaarder. Tevens omvat deze zone de buitenruimten die bij deze gebouwen horen: de nodige ontsluitingswegen voor leerlingen, sporters, personeel, leveringen, horecabezoekers,… ; in deze zone kan ook een beperkte speelplaats rondom de school worden voorzien, met de mogelijkheid om een overdekte speelruimte te realiseren. De niet-bebouwde oppervlakte van deze zone mag ook als groenruimte worden ingericht. De binnenkoer van de sporthal kan binnen deze basisvoorschriften zijn huidig uitzicht behouden. De mogelijke uitbreidingen zullen gekoppeld worden aan enkele parameters: • Max. X % van bestaande oppervlakte;

• Minimale zijdelingse afstand tot perceelsgrenzen te respecteren, bv. afstand = hoogte gebouw met minimum 3,00m;

• Maximale afmetingen inzake hoogte: kroonlijsthoogte, nokhoogte wordt vastgelegd. De begrenzingen met private buurpercelen worden uitgevoerd in inheemse hagen voor zover de veiligheid en toegankelijkheid voor hulpdiensten niet in het gedrang komt; waar dit wel het geval is, wordt een eenvoudig afrastering voorzien.

Zone voor sportpark en speelruimte

Deze ruimte wordt de bijkomende speelruimte voor de schoolkinderen, maar omvat tevens het polyvalent speelveld. Overdag hoort deze ruimte bij de school, maar ’s avonds en in het weekend is dit een buitensportpark horende bij de sporthal. Het polyvalente speelveld is tevens een uitbreiding van de parking op piekmomenten en dient dus aangrenzend te worden gerealiseerd, en te worden uitgevoerd in berijdbare afwerking. Verder kan het vrij worden ingepast in de zone. De oppervlakte van het speelveld bedraagt maximum 900 m² (mogelijkheid tot realiseren van groot basketbalveld of een reglementair handbalveld. De ruimte dient open te blijven zodat toezicht makkelijk is, de beplanting moet sociale controle toelaten. Gezien de erosiegevoeligheid van het gebied, dienen niet verharde delen te worden beplant met voldoende verankerende beplanting die voldoende betredingsvast is. Banken, verlichting, oefenelementen, een pétanquebaan, … zijn dingen die binnen de zone mogen aangelegd worden. Van deze zone wordt een inrichtingsplan opgesteld, waar de gedetailleerde inrichting duidelijk op af te lezen is, en dat aan de hoger vernoemde principes voldoet.

Zone voor parking

Deze parking dient voor de bezoekers van de sporthal en voor het personeel van de school en de sporthal. Deze parking wordt aangelegd volgens het concept van de boomgaard: parkeren onder bomen in een groene omgeving. De inrichting van deze parking dient zo te zijn dat de waterdoorlatendheid maximaal is door het gebruik van open en halfopen verhardingen. Anderzijds moet de inrichting ervan aansluiten bij de parkachtige omgeving van de zone voor sportpark en speelruimte. De parkingruimte laat tevens een verdere doorgang naar de achterzijde van de gebouwen voor de hulpdiensten en het dienstverkeer.

Zone voor buffer

1280943002/hme 12 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Deze zone zorgt voor de landschappelijke integratie van het geheel enerzijds en de buffering van functies zoals parkeren en ontsluiting naar de aangrenzende woonfunctie anderzijds. In de buffer mag enkel de toegangsweg voor de parking aangelegd worden en een verbindend voetpad tussen beide aangrenzende straten, en dit pad wordt aangelegd in waterdoorlatende verhardingen (dolomiet, kiezel, houtschors of gelijkaardig materiaal). De buffer zal minimaal bestaan uit een houtwal in inheems soorten, met toevoeging van één of meer bomenrijen, aansluitend op de aanleg van het speelpark en de parking.

Aslijn voor ontsluitingsweg

Deze weg zorgt voor de ontsluiting van de parking en geeft toegang tot de achterzijde van de gebouwen voor hulpdiensten en dienstverkeer. De weg mag in dichte verharding worden aangelegd (asfalt, klinkers). Verlichting van deze weg is toegelaten. Alle verlichting zal gebeuren met armaturen zonder strooilicht.

2.3 Planalternatieven

De ontwikkeling van het plangebied is het gevolg van beleidsmatige en juridische randvoorwaarden. Het RUP wordt ingegeven door de visie geformuleerd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Gingelom. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan geeft de visie van de gemeente weer op haar ruimtelijke ontwikkeling. De relatie van het plan met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt verder in deze screening toegelicht

Er kan worden geconcludeerd dat er binnen de geldende juridische en beleidsmatige randvoorwaarden geen planalternatieven voorhanden zijn. Er zijn wel verschillende mogelijkheden naar inrichting van het plangebied, het grafisch plan van het RUP legt enkel het kader vast waarbinnen men dient te werken. Bij de bespreking van mogelijke effecten vindt een toetsing plaats t.a.v. het nulalternatief. Hierin wordt het scenario geschetst van de ontwikkeling van het gebied bij het uitblijven van het planningsinitiatief. Dit komt neer op het verder invullen binnen de gewestplanvoorschriften.

1280943002/hme 13 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden

3.1 Juridische randvoorwaarden De juridische randvoorwaarden worden weergegeven in onderstaande tabel Tabel 3-1 Juridische randvoorwaarden RUP Kleurenboom Type plan Kenmerken

Gewestplan(nen) Nr. 21 Sint-Truiden-

Gewestelijke ruimtelijke Geen uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke Geen uitvoeringsplannen Gemeentelijke ruimtelijke Geen uitvoeringsplannen Algemene plannen van aanleg Geen

Bijzondere plannen van aanleg Geen

Verkavelingsvergunningen Geen

Gewestelijke rooilijnplannen Geen

Provinciale rooilijnplannen Geen

Gemeentelijke rooilijnplannen Geen

Habitatrichtlijngebieden Geen

Vogelrichtlijngebieden Geen

Gebieden van het VEN – 1e fase Geen

Erkende natuurreservaten Geen

Beschermde monumenten Geen

Beschermde landschappen Geen

Beschermde stads- en dorpsgezichten Geen

Polders en wateringen Geen

Beschermingszones Geen grondwaterwinningen Proces Verbaal bouwovertreding Geen

Buurt- en voetwegen Geen

Herbevestigd Agrarisch Gebied Ja

1280943002/hme 14 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Land- en natuurinrichtingsprojecten Geen

3.1.1 Gewestplan

Figuur 3-1 Gewestplan: bestemmingen binnen het plangebied (bron, Agiv)

De bestemmingen die in het plangebied terug te vinden zijn: de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

3.2 Beleidsmatige randvoorwaarden

Beleidsplan Kenmerken Ruimtelijk Gingelom behoort tot het buitengebied. Structuurplan Vlaanderen (1997) Provinciaal De gemeente is gelegen in het zuiden van de deelruimte droog Haspengouw. De Structuurplan dorpen in deze streek kenden gedurende lange tijd geen bevolkingsaangroei. Het Limburg beleid wenst de open ruimte te versterken en daarbij worden landbouw, landschap,

