1

Voorwoord

De begroting die elk jaar aan de gemeenteraad ter besluitvorming en vaststelling wordt aangeboden mag gezien worden als de expliciete financiële vertaling van het gemeentelijk beleid. Het gaat dan om beleid dat reeds eerder is ingezet, alsook om nieuw beleid dat nog ontwikkeld dient te worden - en dat alles vindt zijn basis in het bestuursakkoord dat door de coalitiepartners is gesloten.

Beleid is echter geen statisch fenomeen, maar veeleer dynamisch van aard. Zeker in een veranderende samenleving, ook op lokaal niveau, kan het voorkomen dat beleid dient te worden aangepast. Omstandigheden kunnen veranderen, er kunnen zich nieuwe inzichten voordoen en ook het beleid van de landelijke overheid kan wijzigen - al dit soort ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op het beleid van het gemeentebestuur en dus ook op de begroting.

Middels de kaderbrief eerder dit jaar (juni) is aan de raad duidelijk gemaakt dat op basis van de toen bekende gegevens de gemeente bij ongewijzigd beleid zou afstevenen op een tekort in de begroting van ca. € 1,3 miljoen voor 2020 en 2021, daarna oplopend naar een tekort van ca. € 1,8 miljoen in de jaren 2022 en 2023. Onder andere de ontoereikende financiële middelen vanuit het rijk en de hoge kosten in het sociaal domein waren daar debet aan. Daarnaast brengt ook de uitbreiding van taken in het ruimtelijke domein door de invoering van de omgevingswet en de uitvoering van de energietransitie een kostenverhoging met zich mee. Het dreigende begrotingstekort betrof overigens niet alleen de gemeente ; ook andere gemeenten, zowel in de regio alsook elders in het land, hadden te maken met een voorspeld tekort op de begroting. Gelet op de richtlijnen van de toezichthouder, i.c. de provincie , dient de gemeente een sluitende meerjarenbegroting vast te stellen, waarbij zeker het vierde jaar (2023) sluitend dient te zijn. In de eerste drie jaren is een negatief begrotingssaldo toegestaan, mits dan wel beleidsmatige en structurele maatregelen worden getroffen om in het vierde jaar uit te komen op een sluitende begroting. Daarnaast geldt als richtlijn van de toezichthouder dat structurele uitgaven ook ‘gedekt’ moeten worden door structurele middelen, dus niet via eenmalige dekking (bv. door inzet vanuit de reserves). Het hebben van ruime reserves is dus niet zomaar de oplossing voor een begrotingstekort, dat kan enkel onder strikte voorwaarden.

Een dreigend begrotingstekort wegwerken kan enkel via ombuigingen en dan zijn er slechts twee ‘smaken’: kostenbesparing (bezuinigen op de uitgaven) of inkomsten verhogen (doorgaans via lastenverzwaring voor burgers, ondernemers, bedrijven en/of organisaties). Meestal gaat het om een combinatie van beide. Daarnaast dienen we ook wettelijke taken op te pakken en uit te voeren. Voorbeelden zijn o.a. de eerdere vermelde energietransitie en implementatie van de Omgevingswet. We spelen een zeer bescheiden rol ten aanzien van de invulling van deze opgaven. Dan rijst de vraag hoe we onze ambities kunnen matchen met onze financiële speelruimte. Hierin zijn keuzes gemaakt. Bij de noodzakelijke ombuigingen hebben we bij het opstellen van deze begroting het uitgangspunt gehanteerd: we gaan de gemeente Meerssen niet ‘kapot’ bezuinigen. Op zich kan elke begroting sluitend worden gemaakt, bv. door allerlei voorzieningen zoals gemeenschapshuizen, bibliotheek, e.d. af te stoten. Echter: dat zou betekenen dat de sociale cohesie en daarmee de leefbaarheid ernstig aangetast zou worden. Uiteraard dienen we ook bij gemeentelijke voorzieningen te blijven kijken naar mogelijkheden tot kostenbesparing en efficiency, maar rücksichtslos alle voorzieningen schrappen kan funest zijn voor de leefbaarheid. Dat hebben we dus ook niet gedaan. Er is uiteraard wel bezuinigd - en dat is altijd teleurstellend of zelfs pijnlijk voor degenen die dit treft - anders zouden we niet kunnen komen tot een sluitende meerjarenbegroting, maar we menen dat dit op een verantwoorde manier is gebeurd.

De vraag die voor de hand ligt: hoe lossen andere gemeenten dan hun dreigend begrotingstekort op? Uit overleg met omliggende gemeenten is gebleken dat daar veelal andere inkomstenbronnen aanwezig zijn, met name toeristenbelasting en in enkele gevallen de parkeerbelasting of de aanwezigheid van

3 grote bedrijventerreinen. De gemeente Meerssen beschikt veel minder over dergelijke inkomstenbronnen en heeft dus ook minder knoppen om aan te draaien.

Verder is het besluit betreffende de regiegemeente van belang voor de begroting die nu voorligt. Op 3 oktober 2019 heeft de gemeenteraad het principebesluit genomen toe te werken naar een verder bestaan als regiegemeente. De invoering van die regiegemeente betekent een berekende maximale kostenpost van € 700.000,- vanaf 2021. Dit bedrag is in deze begroting verwerkt en uiteraard heeft dat consequenties.

Inmiddels is ook voldaan aan restricties en voorwaarden van de provincie, zoals het actualiseren en vaststellen van het wegenbeheerplan en van het beheer- en onderhoudsplan voor gemeentelijke accommodaties. Beide geactualiseerde beheer- en onderhoudsplannen, hebben geleid tot verhoging van de kosten. Daarnaast is de taakstellende bezuiniging middels accommodatiebeleid onlangs gerealiseerd. Al deze actualisaties zijn verwerkt in de voorliggende begroting.

Zoals eerder gesteld vindt het gevoerde en nog in te zetten beleid zijn basis in het bestuursakkoord. Zo is in het huidige bestuursakkoord o.a. het streven opgenomen om in deze raadsperiode van 4 jaar te komen tot een OZB-tarief dat gelijk is aan het gemiddelde OZB-tarief van de ons omringende gemeenten. Vanwege dat streven werd vorig jaar de OZB verlaagd met 2%, waar eerder nog een stijging van 2,5% was voorzien. Voor de komende jaren wordt omwille van de veranderde financiële situatie en omwille van het eerder vermelde uitgangspunt dat we de gemeente Meerssen niet willen kapot bezuinigen een verdere verlaging van de OZB niet mogelijk geacht. Voor de komende jaren is een verhoging van de OZB met 4,5% per jaar voorzien om in het vierde begrotingsjaar (2023) uit te komen op een sluitende begroting. Verlaten we daarmee het streven zoals vermeld in het bestuursakkoord definitief? Geenszins. Mochten volgend jaar de financiële middelen vanuit het rijk gunstiger uitvallen, dan zal opnieuw serieus geprobeerd worden het streven om de OZB te brengen op een niveau dat gelijk staat aan het gemiddelde van de omliggende gemeenten waar te maken.

Kortom: we zijn erin geslaagd een sluitende meerjarenbegroting te presenteren met een (toegestaan) negatief begrotingssaldo in de jaren 2020, 2021 en 2022 en een sluitende begroting in 2023, waarmee we aan de richtlijnen van de toezichthouder voldoen.

Voor wie het nog niet duidelijk is: de gemeente Meerssen verkeert in financieel opzicht in zwaar weer. Het is een uiterst moeilijke opgave om de structurele uitgaven te dekken uit structurele inkomsten. Die opgave vraagt van college en raad allereerst om zorgvuldige en duurzame besluiten, in die zin dat bij investeringen steeds de financiële consequenties helder moeten zijn, ook op langere termijn. De opgave vraagt ook inventiviteit en durf om nieuwe wegen in te slaan. En deze opgave vraagt om moed, besluitvaardigheid en doorzettingsvermogen om moeilijke keuzes te maken en lastige besluiten uit te voeren. En dat alles vanuit één simpel principe: een euro die we niet hebben kunnen we niet uitgeven.

Meerssen, 8 oktober 2019.

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meerssen.

4 Inhoudsopgave

Voorwoord ...... 3

Leeswijzer ...... 7

Financiële samenvatting ...... 9

Programma's ...... 13 Bestuur en ondersteuning ...... 17 Veiligheid...... 23 Verkeer, vervoer en waterstaat ...... 29 Economie ...... 35 Onderwijs ...... 41 Sport, cultuur en recreatie ...... 49 Sociaal domein ...... 57 Volksgezondheid en milieu ...... 73 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing ...... 87 Algemene dekkingsmiddelen ...... 93 Overhead ...... 97 Vennootschapsbelasting (Vpb) ...... 101 Onvoorzien ...... 102

Paragrafen ...... 103 1 Lokale heffingen ...... 107 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ...... 115 3 Onderhoud kapitaalgoederen ...... 125 4 Financiering ...... 131 5 Bedrijfsvoering ...... 135 6 Verbonden partijen ...... 143 7 Grondbeleid ...... 151 8 Taakstellingen en reserveringen ...... 153

Financiële begroting ...... 155 Uitgangspunten voor de begroting 2020-2023 ...... 156 Totaaloverzicht baten en lasten ...... 158 Structureel begrotingsevenwicht ...... 159 Incidentele baten en lasten ...... 161 Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves ...... 163 Overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld ...... 164 Geprognosticeerde balans 2020-2023 ...... 166 Meerjareninvesteringsplan 2020-2023 ...... 167 Staat van reserves en voorzieningen 2020-2023 ...... 169 Algemene uitkering septembercirculaire 2019 ...... 172 EMU saldo 2020 - 2023 ...... 175

Afkortingenlijst ...... 176

5

6 Leeswijzer

De begroting bestaat uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. De tegenhanger van de beleidsbegroting is het jaarverslag, terwijl de jaarrekening de tegenhanger is van de financiële begroting.

In de beleidsbegroting zijn het programmaplan en de paragrafen opgenomen. De financiële begroting bestaat o.a. uit het overzicht van baten en lasten, de uiteenzetting van de financiële positie en een bijlage met het overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld.

Het programmaplan gemeente Meerssen kent 9 hoofdprogramma’s en een 4-tal financiële programma's (algemene dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien). Dit sluit aan bij de taakveldverdeling cf. het BBV.

Bij ieder programma wordt ingegaan op de hoofdkenmerken van dat programma, de bestuurlijke kaders die specifiek een relatie hebben met het programma, trends, ontwikkelingen en kernpunten en ten slotte de zogenoemd 3W-vragen, te weten wat willen wij bereiken, wat gaan wij daar voor doen en wat mag het kosten. Daarbij zijn de vragen 'wat willen we bereiken' en 'wat gaan we daar voor doen?' vanaf deze begroting per taakveld gerangschikt. Ook zijn de vragen niet meer in kolommen, maar in kaders gerangschikt.

Bij de vraag ‘wat willen wij bereiken’ worden de beleidsdoelstellingen per taakveld verwoord en wordt aangegeven welk maatschappelijk effect van deze beleidsdoelstelling wordt beoogd. Het nieuwe begrotingsmodel maakt op dit moment nog steeds een groei door en dus zullen niet bij alle beleidsdoelstellingen de beoogde maatschappelijke effecten benoemd worden.

Bij ‘Wat gaan wij daar voor doen’ wordt inzicht gegeven op welke wijze het verwezenlijken van de effecten wordt nagestreefd. De taakvelden zijn een verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders. De autorisatie door de raad aan het college geschiedt met de begroting; het college autoriseert vervolgens de taakveldenverantwoordelijken en budgethouders middels de taakveldenraming. Onder autorisatie wordt verstaan dat de raad het college toestemming verleent in het betreffende begrotingsjaar voor een bepaald doel uitgaven te doen en verplichtingen aan te gaan tot een bepaald bedrag.

Per programma worden per taakveld (daar waar van toepassing) indicatoren weergegeven. Ook zijn onder een apart kopje 'indicatoren' de verplichte indicatoren per programma opgenomen. Deze indicatoren worden gegenereerd uit de site 'Waarstaatjegemeente' en zijn aan verandering onderhevig.

De 3e W-vraag ‘Wat gaat het kosten’ wordt per taakveld uitgesplitst in baten en lasten. De autorisatie van de budgetten vindt echter op programmaniveau plaats. Hierbij merken we nadrukkelijk op dat de lasten als negatief bedrag worden weergegeven en de baten als positief bedrag. Per programma wordt in een afzonderlijke tabel aangegeven hoe het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief tot stand gekomen is. Het bedrag genoemd op de regel 'Meerjarenbegroting 2019-2022' sluit aan met het boekwerk van de Programmabegroting 2019.

Ook worden de mutaties in meerjarenperspectief toegelicht die voortvloeien uit de 2e bestuursrapportage. Echter, de hierbij behorende journalen worden in deze begroting niet verder toegelicht. Hiervoor wordt verwezen naar de 2e bestuursrapportage zelf. Bij de mutaties in meerjarenperspectief worden de afzonderlijke journaalgroepen wel toegelicht, met uitzondering van kapitaallasten, overige kleine mutaties en overige technische mutaties. Deze laatste

7 journaalgroep (overige technische mutaties) heeft te maken met verschuivingen over de taakvelden heen en is per saldo budgettair neutraal voor de begroting, maar kan op een individueel programma leiden tot forse mutaties.

Per programma is er een apart kopje 'investeringen'. Hier staan de investeringen benoemd die in het jaar 2020 uitgevoerd worden of starten. Per investering staat het totaalbedrag vermeld, waarbij opgemerkt wordt dat de uitvoering over meerdere jaren kan plaatsvinden; in dat geval worden de kapitaallasten ook over meerdere jaren uitgesmeerd.

In de afzonderlijke paragrafen worden de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede tot de lokale heffingen.

In de financiële begroting is een ‘overzicht van lasten en baten’ opgenomen. In dit onderdeel is aangegeven tot welke bedragen in de exploitatie de raad het college heeft geautoriseerd door vaststelling van de begroting. Dit overzicht biedt een recapitulatie van de totale exploitatiebegroting. Ook hierbij merken we nogmaals op dat de lasten als negatief bedrag en de baten als positief bedrag zijn weergegeven.

8 Financiële samenvatting Inleiding

In dit hoofdstuk wordt het meerjarige budgettair kader geschetst, inclusief de financiële ontwikkelingen die hierop van invloed zijn. Dit kader is gebaseerd op de Programmabegroting 2019, inclusief meerjarenbegroting die uw Raad in november 2018 heeft vastgesteld. Inmiddels zijn hierop via uw besluitvorming bij de verschillende Bestuursrapportages en afzonderlijke raadsvoorstellen een aantal wijzigingen aangebracht.

De verwerkte financiële ontwikkelingen zijn gebaseerd op de actiepunten en accenten uit het Bestuursakkoord 2018-2022 'Stabiel in Verbinding' en de ons bekende ontwikkelingen, zoals de septembercirculaire van het Rijk en het geactualiseerde Meerjareninvesteringsplan. Wij presenteren u daarmee de geactualiseerde meerjarenbegroting 2020-2023. Verloop begroting 2020 en meerjarenperspectief Onderstaand wordt het verloop van de begroting 2020, inclusief het meerjarenperspectief, weergegeven. De impact van de nog vast te stellen 2e Bestuursrapportage 2019 op deze begroting is afzonderlijk gepresenteerd. De uitgebreide toelichting op de verschillende mutaties is opgenomen bij de afzonderlijke programma's. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -117 39 -15 246 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -810 -738 -790 -804 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 -459 -720 -1.138 -1.295 Saldo tot en met de Kaderbrief -1.387 -1.419 -1.943 -1.853 2e Bestuursrapportage 2019 -147 -77 -70 -23 Startbegroting 2020-2023 -1.533 -1.496 -2.013 -1.876 Nieuw beleid 184 -267 -431 -731 Bestaand beleid 14 -126 -122 -148 Gemeentefonds 169 471 785 707 Kapitaallasten 308 302 362 423 Diverse kleine mutaties 6 6 6 6 Ombuigingen 852 1.109 1.413 1.648 Totaal mutaties begroting 2020-2023 1.533 1.496 2.013 1.905 Meerjarenbegroting 2020-2023 0 0 0 29

Aansluiting Saldo tot en met de kaderbrief Het saldo van de Kaderbrief welke in de raadsvergadering van juli 2019 is gepresenteerd sluit niet aan met het saldo uit bovenstaande tabel. Deze afwijking komt vooruit uit enerzijds de effecten van de Meicirculaire van het gemeentefonds 2019. Via een afzonderlijke raadsinformatiebrief, d.d. 21 juni 2019 is het effect hiervan op het saldo van de kadernota kenbaar gemaakt. Anderzijds waren ten tijde van het opstellen van de Kaderbrief voor de begroting 2020-2023 de financiële consequenties van een drietal raadsvoorstellen voor de maand september niet bekend.

9 Onderstaande tabel geeft de aansluiting tussen het saldo uit bovenstaande tabel en de Kaderbrief begroting 2020-2023 weer. Begroting Meerjarenbegroting 2020 2021 2022 2023 Kaderbrief begroting 2020-2023 -1.572 -1.409 -1.517 -1.358 Meicirculaire gemeentefonds 2019 219 24 -393 -466 Kaderbrief inclusief Meicirculaire 2019 -1.353 -1.385 -1.910 -1.825 Besluitvorming september 2019 - Accommodatiebeleid 49 49 50 55 - Sportveldenbeheerplan 2019 -20 -20 -20 -20 - Gebouwenbeheerplan 2019 -63 -63 -63 -63 Saldo tot en met de Kaderbrief -1.387 -1.419 -1.943 -1.853

Saldi structureel begrotingsevenwicht meerjarig Een structureel sluitende meerjarenbegroting is een belangrijke voorwaarde. Artikel 189, tweede lid Gemeentewet schrijft voor dat de raad erop toeziet dat de begroting 2020 structureel en reëel in evenwicht is. Hiervan mag worden afgeweken indien het structureel en reëel evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren wordt gerealiseerd. Onderstaande tabel geeft het geraamde begrotingsresultaat voor het jaar 2020 en de meerjarenbegroting inclusief haar incidentele en structurele karakter weer. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Geraamd resultaat 0 0 0 29 Waarvan: incidentele baten & lasten 214 464 300 Structureel begrotingssaldo -214 -464 -300 29

In de eerste drie begrotingsjaren, 2020 tot en met 2022, is het saldo van de begroting sluitend gemaakt door een (incidentele) onttrekking aan de Algemene reserve.

10 Overzicht van de geraamde baten en lasten per programma Onderstaande tabel geeft de geraamde basten en lasten uit de programmabegroting voor 2020 weer. Begroting 2020 bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo 0 Bestuur en ondersteuning -5.159 3.447 -1.711 1 Veiligheid -1.906 321 -1.585 2 Verkeer, vervoer en waterstaat -3.171 128 -3.043 3 Economie -535 532 -3 4 Onderwijs -1.791 288 -1.502 5 Sport, cultuur en recreatie -2.393 270 -2.123 6 Sociaal domein -19.602 3.581 -16.021 7 Volksgezondheid en milieu -4.965 5.366 401 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing -4.200 3.188 -1.012 9 Algemene dekkingsmiddelen -885 32.698 31.814 10 Overhead -5.480 317 -5.163 11 Vennootschapsbelasting (Vpb) 0 0 12 Onvoorzien -50 -50 Totaal begroting 2020 -50.136 50.136 0

Investeringen 2020 Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de geraamde investeringsbudgetten voor het begrotingsjaar 2020 weer. Bruto Bijdragen Netto (bedragen x € 1.000) budget derden budget Verkeer, vervoer en waterstaat - Verkeer en infrastructuur 990 990 - Openbare verlichting 105 105 - Gladheidsbestrijding 38 38 Sport, cultuur en recreatie - Binnen- en buitensportaccommodaties 406 406 - Beheerplan spelen 85 85 - Overige projecten 365 365 Sociaal domein - Ontmoetingsplekken 36 36 Volksgezondheid en milieu - Uitvoering gemeentelijk rioleringsplan 2018-2022 1.050 1.050 Overhead - Uitvoering ICT-nota 2016-2020 25 25 Een nadere specificatie van deze investeringsbudgetten is opgenomen in het onderdeel 'Wat gaat het kosten' bij de individuele programma's.

11

Programma's

2020

13

Bestuur en ondersteuning

2020

15

Bestuur en ondersteuning Portefeuillehouder: burgemeester M.A.H. Clermonts-Aretz wethouder J.J.M. Gulikers

Het bestuursakkoord 'Stabiel in verbinding' heeft als centrale ambitie om het vertrouwen van inwoners in het gemeentebestuur te vergroten door een stabiel bestuur en door de verbinding aan te gaan. Het gaat hierbij om verbinding binnen de gemeenteraad, tussen college en raad, tussen gemeentebestuur c.q. gemeentelijke organisatie en de inwoners en het stimuleren van verbinding tussen de inwoners van een kern en tussen de kernen. Het versterken van verbindingen is de centrale opgave van de gemeente naar de toekomst toe.

Het belangrijkste onderwerp van dit begrotingsprogramma voor 2020 is het uitvoeren van de besluitvorming van de gemeenteraad van 3 oktober 2019 met betrekking tot het rapport over de resultaten van het verdiepingsonderzoek naar de mogelijke optie van de invoering van een regieorganisatie met als vaste partner. In de invulling van de richting voor de toekomst van de gemeente zijn de volgende elementen essentieel: 1. het versterken van de verbinding met de gemeenschap en 2. het bevorderen van de kwaliteit van besluitvorming.

Met betrekking tot het eerste element is het van belang om de inwoners te betrekken bij de beleidsontwikkeling bij thema's die brede maatschappelijke impact hebben. Daarnaast is het afleggen van heldere verantwoording door het college over de geleverde prestaties een belangrijk aandachtspunt evenals het tijdig en volledig informeren van zowel de gemeenteraad als de inwoners. Een goede servicegerichtheid en klantvriendelijkheid van de ambtelijke organisatie is ook medebepalend voor de verbinding met de gemeenschap. In het kader van de dienstverlening worden werkprocessen beoordeeld vanuit het perspectief van de inwoners en op basis daarvan worden deze processen waar nodig aangepast zodat het voor inwoners duidelijker, logischer en makkelijker wordt. Tevens zal de klanttevredenheid onder de inwoners jaarlijks worden gepeild.

In relatie tot het element van de kwaliteit van besluitvorming zijn goede bestuurlijke verhoudingen en congruente invulling van de rollen van raad en college een belangrijk aspect. Uiteraard is er ook een relatie met het eerste element. De kwaliteit van besluitvorming wordt namelijk ook bevorderd indien inwoners op de juiste momenten worden betrokken in het voorbereidingstraject waardoor draagvlak wordt gecreëerd voor de besluitvorming.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

0.1 Bestuur Wat willen we Het college legt op transparante wijze verantwoording af over de geleverde bereiken? prestaties en informeert de gemeenteraad en de inwoners tijdig en volledig. Wat gaan we daar in  Meer smart maken van de documenten van de p&c-cyclus door 2020 voor doen? verdere ontwikkeling van de kwaliteit.  Tijdig en volledig informeren van de raad door het college via raadsinformatiebrieven en de organisatie van themabijeenkomsten.  Inwoners tijdig en volledig informeren via de gemeentelijke informatiekanalen en hen bijtijds betrekken bij belangrijke beleidsonderwerpen die de leefbaarheid van de kernen raken.

Wat willen we Optimale bestuurlijke verhoudingen en congruente rolinvullingen door bereiken? bestuursorganen / bestuurders. Wat gaan we daar in  Uitvoeren van een trainingsprogramma voor de gemeenteraad. 2020 voor doen?  Voortzetten van de structurele uitvoering van onderlinge feedback en intervisie binnen het college.

17

Wat willen we Wijziging c.q. actualisering van diverse regelingen van de gemeenteraad bereiken? waaronder het Reglement van Orde (RvO). Wat gaan we daar in  Continueren van de actualisering van diverse regelingen door de 2020 voor doen? kerngroep vanuit de gemeenteraad waaronder het Reglement van Orde en de gedragscode voor raads- en burgerleden.

0.2 Burgerzaken Wat willen we bereiken? Een servicegerichte en klantvriendelijke ambtelijke organisatie. Wat gaan we daar in  De klanttevredenheid onder inwoners jaarlijks peilen. 2020 voor doen?  Verruimen en/of vereenvoudigen van het digitaal aanvragen of bestellen van producten via de website (www.meerssen.nl) en MijnOverheid.  Periodiek monitoren van de servicenormen.  Verminderen van de kwetsbaarheid van de bedrijfsvoering door medewerkers van het KCC zoveel mogelijk generalistisch op te leiden.  Organiseren van klantgerichte communicatietrainingen/coaching.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Formatie Fte per 1.000 inwoners 2019 5,56 Bezetting Fte per 1.000 inwoners 2019 5,20 Apparaatskosten kosten per inwoner 2020 549,92 Externe inhuur kosten als % van totale loonsom + 2020 2,80% totale kosten inhuur externen Overhead % van totale lasten 2020 10,30%

Betrokkenheid verbonden partijen Niet van toepassing.

18

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 0.1 Bestuur -1.796 -1.353 -4.564 -3.211 -2.279 -2.041 0.2 Burgerzaken -408 -638 -562 -595 -599 -601 Totaal lasten -2.204 -1.991 -5.126 -3.806 -2.877 -2.642 Baten 0.1 Bestuur 59 79 37 37 37 37 0.2 Burgerzaken 342 223 185 191 184 184 Totaal baten 400 302 222 227 220 221 Saldo van baten en lasten -1.804 -1.689 -4.905 -3.578 -2.657 -2.421 Storting in reserves -32 -2 Onttrekking aan reserves 77 68 3.226 1.170 241 6 Geraamd resultaat -1.727 -1.621 -1.711 -2.411 -2.416 -2.415

Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -1.580 -1.577 -1.582 -1.554 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -15 -15 -15 -15 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 -113 -113 -113 -113 Saldo tot en met de Kaderbrief -1.708 -1.705 -1.710 -1.683 2e Bestuursrapportage 2019 Startbegroting 2020-2023 -1.708 -1.705 -1.710 -1.683 Nieuw beleid -701 -701 -701 Bestaand beleid -58 -60 -60 -86 Kapitaallasten Ombuigingen 60 60 60 60 Overige technische wijzigingen -6 -6 -6 -6 Totaal mutaties begroting 2020-2023 -3 -706 -706 -733 Meerjarenbegroting 2020-2023 -1.711 -2.411 -2.416 -2.415

19 Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Bijdrage proceskosten Middengebied -60 -60 -60 -60 Meicirculaire 2019 -53 -53 -53 -53 Totaal Kaderbrief 2019 -113 -113 -113 -113

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Nieuw beleid Kosten regiegemeente -701 -701 -701 Bedragen vloeien voort uit rapport Berenschot d.d. 6 september 2019. Naast de structurele lasten van maximaal € 700.800 vanaf 2021 wordt ook rekening gehouden met frictiekosten. Voor frictiekosten zijn voor de jaren 2020 t/m 2022 respectievelijk geraamd € 3.225.800, € 1.169.600 en € 237.600. De frictiekosten worden afgedekt uit de algemene reserve.

Bestaand beleid Salarissen -52 -54 -54 -54 Bijstelling salarisbegroting op basis van prognose.

Verkiezingen -5 -5 -5 -32 Bijstelling budget op basis van verwachte uitgaven.

Ombuigingen Bijdrage proceskosten Middengebied 60 60 60 60 Voorgesteld wordt om (financieel) niet deel te nemen aan het uitvoeringsprogramma 'Strategisch actieplan Middengebied Zuid-Limburg'.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Storting in reserves -32 -2 Res. verkiezingen -32 -2 Onttrekking aan reserves 3.226 1.170 241 6 Algemene reserve 3.226 1.170 238 Res. verkiezingen 4 6

20

Veiligheid

2020

21

Veiligheid Portefeuillehouder: burgemeester M.A.H. Clermonts-Aretz

De veiligheid in de woonomgeving is in het bestuursakkoord ‘Stabiel in verbinding’ als een belangrijk speerpunt benoemd. Naast het bestuursakkoord worden er ook in het Integraal Veiligheidsplan richtinggevende kaders aangegeven binnen het thema veiligheid. Het nieuwe Integraal Veiligheidsplan dat eind 2019 ter vaststelling aan de raad wordt voorgelegd, zal in 2020 e.v. worden uitgevoerd.

In relatie tot het bevorderen van de veiligheid in de woonomgeving zijn twee aspecten van belang: 1. het bevorderen en monitoren van de samenwerking tussen de veiligheidspartners; 2. het voorkomen van ondermijning, waarbij de maatschappelijke weerbaarheid wordt versterkt.

Op het gebied van fysieke veiligheid vormen de procedures en plannen voor rampenbestrijding en crisisbeheersing en training daarin een centraal element. In regionaal verband (Veiligheidsregio Zuid- Limburg) worden deze procedures en plannen periodiek geëvalueerd en herijkt.

Op het gebied van sociale veiligheid is (ervaren) overlast van jongeren en jong-volwassenen in de openbare ruimte een prioritair aandachtspunt. Ook is de focus gericht op een directe aanpak van criminaliteit en vandalisme. Bovendien vergen de aanpak van (huiselijk) geweld en de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit de nodige aandacht. Bij het bevorderen van de sociale veiligheid is een goede samenwerking tussen politie en BOA's enerzijds en burgers anderzijds van groot belang. Politie en BOA's moeten weten wat er speelt in buurten; burgers moeten gemakkelijk bij hen terecht kunnen met hun signalen waarop vervolgens adequaat dient te worden gehandeld.

Conform het bestuursakkoord zal de aanpak Respectvol samenwerken in de gemeente Meerssen (RSM) c.q. het beleid ten aanzien van jeugd in de openbare ruimte worden voortgezet. Insteek is zowel een preventieve als een repressieve aanpak die zich richt op individuen, groepen en op domeinen. Daarbij is een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen onder regie van de gemeente van cruciaal belang. De aanpak RSM zal in 2020 speciale aandacht hebben voor de overkomst van het Vmbo naar het Stella Maris College.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

1.1 Crisisbeheersing en brandweer Wat willen we bereiken? Effectieve kwalitatieve brandweerzorg die toekomstbestendig is. Wat gaan we daar in  In regionaal verband invulling geven aan het proces dat in 2022 2020 voor doen? moet leiden tot besluitvorming waarbij fundamentele keuzes worden gemaakt ten aanzien van de inrichting van de brandweerzorg.  Uitvoering van voorlichtingsactiviteiten door de brandweer op het gebied van brandpreventie.

1.2 Openbare orde en veiligheid Wat willen we Het gevoel van fysieke en sociale veiligheid waarborgen en ondermijnende bereiken? activiteiten voorkomen. Wat gaan we daar in  Voortzetten en verder ontwikkelen van bestuurlijke aanpak en 2020 voor doen? flexcontroles;  In het laatste kwartaal van 2019 wordt het Integraal Veiligheidsplan afgerond en naar aanleiding hiervan wordt een uitvoeringsplan opgesteld met concrete actiepunten gericht op fysieke en sociale veiligheid.  Uit het Integraal Ondermijningsbeeld, dat eveneens in het laatste kwart van 2019 afgerond zal worden, zullen concrete actiepunten gericht op ondermijning voortvloeien.

