Herfstkampen Zoogdierwerkgroep

Veerse Meer – 2009 + 2015 & 2015

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Herfstkampen Zoogdierwerkgroep Zeeland

Veerse Meer – 2009 + 2015 & Oosterscheldekering 2015

rapportage: Kees de Kraker foto’s: Lucien Calle, Sandra Dobbelaar, André Hannewijk, Kees de Kraker, Bas de Maat, Jeroen Willemsen.

Omslag:

Figuur 1. Grootoorvleermuizen in vleermuiskast bos Middelplaten/De Piet, 3 oktober 2015. Foto: Jeroen Willemsen. Meer info over controle van de vleermuiskasten op blz. 22.

Figuur 2. Gezicht op . Foto: André Hannewijk.

maart 2016 ®

ZWZ Zoogdierwerkgroep Zeeland Zoogdiervereniging VZZ

De Zoogdierwerkgroep Zeeland is een van de werkgroepen van de landelijke Zoogdiervereniging VZZ. De werkgroep verzamelt gegevens over het voorkomen van zoogdieren in de Provincie Zeeland en geeft voorlichting en advies met betrekking tot het omgaan met zoogdieren.

Info: John van Vliet - [email protected] Kees de Kraker – [email protected] Nanning-Jan Honingh - [email protected]

2

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Figuur 3. Kamplocatie en onderzoeksgebieden in 2015.

Herfstkampen Zoogdierwerkgroep Zeeland

Veerse Meer – 2009 + 2015 & Oosterscheldekering 2015

rapportage Kees de Kraker

3

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Figuur 4. Overzicht ZWZ-kamplocaties 2000-2014.

Figuur 5. Voorlichtingsbord over Noordse woelmuis op Haringvreter geplaatst door Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Cartoons van Jo de Putter /Dokus (†) , communicatiebureau Deelstra & De Jong.

4

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Inleiding

Jaarlijks houdt de Zoogdierwerkgroep Zeeland een herfstkamp waarbij een deel van Zeeland onderzocht wordt op het voorkomen van (kleine) zoogdieren. In de 15 jaar dat de werkgroep nu bestaat zijn al heel wat gebieden onderzocht van Oost Zeeuws-Vlaanderen tot Schouwen en van Tholen tot aan West Zeeuws-Vlaanderen. Nadat in eerste instantie de kampen vooral gericht waren op het verzamelen van zoveel mogelijk verspreidingsgegevens ten behoeve van de Zeeuwse zoogdieratlas, is de urgentie daarvan met het verschijnen van deze atlas in 2009, afgenomen. Meer specifieke vragen zoals de aanwezigheid van de Noordse woelmuis ten zuiden van de Oosterschelde en de Ondergrondse woelmuis op de dijken van Zuid-Beveland waren zaken die sindsdien aandacht kregen. Vooral het voorkomen van de Noordse woelmuis, die ook in Zeeland in zijn voortbestaan bedreigd wordt, is de laatste jaren doel van ons onderzoek geweest. Ook bij dit herfstkamp was dat weer het geval.

Locaties en doel van het onderzoek in 2015 Uit eerder onderzoek bleek dat er in 2009 en 2010 nog steeds Noordse woelmuizen voorkwamen op de Haringvreter en de Middelplaten in het Veerse Meer. Het ging daarbij om de enige ons bekende restanten van de Noordse woelmuispopulatie ten zuiden van de Oosterschelde. “Omdat de Noordse woelmuis hier samen voorkomt met Veldmuis en Aardmuis is de kans groot dat de Noordse woelmuis het tegen deze concurrenten aflegt en binnen afzienbare tijd hier verdwenen zal zijn”, was destijds de gedachte. Nu zijn we 5 jaar verder. Op de Middelplaten zijn er door Natuurmonumenten een aantal maatregelen genomen die gunstig zijn voor Noordse woelmuis, op de Haringvreter is de situatie door toename van struweel en begrazing door talrijke Damherten mogelijk ongunstiger geworden. Hoe is hier nu gesteld met de Noordse woelmuis? Zitten ze er nog of zijn ze vrijwel zeker uitgestorven? Daarnaast willen we graag weten of er nieuwe ontwikkelingen zijn in de gebieden langs de Stormvloedkering in de monding van de Oosterschelde. Zijn er soorten die dit gebied sinds de laatste inventarisatie (circa 10 jaar geleden) bereikt hebben? Wie weet vinden we er Noordse woelmuis, die tot vlakbij de aanzet van de kering op Schouwen voorkomt. De kans daarop is niet groot, maar we zijn benieuwd! Naast het verslag van het herfstkamp in 2015 wordt hier tevens kort verslag gedaan over het herfstkamp in 2009 wat er eerder nog niet van gekomen was. Tevens zijn de resultaten opgenomen van een in 2010 door de Zoogdiervereniging georganiseerd internationaal kamp waarbij een aantal gebieden in en om het Veerse Meer zijn onderzocht. Samen met de gegevens uit 2015 wordt op deze wijze de problematiek rond het voorkomen van de Noordse woelmuis in het Veerse Meer in kaart gebracht.

Kampverblijf en voorbereidingen André Hannewijk regelde dat we het kantoor van de Stichting Zeeschelp als kampverblijf konden gebruiken. Het betreft een keet bij de Jacobahaven aan de voet van de Oosterscheldekering op Noord- Beveland, die jaren geleden in gebruik was bij Rijkswaterstaat. De Stichting Zeeschelp zet het vroegere onderzoekswerk van Rijkswaterstaat aan onderwaterleven en sedimentatieprocessen op eigen wijze voort. De geur van bodemmonsters en algenkweek was daar niet te missen. Proviand en pindasoep werd verzorgd door Kees de Kraker, evenals het regelen van de noodzakelijke vergunningen voor het te verrichten onderzoek.

Weersomstandigheden tijdens het kamp maandag 28 september – vrij zonnig, tamelijk zwakke NO-wind dinsdag 29 september – zonnig, matige NO-wind, warm vrijdag 2 oktober – zonnig, tamelijk zwakke NO-wind, warm zaterdag 3 oktober – vrij zonnig en tamelijk warm, weinig wind/zwakke NW-wind zondag 4 oktober – zonnig en vrij warm, zwakke ZW-wind

Plaatsen vallen Van de Veldwerkgroep van de Zoogdiervereniging werden 250 inloopvallen (Longworth) geleend. Op maandagochtend zijn de vallen in de gebieden langs de Oosterscheldekering geplaatst en op dinsdag eerst de vallen op de Haringvreter en vervolgens die op de Middelplaten. De vallen stonden op safe en waren gevuld met hooi en de gebruikelijke zaken als havermout/pindakaasmengsel, appel, wortel, kippengraanmengsel. Op vrijdag ochtend/middag zijn de vallen op scherp gezet en voorzien van vers voedsel en meelwormen.

5

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Verloop kampweekend Zoals in Tabel 1 wordt aangegeven, hield het schema een tweemaal daagse controle van de vallen in. De aanwezigen zijn steeds verdeeld in drie groepen, die in wisselende samenstelling ieder een gebied voor hun rekening namen. Bas bleek handig overweg te kunnen met het buitenboormotortje op het bootje voor de oversteek naar de Haringvreter, hij wist daar ook de vallen te staan en werd zodoende de vaste schipper voor dit eiland. Naar de Middelplaten varen was in goede handen bij André die zijn eigen gebied (Natuurmonumenten) prima kent en de boot om over te steken voor deze gelegenheid, evenals in 2009, in het haventje bij Geersdijk aan de zuidoever van Noord-Beveland had gelegd. Jan Piet was de man voor de Oosterscheldekering. Buiten de controles was er tijd voor gesprekken aan de keukentafel, waar we ons ook konden verheugen in de aanwezigheid van Mario de Kluijver van de Stichting Zeeschelp. Was interessant om te horen waar die zich zoal mee bezig hield. Zaterdagmiddag splitste het gezelschap zich op in een groep die de vleermuiskasten ging inspecteren en enkele mensen die naar het Krammer-Volkerak gingen om naar beversporen te speuren nabij de Slikken van de Heen / Schelde-Rijnverbinding. We troffen elkaar weer in het gebouw van de Emelissebrouwerij te Kamperland, waarin ook een restaurant gevestigd is. Na afloop van de zondagochtendcontrole zijn de vallen schoongemaakt, altijd een flinke klus. Ze zijn, zoals de laatste jaren gebruikelijk, door Jeroen meegenomen en bij Jan Alewijn Dijkhuizen, de materiaalbeheerder van de Veldwerkgroep, te Rockanje afgeleverd.

Tabel 1. Deelnemers ZWZ-kamp 2-4 oktober 2015

maandag dinsdag vrijdag zaterdag zondag 28-9-‘15 29-9-15 2-10-‘15 3-10-‘15 4-10-15 vallen vleermuiskasten vallen controleren vallen plaatsen op vallen controleren inspecteren schoonmaken scherp beversporen overdag overdag overdag avond ochtend middag avond ochtend 1. Jeroen Willemsen X X X X X 2. Bas de Maat X X X X X X X X 3. André Hannewijk X X X X X X X 4. Kees de Kraker X X X X X X X X 5. John van Vliet X X X X 6. Pepijn Calle X X X X X 7. Lucien Calle X X X 8. Jan Piet Bekker X X X X 9. Nanning-Jan X X X X X X Honingh 10. Erik Speksnijder X X +dochter 11. Mark Dobbelaar X X 12. Alex Wieland X X 13. Peter Maas X X totaal 6 9 9 8 10 7

Figuur 6. André overvarend naar de Middelplaten.