1280943002/hme 15 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

recreatie en laagdynamisch toerisme ondersteund. Een ruimtelijk principe dat daarbij gehuldigd wordt is het scherp gescheiden houden van open landbouwgebieden enerzijds en kernen anderzijds. Gingelom is in het PRSL geselecteerd als hoofddorp. In een hoofddorp wordt de dynamiek voor wonen, handel en diensten gebundeld. Montenaken werd aan geduid als woonkern. De woonkernen staan in voor het opvangen van lokale behoeften. Landbouw is de voornaamste ruimtegebruiker in droog Haspengouw, waar het plangebied gelegen is, en een belangrijke economische motor. Belangrijk hierbij zijn grote stukken aaneengesloten agrarisch gebied, het gaat immers om grondgebonden landbouw. Toerisme in de vorm van recreatief medegebruik van het agrarische gebied (met zijn dikwijls gave landschap) speelt eveneens een belangrijke rol. Over het landschap van Droog Haspengouw stelt het PRSL het volgende: “Droog-Haspengouw wordt landschappelijk gekenmerkt door een golvend leemplateau, asymmetrische dalen, kleine landelijke nederzettingen, open landschap, hoeven en kastelen. Het vormt een complex gaaf landschap, i.e. een landschap met verschillende structuurbepalende landschapselementen waarvan de samenhang en de structuur in beperkte mate gewijzigd zijn door grootschalige ingrepen. De open ruimte wordt maximaal behouden. De mate waarin de landschappelijke relicten die het gebied karakteriseren, en de representatieve concentraties (ankerplaatsen) behouden en versterkt worden, vormen een bijkomend afwegingskader voor het provinciaal ruimtelijk beleid. ” Gemeentelijk Doelstellingen Structuurplan (11/09/08) De gemeente stelt een aantal doelstellingen voorop. Daarin vermeld ze m.b.t. de kern: “ Montenaken vormt een toeristisch-recreatief knooppunt van gemeentelijk niveau en wordt ingeschakeld in het bovenlokaal toeristisch-recreatief netwerk. Specifieke aandacht zal uitgaan naar het herstel van dorpszichten, –randen en – kern, naar de uitbouw van kleinschalige lokale horecavoorzieningen, en naar een profilering als kern waar culturele en gelijkaardige activiteiten plaatsvinden .” Deelruimten De kern Montenaken is in deelruimte 1 “Gingelom en de Molenbeek / Boenebeek” gelegen. De centrale Marktplaats in de kern Montenaken is aangeduid als toeristisch recreatief knooppunt, als concentratie van horecagelegenheden. Deze maakt deel uit van het bovenlokale toeristisch recreatieve netwerk met nadruk op recreatief medegebruik van het omliggende agrarische landschap. De sporthal in het plangebied met bijhorende horeca sluit goed aan bij het geselecteerde toeristisch recreatief knooppunt in het centrum van de kern Montenaken. Door de uitbreiding van de sportaccommodatie wordt de recreatiecluster verder uitgebouwd. Nederzettingenstructuur . Montenaken wordt geselecteerd als lokaal verzorgende woonkern . Voorzieningen dienen dus op het niveau van de kern te zijn. Bij de verdere uitwerking van de kern in het richtinggevend deel, wordt de sporthal aangeduid als ‘recreatie nabij de kern’. Economische structuur . De gemeente wenst de scholen in Montenaken en Jeuk te behouden en zal onderzoeken welke uitbreidingsmogelijkheden deze hebben. Dit zal gebeuren middels een RUP dat zal voldoen aan volgende randvoorwaarden: − Behoud van de locatie omwille van de ruimtelijke kwaliteiten en voordelen;

− De voorschriften en richtlijnen vanuit het onderwijsgegeven zijn richtinggevend (oppervlaktes, lokalen, enz.);

− Maximale inpassing in de bestaande bebouwde structuur;

1280943002/hme 16 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

− Hanteren van aanwezige bouwtypologieën voor de nieuwe schoolgebouwen;

− Indien mogelijk een meervoudig ruimtegebruik: speelplaats ook voor de dorpskinderen in het weekend, gebouwen multifunctioneel inrichten indien mogelijk en toegelaten, enz. Toeristisch recreatieve structuur . Recreatie-infrastructuur zal steeds in of aansluitend bij de kernen worden gerealiseerd. Aandachtspunten hierbij zijn de bereikbaarheid, de landschappelijke inpassing, sociale controle en verkeersveiligheid. Specifiek voor de sporthal ‘De Winning’ in Montenaken wordt een betere bereikbaarheid en parkeermogelijkheden vooropgesteld. Hierbij dient de nodige aandacht uit te gaan naar een goede landschappelijke inpassing en een hoge beeldkwaliteit van de gebouwen. Verkeers- en vervoersstructuur . De Hannuitstraat (N765) wordt geselecteerd als een lokale weg type II. Dit type weg heeft het ontsluiten op lokaal niveau als hoofdfunctie, daarnaast het heeft het verlenen van toegang (erfontsluiting) als functie.

Figuur 3-2 uitwerking kern Montenaken, bron GIS Gemeentelijk Het mobiliteitsplan vormt een leidraad voor de gewenste duurzame ontwikkeling mobiliteitsplan van de mobiliteit binnen de gemeente. (26/02/02) In het actieprogramma bij het beleidsdomein communicatie wordt als maatregel c3.2 voorgesteld om een informatiecampagne in de scholen te starten rond ‘schoolpooling, fietscolonnes en fietspoolen’. Op korte termijn wordt bij het werkdomein strategische projecten van de ruimtelijke ontwikkelingen vooropgesteld dat alle schoolomgevingen dienen te worden heringericht in het kader van de veiligheid van het kind.

1280943002/hme 17 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

4 Bepalen van de plan-MER-plicht

Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan de regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: • Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie; • Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (steden- bouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is.

− Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Kleurenboom’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. • Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: − Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist):  Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde);  Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden; − Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht” − Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant). Het RUP Kleurenboom heeft geen betrekking op een project vermeld in bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004. Het gaat hier om het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau waardoor het RUP niet van rechtswege plan-MER- plichtig is en geen passende beoordeling vereist (want geen invloed mogelijk op een nabijgelegen Natura 2000-gebied, zie ook §5.3.1). Hier dient dan ook een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. In volgende paragrafen wordt het

1280943002/hme 18 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.

1280943002/hme 19 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

5 Potentiële milieueffecten van het plan

In dit hoofdstuk worden de milieueffecten van het RUP gescreend. Er wordt omschreven in welk mate de wijzigingen door uitvoering van het RUP een invloed kunnen hebben op het milieu. Als referentiesituatie wordt vertrokken van de actuele toestand op het terrein en de functies die het plangebied op dit moment vervult. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 2,1 ha. Het schoolgebouw (met bijbehorende speelplaats) en de sporthal nemen hiervan ongeveer 0,9 ha in beslag. De rest van het gebied (1,2 ha) is in gebruik voor landbouwdoeleinden. Door uitvoering van het RUP wordt vooral dit deel van het plangebied ingevuld (speelterrein, parking, speelplaats….)