23

Wat willen we Voorkomen en terugdringen van ervaren jeugdoverlast, toename van de bereiken? verkeersveiligheid en afname van alle vormen van woonoverlast. Wat gaan we daar in  Voortzetten van de aanpak Respectvol Samenwerken in Meerssen 2020 voor doen? (RSM).  Voortzetten van de inzet/inhuur van professionals t.b.v. (vroegsignalering en vroegaanpak van) de doelgroep jeugd/jong- volwassenen in de openbare ruimte.  In het najaar van 2019 zal de evaluatie van de MOP's plaatsvinden. In 2020 zal aan de slag worden gegaan met de aanbevelingen van deze evaluatie.  De aanpak RSM zal in 2020 aandacht hebben voor de verdere overkomst van het Vmbo naar het Stella Maris College.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Verwijzingen Halt aantal per 10.000 jongeren 2018 72 Winkeldiefstallen aantal per 1.000 inwoners 2018 0,3 Geweldsmisdrijven aantal per 1.000 inwoners 2018 2,4 Diefstallen uit woning aantal per 1.000 inwoners 2018 2,4 Vernielingen en beschadigingen (in aantal per 1.000 inwoners 2018 2,6 de openbare ruimte)

Overige indicatoren 2016 2017 2018 2019 Sluitingen Damoclesbeleid Lokalen en woningen 9 9 5 3 Huisverboden 0 2 2 0 Flexactie 6 2 1 1 Aansluitingen Burgernet 11,4% 12% 12,5% 13% Meldingen overlast jeugd* 45 61 59 48 Diefstal/inbraak woning* 68 68 53 46 Diefstal/inbraak box/garage/schuur/tuinhuis* 27 27 24 20 Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen* 63 61 79 35 Diefstal van motorvoertuigen* 34 41 34 27 Diefstal van brom-, snor- en fietsen* 106 125 88 43 Overlast i.v.m. alcohol/drugs* 24 20 13 14 Overlast verwarde/overspannen persoon* 28 50 36 60 * Politiegegevens

24 Betrokkenheid verbonden partijen Veiligheidsregio Zuid-Limburg De doelstelling van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg is het realiseren van een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie en uitvoering van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, gemeentelijke bevolkingszorg en rampen bestrijding en crisisbeheersing binnen haar werkgebied. De basis van deze inspanningen vormt het beleidsplan, waarin de ambities op deze terreinen zijn vastgesteld.

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 1.1 Crisisbeheersing en -1.402 -1.449 -1.426 -1.403 -1.379 -1.356 brandweer 1.2 Openbare orde en veiligheid -434 -475 -479 -479 -429 -429 Totaal lasten -1.836 -1.924 -1.906 -1.882 -1.808 -1.785 Baten 1.1 Crisisbeheersing en 215 213 213 213 213 213 brandweer 1.2 Openbare orde en veiligheid 71 42 42 42 42 42 Totaal baten 286 255 255 255 255 255 Saldo van baten en lasten -1.550 -1.669 -1.650 -1.627 -1.553 -1.530 Onttrekking aan reserves 66 42 18 Geraamd resultaat -1.550 -1.669 -1.585 -1.585 -1.535 -1.530

Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -1.541 -1.540 -1.539 -1.538 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -5 -5 -5 1 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 Saldo tot en met de Kaderbrief -1.546 -1.545 -1.544 -1.537 2e Bestuursrapportage 2019 -61 -61 -61 -61 Startbegroting 2020-2023 -1.606 -1.605 -1.605 -1.598 Kapitaallasten 24 23 22 21 Ombuigingen 50 50 Overige technische wijzigingen -3 -3 -3 -3 Totaal mutaties begroting 2020-2023 21 20 70 69 Meerjarenbegroting 2020-2023 -1.585 -1.585 -1.535 -1.530

25

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Geen mutaties. Totaal Kaderbrief 2019

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Ombuigingen Verlaging BOA-inzet 50 50 Vanaf 2022 wordt de inzet van de BOA met ongeveer 0,5 fte verminderd.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Onttrekking aan reserves 66 42 18 Algemene reserve 66 42 18

26

Verkeer, vervoer en waterstaat

2020

27

Verkeer, vervoer en waterstaat Portefeuillehouder: wethouder L.C.G. Volders

Het programma richt zich op het veilig maken van het personen- en goederenverkeer. In dit programma besteden we aandacht aan het aanleggen, beheren en onderhouden van infrastructuur en het reguleren van verkeers- en vervoerstromen. De hoofddoelstellingen van dit programma zijn het verbeteren van het verblijfsklimaat in woongebieden, het handhaven van de bereikbaarheid van het winkelcentrum in Meerssen en het verbeteren van de verkeersstructuur voor met name fietsers en voetgangers.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

2.1 Verkeer en vervoer Wat willen we Aanvullende maatregelen ter voorkoming van wateroverlast in combinatie bereiken? met wegbeheer. Wat gaan we daar in In 2019 zijn waar mogelijk op diverse locatie wat kleine aanpassingen ter 2020 voor doen? plaatse van de verhardingen verricht ter verkleining van het risico op wateroverlast. Indien in de toekomst blijkt dat er meerdere locaties zijn waar aanpassingen noodzakelijk en mogelijk zijn, zal dit opgepakt worden.

Wat willen we Een duurzaam veilige gemeentelijke infrastructuur en verkeerssituaties bereiken? realiseren en beheren. Indicator Streefwaarde Startwaarde Aantal dodelijke slachtoffers per jaar 0 (elk 2 (2017) jaar) Aantal gewonden 6 (2020) 12 (2017) Aantal verkeersongevallen 30 (2020) 60 (2017) Wat gaan we daar in In 2019 is de Raad middels een informatiebrief geïnformeerd over de 2020 voor doen? ontwikkelingen rondom het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan "Meerssen op weg naar 2020" (GVVP). Hierin zijn een aantal acties en maatregelen per thema (Wegenstructuur, Verkeersveiligheid en leefbaarheid, Vrachtverkeer, Fietsers en Voetgangers, Openbaar Vervoer, Landbouwverkeer en Parkeren) benoemd. Deze acties en maatregelen worden zo veel mogelijk gekoppeld aan groot onderhoud van de infra. Dit gaat vooraf gepaard met meedenkbijeenkomsten waaruit vaak goede verbetersuggestie volgen. Ook leiden verzoeken van buurtnetwerk/burgers tot gegronde redenen om aanpassingen door te voeren in de infra, hetzij autonoom, hetzij in combinatie met groot onderhoud.

Wat willen we St. Catharinastraat: afronden onderzoek en definitieve besluitvorming over bereiken? de verdere aanpak Wat gaan we daar in Bij het opstellen van de begroting is nog niet bekend of en welke 2020 voor doen? maatregelen er getroffen gaan worden in de St. Catharinastraat

2.2 Parkeren Wat willen we bereiken? In overleg met de ondernemers en inwoners herijken we het parkeerbeleid. Indicator Streefwaarde Startwaarde Parkeerbalans centrum Meerssen en omliggende straten max. (2020) < 80% (2017) (bezetting in %) 80% Wat gaan we daar in Wordt meegenomen in het onderzoek van de invulling van de Markt.

2020 voor doen?

29 Wat willen we In samenhang met de herijking van het parkeerbeleid wordt een plan bereiken? opgesteld voor het autovrij of autoluw maken van de Markt. Het plan wordt afgestemd met ondernemers, kerkbestuur en omwonenden. Indicator Streefwaarde Startwaarde Parkeerbalans centrum Meerssen en omliggende straten max. (2020) < 80% (2017) (bezetting in %) 80% Wat gaan we daar in Wordt meegenomen in het onderzoek van de invulling van de Markt. 2020 voor doen?

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Niet van toepassing.

Betrokkenheid verbonden partijen Niet van toepassing.

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 2.1 Verkeer en vervoer -2.789 -2.874 -2.839 -2.880 -3.095 -3.165 2.2 Parkeren -186 -182 -173 -173 -173 -173 2.5 Openbaar vervoer -7 -9 -9 -9 -9 -9 Totaal lasten -2.982 -3.065 -3.021 -3.062 -3.277 -3.347 Baten 2.1 Verkeer en vervoer 236 75 57 57 57 57 2.2 Parkeren 39 36 36 36 36 36 Totaal baten 274 111 93 93 93 93 Saldo van baten en lasten -2.708 -2.954 -2.928 -2.969 -3.184 -3.254 Storting in reserves -150 -150 -150 -150 -150 -150 Onttrekking aan reserves 29 33 35 19 30 60 Geraamd resultaat -2.829 -3.071 -3.043 -3.100 -3.303 -3.344

30 Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -3.241 -3.316 -3.556 -3.660 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -38 -22 -22 -22 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 16 Saldo tot en met de Kaderbrief -3.263 -3.338 -3.578 -3.682 2e Bestuursrapportage 2019 -8 -8 -8 -8 Startbegroting 2020-2023 -3.271 -3.346 -3.586 -3.690 Kapitaallasten 231 249 286 350 Diverse kleine mutaties 6 6 6 6 Overige technische wijzigingen -10 -10 -10 -10 Totaal mutaties begroting 2020-2023 227 246 282 346 Meerjarenbegroting 2020-2023 -3.043 -3.100 -3.303 -3.344

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Afdekken incidentele baten en lasten 16 Totaal Kaderbrief 2019 16

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023

Geen mutaties nieuw beleid, bestaand beleid en ombuigingen

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Storting in reserves -150 -150 -150 -150 Res. vervanging civiele kunstwerken -150 -150 -150 -150 Onttrekking aan reserves 35 19 30 60 Algemene reserve 16 Res. afdekking kapitaallasten 19 19 30 60

31 Investeringen Om de doelen uit dit programma te realiseren worden de volgende investeringen in 2020 uitgevoerd. Bruto Bijdragen Netto

(bedragen x € 1.000) budget derden budget Reconstructies wegen 460 460 Verbindingsas 100 100 Openbare verlichting, vervangen armaturen 93 93 Openbare verlichting, vervangen masten 12 12 Combi aanhanger natzout/sproeistr. t.b.v. tractor 38 38 Investeringen beleidsplan verkeer en vervoer 400 400 Vervangen muurtjes, keerwanden, poortjes e.d. langs wegen 30 30

32

Economie

2020

33

Economie Portefeuillehouder: wethouder L.C.G. Volders

Gemeente Meerssen is overwegend een woongemeente waarin de economie gekenmerkt wordt door kleinschaligheid. MKB, winkels en relatief kleine bedrijventerreinen. Natuur, cultuur en erfgoed vormen de toeristische troeven van Meerssen. Het vermarkten hiervan draagt bij aan het versterken van het positieve imago van Meerssen, de leefbaarheid en de lokale economie. Toerisme Meerssen zet in op het vermarkten van natuur, cultuur, en erfgoed. Dit draagt bij aan het positieve imago van Meerssen de leefbaarheid en de lokale economie. Binnen de projecten Rivierpark, Maasvallei, Buitengoed Geul en Maas en Via Belgica wordt met omliggende gemeenten samengewerkt om nieuwe toeristische initiatieven te ontwikkelen. De realisatie van aantrekkelijke verblijfsmogelijkheden wordt aangemoedigd. Samen met Visit Zuid-Limburg, (toeristische) ondernemers en andere partners wordt gekeken naar de kansen en mogelijkheden Meerssen als aantrekkelijke verblijfsplek voor toeristen zichtbaar te maken.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

3.1 Economische ontwikkeling Wat willen we Éénmalige promotie van bedrijventerrein 'Aviation Valley' om meer bereiken? bedrijvigheid en werkgelegenheid naar de regio aan te trekken. Wat gaan we daar in  Éénmalige promotie van bedrijventerrein 'Aviation Valley' om meer 2020 voor doen? bedrijvigheid en werkgelegenheid naar de regio aan te trekken.

Wat willen we bereiken? Investeringen in herstructurering Markt en winkelstraten Meerssen Wat gaan we daar in  Er is opdracht verstrekt voor het opstellen van een visie voor de 2020 voor doen? herstructurering van de Markt en winkelstraten.

3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur Wat willen we We willen een afgewogen besluit nemen over toekomstige bereiken? inrichtingsmogelijkheden van het terrein van de Gansbeek. Wat gaan we daar in  Op basis van de visie voor de Markt zal besloten worden wat de 2020 voor doen? mogelijkheden zijn van de betreffende grond en vastgoed.

3.4 Economische promotie Wat willen we bereiken? Bevorderen vestiging nieuwe toeristische verblijfsaccommodaties Wat gaan we daar in Om de vestiging van nieuwe toeristische verblijfsaccommodaties te 2020 voor doen? bevorderen is in 2019 de Stimuleringsregeling verblijfstoerisme Meerssen vastgesteld. Op basis van deze regeling kunnen ondernemers die een toeristische verblijfsaccommodatie starten in Meerssen in aanmerking komen voor een eenmalige bijdrage van € 2.500,--. Het doel van de Stimuleringsregeling Verblijfstoerisme Meerssen is het stimuleren van het aantal overnachtingsmogelijkheden door het vergroten van het aantal hotelkamers en/of kamers in een particuliere B&B.

35

Wat willen we bereiken? Cultuur, natuur en historie optimaal presenteren, uitdragen en vermarkten. Wat gaan we daar in  Voor het uitdragen van het rijke culturele erfgoed zal in 2020 voor doen? samenwerking met Visit Zuid-Limburg worden bezien in hoeverre Meerssen het predicaat 'Green destination' kan krijgen. Met dit predicaat wordt natuur, duurzaamheid en het unieke culturele karakter van Meerssen gepromoot. Het predicaat wordt verleend door een internationaal erkende toeristenorganisatie die hiervoor een Green standard heeft ontwikkeld. Gekeken wordt o.a. naar duurzaamheid, hoe een gemeente omgaat met haar tradities en cultureel erfgoed en naar de oorspronkelijkheid van de geschiedenis.  Nieuwe invulling erfgoedhuis.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Functiemenging % 2018 36,1 Vestigingen (van bedrijven) aantal per 1.000 inwoners in de 2018 142,5 leeftijd van 15 t/m 64 jaar

Betrokkenheid verbonden partijen Niet van toepassing.

36 Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 3.1 Economische ontwikkeling -138 -68 -69 -69 -69 -69 3.2 Fysieke -322 -455 -261 -261 -261 -261 bedrijfsinfrastructuur 3.3 Bedrijvenloket en -23 -38 -40 -17 -17 -17 bedrijfsregelingen 3.4 Economische promotie -115 -129 -166 -79 -79 -79 Totaal lasten -598 -690 -535 -425 -425 -425 Baten 3.1 Economische ontwikkeling 30 3.2 Fysieke 342 361 340 340 340 340 bedrijfsinfrastructuur 3.3 Bedrijvenloket en 2 1 1 1 1 1 bedrijfsregelingen 3.4 Economische promotie 59 80 80 80 80 80 Totaal baten 434 442 422 422 422 422 Saldo van baten en lasten -164 -248 -113 -3 -3 -3 Storting in reserves -35 Onttrekking aan reserves 111 102 110 Geraamd resultaat -88 -146 -3 -3 -3 -3

Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -24 -22 -21 -20 Raadsbesluiten tot en met september 2019 5 5 5 5 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 Saldo tot en met de Kaderbrief -19 -17 -16 -14 2e Bestuursrapportage 2019 -9 -9 -9 -9 Startbegroting 2020-2023 -28 -26 -25 -23 Kapitaallasten 21 20 18 17 Ombuigingen 7 7 7 7 Overige technische wijzigingen -4 -4 -4 -4 Totaal mutaties begroting 2020-2023 25 23 22 20 Meerjarenbegroting 2020-2023 -3 -3 -3 -3

37 Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Geen mutaties. Totaal Kaderbrief 2019

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Ombuigingen Grensinfopunt 5 5 5 5 Voorstel is om de bijdrage aan het grensinfopunt vanaf 2020 te schrappen.

VVV en KCET (Kunst, Cultuur, Economie en Toerisme) 2 2 2 2 Betreft een korting van € 2.000 voor de VVV en € 8.000 voor KCET.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Onttrekking aan reserves 110 Res. beleidsontwikkeling erfgoed en toer 10 Algemene reserve 30 Res. Limb. Economic Development 70

38

Onderwijs

2020

39

Onderwijs Portefeuillehouder: wethouder E.M.J. Heusschen

Doelstelling op het gebied van onderwijs is om te ondersteunen bij kwalitatief goed onderwijs, waarbij het aanbod past bij de vraag. We willen dat iedereen zich thuis voelt en zijn of haar talenten kan ontwikkelen om zo goed mogelijk deel te kunnen nemen aan de samenleving. Hiermee dragen we bij aan het 'people' aspect van duurzaamheid. De inhoud en kwaliteit van het onderwijs is primair de verantwoordelijkheid van de scholen. De gemeente ondersteunt waar dat kan en zorgt voor goede en passende huisvesting.

Om deze doelstelling te kunnen bereiken wordt meer en meer duidelijk dat afstemming met Jeugd en Participatie erg belangrijk is. Dit zien we dan ook als een rode draad terug bij verschillende projecten en ontwikkelingen.

Onderwijs als integraal onderdeel van het sociaal domein In 2020 gaan we (veelal ook regionaal) werken aan een intensievere relatie met het onderwijs. Zo worden Kindcentra niet alleen de huisvesting voor scholen en kinderopvang, maar ook de vindplaats én werkplaats voor passend onderwijs en Jeugdhulp. In de buurt, om ‘thuisnabij’ inclusiever onderwijs en opvang waar te maken. Hierbij wordt de samenwerking tussen (passend) onderwijs en jeugdhulp geïntensiveerd. Dit doen we door de knooppunten in het basisonderwijs te evalueren en versterken en door knooppunten in het voorschoolse (zijnde kinderopvang en peuteropvang) in te richten. Daarnaast wordt er regionaal gewerkt aan het samen met onderwijs opzetten van doelgroeparrangementen Onderwijs Jeugdhulp (DOJ).

Kwaliteit Stella Maris college Als gevolg van het inspectierapport is het Stella Maris college aan de slag gegaan met het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en personeel. Ook in 2020 zal Stella Maris college hier druk mee bezig zijn. De gemeente gaat het komende jaar het contact met de schooldirectie intensiveren en verbeteren. Enerzijds om zo gezamenlijk aan een goede kwalitatieve school te werken. Anderzijds om de krachten te kunnen bundelen om gezamenlijk aan onderwijs-aanpalende thema's te kunnen werken zoals gezondheid (bewegen, gezonde voeding, roken, drugs en alcohol), sociale veiligheid en Jeugdzorg.

Unilocatie Stella Maris college Schoolbestuur LVO heeft aangegeven de gemaakte afspraken met de gemeente Meerssen inzake de overkomst van vmbo, te willen herzien. U bent hier uitgebreid over geïnformeerd middels een raadsinformatiebrief van 3 juli 2019. De bestuurlijke gesprekken hierover lopen nog. Een eventuele herziening van gemaakte afspraken zal naar alle waarschijnlijkheid de gemeente geld kosten. Immers, iedere leerling welke niet overkomt uit Valkenburg mist de gemeente Meerssen in haar inkomsten. Dit dossier vormt dan ook een financieel risico. Standpunt van de gemeente is en blijft in ieder geval dat LVO de gemeente compenseert voor alle schade welke voortvloeit uit de herziening van de afspraken, dan wel het niet nakomen van de afspraken.

Onderwijshuisvesting Het huidige integraal huisvestingsplan Onderwijs (IHP) loopt tot en met 2020. In 2020 zal daarom gestart worden met het nieuwe IHP. Centrale doelstelling hierin, zoals verwoord in het Bestuursakkoord, zal zijn om in elke kern een basisschool te behouden. Uiteraard zal er rekening worden gehouden met krimp en ontgroening. Net zoals in het afgelopen IHP zullen ook de voorschoolse voorzieningen worden meegenomen. Aanvullend zal er aandacht zijn voor Passend Onderwijs: wat is er nodig in de huisvesting om kinderen welke in het speciaal onderwijs zitten deel te kunnen laten nemen op het reguliere onderwijs, in het eigen dorp?

41 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

4.2 Onderwijshuisvesting Wat willen we Een toekomstbestendig en duurzaam onderwijs(huisvestings)aanbod bereiken? conform het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2017-2020. Wat gaan we daar in  Continuering van de bouwwerkzaamheden bij het Stella Maris 2020 voor doen? college.  Er zal een nieuw integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) worden opgesteld. Het spreidingsaanbod in de kern Bunde zal hierin worden meegenomen.

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken Wat willen we Een veilige en zorgvuldige integratie van Stella Maris vmbo bij Meerssen. bereiken? Wat gaan we daar in  De gesprekken met het schoolbestuur en de schooldirectie, inzake 2020 voor doen? de kwaliteit van het onderwijs en de leerlingenaantallen, zullen worden gecontinueerd.  Samen met Stella Maris college uitvoering geven aan het Mobiliteitsplan. Daarbij zal in 2020 vooral het accent liggen op het stimuleren van het juiste (mobiliteits)gedrag bij leerkrachten en leerlingen.  De straatcoaches en Jeugdcoach hebben samenwerkingsafspraken met Stella Maris college in Meerssen en Valkenburg m.b.t. jeugd die elkaar ontmoeten in de openbare ruimte van Meerssen. Ook zijn er samenwerkingsafspraken tussen de straatcoaches van Meerssen en Valkenburg t.a.v. jeugd(groepen) die in de openbare ruimte van Meerssen én Valkenburg te vinden zijn.

Wat willen we Scholen ondersteunen om goed kwalitatief (passend) onderwijs mogelijk en bereiken? bereikbaar te maken. Wat gaan we daar in  De uitvoering van Leerlingenvervoer zal opnieuw worden 2020 voor doen? aanbesteed.  In 2020 zal bekeken worden hoe we samen met het onderwijs meer en beter invulling kunnen geven aan Passend Onderwijs. Wat is er voor nodig om kinderen vanuit het speciaal onderwijs in het regulier onderwijs te kunnen plaatsen?  In 2020 zullen de gespreken met Stella Maris college worden gecontinueerd.  Certificeringstraject Gezonde en Veilige school op het Stella Maris college vervolgen en afronden.

42

Wat willen we Verminderen van (taal)ontwikkelingsachterstanden middels Voor- en bereiken? Vroegschoolse Educatie (VVE). Wat gaan we daar in  Er zullen voorschoolse (0-4 jarigen) knooppunten worden ingericht 2020 voor doen? op alle locaties.  Er zullen nieuwe resultaatafspraken worden gemaakt met de partners.  Op basis van de nieuwe resultaatafspraken zal de monitoring opnieuw worden ingericht.  Conform nieuwe wettelijke eisen zal het voorschoolse aanbod worden opgehoogd van 10 uur per peuter per week, naar 16 uur per peuter per week. Dit zal tevens leiden tot het aanpassen van de Verordening Peuterprogramma.  In 2020 zal gestart worden met het opstellen van een nieuw Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE)-plan.  Met de VVE-partners wordt doorlopend gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van het VVE-aanbod.

Wat willen we We bevorderen de betrokkenheid van de schoolgaande jeugd bij de lokale bereiken? politiek. Wat gaan we daar in  De gemeente zal scholen ondersteunen bij initiatieven betreffende 2020 voor doen? dit onderwerp.  Bij het opstellen van nieuwe beleid zal waar mogelijk en gepast jeugd betrokken worden.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Absoluut verzuim* aantal per 1.000 leerlingen 2017 0 Relatief verzuim aantal per 1.000 leerlingen 2018 11,17 Vroegtijdig schoolverlaters zonder % deelnemers aan het VO en MBO 2018 1,5 startkwalificatie (vsv-ers) onderwijs * Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 inwoner, leeftijd 5-18 jaar.

Betrokkenheid verbonden partijen Niet van toepassing.

43 Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 4.1 Openbaar basisonderwijs -337 -367 -325 -316 -316 -316 4.2 Onderwijshuisvesting -979 -787 -633 -721 -721 -721 4.3 Onderwijsbeleid en -739 -815 -823 -823 -823 -823 leerlingzaken Totaal lasten -2.055 -1.969 -1.780 -1.860 -1.860 -1.860 Baten 4.2 Onderwijshuisvesting 148 3 4.3 Onderwijsbeleid en 82 153 150 150 150 150 leerlingzaken Totaal baten 230 156 150 150 150 150 Saldo van baten en lasten -1.824 -1.813 -1.630 -1.710 -1.710 -1.710 Storting in reserves -13 -6 -10 -10 -10 -10 Onttrekking aan reserves 169 316 138 Geraamd resultaat -1.668 -1.503 -1.502 -1.720 -1.720 -1.720

Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -1.801 -2.039 -2.027 -2.014 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -27 -31 -31 -31 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 Saldo tot en met de Kaderbrief -1.828 -2.070 -2.057 -2.045 2e Bestuursrapportage 2019 -19 -19 -19 -19 Startbegroting 2020-2023 -1.848 -2.089 -2.077 -2.064 Kapitaallasten 347 371 358 346 Overige technische wijzigingen -2 -2 -2 -2 Totaal mutaties begroting 2020-2023 345 369 357 344 Meerjarenbegroting 2020-2023 -1.502 -1.720 -1.720 -1.720

44 Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Geen mutaties. Totaal Kaderbrief 2019

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023

Geen mutaties nieuw beleid, bestaand beleid en ombuigingen

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Storting in reserves -10 -10 -10 -10 Res. beheerplan binnensportaccommodaties -10 -10 -10 -10 Onttrekking aan reserves 138 Res. huisvestingsvoorziening onderwijs 138

45

Sport, cultuur en recreatie

2020

47

Sport, cultuur en recreatie Portefeuillehouder: wethouder J.J.M. Gulikers wethouder E.M.J. Heusschen wethouder mr. F.P.M. Sanders wethouder L.C.G. Volders

Sport (beleid en accommodaties) In september 2019 heeft de gemeenteraad beslissingen genomen in het kader van het accommodatiebeleid. Hier is uit voortgevloeid dat bepaalde accommodaties worden afgestoten en of niet meer onderhouden worden. Gedurende 2020 zal invulling gegeven worden aan het eerder geformuleerde visie en beleid. Het gemeentebestuur ziet voor zichzelf een rol om te zorgen voor een breed, gevarieerd en goed bereikbaar sportaanbod voor de bewoners van Meerssen.

Media

Lokale omroep Vanwege de sluiting van het gebouw aan de Proost de Beaufortstraat is huisvesting voor de lokale omroep Meer Vandaag belangrijk. In de zoektocht hierbij zal de gemeente de omroep blijven ondersteunen. Op het gebied van samenwerking wordt regionale samenwerking voorgestaan, het beschikbaar te stellen subsidie zal hieraan gekoppeld kunnen worden.

Openbare Bibliotheek Meerssen De bibliotheek dient midden in de samenleving te staan. Hierbij dienen niet alleen de standaard bibliotheekfuncties ingevuld te worden doch de bibliotheek dient een actieve partner in de samenleving te zijn. Dit middels cursussen, lezingen, bijeenkomsten waarbij het doel is om alle inwoners van de gemeente een goed op maat gesneden aanbod te bieden. Ook op het gebied van nieuwe Nederlanders heeft de bibliotheek een belangrijke taak middels inburgeringscursussen, taalcafés en andere educatieve voorzieningen. Toegankelijkheid en openstelling zijn belangrijke aandachtspunten.

Spelen en speelplekken Op basis van een beleidsnotitie spelen in de openbare ruimte zal invulling worden gegeven aan het nieuwe beleid. Hierbij zal ook rekening worden gehouden met natuurlijk spelen. Dat willen we waar mogelijk ook meenemen in de nieuw in te richten speelplek in het Eburonenparkje in Rothem. Spelen in de openbare ruimte biedt een goed tegenwicht voor de toenemende individualisering van de kinderen en het stijgende gebruik van telefoons, i-pads en (spel)computers. Hierbij is het niet alleen van belang dat kinderen actief zijn, bewegen en spelen, doch ook de ouders en grootouders van de kinderen dienen de mogelijkheid te hebben om actief te zijn. Bij de herinrichting van de speelplekken zal dan bezien worden hoe deze voor een zo breed mogelijke doelgroep ingericht kunnen worden, hierbij is het belangrijk dat dit gedragen wordt door de buurten waar de speelplekken gerealiseerd zijn. Het nieuwe speelbeleid zal te zijner tijd landen in de nog op te stellen Dorps Ontwikkelings Plannen.

Kunst en Cultuur De Stichting Kunst, Cultuur, Erfgoed en Toerisme functioneert vanaf 2016 in de huidige stichtingsvorm. De stichting zal zich gaan volledig gaan concentreren op Kunst, Cultuur en Erfgoed; het onderdeel toerisme wordt uit de taakstelling van de stichting gehaald. Tevens wordt met de stichting in 2020 bezien hoe de taakopdracht van de stichting geactualiseerd kan worden. Kunst en cultuur in verenigingsverband versterkt de onderlinge band tussen inwoners, haalt mensen uit hun isolement en levert nieuwe contacten op. Zo kunnen kunst en cultuur werken als preventief middel: hoe beter iemand zich voelt hoe minder de vraag naar zorg zal zijn.

Openbaar groen+(openlucht) recreatie

Natuur en Landschap In 2019 is gestart met het opstellen van een kansenkaart voor het landschap met als belangrijkste speerpunten Natuur en Biodiversiteit, Water en Klimaatadaptatie, Economie (recreatie, toerisme, agrarische sector). Deze kaart dient als basis voor investeringen in het Meerssense landschap en als input voor de Omgevingsvisie.

49 In 2020 zal op basis van deze kansenkaart samen met de leden van het Groenplatform, Stichting Duurzaam Meerssen, Provincie Limburg en andere stakeholders gestart worden met acties uit de Kansenkaart uit te werken en op te pakken.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

5.1 Sportbeleid en activering Wat willen we Zorgen voor een divers sportaanbod, ter bevordering van de gezondheid bereiken? en de versterking van de sociale cohesie en leefbaarheid. Streven om diverse grotere sportevenementen naar Meerssen te halen. Wat gaan we daar in  In 2020 en volgende jaren zal invulling gegeven worden aan de 2020 voor doen? besluiten van eind 2019 aangaande het accommodatiebeleid. In nauw overleg met de verenigingen en of exploitanten zal bezien worden hoe het nieuwe beleid functioneert. De gemeente zal de verenigingen met raad en daad blijven bijstaan bij bepaalde vraagstukken en of nieuwe werkzaamheden voor de verenigingen. Verder zal in goed overleg met verenigingen bezien worden of en in welke mate verdere privatisering tot de mogelijkheden behoort.  Ondersteuning van belangrijke sport en beweegprojecten zal worden gecontinueerd.  Samen met onze partners uitvoering geven aan het regionaal plan Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) Heuvelland (april 2019 - april 2022). Primaire doelstelling is om een gezonde levensstijl de logische levensstijl te maken, en daarmee overgewicht terug te dringen.

5.2 Sportaccommodaties Wat willen we Een gevarieerd accommodatieaanbod op het gebied van binnen als bereiken? buitensport dat in overeenstemming is met het gebruik en het aantal leden van de diverse verenigingen. Wat gaan we daar in Uitwerking geven aan het eerder geformuleerde accommodatiebeleid, 2020 voor doen? waarbij overleg met de verenigingen belangrijk blijft, rekening houdende met de richtlijnen en of normeringen van de overkoepelende sportbonden qua benodigde voorzieningen.

5.3 Cultuurpresentatie, -productie en -participatie Wat willen we Kunst en cultuur inzetten om economie te stimuleren en Meerssen als een bereiken? aantrekkelijke woongemeente te presenteren. Wat gaan we daar in  In samenwerking met Visit Zuid-Limburg wordt bezien of Meerssen 2020 voor doen? in aanmerking kan komen voor het predicaat 'Green destination'. Daarnaast zal het aantal fysieke wandelroutes worden aangevuld.

Wat willen we Kunst in de openbare ruimte presenteren als onderscheidend pluspunt van bereiken? Meerssen. Wat gaan we daar in  In 2020 wordt het nieuwe beleid Kunst in de Openbare Ruimte 2020 voor doen? gepresenteerd.

Wat willen we Zoveel mogelijk inwoners, met name kinderen en jongeren in aanraking bereiken? brengen met kunst en cultuur. Wat gaan we daar in  Cultuureducatie in het basisonderwijs wordt voortgezet. 2020 voor doen?  Laagdrempelige evenementen worden gefaciliteerd (binnen de kaders van het Subsidiebeleid).  In het eerste kwartaal 2020 worden Struikelstenen gelegd.