6

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Tabel 2. Vangstoverzicht per onderzocht gebied ZWZ-kamp 2015.

-

aantal valcontroles Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis aantalvangsten vangstpercentage Noordland (OSK) 40 0 0 (OSK) 160 18 22 40 25 Roggenplaat (OSK) 90 1 26 27 30 Haringvreter 320 42 2 69 5 30 148 46 Middelplaten-vaste land 160 32 11 12 1? 6 42 39 Grote Middelplaat 200 4 4 6 14 7

Totaal 970 36 46 2 11 31 1? 69 65 30 271 28

Korte samenvatting resultaten Herfstkamp 2015 Een overzicht van de totalen per gebied wordt gegeven in Tabel 2. Verderop in dit rapport worden de gebieden apart besproken en komt de toekomst van de Noordse woelmuis in het Veerse Meer ter sprake. Wat betreft de Noordse woelmuis waren de resultaten op de Haringvreter opvallend positief. In de overige gebieden werd de soort niet gevangen. Met name de Middelplaten stelden in dit opzicht teleur omdat juist hier een aantal maatregelen ten gunste van de soort waren uitgevoerd. Op de Grote Middelplaat werd geen enkele woelmuis gevangen wat op zich al bijzonder was. De muizensamenstelling op de Stormvloedkering bleek niet veranderd in vergelijking met eerder onderzoek. Noordse woelmuizen zijn nog niet in staat gebleken dit gebied vanaf Schouwen te koloniseren. De samenstelling van de prooien in de braakballen van de kerkuilenkast op de Haringvreter bleek weinig overeen te komen met de vangsten tijdens het kampweekend. De veronderstelling lijkt gewettigd dat de uilen hun kostje in hoofdzaak langs de Noord-Bevelandse oever opscharrelen en dat de samenstelling van de prooien daarom niet representatief is voor de Haringvreter.

Figuur 7. Moet de rode lijn voor de Noordse woelmuis straks langs de zuidkust van Schouwen getrokken worden?. .

7

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Bespreking resultaten

Figuur 8. Overzicht raaien met valnummers en vastgestelde soorten.

Tabel 3. Overzicht Oosterscheldekering (OSK) vangsten per raai.

len

-

raai aantalval aantalcontroles aantal valcontroles Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis Wezel aantalvangsten vangstpercentage 1 10 4 40 Noordland 40 0 0 2 20 4 80 6 21 3 10 4 40 1 4 10 4 40 12 Neeltje Jans 160 18 22 40 25 5 10 3 30 5 6 10 3 30 1 14 7 10 3 30 7 Roggenplaat 90 1 26 27 30

Oosterscheldekering

De Oosterscheldekering werd in 1986 voltooid. Gedeelten van voormalige zandplaten zijn opgehoogd en bedijkt. Zo ontstonden de werkeilanden Roggenplaat, Neeltje Jans en Noordland. In de tussenliggende stroomgeulen zijn pijlers met beweegbare schuiven geplaatst. Over de pijlers is een weg aangelegd die Schouwen met Noord-Beveland verbindt. Na voltooiing van de dam is een groot deel van de vroegere werkeilanden ingericht middels natuurontwikkeling. Het grootste gebied (Neeltje Jans) heeft een duinachtig karakter gekregen.

Eerder onderzoek Het gebied werd omstreeks 2005 op kleine zoogdieren onderzocht door Jan Piet Bekker, verder waren er allerlei waarnemingen van verkeerslachtoffers etc. In “Zoogdieren in Zeeland” staan er stippen voor de volgende soorten landzoogdieren, Neeltje Jans: Muskusrat, Veldmuis, Bosmuis, Bruine rat, Vos, Wezel,

8

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Figuur 9. Blik vanaf Schouwen in zuidelijke richting met zicht op de Oosterscheldekering en het eiland Roggenplaat.

Bunzing, Fret, Haas, Konijn en Ree; voor de Roggenplaat: Veldmuis, Bosmuis en Bunzing. Bij diverse soorten zal het een incidentele waarneming betreffen (Ree, Vos). Bij de Egel gaat het om verkeerslachtoffers in de eerste kilometers langs de weg vanaf Schouwen en vanaf Noord-Beveland. Heel bekend zijn de talrijke Konijnen die op Neeltje Jans langs de wegberm grazen. Hier vallen dan ook regelmatig Bunzings ten slachtoffer aan het verkeer.

Resultaten Zoogdierkamp 2015 Hoewel de vallen op gunstige locaties waren neergezet, bleef het aantal vangsten, maar vooral het aantal soorten, zeer beperkt. Alleen Veldmuis en Bosmuis werden vastgesteld (Figuur 8, Tabel 3). Het is niet zo waarschijnlijk dat er soorten muizen gemist zijn. Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat het voor zulke kleine zoogdieren moeilijk is om dit gebied te bereiken. Het zoute water heeft, behalve rond de wisseling van het tij, een sterke stroming en de lange route over het asfalt van de weg is voor velen ook een onoverkomelijke hindernis. Degenen die hier toch de weg opgaan lopen een hoog risico als verkeerslachtoffer. Het is aannemelijk dat Veldmuis en Bosmuis met materiaal tijdens de bouw van de Oosterscheldekering of aanleg van latere faciliteiten, op de een of andere manier zijn aangevoerd. Datzelfde geldt ook voor de Bruine rat die vrijwel altijd met boten met stortstenen mee komt. Hoewel we gehoopt hadden op Noordse woelmuis, is het toch ook een geruststelling dat de Oosterscheldekering zo’n grote barrière vormt. Concurrent Aardmuis die bij de zuidzijde van de kering op Noord-Beveland voorkomt, zal Schouwen via deze route dan ook niet zo vlug bereiken. Voor een soort als de Vos is de barrière minder groot. Hoewel er twee stippen staan op Neeltje Jans is er daar geen populatie aanwezig en ging het wellicht om zwervende dieren die verkeerslachtoffer zijn geworden. Gezien de grote konijnenpopulatie is hier voor de Vos overigens een gedekte tafel aanwezig. Aan de zuidkant van de kering worden geregeld Vossen gezien en afgelopen najaar werd middels bewakingscamera’s een Vos gespot die over de kering liep. Een enkeling bereikt de overkant, want er is ook een verkeerslachtoffer aan de Schouwse kant bekend. Wellicht dat de status van af en toe een zwerver op Schouwen-Duiveland binnenkort toch gaat veranderen in een gevestigde populatie. Zeker wat Neeltje Jans betreft is de kans daarop groot. Aanvullende waarnemingen tijdens het plaatsen en de controles van de vallen betreft: Konijn (Roggenplaat, Neeltje Jans), Bruine rat (Neeltje Jans) en Bunzing (Neeltje Jans). Bijzonder dat er hier nog geen spitsmuizen of Dwergmuizen voorkomen. Die liften toch nogal eens mee met vervoersmiddelen of transport van materiaal. De vallen op de Roggenplaat werden in verband met de bereikbaarheid (kustmarathon-wandeldag) na de avondcontrole op zaterdag ingehaald.

9

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Figuur 10. Resultaten onderzoek Noordse woelmuis in 1997 (uit: Lit. x).

Veerse Meer

Het verhaal over de Noordse woelmuis in het Veerse Meer laten we hier beginnen in 1997 toen Jan Piet Bekker en Gerard van Zuijlen de eilandjes inventariseerden. De inventarisatie van eilandjes in de Deltawateren vormde een onderdeel van een groter onderzoek door het toenmalige IBN-DLO naar habitatkeuze, versnippering en beheer van de Noordse woelmuis in het Deltagebied (Lit. x). Terwijl de Noordse woelmuis verdween uit de polders en inlagen op Noord-Beveland bleek de soort zich op een aantal locaties in het Veerse te kunnen handhaven. De Haringvreter (inclusief Soelekerkeplaatje) en de Middelplaten bleken populaties Noordse woelmuis te herbergen, terwijl concurrerende soorten als Veldmuis en Aardmuis hier niet werden vastgesteld. Ook op het recreatie-eiland Schutteplaat werden enkele Noordse woelmuizen gevangen (Figuur 10). In het kader van soortenbeheer wordt in latere jaren door de Stichting Landschapsbeheer Zeeland op enkele locaties struweelopslag verwijderd om het habitat aantrekkelijk te houden voor Noordse woelmuizen. In 2008 doet Rienk Geene in opdracht van Natuurmonumenten onderzoek naar Noordse muis op de Grote Middelplaat. Determinatie van Noordse woelmuizen levert daarbij problemen op en enkele dode muizen die bij Jan Piet Bekker belanden, blijken Aardmuizen te zijn. Het is duidelijk dat de concurrenten aan het oprukken zijn. Om aan alle twijfels een eind te maken en eens goed uit te zoeken hoe het op dat moment met de Noordse woelmuis gesteld is, besluit de Zoogdierwerkgroep Zeeland om in 2009 een kamp in het Veerse Meer te organiseren. Hierbij zullen de Haringvreter en de Middelplaten opnieuw onderzocht worden. Als verblijf dient de werkschuur van Staatsbosbeheer op dit eiland. De resultaten van dit onderzoek worden verderop in dit rapport gepresenteerd. In 2010 organiseert de Zoogdiervereniging een internationaal minisymposium met gezamenlijk onderzoek naar Noordse woelmuis in het Veerse Meer en locaties op Zuid-Beveland waarvan de soort in het verleden is gemeld. Tevens is er kennisuitwisseling met deelnemers uit de Oostenrijks/Slowaakse regio waar zich ook een geïsoleerde populatie Noordse woelmuizen bevindt. De resultaten van dit onderzoek zijn bij de bespreking van de Middelplaten opgenomen. Uit de onderzoeken blijkt dat de positie van de Noordse woelmuis tanende is en dat concurrenten op steeds meer plaatsen voorkomen. De vraag rijst of het voor de Noordse woelmuis ten zuiden van de Oosterschelde een gelopen race is en of er nog mogelijkheden zijn om de overlevingskansen voor de Noordse woelmuis te vergroten? Met het herfstkamp van 2015 worden nieuwe gegevens verzameld om daarmee een antwoord te vinden op de bovenstaande vragen.