Figuur 5-1 indicatie bestaande situatie op luchtfoto

5.1 Bodem en grondwater

5.1.1 Referentiesituatie De bodem van het plangebied bestaat uit droge leem en bebouwde zone (zie figuur 5-2). Deze soort bodem is gevoelig voor verdichting en matig gevoelig voor profielvernietiging. Een droge zandleembodem is zeer geschikt als weiland of akker en voor de kweek van landbouwgewassen zoals maïs, hard fruit, steenfruit, verschillende groentesoorten, houtig kleinfruit, sierbomen… Het zuiden van het plangebied bestaat uit een verzameling van percelen die voor landbouw gebruikt worden.

1280943002/hme 20 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-2 Bodemkaart plangebied (bron, Agiv)

Het grondwater is volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaart van Limburg voornamelijk kwetsbaar (code Ab): de watervoerende laag bestaat uit krijt, kalksteen, zandsteen of mergel met een lemige deklaag. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op grondwaterverontreiniging in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Grondwaterverontreiniging t.g.v. infiltrerende oliën, vetten en andere verontreinigende vloeistoffen vormt dus een milieurisico. Hieromtrent worden geen expliciete voorschriften opgenomen vermits dit conform de geldige milieuvergunningen dient te gebeuren.

Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv

5.1.2 Mogelijke effecten Het RUP laat bebouwing toe in het plangebied waardoor profielvernietiging te verwachten valt. Een deel van het plangebied bestaat uit goed gedraineerde lemige grond, deze is niet gevoelig voor profielvernietiging (klasse p= bodem zonder profielontwikkeling) waardoor er geen significante effecten verwacht worden op het bodemprofiel. De rest van het plangebied is op de bodemkaart als antropogeen aangeduid omdat er reeds bebouwing aanwezig is en er reeds enige mate van verstoring heeft opgetreden.

1280943002/hme 21 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Het zuiden van het plangebied is gevoelig voor verdichting (lemige, goed gedraineerde grond). Verdichting van de bodem veroorzaakt enkele secundaire effecten: door het lagere poriënvolume van de bodem kan er minder regenwater infiltreren, waardoor meer water afstroomt, de grondwatertafel minder gevoed wordt, de debieten in de riolering stijgen, wortelgroei bemoeilijkt wordt, enz. De daling van de structuurkwaliteit van de bodem door compactatie, heeft bijgevolg ook secundaire effecten op de waterhuishouding en de vegetatie. Rekening houdend met de gevoeligheid en invulling van het terrein worden de effecten van verdichting tijdens de ontwikkeling van gebied als licht negatief ingeschat. In de exploitatiefase zijn geen effecten op verdichting te verwachten. Er worden geen activiteiten uitgevoerd die effect hebben op de grondwaterhuishouding of de grondwaterkwaliteit: binnen het plangebied komen geen bestemmingen voor die aanleiding kunnen zijn voor (grootschalige) bodemverontreiniging en grondwatervervuiling.

Er wordt van uitgegaan dat bij grotere werken, waarbij het grondverzet meer dan 250 m³ bedraagt, een onderzoek naar de kwaliteit van de uit te graven bodem zal uitgevoerd worden. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem te beschermen (bijvoorbeeld voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders. Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat van een erkende bodembeheerorganisatie, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen staan vermeld.

5.1.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het huidige bodemgebruik, bestaande uit een school, sporthal en een aantal landbouwpercelen behouden blijven. Het landbouwareaal blijft gelijk. Er is geen oplossing mogelijk voor de problemen waar de school en de sporthal vandaag mee kampen (te weinig buitensportvelden, parkeerplaats en speelplaats).

5.1.4 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Bodem en grondwater worden geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld.

5.1.5 Conclusie Vanuit de discipline Bodem en grondwater zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

5.2 Oppervlaktewater

5.2.1 Referentiesituatie Oppervlaktewater Gingelom behoort tot het natuurlijk systeem van het Haspengouws Demerbekken. Er zijn drie parallelle, zuid-noord verlopende beeksystemen die via de Gete, de Demer, de Dijle en de Rupel uiteindelijk in de Schelde afwateren: de Molenbeek in het westen, de Cicindria in het centrum en de Melsterbeek in het oosten. Enkel een klein deel van de gemeente rond Vorsen watert via de Waterbeemd af op de Jeker en zo op de Maas. Opvallend is dat op de plateaugedeelten tussen deze valleien geen oppervlaktewateren voorkomen; er zijn wel tal van droge valleien. Dit is het gevolg van de doorlaatbaarheid van de leembodem en het onderliggende krijtsubstraat.

1280943002/hme 22 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

De Boenebeek ontspringt in Montenaken en bevindt zich op ongeveer 400 meter ten oosten van het plangebied. De Boenebeek mondt uit in de Molenbeek.

Watertoetskaarten Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het plangebied Kleurenboom volgende vaststellingen gemaakt worden:

Erosiegevoeligheid: De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen (ALBON) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.

Figuur 5-4 Erosiekaart (Agiv)

Het volledige plangebied is erosiegevoelig. Bij onverharde delen dient er voldoende aandacht te gaan naar verankerende beplanting.

Grondwaterstroming: De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming.

1280943002/hme 23 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-5 Grondwaterstromingsgevoeligheid (Agiv)

Het noordwestelijke deel van het plangebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3), het overige deel is matig gevoelig (type 2)

Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10 m en een horizontale lengte van meer dan 100m, dient advies aangevraagd te Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Het is niet de bedoeling om in het plangebied bijkomende grootschalige constructies op te richten, de grondwaterstroming zal in principe niet verder worden verstoord.

Infiltratiegevoelig De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden:

• gebieden met de infiltratiegevoelige bodems • gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems

1280943002/hme 24 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen.

Figuur 5-6 Infiltratiegevoeligheid (Agiv)

Het plangebied is niet infiltratiegevoelig. Bijzondere maatregelen bovenop de reeds geldende verordeningen betreffende de infiltratie van het hemelwater zijn weinig zinvol.

Overstromingsgevoeligheid: Deze kaart geeft de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag).

1280943002/hme 25 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-7 Overstromingskaart (Agiv) Zowel het volledige plangebied als de nabije omgeving is in niet-overstromingsgevoelig gebied gelegen.

Afvalwater Van 44,5% van alle huishoudens in Gingelom wordt het huishoudelijk afvalwater momenteel rechtstreeks afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Dit zijn de gezinnen in de deelgemeenten Vorsen, Kortijs, Montenaken, Niel en Gingelom. Ze zijn aangesloten op de collector Molenbeek, die het afvalwater afvoert naar de RWZI van Runkelen (40.500 IE). De gezinnen van Jeuk, Borlo en Buvingen zijn aangesloten op de collector Cicindria. In 2009 werden ook de gezinnen van Muizen hierop aangesloten. De verdere verbinding met de RWZI is echter nog in ontwerpfase. De school en de sporthal zijn volgens het geoloket van de VMM aangesloten op de riolering (oranje gearceerd gebied= centraal gebied)

1280943002/hme 26 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-8 Zoneringsplan (bron geoloket VMM)

5.2.2 Mogelijke effecten Oppervlaktewaterhuishouding (inclusief waterkwantiteit) In de voorgaande paragrafen zijn de watertoetskaarten besproken. Hierna volgen enkele bevindingen. Het plangebied is volledig gelegen in erosiegevoelig gebied. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de inrichting van het gebied. Hoger gelegen akkergebieden kunnen bij regenweer potentieel zorgen voor afstromend slib richting het plangebied. Het is aangeraden om de erosieproblematiek te bespreken met de Watering van Sint-Truiden die de nodige ervaring heeft op dit gebied en op het grondgebied van Gingelom al met succes maatregelen heeft genomen om de erosie tegen te gaan. Het RUP dient voldoende ruimte te voorzien voor eventuele maatregelen ter bestrijding van erosie. Een mogelijkheid is de aanleg van een grasbufferstrook rondom het plangebied.