50

5.4 Musea Wat willen we Zoveel mogelijk inwoners en bezoekers in aanraking brengen met kunst, bereiken? cultuur en lokale geschiedenis. Wat gaan we daar in  In het Erfgoedhuis worden periodiek exposities georganiseerd.

2020 voor doen?

5.6 Media Wat willen we Een goed functionerende lokale omroep die fungeert als een vliegwiel voor bereiken? de promotie van de gemeente en voor de verbinding tussen de inwoners. Wat gaan we daar in In nauw overleg met het bestuur van de lokale omroep zal invulling worden 2020 voor doen? gegeven aan de resultaten van het uitgevoerde kijk- en luisteronderzoek. Samen met de lokale omroep zal verder gewerkt worden aan regionale samenwerking. Het gemeentebestuur steunt de lokale omroep waar mogelijk in het realiseren van een permanente huisvesting.

Wat willen we Een openbare bibliotheek met een educatieve en een participatiefunctie in bereiken? het Kindcentrum. Wat gaan we daar in Samen met de bibliotheek invulling geven aan de rol van 2020 voor doen? participatiebibliotheek. Naast het reguliere bibliotheekwerk dient de bibliotheek ook een ontmoetingspunt te worden voor jong en oud waar men gebruik kan maken van een divers aanbod op het gebied van activiteiten en of cursussen en bijeenkomsten.

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Wat willen we Een nieuwe invulling op het gebied van speeltuinen en spelen in de bereiken? gemeente Meerssen. Wat gaan we daar in  Uitvoering geven aan de beleidsnotitie spelen in de openbare 2020 voor doen? ruimte. Betrokkenheid van inwoners, kinderen en andere belanghebbenden blijft hierbij een belangrijke factor, net zoals een stukje eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij speelplekken vanuit de buurt.  Vorm geven aan de inrichting van de nieuwe speelplek in Rothem in het Eburonenparkje. Het streven is om deze voor de zomervakantie gerealiseerd te hebben.  Verder vorm blijven geven aan veilige en goedgekeurde speelplekken en toestellen.

Wat willen we In onze directe groene omgeving promoten we de komende vier jaar bereiken? aanplant van karakteristieke landschapselementen, zoals hagen en hoogstambomen (met Stichting IKL) en we onderzoeken of we groene zones met elkaar kunnen verbinden. Wat gaan we daar in Samen met de leden van het Groenplatform, Stichting Duurzaam 2020 voor doen? Meerssen, Provincie Limburg en andere stakeholders uitvoering geven aan de Kansenkaart voor het Landschap.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Niet sporters % 2016 50,8

51 Betrokkenheid verbonden partijen Niet van toepassing.

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 5.1 Sportbeleid en activering -91 -117 -89 -86 -83 -83 5.2 Sportaccommodaties -1.039 -739 -544 -564 -560 -552 5.3 Cultuurpresentatie, - -160 -180 -164 -164 -164 -164 productie en -participatie 5.4 Musea -6 -12 -14 -14 -14 -14 5.5 Cultureel erfgoed -6 -1 -1 -1 -1 -1 5.6 Media -366 -355 -355 -355 -355 -355 5.7 Openbaar groen en -1.149 -1.130 -1.015 -1.007 -1.002 -1.002 (openlucht) recreatie Totaal lasten -2.816 -2.535 -2.181 -2.190 -2.178 -2.171 Baten 5.2 Sportaccommodaties 117 50 34 34 32 31 5.3 Cultuurpresentatie, - 1 productie en -participatie 5.6 Media 26 40 40 40 40 40 Totaal baten 144 90 74 74 72 71 Saldo van baten en lasten -2.672 -2.445 -2.107 -2.117 -2.106 -2.100 Storting in reserves -180 -234 -212 -212 -212 -212 Onttrekking aan reserves 438 362 196 237 248 251 Geraamd resultaat -2.414 -2.317 -2.123 -2.092 -2.070 -2.061

52 Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -2.326 -2.290 -2.271 -2.259 Raadsbesluiten tot en met september 2019 80 80 83 87 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 Saldo tot en met de Kaderbrief -2.246 -2.210 -2.187 -2.172 2e Bestuursrapportage 2019 -8 -8 -8 -8 Startbegroting 2020-2023 -2.254 -2.218 -2.196 -2.181 Kapitaallasten 72 68 67 61 Ombuigingen 66 66 66 66 Overige technische wijzigingen -7 -7 -7 -7 Totaal mutaties begroting 2020-2023 131 127 125 120 Meerjarenbegroting 2020-2023 -2.123 -2.092 -2.070 -2.061

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Geen mutaties. Totaal Kaderbrief 2019

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Ombuigingen Inperking aantal speelterreinen 29 29 29 29 Voorstel is om het huidige aantal speelterreinen van 30 terug te brengen naar ca. 15. Dit betekent minder exploitatielasten en een lagere storting in de reserve speeltoestellen voor aanschaf nieuwe toestellen.

Subsidies 29 29 29 29 Op de posten activiteiten-, evenementen-, stimulerings- en waarderingssubsidie wordt in totaal een bedrag van ruim € 30.000 bezuinigd, verdeeld over de programma's Sport, cultuur en recreatie en Sociaal Domein.

VVV en KCET (Kunst, Cultuur, Economie en Toerisme) 8 8 8 8 Betreft een korting van € 2.000 voor de VVV en € 8.000 voor KCET.

53 Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Storting in reserves -212 -212 -212 -212 Res. beheerplan buitensportaccommodaties -195 -195 -195 -195 Res. vervanging speeltoestellen -17 -17 -17 -17 Onttrekking aan reserves 196 237 248 251 Algemene reserve 25 Res. afdekking kapitaallasten 171 237 248 251

Investeringen Om de doelen uit dit programma te realiseren worden de volgende investeringen in 2020 uitgevoerd. Bruto Bijdragen Netto

(bedragen x € 1.000) budget derden budget Hoofdveld Geulsche Boys 29 29 Veld 1&2 RKUVC incl. doelen en ballenvanger 62 62 Veld 2 HVM 179 179 Beregening 2 velden Geulsche Boys 38 38 Beregening 2 velden RKUVC 38 38 Renovatie baan 1 & 2 TC Bunde 60 60 Eburonenpark 315 315 Projectmiddelen Buitengoed Geul en Maas 50 50 Speeltoestellen Eburonenpark 35 35 Vervanging speeltoestellen 50 50

54

Sociaal domein

2020

55

Sociaal domein Portefeuillehouder: wethouder J.J.M. Gulikers wethouder E.M.J. Heusschen

Accommodatiebeleid In het visiedocument en de beleidsnotitie over accommodatiebeleid is aangegeven dat gemeenschapshuizen een belangrijke taak vervullen in de Meerssense samenleving. Ontmoeten, sociale cohesie, verenigingsactiviteiten en leefbaarheid van de kernen zijn hierbij kernbegrippen. Naast de eerder ingezette stappen op het gebied van accommodaties zal in 2020 en verdere jaren bezien worden of overdracht van voorzieningen tot de mogelijkheden behoort. Immers daar waar behoefte aan voorzieningen is vanuit de samenleving dient ook een bijdrage vanuit de samenleving geleverd te worden.

Burgerparticipatie In 2020 wordt gestart met de opzetten van dorpsontwikkelingsplannen. Daarmee is gewacht tot het nieuwe accommodatiebeleid is vastgesteld en nu dat gebeurd is komen de dorpsontwikkelingsplannen aan de beurt. Daarmee zal de insteek zijn: helderheid krijgen over het eigenaarschap van inwoners voor de leefbaarheid van hun eigen woonomgeving. Daaraan gekoppeld een verschuiving van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. In dat proces moet ook de rol en positie van de buurtnetwerken helder worden gemaakt.

Subsidiebeleid In het najaar van 2019 is de evaluatie van het subsidiebeleid afgerond. Op basis van de evaluatie en bijbehorende beleidsaanbevelingen zal er een vervolgtraject plaatsvinden om het subsidiebeleid en de uitvoering daarvan te optimaliseren. Zo worden bijvoorbeeld op onderdelen de beleidsregels van het subsidiebeleid aangepast en veranderingen aangebracht in bijvoorbeeld het verbeteren van het aanvraagproces van subsidies (extern) en het verbeteren van werkprocessen (intern). Onderdeel van de optimalisering is ook het vaststellen van subsidieplafonds per subsidieregeling.

Jeugdbeleid In 2019 heeft het rijk een extra budget beschikbaar gesteld voor jeugdzorg voor de jaren 2019, 2020 en 2021. Het is gemeenten toegestaan ook voor de komende jaren een stelpost voor inkomsten jeugdzorg te ramen. Ook voor de jaren na 2021 hebben wij een bedrag van € 253.000 opgenomen. De provincie stelt daarbij als eis dat er maatregelen genomen worden in het kader van de transformatie rondom jeugdzorg en GGZ, mede gericht op beheersing van de kosten.

Kostenbeheersing zit voor ons in het voorkomen van gespecialiseerde jeugdhulp door meer in te zetten op preventie. Het is onze overtuiging dat het zich loont om in preventie te investeren, alhoewel de effecten ervan onzeker en lastig aan te tonen zijn en in ieder geval pas op termijn zichtbaar zullen worden. Daarnaast denken wij dat een andere manier van inkoop en contractering van (jeugd)zorg een bijdrage kan leveren. Dat is echter iets dat met de samenwerkende gemeenten in Zuid-Limburg moet worden besproken.

1Gezin 1Plan 1Regisseur De samenwerkende gemeenten in Zuid-Limburg zijn in 2019 een project gestart gericht op de verbeterde implementatie van de methodiek 1Gezin, 1Plan, 1 Regisseur. Het project heeft geleid tot verbeteracties die onderdeel zijn van de doorontwikkeling. Dit is overigens een continu proces. De toepassing van de methodiek is geen kunstje dat door de professional soms kan worden ingezet, maar moet zijn ingedaald in het DNA van elke professional. De methodiek is er op gericht mensen vooral te leren vissen (‘activeren’ in plaats van ‘overnemen’) in plaats van voor hen te vissen. Het gaat daarbij vooral om een basishouding die het principe dat het gezin eigenaar is van het probleem én de oplossing centraal stelt. Dit vergt dus een ander professioneel handelen dan tot nog toe gebruikelijk was: anders denken, anders doen. En dat is precies waaraan we de komende periode gaan werken.

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo2015) Omdat we de integrale benadering van inwoners met een ondersteuningsbehoefte vanwege de Wmo2015 willen versterken met een duidelijke focus op preventie, zijn we op dit moment o.a. aan het onderzoeken of we de geïndiceerde dagopvang meer algemeen toegankelijk kunnen maken. Hierbij

57 richten wij ons op een goede aansluiting bij de ondersteuning thuis en het benutten van initiatieven als de Ketel. We omarmen het denken in termen als normaliseren: dus zo gewoon en licht mogelijk waar kan en verantwoord is.

Beschermd wonen en maatschappelijke opvang wordt op dit moment geregeld door centrumgemeenten. Voor Meerssen is dit de gemeente Maastricht. Op dit moment is het 'Regioplan Beschermd Thuis 2020' nog steeds in werking evenals het plan van aanpak voor Verwarde personen. Het Rijk is voornemens om vanaf 2022 de decentralisatie van deze taken naar alle gemeenten gefaseerd in te voeren. We blijven in nauw overleg met de huidige centrumgemeente Maastricht en overige Heuvellandgemeenten i.v.m. eventuele gezamenlijke voorbereidingen voor deze decentralisatie.

Verplichte zorg Op 1 januari 2020 treden zowel de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang in werking (Wzd). Deze twee wetten zijn niet alleen van toepassing voor volwassenen maar ook voor jeugdigen en vervangen de huidige Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). Voor gemeenten zijn een aantal taken en verantwoordelijkheden nieuw voor bepaalde kwetsbare doelgroepen vallend onder deze twee wetten. De Wvggz regelt de rechten van mensen die te maken krijgen met verplichte geestelijke gezondheidszorg. Belangrijke verandering is dat verplichte zorg buiten instellingen gegeven kan worden. Deze Wvggz "betekent enkele nieuwe taken voor gemeenten, waaronder meldfunctie: inwoners moeten hun zorgen over iemand kunnen melden bij de gemeente. De gemeente moet de melding vervolgens onderzoeken. De Wzd regelt dat aan iemand met een psychogeriatrische stoornis of een verstandelijke beperking tegen zijn wil zorg verleend kan worden als dat nodig is, om zo te voorkomen dat diegene zichzelf of iemand anders ernstig benadeelt. Dit wordt in de Wzd onvrijwillige zorg genoemd. De Wzd regelt wanneer onvrijwillige zorg kan worden verleend, welke besluitvormingsprocedure daaraan vooraf gaat en wanneer evaluatie van onvrijwillige zorgverlening moet plaatsvinden. Anders dan de BOPZ is de Wzd ook van toepassing voor mensen die niet gedwongen zijn opgenomen.

Verantwoord langer thuis wonen in Meerssen We krijgen steeds vaker verzoeken voor kleinschalig wonen en zorg initiatieven in Meerssen. We staan hier positief tegenover, maar willen wel kritisch zijn over waar, welke doelgroepen, huurprijzen en hoe de zorg gefinancierd wordt bij dergelijke initiatieven. Inmiddels worden op 3 plekken in Meerssen zorginitiatieven voorbereid. We monitoren de behoefte aan zorgwoningen in Meerssen. Bij zorginitiatieven willen we onder andere kunnen sturen op soorten zorg, maar ook op de ontwikkeling in behoeften.

Multiproblematiek Om inzicht in de aard en complexiteit van de ondersteuning(svraag) te krijgen, hebben wij de samenloop en stapeling van ondersteuning op verschillende leefdomeinen onderzocht. Uit dit onderzoek is een doelgroepenanalyse voortgekomen aan de hand waarvan wij een specifieke, meer maatwerkgerichte, aanpak ontwikkelen.

Mantelzorgcompliment Ook in 2020 willen wij de Meerssense mantelzorgers waarderen voor hun goede en veelal intensieve ondersteuning aan een naaste. Om in aanmerking te komen voor de waardering dienen mantelzorgers te voldoen aan een aantal criteria. We zijn voornemens de waardering voor mantelzorgers t.o.v. voorgaande jaar enkel via een geldbedrag te doen en dit bedrag omlaag te brengen van € 150 naar € 50 als één van verschillende bezuinigingsmaatregelen voor het Sociaal Domein. We vragen hierover advies aan de Adviesraad Sociaal Domein (ASD) van de gemeente Meerssen, het advies was bij het ter perse gaan van de begroting 2020 nog niet binnen. Wijziging van het mantelzorgcompliment wordt verwerkt in een wijziging van de verordening Wmo, dit staat geagendeerd voor de raadsvergadering van december 2019 (dan is ook het advies van de ASD beschikbaar).

Onafhankelijke cliëntondersteuning In 2020 continueren we de onafhankelijke cliëntondersteuning. De bekendheid over onafhankelijke cliëntondersteuning bij inwoners met ondersteuning vanuit de Wmo is t.o.v. vorig jaar gestegen. We willen de bekendheid verder vergroten in 2020 door de huidige wijze van informeren van mensen met

58 een ondersteuningsvraag te verbeteren. Wij zien een toenemende vraag naar cliëntondersteuning en wij willen daarom investeren in verbetering van samenwerking tussen organisaties die zich bezig houden met onafhankelijke cliëntondersteuning.

Ontwikkeling naar voorliggende voorzieningen In Meerssen hebben we een aantal goed lopende huiskamers, bijvoorbeeld ´De Ketel´. We zien dat betrokken burgers en groepen burgers goede initiatieven nemen om op een aantal plekken ook ontmoetingsplekken te starten met eigen accenten. We gaan in 2020 deze initiatieven nog meer ondersteunen zodat we komen tot een goede beschikbaarheid van verschillende en uitnodigende huiskamers in alle kernen. We zijn tevens aan het onderzoeken of we in Meerssen kunnen toegroeien naar een algemene toegankelijke voorziening voor ouderen welke zeer laagdrempelig is. Wij zien op die manier mogelijkheden dat een dergelijke algemeen toegankelijke voorziening kan zorgen voor een "zachte landing" voor ouderen en mantelzorgers (vanuit de huiskamers, vooral van ouderen die door veranderingen in de gezondheid niet meer goed kunnen meedoen in de activiteit van de huiskamers of voor mensen die meer nodig hebben).

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie Wat willen we In stand houden van laagdrempelige ontmoetingsplekken voor inwoners (al bereiken? dan niet in de vorm van een gemeenschapshuis) die liefst multifunctioneel en duurzaam zijn. Wat gaan we daar in Samen met de besturen en of exploitanten van 2020 voor doen? gemeenschapsvoorzieningen zal bezien worden in welke mate de voorzieningen in stand gehouden worden. Privatisering en of overdracht van accommodaties in erfpacht zijn hierbij mogelijke opties. Verder zal vorm gegeven worden en rekening worden gehouden met geldende wet- en regelgeving.

Wat willen we Optimaal leefbare kernen met goed functionerende Buurtnetwerken. bereiken? Wat gaan we daar in Buurtnetwerken dragen bij aan leefbare kernen. Overleg met 2020 voor doen? buurtnetwerken zal dan zeker gecontinueerd worden waarbij getracht wordt om de buurtnetwerken te betrekken bij een zo breed mogelijk aandachtsveld.

Wat willen we Sociale ontwikkelplekken in de kernen, waarbij elkaar ontmoeten centraal bereiken? staat. Wat gaan we daar in  (Door)ontwikkeling huiskamerprojecten in Rothem, Ulestraten, 2020 voor doen? BundenuSamen en De Ketel.

59

Wat willen we Subsidiebeleid: (meer) doel- en resultaatgericht subsidiebeleid en krachtige bereiken? en toekomstbestendige vrijwilligersorganisaties. Wat gaan we daar in  In het najaar van 2019 is de evaluatie van het subsidiebeleid 2020 voor doen? vastgesteld. In 2020 en verder zal aan de slag worden gegaan met de aanbevelingen. Op basis van de evaluatie worden zo nodig de beleidsregels van het subsidiebeleid aangepast, maar kunnen ook veranderingen worden aangebracht in bijvoorbeeld het verbeteren van het aanvraagproces van subsidies (extern) en het verbeteren van werkprocessen (intern).  Er wordt verder gewerkt aan het inzichtelijk maken van verkapte/indirecte subsidies en het maken van beleid(safspraken) in dit kader.  Het proces van subsidieverlening aan professionele instellingen zal worden bekeken en waar nodig worden verbeterd.  Instellen van subsidieplafonds. De te verstrekken subsidies moeten binnen deze vastgestelde plafonds passen.

Wat willen we Vrijwilligersbeleid: krachtige en toekomstbestendige bereiken? vrijwilligersorganisaties. Wat gaan we daar in Het vrijwilligersbeleid wordt onderdeel van de beleidsontwikkeling(en) 2020 voor doen? Burgerparticipatie en de Dorps Ontwikkelings Plannen.

6.2 Wijkteams Wat willen we bereiken? De cliënt en zijn omgeving staan centraal. Wat gaan we daar in  We nodigen in 2020 enkele informele en formele organisaties uit 2020 voor doen? om vanuit het perspectief van inwoners met een ondersteuningsvraag, binnen de context van de Wmo2015 (en voorliggende voorzieningen), gezamenlijk de mate van integrale ondersteuning te verkennen. Dit vraagt inspanningen t.o.v. de huidige samenwerking.  We onderzoeken de mogelijkheid van eventuele algemeen toegankelijke begeleiding voor ouderen in Meerssen. Te onderzoeken punten zijn o.a. de aansluiting tussen de begeleiding/zorg thuis en begeleiding groep en de aansluiting tussen de Wmo2015 en de WLZ (o.a. de toegangspoorten).

 In 2020 starten wij met het realiseren van dementie vriendelijk Meerssen. Hierbij bekijken wij o.a. eventuele toepassing van positieve gezondheid.

 N.a.v. de motie 'Pilot aanpak meervoudige problematiek' d.d. 8-11- 2018: onderzoeken we m.b.v. de doelgroepen analyse eventuele ongewenste gevolgen wanneer een individu of huishouden te maken heeft met meerdere aanpakken en daarmee samenhangend meerdere dienstverleners. Veelal gaat het dan om problemen op verschillende leefgebieden tegelijk. Op geleide van dat onderzoek formuleren we actiepunten. De motie is primair gericht op gezinnen met kinderen, echter wij hebben het verbreed naar ook volwassenen, inclusief ouderen.

60 6.3 Inkomensregelingen Wat willen we bereiken? Het ondersteunen van burgers op het gebied van inkomen en re-integratie Wat gaan we daar in Mensen met een bijstandsuitkering hebben vaak moeite om (snel) werk te 2020 voor doen? vinden en kunnen hierdoor (tijdelijk) niet in hun eigen inkomsten voorzien. Ook in 2020 ondersteunen we mensen door (tijdelijk) een inkomensvoorziening te verstrekken en hun te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Sturing op het uitkeringsvolume zal voornamelijk plaatsvinden door beperking van de instroom (poortwachtersfunctie), handhaving en toeleiding naar arbeid (bevorderen uitstroom).

Alle nieuwe instroom in een bijstandsuitkering zal sluitend worden opgepakt via work first (of scholing bij jongeren). Vanaf het eerste moment dat een burger zich meldt bij de gemeente zal de ondersteuning primair gericht zijn op werk of, waar dat nog niet kan, op participatie. Daartoe kunnen diverse vormen van werk en andere voorzieningen worden ingezet, zoals werk in een beschutte werkomgeving of met een loonkostensubsidie, werken met behoud van uitkering of vrijwilligerswerk. Bij het bepalen van deze begeleiding gaan we uit van een reëel arbeidsmarktperspectief dat is afgestemd op de mogelijkheden en individuele situatie van de burger enerzijds en de kansen op de arbeidsmarkt anderzijds; werk naar vermogen en maatwerk.

Naast de financiële ondersteuning die we aanbieden via Sociale Zaken Maastricht Heuvelland, zoals bijvoorbeeld bijzondere bijstand, dragen we ook bij aan Stichting Leergeld, het Jeugdfonds Sport & Cultuur en De Ruggesteun, om mensen met een smalle beurs te ondersteunen. Extra aandacht gaat hier uit naar gezinnen met kinderen. Het gebruik van de diverse regelingen wordt gemonitord door deze organisaties en waar nodig zullen we bijsturen, door een extra financiële bijdrage, door ondersteuning in het communicatieproces of door samen met deze organisaties nieuwe projecten te ontwikkelen of te faciliteren.

61 6.4 Begeleide participatie Wat willen we bereiken? 49 mensen met een bijstandsuitkering geactiveerd of uitgestroomd. Indicator Streefwaarde Startwaarde Aantal extra mensen geactiveerd A. 32 (2020) A. 0 (2018) Aantal extra mensen uitgestroomd B. 17 (2020) B. 0 (2018) Wat gaan we daar in In 2018 is het plan ‘Optimalisatie re-integratie en ketensamenwerking 2020 voor doen? Participatiewet’ geïntroduceerd. Het doel van dit plan is het genereren van extra uitstroom uit het bijstandsbestand en extra mensen activeren. Voor Meerssen betekent dit 17 bijstandsgerechtigden extra uitgestroomd en 32 uitkeringsgerechtigden extra geactiveerd in een periode van 3 jaar; 2018 tot en met 2020.

Ook in 2020 is de arbeidsmarktaanpak in Zuid-Limburg vorm gegeven via een sector- en projectgerichte aanpak. Het is de ambitie om het bijstandsbestand in 2020 optimaal te laten profiteren van de aantrekkende economie en de groeiende vraag naar arbeidskrachten, door mogelijkheden op de arbeidsmarkt te creëren. De keten is inmiddels zo ingericht dat zodra een burger zich bij Sociale Zaken Maastricht Heuvelland meldt, hij of zij instapt in een doorlopend traject van activiteiten om weer naar vermogen volwaardig te participeren in de samenleving. In de eerste plaats gaat het om werk en economische zelfstandigheid, maar wanneer dat (nog) niet mogelijk is, wordt ingezet op andere vormen van participatie. MTB is een belangrijke partner in dit proces; hier wordt immers de diagnose door Annex gesteld en hier kan de burger arbeidsvaardigheden opdoen en werkfit worden in een leer-werktraject. Hier wordt de zelfredzaamheid van de burger versterkt. Uiteindelijk zet Podium24 zich in om burgers te bemiddelen naar werk.

In het Actieplan Perspectief op Werk Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg worden enkele doelen gesteld om deze extra uitstroom en activering per 31 december 2020 te bereiken; het focusbestand in beeld brengen, de inzet van werkoriëntatieprogramma’s, zorgen voor voldoende praktijk- /leerwerkplekken met flexibele instroom, het verbinden en ontsluiten van projecten en initiatieven voor de hele arbeidsmarktregio en het ondersteunen van werkgevers bij vraagombuiging en het herontwerpen van processen en functies.

62 6.5 Arbeidsparticipatie Wat willen we bereiken? Implementatie wet Inburgering Wat gaan we daar in Per 1 januari 2021 gaat de nieuwe inburgeringswet van kracht, waarbij de 2020 voor doen? gemeente verantwoordelijk wordt voor de brede intake, het opstellen van het Persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP), het inkopen van de leerroutes en het doen van een aanbod aan inburgeringsplichtigen. De gemeente krijgt de regie, waarbij we inburgeraars zullen ontzorgen en zullen ondersteunen en begeleiden in hun leerroute en bij hun participatie.

In 2020 zal deze nieuwe wetgeving in Maastricht-Heuvelland geïmplementeerd worden. Hierbij zullen we de uitgangspunten maatwerk, tijdige start, snelheid van het traject, dualiteit en kwaliteit van het aanbod in acht nemen. Naast het aanbestedingstraject, waarbij de leerroutes gegund worden aan één of meerdere aanbieders, zullen we tevens de uitvoeringsdienst Sociale Zaken Maastricht Heuvelland (SZMH) inrichten voor de taken op het gebied van de inburgering. Hiervoor zal een nieuwe dienstverleningsovereenkomst met SZMH opgesteld moeten worden en zullen we in 2020 de consulenten trainen. De nieuwe inburgeringswet hang nauw samen met de Participatiewet, welke SZMH reeds voor onze gemeente uitvoert.

Ook zal de maatschappelijke begeleiding die de gemeente aan statushouders biedt, vanaf 2021 mogelijk anders vorm gegeven worden door de komst van de nieuwe inburgeringswet. In 2020 zullen de mogelijkheden hiertoe onderzocht worden.

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) Wat willen we bereiken? Burgers zijn zelfredzaam en doen mee in de maatschappij. Wat gaan we daar in  Er wordt onderzoek gedaan naar eventuele mogelijkheden van 2020 voor doen? betere benutting of uitbreiding van algemene voorzieningen en algemeen gebruikelijke voorzieningen in Meerssen e.o. binnen de context van de Wmo2015;  Het op gang brengen van een initiatief m.b.t. het bevorderen van samenhang tussen algemene en maatwerkvoorzieningen (binnen Wmo2015, integraliteit als leidraad) met een samenwerkingspotentie, waarbij groei van zelfredzaamheid van burgers maatgevend is;  Start realisatie (gefaseerd) in 2020 van de beoogde zorgwoningen voor het zorginitiatief 'In het Riet';  We maken de beschikbaarheid van (geclusterde) zorgwoningen inzichtelijk als een van de voorwaarden dat meer inwoners langer zelfredzaam kunnen zijn;  We informeren senioren over hoe zélf te anticiperen op aanpassingen voor levensloopbestendig wonen.

63 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- Wat willen we Jeugdzorg: Versterken van de eigen kracht van de jongere en van het bereiken? zorgend en probleemoplossend vermogen van diens gezin en sociale omgeving door preventie, het bieden van juiste en integrale hulp op maat voor gezinnen. Wat gaan we daar in In het beleidskader 2019-2022: Zuid-Limburg voor de jeugd hebben de 16 2020 voor doen? gemeenten de volgende opdrachten geformuleerd voor de komende jaren:  Doorontwikkeling werkwijze/methodiek 1G1P1R en regie door o.a. inzetten op kwalitatieve verbetering en digitalisering 1G1P;  Versterken Pleegzorg;  Anders organiseren van Verblijf;  Vergroten kennis en inzicht in GGZ-sector;  Doorontwikkeling van de aanpak van crisis;  Transformatie Jeugdzorg Plus;  Investeren in doorontwikkeling inkoopwijze, toegang en sturing op arrangement begeleiding;  Versterken eigen kracht door inzetten op opgroei- en opvoedprogramma's zoals Home-start, Rots en Water, Kies en Dappere Dino's;  Versterken van de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp door versterking van de basisondersteuning en het inzetten van collectieve en individuele onderwijs-zorgarrangementen.

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ Wat willen we Voor burgers die beschermd moeten wonen worden kleinschalige bereiken? woonplekken binnen de gemeente georganiseerd. Wat gaan we daar in  Monitoring van de uitvoering van het 'Regioplan Beschermd Thuis 2020 voor doen? 2020', waarbij de gemeente Maastricht de centrumgemeente is.  Monitoring van het 'Plan van Aanpak: Personen met verward gedrag, Bouwstenen voor maatwerk ', waarbij de gemeente Maastricht de centrumgemeente is.  Onderzoeken van mogelijkheden voor kleinschalige woonplekken voor burgers met behoefte aan 'beschermd wonen' bij eventuele verkenning van nieuwe zorginitiatieven.  In 2020 worden de situaties die behandeld worden conform de nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de nieuwe Wet zorg en dwang (Wzd) integraal benaderd bij de toegang Sociaal Domein en/of dienstverleners.  We onderzoeken in het eerste kwartaal van 2020 welke ketenzorg de toegang en dienstverleners nodig hebben bij toepassing van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en bij de Wet zorg en dwang (Wzd) en nazorg.

64 6.82 Geëscaleerde zorg 18- Wat willen we Optimale samenwerking gemeenten in Zuid Limburg, Raad bereiken? Kinderbescherming, Veiligheidshuis, Rechtbank, Politie, Veilig Thuis en gecertificeerde instellingen zodat kinderen uit Meerssen zo veilig mogelijk opgroeien en zo nodig beschermende zorg krijgen. Wat gaan we daar in  Samenwerking Gedwongen Kader en gemeentelijke toegangen 2020 voor doen? verbeteren, investeren in échte verbinding in de keten door gezamenlijke studiedagen met ketenpartners zoals de raad voor de Kinderbescherming, Gecertificeerde instellingen (GI's) en het Openbaar Ministerie.  De Zuid-Limburgse bestuurders hebben afgesproken om een nieuwe regiovisie op te stellen voor de periode 2020-2023. Dit als eerste stap in de regionale uitrol van het landelijk programma. Deze nieuwe visie moet beschrijven hoe de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA) vorm krijgt in de samenwerking tussen professionals en organisaties in Zuid-Limburg. Eind 2019/begin 2020 wordt de nieuwe regiovisie GIA vastgesteld. Afhankelijk van deze regiovisie en het bijbehorende uitvoeringsplan zal o.a. de invulling van de opgave voor Veilig Thuis (en de keten eromheen) de komende jaren duidelijk worden.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Banen aantal per 1.000 inwoners in de 2018 418,9 leeftijd van 15 - 64 jaar Jeugdcriminaliteit: jongeren met een % 12 t/m 21 jarigen 2015 0,97 delict voor de rechter Kinderen in armoede: kinderen in % kinderen tot 18 jaar 2015 3 uitkeringsgezin Netto arbeidsparticipatie % van de werkzame 2018 65,7 beroepsbevolking t.o.v. de beroepsbevolking Werkloze jongeren % 16 t/m 22 jarigen 2015 1,42 Personen met een bijstandsuitkering aantal per 1.000 inwoners 2018 17,7 Lopende re-integratievoorzieningen aantal per 1000 inwoners van 15 - 2018 20,7 64 jaar Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar 2018 12,1 Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar 2018 0,5 Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 2018 gegevens jaar niet beschikbaar Cliënten met een aantal per 1000 inwoners 2018 68 maatwerkarrangement WMO

65 Betrokkenheid verbonden partijen Anti Discriminatievoorziening Limburg Anti Discriminatievoorziening Limburg (ADV) signaleert, voorkomt en bestrijdt discriminatie en ongelijke behandeling in de Provincie Limburg. Zij realiseren dit door voor 29 Limburgse gemeenten de wettelijke taak uit de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen uit te voeren en actief voorlichting en adviezen te geven aan organisaties, bedrijven en onderwijs. Inwoners kunnen bij ADV Limburg kosteloos meldingen maken van (een vermoeden van) discriminatie of ongelijke behandeling. ADV Limburg pakt elke melding deskundig op. Ze lossen zaken op waar dat kan en verwijzen door als dat nodig is. Ook bij twijfels of als inwoners vragen hebben over het onderwerp discriminatie, kunt zij contact opnemen. Naast het registreren en behandelen van discriminatiemeldingen, werkt ADV Limburg ook aan het voorkómen van discriminatie, via preventie en voorlichtingsactiviteiten. Op school, op het werk, in het verenigingsleven of ergens anders. ADV Limburg werkt als onafhankelijk meldpunt en expertisecentrum, in opdracht van de bij haar aangesloten Limburgse gemeenten.

Gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Sociale Zaken Maastricht-Heuvelland (SZMH) Sociale Zaken Maastricht Heuvelland (SZMH) is de regionale sociale dienst van de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, en . SZMH voert de Participatiewet en aanverwante regelingen uit voor deze zes gemeenten. SZMH ondersteunt de inwoners van deze zes gemeenten op het gebied van inkomen, inkomensondersteunende regelingen, participatie, re-integratie, werk en armoede- en schuldenproblematiek.

NV MTB Regio Maastricht MTB ondersteunt actief mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in het vinden van werk. Dit gebeurt onder meer door mensen een leer-werktraject aan te bieden. Op deze manier krijgt iedereen zelf de mogelijkheid om te werken aan eigen kansen en ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Een duurzame samenwerking en goede relaties met opdrachtgevers en ondernemers staat bij de MTB hoog in het vaandel om haar taak te vervullen. De MTB biedt al haar relaties producten en diensten van hoge kwaliteit. Daarvoor zetten ze zowel ervaren als nog te ontwikkelen medewerkers in.

Omnibuzz De gemeenschappelijke regeling Omnibuzz is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering van het collectief vraagafhankelijk vervoer in heel Limburg, met uitzondering van de gemeente , en stuurt de uitvoerende taxibedrijven aan. Omnibuzz werkt in opdracht van de overige 32 Limburgse gemeenten en verzorgt vanaf 11 december 2016 het vraagafhankelijk vervoer in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor hen. In overleg met de opdrachtgevers en klanten wordt continu aan kwaliteitsverbeteringen en de beheersbaarheid van het vervoer gewerkt. Op deze wijze zorgt Omnibuzz dat klanten optimaal vervoerd worden en daardoor deel kunnen blijven nemen aan maatschappelijke activiteiten.

66 Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 6.1 Samenkracht en -1.133 -1.305 -1.263 -1.276 -1.237 -1.233 burgerparticipatie 6.2 Wijkteams -1.541 -1.720 -1.787 -1.737 -1.737 -1.737 6.3 Inkomensregelingen -5.111 -4.900 -4.889 -4.889 -4.889 -4.889 6.4 Begeleide participatie -2.216 -1.992 -2.026 -1.918 -1.870 -1.789 6.5 Arbeidsparticipatie -438 -489 -402 -349 -349 -349 6.6 Maatwerkvoorzieningen -319 -309 -299 -295 -293 -291 (Wmo) 6.71 Maatwerkdienstverlening -4.097 -4.535 -4.561 -4.550 -4.565 -4.577 18+ 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- -3.739 -3.975 -4.005 -4.005 -3.975 -3.975 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ -13 -13 -12 -12 6.82 Geëscaleerde zorg 18- -355 -346 -358 -358 -356 -356 Totaal lasten -18.948 -19.572 -19.602 -19.391 -19.283 -19.208 Baten 6.1 Samenkracht en 14 16 26 25 25 25 burgerparticipatie 6.3 Inkomensregelingen 3.440 3.193 3.193 3.193 3.193 3.193 6.4 Begeleide participatie 4 6.6 Maatwerkvoorzieningen 10 9 9 9 9 9 (Wmo) 6.71 Maatwerkdienstverlening 316 269 218 220 220 220 18+ Totaal baten 3.783 3.486 3.445 3.446 3.446 3.446 Saldo van baten en lasten -15.165 -16.085 -16.157 -15.944 -15.837 -15.761 Storting in reserves -553 -220 Onttrekking aan reserves 1.602 951 136 61 1 1 Geraamd resultaat -14.116 -15.354 -16.021 -15.884 -15.836 -15.761

67 Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -15.574 -15.459 -15.405 -15.400 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -332 -339 -352 -344 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 -134 -162 -162 -162 Saldo tot en met de Kaderbrief -16.040 -15.959 -15.919 -15.905 2e Bestuursrapportage 2019 -126 -63 -54 6 Startbegroting 2020-2023 -16.166 -16.022 -15.973 -15.899 Gemeentefonds -5 -6 -7 -5 Kapitaallasten 11 6 5 4 Ombuigingen 158 158 158 158 Overige technische wijzigingen -19 -19 -19 -19 Totaal mutaties begroting 2020-2023 145 139 137 138 Meerjarenbegroting 2020-2023 -16.021 -15.884 -15.836 -15.761

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 (Door)ontwikkeling huiskamerprojecten en -125 -125 -125 -125 professionele ondersteuning ketenpartners Verhoging uurtarief Trajekt -12 -12 -12 -12 Meicirculaire 2019 -47 -25 -25 -25 Afdekken incidentele baten en lasten 50 Totaal Kaderbrief 2019 -134 -162 -162 -162

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Gemeentefonds Septembercirculaire 2019 -5 -6 -7 -5 Gevolgen septembercirculaire 2019

Ombuigingen (Door)ontwikkeling huiskamerprojecten en 125 125 125 125 professionele ondersteuning ketenpartners Betreft 5 projecten "huiskamer-plus"'. Er wordt nu in eerste instantie eerst een businesscase opgesteld om de effecten in beeld te brengen.

Mantelzorgcompliment 30 30 30 30 Het huidige geldbedrag van € 150 per persoon wordt teruggebracht naar € 50 per persoon.

Subsidie Adviesraad 1 1 1 1 Betreft een aanpassing van het subsidiebedrag voor de Adviesraad.

68

Subsidies 2 2 2 2 Op de posten activiteiten-, evenementen-, stimulerings- en waarderingssubsidie wordt in totaal een bedrag van ruim € 30.000 bezuinigd, verdeeld over de programma's Sport, cultuur en recreatie en Sociaal Domein.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Onttrekking aan reserves 136 61 1 1 Algemene reserve 135 60 Res. afdekking kapitaallasten 1 1 1 1

Investeringen Om de doelen uit dit programma te realiseren worden de volgende investeringen in 2020 uitgevoerd. Bruto Bijdragen Netto

(bedragen x € 1.000) budget derden budget MOP Bunde en trapveldje 36 36

69

Volksgezondheid en milieu

2020

71

Volksgezondheid en milieu Portefeuillehouder: wethouder E.M.J. Heusschen wethouder mr. F.P.M. Sanders

Meerssen streeft ernaar een gezonde, veilige en duurzame gemeente te zijn waar mensen goed kunnen wonen, werken en recreëren. Om deze goede leefomgeving te behouden en te verbeteren zal de gemeente haar verantwoordelijkheid nemen door de omgevingskwaliteit te waarborgen en waar mogelijk naar een hoger niveau te tillen. Middels het regionale gezondheidsbeleid streven we naar het inlopen van gezondheidsachterstanden in Zuid-Limburg.

Volksgezondheid Zuid-Limburg kent een hardnekkige gezondheidsachterstand ten opzichte van de rest van Nederland. Ondanks alle inspanningen is het tot nu toe niet gelukt om de achterstand in te lopen. Op tal van gebieden scoort Zuid-Limburg beduidend slechter: een lagere arbeidsparticipatie, een hoger (jeugd)zorggebruik, meer risico op onderwijsachterstanden, een lagere levensverwachting en een ongezondere leefstijl. We staan kortom voor een enorme opgave: ons streven naar een gezonder Zuid-Limburg vraagt om meer durf en een aanpak die nog ambitieuzer is dan tot nu toe het geval was. Deze nieuwe aanpak staat in het regionale gezondheidsbeleid Zuid springt eruit. Zuid-Limburg zet nieuwe trend in gezondheid. Dit beleid gaat eind 2019 naar alle gemeenteraden ter vaststelling.

Om de trend werkelijk te kunnen breken, voldoet de versnipperde aanpak zoals we die kennen niet. Wij maken daarom nu een aantal keuzes voor een fundamenteel andere aanpak. Zo beginnen we met te focussen op onze jeugd. We zetten in op een kansrijke start voor elk kind in Zuid-Limburg door te investeren in de eerste 1000 dagen en de twee decennia van het leven die daar op volgen. Daarbij is het van groot belang om op te trekken met de Provincie, de rijksoverheid en onze maatschappelijke partners. Zo kunnen we veel meer massa maken. Ook zetten we in op het verwerven van de status Nationaal Programma.

In 2019 zijn de besluiten en voorbereidingen getroffen voor de inrichting van één JGZ (Jeugdgezondheidszorg) organisatie voor 0-18 jaar in Zuid-Limburg. Hiermee komt een einde aan een situatie waarin de JGZ is opgesplitst in twee leeftijdscategorieën (0-4 jaar en 4-18 jaar) en wordt uitgevoerd door vier aparte organisaties (Envida, MeanderGroep, Zuyderland en GGD Zuid Limburg). Er is besloten dat de Jeugdgezondheidszorg Zuid-Limburg wordt ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling van de GGD Zuid Limburg. Dit gaat per 1 januari 2020 gebeuren. Voor 2020 geldt dat de GGD de huidige taken van de JGZ 0-4 overneemt, tegen een gelijkblijvend budget. In 2020 zullen de Zuid-Limburgse gemeenten en de GGD samen aan een nieuwe opdracht voor JGZ 0-18 voor 2021 en verder werken.

Milieu Het gemeentelijke milieubeleid in Meerssen richt zich voornamelijk op de aanwezige infrastructuur, de geografische ligging en het menselijke handelen. Deze hebben de meeste invloed op de kwaliteit van het milieu en de mate van duurzaamheid, waarmee de omgevingskwaliteit en leefomgeving direct beïnvloed worden. Om te zorgen dat dit beleid breed gedragen wordt, is samenwerking met inwoners en maatschappelijke belangenorganisaties van belang. Dit komt ook duidelijk naar voor in het bestuursakkoord 2018-2022 waarin samenwerking tussen de gemeente en haar inwoners, leefbaarheid en omgevingsbeleid en duurzaamheid belangrijke thema's zijn.

Mobiliteit en bereikbaarheid Mobiliteit en bereikbaarheid bepalen mede de aantrekkelijkheid en de aantrekkingskracht van onze gemeente. Onze gemeente moet goed bereikbaar blijven, terwijl dit niet ten koste mag gaan van de leefbaarheid in onze woon- en verblijfsgebieden. Om te voorkomen dat de hinder van deze aanwezige infrastructuur leidend wordt, moet de gemeente een sterkere positie krijgen binnen de bestaande overlegstructuren. Daarnaast moet samenwerking met partners zoals de GGD, de Stichting Duurzaam Meerssen Groen Platform en Milieudefensie zorgen voor een breed gedragen beleid. In 2020 zal er daarom extra aandacht zijn voor de beleidsthema’s geluid en luchtkwaliteit. Hierbij gaat het voornamelijk om de meetpunten bij luchthaven MAA (Maastricht Aachen Airport) voor geluid en de

73 uitvoering van de geluidschermen langs het spoor. Daarnaast zal in 2020 ingezet worden op de uitvoering van het in 2019 vast te stellen uitvoeringsplan luchtkwaliteit.

Water De gemeente Meerssen kent een uniek landschap van hoge kwaliteit. De basis voor dit landschap wordt gevormd door het heuvelachtige gebied en de aanwezigheid van de verschillende waterlopen. Om zowel het unieke landschap door te ontwikkelen als ook de inwoners in Meerssen te beschermen zal Meerssen inzetten op gedragsverandering zodat we ons aanpassen aan het veranderende klimaat, en een proactieve rol spelen in verschillende samenwerkingsprojecten. In 2020 wordt voornamelijk ingezet op preventie om wateroverlast te voorkomen en te beperken, zoals dit in het Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2022 verwoord is. Hierin is het project Steenbreek vervangen door Waterklaar.

Duurzaamheid Op het gebied van energie is de ambitie om in 2034 energie neutraal te zijn, niet haalbaar gebleken. Bestuurlijk is bepaald om enkel de wettelijke taken uit te voeren. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden voor een eigen zonnepark in Meerssen. Op afvalgebied wordt in 2020 nauw samengewerkt met Maastricht en Valkenburg aan de Geul. Gestreefd wordt naar een duurzaam afvalbeheer, waarbij zoveel mogelijk grondstoffen uit het afval worden teruggewonnen ten behoeve van hoogwaardig hergebruik, waarbij op de langere termijn een afvalloze samenleving het ultieme doel is. Op korte termijn wordt ingezet op "verbetering afvalpreventie en scheiding van huishoudelijk afval", om in 2020 maximaal 100 kg huishoudelijk afval per inwoner per jaar en 75% hergebruik te bereiken. Inwoners en ondernemers zullen gestimuleerd en geactiveerd worden om samen met de gemeente een bijdrage te leveren.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

7.1 Volksgezondheid Wat willen we Een toekomstbestendige, efficiënte en effectieve Jeugdgezondheidszorg bereiken? (JGZ): een andere organisatie en dienstverlening waarin kinderen en ouders maximaal in beeld zijn. Wat gaan we daar in  Op 1 januari 2020 start de Jeugdgezondheidszorg 0-18 jaar als één 2020 voor doen? organisatie onder verantwoordelijkheid van de GGD Zuid-Limburg met één begroting;  Het dienstverleningspakket van de Jeugdgezondheidszorg 0-18 jaar bestaat op 1 januari 2020 uit de samengevoegde diensten van de Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar en Jeugdgezondheidszorg 4-18 jaar. In 2020 wordt het pakket herzien.  In 2020 worden discussies gevoerd en besluiten genomen over de taken die de Jeugdgezondheidszorg 0-18 jaar gaat uitvoeren, over de bijdrage die ze gaan leveren aan de trendbreuk (regionaal gezondheidsbeleid) en het bijbehorende budget en de verdeling van de kosten;  De visie op de toekomst van de Jeugdgezondheidszorg wordt in 2020 beschreven en de visie bepaalt de inrichting van de JGZ 0-18 jaar. Er wordt een uniforme werkwijze ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook wordt duidelijk wat de benodigde formatie gaat worden, welke CAO gevolgd wordt en worden de arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd.

74

Wat willen we Het inlopen van de gezondheidsachterstanden en het vergroten van de bereiken? ervaren gezondheid. Indicator Streefwaarde Startwaarde Percentage personen welke de ervaren gezondheid op (zeer) goed waardeert 75% (2020) 73% (2016) Wat gaan we daar in  In 2020 wordt gestart met de uitvoering van het nieuwe regionale 2020 voor doen? Gezondheidsbeleid Zuid Springt Eruit: Zuid-Limburg zet nieuwe trend in gezondheid. Primaire doel is het doorbreken van de gezondheidsachterstanden in Zuid-Limburg, middels het smeden van coalities en het bundelen van krachten en inzet.  Samen met onze partners uitvoering geven aan het regionaal plan Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) Heuvelland (april 2019 - april 2022). Primaire doelstelling is om een gezonde levensstijl de logische levensstijl te maken, en daarmee overgewicht terug te dringen.  In 2020 wordt het huidige Preventie- en Handhavingsplan Jeugd, Alcohol en Omgeving geëvalueerd. Tevens zal in 2020 duidelijk worden op welke wijze dit beleidsterrein in de toekomst vorm en invulling krijgt. Dit in relatie tot de ontwikkelingen op het gebied van Gezondheidsbeleid.  De komende maanden wordt er gewerkt aan een nieuwe planning. Dan zal ook duidelijk worden of en in welke vorm de werkgroep Jeugd, Alcohol en Omgeving Maastricht-Heuvelland in de toekomst invulling krijgt.  Het certificeringstraject Gezonde en Veilige school van het Stella Maris college voortzetten en afronden.

75

7.2 Riolering Wat willen we bereiken? Voorkomen effecten ernstige wateroverlast. Wat gaan we daar in  Opstellen draaiboek wateroverlast in het eerste kwartaal 2020. 2020 voor doen?  Het servicepunt wateroverlast blijft ook in 2020 gehandhaafd. Het servicepunt geeft advies aan bewoners ten aanzien wateroverlast.  Vanaf 1 januari 2019 is er een maandelijks spreekuur wateroverlast in het KCC. Mensen kunnen zich digitaal aanmelden voor dit spreekuur via een centraal mail adres van de gemeente: [email protected] . Dit mail adres kan ook gebruikt worden om digitaal vragen te stellen. Daarnaast bestaat er sinds 2018 ook een digitaal platform in het kader van het project Water in Balans dat in samenwerking met Waterschap Limburg wordt uitgevoerd. Op dit platform kunnen mensen terecht met vragen, suggesties en opmerkingen ten aanzien van maatregelen tegen wateroverlast: www.waterschaplimburg.nl/waterinbalans. Het beperken van wateroverlast als gevolg van extreme neerslag door het nemen van maatregelen op korte, middellange en lange termijn. De gemeente Meerssen is deelnemer in het project Water in Balans. De navolgende partijen zijn betrokken in dit project:  Waterschap Limburg  Provincie Limburg  LLTB  Staatsbosbeheer / Natuurmonumenten  WML  gemeente Meerssen Binnen dit project zijn de navolgende doelstellingen geformuleerd die uiterlijk in 2035 gerealiseerd dienen te zijn:  Waterschap Limburg: 90.000m3 extra waterbuffering realiseren  gemeente Meerssen: 50% afkoppelen van gemeentelijk verhard oppervlak  LLTB: 10mm extra waterberging creëren op de landbouwpercelen.  Burgers: 50% afkoppelen van het private verhard oppervlak en het vergroten van de zelfredzaamheid.  Om deze doelstellingen te halen worden maatregelen bedacht en uitgevoerd op de korte termijn, middellange termijn en lange termijn. Bij het realiseren van de doelstellingen zullen de burgers en Stichting duurzaam Meerssen worden betrokken in het ontwerpproces en de uitvoering van de projecten (burgerparticipatie). Korte Termijn:  uitwerken van een schottenprogramma voor particulieren in samenwerking met het waterschap  afronden rioolproject Korte Raarberg Herkenberg  start voorbereiding rioolproject Dorpstraat Ulestraten  start voorbereiding rioolproject Sint Catharinastraat Ulestraten  uitvoering regenwaterbuffer Pletsmolen  operatie Waterklaar / afkoppelsubsidie Gezien de effecten op natuur en milieu zal de gemeente Meerssen met prioriteit de overstorten van de riolering aanpakken. De Kaderrichtlijn water (KRW) is in 2000 van kracht geworden met als doel de kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater te waarborgen. Voor 2027 dienen de overstorten te voldoen aan de eisen uit de KRW. De navolgende projecten staan op de planning:  Aanleg KRW maatregel Slingerberg  Aanleg KRW maatregel Kruisdonk  Voorbereiding KRW maatregel Leukerdervoetpad

76 7.3 Afval Wat willen we Duurzaam afvalbeheer, waarbij zoveel mogelijk grondstoffen uit het afval bereiken? worden teruggewonnen ten behoeve van hoogwaardig hergebruik. Indicator Streefwaarde Startwaarde Restafval in kg <92 (2020) 92 (2020) Wat gaan we daar in  Daar waar mogelijk verder optimaliseren van de inzamelstructuur 2020 voor doen? van huishoudelijk afval om de burger de mogelijkheid te geven herbruikbare componenten gescheiden aan te bieden.  Uitgebreide communicatie middels afvalwijzer, huis aan huis en digitaal en het verder promoten van de Milieu-App om de burger nog meer bewust te maken van nut van afvalscheiden.

7.4 Milieubeheer Wat willen we bereiken? Een energie-neutrale gemeente in 2034. Indicator Streefwaarde Startwaarde Energie opgave van 1,56 Peta Joule besparing of opwekking (433.000.000 kilowattuur). 433.000.000 (2050) 70.000 (2019) Aantal E-laadpalen voor 2020 zijn opgenomen in het beleidsplan luchtkwaliteit. Voor 2021 en verder volgen de 14 (2020) 6 (2016) aantallen en de kosten uit het energiebeleid dat in 2018 is opgesteld. Wat gaan we daar in  Bij 100% van de herinrichtingsprojecten met parkeren wordt 2020 voor doen? elektrisch laden meegenomen.  Bij 100% van de particuliere aanvragen wordt medewerking verleend op basis van het handboek laadpalen.  We stimuleren het plaatsen van zonnepanelen en onderzoeken de haalbaarheid om in Meerssen zonneparken aan te leggen doormiddel van een kansen- en voorkeurenkaart.  Meerssen stelt zelf een businessplan op voor het aanleggen van een zonnepark binnen de gemeente Meerssen.  Op regionale schaal wordt een afwegingskader voor grote opwek opgesteld.  We stellen samen met de RUD een overeenkomst op in het kader van de EED (Energy Efficiency Directive) plichtige bedrijven.  We nemen actief deel aan de overleggen van de RES (regionale energie strategie).  Samen met corporaties en verhuurders worden afspraken gemaakt over de verplichte maatregelen voor labels bij huurwoningen.  Samen met de gemeente Maastricht zal het onderzoek naar de haalbaarheid van het Warmtenet HGN (Het Groene Net) afgerond worden.

Wat willen we Een nadrukkelijkere positie, vanuit de belangen van de inwoners, te krijgen bereiken? in de besluitvormingsprocessen en communicatie rond MAA, waarbij de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van de inwoners zwaarder wegen dan het economisch belang. Indicator Streefwaarde Startwaarde Meetpunten geluid MAA 5 (2020) 0 (2019) Meetpunten luchtkwaliteit MAA 0 (2020) 0 (2019) Wat gaan we daar in  Uitvoeren geluidsmetingen op 5 meetpunten rondom MAA 2020 voor doen?  Verstrekken van objectieve en transparante meetdata van de meetpunten rondom vliegveld MAA

77 Wat willen we bereiken? Een veilige leefomgeving zonder asbestverdachte panden. Indicator Streefwaarde Startwaarde Opgave van 982 (ca 6%) asbest verdachte panden. nvt (2024) nvt (2019) Wat gaan we daar in In afwachting van de uitgestelde landelijke wetgeving worden vooralsnog 2020 voor doen? geen maatregelen genomen.

Wat willen we Een visie met doelen en een route om te komen tot een lokale circulaire bereiken? economie in 2050 Indicator Streefwaarde Startwaarde Indicatoren en benodigde middelen volgen uit het nvt nvt samenwerkingsoverleg in 2018 en 2019 Wat gaan we daar in Verder uitwerken van de route om te komen tot een lokale circulaire 2020 voor doen? economie in 2050 middels het concept-Samenwerkingsplan “Afvalbeheer regio Geul en Maas”. In de komende planperiode richt de samenwerking zich vooral op de volgende strategische doelen:  inzicht in prioritaire grondstofketens op (minstens) regionaal niveau;  bijdrage aan bovenregionale netwerken met circulaire economie tot doel;  opstart van regionale circulaire initiatieven; mede met grondstoffen uit huishoudens in de regio.

Verder opstellen en uitwerken door Vereniging Afvalsamenwerking Limburg (ASL) van een strategisch basisdocument met een “Toekomstvisie op samenwerking in afval en grondstoffen”. Specifiek voor de huishoudelijke afvalstromen PMD, GFT en restafval worden naast een huidige schets van de situatie ook de ambities van deelnemende gemeenten geïnventariseerd. Doel is te komen tot een gedragen visie op basis van toekomstsscenario’s met ontwerpprincipes voor de organisatie, samenwerking en schaalgrootte, en rollen.

78

Wat willen we bereiken? Minimale hinder en verstoring van de leefomgeving. Indicator Streefwaarde Startwaarde Toetsing onderbouwing bodem en/of grondtransport bij vergunningen of bestemmingsplanwijzigingen (in %). 100 (2020) 100 (2020) Toetsing onderbouwing geluid bij vergunningen of bestemmingsplanwijzigingen (in %). 100 (2020) 100 (2020) Vermindering geluidhinder bij (aantal) woningen een wettelijk te hoge geluidsbelasting langs het spoor door 125 (2021) 67 (2020) geluidschermen. Toetsing onderbouwing luchtkwaliteit bij vergunningen of bestemmingsplanwijzigingen (in %). 100 (2020) 100 (2020) Wat gaan we daar in  Voorkomen van overschrijdingen wetgeving door controle 2020 voor doen? onderzoeken en advisering bodem, luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid.  Actueel houden van de digitale milieu informatie.  Samenwerking met ProRail en Rijkswaterstaat om te komen tot saneringsplannen voor woningen met een te hoge geluidsbelasting langs het spoor en de rijkswegen (o.a. geluidschermen in Bunde).  De digitale informatie deels online beschikbaar stellen.  Verstrekken informatie over bodem en ondergrond. Uitvoering maatregelen uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit.  Samenwerken met GGD, Milieudefensie en Stichting Duurzaam Meerssen om knelpunten te voorkomen.  Deelname nacht van de nacht.  Uitvoering beleidsplan openbare verlichting 2014-2023.  Onderzoek naar knelpunten met betrekking tot de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof.  Onderzoek naar knelpunten met betrekking tot de nieuwe normen voor de Polyfluoralkyslstoffen (PFAS) in de bodem.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Omvang huishoudelijk restafval kg / inwoner 2017 94 Hernieuwbare elektriciteit % 2014 1,9

Niet-verplichte beleidsindicatoren Milieu Periode Eenheid Meerssen

Omvang (grof) huishoudelijk (niet herbruikbaar) restafval (indicatie op 2019 Kg/inwoner 117 basis gegevens 2016)

Hernieuwbare elektriciteit gemeentelijke organisatie 2019 % 100

79 Indicatoren gecontroleerd door de Regionale UitvoeringsDienst Periode Aantal

Rapporten/onderzoeken bodem (incl. asbest) 2019 3

Rapporten/onderzoeken geluid 2019 8

Rapporten/onderzoeken externe veiligheid 2019 1

Rapporten/onderzoeken milieu (bodem, veiligheid en geluid) 2019 4

Overige beleidsindicatoren 2017 2018 2019

Aantal aanvragen advies bodem (extern) 33 50 30

Aantal aanvragen advies bodem (intern) 2 60 52

Aantal aanvragen milieuvergunningen 1 1 1

Aantal milieu-relevante bedrijven 230 233 167

Aantal vergunningen 1 1 1

Aantal meldingen 19 15 16

Aantal controles 139 87 75

Aantal hercontroles 20 17 26

Naleefgedrag (in orde na 1e hercontrole) >99% >98% >98%

Aantal milieu gerelateerde klachten 1.041 849

Doorlooptijd klachtafwikkeling 5 dgn 5-10 dgn 5-10 dgn

Voldoen aan landelijke norm afvalscheiding (60%, vanaf 2020 75%) >60% >75% >75%

Betrokkenheid verbonden partijen Geneeskundige gezondheidsdienst Zuid Limburg (GGD) De GGD ZL is een belangrijke partner in de realisatie van het (regionale) gezondheidsbeleid. Daarnaast is Veilig Thuis ondergebracht bij de GGD Zuid Limburg als aparte programmalijn. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA). Zowel Veilig Thuis als een aantal andere onderdelen van de GGD spelen een belangrijke rol binnen het sociale domein maar hebben ook raakvlakken met andere beleidsterreinen zoals openbare orde en veiligheid, ruimte en milieu.

Milieuparken Geul en Maas Zorgdragen voor een voorziening waar burgers huishoudelijke afvalcomponenten kunnen brengen. De deelnemende gemeenten exploiteren gezamenlijk de milieuparken op basis van regionale uniformering en kostenbeheersing. De milieuparken bevinden zich in Maastricht (Randwyck, Het Rondeel en Beatrixhaven) en Valkenburg aan de Geul (de Valkenberg).

Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD) Uitvoeren wettelijke taken op gebied van milieu. De RUD is gemandateerd voor een aantal gemeentelijke milieutaken, bijvoorbeeld vergunningverlening, meldingen Activiteitenbesluit, sloopmeldingen met asbest en milieutoezicht.

80 Samenwerkingsverband Maas en Mergelland Samenwerken is belangrijk om de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water van 2011 te kunnen bereiken: een aanzienlijke beperking van de stijging van de kosten in 2020. Onze Samenwerking (Afval)waterbeheer Maas en Mergelland heeft drie belangrijke doelstellingen: 1. het vergroten van de kwaliteit van onze dienstverlening aan burgers en bedrijven: door specialisatie van taken binnen de organisaties verhogen we de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven; 2. het verminderen van de personele kwetsbaarheid van onze eigen organisatie; over de organisaties heen ontstaat een goed beeld van de afvalwaterketen binnen onze regio en de specifieke lokale aandachtspunten. Dit maakt het mogelijk in voorkomende gevallen elkaar te ondersteunen of (deels) te vervangen bij planvorming en uitvoering van watertaken; 3. kostenbesparing ten opzichte van de huidige gemeentelijke rioleringsplannen.

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 7.1 Volksgezondheid -746 -769 -804 -798 -756 -752 7.2 Riolering -2.197 -2.224 -1.878 -1.911 -1.927 -1.957 7.3 Afval -1.595 -1.681 -1.720 -1.717 -1.717 -1.717 7.4 Milieubeheer -176 -316 -425 -383 -392 -362 7.5 Begraafplaatsen en -143 -181 -132 -132 -132 -132 crematoria Totaal lasten -4.856 -5.171 -4.958 -4.941 -4.924 -4.919 Baten 7.1 Volksgezondheid 1 7.2 Riolering 2.774 2.825 2.868 2.911 2.955 2.999 7.3 Afval 2.104 2.144 2.275 2.272 2.272 2.272 7.4 Milieubeheer 23 23 23 23 23 1 7.5 Begraafplaatsen en 137 148 148 148 148 148 crematoria Totaal baten 5.038 5.139 5.314 5.354 5.398 5.420 Saldo van baten en lasten 182 -32 357 413 474 500 Storting in reserves -7 -7 -7 -12 -7 -7 Onttrekking aan reserves 27 179 51 8 12 4 Geraamd resultaat 203 141 401 409 479 498

81 Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 245 290 334 346 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -56 -56 -56 -56 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 -456 -456 -451 -451 Saldo tot en met de Kaderbrief -268 -222 -172 -161 2e Bestuursrapportage 2019 13 13 13 13 Startbegroting 2020-2023 -255 -209 -159 -148 Nieuw beleid -30 -30 -30 -30 Bestaand beleid 18 -22 -19 -18 Kapitaallasten 394 398 414 421 Ombuigingen 285 285 285 285 Overige technische wijzigingen -11 -11 -11 -11 Totaal mutaties begroting 2020-2023 656 619 639 646 Meerjarenbegroting 2020-2023 401 409 479 498

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meicirculaire 2019 -5 -5 Energietransitie -211 -211 -211 -211 Meetpunten luchtkwaliteit/fijnstof en geluidsmetingen -240 -240 -240 -240 Totaal Kaderbrief 2019 -456 -456 -451 -451

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Nieuw beleid Aanpassen regionale bodemkwaliteitskaart op PFAS Voor het aanpassen van de regionale bodemkwaliteitskaart op PFAS is in 2020 € 8.000 opgenomen. Dit bedrag wordt afgedekt uit algemene reserve.