10

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Figuur 11. Overzicht vallocaties en soorten per raai in 2015.

Tabel 4. Overzicht Haringvreter vangsten per raai, ZWZ-kamp 2015.

-

raai aantalvallen aantalcontroles aantal valcontroles Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis Wezel aantalvangsten vangstpercentage

1 10 4 40 4 3 2 2a 10 4 40 4 2 2 3 2b 30 4 120 18 47 3 3 10 4 40 3 10 7 4 20 4 80 13 2 10 15 Haringvreter 320 42 2 69 5 30 148 46

Haringvreter

De Haringvreter is een voormalige zandplaat in het vroegere Veerse Gat / Zandkreek, het getijdengebied dat na de afsluiting in 1961 is veranderd in het Veerse Meer. Het water van het Veerse Meer staat middels de doorlaatsluis Katse Heule (2004) in verbinding met de Oosterschelde, waardoor er een minigetij is van circa 10 cm. In het Veerse Meer wordt een winterpeil (lager) en een zomerpeil (hoger) gehanteerd. Het verschil tussen zomer- en winterpeil is sinds 2011 circa 40 cm, daarvoor was het 70 cm. Sinds de ingebruikname van de doorlaatsluis is het zoutgehalte stabieler en niet veel verschillend van de Oosterschelde. Op de Haringvreter is bos aangeplant, als afmeergelegenheid voor de recreatie is er een steiger en een haventje en er staat een werkschuur van Staatsbosbeheer. Aan de oostzijde van het bos nabij de steigers wordt een gedeelte gehooid (vochtige schraallandvegetatie), verder is er begrazing en zijn er langs de oostoever flinke gedeelten uitgerasterd. Op de uitgerasterde delen die niet gemaaid worden heeft zich een rietvegetatie met meer of minder struweelopslag ontwikkeld. Het gebied is opgedeeld in twee grote graaseenheden waar seizoenbegrazing met runderen en jaarrond begrazing met paarden plaatsvindt. Plaatselijk is er een langzaam oplopende oever met zilte-brakke vegetatie.

11

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Bereikbaarheid Staatsbosbeheer heeft een wat grotere boot die afgemeerd ligt in een kreekuitloper tegenover de Haringvreter. Hiermee varen vereiste toch de nodige behendigheid en kennis aangaande de speciale gebruiksaanwijzing. Bram van Leerdam gaf op dinsdag bij het uitzetten van de vallen instructies aan Peter Maas. Heel eenvoudig bleek het niet en omdat Peter tijdens het weekend niet aanwezig zou zijn hadden we een sterke voorkeur voor een kleiner bootje met een buitenboordmotor, wat Peter kon regelen. Hiermee bleek Bas de Maat goed overweg te kunnen en tijdens het weekend was Bas dan ook de veerman voor de Haringvreter.

Vallocaties De vallen zijn geplaatst in niet (door vee) begraasde terreindelen met een ruigere begroeiing die niet gemaaid wordt. Het onderzochte terrein is wel toegankelijk voor Damherten. Een korte beschrijving van de vegetatie met de Amersfoortcoördinaten van de raaien wordt gegeven in Bijlage 2. Bij de keuze van de locaties is de omgeving waar in 2009 Noordse woelmuis werd gevangen opnieuw meegenomen (raai 2a, 2b).

Resultaten 2015 Een overzicht van de locaties en de vangsten is te vinden in Figuur 11 en Tabel 4 op de vorige bladzijde. In vergelijking met het kamp in 2009 werden nu meer Bosspitsmuizen, Dwergmuizen en Noordse woelmuizen gevangen, terwijl de Dwergspitsmuis hier nog niet eerder was vastgesteld. De verspreiding van de Noordse woelmuis bleek in noordelijke richting toegenomen. De soort was in alle raaien vertegenwoordigd. Daarentegen is de Aardmuis en de Veldmuis nu niet gevangen en waren er maar weinig vangsten van Bosmuis. Uit het oogpunt van bescherming Noordse woelmuis beschouwd, lijkt dit alles lijkt bijna te mooi om waar te zijn. Verderop staan dan ook enkele bedenkingen bij dit misschien al te mooie plaatje.

Braakballen en Noordse woelmuizen Na het kamp van 2009 is in de werkschuur van Staatsbosbeheer Tabel 5. Prooien in braakballen Kerkuil, op de Haringvreter een kerkuilenkast geplaatst. Hier wordt door kast Haringvreter, december 2015. Kerkuilen gebruik van gemaakt. Via Peter Maas werd eind 2015 een grote plastic zak vol braakballen ontvangen, waarvan een soort deel door Kees de Kraker geplozen is. De resultaten daarvan 1. Dwergspitsmuis 7 worden weergegeven in Tabel 5. 2. Bosspitsmuis spec. 30 Uit de samenstelling van de prooidieren valt op te maken dat de 3. Huisspitsmuis 34 uilen hoogstwaarschijnlijk voor een groot deel van de tijd op de 4. Veldmuis 91 vaste wal jagen (kortste afstand vanaf werkschuur: 450 meter). 5. Noordse woelmuis 3 Indertijd was de gedachte dat middels het pluizen van 6. Aardmuis 25 braakballen van een Kerkuil die op de Haringvreter broedde, de 7. Rosse woelmuis 8 aanwezigheid van Noordse woelmuis op het eiland gemonitord 8. Woelrat 1 kon worden. 9. Dwergmuis 3 Het geringe percentage Noordse woelmuis (<2) in de braakballen 10. Bosmuis 14 en het grote aantal dat wij op de Haringvreter vingen, roept wel 11. Bruine rat 3 enige twijfels op over onze determinaties. Want in 2015 zagen we 219 niet als in 2009, een situatie waarin Noordse woelmuis en Aardmuis voor een deel naast elkaar voorkomen, maar troffen we uitsluitend Noordse woelmuis aan. Achteraf valt zoiets niet meer te verifiëren. Er waren ook geen doodvangsten die tot een gebitscontrole hebben geleid. We zullen er maar op vertrouwen dat we het goed gezien hebben. Overigens leidt deze aanname tot de opvallende conclusie dat Noordse woelmuizen het hier kennelijk beter doen dan de vijf jaar eerder ook aanwezige Aardmuizen. Dat is tegen de verwachting in, omdat het biotoop hier minstens net zo geschikt is voor Aardmuis als voor Noordse woelmuis. Bovendien is de begrazing door Damherten fors toegenomen, wat de Aardmuis juist in de kaart zou spelen. Mijn redenering dat afschot/wegvangen van alle Damherten gunstig voor de Noordse woelmuis zou zijn, wordt door de nu vastgestelde ontwikkeling niet ondersteund. Toch lijkt de ontwikkeling met de Damherten wel degelijk een groot risico in te houden. Bij verdere toename zullen de uitgerasterde gebieden waar nu Noordse woelmuizen leven steeds meer betreden en begraasd worden. Frequent begraasde en veel betreden vegetaties zijn voor Noordse woelmuis niet aantrekkelijk en bevorderen het voorkomen van de concurrenten Veldmuis en Aardmuis. De reguliere begrazing binnen de geplaatste rasters is in de periode 2009-2015 afgenomen. Liepen er in 2009 minstens 15 paarden (Haflingers), in 2015 waren het er slechts 4 (meded. Peter Maas). Het preciese verloop van de veestapel in deze periode kon nog niet worden achterhaald.

12

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Figuur 12. Damherten op de Haringvreter.