De graad van verharding zal significant stijgen t.o.v. het bodemgebruik nu wat zonder het voorzien van compenserende maatregelen als negatief te beoordelen is voor de waterhuishouding (de mogelijkheden van natuurlijke infiltratie worden immers beperkt): ongeveer 1,2 ha van het zuidelijk deel van het plangebied is nu volledig onverhard en in gebruik als weiland/akker. In deze zone plant het RUP de aanleg van een polyvalent speelveld van 900m² en een parking van 1727 m² in. De parking wordt aangelegd in waterdoorlatend materiaal, wat positief te beoordelen is. De negatieve impact van de rest van de verhardingen kan beperkt worden door maximaal hergebruik, infiltratie of buffering en het gebruik van waterdoorlatende materialen. Elke stedenbouwkundige vergunning dient bovendien te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater van 1 oktober 2004. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste plaats zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd. Indien infiltratie onmogelijk blijkt omwille van hoge grondwaterstanden of een te kleine doorlatendheidsfactor van de bodem (< 1.10 -5), dient het hemelwater gebufferd te worden met een vertraagde afvoer. -7 De bodem bestaat uit leem en heeft een slechte infiltratiecapaciteit (k f = 5,8.10 ). Er wordt buffering aangeraden. Voor de dimensionering van een bufferbekken worden volgende richtlijnen gehanteerd: afvoerdebiet 20 l/s/ha en een minimaal buffervolume van 250 m³/ha. Waterdoorlatende verharding blijft toch nuttig, ondanks dat de infiltratiecapaciteit slecht is.

1280943002/hme 27 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Omdat het grafisch plan geen precieze indicatie geeft van hoeveel er verhard zal worden, gaan we uit van twee scenario’s: 1) In het slechtste geval wordt de zone voor sportpark/speelruimte volledig verhard nl. 7.390m². Er is een bufferbekken nodig van 184 m³ 2) Enkel de speelplaats en het sportterrein zullen verhard worden (1.650m² + 900m²= 2.550 m²). indien er verder verhard wordt, zal dit gebeuren in waterdoorlatende materialen (aan te raden scenario). Er is een bufferbekken nodig van 63 m³. Deze kan bijvoorbeeld in de zuidelijke groenbuffer aangelegd worden. Volgens het grafisch plan is deze minstens 5 m breed en 200 m lang. Indien de volledige groenbuffer als bufferbekken gebruikt wordt met een diepte van 20 cm, dan is er in theorie ruimte voor een buffer van 200 m³

Om te kijken of de bufferbekkens voldoende groot zijn om piekafvoeren op te vangen wordt volgende formule gebruikt: Q (piekafvoerdebiet) = C (afvoercoëff.) x I (neerslagintensiteit) x A (verharde opp.) Aannames:

• A1= 0,74 ha

• A2 = 0,25 ha • C = afvoercoëfficiënt van 0,5 De te verwachten piekdebieten bij verschillende piekbuien voor de twee scenario’s zijn:

Tabel 5-1 te verwachten piekdebieten bij verschillende piekbuien piekbuien Q worst case Q (waarden afkomstig van dichtstbijzijnde volledige zone van sportpark en enkel speelplaats en sportveld verhard meetstation te Goetsenhoven) speelruimte verhard 2jaarlijkse bui 107 l/s/ha (15 min) 35 m³ 12 m³ 5jaarlijkse bui 153 l/s/ha (15 min) 51 m³ 17 m³ 2jaarlijkse bui 43 l/s/ha (60 min) 57 m³ 19 m³ 5jaarlijkse bui 60 l/s/ha (60 min) 80 m³ 27 m³

Hieruit blijkt dat de bufferbekkens voldoende groot zijn. De extra piekdebieten kunnen in beide scenario’s opgevangen worden,. Toch is het aan te raden om buffering pas in laatste instantie te voorzien en eerst uit te gaan van rechtstreekse infiltratie en zelfs hergebruik van het hemelwater. De groenbuffer moet zoveel mogelijk gereserveerd worden voor groenaanplantingen en niet enkel voor waterbuffers. Er wordt verwezen naar de milderende maatregelen. Er dient bij de verdere uitwerking van het RUP en de stedenbouwkundige voorschriften dan ook over gewaakt te worden dat er voldoende ruimte voorzien wordt voor de berging van hemelwater. Er worden geen significante effecten verwacht op de oppervlaktewaterhuishouding indien rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen.

Afvalwater Er worden geen effecten verwacht op de aanwezige waterzuiveringsinfrastructuur door invulling van het RUP. De activiteiten nl. inrichting speelplein, sportveld en parking zijn niet van die aard dat er extra vuilvracht zal geloosd worden op de riolering.

1280943002/hme 28 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

5.2.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het huidige bodemgebruik behouden blijven nl. de uitbating van een sporthal, een kleuter- en basisschool en weiland/akker. De waterhuishouding blijft gelijk, er komt geen extra verharding bij.

5.2.4 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Oppervlaktewater worden volgende specifieke milderende maatregelen voorgesteld: − bij de verdere ontwikkeling van het RUP is het raadzaam om contact op te nemen met de Watering van Sint-Truiden voor maatregelen te bespreken die kunnen getroffen worden om erosie tegen te gaan; − de voorkeur dient zoveel mogelijk uit te gaan naar rechtstreekse infiltratie door de aanleg van waterdoorlatende verharding; − indien waterdoorlatende verharding niet mogelijk is, moet er gebufferd worden. De bufferbekkens dienen bereikbaar te blijven voor onderhoud; − er moet een maximaal verhardingspercentage opgelegd worden in de stedenbouwkundige voorschriften.

5.2.5 Conclusie Vanuit de discipline Oppervlaktewater zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten mits rekening gehouden wordt met de voorgestelde milderende maatregelen.

5.3 Fauna en flora

5.3.1 Referentiesituatie Speciale beschermingszones Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997 bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als speciale beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02/05/1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21/05/1992). Het plangebied is niet in een habitat- of vogelrichtlijngebied gelegen, noch in de invloedssfeer ervan. Op het grondgebied van Gingelom komen geen Speciale beschermingszones voor.

VEN/IVON Het gebiedsgericht beleid van het natuurdecreet houdt de ontwikkeling van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) in. Het natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en IVON vast. Binnen het plangebied en in de nabije omgeving (grondgebied Gingelom) komt geen VEN/IVON gebied voor.