Onderzoek n.a.v. motie gezondheidseffecten MAA Voor onderzoek naar gezondheidseffecten MAA is € 6.000 opgenomen. Dit bedrag wordt afgedekt uit de reserve duurzame ontwikkeling.

Stichting Duurzaam Meerssen -30 -30 -30 -30 Voor de Stichting Duurzaam Meerssen wordt jaarlijks een bedrag van € 30.000 geraamd.

82 Bestaand beleid Mutaties afvalstoffenbegroting 2020 36 36 36 36 Aanpassing afvalstoffenbegroting op basis van begroting 2020.

Mutaties riolering begroting 2020 -18 -59 -55 -55 Mutaties riolering begroting 2020

Ombuigingen Gewijzigde variant energietransitie 79 79 79 79 Gekozen wordt voor de minimale variant in plaats van de variant 'actief plus'. Echter, vanwege het door de raad in juni 2019 uitgestelde besluit is er al sprake van meerkosten van € 32.000.

Meetpunten luchtkwaliteit/fijnstof 206 206 206 206 Voorgesteld wordt om geen meetpunten op te zetten; wel is er budget opgenomen in het kader van de nota luchtkwaliteit.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Storting in reserves -7 -12 -7 -7 Res. duurzame ontwikkeling -7 -7 -7 -7 Res. aanpak zwerfafval -6 Onttrekking aan reserves 51 8 12 4 Algemene reserve 14 Res. duurzame ontwikkeling 6 Res. aanpak zwerfafval 23 8 Res. afdekking kapitaallasten 8 8 4 4

Investeringen Om de doelen uit dit programma te realiseren worden de volgende investeringen in 2020 uitgevoerd. Bruto Bijdragen Netto

(bedragen x € 1.000) budget derden budget Afkoppelen 100 100 Kleine rioolinvesteringen 100 100 Maatregelen wateroverlast 100 100 Relining en rioolrenovatie 750 750

83

Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

2020

85

Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing Portefeuillehouder: wethouder mr. F.P.M. Sanders

De kwaliteit van de fysieke leefomgeving van de woonkernen en het buitengebied van de gemeente Meerssen moet gewaarborgd blijven en waar mogelijk versterkt worden. Demografische ontwikkelingen, energietransitie, mobiliteitskwesties, de veranderende economie vragen om een krachtige integrale aanpak vanuit het gemeentelijk volkshuisvestings- en ruimtelijke ordeningsbeleid. Dit is alleen mogelijk door nauwe samenwerking met de verschillende partners op lokaal, maar ook op regionaal vlak.

Implementatie Omgevingswet De Omgevingswet zal op 1 januari 2021 in werking treden. Dit betekent dat er momenteel voorbereidingen worden getroffen om voldoende toegerust te zijn op de veranderingen die deze wetswijziging met zich meebrengt. Hierbij vragen de invoering van het digitale stelsel en de kortere omgevingsvergunningsprocedures vooral de aandacht. Dit betekent dat op diverse plekken in de organisatie anders gewerkt zal moeten worden. Om dit proces vorm te geven is een werkplan opgesteld en vastgesteld door de gemeenteraad en zijn er de nodige budgetten beschikbaar gesteld. Wat betreft het opstellen van de Omgevingsvisie en Omgevingsplan zijn er verschillende voorbereidende acties gestart. Voor deze instrumenten hebben gemeenten respectievelijk nog tot 2024 en 2029 de tijd.

Woonvisie De laatste woonvisie (regionale woonvisie Maastricht-Mergelland 2005-2009) is gedateerd en voldoet niet meer aan de huidige wetten en eisen. De regionale structuurvisie Wonen Zuid-Limburg (SVWZL, vastgesteld door de raad op 8 september 2016) is het vigerende ruimtelijke kader voor nieuwe woningbouwinitiatieven. Deze regionale visie is geen lokale woonvisie en biedt daarmee geen houvast voor lokale afwegingen of prestatieafspraken. Om deze redenen wordt gewerkt aan een nieuwe actuele lokale woonvisie. De SVWZL vormt wel een belangrijk kader voor de lokale woonvisie. De woonvisie zal op basis van een aantal demografische ontwikkelingen en het huidige woningbestand een aantal woningtypes en doelgroepen identificeren waar (ook in de toekomst) nog voldoende vraag naar zal zijn. Tegelijkertijd ligt er ook een sanerings- en transformatieopgave voor woningtypes en doelgroepen waar geen/onvoldoende vraag verwacht mag worden. Uiteindelijk doel is om vraag en aanbod op een verantwoorde wijze met elkaar in evenwicht te brengen, wat vervolgens moet leiden tot een stabiele(re) woningmarkt en betere woon- en leefkwaliteit.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

8.1 Ruimtelijke ordening Wat willen we Vanuit de belangen van de inwoners een nadrukkelijkere positie te krijgen bereiken? in de besluitvormingsprocessen en communicatie rondom MAA. Inzetten op de uitvoering van een actuele milieueffectrapportage in relatie tot de recente plannen MAA. Wat gaan we daar in  De benodigde omgevingsvergunning, de vergunning i.h.k.v. de Wet 2020 voor doen? natuurbescherming, de besluiten op grond van de Wet geluidhinder en het inpassingsplan voor het proefdraaien worden door provincie gelijktijdig ter inzage gelegd, zodat het proces en de inspraakmogelijkheden overzichtelijker zijn voor derden. Ook zal hiervoor samen met provincie een openbare informatiebijeenkomst worden georganiseerd.  We nemen deel aan de uitwerking van een convenant waarin tussen de verschillende betrokken partijen afspraken zijn vastgelegd met het doel de hinder veroorzaakt door MAA beheersbaar te maken.  We nemen deel aan de Commissie Regionaal Overleg (CRO) MAA en bereiden deze voor.

87 Wat willen we Woningbouwprogramma en bijhorend beleidskader voor afweging van bereiken? nieuwe woningbouwinitiatieven om te komen tot een transformatie van de woningvoorraad zodat sprake is van een flexibele lokale woningmarkt met aanbod dat goed aansluit op woningbehoefte. Indicator Streefwaarde Startwaarde Aantal wooneenheden (juiste woning op de juiste plek). 100 (2022) 24 (2019) Wat gaan we daar in  Er wordt een woonvisie voor de gemeente Meerssen vastgesteld; 2020 voor doen?  Er worden afspraken gemaakt met de woningbouwcorporaties en huurdersorganisaties over de bijdrage van de corporaties in de realisatie van de volkshuisvestingsopgave;  De subregionale woningbouwprogrammering wordt bijgehouden;  De structuurvisie Wonen Zuid-Limburg wordt regionaal geëvalueerd.

8.3 Wonen en bouwen Wat willen we Opstellen van integrale gebiedsvisies voor de woonkernen en het bereiken? buitengebied als onderdeel van de omgevingsvisie die wordt opgesteld in het kader van de implementatie van de Omgevingswet. Wat gaan we daar in Er zal een start worden gemaakt met het proces om 2020 voor doen? dorpsontwikkelingsplannen voor iedere dorpskern op te stellen. De uitkomsten van deze participatieve trajecten waarbij de bewoners en andere stakeholders actief worden betrokken, zullen uiteindelijk dienen als input voor het opstellen van de omgevingsvisie. Daarnaast worden er gebiedsopgaven bepaald, waarbij de belangrijkste gemeentelijke ambities en opgaven (bijvoorbeeld in het kader van de energietransitie, aanpak van de wateroverlast en de transformatie van de woningvoorraad) inzichtelijk worden gemaakt.

Beleidsindicatoren

Verplichte BBV-indicatoren Naam indicator Eenheid Periode Meerssen

Gemiddelde W0Z waarde x € 1.000 2018 238 Nieuw gebouwde woningen aantal per 1.000 woningen 2016 0,1 Demografische druk % 2019 82,1 Gemeentelijke woonlasten in euro's 2019 880 eenpersoonshuishouden Gemeentelijke woonlasten in euro's 2019 996 meerpersoonshuishouden

Betrokkenheid verbonden partijen Niet van toepassing.

88 Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 8.1 Ruimtelijke ordening -398 -642 -852 -562 -562 -578 8.3 Wonen en bouwen -3.429 -3.352 -3.189 -3.156 -3.126 -3.103 Totaal lasten -3.827 -3.994 -4.040 -3.717 -3.688 -3.681 Baten 8.1 Ruimtelijke ordening 83 52 43 43 43 43 8.3 Wonen en bouwen 3.366 2.790 2.855 2.632 2.582 2.561 Totaal baten 3.449 2.842 2.898 2.675 2.625 2.604 Saldo van baten en lasten -378 -1.152 -1.143 -1.043 -1.063 -1.077 Storting in reserves -190 -42 -160 Onttrekking aan reserves 128 177 290 28 44 44 Geraamd resultaat -440 -1.018 -1.012 -1.014 -1.018 -1.033

Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -1.021 -1.020 -1.022 -1.026 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -66 -66 -66 -83 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 Saldo tot en met de Kaderbrief -1.087 -1.087 -1.089 -1.109 2e Bestuursrapportage 2019 Startbegroting 2020-2023 -1.087 -1.087 -1.089 -1.109 Kapitaallasten 58 56 54 59 Ombuigingen 39 39 39 39 Overige technische wijzigingen -23 -23 -23 -23 Totaal mutaties begroting 2020-2023 75 73 71 76 Meerjarenbegroting 2020-2023 -1.012 -1.014 -1.018 -1.033

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Geen mutaties. Totaal Kaderbrief 2019

89

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Ombuigingen Leges omgevingsvergunningen 39 39 39 39 Legestarief omgevingsvergunningen stijgt van 3,2% naar 4,0%. Tevens zijn de ramingen geactualiseerd op basis van de verwachte bouwplannen.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Storting in reserves -160 Res. egalisatie leges omgev.vergunningen -160 Onttrekking aan reserves 290 28 44 44 Algemene reserve 290 Res. egalisatie leges omgev.vergunningen 28 44 44 Res. afdekking kapitaallasten

90

Algemene dekkingsmiddelen, overhead, Vpb en onvoorzien

2020

91

Algemene dekkingsmiddelen Portefeuillehouder: wethouder J.J.M. Gulikers

Algemene uitkering uit het gemeentefonds De berekening van de algemene uitkering is gebaseerd op de septembercirculaire 2019.

Met het nominale accres binnen de algemene uitkering worden de loon- en prijsstijgingen opgevangen. Aangezien de lastenkant van de begroting 2020 is gebaseerd op het prijspeil 2019, is voor de prijsontwikkeling in 2020 een stelpost opgenomen. Als stelpost voor prijsstijgingen is een bedrag van € 355.000 opgenomen. Aangezien er bij het opstellen van deze begroting een nieuwe cao voor gemeenten was afgesloten die loopt tot 1 januari 2021, zijn de loonkosten geraamd op basis van deze nieuwe cao. Derhalve is het niet nodig om een stelpost voor de loonontwikkeling in 2020 op te nemen.

In onderstaand overzicht treft u de inkomsten uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan. Begroot Rekening Begroting Begroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2019 2020 Algemene uitkering 16.148 22.847 23.358 24.367 Integratie-uitkering sociaal domein 8.208 2.188 2.360 2.146 Voorgaande jaren 11 Totaal Algemene uitkering uit het gemeentefonds 24.367 25.035 25.718 26.513

Lokale heffingen Meerssen kent momenteel drie heffingen die het karakter hebben van algemeen dekkingsmiddel. Het betreft de onroerende zaakbelastingen (OZB), de hondenbelasting en de toeristenbelasting. Hierbij wordt opgemerkt dat het streven is om met de hondenbelasting in 4 jaar tijd (vanaf 2019) toe te groeien naar een kostendekkend tarief, waarmee het karakter van algemeen dekkingsmiddel wordt losgelaten. Voor uitgebreide informatie verwijzen wij u naar de paragraaf Lokale heffingen.

Dividendopbrengsten / rentevergoedingen en hiermee samenhangende kosten De aandelenportefeuille bestaat uit de volgende aandelen: Enexis Holding NV, BNG, AVL nazorg BV en WML Limburg. Door enkele instanties wordt dividend of een rentevergoeding uitgekeerd. Begroot Rekening Begroting Begroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2019 2020 Dividend BNG 35 35 39 39 Dividend Enexis 340 329 401 329 Rente APG/Oyens & van Eeghen en brugleningen 587 463 427 185 Rente leningen Hengelo en Groningen 199 199 199 199 Totaal dividend- en renteopbrengsten 1.160 1.026 1.065 752

93 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen ?

0.61 OZB woningen Wat willen we bereiken? OZB Wat gaan we daar in Het OZB-tarief stijgt in 4 jaar tijd naar een dusdanig niveau waardoor in 2020 voor doen? 2023 een sluitende begroting wordt gerealiseerd.

0.64 Belastingen overig Wat willen we bereiken? Hondenbelasting Wat gaan we daar in De hondenbelasting wordt niet langer gezien als een algemeen 2020 voor doen? dekkingsmiddel. De totale hoogte van de hondenbelasting wordt gekoppeld aan de honden gerelateerde kosten. Dus tarief wordt kostendekkend. Dit zal in 4 termijnen (start in 2019) worden gerealiseerd.

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 0.5 Treasury -614 -355 -296 -269 -224 -182 0.61 OZB woningen -179 -209 -140 -131 -131 -131 0.62 OZB niet-woningen -35 -21 -23 -23 -23 -23 0.64 Belastingen overig -62 -69 -71 -30 -30 -30 0.8 Overige baten en lasten 101 -355 -355 -355 -355 Totaal lasten -790 -653 -885 -808 -763 -721 Baten 0.5 Treasury 2.363 2.151 797 761 719 621 0.61 OZB woningen 3.845 3.756 3.925 4.101 4.286 4.479 0.62 OZB niet-woningen 813 830 868 907 948 990 0.63 Parkeerbelasting 198 200 200 200 200 200 0.64 Belastingen overig 197 166 142 130 106 106 0.7 Algemene uitkering en 24.367 25.528 26.513 26.942 26.940 27.007 overige uitkeringen gemeentefonds 0.8 Overige baten en lasten 5 3.000 Totaal baten 31.789 35.631 32.444 33.042 33.198 33.403 Saldo van baten en lasten 30.999 34.977 31.559 32.234 32.435 32.682 Storting in reserves -3.000 Onttrekking aan reserves 40 304 255 464 300 Geraamd resultaat 31.039 32.281 31.814 32.698 32.735 32.682

94 Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 31.922 32.180 32.249 32.510 Raadsbesluiten tot en met september 2019 -405 -338 -380 -395 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 469 253 -171 -328 Saldo tot en met de Kaderbrief 31.986 32.095 31.698 31.787 2e Bestuursrapportage 2019 117 117 117 117 Startbegroting 2020-2023 32.102 32.211 31.815 31.903 Nieuw beleid 214 464 300 Gemeentefonds 174 477 792 712 Kapitaallasten -911 -946 -916 -914 Ombuigingen 237 495 748 984 Overige technische wijzigingen -3 -3 -3 -3 Totaal mutaties begroting 2020-2023 -288 487 920 778 Meerjarenbegroting 2020-2023 31.814 32.698 32.735 32.682

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Dividenduitkering Enexis -84 Meicirculaire 2019 469 253 -245 -171 Totaal Kaderbrief 2019 469 253 -328 -171

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Nieuw beleid Dekking negatieve begrotingssaldi uit algemene 214 464 300 reserve De begrotingstekorten voor de jaren 2020 t/m 2022 van respectievelijk € 214.460, € 464.227 en € 300.190 worden afgedekt uit de algemene reserve.

Gemeentefonds Septembercirculaire 2019 174 477 539 459 Gevolgen septembercirculaire 2019

Stelpost jeugdhulp algemene uitkering (structureel) 253 253 Stelpost jeugdhulp algemene uitkering (structureel).De extra middelen die we voor jeugdhulp over 2019 t/m 2021 ontvangen worden structureel als stelpost opgenomen. Het betreft € 300 mln, hetgeen voor ons € 253.000 betekent. Dit bedrag wordt vanaf 2022 structureel als stelpost opgenomen.

95 Ombuigingen OZB-tarieven 237 482 736 971 Alle OZB-tarieven stijgen voor de jaren 2020 t/m 2023 jaarlijks met 4,5%. Dit is nodig om in 2023 een sluitende begroting te realiseren.

Vergoeding bedrijfsmatig gebruik gemeentelijk 13 13 13 eigendom (precario). Deze vergoedingen worden via individuele overeenkomsten met de gebruikers van de gemeentelijke eigendommen vastgelegd.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Onttrekking aan reserves 255 464 300 Res. instapfee BsGW 40 Algemene reserve 214 464 300

96 Overhead Portefeuillehouder: wethouder J.J.M. Gulikers

Conform het Besluit Begroting en Verantwoording wordt in de begroting in het programmaplan een apart overzicht opgenomen van de kosten van overhead. In onze Financiële Verordening Meerssen 2018 zijn nadere regels opgenomen voor de toerekening van de overhead.

De definitie van overhead luidt in dit verband: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van het primaire proces.

De kosten die direct aan het primaire proces zijn gerelateerd zijn rechtstreeks binnen de verschillende programma's op het betreffende taakveld opgenomen.

De gehanteerde uitgangspunten bij de bepaling van de kosten zijn: 1. Directe kosten (materieel en personeel) worden toegerekend aan de desbetreffende taakvelden. 2. Ondersteunende taken zijn niet direct dienstbaar aan de externe klant of het externe product en behoren daarom tot de overhead. Wanneer deze ondersteunende taken worden uitbesteed, behoren de uitbestedingskosten tot de overhead. 3. Sturende taken, vervuld door hiërarchisch leidinggevenden, behoren tot de overhead. De bijbehorende loonkosten behoren ondeelbaar tot de overhead. Dit betreft de gemeentesecretaris en de afdelingshoofden. 4. De positionering van een functie binnen de organisatie heeft geen invloed op de beoordeling of er sprake is van overhead. In deze lijn is bijvoorbeeld managementondersteuning in de lijn beoordeeld als overhead.

Bepaling van tarieven voor externe diensten en retributies Het centraal begroten van de kosten van overhead betekent dat het niet langer mogelijk is om uit de taakvelden rechtstreeks alle tarieven te bepalen, immers moeten dan ook de overheadkosten aan deze tarieven worden toegerekend. Voor enkele taakvelden is het noodzakelijk om tarieven te bepalen, bijvoorbeeld als het gaat om verrekenen van kosten van diensten aan derden, of voor het vaststellen van de hoogte van retributies, zoals legestarieven en riool- en afvalstoffenheffing.

Om kostendekkende tarieven te berekenen, dienen de overheadkosten middels een bepaalde verdeelsleutel te worden toegerekend naar de taakvelden. Wij hanteren de toerekening op basis van de directe personeelslasten van een taakveld (inclusief de inhuur van personeel). De onderbouwing hiervan is dat de overhead in het algemeen is gerelateerd aan het personeel van het primaire proces (bijvoorbeeld: aantal werkplekken, hoeveelheid aandacht van het management, etc.). De personeelslasten van het primaire proces worden vermenigvuldigd met de overheadfactor. De overheadfactor wordt berekend door het saldo van de totale overhead te delen door de totale personeelslasten van alle taakvelden (excl. overhead). Voor de begroting 2020 is de berekende overheadfactor 98%.

In de paragraaf Lokale heffingen wordt ingegaan op de overhead welke extracomptabel wordt toegerekend aan de diverse heffingen en de wijze van berekening hiervan. De berekening wordt aangevuld met een inhoudelijke toelichting over de totstandkoming van de tarieven en de beleidskeuzes die daaraan ten grondslag liggen.

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen De ontwikkelingen op het programma Overhead worden toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering.

97 Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 0.41 Management & -1.233 -831 -893 -873 -873 -873 bestuursondersteuning 0.42 Personeel & organisatie -870 -1.050 -696 -787 -795 -780 0.43 Planning & control -373 -615 -634 -634 -640 -634 0.44 Juridische zaken -312 -298 -248 -248 -248 -248 0.45 Informatisering & -1.629 -1.433 -1.407 -1.360 -1.408 -1.367 automatisering 0.46 Communicatie -148 -182 -186 -186 -186 -186 0.47 Huisvesting & facilitair -1.460 -1.228 -1.239 -1.239 -1.235 -1.235 Totaal lasten -6.024 -5.638 -5.302 -5.325 -5.385 -5.323 Baten 0.42 Personeel & organisatie 80 57 13 13 13 13 0.44 Juridische zaken 5 0.45 Informatisering & 6 automatisering 0.47 Huisvesting & facilitair 5 7 3 3 3 3 Totaal baten 96 65 16 16 16 16 Saldo van baten en lasten -5.928 -5.574 -5.286 -5.309 -5.369 -5.307 Storting in reserves -466 -178 -178 -178 -178 -178 Onttrekking aan reserves 580 597 301 240 285 251 Geraamd resultaat -5.815 -5.155 -5.163 -5.248 -5.262 -5.234

98 Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2020 en het meerjarenperspectief weer op basis van de voorstellen en wijzigingen uit de begroting voor dit programma. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meerjarenbegroting 2019-2022 -5.126 -5.117 -5.126 -5.090 Raadsbesluiten tot en met september 2019 49 49 49 49 Kaderbrief incl. meicirculaire 2019 -241 -241 -241 -241 Saldo tot en met de Kaderbrief -5.318 -5.310 -5.319 -5.282 2e Bestuursrapportage 2019 -45 -38 -40 -53 Startbegroting 2020-2023 -5.363 -5.347 -5.359 -5.335 Bestaand beleid 53 -44 -44 -44 Kapitaallasten 60 56 53 57 Overige technische wijzigingen 87 87 87 87 Totaal mutaties begroting 2020-2023 200 100 97 101 Meerjarenbegroting 2020-2023 -5.163 -5.248 -5.262 -5.234

Onderstaand worden de financiële mutaties in het meerjarenperspectief vanuit de Kadernota 2020- 2023 toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Meicirculaire 2019 -145 -145 -145 -145 Aanpassing contract Arbodienstregeling -19 -19 -19 -19 Salarissen_verwachte mutatie meerjarig -77 -77 -77 -77 Totaal Kaderbrief 2019 -241 -241 -241 -241

Onderstaand worden de belangrijkste financiële mutaties in het meerjarenperspectief aangebracht na de Kaderbrief toegelicht. Begroting Meerjarenbegroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Bestaand beleid Salarissen 53 -44 -44 -44 Bijstelling salarisbegroting op basis van prognose.

Reserves Onderstaand worden de reservemutaties in het meerjarenperspectief gespecificeerd. Begroting Begroting Begroting Begroting bedragen x € 1.000 2020 2021 2022 2023 Storting in reserves -178 -178 -178 -178 Res. automatisering -178 -178 -178 -178 Onttrekking aan reserves 301 240 285 251 Algemene reserve 20 Res. afdekking kapitaallasten 281 240 285 251

99 Investeringen Om de doelen uit dit programma te realiseren worden de volgende investeringen in 2020 uitgevoerd. Bruto Bijdragen Netto

(bedragen x € 1.000) budget derden budget Begraafplaatsregistratie (vervanging) 25 25

100 Vennootschapsbelasting (Vpb) Portefeuillehouder: wethouder J.J.M. Gulikers

Inmiddels zijn drie volledige boekjaren (2016 t/m 2018) verstreken na de invoering van de vennootschapsbelastingplicht (Vpb) voor overheidsondernemingen. Oorspronkelijk kwamen we voor gemeente Meerssen uit op een 0-aangifte (geen Vpb verschuldigd). Omdat dit nog nieuwe wetgeving betreft, die ruimte laat voor interpretatie, is landelijk nog niet exact helder hoe de aangiften van gemeenten worden beoordeeld. Voor bepaalde onderwerpen moet nog duidelijkheid ontstaan over toepassing van de wet in de praktijk. De standpunten van zowel Belastingdienst als de Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden (SVLO) veranderen nog steeds. Bovendien is in maart 2019 tussen de belastingdienst en de NVRD (belangenbehartiging voor onder meer afvalverwerking en reiniging) een werkafspraak gemaakt over de heffing op opbrengsten uit afvalstromen. Hoewel dit geen materieel financieel risico vormt, illustreert dit hoe een gemeente door voortschrijdend inzicht alsnog Vpb-plichtig kan worden. We moeten een definitief besluit en de aanslagen 2016 t/m 2018 van de belastingdienst afwachten.

Omdat de aangifte Vennootschapsbelasting los staat van de richtlijnen voor begroting en verslaglegging voor gemeenten, is hiervoor externe fiscale ondersteuning ingeschakeld. Zie ook paragraaf Bedrijfsvoering, 5.3 Planning en Control, onderwerp Fiscaal.

Risico's Er blijft concreet onzekerheid bestaan met betrekking tot de activiteit afval (zie hierboven). Dit is echter niet materieel. In het algemeen blijven er de komende jaren risico's bestaan door het hiervoor al genoemde voortschrijdend inzicht van de belastingdienst. Vaak zal een eenmaal ingenomen standpunt ook een effect met terugwerkende kracht hebben.

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 0.9 Vennootschapsbelasting 0 0 0 0 0 (vpb) Totaal lasten Saldo van baten en lasten Geraamd resultaat

101 Onvoorzien Portefeuillehouder: wethouder J.J.M. Gulikers

Voor de hoogte van de post onvoorzien zijn geen vastgestelde normen. Elke gemeente dient zelf de hoogte van de post onvoorzien te bepalen op basis van het eigen beleid en rekening houdend met de ervaringen uit het verleden. De post onvoorzien kan uitsluitend worden aangewend voor onvoorziene, onvermijdbare en/of onuitstelbare lasten dan wel voor onvoorziene tegenvallende baten. Als deze aanwending strikt wordt toegepast gaan we er vanuit dat volstaan kan worden met een structureel bedrag van € 50.000. Mochten we in 2020 of volgende jaren geconfronteerd worden met hogere onvoorziene uitgaven of tegenvallende baten, dan kan worden terugvallen op de algemene (risico)reserve.

Wat mag het kosten?

Exploitatie Onderstaande tabel geeft de baten en lasten per taakveld en de mutaties in de reserves voor het programma weer. Begroot Realisatie Begroting Meerjarenbegroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Lasten 0.12 Onvoorzien -6 -50 -50 -50 -50 Totaal lasten -6 -50 -50 -50 -50 Saldo van baten en lasten -6 -50 -50 -50 -50 Geraamd resultaat -6 -50 -50 -50 -50

102

Paragrafen

2020

103

Inleiding paragrafen Op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BVV) vormen de paragrafen een vast onderdeel van de beleidsbegroting en het jaarverslag.

In afzonderlijke paragrafen worden de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor de raad voldoende inzicht krijgt in het betreffende onderwerp.

Artikel 9 van het BVV stelt nagenoemde paragrafen verplicht:  lokale heffingen  weerstandsvermogen en risicobeheersing  onderhoud kapitaalgoederen  financiering  bedrijfsvoering  verbonden partijen  grondbeleid.  taakstellingen en reserveringen (facultatieve paragraaf)

Naast de verplichte paragrafen kan de raad nog andere onderwerpen benoemen die in een paragraaf nader worden toegelicht. Essentieel voor de keuze van een paragraafuitwerking is het grote financiële belang van dat onderwerp.

Indien voor een onderwerp een actuele beleidsnota bestaat wordt in de paragraaf in de regel volstaan met een korte berichtgeving over de stand van zaken. De paragraaf vervult dan een rol in het planning & control proces.

Ontbreekt een actuele beleidsnota dan zal in de paragraaf uitvoeriger op het onderwerp worden ingegaan. Alsdan krijgt de paragraaf meer de functie van kaderstelling.

105

1 Lokale heffingen

1.1 Tabel lokale heffingen bedragen x € 1.000 Begroot na Begroting Meerjarenbegroting wijziging 2019 2020 2021 2022 2023 OZB woningen 3.830 3.925 4.101 4.286 4.479 OZB eigenaren niet woningen 507 529 553 578 604 OZB gebruiker niet woningen 324 338 353 369 386 Parkeerbelasting 200 200 200 200 200 Hondenbelasting 113 89 64 40 40 Reclamebelasting 41 41 41 41 41 Toeristenbelasting 80 80 80 80 80 Riolering 2.825 2.868 2.911 2.955 2.999 Afval 1.486 1.719 1.719 1.719 1.719 Totaal lokale heffingen 9.404 9.789 10.024 10.268 10.548

1.2 Ontwikkeling lokale lasten Onroerende zaakbelastingen De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De eigenarenbelasting wordt geheven van de eigenaren van woningen en van de eigenaren van niet-woningen (o.a. winkels, bedrijven, scholen) De gebruikersbelasting wordt alleen geheven van gebruikers van niet-woningen. De gemeente bepaalt het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen, op basis van de waarde van de onroerende zaak. De waarderingsgrondslagen worden met ingang van 2007 jaarlijks opnieuw vastgesteld volgens de regels in de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Deze jaarlijkse waardering heeft tot gevolg dat de tarieven OZB ook jaarlijks zullen moeten worden bijgesteld ter compensatie van de WOZ waardeontwikkeling. Tabel 2 geeft weer welke OZB tarieven de gemeente hanteert en hoe deze zich verhouden ten opzichte van het gemiddelde tarief van de omliggende gemeenten.

Het vorig jaar ingezette streven om de tarieven van de OZB zowel voor woningen als niet-woningen binnen een termijn van vier jaren in overeenstemming te brengen met het gemiddelde tarief van vier omliggende gemeenten (, Nuth, Stein en Valkenburg) blijft van kracht, maar kan door de precaire financiële situatie van de gemeente in deze meerjarenbegroting niet worden gecontinueerd. Ten opzichte van 2019 zullen de OZB tarieven tot en met 2023 jaarlijks met 4,5% stijgen. Voor de vergelijking met de omliggende gemeenten is het gemiddelde tarief van deze gemeenten hieronder wel opgenomen.

Tabel 2: Tarieven onroerendezaakbelasting (in percentage van de WOZ waarde) Gemiddelde tarief omliggende Meerssen Meerssen Stijging gemeenten 2019 2020* t.o.v. 2019 2019 OZB eigenaar woningen 0,1756 0,1835 4,5% 0,1590 OZB eigenaar niet-woningen 0,2800 0,2926 4,5% 0,3203 OZB gebruiker niet-woningen 0,2220 0,2320 4,5% 0,2669 * deze tarieven zullen nog worden bijgesteld ter compensatie van de WOZ waardeontwikkeling!

107 Afvalstoffenheffing en Reinigingsheffing Uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. In de begroting 2019 was al een stijging van het tarief met 5% voorzien voor 2020. Ondanks deze stijging is als gevolg van stijgende kosten en dalende inkomsten voor PMD en papier in 2020 een flink tekort voorzien. Daarom is voor 2020 een stijging van de vastrechttarieven met 16% noodzakelijk. Hiermee is het tarief echter nog niet geheel kostendekkend en blijven we interen op de voorziening.

Ook de prijs van de restafvalzak gaat stijgen en bedraagt in 2020: € 1,00 (2019: € 0,70) voor een zak van 50 liter en € 0,50 ( 2019: € 0,35) voor een zak van 25 liter.

Een steeds groter aantal huishoudens kan gebruik maken van ondergrondse afvalcontainers. Deze huishoudens behoeven geen gemeentelijke restafvalzakken aan te schaffen. Zij betalen voor het gebruik van de ondergrondse afvalcontainers in 2020 een toeslag op de afvalstoffenheffing van € 16,00 (2019: € 14,00) voor een eenpersoonshuishouden dan wel € 24,00 (2019: € 21,00) voor een meerpersoonshuishouden.