De populatie Damherten op de Haringvreter is ontstaan uit een voor het vlees gehouden kudde door een boer. Met het beëindigen van deze fokkerij wist een aantal herten de dans te ontspringen. Geleidelijk ontstond uit afstammelingen van deze ontsnapte dieren een groeiende kudde, waarvan geen exemplaren voor consumptie meer ‘geoogst’ werden. In de loop der jaren werden de herten een gewaardeerde toeristische trekker. De kudde breidde zich steeds verder uit en bedroeg in 2009 zo’n 70-90 dieren, een aantal dat in jaren daarna nog verder is opgelopen (214 – telling februari 2016, meded. Peter Maas). Tevens begonnen Damherten de Haringvreter te verlaten. Zwemmen naar Noord-Beveland bleek niet zo’n probleem. De provincie Zeeland verleende Staatsbosbeheer begin 2015 vergunning tot afschot om de kudde in te perken. Deze vergunning werd met succes bij de rechter aangevochten door de Faunabescherming die de Damherten als vrij levende dieren beschouwde die door de wet beschermd zijn. De noodzaak tot afschot moet dan eerst worden aangetoond.

Figuur 13. Voor een goed zicht op de soortkenmerken werd in 2009 een aantal dieren meegenomen naar het kampverblijf.

13

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Figuur 14. Locatie raaien en soorten per raai in 2009.

Tabel 6. Vangstoverzicht per raai in 2009 (determinatie Noordse woelmuis  Aardmuis niet betrouwbaar, zie tekst)

n

-

raai aantalvalle aantalcontroles aantal valcontroles Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis Wezel aantalvangsten vangstpercentage 5 20 5 100 5 6 10 5 50 8 7 30 5 150 1 22 4 HV1 300 1 35 4 40 13 8 20 5 100 4 16 23 15 9 20 5 100 10 3 30 3 1 10 20 5 100 1 4 7 23 3 HV2 300 15 23 60 41 4 143 48 11* 20 2 40 1 1 1 HV3 1 1 2 Haringvreter 2009 640 16 1 23 60 77 8 185

11* - raai zaterdag 17-10-2009 begin de middag uitgezet. 15 vallen op Soelekerkeplaatje, 5 op Haringvreter

Kamp 2009 (16-18 oktober 2009)

Evenals in voorgaande jaren was er in 2009 een herfstkamp van de ZWZ waaraan ook door de Veldwerkgroep van de Zoogdiervereniging werd deelgenomen. Voor organisatie, deelnemers en doel van het kamp, zie bijlage 1. Staatsbosbeheer verzorgde de catering op de Haringvreter, terwijl Natuurmonumenten de rekening voor het zaterdagavonddiner bij de Chinees te Kamperland betaalde. Hans Bekker deelde hier een recente publicatie over ontsnipperingsmaatregelen bij Rijkswaterstaat uit. Ondanks de tamelijk primitieve omstandigheden was het een druk bezocht kamp.

Locatiekeuze vallen Omdat het onderzoek gericht was op Noordse woelmuis, waren de vallen vrijwel uitsluiten in niet begraasde gedeelten van het gebied geplaatst, waar een begroeiing met grassen en meer of minder riet aanwezig was. Met begrazing wordt hier het ingeschaarde vee bedoeld (verdeling in twee graas-- eenheden, zie Figuur 14) en niet de Damherten die in principe overal konden komen. De vallen die in het begraasde deel geplaatst werden leverden enkele Aardmuizen (raai 8) en 1 Veldmuis (raai 11) op.

14

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Resultaten De onderzochte locaties en vangsten worden weergegeven in Figuur 14 en Tabel 6. Herkenning van Aardmuis en Noordse woelmuis in een terrein waar beide soorten voorkomen is zelfs voor kenners vaak nog lastig. Gedurende dit kamp is geprobeerd de verschillen zoveel mogelijk op een rijtje te krijgen. Door Kees de Kraker was een Noordse woelmuis van Schouwen (Boswachterij- Boompjesput) meegenomen, die na afloop van het kamp weer op deze locatie is terug gezet. Daarnaast konden dode dieren middels gebitscontrole (sectie door Jan Piet Bekker) met zekerheid op soort worden gebracht. Met een aantal levende dieren er bij, ontstond er beter zicht op de verschillen.

Wat niet wil zeggen dat elk individu vervolgens foutloos kon worden benoemd. Dankzij voortschrijdend inzicht konden de determinaties in een enkele raai (8) van de ene op de andere controle veranderen van een raai met allemaal Aardmuizen in een raai van Noordse woelmuizen met een enkele Aardmuis. Andersom bleek een voor Noordse woelmuis gehouden exemplaar, bij gebitscontrole toch een Aardmuis te wezen. Erg betrouwbaar is de aantalsverhouding tussen de beide soorten zoals die in Tabel 6 tot uiting komt, dan ook niet. Wel kan gesteld worden dat het aantal Aardmuizen vermoedelijk kleiner was en dat er wellicht nog meer Noordse woelmuizen zaten dan nu in de tabel vermeld. Gebitscontrole leverde de volgende resultaten op: raai 8: Aardmuis?  Aardmuis, Noordse woelmuis?  Aardmuis raai 9: Noordse woelmuis  Noordse woelmuis, Noordse woelmuis  Noordse woelmuis raai 10: Noordse woelmuis  Noordse woelmuis raai 11: Aardmuis?  Veldmuis

Er was een groot verschil in de vangsten tussen raai 5-7 (HV1) en raai 8-10 (HV2). In het noordelijk deel van de Haringvreter werd geen enkele woelmuis gevangen, Opvallend veel vallen lagen telkens omver of bleken loos. Aan de hand van opnames met een cameraval kon de veroorzaker daarvan, een Bruine rat worden vastgesteld (Mark Dobbelaar). Hoewel uit onderzoek is gebleken dat Bruine rat en Noordse woelmuis niet goed samengaan, is het de vraag of het volledig ontbreken van woelmuisvangsten in deze raaien hier helemaal aan toe kan worden geschreven.

Omdat in 1997 ook op het naburige recreatie-eilandje Schutteplaat Noordse woelmuis was aangetroffen, zijn er zaterdagmiddag nog vallen geplaatst op de recreatie-eilandjes Schutteplaat (20v) en Mosselplaat (10v) en op het Soelekerkeplaatje aan de zuidkant van de Haringvreter (raai 11). De vangsten op beide recreatie-eilandjes (1 controle) bestonden alleen uit Bosmuis, resp. 12 en 4 exemplaren + 1 Strandkrab. De resultaten op het begraasde Soelekerkeplaatje bleven nihil. Wel werden sporen van Bruine rat en activiteiten van Mol aangetroffen. De overige losse waarnemingen uit 2009 zijn evenals de resultaten van de controle van de vleermuiskasten, opgenomen in Bijlage 3.

Omdat begrazing de concurrentiepositie van Noordse woelmuis ten opzichte van Veldmuis en Aardmuis verslechtert, lijkt het zaak de gedeelten waar niet begraasd of gemaaid wordt ten gunste van de Noordse woelmuis te vergroten.

15

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Figuur 15. Overzicht raai en soorten per raai op de Middelplaten in 2015.

Tabel 7. Middelplaten vangsten per raai in 2015.

-

muis

raai aantalvallen aantalcontroles aantal valcontroles Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woel Bosmuis Dwergmuis Wezel aantalvangsten vangstpercentage 1 10 4 40 8 9 3 1 21 2 10 4 40 6 2 8 3 5 4 20 3 2 4 3 12 4 15 4 60 15 5 1? 21 Middelplaten-vaste land 32 11 12 1? 6 62 39

5 20 4 80 4 2 6 10 4 40 7 15 4 60 4 3 8 5 4 20 1 Grote Middelplaat 2015 4 4 6 14 7

Middelplaten

Naar aanleiding van eerder onderzoek waarbij Noordse woelmuis op de Middelplaten werd vastgesteld, zijn er door Natuurmonumenten een aantal maatregelen genomen om het gebied voor de Noordse woelmuis aantrekkelijker te maken. Daarbij gaat het om het verwijderen van struweelopslag (Grote Middelplaat) en verplaatsing raster (noordoosthoek Middelplaten-vaste land), wat ter hoogte van raai 1-4 een vergroting van het niet begraasde gebied tot gevolg had. Juist in deze gebieden zijn de raaien met vallen bij het onderzoek in 2015 uitgezet. Een korte beschrijving van de vegetatie per raai wordt in Bijlage 2 gegeven. De Grote Middelplaat was in 2015 (nog) niet gehooid wegens te natte omstandigheden.

Resultaten Een overzicht van de vangsten en ligging van de raaien vindt u in de bovenstaande figuur en tabel. Het resultaat van ons onderzoek was bijzonder teleurstellend. Op de Grote Middelplaat werd geen enkele woelmuis gevangen, geen Noordse woelmuis, maar ook geen Aardmuis of Veldmuis. Een enorm contrast met het resultaat in 2009 (zie blz. 18). Onzeker waardoor dit soort verschillen ontstaan. Enkele mogelijke

16

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Figuur 16. Zilt en brak grasland op de Middelplaten-vaste land nabij raai 3+4, oktober 2015.

verklaringen zijn: maaibeheer, aanwezigheid predatoren vergelijkbaar met de situatie op de Haringvreter in 2009 toen daar in het noordelijk deel (HV1) ook geen enkele woelmuis werd gevangen. Uit eigen ervaring weet ik dat de invloed van predatoren (bv. Hermelijn) op woelmuispopulaties op eilanden bijzonder groot kan zijn. Vos in elk geval in het broedseizoen vastgesteld (Lepelaarkolonie gepredeerd), Bruine rat eveneens aanwezig. Het ontbreken van woelmuizen en dan met name Noordse woelmuis was een domper vanwege de speciaal genomen maatregelen. Hoewel nu geen enkele woelmuizensoort gevangen is, lijkt helemaal ontbreken onwaarschijnlijk. Sowieso verstandig om binnenkort nog maar eens een onderzoekje doen. Op het uitgerasterde deel van het vaste land heeft de nog niet eerder vastgestelde Rosse woelmuis geprofiteerd van de mindere begrazing door verplaatsing van het raster en niet de Noordse woelmuis. In 2010 was hier een Noordse woelmuis gevangen, maar daarbij ging het slechts om 1 vangst, een duidelijke populatie was niet aanwezig. Met aanwezigheid van Rosse woelmuis, Aardmuis en Veldmuis is het zeer de vraag of hier nog kansen liggen voor een levensvatbare populatie Noordse woelmuis. Op de Grote Middelplaat lagen de restanten van een Ree.