1280943002/hme 29 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Biologische waarderingskaart De biologische waarderingskaart vormt een basisdocument voor iedereen die betrokken is bij natuurbehoud, ruimtelijke planning, milieueffectrapportage, landschapszorg, e.d. Het is de enige beschikbare gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en wordt daarom algemeen aangewend als referentiekader. Ze vormt nuttige informatie betreffende de toestand en betekenis van het natuurlijk milieu.

1 Figuur 5-9 Biologische waarderingskaart 2004 (Agiv)

De school, de sporthal en de onmiddellijke omgeving zijn ‘biologisch minder waardevol’. In het open agrarische gebied ten zuidwesten van de school, is er een complex van biologisch minder waardevolle elementen en biologisch waardevolle elementen in de vorm van hoogstamboomgaarden. Op de onderstaande luchtfoto blijkt dat deze boomgaarden fel geslonken zijn.

1280943002/hme 30 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-10 waardevolle hoogstamboomgaarden grenzend aan plangebied, bron Agiv

5.3.2 Mogelijke effecten Het voorliggend RUP ‘Kleurenboom’ heeft geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van dit gebied: de zones waar direct ruimtebeslag ontstaat, zijn biologisch weinig waardevol. De zuidelijk gelegen biologisch waardevolle hoogstamboomgaarden worden niet verder aangetast door invulling van het plangebied. Er wordt een groenbuffer in inheems plantenmateriaal voorzien wat positief te beoordelen is. Inzake barrièrewerking kan gesteld worden dat er geen noemenswaardige effecten optreden aangezien het plangebied aansluit op het bebouwde centrum van Montenaken. De activiteiten binnen het plangebied hebben nu reeds een zekere geluidsproductie. Het RUP zal een zekere toename van functies mogelijk maken, maar het bijkomend te verwachten aandeel en rekening houdend met de minimale ecologische kwaliteit van het plangebied, maakt dat effecten van rustverstoring binnen het plangebied minimaal zijn. Het wordt aangeraden om het gebruik van inheems en autochtoon plantenmateriaal in stedenbouwkundige voorschriften op te leggen om zo de biologische waarde in en rond het plangebied te verhogen.

5.3.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Aangezien er zonder verdere planvorming geen specifieke ontwikkelingen verwacht worden in relatie tot natuur, mag aangenomen worden dat de situatie nagenoeg blijft zoals ze nu is. Voor wat betreft de ecologische kwaliteit biedt het nulalternatief/autonome ontwikkeling geen meerwaarde t.o.v. het RUP.

5.3.4 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Fauna en flora wordt de volgende milderende maatregel voorgesteld: − het gebruik van streekeigen en inheems plantmateriaal dient bevorderd te worden, zowel in het openbaar domein als op perceelsniveau.

5.3.5 Conclusie Vanuit de discipline Fauna en flora zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, mits er rekening gehouden wordt met de milderende maatregel.

1280943002/hme 31 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

5.4.1 Referentiesituatie Landschapsbeeld Montenaken is gelegen aan de bron van de Boenebeek. De kern heeft zich ontwikkeld rond de verbinding naar Kortijs en is bijgevolg oost-west georiënteerd; zij doorsnijdt het noord- zuid gerichte plateau. Te Montenaken bemerkt men een dichte bebouwing langs de huidige Beekstraat en de in 1844 genivelleerde tumulus aan de Langstraat. Montenaken ontstond hoogstwaarschijnlijk rond de huidige Peremplaats, aan het kruispunt tussen de Boenebeek en de huidige Brugstraat. In oostelijke richting wordt de kern begrensd door de vallei van de Molenbeek. Het huidige Montenaken is een aaneengroeien van de historische kernen van Montenaken en Klein-Vorsen wat maakt dat Montenaken twee uiterste polen - de vroegere kernen - heeft, waartussen woongebieden werden ontwikkeld: de Marktplaats en de Groenplaats. Loodrecht op deze as loopt de N765 die de as snijdt op de Marktplaats.

In de fotoreportage (zie bijlage 1) wordt het plangebied in detail omschreven.

Landschapsatlas In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001 werden behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het geheel vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20 ste eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. De landschapsatlas is een onmisbaar instrument bij de bescherming van landschappen. Binnen de landschapsatlas worden ankerplaatsen, relictzones, lijnelementen en puntelementen aangeduid.

1280943002/hme 32 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-11 Landschapsatlas (Agiv)

Het plangebied is gelegen in het traditioneel landschap ‘Plateau van Landen’, meer bijzonder maakt ze deel uit van de relictzone ‘Droog Plateau van Gingelom’. De nabij gelegen toren van de Sint-Martinus kerk is aangeduid als puntrelict. Over het ‘Droog plateau van Gingelom’ zegt de landschapsatlas het volgende: dit was reeds een open-field akkerlandschap ten tijde van de Ferariskaarten (eind 18 e eeuw). Deze omgeving bevat veel bouwkundig erfgoed, voor Gingelom zijn dat het kerndorp zelf, drie hoeven, een kapel uit de 18 e eeuw en een watermolen. De esthetische waarde zit hem in het open akkerlandschap. De historische percelering is niet meer herkenbaar (schaalvergroting in de landbouw, ruilverkaveling, weinig herkenbare begrenzing van de kavels). Beleidsvoorstellen zijn kernversterking en het vrijwaren van het open karakter van de leemplateau’s. Daar de gewenste uitbreidingszones van zowel de school als de sporthal grenzen aan het open agrarische gebied, dient er voldoende aandacht te gaan naar de landschappelijke inpassing ervan.

Onroerend erfgoed omgeving plangebied: Montenaken wordt gekenmerkt door grote aanwezigheid van gebouwen die in de Inventaris van Onroerend erfgoed zijn opgenomen zoals: − hoeve Boschellestraat 11, resterend gedeelte van een voormalige hoeve uit XVIII − Brugstraat 4: Boerenburgerhuis 18de- 19de eeuw − Brugstraat 8: Pastorie begin 20ste eeuw − Brugstraat 11:19de eeuwse gesloten hoeve

1280943002/hme 33 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

− Brugstraat 14: boerenburgerhuis 18de-19de eeuw − Brugstraat 16: 19de voormalige 19de eeuwse Gendarmerie − Brugstraat 17: 19de eeuwse gesloten hoeve − Parochiekerk Sint-Martinus met Postkarolingische toren − Hannuitstraat 18-19: gesloten hoeve met woonhuis uit 19de eeuw

Ook de school en de sporthal behoren tot het onroerend erfgoed en zijn structuurbepalend voor de kern van Montenaken: − Hannuitstraat 4 Boerenwoning en herenhuis 19 de eeuw − Hannuitstraat 9: “Blauwe Hoeve””, gesloten hoeve met woonhuis uit de 19 de eeuw

Structuurbepalende elementen: De open ruimte is in Gingelom zeer dominant aanwezig. Vooral op de heuvelruggen komen grote aaneengesloten open ruimten voor. Deze gronden zijn in gebruik als intensief akkerland en vormen op die manier een homogene ruimte. Er is weinig of geen diversificatie, noch naar grondgebruik, noch naar ruimtelijk voorkomen. Slechts sporadisch komen er kleine landschapelementen (bosjes, hagen, hoogstamboomgaarden..) voor waardoor de openheid geaccentueerd wordt. Dit landschap wordt dan ook gekenmerkt door haar vergezichten. Tussen de heuvelruggen zijn parallel gelegen noord-zuid gerichte beekvalleien gelegen. Het centrum van Montenaken wordt gekenmerkt door een dichte aanwezigheid van ruime vierkantshoeven. Binnen het plangebied zelf zijn de gebouwencomplexen structuurbepalend, evenals een paar opvallende kastanje- en lindebomen (Bomen blijven behouden )

Landschapskenmerkenkaart Waar de landschapsatlas een inventarisatie is van de historische ruimtelijke elementen uit ons landschap, geven de landschapskenmerken een beeld van de hedendaagse samenstelling van dat landschap.