Tabel 3: Tarieven afvalstoffenheffing per huishouden (in €) Meerssen 2019 Meerssen 2020 Stijging t.o.v. 2019 Eenpersoonshuishoudens 164,50 191,00 16% Meerpersoonshuishoudens 178,50 207,00 16% Bedrijven (reinigingsrechten) 178,50 207,00 16%

Om de in bovenstaande tabel opgenomen tarieven over 2019 te kunnen vergelijken met de Limburgse gemiddelden over 2019 dienen zij te worden verhoogd met de kosten voor de aanschaf van de gemeentelijke restafvalzak. Voor eenpersoonshuishoudens worden deze kosten begroot op € 14,00 per jaar en voor meerpersoonshuishoudens op € 21,00 per jaar. Aldus bedragen de totale lasten over 2019 voor: Eenpersoonshuishoudens € 178,50. Het Limburgs gemiddelde over 2019 is niet bekend. Meerpersoonshuishoudens € 199,50. Het Limburgs gemiddelde over 2019 is € 227,29. Rioolrechten Als basis voor de tariefberekening van de rioolrechten gelden de bedragen van het in december 2017 vastgestelde Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) 2018-2022. Uitgangspunt van het GRP is een doorgroei naar kostendekkende tarieven. Vertaling van de GRP bedragen zou voor 2020 een stijging van het rioolrecht betekenen met 3%. Echter vanwege het achterblijven van diverse investeringen in combinatie met de lage rentestand is voor 2020 besloten uitsluitend de prijsindexering van 1,5% door te voeren Wel is op basis van het GRP voor 2021 t/m 2023 een jaarlijkse tariefstijging van 1,5% en voor 2024 nog 0,6% (beide percentages exclusief de daarnaast jaarlijks door te berekenen prijsindexering) voorzien.

Tabel 4: Tarieven rioolrechten (in €) Meerssen 2019 Meerssen 2020 Stijging t.o.v. 2019 Eigenaren vastrecht 138,04 140,11 1,5% Gebruikers vastrecht 76,08 77,22 1,5% Gebruikers variabel per m³ waterverbruik 0,99 1,00 1,5%

Door diverse heffingssystemen zijn vergelijkingen met overige gemeenten moeilijk te maken en is ook een gemiddeld cijfer niet alles zeggend. Het gemiddelde tarief dat de Provincie in haar Belastingoverzicht 2019 voor een eigenaar/gebruiker aangeeft bedraagt € 212,15.

108 Hondenbelasting Met ingang van 2019 is gestart met de omvorming van de hondenbelasting in die zin dat zij op termijn alleen de kosten dekt die op basis van het gemeentelijke hondenbeleid worden gemaakt. Het gevolg hiervan is een geleidelijke afbouw van het tarief in vier jaar. Op basis van dit met ingang van het jaar 2019 ingestoken uitgangspunt en uitgaande van gelijkblijvende kosten voor het hondenbeleid daalt het tarief per hond in de jaren 2020 tot en met 2022 met € 14,00 per jaar. Voor kennels is dit een daling van € 79,50 per jaar.

Tabel 5: Tarieven hondenbelasting (in €) Meerssen 2019 Meerssen 2020 Daling t.o.v. 2019 Eerste hond 66,00 52,00 26,9% Tweede en volgende hond (per hond) 66,00 52,00 26,9% Geregistreerde kennel 370,50 291,00 27,3%

Toeristenbelasting Het tarief stijgt niet ten opzichte van 2019 en blijft € 1,30 per overnachting.

Parkeerbelastingen Sinds 2006 worden in de kern van Meerssen parkeerbelastingen geheven. In afwachting van de resultaten van een nader onderzoek naar de parkeerbelasting in Meerssen worden vooralsnog geen tariefswijzigingen voorgesteld.

Tabel 6: Tarieven parkeerbelastingen (in €) Meerssen 2019 Meerssen 2020 Stijging t.o.v. 2019 Eerste uur 0,70 0,70 0% Tweede uur 0,80 0,80 0% Elk volgende uur 2,00 2,00 0% Parkeervergunning particulier 60,00 60,00 0% Parkeervergunning ondernemer/werknemer 120,00 120,00 0%

Reclamebelasting In de loop van 2011 heeft de raad een reclamebelasting ingesteld van toepassing op ondernemers in de kern van Meerssen. De belasting kent een vast tarief per belastingplichtige. Het tarief voor het jaar 2020 is geraamd op € 550,00.

Ontwikkeling van de woonlasten in Meerssen De gemiddelde gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden stijgen in het begrotingsjaar met 6,2%. Voor een eenpersoonshuishouden stijgen deze met 6,4%. De woonlasten bestaan uit de onroerendezaakbelasting (voor eigenaren), afvalstoffenheffing en rioolrechten (voor eigenaren en gebruikers). Tabel 7 geeft de omvang van de lokale woonlasten voor een gemiddeld meerpersoonshuishouden in Meerssen weer. Tabel 8 geeft de omvang van de lokale woonlasten voor een gemiddeld eenpersoonshuishouden in Meerssen weer. Bij de berekening is uitgegaan van een gemiddelde WOZ waarde van € 250.000 (gemiddelde zoals dit gold voor 2019).

109 Tabel 7: Woonlasten per meerpersoonshuishouden (in €) Meerssen 2019 Meerssen 2020 Stijging t.o.v. 2019 Gemiddelde OZB aanslag 439,00 458,75 4,5% Afvalstoffenheffing* 199,50 237,00 18,8% Rioolrechten** 362,62 367,33 1,3% Totaal woonlasten 1001,12 1.063,08 6,2% * Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld gebruik van 30 restzakken. ** Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld waterverbruik van 150 m³.

Tabel 8: Woonlasten per eenpersoonshuishouden (in €) Meerssen 2019 Meerssen 2020 Stijging t.o.v. 2019 Gemiddelde OZB aanslag 439,00 458,75 4,5% Afvalstoffenheffing* 178,50 211,00 18,2% Rioolrechten** 263,62 267,33 1,4% Totaal woonlasten 881,12 937,08 6,4% * Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld gebruik van 20 restzakken. **Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld waterverbruik van 50 m³.

Een goede vergelijking van de bovenstaande cijfers met Limburgse gemiddelden is nagenoeg niet te maken. Dit omdat de uitgangspunten bij de berekening van de cijfers zoals deze door de Provincie Limburg worden verstrekt sterk verschillen. Bovendien bestaan er met betrekking tot afvalstoffenheffing en rioolrechten verschillende tariefsystemen waardoor het opstellen van een representatieve vergelijking niet mogelijk is.

1.3 Overzicht laagste en hoogste belastingtarieven Overzicht laagste en hoogste belastingtarieven 2019 in Limburg Om inzicht te krijgen in de belastingtarieven binnen de Provincie Limburg geeft tabel 9 een overzicht van de laagste en hoogste belastingtarieven in het jaar 2019. Dit overzicht is afgeleid uit het Belastingoverzicht 2019 van de Provincie Limburg. De Provincie heeft in dit overzicht de tarieven van de 30 gemeenten in Limburg weergegeven exclusief . De tabel geeft tevens per tarief inzicht in de positie van Meerssen ten opzichte van de overige Limburgse gemeenten in de ‘ranglijst’ van hoog naar laag. Tussen haakjes staat de positie van Meerssen in 2018.

Tabel 9: Laagste en hoogste belastingtarieven 2019 in Limburg Heffing Laagste Gemeente Hoogste Gemeente Positie tarief tarief Meerssen OZB eigenaren woningen 0,1015 0,2198 7 (5) OZB eigenaren niet woningen 0,1331 0,5873 Sittard-Geleen 13 (10) OZB gebruikers niet woningen 0,1249 0,4523 Sittard-Geleen 14 (14) Rioolheffing eigenaar /gebruiker € 156,02 € 362,62 Meerssen 1 ( 1) Afvalstoffenheffing € 131,00 € 302.11 Maastricht 21 (21)

1.4 Kwijtscheldingsbeleid Huishoudens met een inkomen op minimumniveau komen in de gemeente Meerssen in aanmerking voor kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen. Kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm, waarbij tevens een vermogenstoets plaats heeft. Een en ander is conform het raadsbesluit van 2 mei 2000 nummer 4/13.

110 Afhankelijk van de inkomens- en vermogenstoetsen worden de heffingen voor minima geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden. In de begroting is rekening gehouden met een totaalbedrag van afgerond € 88.300 aan kwijt te schelden lokale heffingen.

1.5 Kostenonderbouwing heffingen Onderstaand wordt de kostenonderbouwing van de diverse heffingen en leges uiteengezet overeenkomstig de voorschriften.

1. Afvalstoffen en reinigingsrecht (bedragen x € 1.000) Kosten taakvelden: 2.1 Verkeer en vervoer (straatreiniging) 68 6.3. Inkomensregelingen (kwijtschelding) 44 7.3. Afval 1.705 + Kosten taakvelden 1.817 Baten taakvelden 7.3 Afval 507 -/- Netto kosten taakvelden 1.310 Overige toe te rekenen kosten: Overhead 136 BTW 322 Totale kosten 1.768 Opbrengst heffingen 1.719 Dekkingspercentage 97%

Beleidsuitgangspunten:  De gemeente streeft naar kostendekkendheid op begrotingsbasis. Echter overschotten uit het verleden worden ingezet, waardoor tarief niet volledig kostendekkend is.  Overschotten en tekorten die jaarlijks bij de jaarrekening ontstaan worden verrekend met de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing.  Kosten straatreiniging worden voor 1/3 deel toegerekend  Personele kosten van afvalbeleid worden voor 100% toegerekend  De kosten van overhead, btw en kwijtschelding worden meegenomen in de berekening van de kostendekking.  Als rentepercentage over de investeringen is met 2% gerekend.  Het tarief voor eenpersoonshuishoudens bedraagt ± 92% van het tarief voor meerpersoonshuishoudens.

111 2. Rioolheffing (bedragen x € 1.000) Kosten taakvelden 2.1 Verkeer en vervoer (straatreiniging) 68 6.3. Inkomensregelingen (kwijtschelding) 41 7.2 Riolering 1.910 + Kosten taakvelden 2.019 Baten taakvelden 7.2 Riolering 2 -/- Netto kosten taakvelden 2.017 Overige toe te rekenen kosten Overhead 199 BTW 298 Totale kosten 2.514 Opbrengst heffingen 2.866 Dekkingspercentage 114%

Beleidsuitgangspunten:  De gemeente streeft naar kostendekkendheid over de totale looptijd van de riolering. Voor 2020 wordt een overdekking voorzien, welke gecompenseerd wordt in de toekomst, wanneer als gevolg van het hoge investeringsvolume ingeteerd wordt op de egalisatievoorziening rioolbeheer.  De kostendekkendheid wordt periodiek bepaald en cijfermatig onderbouwd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De saldi worden jaarlijks toegevoegd dan wel onttrokken aan de egalisatievoorziening rioolbeheer.  Kosten straatreiniging worden voor 1/3 deel toegerekend.  De kosten van overhead, btw en kwijtschelding worden meegenomen in de berekening van de kostendekking.  Als rentepercentage over de investeringen is met 2% gerekend.

3. Lijkbezorgingsrechten (bedragen x € 1.000) Kosten taakvelden: 132 7.5 Begraafplaatsen (incl. BTW) + Kosten taakvelden 132 Baten taakvelden 0 7.3 Begraafplaatsen -/- Netto kosten taakvelden 132 Overige toe te rekenen kosten: Overhead 32 BTW Totale kosten 164 Opbrengst heffingen 148 Dekkingspercentage 90%

Beleidsuitgangspunten:  De gemeente streeft naar kostendekkendheid op begrotingsbasis.

112 4. Leges Kosten Totale Overhead BTW Leges % Hoofdstuk taakvelden kosten Titel 1 1. Burgerlijke stand 51 39 1 91 23 25% 2. Reisdocumenten 64 40 1 104 39 38% 3. Rijbewijzen 161 123 2 287 96 33% 4. Verstrekkingen BRP 5 5 n.v.t. 10 3 31% 5. Bestuursstukken/archief/ 143 107 7 257 1 0% vastgoedinformatie/diversen 6. Overige publiekszaken 21 8 n.v.t. 29 16 55% 7. Standplaatsen/weekmarkt 17 7 2 26 1 4% 8. Kansspelen/inzamelen/ 26 23 n.v.t. 49 6 12% horeca/org.evenementen/ prostitutiebedrijven 9. Telecommunicatie 57 43 3 103 24 24% 10. Verkeer en vervoer 2 2 N.v.t. 4 4 100% Titel 2 Omgevingsvergunningen/ 302 263 4 569 354 62% principeverzoeken/overig Bestemmingsplanwijziging 80 61 4 145 42 29% Totaal 930 721 24 1.674 609 36%

Beleidsuitgangspunten:  De gemeente streeft naar kostendekkendheid van de leges op verordeningsniveau. In de tarieventabel is kruissubsidiëring mogelijk tussen en binnen de hoofdstukken van titel 1, 2 en 3. Organisatorisch is dit niet altijd te scheiden. In het bovenstaand overzicht volgt de nummering onder titel 1 dan ook niet de vigerende tarieventabel vanwege samenvoegingen voor deze opstelling. Daarom ontbreekt in bovenstaand overzicht ook Titel 3 (ondergebracht bij 1).  De kosten van overhead en btw worden meegenomen in de berekening van de kostendekking.  De gemeente streeft naar het behoud van een vitale markt in de kern van Meerssen.  Voor de bouwleges is een differentiatie in de tarieven voorzien, gebaseerd op hoogte van de bouwkosten en mate van duurzaamheid van de ingediende bouwplannen.  Voor de tariefstelling wordt aangesloten bij de wettelijk geldende voorschriften voor de maximaal toegestane tarieven (zoals bij reisdocumenten en rijbewijzen).  Bij het bepalen van de tariefhoogte kan eveneens een rol spelen:  de maatschappelijke aanvaardbaarheid  de doelstellingen die de gemeente met bepaalde vergunningen nastreeft  de factor dat tarieven niet in bijzondere mate uit de pas lopen ten opzichte van tarieven van andere en/of omliggende gemeenten.

113

2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2.1 Inleiding De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is bedoeld om een beter zicht te bieden op het weerstandsvermogen van de gemeente in relatie tot de risico’s. Met deze informatie is een betere beoordeling van de financiële positie mogelijk.

Het is de gemeente vrij om een beleidslijn te kiezen voor het bepalen van het weerstandsvermogen en het risicoprofiel. In september 2019 is het beleid ten aanzien van reserves, voorzieningen, weerstandsvermogen en risicobeheersing aan uw Raad voorgelegd, waarmee de oude beleidslijn komt te vervallen.

Met weerstandsvermogen wordt het totaal aan direct beschikbare middelen bedoeld waarmee niet- begrote en niet-verzekerde financiële risico’s kunnen worden opgevangen. Een goed inzicht in het weerstandsvermogen is essentieel bij het beoordelen van de financiële positie van een gemeente. 2.2 Weerstandscapaciteit en -vermogen Risicoprofiel Omdat het gaat om niet of nauwelijks te kwantificeren risico's wordt gewerkt met onderstaande klasse- indeling om toch een waarde aan elk significant risico te kunnen plaatsen. In de tabel daaronder staan de significante risico's zoals die binnen de gemeente Meerssen zijn bepaald.

Klasse-indeling kans en gevolg Vaste Beslag op Klasse Frequentie Weging Bandbreedte waarde weerstands- van X vermogen 1 < 1 keer per 10 jaar 10% X > € 1,0 miljoen € 2.500.000 € 250.000 2 1 keer per 5-10 jaar 30% € 500.000 < X > € 1.000.000 € 750.000 € 225.000 3 1 keer per 2-5 jaar 50% € 200.000 < X > € 500.000 € 350.000 € 175.000 4 1 keer per 1-2 jaar 70% € 50.000 < X > € 200.000 € 125.000 € 87.500 5 < 1 keer per jaar 90% X < € 50.000 € 25.000 € 22.500

Significante risico's Weging Klasse Nr. Omschrijving risico Begroting Jaarstukken 2020 2018 0 Solidariteitsbijdrage opvang vluchtelingen en vervallen € 300.000 huisvesting statushouders 1 1 Bestuurlijke risico's € 250.000 € 250.000 2 Risico's 2D's (WMO en Jeugd) € 250.000 2 3 Vergrijzing (krimp) € 225.000 € 225.000 4 Diverse milieurisico's (bodemverontreiniging) € 225.000 € 225.000 5 Rampenbestrijding € 225.000 € 225.000 3 6 Verzekeringen (eigen risico) € 175.000 € 175.000 7 Risico rondom lager niveau onderhoud gebouwen vervallen € 175.000 8 Risico rondom lager niveau onderhoud wegen vervallen € 175.000 9 Risico rondom A2 vervallen € 175.000 10 Juridische aangelegenheden (aansprakelijkheid & € 175.000 € 175.000 fraude) 11 Toenemende criminaliteit € 175.000 € 175.000 12 Gemeenschappelijke regelingen/deelnemingen € 175.000 € 175.000

115 13 WSW vervallen € 175.000 14 Verplichte automatiseringsprojecten/continuïteit € 175.000 € 175.000 4 15 Archeologische onderzoeken € 87.500 € 87.500 16 Risico's inzake Oyens & van Eeghen-beleggingen € 87.500 € 250.000

Totaal significante risico's begroting 2020 € 2.225.000 3.137.500

Alle bovengenoemde risico’s zijn risico’s waarvan de “echte” financiële omvang (nog) niet bepaald kan worden en waarvan ook nog niet zeker is of en wanneer zij zich voor gaan doen. Het betreft met name externe risico's die niet of nauwelijks beïnvloedbaar zijn. Ten opzichte van de laatste risico-inventarisatie bij het opstellen van de Jaarstukken 2018 is het risicoprofiel afgenomen naar € 2,2 miljoen. Onderstaand een beknopte toelichting op de verwerkte mutaties.  Het risico rondom de solidariteitsbijdrage voor de statushouders (0) komt te vervallen, in de praktijk blijkt dit risico mee te vallen. De verwachte toestroom van statushouders is veel minder hoog dan verwacht.  Met het vervallen van de bestemmingsreserve voor de decentralisaties komen eventuele tekorten uit hoofde van de uitvoering van de WMO en Jeugd direct ten laste van het resultaat. Door het ontbreken van de buffer in de vorm van de bestemmingsreserve wordt hiervoor in het weerstandsvermogen een risico (2) opgenomen.  Als gevolg van de in 2019 vastgestelde actuele beheerplannen voor wegen en gebouwen komen de risico's op deze posten te vervallen (7 & 8).  Het risico uit hoofde van de WSW (13) komt te vervallen, mutaties uit eventuele lagere bijdrage rijk worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.  Het risico inzake de beleggingen bij Oyens & van Eeghen (16) is verminderd doordat de omvang van de beleggingsportefeuille is afgenomen doordat tranches zijn terugbetaald. Daarnaast komen we korter bij de einddatum van de beleggingen waardoor ook het risicoprofiel afneemt.

Hieronder worden de belangrijkste risico´s nader toegelicht: Bestuurlijke risico's (1) In de afgelopen jaren zijn er nogal wat colleges en/of wethouders geweest die de periode van 4 jaar niet hebben volgemaakt. Dit zorgt dan voor extra kosten in verband met wachtgeld verplichtingen.

Bodemverontreiniging (4) De gemeente Meerssen heeft een medeverantwoordelijkheid bij de uitvoering van de Wet Bodembescherming en het besluit bodemkwaliteit. Risicovolle locaties waarop de Wet Bodembescherming en het besluit bodemkwaliteit van toepassing zijn, en waarvan de gemeente eigenaar is of waarvoor (vroegere) eigenaren niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld zijn: 1. Voormalig veilingterrein aan de Kloosterweg; 2. Voormalig lager Aan de Pletsmolen; 3. Voormalige vuilstortplaatsen (VOS locaties); 4. De voormalige groeve Kruisberg; 5. Voor alle wegen in Meerssen geldt een extra risico m.b.t. asbest.

Maatregelen risicobeheersing: 1. Bij verwerving van grond wordt een bodemonderzoek (maximaal vijf jaar oud) van de verkoper verlangd c.q. laat de gemeente de bodem vooraf onderzoeken; 2. Bij bouwplannen zal een (historisch) bodemonderzoek uitgevoerd moeten worden; 3. De gemeente beschikt verder over een asbestkansenkaart, een bodemkwaliteitskaart, een ontgravingskaart en een kaart met bekende onderzoekslocaties. Voor PFAS dient deze aangepast te worden;

116 4. De bodemkaarten zijn gedigitaliseerd en worden op deze wijze intern en extern gedeeld.

Naast de risicovolle locaties spelen de ontwikkelingen rondom het handelingskader voor PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) houdende grond en de richtlijn CROW 400 voor werkzaamheden in of met verontreinigde bodem. Het handelingskader en de richtlijn verplichten opdrachtgever en uitvoerders van grondwerkzaamheden en transporteurs en verwerkers van grond tot het doen van aanvullende onderzoeken en het nemen van aanvullende maatregelen. Maatregelen risicobeheersing: De problematiek is op regionaal niveau via de VNG en IPO kenbaar gemaakt aan de staatsecretaris, met de vraag om op korte termijn met een oplossing te komen.

Aanvullend risico: 1. De wettelijke richtlijn CROW 400 is niet vastgesteld. Toch zullen de aanvullende kosten die deze richtlijn met zich mee brengt ten laste komen van de gemeente. 2. Inzameling van grond via milieuparken kan als gevolg van de PFAS stagneren. Dit heeft tot gevolg dat de kans op illegale stort van grond vergroot. Indien de kosten voor het opruimen hiervan niet kunnen worden verhaald, komen deze ten laste van de gemeente.

Milieubelastende risico's (4) Met als uitgangspunt "de vervuiler betaalt en de overheid verhaalt" is titel 17.2 (Milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan) per 1 juni 2008 toegevoegd aan de Wet milieubeheer. Onder milieuschade wordt in dit verband verstaan: aanmerkelijke schade aan bodem, water en natuur. Bij milieuschade aan de natuur gaat het naast schade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats, maar ook om woon-, leef- en of werklocaties. Ook in andere, niet specifiek omschreven gevallen waarin schuld of nalatigheid kan worden verweten, geldt een aansprakelijkheid.

Consequenties voor de gemeente: Afhankelijk van waar de schade ontstaat en van wat voor schade er sprake is, wordt bepaald wie het bevoegde gezag (overheidsorgaan) is. In de voorkomende gevallen dient het college als bevoegde gezag in eerste instantie te bepalen of de dreigende schade onder de nieuwe titel van de Wet milieubeheer valt. Daarna dient een uiteenlopend scala van maatregelen te worden genomen, eventueel in overleg met een of meerdere andere overheidsorganen welke tegelijkertijd in dezelfde zaak bevoegd gezag zijn. Aansprakelijk voor de kosten zijn degene(n) die de veroorzakende beroeps- of bedrijfsmatige activiteit verrichten. Dit kan de eigenaar zijn maar ook de inrichtinghouder of iemand anders die de feitelijke handeling verricht. Naast een onkostenvergoeding kunnen ook de kosten van het voorkomen, beperken en herstellen van de schade in rekening worden gebracht.

Programma Aanpak Stikstof (PAS) De uitspraak van de Raad van State met betrekking tot het PAS heeft verstrekkende gevolgen voor (bouw)projecten en werkzaamheden die nadelige gevolgen van stikstof hebben voor de natuur. Omdat de beoordeling via het Pas is komen te vervallen, dient een passende beoordeling gedaan te worden aan de hand van de daarvoor aangewezen toets (ADC-toets) of rekentool (AERIUS). De aanvullende kosten hiervoor komen ten laste van de aanvrager van de vergunning of melding.

Maatregelen risicobeheersing: De bevoegde gezagsorganen werken samen om te komen tot een provinciale beleidslijn voor toekomstige vergunningverlening op basis van de ADC-toets of rekentool. Het streven is deze beleidslijn inclusief handreiking dit najaar beschikbaar te hebben.

Extreme weersomstandigheden (5) Uitgaven als gevolg van stormschade, wateroverlast door extreme regenval, gladheidsbestrijding.

Brandweer Zuid-Limburg (5) De brandweer Zuid-Limburg volgt momenteel een proces dat in 2022 moet leiden tot besluitvorming waarbij fundamentele keuzes worden gemaakt ten aanzien van de inrichting van de brandweerzorg. De financiële consequenties hiervan zijn nog ongewis. De noodzaak om fundamentele keuzes te maken wordt veroorzaakt door diverse ontwikkelingen, zoals:

117  de implementatie van de Omgevingswet met een veranderende rol van de brandweer op het gebied van risicobeheersing (van controleur naar adviseur);  het landelijke project RemBrand waarbij wordt geëxperimenteerd met verschillende opkomsttijden afhankelijk van de risico’s en de genomen risicobeheersingsmaatregelen;  de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s;  de toenemende druk op het stelsel van vrijwilligheid door demografische, maatschappelijke en juridische ontwikkelingen;  de steeds strengere eisen die worden gesteld aan de brandweermensen.

Beheerplan gemeentelijke gebouwen (7) Wij verwijzen hierbij naar de paragraaf 'Onderhoud kapitaalgoederen'. De financiële gevolgen van het accommodatiebeleid, zijn meegenomen in deze begroting.

Beheerplan wegenbeheer (8) Wij verwijzen hierbij naar de paragraaf 'Onderhoud kapitaalgoederen'.

Aansprakelijkheidsstellingen en frauderisico's (10) Gevolgen van rechterlijke uitspraken over rechtmatig overheidshandelen (zelfstandige schadebesluiten) worden niet vergoed door de verzekering. Rechtelijke uitspraken waarbij de gemeente wordt veroordeeld tot schadevergoeding en/of proceskostenvergoeding indien bestuurlijk handelen niet conform de normen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is verlopen. Er is sprake van een toenemende claimbewustheid bij burgers en bedrijven. De jurisprudentie neigt steeds meer naar slachtofferbescherming.

Maatregelen risicobeheersing: In preventieve zin wordt de kwaliteit van ambtelijke advisering en van bestuurlijk handelen intern juridisch gecheckt. In gecompliceerde en specialistische kwesties worden deskundigen ingehuurd. Waar mogelijk wordt aan bemiddeling gedaan teneinde onnodige bezwaarprocedures te voorkomen. Bij uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden dient de uitvoerder zich te houden aan de gestelde eisen (bijv. t.a.v. verkeersveiligheid CROW) en zal de aansprakelijkheid afdoende worden geregeld. De gemeente zorgt voor voldoende toezicht.

Vandalisme (11) Uitgaven als gevolg van vandalisme. Maatregelen risicobeheersing: In de Algemene plaatselijke verordening zijn regels opgenomen ter bestrijding van graffitivandalisme. Door intensivering van handhaving wordt vandalisme deels voorkomen en de verhaalbaarheid van schade vergroot.

Participatiewet en eigen risico BUIG-budget / SZMH (12) De uitgaven binnen de Participatiewet zijn afhankelijk van het aantal uitkeringsgerechtigden, het aantal personen in een re-integratietraject en het aantal aanvragen bijzondere bijstand. Doordat de economie fluctueert zijn deze uitgaven niet te voorspellen. Het verloop zal zo goed mogelijk gemonitord worden en in de P&C-momenten zullen de ontwikkelingen aangegeven worden. Ook zullen we de beleidsontwikkelingen van de Rijksoverheid volgen en waar dit gevolgen heeft, hier op anticiperen.

MTB (13) De financiële situatie is nog steeds te kenschetsen als onzeker. De financiële situatie bij MTB kwalificeren wij dan ook vooralsnog als een gemeentelijk financieel risico. De rijksbijdrage per SW- plaats wordt gefaseerd met circa € 5.000 verlaagd. In 2015 is een incidentele voorziening getroffen van € 3,0 miljoen, waarvan de gemeente Meerssen 10% bijdroeg, ten behoeve van het creëren van een voorziening voor afwikkeling van personele kosten. De te verwachten tekorten gaan afnemen van € 4.450.000 in 2017 naar € 4.150.000 in 2018 en € 4.005.000 in 2019/2020. Op basis van voorbesprekingen met de directie van de MTB zal het resultaat 2019 minder nadelig zijn. Dit betekent dat we in de 2e bestuursrapportage € 50.000,- kunnen afboeken op onze bijdrage in het exploitatietekort 2019. Daar de MTB geen meerjarenbegrotingen kent, wordt deze mutatie in de 2e

118 bestuursrapportage 2019 structureel in deze meerjarenbegroting verwerkt. Op zichzelf is dit risico- voller begroten.

Uitgangspunten weerstandsvermogen De gemeente Meerssen gaat bij de berekening van het weerstandsvermogen uit van de volgende 4 stellingen: 1. bestemmingsreserves worden niet meegenomen in de berekeningen omdat de raad hiervoor al een doel heeft vastgesteld en er mogelijk al bindende afspraken over zijn gemaakt; 2. bij de berekening van het weerstandsvermogen wordt geen rekening gehouden met de onbenutte belastingcapaciteit omdat de gemeente Meerssen uit gaat van het going concern principe; 3. risico’s in de processen zelf worden niet meegenomen, maar direct verbeterd; 4. de benodigde ratio van het weerstandsvermogen dient minimaal 1,4 te zijn.

De ondergrens van de algemene risicoreserve is vastgesteld op basis van de berekende risico's maal de minimale weerstandsratio van 1,4. De factor 1,4 is door uw raad vastgesteld in de Nota reserves, voorzieningen, weerstandsvermogen en risicobeheersing 2019. Op basis van de nieuwe stand van de significante risico’s, € 2.225.000, en de factor 1,4 bedraagt het saldo van de algemene risicoreserve per 1 januari 2020 € 3.115.000.

Ontwikkeling algemene reserve 2019-2022 Hierna volgt de prognose van de ontwikkeling van de algemene reserve over de jaren 2019-2022 (bedragen x € 1.000) Onttrekking Storting Saldo Algemene reserve vrij aanwendbaar per 31 december 2018 4.890 1 Primitieve begroting 2019 - Wijzigingen weerstandscapaciteit -1.095 525 - Invoering omgevingswet -50 - Gidsgelden -10 - Zwembad Meerssen -30 - Verbeterplan toekomst bestendige organisatie -50 - Reserve afdekking kapitaallasten projecten -2.000 - Extra capaciteit bouwtoezicht -60 - Budget inkeerregeling coulance -27 - Eenmalige exploitatielast begraafplaatsen -47 2 Amendement LED 234 3 Leefbaarheidsfonds -7 4 Amendement mantelzorgcompliment -15 5 Bijdrage St. Joseph speeltuin -16 6 Verkenning invoering regieorganisatie -80 7 Exploitatiebijdrage de Gansbeek -33 8 Opstellen geluidmeetplan -9 9 Implementatie omgevingswet -25 10 Terugstorting desintegratiekosten 2018 SZMH 37 11 Terugstorting aankoop speeltoestellen 2018 12 12 Accommodatiebeleid 3.000 13 Nota Reserves, Voorzieningen, Weerstands- 14 vermogen en risicobeheersing 23.413 15 Batig saldo 2018 596 16 Bestemming rekeningsaldo 2018 -210

119 17 Incidentele lasten accommodatiebeleid -122 18 Beslispunt 20 buitensport accommodatiebeleid -51 19 Inzet personeel derden -50 20 Aanvulling reserve P&O -300 21 BsGW-project "waarderen op gebruikersoppervl. -74 22 Bijdrage Provincie in extra kosten regieorg. 34 23 Actualisatie risicoprofiel bij begroting 2019 293 Voorstellen 2019 -4.361 28.144 23.783 Algemene reserve vrij aanwendbaar per 31 december 2019 28.673 1 Invoering omgevingswet (primitieve begroting 2018) -50 2 Kosten Homestart -30 3 Accommodatiebeleid -25 4 Bijdrage Veiligheidsregio -66 5 Implementatie omgevingswet -240 6 Doorontwikkeling huiskamerprojecten & prof.onderst. -25 7 Inhuur verbeterplan P&C -20 8 Procesondersteuning Buurtnetwerken -30 9 Invoeren digitaal wandelknooppuntensysteem -30 10 Frictiekosten regie gemeente -3.226 11 Aanpassen regionale kwaliteitskaart -8 12 Meetpunten luchtkwaliteit/fijnstof -6 13 Toezicht projecten Nutsbedrijven -16 14 Uitgaven verbeterplan sociaal domein -50 15 Begrotingtekort 2020 -214 Voorstellen 2020 -4.036 - -4.036 Algemene reserve vrij aanwendbaar per 31 december 2020 24.637 1 Kosten Homestart -30 2 Bijdrage Veiligheidsregio -42 3 Procesondersteuning Buurtnetwerken -30 4 Frictiekosten regie gemeente -1.170 5 Toevoeging saldo Reserve huisvesting Onderwijs 2.259 6 Begrotingstekort 2021 -464 Voorstellen 2021 -1.736 2.259 523 Algemene reserve vrij aanwendbaar per 31 december 2021 25.160 1 Bijdrage Veiligheidsregio -18 2 Frictiekosten regie gemeente -238 3 Begrotingstekort 2022 -300 Voorstellen 2022 -556 - -556 Algemene reserve vrij aanwendbaar per 31 december 2022 24.604 1 Voorstellen 2023 - - - Algemene reserve vrij aanwendbaar per 31 december 2023 24.604

In het totale saldo van de algemene reserve 31-12-2019 is ook het restant van het geoormerkt rekeningsaldo 2010 (€ 750.000) opgenomen, zijnde € 51.243 (waarvan € 37.747 resteert voor het leefbaarheidspotje).