Figuur 17. Het open rietland met grassen en kruiden van raai 5 op de Grote Middelplaat lijkt een prima biotoop voor Noordse woelmuis., maar meer dan een paar Bosspitsmuizen en een enkele Bosmuis werd hier niet gevangen.

17

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Figuur 18. Overzicht raai en soorten per raai op de Middelplaten in 2009.

Tabel 8. Middelplaten vangsten per raai in 2009.

-

raai aantalvallen aantalcontroles aantal valcontroles Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis Wezel aantalvangsten vangstpercentage 1 30 2 60 3 30 13 8 1 55 2 20 2 40 13 18 31 Grote Middelplaat 2009 3 43 13 26 1 86 86 3 20 2 40 1 1 4 30 2 60 13 1 Kleine Middelplaat 2009 1 14 1 16 16

Resultaten onderzoek Middelplaten herfstkamp 2009 Vanuit het haventje bij Geersdijk werd eerst naar de Grote Middelplaat gevaren en vervolgens naar de Kleine Middelplaat. In dit geval is volstaan met twee controles, Wegens voorspelde slechte weersomstandigheden werd het niet verantwoord geacht om in het donker met een klein bootje de oversteek vanaf het haventje bij Geersdijk te maken. Op vrijdagavond bleek dat onder betere omstandigheden ook al geen sinecure. De vallen zijn zaterdagochtend na de controle weer opgehaald.

Achter de determinatie van 15 dieren als Aardmuis uit raai 1 en 2 en 4 dieren uit raai 4 werd een vraagteken geplaatst, omdat men onzeker was of de determinatie wel helemaal juist was. Van twee dode exemplaren uit raai 4 kon de determinatie bij gebitscontrole bevestigd worden: Aardmuis  Aardmuis, Aardmuis  Aardmuis. Voor gebitsdeterminatie van een mogelijke Noordse woelmuis was helaas geen exemplaar beschikbaar. Tussen de beide controles (avond- en ochtendcontrole met deels andere mensen) was er weinig verschil in verhouding Aardmuis : Noordse woelmuis en zaten de Noordse woelmuizen grotendeels in dezelfde vallen, zodat aangenomen kan worden dat er hier geen grote fouten zijn gemaakt. Wat hier opvalt is het buitengewoon hoge aantal vangsten op de Grote Middelplaat. Tijdens beide controles zat in vrijwel elke val een muis! Mogelijk dat vanwege het uitgevoerde beheer waarbij een groot deel van de plaat gehooid wordt, de muizen uit het middengebied naar de randen zijn gevlucht, waardoor daar een extra hoge dichtheid is ontstaan. Vastgesteld is dat Noordse woelmuizen nog steeds aanwezig zijn op de Grote Middelplaat, maar niet meer op de Kleine Middelplaat waar ze in 1997 nog wel gevonden werden. Bovendien komt de Aardmuis nu op beide eilanden talrijk voor en op de Grote Middelplaat samen met Noordse woelmuis in hetzelfde gebied. De omstandigheden zijn hier niet zodanig dat de Noordse woelmuis voordeel heeft van het beter bestand zijn tegen periodieke overstromingen want die vinden niet plaats. Het hogere zomerpeil in het Veerse Meer is permanent en levert geen tijdelijk leefgebied op.

18

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Figuur 19. Ligging raaien (rode nummers) en voorkomen woelmuizen, Veerse Meer 2010. Oorspronkelijke kaart: Wesley Overman

Tabel 9. Overzicht raaien en vangsten zoogdierkamp Veerse Meer 2010.

-

muis

raai Gebied aantalvallen aantalcontroles aantal valcontroles Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bos Dwergmuis aantalvangsten vangstpercentage 1 eilandje Meerkoet 10 4 40 0 2 Middelplaten 20 4 80 11 18 29 3a Middelplaten 5 4 20 1 2 3 3b Middelplaten 5 4 20 1 1 7 9 4 Middelplaten 10 4 40 3 1 4 5 Middelplaten 20 4 80 8 8 6 Middelplaten 10 4 40 2 3 5 7 Middelplaten 10 4 40 1 1 1 3 8 Middelplaten 10 4 40 1 1 6 4 12 9 Kleine Middelplaat 20 4 80 9 1 7 17 10 Grote Middelplaat 20 4 80 3 6 8 17 11 Grote Middelplaat 20 4 80 2 2 2 2 9 17 12 Zandkreekplaat 5 4 20 2 1 3 13 Bastiaan dLplaat 15 4 60 1 1 14 Goese Sas 20 4 80 1 1 2 4 15 Kwistenburg-oost 20 4 80 18 11 29 16 De Weel 20 4 80 7 7 17 Kwistenburg-west 20 4 80 2 2 25 9 38 18 Westerschenge -o 20 4 80 1 19 2 10 32 19 Westerschenge - m 20 4 80 28 2 30 20 Westerschenge - w 20 4 80 1 2 9 4 16 1280 14 9 1 63 44 7 98 48 284 22

Zoogdierkamp Veerse Meer 2010 In 2010 werd het gebruikelijke herfstkamp van de Zoogdierwerkgroep Zeeland op Zuid-Beveland gehouden, maar van 10-14 november dat jaar organiseerde de landelijke Zoogdiervereniging een internationaal Veerse Meerkamp (Deelnemerslijst in Bijlage 4). Centraal daarbij de vraag: Hoe is het met de Noordse woelmuis gesteld aan de zuidrand van zijn verspreidingsgebied? De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in Figuur 19 en Tabel 9.

19

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Voor wat betreft de Middelplaten werd de Noordse woelmuis vastgesteld aan de noordwestzijde van de Grote Middelplaat (vergelijkbare locatie als raai 7 in 2015) en daarnaast was de vangst van 1 dier op een uitgerasterd puntje van de vaste wal (raai 3b). In de raai op de Grote Middelplaat werd behalve Noordse woelmuis ook Aardmuis gevangen. In de raai aan de zuidzijde van de plaat werd Aardmuis en Veldmuis gevangen. Voor het eerst dat op het eiland ook Veldmuis is vastgesteld. Huisspitsmuis werd eveneens voor het eerst gevangen. Deze soort bleek in 2015 ook aan de noordwestzijde voor te komen.

Op het overgrote deel van het vaste land van de Middelplaten is er seizoenbegrazing met runderen en meer permanent met paarden. In 2009 ging het daarbij om een kudde Haflingers en een groep knollen. In de wat ruigere delen van het begraasde gebied werd Aardmuis en Veldmuis vastgesteld. Beide soorten, zeker de Veldmuis, verdragen iets meer begrazing dan Noordse woelmuizen.

Op zowel de Bastiaan de Langeplaat als de Zandkreekplaat werd slechts 1 Bosmuis gevangen. In 1997 waren er op deze platen meer vangsten, namelijk BdLplaat: Bosspitsmuis-1, Aardmuis-19, Bosmuis-1, Dwergmuis-1 en op de Zkplaat: Bosspitsmuis-2, Bosmuis-14

De onderzochte gebieden op Zuid-Beveland scoorden allemaal negatief voor de Noordse woelmuis. Wat dat betreft lijkt het hier einde verhaal.

Figuur 20. Kudde Haflingers op de Middelplaten in 2010.

20

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Figuur 21. Noordse woelmuis.

Is er toekomst voor de Noordse woelmuis in het Veerse Meer ?

Conclusies onderzoek afgelopen jaren 1. De Noordse woelmuis lijkt buiten enkele eilandjes in het Veerse Meer niet meer op de Bevelanden voor te komen. 2. Sinds 1997 zijn Aardmuis en Veldmuis op veel eilandjes in het Veerse Meer verschenen, rukt ook de Rosse woelmuis op en is de Noordse woelmuis van de meeste locaties verdwenen. 3. Op de locaties waar de Noordse woelmuis in 2009 en 2010 nog is vastgesteld, waren ook Aardmuis en Veldmuis aanwezig. 4. In 2015 werd de Noordse woelmuis alleen op de Haringvreter gevonden en niet op de Middelplaten 5. De Kerkuilen op de Haringvreter lijken geen goede graadmeter voor het volgen van de Noordse woelmuis en zijn concurrenten op dit eiland. 6. De ontwikkeling van de kudde Damherten op de Haringvreter kan een bedreiging gaan vormen voor de laatste Noordse woelmuizen op dit eiland, maar lijkt dat momenteel nog niet te doen.