1280943002/hme 34 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-12 Landschapskenmerkenkaart, bron GIS-Vlaanderen

De kern van Montenaken waar het plangebied bij aansluit, is aangegeven als een nederzetting met erfgoedwaarde. De bestaande bebouwing in het plangebied is goed geïntegreerd in de kern en het is niet de bedoeling bijkomende grootschalige gebouwen te realiseren.

Centraal Archeologische Inventaris: Binnen het plangebied zijn geen archeologische vondsten teruggevonden. Binnen een straal van 500 meter rond het plangebied zijn een aantal archeologische vondsten gedaan: − Brugstraat: (nr. 700016): borgtombe − Langstraat: (nr.150090): aardewerk 11 de -12 de eeuw gevonden in de holle weg − Tomhof, Donkelenhof (nr.700019): grafheuvel

De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden.

1280943002/hme 35 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

indicatie plangebied

Figuur 5-13 uittreksel CAI, bron Centrale Archeologische Inventaris

5.4.2 Mogelijke effecten Het gebouwencomplex binnen het plangebied (school en sporthal) is geïnventariseerd als waardevol bouwkundig erfgoed. Er wordt echter niet geraakt aan de gebouwen zelf, deze blijven in originele staat behouden wat als positief te beoordelen is. Het centrum van Montenaken heeft veel waardevolle gebouwen maar de invulling van het RUP geeft geen aanleiding tot aantasting van de contextwaarde van dit bouwkundig erfgoed: de speelplaats wordt uitgebreid, er word ruimte ingericht voor parking en speelvelden. Aan het open karakter van het landschap wijzigt er niks, er is geen invulling door gebouwen. Er wordt een groenbuffer aangelegd zodat er een geleidelijke overgang is richting open agrarisch landschap wat positief te beoordelen is.

De percelen waar er nieuwe functies bijkomen, hebben momenteel nog een agrarische functie. Deze invulling zal verdwijnen door invulling van het plangebied. Aangezien dit maar over een beperkte oppervlakte gaat (1,2 ha), is dit niet te beschouwen als een significant negatief effect.

Er worden geen effecten verwacht op archeologische erfgoed of de contextwaarde van het archeologisch erfgoed. Er worden geen werkzaamheden uitgevoerd die verstoring van de bodem tot gevolg kunnen hebben (zoals bijvoorbeeld vergraving). De ondergrond binnen het plangebied kan echter beschouwd worden als bodemarchief, waar voorzichtig mee moet omgesprongen worden in functie van de potentieel archeologische waarden. Er wordt verwezen naar de milderende maatregelen.

5.4.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Bij niet invulling van het plangebied blijft het huidige bodemgebruik behouden waardoor het agrarisch landschap gevrijwaard wordt.

1280943002/hme 36 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

5.4.4 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie wordt volgende milderende maatregel voorgesteld: − bij de uitwerking van acties en ontwikkelingen dienen maatregelen getroffen om te kunnen overgaan tot onderzoek en inventarisatie van dit bodemarchief, voordat er vernietiging plaatsvindt (cf. archeologische toets)

5.4.5 Conclusie Vanuit de Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen negatieve effecten te verwachten mits rekening gehouden wordt met de voorgestelde milderende maatregel.

5.5 Mens In het hoofdstuk mens worden volgende deelaspecten overlopen: - mobiliteit (wijziging verkeersafwikkeling, parkeermogelijkheden) - sociaalorganisatorische aspecten (wijzigingen in functies, organisatie ruimte) - hinder Het aspect landschapsbeleving werd in het vorig hoofdstuk reeds besproken.

5.5.1 Referentiesituatie Functies Het plangebied is gelegen in het centrum van Montenaken. De kern is qua voorzieningen vrij goed uitgerust met een bakker, kruidenier, apotheek, kleuter- en lager onderwijs en een polyvalente zaal (sporthal). Men treft tevens een buurthuis aan dat plaats biedt aan verschillende verenigingen. De Sint-Martinuskerk is gelegen aan de Marktplaats. Het grootste deel van het plangebied wordt ingenomen door de kleuter- en basisschool “de Kleurenboom” en sporthal “ de Winning. Het zuidelijk deel waar de grootste wijzigingen zulllen doorgevoerd worden door uitvoering van het RUP is in gebruik als weiland/akker.

Gemeenteschool de “Kleurenboom” De school in Montenaken telt 257 leerlingen in het basis- en kleuteronderwijs (schooljaar 2008-2009). De voorbije negen jaar is het leerlingenaantal vrij constant gebleven, van 263 in 2001 tot 257 in het huidige schooljaar. De school kampt met plaatsgebrek zowel voor de klassen als de speelplaats. Het tekort aan klasruimte is momenteel opgelost door de verbouwing van de voormalige boerderijwoning van de oude vierkantshoeve (nu onderdeel van het sportcomplex “De Winning”) tot 4 klassen. Het tekort aan speelplaats en parking zou door invulling van het RUP kunnen opgelost worden

Sporthal “ Winning” De gemeentelijke sporthal “Winning” werd destijds ingericht in de grote vierkantshoeve genaamd “Blauwe Hoeve”. De hoeve is gaaf bewaard, en komt voor op de Inventaris van Bouwkundig Erfgoed van België. De sporthal zelf werd ondergebracht in de sterk verbouwde schuur achteraan het complex, terwijl de voormalige woning en stallen verbouwd werden tot resp. buurthuis en cafetaria bij

1280943002/hme 37 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

de sporthal. Het vernoemde buurthuis is omgebouwd tot vier klaslokalen (zie hoger). De binnenkoer fungeert als toegang tot de voornaamste functies, en de dienstingang van de cafetaria is aan de zijkant van de sporthal, uitgevend op de Hannuitstraat. De infrastructuur werd opgericht in 1990, en de inrichting is dermate dat er competitiezaalsporten kunnen georganiseerd worden. De sporthal te Montenaken verzamelt een groot aantal verschillende sportclubs. Daarnaast zijn er een groot aantal privé-gebruikers en enkele gebruikers uit de publieke sector. Een overzicht: • vaste gebruikers, publieke sector: school Montenaken, sportdienst Gingelom;

• vaste gebruikers, private sector: o.a. zaalvoetballiga, taekwondo, turnclub, badminton, volleybal;