120

Inventarisatie huidige weerstandscapaciteit Ten aanzien van de weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

Onder incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan: het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige financiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit invloed heeft op bestaand beleid. Voorbeelden zijn de post onvoorzien, de algemene (risico)reserve en de stille reserves.

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die permanent (structureel) ingezet kunnen worden om financiële tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Voorbeeld: onbenutte belastingcapaciteit.

Weerstandscapaciteit binnen de huidige exploitatie a. van incidentele aard:  Elke gemeente moet op basis van het eigen beleid een reëel bedrag ramen voor de reguliere post onvoorzien. Wij hanteren een jaarlijks bedrag van € 50.000. b. van structurele aard:  Onbenutte belastingcapaciteit  Onroerende zaakbelastingen Als maatschappelijk aanvaardbare norm wordt de OZB-opbrengst volgens de art.12 richtlijn genomen.  Leges: norm: kostendekkend

De beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit 2019/2020 van de gemeente Meerssen wordt berekend uit de som van de algemene reserve plus de algemene risico reserve. De verwachte weerstandscapaciteit per 1 januari 2020 bedraagt: Algemene reserve € 28.673.000 Algemene risicoreserve € 3.115.000 + Totale weerstandscapaciteit € 31.788.000

Ratio weerstandsvermogen Ten aanzien van de weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Beschikbare weerstandscapaciteit: € 31.788.000 Ratio weerstandsvermogen: = 14,3 Impact van de risico's: € 2.225.000

Dit is als uitstekend te kwantificeren zoals ook blijkt uit onderstaande beoordelingstabel. Deze ligt ook ruim boven het minimale niveau van 1,4 dat in de Nota reserves, voorzieningen, weerstandsvermogen en risicobeheersing 2019 is vastgesteld. Score Ratio weerstandsvermogen Betekenis A X > 2,0 Uitstekend B 1,4 < x > 2,0 Ruim voldoende C 1,0 < X > 1,4 Voldoende D 0,8 < X > 1,0 Matig E 0,6 < X > 0,8 Onvoldoende F X < 0,6 Ruim onvoldoende

121 2.3 Overzicht van de overige risico's Hieronder volgen de risico's die niet zichtbaar vertaald zijn in de reeds opgesomde risico's of een nadere toelichting verdienen.

Risico's in de grondexploitatie  3e Fase Centrumplan Meerssen: De verbouwing en de herbestemming van de Proosdijschuur is afgerond en bij de provincie Limburg is om definitieve vaststelling van de subsidie verzocht.  Centrumplan Ulestraten: De marktpartij die de ontwikkeling van Wonen Meerssen heeft overgenomen, Bots Bouwgroep BV, is de omgevingsvergunning aan het voorbereiden. Mocht deze ontwikkeling onhaalbaar blijken en geen doorgang vinden, dan ontvangt de gemeente geen opbrengsten van de verkoop van gronden en opstallen (oude gymzaal en voormalig raadhuis/bibliotheek). Voor verdere informatie over de projecten wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.

Illegaal grondgebruik Voor wat betreft illegaal (zonder toestemming) in gebruik genomen grond loopt de gemeente op het moment al inkomsten mis door hier geen vergoeding/huur voor te ontvangen. Maar het grote risico wordt gelopen door de verjaringstermijnen die wettelijk gelden, en waardoor de gemeente op den duur het eigendom van de grond verliest of al verloren is. Binnen gestelde termijnen kan hier wel schadevergoeding voor geëist worden, maar deze juridische procedures kosten zowel geld als arbeidsuren. Daarnaast zouden deze gronden ook verkocht kunnen worden, wat een eenmalige opbrengst betekent voor de gemeente. Met ca. 18.000 m2 illegaal grondgebruik en een verkoopprijs tussen de €15,- en €50,- p/m2 (op basis van het huidige Grondbeleid) ligt er ‘geld op straat’. Daarbij biedt het huidige Grondbeleid niet de handvaten om deze opgave aan te pakken, en is de huidige functie structureel onderbezet om de totale werkvoorraad op de langere termijn aan te kunnen.

Beheerplan kunstwerken Voor het regulier onderhoud zijn de benodigde middelen aanwezig. Voor de vervangingen van kunstwerken is structureel € 150.000 opgenomen . Wij verwijzen hierbij naar de paragraaf 'Onderhoud kapitaalgoederen'.

Invoering vennootschapsbelastingplicht Voor de risico's rond om te vennootschapsbelasting wordt verwezen naar het programma Vpb.

Rapport Berenschot In september 2019 is het definitieve rapport van bureau Berenschot naar de toekomstbestendigheid van de gemeente Meerssen door de raad behandeld. In deze begroting is rekening gehouden met de extra benodigde middelen voor het vormen van een regiegemeente.

2.4 Kengetallen financiële positie Als gevolg van art. 11 van het BBV moeten de volgende kengetallen worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Deze kengetallen maken het de raad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. Rekening Begroot Begroting Meerjarenbegroting na wijz. Kengetallen 2018 2019 2020 2021 2022 2023 1.a Netto schuldquote 124,6% 134,4% 159,5% 161,8% 162,1% 157,9% 1.b Netto schuldquote gecorrigeerd voor -9,9% 11,5% 29,8% 34,9% 37,0% 34,6% alle verstrekte leningen 2. Solvabiliteit 30,6% 31,4% 28,2% 27,0% 26,8% 27,1% 3. Grondexploitatie 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 4. Structurele exploitatieruimte -2,7% 0,5% -0,5% -1,0% -0,7% 0,1% 5. Belastingcapaciteit 137,5% 138,8% 143,7%

122 Voor de beoordeling van de financiële positie is het belangrijk dat zowel naar de balans als naar de exploitatie wordt gekeken. De kengetallen netto schuldquote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, grondexploitatie en de solvabiliteitsratio hebben betrekking op de balans. De overige kengetallen hebben betrekking op de exploitatie.

Netto schuldquote De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente Meerssen ten opzichte van de eigen middelen. Hoe lager de netto schuldquote, hoe lager de relatieve schuldenlast. De netto schuldquote stijgt door toename van de schulden (vreemd vermogen) of afname eigen middelen. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Zo kan bijvoorbeeld een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties, die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Dit is het geval bij de gemeente Meerssen.

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt ook de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen berekend. Normaal bevindt de gecorrigeerde netto schuldquote van een gemeente zich ergens tussen de 0% en 100%. Worden de verstrekte leningen aan Wonen Meerssen meegerekend als bezit van de gemeente dan wordt de netto schuldquote een stuk positiever. De stijging van de netto schuldquote wordt voornamelijk veroorzaakt door toekomstige investeringen en/of afname van eigen middelen.

Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin gemeente Meerssen in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is de verhouding tussen eigen vermogen en totaal vermogen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio hoe beter de gemeente hiertoe in staat is. Een gangbare norm voor de solvabiliteitsratio is > 25%. De solvabiliteitsratio is vanaf 2020 vrij constant.

Grondexploitatie Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. In december 2015 heeft de gemeenteraad besloten tot een eindafrekening van alle actieve grondexploitaties en passieve grondexploitaties. Derhalve is dit kengetal niet van toepassing.

Structurele exploitatieruimte Voor de beoordeling van het structurele evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen de structurele en incidentele baten en lasten. Bij incidentele baten en lasten gaat het om zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij de structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Bij een negatieve ratio is de gemeente structureel niet in evenwicht. Als de ratio positief is zijn de structurele baten toereikend om de structurele lasten te dekken. Hoe hoger het positief percentage, hoe flexibeler de gemeente is om in te springen op wijzigende omstandigheden.

Belastingcapaciteit De indicator belastingcapaciteit geeft aan hoe hoog de gemiddelde woonlasten voor een gezin zijn in de gemeente Meerssen ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Uit deze indicator blijkt dat de gemeente Meerssen ruim boven het landelijke gemiddelde zit. Echter moet hier worden aangegeven dat een goede vergelijking met Nederlandse gemiddelden nagenoeg niet te maken is. Dit omdat de uitgangspunten bij de berekening van de cijfers sterk verschillen. Bovendien bestaan er met betrekking tot afvalstoffenheffing en rioolrechten verschillende tariefsystemen waardoor het opstellen van een representatieve vergelijking niet mogelijk is. Het is niet mogelijk deze indicator te verstrekken voor een reeks van 3 jaren (2021-2023). We kunnen de toekomstige lastenontwikkeling binnen de eigen gemeente wel inschatten aan de hand van onze meerjarenbegroting maar indicatieve landelijke gemiddelden zijn niet beschikbaar voor die jaren. Elke eigen interpretatie zou een gok zijn die niet aansluit bij de werkelijkheid en in die zin dan ook onjuiste informatie verschaffen. Daarom is er voor gekozen deze indicator voor de toekomstige jaren niet in te vullen in afwachting van betrouwbare landelijke indicatieve gemiddelden.

123

3 Onderhoud kapitaalgoederen

3.1 Inleiding De gemeente Meerssen heeft meer dan 230 ha ( 1 ha = 10.000 m2) openbare ruime (wegen en openbaar groen) in beheer. In die openbare ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats, zoals wonen, werken, verplaatsen en recreëren. Voor al die activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal kapitaalgoederen. Al deze kapitaalgoederen dienen onderhouden te worden. Gezien de duurzame instandhouding van deze kapitaalgoederen is dat een taak die continue budgettaire middelen vergt.

Een groot deel van het 'vermogen' van onze gemeente ligt dus in de grond of op het openbaar gebied. Ter voorkoming van kapitaalvernietiging is een zorgvuldig beheer van dit 'vermogen' van groot belang. Hierbij zijn grote bedragen aan de orde als vervangingswaarde: riool ca. € 99,0 miljoen, wegen ca. € 76,0 miljoen, gebouwen ca. € 63,5 miljoen en inventaris ca. € 6,0 miljoen. In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële consequenties met betrekking tot deze 'kapitaalgoederen'/ 'vermogen' van de gemeente.

Overzicht beheerplannen 2020 Beheerplan Looptijd Financiële Achterstallig/ Omvang vertaling uitgesteld achterstallig/ onderhoud uitgesteld onderhoud Openbare verlichting 2014-2023 Ja Nee Gemeentelijk rioleringsplan 2018-2022 Ja Nee Beleidsplan wegen 2019-2023 Ja Ja 0,4 mln. achterstallig 0,4 mln. uitgesteld Civiele kunstwerken 2016-2019 Ja Nee Gemeentelijke gebouwen* 2019-2023 Ja Ja 2,2 mln. uitgesteld Groen 2015-2020 Ja Nee Binnen- en 2019-2023 Ja Nee buitensportaccommodaties* Speeltoestellen 2008- Ja Nee ICT 2016-2020 Ja Nee * Zowel het beheerplan Gemeentelijke gebouwen als het beheerplan buitensportaccommodaties zijn in 2019 geactualiseerd. Vervolgens zijn de consequenties op basis van de keuzes van het accommodatiebeleid doorvertaald in deze plannen.

Actualisatie beheerplannen Voor een goed inzicht in de financiële positie en de vermogenspositie is het cruciaal dat beheerplannen actueel zijn. Dit betekent dat de beheerplannen elke vier jaar opnieuw worden bekeken en doorgerekend en voor besluitvorming worden voorgelegd aan de raad. Het is de verantwoordelijkheid van de raad om kaders te stellen, kwaliteitsniveaus te bepalen en hiermee ook inzicht te krijgen in de benodigde budgetten voor onderhoud en vervanging. Door het up to date houden van de plannen kan de raad zich gedurende de raadsperiode ook uitspreken over elk beheerplan. Tevens zijn actuele plannen nodig voor de beoordeling of reserves en voorzieningen aan de maat zijn. Het belang hiervan is nog groter als er sprake is van achterstallig onderhoud en als budgetten zijn gemuteerd als gevolg van toevoegingen en/of bezuinigingen.

Voor uitvoering van de meeste beheerplannen wordt een storting gedaan in een voorziening in geval van planmatig onderhoud of een reserve in geval van een vervangingsinvestering. Deze vervangingsinvesteringen dienen geactiveerd te worden. De voeding van zowel een voorziening als een reserve geschiedt door stortingen ten laste van de exploitatie. De stortingen worden jaarlijks geïndexeerd met het prijsstijgingspercentage. De aanwending van een voorziening voor uitvoering van het beheerplan wordt rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht; deze onderhoudsuitgaven blijven dus buiten de exploitatie.

125 De aanwending van een reserve geschiedt doordat de kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen ten laste van deze reserve worden gebracht.

Uit de jaarlijkse inspecties van de kapitaalgoederen volgt de noodzaak van de vervangingen en de prioriteit voor de uitvoering van het onderhoud. Op basis van de bestekken/werkomschrijvingen wordt de uitvoering van de werken na de aanbestedingsprocedure gegund aan aannemers.

3.2 Openbare verlichting 2014 - 2023 In 2014 is het beleidsplan Openbare Verlichting vastgesteld. Hierin is bepaald dat er ingezet zal gaan worden op een verdere kwaliteitsverbetering van de openbare verlichting. Door het gaan toepassen van LED-verlichting in combinatie met dimmen bij de jaarlijkse projectmatige vervangingen zal er een aanzienlijke kwaliteitsverbetering bereikt worden. Buiten deze kwaliteitsverbetering, welke ook de sociale- en verkeersveiligheid ten goede komt, levert het toepassen van de LED in combinatie met dimmen ook verdere energiebesparing, CO2 reductie en op lange termijn financieel voordeel op. Jaarlijks wordt in 20 straten de openbare verlichting voorzien van dimbare LED-verlichting.

Gedurende het hele jaar vinden er, door een aannemer waarmee een 4-jarig contract is afgesloten, controles plaats van de openbare verlichting en worden gedane meldingen opgepakt en afgehandeld.

Jaarlijks worden er projectmatig ca. 100 lichtmasten opnieuw geverfd en vinden er remplace werkzaamheden (preventieve vervangingen oude lampen) plaats.

3.3 Gemeentelijk rioleringsplan 2018 -2022 Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is een verplichting uit de Wet Milieubeheer waarin beschreven wordt hoe de riolering en alle voorzieningen die daarbij horen door de gemeente wordt beheerd en hoeveel dit de burger kost.

De riolering is een essentiële voorziening die er voor zorgt dat we lang gezond kunnen blijven en droge voeten houden als het regent. Het beheer van de riolering moet daarom goed geregeld zijn en dit plan biedt daar de basis voor. Het GRP 2018-2022 is in december 2017 vastgesteld door de raad. In het GRP is nadrukkelijk aandacht voor het afkoppelen van regenwater en maatregelen tegen wateroverlast.

3.4 Beleidsplan wegen 2019-2023 Middels het nieuwe beleidsplan zorgen we dat onze verhardingen ook de komende jaren blijven voldoen aan de veranderende behoeften. Ons budget is niet oneindig wat betekent dat we hierin keuzes moeten maken. In het nieuwe beleidsplan zijn al een aantal keuzes gemaakt. In navolging van het beleidsplan wegen is medio 2019 het beheerplan wegen 2019-2021 door het college vastgesteld.

Ten grondslag aan bovengenoemde plannen liggen de in 2018 uitgevoerde visuele weg inspecties. In de afgelopen jaren is de gemiddelde kwaliteit van onze verhardingen flink verbeterd. Het percentage aan achterstallig onderhoud (D-kwaliteit) is van 12% naar 7% afgenomen en de wegen met een C-kwaliteit van 13% naar 5%. Deze positieve ontwikkeling van de kwaliteit zit hem vooral in het asfalt en dan met name ter plaatse van zowel de gebiedsontsluitingswegen binnen als buiten de bebouwde kom. Doch ter plaatse van de landbouwwegen en de woonstraten dient er nog een behoorlijke inhaalslag plaats te vinden. Bij de woonstraten is dat zowel van toepassing voor het trottoir als het asfalt. Gedeeltelijk is hier sprake van uitgesteld onderhoud in afwachting vanuit het Gemeentelijk Rioleringsplan of Gemeentelijke Vervoers- en Verkeersplan op te starten projecten. Bij diverse straten gaat de keuze voor rehabilitatie een voorname rol spelen. Deze straten verkeren namelijk in zodanige slechte toestand dat de beste en toekomst bestendigste keuze is om in deze straten de totale verhardingsconstructie te vervangen.

Een belangrijk onderdeel van het beleidsplan wegen is het invoeren van het risicogestuurd wegbeheer. Risicogestuurd wegbeheer maakt het mogelijk om onderbouwd af te wijken van de huidige statische CROW richtlijn zonder dat de zorgplicht in het gedrang komt. Op de locaties waar de risico’s groter zijn zal onderhoud vaker worden uitgevoerd. Op verhardingen met een laag risico en/of die op korte termijn worden vervangen, kan bijvoorbeeld beeldkwaliteitsniveau D worden gehanteerd, mits gevaarlijke situaties te allen tijde voorkomen worden.

126 Een concreet voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde landbouwwegen die voornamelijk gebruikt worden door agrarisch verkeer. Andersom is dit ook van toepassing. Ten behoeve van het verbeteren van de toegankelijkheid voor ouderen en mindervaliden zijn alle trottoirs naar een hoger ambitieniveau getild door kwaliteitsniveau A te hanteren.

In het beleidsplan wegen wordt er ook aandacht besteed aan het klimaat. Steeds vaker komt het voor dat grotere hoeveelheden neerslag in korte tijd vallen. Dit stelt andere eisen aan de inrichting en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en dus ook aan de verhardingen. Rekeninghoudend met het programma Water in balans, afkoppelen en het aanpassen van de verhardingen wordt vaak gebruik gemaakt van infiltreren dan wel wegverkantingen.

3.5 Civiele kunstwerken 2016 - 2019 In 2016 is het beleids- en beheerplan civiele kunstwerken door de Raad vastgesteld. Om verantwoord onderhoud te kunnen plegen aan het areaal, het veilige gebruik van de civiele kunstwerken te kunnen waarborgen en te kunnen voldoen aan het basisniveau, dienen voldoende (financiële) middelen beschikbaar gesteld te worden. De kosten gemoeid met de structurele werkzaamheden worden afgedekt uit de exploitatie. In 2020 worden vanuit die exploitatie diverse kleine onderhoudswerkzaamheden verricht.

Eind 2019 is het huidige beleids- en beheerplan civiele kunstwerken geëvalueerd.

Ter vervanging van de civiele kunstwerken is vanaf 2015 jaarlijks een bedrag van € 150.000 opgenomen in de begroting. De eerste brug die vervangen is, is de brug Geuldalweg.

3.6 Gemeentelijke gebouwen 2019 - 2023 De nota “nieuwe fase accommodatiebeleid gemeente Meerssen” is in 2019 door de raad vastgesteld. Het algemene doel van het gemeentelijk accommodatiebeleid is te komen tot volwaardige toekomstbestendige accommodaties met een redelijk tot goed kwaliteitsniveau qua onderhoudsstaat, veiligheid hierbij inbegrepen. De bedoeling is dat de verantwoordelijkheid voor het onderhoud zoveel mogelijk bij de gebruikers van de accommodaties wordt gelegd. Tevens is het doel om te komen tot een structurele bezuiniging.

Het niveau waarop de gebouwen in stand gehouden worden is vastgesteld aan de hand van een objectief meetinstrument voor het inspecteren en onderhouden van gebouwen. Een instrument dat is gebaseerd op de conditiemetingsmethodiek volgens NEN 2767. Het niveau waarop het onderhoud gemiddeld gehouden wordt is vastgesteld op conditieniveau 2. Dit onderhoudsniveau is als redelijk goed te typeren en draagt bij aan een doelmatig en duurzaam beheer van het gemeentelijk vastgoed. Voor de in stand houding van Rijksmonumenten worden naast de NEN2767 specifieke inspecties toegepast voor het behouden van cultureel erfgoed.

De meerjarenonderhoudsplannen voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille zijn in 2019 herijkt. Er wordt in 2019 en 2020 een groot aantal aanbestedingen uitgezet om maximaal uitvoering te geven aan het efficiënt en planmatig uitvoeren van het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed. Voor het onderhoud aan de technische installaties is momenteel voor alle gemeentelijke panden een aanbestedingstraject voor een onderhoudsovereenkomst lopende. Verwacht wordt dat voor 2020 de overeenkomst zal worden afgesloten. Naast deze aanbesteding is een aantal andere aanbestedingen in voorbereiding. Doel is om zoveel mogelijk werk in clustercontracten op de markt te zetten. In de begroting is een jaarlijkse storting opgenomen voor planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen. Ten grondslag aan de programmabegroting 2020 ligt de financiële uitwerking van het geactualiseerde meerjarenonderhoudsplan gebouwen met daarin verwerkt de keuzes uit het accommodatiebeleid.

3.7 Groenbeheerplan 2015 -2020 Groen is naast woningen en de infrastructuur essentieel in de leefomgeving. Fraai ingericht en goed onderhouden groen heeft een positieve invloed op de gezondheid van de mensen, sociale cohesie, positieve invloed op de economie en ecologie en stimuleert tot bewegen. Door het groen goed te beheren wordt een bijdrage geleverd aan de leefomgeving en het welbevinden van de bewoners in de gemeente Meerssen. Groenbeheer betekent dat het groen in stand wordt gehouden door de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden.

127 In 2015 is het groenbeheerplan vastgesteld waarmee inzicht wordt gegeven in het beheer en de onderhoudskwaliteit van het openbaar groen. In het groenbeheerplan is vastgelegd dat het onderhoud van al het openbare groen inclusief de parken, de begraafplaatsen en de sportvelden wordt uitgevoerd op beeldkwaliteitsniveau ‘CROW-B’. Voor de bomen en het bosplantsoen is het beheer gericht op het niveau ‘Veilig’. Met ingang van 2016 geldt voor het groenbeheer een structurele taakstelling van € 78.424. Uit het groenbeheerplan kwam naar voren dat de budgetten ontoereikend waren om beeldkwaliteitsniveau ‘CROW-B’ en voor de bomen en het bosplantsoen het niveau ‘Veilig’ te realiseren. Door een aantal wijzigingsvoorstellen binnen de bestaande budgetten door te voeren is er vanaf 2016 voldoende budget voor een sobere groenvervanging, en om het bosplantsoen op het niveau ‘veilig’ te onderhouden. Het grootste deel van de taakstelling wordt ingevuld door omvormingen waarbij het groenareaal wordt aangepast aan het structureel beschikbare budget. In 2020 wordt een nieuw groenbeheersplan voor de periode 2021- 2025 opgesteld.

3.8 Binnen- en buitensportaccommodaties Het accommodatiebeleid heeft ertoe bijgedragen dat het aantal binnen- en buitensportaccommodaties is afgenomen. Ook heeft overdracht van werkzaamheden plaatsgevonden en zijn er nieuwe contracten opgesteld. Op basis van deze nieuwe contracten komen er meer werkzaamheden bij de verenigingen terecht. De gemeente zal de verenigingen echter blijven ondersteunen bij hun werkzaamheden en hiernaast zal bezien worden of verdere privatisering en of overdracht van werkzaamheden tot de mogelijkheden behoort. Op basis van het nieuw opgestelde sportveldenbeheerplan en gebouwenbeheerplan zullen die werkzaamheden uitgevoerd worden die op basis van het rapport (en daadwerkelijke inspecties) nodig zijn. Daar waar de verenigingen de beschikking krijgen over bepaalde budgetten (de depotgelden) zal overleg plaatsvinden over de uit te voeren werkzaamheden.

3.9 Speeltoestellen In 2020 wordt invulling gegeven aan de opgestelde nota inzake spelen in de openbare ruimte. Insteek is om het aantal speelplekken terug te brengen, zonder dat dit ten koste gaat van een goed en gevarieerd aanbod. Een aanbod niet alleen afgestemd op kleine kinderen, maar op een brede doelgroep van inwoners van de gemeente. Betrokkenheid van buurten, ouders, omwonenden en andere geïnteresseerden speelt hierbij een belangrijke rol. Niet alleen in het meedenken, maar ook in het beheer van speelplekken en speeltoestellen.

3.10 ICT nota 2016 - 2020 Tijdens de raadsvergadering van juli 2016 heeft de raad de ICT nota 2016-2020 vastgesteld. Met deze nota worden de kaders gesteld voor de inzet van ICT middelen ten behoeve van de bedrijfsvoering en dienstverlening van de gemeente Meerssen. Op basis van het in de nota opgestelde projectplan is in 2016 t/m 2019 gewerkt aan de invoering van een aantal projecten ten behoeve van de verbetering van de bedrijfsvoering en dienstverlening. Om de investeringen te kunnen uitvoeren wordt gewerkt met jaarlijkse stortingen in de reserve ICT. Op basis van het in 2016 opgestelde plan zou een storting nodig zijn van € 250.665. Doch doordat kon worden ingeteerd op de reeds aanwezige reserve kon de jaarlijkse storting worden gehandhaafd op € 178.127. Nu de ICT nota 2016 haar vierde jaar is ingegaan zijn verschillende aanpassingen (verschuivingen) in de investeringen doorgevoerd. Op basis van deze aanpassingen zou de storting op dit moment € 239.082 moeten bedragen. Omdat de reserve ICT nog steeds voldoende draagkracht heeft om de jaarlijkse storting te laten staan op € 178.127 hebben de aanpassingen van de ICT nota geen gevolgen voor de jaarlijkse storting.

128 3.11 Samenvattend financieel overzicht

Begroot Rekening Begroting Begroting na wijz. bedragen x € 1.000 2018 2019 2019 2020 Res. automatisering -178 -178 -178 -178 Res. beheerplan buitensportaccommodaties -153 -153 -195 -195 Res. vervanging speeltoestellen -27 -27 -27 -17 Res. beheerplan binnensportaccommodaties -13 -13 -13 -10 Res. vervanging civiele kunstwerken -150 -150 -150 -150 Voorzien. wegenbeheerplan -1.240 -1.069 -1.096 -1.095 Voorzien. beheerplan gem. gebouwen -805 -810 -827 -793 Voorzien. onderhoud civiele kunstwerken -22 -22 -22 -22

129

4 Financiering

4.1 Inleiding De financieringsparagraaf is bedoeld om uw raad te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële risico’s. De financieringsparagraaf is samen met het treasurystatuut bij de invoering van de wet Fido verplicht gesteld. Deze paragraaf dient verder onder meer de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het treasurystatuut te bevatten. Het treasurystatuut gemeente Meerssen 2019 is door de Raad in maart 2019 vastgesteld.

4.2 Algemene ontwikkelingen Kasbeheer Voor het beheer van de financiële middelen houdt de gemeente Meerssen een rekening courant aan bij de Staat der Nederlanden (schatkistbankieren), NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Rabobank. De BNG fungeert als huisbankier.

Rentebeleid Bij de berekening van de rente over de eigen financieringsmiddelen is voor 2020 en verder uitgegaan van 0% tot aan de kasgeldlimiet (kortlopende financiering). Voor bedragen boven de kasgeldlimiet (langlopende financiering) wordt een percentage van 0,5% gehanteerd. Een onvoorziene renteontwikkeling heeft uiteraard invloed op de financieringskosten. Vanaf 2017 is voor kortlopende financiering sprake van een negatieve rente. Dus bij opname van kort geld wordt een rentevergoeding uitgekeerd. Voor langlopende financiering tot 10 jaar wordt vanaf 2019 ook een rentevergoeding uitgekeerd. De verwachting is dat dit ook voor 2020 zal blijven gelden. Vooruitlopend hierop zal de gemeente Meerssen in de loop van 2019/2020 voor € 5 mln. de kapitaalmarkt opgaan voor het aangaan van een financiering met een looptijd van 5 jaar. De totale rentekosten bestaan uit de rente voor vaste geldleningen en de rente van de financieringsbehoefte.

Rentevisie Het beleid is om in een normale rentemarkt (korte rente is goedkoper dan lange rente) maximaal kort te lenen binnen de bepalingen van de kasgeldlimiet. De rente is in belangrijke mate afhankelijk van de economische ontwikkelingen en inflatie. De nog steeds voortdurende historisch lage rentes op de geld- en kapitaalmarkt en de ingeperkte beleggingsmogelijkheden voor de gemeente als gevolg van de invoering van het verplicht schatkistbankieren blijven de renteopbrengsten de komende jaren (verder) onder druk zetten. De verwachting voor 2020 is dat zowel de lange als de korte rente onder invloed van de maatregelen van het ECB de rente verder licht zal gaan dalen. De rentestanden blijven dan ook vooralsnog historisch laag.

4.3 Risicobeheer Om rentekosten zoveel mogelijk te minimaliseren dient er een goede balans gevonden te worden tussen optimalisatie op korte termijn en stabilisatie op lange termijn. Zo kan financiering met korte looptijd op een zeker moment de laagste rentelasten geven, terwijl vanuit het oogpunt van de lange termijn stabiliteit financiering met een lange rentevaste looptijd de voorkeur geniet, ondanks dat dit (op korte termijn) een iets duurdere oplossing zou betekenen. De Wet Fido geeft een tweetal richtlijnen voor het beperken van renterisico’s. Het gaat hierbij in de eerste plaats om de kasgeldlimiet en in de tweede plaats om de renterisiconorm.

De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet wordt bepaald door een ministerieel vastgesteld percentage (8,5%) van de totale omvang van de begroting (lasten). Hiermee wordt de maximale hoogte aangegeven van de kort aan te trekken middelen. De kasgeldlimiet mag conform bepalingen wet FIDO twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden.

131 Berekening kasgeldlimiet en bepaling financieringspositie (bedragen x € 1.000)

(bedragen x € 1.000) 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 2020 2018 2018 2019 2019 Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag 8.5% 8.5% 8,5% 8,5% 8,5% - in bedrag 3.846 3.846 3.943 3.943 4.262 1. Vlottende schuld 5.000 8.000 3.576 3.752 9.994 2. Vlottende middelen 1.312 599 34 2.587 0

Saldo (2-1) -3.688 -7.401 -3.542 -1.165 -9.994 Toegestane kasgeldlimiet 3.846 3.846 3.943 3.943 4.262 Ruimte (+) 158 -3.555 304 2.681 -5.732

De ervaring vanuit de afgelopen jaren heeft geleerd dat de werkelijke financieringsbehoefte vaak afwijkt van de geraamde financieringsbehoefte. De daadwerkelijke financieringsbehoefte en noodzaak voor het aantrekken van langlopende financiering wordt in de loop van 2019/2020 op basis van de realisatie bepaald. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het tempo waarin uitvoering wordt gegeven aan projecten. Zoals reeds eerder vermeldt zal in de loop van 2019, begin 2020 een financiering worden aangetrokken van minimaal € 5 mln. ter afdekking van de verwachte financieringsbehoefte op kortere termijn (tot maximaal 5 jaar).