Discussie Het is duidelijk dat de perspectieven voor de Noordse woelmuis ten zuiden van de Oosterschelde in de afgelopen twintig jaar sterk zijn verslechterd. Overal, tot op de meest afgelegen eilandjes, zijn de concurrenten opgedoken. In 2015 was de Haringvreter de enige plek waar Noordse woelmuis kon worden vastgesteld. Omdat op de Grote Middelplaat geen enkele woelmuissoort gevangen werd, kan daar nu weinig over gezegd worden. Verdwijnen van alle woelmuizen is immers niet aannemelijk. Vervolgonderzoek is hier gewenst. Ook voor de Haringvreter is een meer volledige inventarisatie wenselijk en zou het voorkomen van Aardmuis en Veldmuis op dit eiland eens goed onderzocht moeten worden. Gezien het gezamenlijk voorkomen van Noordse woelmuis met drie concurrerende soorten lijkt het voortbestaan van de Noordse woelmuis ten zuiden van de Oosterschelde op langere termijn beschouwd, geen lang leven meer beschoren. Mogelijke maatregelen begunstigen ook een van de concurrenten, met name Aardmuis of zoals op het vaste land van de Middelplaten, de Rosse woelmuis. Rigoureuze maatregelen als zo nu en dan een extreem hoog peil in het Veerse Meer, zijn in verband met grote maatschappelijke belangen niet haalbaar. Eigenlijk heel bijzonder dat we op de Haringvreter nog Noordse woelmuizen aantroffen!

21

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Figuur 22. Gewone dwergvleermuis in nestkast op de Middelplaat. Figuur 23 (rechts). Controle van vleermuiskast 3 op de Goudplaat.

Vleermuiskasten Veerse Meer

Resultaten controle vleermuiskasten op zaterdagmiddag 3 oktober 2015.

Goudplaat Kast 8: 1 Dwergvleermuis Kast 3: 5 Dwergvleermuizen Kast 1: 1 Dwergvleermuis (Kast 2 en 9 zijn er niet meer; kast 7 was op de grond gevallen en is naar Jan Piet. Kast 4 valt bijna van de boom af).

Bos Middelplaten / De Piet Kast 7: 5 Dwergvleermuizen. 1 daarvan is eruit gehaald: onderarmlengte 3,2cm; armlengte totaal 5,3cm, rechte tragus, geen verdeelde vleugelcel dus het is een gewone dwergvleermuis. Kast 6: 1 Gewone dwergvleermuis, onderarmlengte 3,2cm, rechte tragus. Kast 3: 1 Dwergvleermuis Kast 2: 16 Gewone grootoorvleermuis Kast 9: nest hoornaars

Bij de controle van de kasten zijn door Jeroen Willemsen ook twee hele korte filmpjes gemaakt die op YouTube zijn gezet. Ze geven mooi weer hoe levendig die vleermuizen in de kast kunnen zitten.

Gewone dwergvleermuis www.youtube.com/watch?v=8wrapkNE2EQ&feature=youtu.be

Grootoorvleermuis www.youtube.com/watch?v=y0iBuvGQyB4&feature=youtu.be

Door Alex Wieland en Mark Dobbelaar is in de laan langs de kreekuitloper bij de ligplaats van het bootje om naar de Haringvreter te varen, op zaterdagavond een luisterkastje opgehangen, dat aan het eind van de avond weer is verwijderd. Alex meldde dat er heel veel (circa 400) registraties opstonden van een Gewone dwergvleermuis, die daar de hele avond heen en weer was gevlogen. Rondom de Grote Middelplaat hoorde John van Vliet met de batdetector op zaterdagavond alleen Ruige dwergvleermuis. Bij de oversteek naar en op de Haringvreter hoorde Nanning-Jan op vrijdagavond Gewone dwergvleermuis en Laatvlieger. Gegevens vleermuiskastcontrole in 2009, zie Bijlage 3.

22

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Cameraval Middelplaten

André Hannewijk plaatste bij raai 6 op de Middelplaten een camera. Ter plaatse ligt een takkenrand van verwijderd struweel (vnl. Grauwe wilg) voor de oever, waardoor een beschutte oeverzone is ontstaan. Het struweel is verwijderd om een gunstig habitat voor de Noordse woelmuis te creëren.

23

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Dankwoord

Veel werk voor het kamp van 2015 werd verzet door Bas de Maat en André Hannewijk. Voor elk kamp moet je een paar trekkers hebben, want het blijft een klus met werk. Dank ook aan de terreinbeherende instanties Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Het Zeeuwse Landschap voor hun medewerking en support. Hetzelfde geldt met terugwerkende kracht voor het kamp van 2009, waar Jan Piet Bekker de nodige tijd in heeft gestoken. Wesley Overman stuurde de vangstgegevens en een kaartje met de verspreiding van de woelmuizen van het kamp van de Zoogdiervereniging in 2010.

Literatuur

1. Reest, P.J. van der, J.P. Bekker, C. de Kraker & G. van Zuylen, 1997. De Noordse woelmuis op eilanden in de Deltawateren, Mededeling 44 van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ). 2. Kraker, Kees de, 2014. Leefgebieden Noordse woelmuis in drie Zeeuwse Natura 2000-gebieden Veerse Meer, Oosterschelde & Kop van Schouwen. Ecologisch adviesbureau Sandvicensis, Burgh- Haamstede. 3. Kraker, Kees de, 2015. Eilandjes Krammer - 2014. Verslag Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland.

Figuur 24. Locatie raai 1. Middelplaten in 2015.

24

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

BIJLAGE 1. Veerse Meer 2009

Kampconvo

Zoogdierwerkgroep Zeeland Veldwerkgroep VZZ

Herfstkamp Noord-Beveland en Walcheren 16 tot en met 18 oktober 2009

Locatie: Eilanden in het Veerse meer

Route Voor wie nog weet kompas en kaart te hanteren volgen hier enige aanwijzingen omtrent de route: A58 afslag Goes- Zierikzee (A256); op het kruispunt met stoplichten rechtdoor r. Zierikzee (N256); afslag Kats/Kamperland r. K’land (N255); afslag Kamperland links r. K’land; op de kruising met de Oosthavendijk naar links; voorbij het water van de jachthaven naar rechts de St. Felixweg op. Na ongeveer 2,5 km. is er recht een klein bosje met een klein haventje. Daar moet je zijn. Want daar ligt een pontje gereed om 18.00 uur; daarna bellen met de veerman Lucien Calle.

Als het goed is staat hier de veerman op de afgesproken tijd op je te wachten en die je naar de Haringvreter zal overzetten. Zijn naam is Charon en hij spreekt alleen oud- Grieks. Hij kan wel het liedje van Drs. P “De veerpont” in gebroken Nederlands mee neuriën, maar kom niet bij hem aan met praatjes over het weer en zo. Door de economische crisis en de tegenvallende stroom toeristen is de veerdienst over de rivier de Styx opgeheven. Het is nu zo’n dooie boel geworden in zijn geboortestreek dat hij de wijk naar Zeeland heeft genomen. Vanouds is hij gewoon mensen alleen naar de overkant te brengen. Voor deze keer hebben we met hem afgesproken dat hij ons ook weer ophaalt tegen vooruit betaald tarief – mocht je zonder Grieks kleingeld zitten.

Centrale vraag

De centrale vraag dit jaar staat tijdens dit kamp staat in het teken van de noordse woelmuis: zit hij nog op de grote eilanden in het Veerse meer, of is hij door andere muizensoorten weggeconcurreerd? Verder zullen we op de Goudplaat en de Schotsman vleermuiskasten controleren op (grootoor)vleermuizen.

25

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Programma

Er staan 200 tot 250 vallen uit. De vangvergunningen en ontheffingen zijn geregeld en staan op naam van de actieve kern van de Zoogdierwerkgroep Zeeland en kunnen, bij een juiste verdeling, voor elk groepje en/of in elke auto aanwezig zijn. Van 13 oktober tot en met de aanvang van het eigenlijke kamp zijn er zoals gebruikelijk door een aantal mensen vallen uitgezet in de prebait-periode.

Op vrijdagavond zullen we de eerste controle verrichten om ca. 21.30 en zaterdag daarna ’s ochtends om 7.30 uur, om 15.30 uur en weer om 22.30 uur. Zondagochtend om 7.30 uur zullen we tijdens de laatste controle de vallen weer inhalen en op een plaats met voldoende stromend water schoonmaken.

De valcontroles zullen we gaan doen in twee teams en daarbij afwisselen tussen Haringvreter (SBB), Middelplaten (NMM) en mogelijk nog een eiland (??????).

Onderkomen Ons onderkomen bestaat dit jaar uit de werkschuur van SBB op het eiland De Haringvreter. Meer dan een onderkomen is dit niet en stamt nog uit de tijd dat de eilandboswachters tijdens hun verblijf zelf moesten voorzien in hun behoeften nl. het vangen en bereiden van haring. Er is geen stromend water of elektriciteit wel slaapgelegenheid en er wordt gezorgd voor enig kookgerei en sanitair. Ook wordt van nabijgelegen gebieden water aangevoerd.