• periodieke gebruikers: SWV-jeugdvoetbal, tennis. Wekelijks gebruiken ongeveer 500 personen de sporthal, voor een bezetting van 56 uur (= 27 gebruikers per uur. Tijdens het sportseizoen wordt de sporthal dagelijks gebruikt. De nabijgelegen school is volledig afhankelijk van de sporthal voor hun sport- en turnklassen. Aangezien enkele sportclubs de sporthal gebruiken voor officiële wedstrijden, moet uitgegaan worden van een regelmatig supportersaantal van 50 tot 200, afhankelijk van de aard van de wedstrijden. De infrastructuur is duidelijk voor een groter publiek bedoeld en wordt ook zo gebruikt. De sporthal heeft een vloeroppervlakte van 925 m². Daarnaast zijn er nog 600 m² aan bijkomende ruimten: polyvalent lokaal, dienstruimten, een cafetaria, het plaatselijk buurthuis (binnenkort op te heffen) en een appartement voor de uitbater van de cafetaria. Het geheel is ingebouwd in een voormalige vierkantshoeve, waarbij de hoofdingang voor alle functies gebeurt langs de oude inrijpoort en via de binnenkoer van het complex. De infrastructuur is vrij recent, de bouwfysische staat is zeer goed. Deze sporthal is de enige binnen de gemeente Gingelom. De infrastructuur heeft een uitstraling tot voorbij de gemeentegrenzen, maar dit geldt enkel voor de meer kleinschalige sportieve activiteiten (zaalsporten, turnclub, enz.). De combinatie van drie functies – sport, horeca en socio-culturele ruimtes – heeft ervoor gezorgd dat dit complex voor een stuk het focuspunt geworden is van veel activiteiten binnen de kern Montenaken.

In bijlage 1 wordt meer uitleg gegeven over de huidige invulling en de omgeving van het plangebied.

Landbouwgebruik Ongeveer 1,2 ha is op dit moment in gebruik door landbouw. Het plangebied is gelegen in de regio Haspengouw- en meerbepaald in de ‘Landbouwgebieden tussen de Kleine Gete en Herk, ten zuiden van Sint-Truiden’. Op 2 december 2005 keurde de Vlaamse regering de herbevestiging van de agrarische gewestplanbestemming in dit gebied goed (actie 38 van het operationeel uitvoeringsprogramma). De delen van het plangebied die in agrarisch gebied gelegen zijn, liggen meteen ook in het Herbevestigd Agrarisch Gebied. De grote aaneengesloten landbouwgebieden op de leemplateau’s zijn dragers van dit cultuurlandschap en dienen zoveel mogelijk te blijven behouden. Binnen deze gebieden is er ruimte voor behoud, versterking en ontwikkeling van een raamwerk van kleine landschapselementen.

Mobiliteit Verkeersinfrastructuur

1280943002/hme 38 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

De belangrijkste verkeerswegen in de ontsluiting van Gingelom zijn de E40/A3 autosnelweg tussen Brussel en Luik, de N3 die Luik via Sint-Truiden en Tienen met Leuven verbindt, de N80 tussen Hasselt en Namen via Sint-Truiden en Gingelom en de N80b (ontdubbeling tracé vanaf NMBS-lijn tot de gemeentegrens met Landen). Gingelom heeft op haar grondgebied geen directe aansluiting op het hoofdwegennet. Wel verloopt het E40- snelweg-tracé in het zuiden deels over het gemeentelijk grondgebied. Deze snelweg Brussel-Luik is vanuit de gemeente toegankelijk van op de N 80 Sint-Truiden - via het op- en afrittencomplex Walshoutem/Hannut. Vanuit de kernen Jeuk en Borlo is het op- en afrittencomplex het meest nabij. De noordoost-zuidwest georiënteerde N80 (Steenweg) ligt in het westen van de gemeente en doorkruist de kern van Gingelom. In Sint-Truiden sluit de N80 aan op de N3 (Luik – Sint- Truiden – Tienen - Leuven), in Landen op de E40. De N80 heeft zijn betekenis op regionaal vlak (Sint-Truiden – Hannuit). Daarnaast heeft de N80 ook een belangrijke ontsluitende functie voor de gemeente Gingelom. De N80b vertrekt en sluit weer aan op de N80. Dit wegtracé tussen de Wezerenbrugstraat en de gemeentegrens met Landen (ter hoogte van de spoorlijn in Gingelom) is het oude N80-tracé, waarop de N765 (Hannuitstraat) aansluit. De school is gelegen langs de Hannuitstraat, dit is een gewestweg (N765). Er zijn 3 toegangen naar de school. Eén toegang wordt enkel gebruikt door de leerlingen die de schoolbus nemen en met de fiets komen. De Hannuitstraat (N765) werd in het GRS geselecteerd als lokale weg type II. Dit type weg heeft het ontsluiten op lokaal niveau als hoofdfunctie en het verlenen van toegang (erfontsluiting) als nevenfunctie.

Gingelom is goed ontsluitbaar via het openbaar vervoer. Volgende lijnbussen bedienen de gemeente: − buslijn 21 : Jeuk – Montenaken − buslijn 41 : Sint-Truiden – Jeuk − buslijn 41/2 : Rosoux - Jeuk – − buslijn 42 : Sint-Truiden - Montenaken – Landen − buslijn 42/2 : Montenaken – Hannuit (loopt langs het plangebied) Verder is er ook een belbus die tussen volgende dorpen rijdt: Landen - Montenaken - Niel- bij-Sint-Truiden - Gingelom - Kortijs -Vorsen - Berloz - Jeuk - Boekhout - Mielen-Boven- Aalst.

Gingelom ontbreekt een uitgebreid en degelijk uitgerust fietspadennetwerk, langsheen de verkeerswegen ontbreken op vele plaatsen (veilige) fietspaden. De Hannuitstraat is een functionele fietsroute. Deze verbindt Montenaken met de kern van Gingelom in het noorden, in de zuidelijke richting stopt de fietsroute ter hoogte van de taalgrens. Ter hoogte van het plangebied takt er een alternatieve functionele fietsroute af, langs de Hellebronstraat. Deze loopt parallel aan de functionele fietsroute, maar neemt kleinere, rustigere wegen.

1280943002/hme 39 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-14 Bovenlokaal fietsroutenetwerk, bron Provincie Limburg

Bestaande verkeersgeneratie: Gemeenteschool Kleurenboom: In het kader van het schoolvervoerplan werden er in 2005 verkeerstellingen uitgevoerd aan de ingang van de school aan de Hannuitstraat. De tijdstippen voor de uitvoering van de tellingen waren ’s morgens van 8u tot 9u en ’s avonds van 15u tot 16u. Er werden twee tellingen uitgevoerd tijdens een gewone schooldag (dinsdag en donderdag) en 1 telling tijdens de schoolvakantie.