Taakverdeling

o Ankerman Haringvreter: Jan Piet Bekker o Ankerman Middelplaten: André Hannewijk o Financiën: Kees de Kraker o Veerman: Lucien Calle

Voor de groepsaccommodatie zullen we zelf enkele zaken zelf moeten meenemen (zie hieronder). Neem dus even notie van de lijst van spullen die je mee moet nemen. Jullie worden vrijdag namiddag rond 18.00 uur verwacht. Dan staat de soep gereed. Zaterdagavond zullen we bij een dichtbijgelegen afhaal adres warm eten betrekken.

Kosten De organisatie durft gezien de barre omstandigheden geen kampgeld te vragen. De veerman ontvangt altijd graag een fooi bij elke geslaagde overzetting…

Wat moet er mee? Mok Theedoek Matje (voldoende dik!) en slaapzak Toiletartikelen Kleding voor elk weertype Kijker Bat-detector Opnameapparatuur Foto / videospullen Hoofdlamp en zoeklamp Batterijen / accu’s GPS (indien beschikbaar) (auto) Opladers Stekkerdoos Naslagwerken Identificatiekaart Bord en bestek Rol toiletpapier Denk vooral aan laarzen en regenbroek!

De organisatie stelt het uiterste in het werk om een generator op de Haringvreter te krijgen.

Wie hebben zich opgegeven??????????????? Jan Piet Bekker (JPB), Hans Bekker (HB), Jan Boshamer (JB), Lucien Calle (LC), Sandra Dobbelaar (SD), Jan Alewijn Dijkhuizen (JAD), Rienk Geene (RG), André Hannewijk (AH), Raymond Haselager (HD), Kees de Kraker (KdK), Kees Mostert (KM), Bas van der Reest (BvdR), Piet van der Reest (PvdR), Han Sluiter (HS), Eric Thomassen (ET), John van Vliet (JvV), en Jeroen Willemsen (JW).

Nanning-Jan Honingh & Jan Piet Bekker

(aanvulling: niet alle personen die zich opgegeven hadden waren aanwezig, maar wel vanaf zaterdagavond ? de ‘Bassen’: Bas de Maat, Bas Kirkenier, Bas van der Maas)

26

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Ha Jan Piet, Hopelijk een gezellige verjaardag gehad. Was in elk geval een leuk kamp met bijzondere discussies ten aanzien van Noordse woelmuis - Aardmuis. Toch zijn we ten aanzien van deze twee soorten dit weekend een stuk wijzer geworden, dat lijkt mij de grote winst. Bovendien is duidelijk geworden dat de Noordse woelmuis beslist nog niet verdwenen is bezuiden de Oosterschelde. De mijne inmiddels weer vrijgelaten in de Boswachterij op Schouwen. Nog vergeten te melden dat we op het Soelekerkeplaatje sporen van Bruine rat aantroffen (Jan Alewijn heeft er nog foto's van gemaakt). Mol was overal aanwezig, ook op het Soelekerkeplaatje. Uiteraard erg nieuwsgierig naar de laatste determinaties van de dode dieren van de Middelplaten en de "Aardmuis" van de Haringvreter-Oost. Hartelijke groet - Kees

----- Original Message ----- From: J.P. Bekker Sent: Monday, October 19, 2009 8:06 PM Subject: enkele zaken

Beste mensen,

1) van vier dieren kan ik de determinatie geven op het gebit. a) 17/10/2009 Haringvreter oostzijde veldmuis b) 17/10/2009 val 290 aardmuis c) 17/10/2009 val 523 aardmuis d) 17/10/2009 val 517 aardmuis

Ha Jan Piet, Die Veldmuis is toch verrassend. Goed dat we het beweide deel ook bemonsterd hebben. Die ene vangst is in dat opzicht belangrijker dan gedacht. Begrazing bevordert sowieso Veldmuizen. Jammer dat het gemaaide deel van de Middelplaten niet bemonsterd is, want dat zou ook wel eens Veldmuizen op geleverd kunnen hebben. Wat betreft de gedetermineerde Aardmuizen, neem ik aan dat die uit val 290 uit het riet (locatie 2) van de Haringvreter komt (dus ook Aardmuizen daar) en de andere twee afkomstig waren van de Middelplaten (graag een bevestiging). Gezien het voorkomen van Aardmuis, Veldmuis en Noordse woelmuis op de Haringvreter zijn de vooruitzichten voor behoud van de laatste op lange termijn ongunstig. Hartelijke groet – Kees

Figuur 25. Werkschuur Staatsbosbeheer op de Haringvreter in 2009.

27

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Bijlage 2. Coördinaten en korte beschrijving raaien 2015

In de tabellen van deze bijlage zijn de Amersfoortcoördinaten voor het midden van de raai ingevuld.

uis

-

coördinaten coördinaten

- -

raai x y Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelm Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis aantalvangsten vangstpercentage 1 37.137 404.540 1 Noordland 0 0 2 37.629 405.547 2 6 21 3 38.451 406.180 3 1 4 38.739 406.461 4 12 Neeltje Jans 18 22 40 25 5 39.447 408.517 5 5 6 39.765 408.468 6 1 14 7 39.890 408.488 7 7 Roggenplaat 1 26 27 30

Korte omschrijving van de raai raai 1. Dijktalud N57. Schraal grasland met o.a. Zandzegge langs struweel (Duindoorn, Wilde liguster). De raai loopt van halverwege het talud tot onderaan. raai 2. Raai door duinvallei met ruigte, o.a. Helm, Duinriet, Riet en Harig wilgenroosje raai 3. Raai langs duinrand met Helmpollen, over het algemeen erg open. raai 4. Raai in slootje langs oprit naar N57. Droge sloot met wat ruigere begroeiing van grassen. raai 5. Raai in vegetatierand rondom Duindoornhorst; met in de rand wat Zandzegge, Grote brandnetel, Duinriet en Jakobskruiskruid. raai 6. Raai langs onderkant damtalud in dichte strook met Akkerdistel en wat grassen. raai 7. Raai over ophoging (strook met afgeschoven/gestorte grond) met ruigte van Grote brandnetel en deels door droge sloot met grasruigte.

-

itsmuis

coördinaten coördinaten

- -

raai x y Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg sp Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis aantalvangsten vangstpercentage

1 37.554 396.635 4 3 2 2a 37.534 396.520 4 2 2 3 2b 37.445 396.517 18 47 3 3 37.444 396.858 3 10 7 4 37.271 397.060 13 2 10 15 Haringvreter 42 2 69 5 30 148 46 raai 1. Hoge ruigte van Riet en Harig wilgenroosje, met Duinriet en verspreide opslag van struweel. raai 2a. Raai door half open ruigte met Riet, Zeegroene rus, Duinriet, Fioringras, Wolfspoot, Watermunt, Harig wilgenroosje, Kruipwilg en verspreide struweelopslag. raai 2b. Raai door grotendeels open/lagere ruigte met Duinriet, Zeegroene rus, Fioringras, Heelblaadjes, Dauwbraam en verspreide struweelopslag (o.a. Meidoorn en Rode kornoelje). raai 3. Deels bestaande uit korte stekelige ministruikjes (begraasd, met name Rode kornoelje en Wilde liguster) met daarin grassen (o.a. Duinriet), plaatselijk meer Riet en Harig wilgenroosje. raai 4. Eerste stukje vergelijkbaar met raai 3 (daarin de meeste Noordse woelmuizen), verder begroeiingen die bestonden uit dicht riet, deels gelegerd (zonder woelmuizen) en tenslotte langs het raster een begroeiing van grove grassen (Rietzwenkgras, Kropaar) naar de niet begraasde zijde grenzend aan een rietveld.

28

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

-

coördinaten coördinaten

- -

raai x y Huisspitsmuis Bosspitsmuis Dwerg spitsmuis Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis aantalvangsten vangstpercentage 1 42.808 396.195 8 9 3 1 21 2 42.816 396.228 6 2 8 3 42.694 396.451 3 2 4 3 12 4 42.605 396.382 15 5 1? 21 Middelplaten-vaste land 32 11 12 1? 6 62 39

5 42.729 396.639 4 2 6 42.364 396.690 7 42.009 396.962 4 3 8 42.154 396.926 1 Grote Middelplaat 2015 4 4 6 14 7 raai 1. Raai langs buitenkant Riet met Zeerus, Zeebies, Zeeaster en plaatselijk meer grassen, grenzend aan droogvallend slik. raai 2. Grasruigte van Zeekweek, Rood zwenkgras, Fioringras, Rietzwenkgras en zilte vegetatie met Zilte rus, Zeekraal, Spiesmelde en Zeeaster; met enkele hele kleine eilandjes en grenzend aan slik. raai 3. Langs hogere begroeiingsrand met Riet, Harig wilgenroosje en enkele struiken. Verdere begroeiing Fioringras, Zeerus, Wolfspoot, Duinriet, Zilte rus en Heelblaadjes. raai 4. Grotendeels langs smalle vrij jonge rietzone (ontstaan na verplaatsing raster) met veel Fioringras. Aan westzijde meer open begroeiing met o.a. Duinriet en plas-dras. raai 5. Vochtige tot natte bodem met ijl Riet, Zilte zegge, Fioringras, Oever- of Moeraszegge en hier en daar Harig wilgenroosje. Bodem erg open, mede door verwijderen struweel. raai 6. Vochtige vrij open begroeiing nabij oever met Riet, grassen en kruiden. raai 7. Tamelijk vochtige grasruigte nabij oever met Riet, Rietzwenkgras en Duinriet. Oostelijk deel langs struweelrand (Grauwe wilg). raai 8. Wat verder landinwaarts en droger, in gedeelte dat gewoonlijk gehooid wordt met grasruigte van Rietzwenkgras, Duinriet en Roodzwenkgras; verder o.a. Moeraswespenorchis en Rietorchis.

Figuur 26. Veldmuis tijdens de vrijdagavondcontrole op Neeltje Jans

29

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Bijlage 3. Aanvullende waarnemingen en coördinaten in 2009

Tabel 10. Overige waarnemingen Herfstkamp 2009. datum x y middel locatie soort

17-10-2009 36830 396800 batdetector Haringvreter ruige dwergvleermuis 1

17-10-2009 37120 396450 batdetector Haringvreter ruige dwergvleermuis 1

17-10-2009 37050 397050 batdetector Haringvreter ruige dwergvleermuis 1

17-10-2009 37200 396950 batdetector Haringvreter ruige dwergvleermuis 1

17-10-2009 37300 396900 batdetector Haringvreter ruige dwergvleermuis 1

17-10-2009 37280 396850 batdetector Haringvreter gewone dwergvleermuis 1

17-10-2009 37420 396950 batdetector Haringvreter watervleermuis 1

17-10-2009 37400 397050 batdetector Haringvreter watervleermuis 1

17-10-2009 38000 395000 kast 1 Goudplaat grootoorvleermuis 13

17-10-2009 35000 401000 kast 2 Schotsman ruige dwergvleermuis 1 vr subadult 17-10-2009 35000 401000 zicht Schotsman ree 2

17-10-2009 33000 398000 kast 4 Veerse bos gewone dwergvleermuis 1 m adult sex act. 17-10-2009 33000 398000 kast 5 Veerse bos grootoorvleermuis 1

17-10-2009 47000 418000 zicht Brouwersdam inlaat binnenzijde gewone zeehond 1

17-10-2009 47000 418000 zicht Brouwersdam inlaat binnenzijde grijze zeehond 1

17-10-2009 47000 418000 zicht Brouwersdam inlaat binnenzijde gewone zeehond 2

17-10-2009 47000 418000 zicht Brouwersdam inlaat binnenzijde grijze zeehond 2

17-10-2009 36000 397000 sporen Haringvreter bruine rat 1

17-10-2009 36000 397000 sporen Haringvreter bruine rat 1

17-10-2009 36000 397000 cameraval Haringvreter bruine rat 1

17-10-2009 36000 397000 sporen Haringvreter bruine rat 1

17-10-2009 38000 396000 zicht Noord-Beveland bunzing 1

17-10-2009 38000 396000 zicht Noord-Beveland haas 1

17-10-2009 38000 396000 zicht Noord-Beveland haas 1

17-10-2009 43000 396000 zicht Middelplaat bruine rat 1

Tabel 11. Overzicht Amersfoortcoördinaten herfstkamp 2009. raai x y Naam waypoint x y JPB 48 42754 396705 1 42 396 Groot Eiland JPB 048 - JPB 049 JPB 49 42741 396656 2 41 396 Groot Eiland JPB 050 - JPB 051 JPB 50 41921 396846 JPB 51 41880 396871 3 43 396 Klein Eiland JPB 052 - JPB 053 JPB 52 43499 396842 JPB 53 43449 396801 4 43 396 Klein Eiland JPB 054 - JPB 055 JPB 54 43427 396748 JPB 55 43333 396704 5 37 396 Haringvreter JPB 056 - JPB 057 JPB 56 37265 396975 JPB 57 37258 397082 6 37 396 Haringvreter JPB 058 - JPB 060 JPB 58 37168 397152 JPB 60 37141 397162 7 36 397 Haringvreter JPB 061 - JPB ? JPB 61 36916 397253 8 36 397 Haringvreter JPB 062 - JPB 063 JPB 62 36917 397253 9 37 396 Haringvreter JPB 063 - JPB 064 JPB 63 37503 396471 10 37 396 Haringvreter JPB 064 - JPB 065 JPB 64 37430 396493 JPB 65 37367 396525 11 37 396 Haringvreter

30

Veerse Meer 2009,2015 + Oosterscheldekering 2015

Bijlage 4. Info kamp Veerse Meer 2010

Tabel 12. Deelnemerslijst kamp 2010 (niet iedereen hele kamp aanwezig)

Wesley Overman Zoogdiervereniging Lucien Calle Zoogdierwerkgroep Zeeland Jan-Piet Bekker Zoogdierwerkgroep Zeeland Bas Kirkenier student Groencollege Goes Bas de Maat student Larenstein Velp Bas van der Maas student Helicon Velp Tjerk Hoek Stichting Landschapsbeheer Zeeland Johan Thissen Zoogdiervereniging Dick Bekker Zoogdiervereniging Erika Loonen student Stephan Loosveld ? Dr. Barbara Herzig Naturhistorisches Museum Wien, Oostenrijk Mgr. Miroslava Ruda BROZ, Bratislava, Slowakije Mgr. Veronika Sladkovicova Comenius University, Slowakije Dr. David Ziak Comenius University, Slowakije Emilie de Bruijckere Zoogdiervereniging Kees de Kraker Zoogdierwerkgroep Zeeland Joske Wardenaar Aqua Terra Nova Caroline van der Graaf Aqua Terra Nova

Tabel 13. Overzicht Amersfoortcoördinaten van de raaien kamp 2010

Raai Xb Yb Xe Ye raai 1 - 10x1 (eilandje bij Meerkoet) 45009 396133 raai 2 - 10x2 42300 396091 42407 396095 raai 3a - 5x1 42717 396447 raai 3b - 5x1 42497 396455 raai 4 - 5x2 (1 val stuk) 42139 396405 raai 5 - 10x2 40898 396161 40992 396140 raai 6 - 10x1 41525 396232 41629 396219 raai 7- 10x1 (1 val stuk) 41453 396173 41445 396092 raai 8 - 10x1 40028 395086 40060 395192 raai 9 - Middelplaat eiland oost (20 vallen) 39080 394515 raai 10 - Middelplaat Groot eiland (noord) (20 vallen) 42090 396949 raai 11 - Middelplaat Groot eiland (zuid) (20 vallen) 42417 396678 raai 12 - Zandkreek plaat (5 vallen) 39445 395094 raai 13 - Bastiaan de langeplaat (15 vallen) 39080 394515 raai 14 - De Sas (10x2) 53762 395685 53702 395650 raai 15 - Kwistenburg oost (10x2) 48427 395616 47618 396006 raai 16 - De Weel (10x2) 46258 393578 46321 393585 raai 17 - Kwistenburg west (10x2) 47622 396096 47614 396005 raai 18 - Westerschenge oost (10x2) 43356 392471 43376 392386 raai 19 - Westerschenge midden oost (10x2) 42257 393497 42336 393487 raai 20 - Westerschenge midden west (10x2) 42796 393399 42695 393380

Korte beschrijving raaien (t/m raai 13) Raai 1. Noordwestoever van eilandje bij restaurant. Grasruigte van vnl. rietzwenk, Kweek en Duinriet. Raai 2. Beweid grasland ten zuiden smalle kreek. Pollen en kleine ruigtes van Rietzwenkgras. Raai 3a.Onbeweid nat grasland dichtbij open water. Riet en grasruigte. Raai 3b.Onbeweid nat grasland dichtbij open water. Zeerusveld met wat Fioringras. Raai 4. Beweid grasland op kreekrug. Pollen en kleine ruigtes van Rietzwenkgras. Raai 5. Beweide kreekrug met grote braamstruik. Duinriethorsten en Rietzwenkpollen.

31

Zoogdierwerkgroep Zeeland

Raai 6. Beweid kruipwilgveld ten noorden van kreekarm. Kruipwilg met diverse grassen en mos; vrij open structuur. Raai 7. Minder begraasde grasruigte op kreekrug. Ruigte van Rietzwenk en Kweek. Raai 8. Verruigd grasland tussen oever en bos. Ruigte van Rietzwenk en Kweek met wat kruiden, parallel aan rietstrook oever en pad. Raai 9. Uiterste oostpunt. Rietstrook met kruiden. Raai 10. Aan noordwestzijde ca 15 m van rand. Grazige ruigte met riet (weinig), kweek, kruiden en duinriet. Raai 11.Aan zuidrand, raai maakt knik naar noorden. Grootste deel door kruidenrijk riet, na knik door kruidenrijk grasland. Raai 12. Westzijde eiland, aan rand. In rietstrook met kruiden, bramen en wat vlier, Aantal vallen 5. Raai 13. Westzijde eiland, aan westrand. In strook ongemaaide ruige grazige vegetatie. Aantal vallen 15. van de overige raaien is er geen beschrijving

Figuur 27. Uitzetten van de raaien op het vaste land van de Middelplaten in 2010.

32