Tabel 5-2 Resultaten verkeerstelling Hannuitstraat Auto-equivalent* 8u-9u 15u-16u schooldag (dinsdag) 129 122 schooldag (donderdag) 137 84 vakantiedag 29 61 * vrachtwagen = 2 auto-equivalenten, fietser=0,5 auto-equivalenten

Hieruit blijkt dat het verkeer op een doordeweekse schooldag veel drukker is dan tijdens een schoolvakantiedag. Over het algemeen kan gesteld worden dat de schoolomgeving niet als druk bestempeld kan worden. Met een maximum van 137 pae/uur tijdens een schooldag is er volgens algemene mobiliteitsnormen helemaal geen sprake van een drukke weg (meer dan 750 pae/u). Op één van de drukste punten in de gemeente Gingelom (N80- t.h.v. Kamerijckhoeve) werden er in 2004 370 pae/uur tijdens de ochtendspits geteld. Uit het onderzoek blijkt tevens dat gemiddeld 1/3 van alle verkeer in de ochtendspits rond de schoolpoort veroorzaakt wordt door ouders die kinderen afzetten (=plaatselijk verkeer). Tijdens de avondspits daalt dit naar 1/5. Reden is dat ouders kinderen later komen ophalen (naschoolse kinderopvang) dan toen de telling werd uitgevoerd (tabel 5-2). Vooral tijdens

1280943002/hme 40 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

de ochtendspits worden er dus knelpunten waargenomen en dit voornamelijk naar parkeren toe. Doordat er onvoldoende parkeerplaatsen zijn (en omdat de meeste kinderen met de auto worden afgezet) wordt er onordelijk geparkeerd waardoor de verkeersonveiligheid verhoogt.

Tabel 5-3 verdeling plaatselijk-doorgaand verkeer ter hoogte van school aan Hannuitstraat ochtend avond plaatselijk verkeer 43 % 26 % doorgaand verkeer 57 % 74 %

Sporthal Winning Wekelijks gebruiken ongeveer 500 personen de sporthal. Uit onderzoek 2 blijkt volgende verdeling van de bezoekers van een gemiddelde sporthal over de week: Tabel 5-4 Verdeling bezoekers per weekdag en naar autobestuurders Winning percentage aantal autobestuurders (51%) maandag 6 % 30 15 dinsdag 16 % 80 41 woensdag 25 % 125 64 donderdag 19 % 95 48 vrijdag 9 % 45 23 gemiddeld 38 werkdag zaterdag 19 % 95 48 zondag 6 % 30 15 gemiddeld 32 weekend Totaal 100% 500 255

Hieruit blijkt dat de sporthal vooral in de week gebruik wordt, dit is te verklaren doordat de sporthal ook gebruikt wordt door de schoolkinderen. Rekening houdend met de kritieke uurscapaciteit van een N-weg (bron, AWV) nl. 1440 motorvoertuigbewegingen, blijkt dat de huidige verkeersgeneratie van zowel de school als de sporthal geen probleem zou mogen vormen.

Veiligheid In een straal van twee kilometer rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen gesitueerd. Dichtstbijzijnde Seveso-inrichting bevindt zich op ca 10 km, nl. Hermoo te Sint- Truiden (hoogdrempelig)

2 Verkeerskundig project: Kengetallen MOBER’s - Sportcomplexen, deelonderzoek praktische element derde Bachelorjaar opleiding Verkeerskunde Universiteit Hasselt, Kay Hendrickx, mei 2007

1280943002/hme 41 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

5.5.2 Mogelijke effecten Impact op bestaande functies (recreatie- en gemeenschapsfuncties) Door invulling van het RUP worden geen bijkomende functies binnen de school of de sporthal verwacht: het is niet de bedoeling om extra leerlingen of bezoekers van de sporthal aan te trekken. Door bestendiging en verbetering van de bestaande toestand aan de school en sporthal, hoopt men de nu heersende problemen binnen het plangebied op te lossen (gebrek aan speelplaats, parking en sportvelden). Vanuit milieustandpunt is dit neutraal te beoordelen. De huidige functie als landbouwgebied zal verdwijnen. Het totale landbouwareaal in Gingelom bedraagt 3.931 ha (bron, GRS). Uitvoering van het RUP betekent dat er t.a.v. het totale landbouwareaal 0,03% vruchtbare landbouwgrond zal verdwijnen. Dit wordt als matig negatief beoordeeld.

Mobiliteit Verkeersgeneratie Er zal geen extra verkeer veroorzaakt worden door invulling van het plangebied: doel van het RUP is niet om extra leerlingen of bezoekers van de sporthal aan te trekken maar om bestaande behoeften in te vullen. In de huidige situatie zijn er geen grote verkeersproblemen (zie omschrijving van de bestaande verkeersgeneratie), behoudens parkeerproblemen tijdens spitsuren. Bij niet invulling van het RUP, blijft de verkeersgeneratie hetzelfde.

Parkeerbalans Er wordt een positief effect verwacht op de parkeerbalans door uitvoering van het RUP. Het parkeren blijkt op dit moment een probleem te zijn tijdens de spitsuren zoals blijkt uit onderzoek n.a.v. het schoolvervoersplan. Het RUP voorziet 30 parkeerplaatsen voor het personeel van de school en sporthal. Hierdoor wordt de Marktplaats – die voornamelijk gebruikt wordt als personeelsparking - ontlast, wat positief te beoordelen is.

Openbaar vervoer Er worden geen effecten verwacht ten aanzien van de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. De school en de sporthal zijn nu reeds goed bereikbaar met de bus.

Hinder: lucht-licht-geluid Er worden geen extra activiteiten mogelijk gemaakt die extra lucht- en geluidshinder zouden veroorzaken. De verkeersgeneratie wijzigt niet, het aantal leerlingen en bezoekers wijzigt niet door invulling van het RUP. De buitensportmogelijkheden voor de sporthal worden uitgebreid maar aangezien dit maar over een zeer beperkte oppervlakte gaat, worden er geen effecten verwacht naar geluids- en lichthinder. Verlichting van parking, sportvelden e.d. zal volgens de stedenbouwkundige voorschriften gebeuren door armaturen die geen strooilicht verspreiden. Dit is positief te beoordelen. Ook de voorziene groenbuffer zal eventuele hinder vanuit het plangebied naar de omgeving tegengaan.

Veiligheid Aangezien er geen Seveso-inrichtingen binnen een afstand van twee km zijn gesitueerd en er geen overstromingszones voorkomen binnen het gebied, zijn er geen effecten op de veiligheid te verwachten.

1280943002/hme 42 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

5.5.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Bij niet-uitvoering van het RUP wordt er geen oplossing geboden voor het bestaande parkeerprobleem. De speelplaats wordt niet uitgebreid en de buitensportmogelijkheden blijven beperkt. Naar hinder toe zijn er geen verschillen.

5.5.4 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Mens worden geen milderende maatregelen voorgesteld.

5.5.5 Conclusie Vanuit de discipline Mens zijn geen significante milieueffecten te verwachten.

5.6 Leemten in de kennis Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld.

5.7 Grensoverschrijdende effecten Gezien de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten kan geconcludeerd worden dat er geen gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen.

5.8 Disciplineoverschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten Gelet op de ligging van het plangebied in de dorpskern van Montenaken, de maatregelen die reeds zijn of kunnen worden ingebed in het RUP en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten rekening houdend met voorgestelde milderende maatregelen, wordt geconcludeerd dat er geen significant negatieve effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP Kleurenboom. Het RUP, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007.

1280943002/hme 43 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging

6 Bijlagen

Bijlage 1: fotoreportage Bijlage 2: grafisch plan

1280943002/hme 44 van 44 Screening plan-Mer-plicht RUP Kleurenboom Gingelom: verzoek tot raadpleging