De renterisiconorm en renterisico's De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt verspreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal komt daarbij in de plaats van de totale vaste schuld. De renterisiconorm heeft betrekking op uitsluitend het begrotingsjaar.

(bedragen x € 1.000) 2020 2021 2022 2023 Renterisico op vaste schuld Renteherziening op vaste schuld o/g Aflossingen 1.323 2.323 2.323 1.990 Renterisico 1.323 2.323 2.323 1.990

Renterisiconorm Totaal begroting/rekening 50.136 48.024 47.077 46.689 Vastgesteld percentage renterisiconorm 20% 20% 20% 20% Renterisiconorm 10.027 Ruimte (+) 8.704

Debiteurenrisico Dit betreft het risico dat vorderingen op debiteuren niet kunnen worden geïnd en afgeboekt. Ter afdekking van mogelijke oninbare vorderingen (belasting)debiteuren zijn de voorzieningen dubieuze (belasting)debiteuren gevormd.

Koersrisico Dit is het risico dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. De financiële vlottende activa omvatten rekening-courantgelden, kasgelden en deposito’s. De financiële vaste activa bestaan enerzijds uit aandelenbezit en deelname in gemeenschappelijke regelingen en anderzijds uit aan derden verstrekte leningen. Een specificatie van het aandelenbezit van de gemeente Meerssen is opgenomen in de paragraaf 'verbonden partijen’.

132 4.4 Uitvoering plannen van het beleid voor de gemeentefinanciering De gemeente Meerssen streeft er naar de benodigde leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s van de gemeente Meerssen te beheersen. Hoewel een toename van het renterisico in de tijd onvermijdelijk is, zijn de risico’s bij de gemeente Meerssen goed afgedekt. De gemeente Meerssen heeft in 2007 voor de laatste maal een geldlening via de kapitaalmarkt aangetrokken. De bepaling van de financieringsbehoefte gebeurt integraal (totaalfinanciering) waarin alle kasstromen worden betrokken.

Onderstaand overzicht geeft het verwachte verloop weer van de leningenportefeuille in 2020. (bedragen x € 1.000).

Beginstand per 1 januari 2020 7.390 Nieuwe leningen 5.000 Reguliere aflossingen 2020 -/- 1.323 Eindstand per 31-12-2020 11.067

Ten aanzien van de opgenomen eigen leningenportefeuille zijn geen risico’s te benoemen. De aflossingsmomenten zijn goed verspreid in de tijd, zodat er geen vergroot renterisico ontstaat in enig jaar. Verstrekte financieringen  In maart 2019 heeft de raad besloten de financieringssystematiek inzake geldleningen/herfinancieringen Wonen Meerssen te continueren. De boekwaarde van deze leningen is per 1 januari 2020 € 59,6 mln.  De MTB heeft een achtergestelde lening ontvangen van in totaal € 12,1 mln. Het risico- aandeel voor Meerssen op deze lening bedraagt 10% ofwel € 1,21 mln. Maastricht en Eijsden Margraten zijn de overige aandeelhouders en dus risicodragers voor in totaal 90% zijnde € 9,6 mln.  Startersleningen ad € 0,181 mln. Wordt als instrument ingezet om starters financieel te ondersteunen.

4.5 Uitzettingen/beleggingen en overig liquiditeitenbeheer Het uitzetten van overtollige gelden (liquiditeitsoverschotten) door middel van het verstrekken van leningen dient op prudente wijze te gebeuren.

Resultaat uitzettingen: Belegging OVE Garantie Fonds Een deel van de opbrengsten van de verkoop van de Essentgelden is in 2009 belegd in een deelneming OVE Garantie Fonds, garantiedeel, en bestond uit 3 tranches:  € 4,1 mln. eind 2016 afgelost  € 8,1 mln. begin 2019 afgelost  € 4,1 mln. met een looptijd tot begin 2025 Het gemiddeld vast netto rendement van deze portefeuille is 4,05%.

Leningen gemeente Hengelo en Groningen Vanaf 11 december 2013 kan overliquiditeit alleen worden weggezet middels schatkistbankieren of bij mede-overheden in de vorm van geldleningen. In januari 2014 is een gedeelte van de overliquiditeit ad € 7,5 mln. uitgezet bij 2 medeoverheden om zodoende de rentederving door het verplicht schatkistbankieren te beperken. Lening gemeente Groningen; € 2,5 mln. coupon 2,54% Looptijd tot januari 2025 Lening gemeente Hengelo: € 5 mln. coupon 2,70% Looptijd tot januari 2027

Tegoeden op laagrentende rekeningen worden regelmatig afgeroomd ten gunste van de rekening courant. Met de huisbankier (BNG) is een rentecompensabel stelsel overeengekomen. Dit wil zeggen dat overschotten en tekorten op de verschillende bankrekeningen als een geheel worden gezien waarop de renteberekening wordt gebaseerd. Tevens wordt gebruik gemaakt van de service van de BNG voor het uitvoeren van het geautomatiseerd reguleren van overtollige middelen met de schatkist (indien van toepassing).

133 4.6 Rentekosten en -opbrengsten Het renteomslag-percentage welke wordt gehanteerd voor de doorberekening van renten naar de taakvelden is vastgesteld op 0% (2018:2%). Het rentepercentage en rentetoerekening wordt verder toegelicht bij de uitgangspunten in de begroting 2020. De rentevoorschriften adviseren om geen rente over eigen financieringsmiddelen toe te rekenen. Wij hebben bij het opstellen van deze begroting er voor gekozen om dit advies te volgen en geen rente over de eigen financieringsmiddelen toe te rekenen. In onderstaand renteschema is de opbouw het renteresultaat toegelicht. Begroting 2020 a. Externe rentelasten over de korte en lange financiering 2.695 b. Externe rentebaten 2.879 Saldo rentelasten en rentebaten -184 c1. Rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend - c2. Rente van projectfinanciering die aan betreffende taakveld -2.373 moet worden toegerekend c3. Rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een 2.496 specifieke lening voor is aangetrokken. 123 Aan taakvelden toe te rekenen rente -61 d1. Rente over eigen vermogen - d2. Rente over voorzieningen - - Totaal aan taakvelden toegerekende rente -61 e. Aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) - f. Renteresultaat op het taakveld treasury -61

134 5 Bedrijfsvoering

5.1 Inleiding De bedrijfsvoering vormt een belangrijke randvoorwaarde voor het succesvol uitvoeren van de programmabegroting. Deze paragraaf bevat een toelichting op de zogenaamde PIOFACH-elementen: Personeel, Informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Algemene zaken, Communicatie, Huisvesting.

5.2 Personeel & Organisatie Organisatieontwikkeling In oktober 2019 heeft besluitvorming plaatsgevonden met betrekking tot de regie-organisatie, waarbij uitvoerende taken in samenwerking met gemeente Maastricht worden georganiseerd. Afhankelijk van deze besluitvorming zullen in 2020 verdere stappen worden gezet voor de transformatie naar regie-organisatie dan wel doorontwikkeling van een zelfstandige gemeentelijke organisatie van Meerssen naar een kwalitatief toegeruste organisatie voor de toekomst. Op dat moment zullen ook de financiële consequenties van de vervolgstappen verder in beeld worden gebracht.

Ontwikkelingen in personeel Formatie De in de begroting 2020 opgenomen totale formatie bedraagt 106,04 fte. Onderstaand overzicht geeft de ontwikkeling van formatie aan in de afgelopen jaren. Tevens is de werkelijke bezetting en enkele kengetallen aangegeven per peildatum 1 juli in de betreffende jaren.

Meerssen valt met 18.923 inwoners (stand per 1/1/2019) in de inwonersklasse van 10.000 tot 20.000 inwoners. In deze klasse bedraagt het aantal fte’s gemiddeld 8,5 per 1.000 inwoners (bron: personeelsmonitor gemeenten 2017 A&O-fonds gemeenten). Voor Meerssen zou dat 161,5 fte betekenen. Met 106,04 fte’s ligt de gemeente Meerssen nog steeds ruim onder het landelijk gemiddelde.

Personele aantallen peildatum peildatum Peildatum Begroting 01-07-2017 01-07-2018 01-07-2019 2020 Aantal fte 107,24 107,44 105,24 106,04 Waarvan: - werkelijke bezetting in fte 95,59 102,26 96,29 97,69 - vacature in fte 11,65 5,18 8,95 8,35 Waarvan in aantal: - man 59 61 55 56 - vrouw 56 62 62 63 - totaal 115 123 117 119 Waarvan in aantal: - parttime 54 58 58 60 - fulltime 61 65 59 59

135 Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van het personeel bedraagt per 1 juni 2019: 49,92 jaar. In onderstaande tabel is het aantal medewerkers op 1 juni 2019 per leeftijdsklasse weergegeven. Leeftijdsopbouw < 21 21 t/m 31 t/m 41 t/m 51 > 60 Totaal 30 40 50 t/m 60 peildatum01-06-2019 8 23 12 53 13 119

Per afdeling bedraagt de gemiddelde leeftijd: Afdeling gemiddelde leeftijd Ruimte 49,6 Samenleving 47,8 Bedrijfsvoering 53,1

Ziekteverzuim Voor gemeenten kleiner dan 20.000 inwoners bedroeg het ziekteverzuim-percentage in 2018 4,9 % (bron: personeelsmonitor gemeenten 2018). Het ziekteverzuim in Meerssen laat sinds dit jaar een dalende lijn zien (tabel 1). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een afname van het aantal langdurig zieken. Daarnaast zien we een vermindering van het % nulverzuim en in 2019 weer een stijging van het % nulverzuim (tabel 2). Sinds 1 juli 2019 is het contract met de arbodienst uitgebreid ten behoeve van een versterkte aanpak van het ziekteverzuim, zowel in preventieve als in curatieve zin. Samen met de arbodienst bekijken we welke preventieve en curatieve maatregelen genomen kunnen worden om het ziekteverzuim, en dan vooral het psychisch verzuim, terug te dringen. Zo is de afspraak dat de bedrijfsarts wekelijks spreekuur houdt in het gemeentehuis en dat de medewerkers tweewekelijks gebruik kunnen maken van het spreekuur van de bedrijfsmaatschappelijk werker in het gemeentehuis.

Tabel 1 Jaar % ziekteverzuim 2015 3,97 2016 5,08 2017 7,33 2018 9,32 2019 t/m juli 7,38

Tabel 2 Jaar % nulverzuim * 2015 56 2016 43 2017 36 2018 24 2019 t/m juli 50 * nulverzuim: % medewerkers van het totaal aantal medewerkers, die in het betreffende jaar niet ziek zijn geweest

136 Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) Op 1 januari 2020 treedt de Wnra in werking. De wet zorgt ervoor dat ambtenaren dezelfde rechtspositie krijgen als werknemers in het bedrijfsleven. Beide groepen vallen straks onder het private arbeidsrecht.

Wat verandert er? De nieuwe wet heeft tot gevolg dat ambtenaren een tweezijdige arbeidsovereenkomst met hun werkgever sluiten en niet langer een eenzijdige aanstelling krijgen. Verder worden de arbeidsvoorwaarden in cao’s in plaats van in de huidige rechtspositieregelingen neergelegd.

Voor ambtenaren gaat – net als voor werknemers in het bedrijfsleven – het private arbeids- en ontslagrecht gelden. Dit betekent dat de ambtenaar bij geschillen of ontslag niet langer in bezwaar gaat bij de eigen werkgever en in beroep kan bij de bestuursrechter, maar dat hij zich wendt tot de (civiele) kantonrechter.

Wat verandert niet? De ambtelijke status verdwijnt niet door de nieuwe wet: iedere medewerker in dienst van een overheidswerkgever blijft ambtenaar. Er komt een nieuwe Ambtenarenwet. Hierin blijven bepalingen staan die speciaal voor ambtenaren gelden, zoals het bekleden van vertrouwensfuncties en de beperking van de vrijheid van meningsuiting. Ook de materiële arbeidsvoorwaarden van het gemeentelijke personeel, zoals salaris, eindejaarsuitkering of vakantie-uren, veranderen niet door de nieuwe wet. Bij de omzetting naar een arbeidsovereenkomst blijven deze behouden.

De arbeidsvoorwaarden zullen in het overleg van werkgevers en vakbonden worden besproken en worden vastgelegd in cao’s. Net als in de marktsectoren zijn sociale partners bij de overheid straks vrij om te bepalen waarover (en met wie), zij een cao sluiten.

Ontwikkeling Salariskosten en CAO gemeenten 2019-2020 Op 28 juni 2019 heeft de VNG met de vakbonden een principeakkoord gesloten over de Cao Gemeenten 2019-2020. Op 12 september is het akkoord definitief bekrachtigd.

Het akkoord bevat afspraken over:  de looptijd: van 1 januari 2019 tot 1 januari 2021;  de salarisontwikkeling:  per 1 oktober 2019 3,25%  per 1 januari 2020 1 %  per 1 juli 2020 1 %  per 1 oktober 2020 1%  een eenmalige uitkering van € 750 in 2019. Deze uitkering geldt voor medewerkers die op 28 juni 2019 in dienst waren. De uitkering is bruto en naar rato van het dienstverband.  een tegemoetkoming in de ziektekosten. Vanaf 2019 krijgen alle medewerkers een tegemoetkoming van € 168 of € 296, afhankelijk van het inkomen van de medewerker. Tot nu toe gold de tegemoetkoming alleen voor medewerkers met een aanvullende verzekering bij een zorgverzekeraar waarmee de VNG een contract had.  de ontwikkeling van sectorale normen voor bovenwettelijk verlof en vitaliteit.  het voorkomen van stapeling van de transitievergoeding op bestaande cao-afspraken.  een werkgeversbijdrage voor de vakbonden. In 2020 bedraagt deze € 21,04 per fulltime medewerker (parttimers naar rato);  een onderzoek naar de effecten van de in de cao opgenomen payroll-toeslag.  procesafspraken bij de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositieambtenaren (Wnra) en de Cao Gemeenten op 1 januari 2020.

137 De nieuwe salarisafspraken zijn in de salarisbegroting 2020 meegenomen. Verder is uitgegaan van de toegestane formatie met als peildatum augustus 2019. De toegestane formatie is de werkelijke personele bezetting plus de vacatures. bedragen x € 1.000 Begroot na Begroting Meerjarenbegroting wijziging 2019 2020 2021 2022 2023 Salarissen en sociale lasten -8.072 -8.662 -8.761 -8.761 -8.761 Ingeleend personeel -580 -50 -50 -50 -50 Mutatie voorzieningen -74 -74 -74 -74 -74 Totaal personele lasten -8.726 -8.786 -8.885 -8.885 -8.885

5.3 Planning & Control Verbeterplan "Toekomstbestendige P&C-cyclus" In 2018 zijn we gestart met het verbeterplan P&C-cyclus. De raad is tussentijds geïnformeerd over de voortgang via een raadsinformatiebrief en bestuursrapportages. Eind 2019 wordt de raad verder geïnformeerd over de visie op de P&C-cyclus. Op sommige onderdelen is de oorspronkelijke planning bijgesteld als gevolg van bezuinigingen en capaciteitsgebrek. Zo is onder andere besloten in het kader van de taakstelling personeel om de nieuwe functie van concerncontroller in 2019 structureel niet in te vullen. De resultaten van het verbeterplan P&C-cyclus zijn voor de raad zichtbaar in de P&C-documenten: de begroting, bestuursrapportages en jaarrekening. Achter de schermen in de organisatie is ook veel werk verzet bij de doorontwikkeling van het financiële systeem, interne procedures, opleiding van budgethouders enzovoort. In 2020 lopen een aantal verbeteringen nog door. Dit wordt begeleid door de externe adviseur/projectleider, die in 2020 nog in beperkte mate wordt ingehuurd. Hiervoor is nog een incidenteel bedrag van € 20.000 opgenomen.

Interne Controle en voorbereiding jaarrekening 2019 Als voorbereiding op de jaarrekening 2019 zijn de processen voor interne controle na de zomer 2019 opgestart. Omdat de nieuwe functie concerncontroller niet is ingevuld, wordt dit evenals voorgaande jaren binnen de bestaande organisatie opgepakt. Dit betekent dat op dit gebied de werkdruk wederom hoog is en dat enkele geplande verbeteringen vooralsnog achter blijven. Wederom een belangrijk knelpunt bij het opstellen van de jaarrekening is de verantwoording van de 2D's. Zowel de interne verantwoording, als ook de accountantscontroles bij de externe partners bij de 2D's zijn pas laat in het jaar (mei) gereed, waardoor het tijdspad om de jaarrekening tijdig gereed te maken onder druk staat. De interne tussentijdse controle 2D's heeft reeds plaats en laat zien dat de nodige verbeteringen zijn doorgevoerd.

Fiscaal Gemeente Meerssen heeft in 2011 een Convenant Horizontaal Toezicht gesloten met de Belastingdienst. De basis voor dit convenant is openheid en transparantie van beide partijen over alle fiscale aangelegenheden: btw, vennootschapsbelasting en loonbelasting / werkkostenregeling. Dit convenant brengt verplichtingen met zich mee voor beide partijen. Een van de verplichtingen voor gemeente Meerssen is het zorgen voor een systeem van interne beheersing, interne controle en externe fiscale controle. Het doel hiervan is om te komen tot een aanvaardbare aangifte. Daarnaast wordt verwacht dat Meerssen actief haar fiscale standpunten voorlegt aan de Belastingdienst.

In de laatste jaren werd door de Belastingdienst in toenemende mate de nadruk gelegd op de externe fiscale controle. Hierin was tot de komst van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen in 2016 niet structureel voorzien. Bij de voorbereiding op de Vpb-plicht bleek externe ondersteuning onontbeerlijk. Het implementatietraject Vpb én de toenemende nadruk op externe controle op de fiscale activiteiten en administratie van gemeente Meerssen, hebben geleid tot het inroepen van structurele externe ondersteuning door een erkend fiscaal advieskantoor. Dit vergroot voor de Belastingdienst de zekerheid dat onze aangiftes voldoen aan wet- en regelgeving en vrij zijn van fouten. De vorm van toezicht wordt daar dan op afgestemd.

138 Uiteindelijk bepaalt de belastingdienst na afloop van het boekjaar en de verwerking van de betreffende (suppletie)aangiftes de uiteindelijke terugbetaling of naheffing. Een eventueel te betalen of te ontvangen bedrag is vooraf niet in te schatten en wordt meegenomen in een Bestuursrapportage in het jaar na het controlejaar.

Btw Een recente ontwikkeling ten aan zien de btw is het vervallen van het zogenaamde Sportbesluit per 1 januari 2019. Voor gemeente Meerssen betreft dit de voetbal- en hockeyaccommodaties. Dat betekent dat de btw op exploitatiekosten en investeringen niet langer verrekenbaar is, maar kostprijsverhogend. Gemeenten worden hiervoor (deels) gecompenseerd in de vorm van de nieuwe Specifieke Uitkering Sport (SPUK Sport). Hieraan is echter op landelijk niveau een plafond gesteld, waardoor niet zeker is of het totaal aangevraagde bedrag ook daadwerkelijk wordt toegekend. Een en ander is, voor zover mogelijk, structureel verwerkt in de meerjarenbegroting.

Werkkostenregeling Dit is een wettelijke fiscale regeling op het gebied van de loonbelasting. De Werkkostenregeling (WKR) rekent alles wat een werkgever buiten de reguliere salariscomponenten (bruto-netto traject) aan een werknemer verstrekt, vergoedt of ter beschikking stelt tot het loon.

Binnen de WKR mag een werkgever maximaal belastingvrij 1,2% van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan werknemers. Dit wordt de 'vrije ruimte' genoemd. Over het bedrag boven de vrije ruimte is loonbelasting verschuldigd in de vorm van een eindheffing van 80% voor rekening van de werkgever.

Bij gemeente Meerssen wordt ongeveer 70% van de vrije ruimte besteed aan de onkostenvergoedingen voor politieke ambtsdragers. Deze (netto) vergoedingen vallen vanaf de invoering van de WKR verplicht in de vrije ruimte. Het resterende deel van de vrije ruimte is ontoereikende voor de overige onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen. Dit leidt tot een overschrijding van de vrije ruimte, waarover dus 80% eindheffing moet worden afgedragen. Vanaf de invoering van de WKR vertoont de jaarlijks af te dragen eindheffing een constant karakter. Voor deze eindheffing is structureel een bedrag geraamd in de begroting.

5.4 Juridische zaken Als overheidsinstantie heeft de gemeente op juridisch gebied voornamelijk te maken met bestuursrechtelijke aangelegenheden veelal voortvloeiend uit haar wettelijke taken zoals vergunningverlening, bouwen, milieu, WMO, subsidies, etc. Daarnaast speelt echter ook privaatrecht een belangrijke rol (aanbestedingen, erfpacht, verkoop/verhuur, exploitatie-overeenkomsten, etc). Deze juridische aangelegenheden maken deel uit van bijna alle bij de gemeente voorkomende processen.

Regelmatig ontstaan er bijzondere gevallen, waarin zich juridische complicaties voordoen, bijvoorbeeld beroepsprocedures. Dit soort juridische aangelegenheden zijn niet planbaar en ad-hoc van aard. Binnen de organisatie is juridische kennis en capaciteit aanwezig om de meeste zaken te behandelen. Indien specifieke of aanvullende kennis noodzakelijk is huren we deze extern in. Hiervoor is een beperkt budget in de begroting opgenomen, afhankelijk van het aantal en de aard van zaken die zich voor doet in enig jaar, wordt bij de bestuursrapportages extra budget bij geraamd.

Bezwaar en beroep De gemeente Meerssen heeft een onafhankelijke, externe adviescommissie voor bezwaarschriften in een regionaal samenwerkingsverband met 4 gemeenten. Indien een bezwaarschrift wordt ingediend wordt dit in behandeling genomen door de ambtelijk secretaris van de gemeente. In overleg met de vakafdeling wordt altijd eerst bezien of dit via minnelijk overleg of (pre)mediation kan worden opgelost. Als dat niet mogelijk is maakt de vakafdeling een verweerschrift. De adviescommissie houdt een hoorzitting en stelt een advies op aan het college, waarna -via een ambtelijk advies- het college een besluit neemt op het bezwaar. Vervolgens is beroep bij de rechtbank mogelijk.

Delegatie en mandaat De raad kan bepaalde aan haar voorgehouden besluiten via delegatie aan het college overdragen, waardoor de besluitvorming sneller en effectiever kan plaatsvinden. Zo kan ook het college besluiten

139 mandateren aan de ambtelijke organisatie. Hiertoe beschikken wij over een delegatie-besluit en een mandaatbesluit. Deze documenten worden periodiek geactualiseerd.

Aanbestedingen De gemeente is gebonden aan Europese en nationale wet- en regelgeving met betrekking tot aanbestedingen. Wij beschikken ook over een eigen aanbestedingsbeleid. Twee maal per jaar ontvangt de raad een rapportage over de uitvoering van de aanbestedingen.

5.5 Informatisering en automatisering ICT-nota 2016-2020 Tijdens de raadsvergadering van juli 2016 heeft de raad de ICT nota 2016-2020 vastgesteld. Met deze nota worden de kaders gesteld voor de inzet van ICT middelen ten behoeve van de bedrijfsvoering en dienstverlening van de gemeente Meerssen. In 2020 zal in beginsel een nieuwe ICT-nota worden opgesteld voor de periode 2021-2025, echter, indien de ontwikkeling naar regie- organisatie met Maastricht wordt ingezet is dat niet meer aan de orde.

Op basis van het in de nota opgestelde projectplan zijn in de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 een aantal projecten uitgevoerd ten behoeve van de verbetering van de dienstverlening en bedrijfsvoering. Om de verdere groei van de dienstverlening te kunnen realiseren zal investering in de ontwikkeling van deze dienstverlening en daarvoor benodigde hulpmiddelen noodzakelijk zijn. Ook hiervoor geldt: indien de regie-organisatie door gaat, zal de planning van deze projecten worden herzien omdat dan wordt aangesloten bij de systemen van Maastricht. In de ICT nota is ruim aandacht geschonken aan de ontwikkeling van deze diensten en producten. Het gaat daarbij om de volgende onderdelen:

 Invoering van digitale formulieren (e-formulieren): Het belangrijkste effect hiervan is dat het voor de klant mogelijk is om 24/7 aanvragen voor gemeentelijke producten in te dienen en af te rekenen. De verdere invoering van dit product geeft ook voordelen voor de organisatie omdat: alle noodzakelijke gegevens zijn ingevuld, door gebruik van de DIGID is de authenticiteit van de aanvrager gewaarborgd en aanvraag wordt direct in werklijst van betrokken medewerker geplaatst. De in 2017 ingezette ontwikkeling van de formulieren is in 2018 en 2019 voortgezet. De verdere ontwikkeling van de formulieren zal in 2020 worden opgepakt.

 Statusinformatie beschikbaar: Dit project heeft als doel om de burger 24/7 via internet inzage te geven in de voortgang van een aanvraag bij de gemeente. De burger krijgt de mogelijkheid om te zien hoe het met zijn aanvraag gaat en wat de status van de aanvraag is, m.a.w. wanneer hij uitslag zou kunnen ontvangen. Ook heeft de burger er recht op om te kunnen zien welke informatie van hem door de overheid wordt bijgehouden. Voor de individuele overheid is het ontwikkelen van een dergelijke informatiebron nagenoeg niet uit te voeren. Daarom heeft de landelijke overheid zich in de afgelopen jaren beziggehouden met de ontwikkeling van MijnOverheid. Via deze site kan iedereen Persoonlijke Gegevens, Berichtenbox en Lopende Zaken inzien en raadplegen. Met het in 2018 ingevoerde systeem voor zaakgericht werken worden de volgende stappen gezet om een gedeelte van deze informatie te kunnen ontsluiten via Mijn overheid. Voor gemeente Meerssen zal de aansluiting op MijnOverheid naar verwachting in de loop van 2020plaatsvinden. Voordat de ontsluiting van MijnOverheid kan plaatsvinden zal een uitgebreide publiekscampagne worden opgestart om ervoor te zorgen dat de burger bekend wordt met het fenomeen MijnOverheid voor de gemeente Meerssen. Naast gemeentelijke informatie kan de burger op dit moment reeds informatie opvragen over: WOZ, SVB, waterschappen, belastingdienst en BSGW. Ook voor de gemeentelijke organisatie heeft aansluiten op MijnOverheid direct efficiency voordelen, immers burgers die zich hebben aangemeld op MijnOverheid krijgen van de overheid geen analoge informatie meer maar alle correspondentie kan digitaal via MijnOverheid worden afgehandeld. Dit betekent voor de gemeente een besparing op drukwerk, porto en behandelkosten.

140

 Vernieuwing zaaksysteem: Het in 2018 ingevoerde nieuwe zaaksysteem zal de komende jaren nog verder worden doorontwikkeld om de ontsluiting van de gegevens zowel naar organisatie als naar de burger verder te vereenvoudigen.

 Omgevingswet: In 2019 is een beslissing genomen omtrent de invulling van deze wet binnen de organisatie. De komende jaren zal de organisatie verder worden ontwikkeld om de wet naar behoren te kunnen uitvoeren.

 Gebruik van een zogenaamde Meldingen app: om de betrokkenheid van de burger te vergroten bij de openbare ruimte dient de drempel om een melding te doen zo laag mogelijk te zijn. Met het gebruik van de smartphones wordt het mogelijk dat burgers overal en altijd meldingen kunnen doen waardoor de gemeente beter is geïnformeerd over de status van verschillende onderdelen van de openbare ruimte en daar ook op kan acteren. Inmiddels zijn er verschillende leveranciers op het gebied van Meldingen: o.a. BuitenBeter, Verbeterdebuurt. De inzet van deze apps kan pas efficiënt worden toegepast indien de meldingen welke via deze app binnenkomen direct kan worden opgenomen het MeldingOpenbareRuimte-systeem van de gemeente, waardoor de beheerders er direct mee aan de slag kunnen. De inzet van een dergelijke app heeft op termijn ook weer voordelen voor de gemeentelijke organisatie omdat invoer van informatie direct en zonder tussenkomst van medewerkers in de organisatie komt, beheerders worden direct geïnformeerd indien een voor hun betreffende melding binnenkomt, burgers ontvangen terugmelding van wat er met hun melding gebeurt. Bij het maken van de keuze voor deze zogenaamde meldingenapp zal ook rekening moeten worden gehouden met de verdergaande samenwerking met de gemeente Maastricht op het gebied van beheer openbare ruimte en handhaving. De gegevens dienen immers ook daar terecht te komen.

Samenwerking Met de invoering van de verschillende systemen en koppelingen daartussen wordt de afhankelijkheid van de beschikbare ICT systemen opnieuw sterk vergroot. De continuïteit van de ICT systemen zal verder worden versterkt door een verdergaande samenwerking met de ICT diensten van de gemeente Maastricht. Deze samenwerking zal worden uitgebouwd waarbij de uitwisseling van systeembeheer taken met de gemeente Maastricht steeds meer zal plaatsvinden. Een complicerende factor is de moeizame start van het Shared Service Center ZL, waardoor Maastricht nog niet kan aangeven hoe ver ze in de samenwerking kunnen gaan en hoe de diensten aan de gemeente Meerssen verder worden geleverd. Het verder uitbouwen van onze samenwerkingsrelatie met Maastricht zal mede afhangen van deze ontwikkeling en van de eerder genoemde keuzes ten aanzien van de regie- organisatie.

Informatiebeveiliging en Privacy De nieuwe ontwikkelingen op het gebied van privacybescherming en beveiliging van gemeentelijke systemen zullen door de gemeente worden gevolgd en dit zal extra aandacht voor het informatiebeveiligingsbeleid gaan vragen. De VNG heeft voor het inregelen van een uniforme informatiebeveiliging voor gemeenten de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG) ingesteld. Meerssen streeft er naar haar informatiebeveiliging volledig te conformeren aan de richtlijnen van de BIG. Inmiddels is de BIG met ingang van 2019 vervangen door de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Deze BIO is een ‘update’ van de BIG en net als de BIG gebaseerd op de internationale ISO27001/2-standaard. De BIO komt in grote lijnen overeen met de BIG maar bevat 200 extra maatregelen. Het is de bedoeling dat gemeenten met ingang van 2020 “BIO proof” zijn. Door het ontbreken van onder andere de CISO-functie zal Meerssen dat niet halen. Er is geen capaciteit om deze 200 extra maatregelen te beoordelen en waar nodig in te voeren. Dat wil overigens daarmee niet zeggen dat Meerssen niet voldoet aan de BIO immers veel maatregelen zijn gelijk aan de BIG maatregelen. Het wil wel zeggen dat de BIO score vooralsnog lager zal zijn dan de oude BIG score.

Ter controle en verantwoording van de informatiebeveiliging is met ingang van 2017 de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) van kracht. In 2018 is de eerste verantwoordingsrapportage gebaseerd op ENSIA, over het jaar 2017, aan de raad voorgelegd. In april 2019 heeft de raad de rapportage over 2018 ontvangen. Meerssen voldoet vooralsnog ruim aan de ENSIA eisen.

141

Documentaire informatievoorziening en archief Met name op het gebied van digitalisering van archieven is er momenteel landelijk een forse ontwikkeling. Dat heeft er in Zuid Limburg toe geleid dat er een samenwerkingsverband is opgericht waaraan nagenoeg alle Zuid Limburgse gemeenten (waaronder Meerssen) en een aantal Gemeenschappelijke Regelingen deelnemen. Doel is kennisdeling en eenduidige aanpak van problematiek op het gebied van archivering. Omdat Meerssen niet kan beschikken over een eigen archivaris en er hierdoor te weinig specialistische kennis betreffende de toepassing van de Archiefwet in huis is, is er aansluiting gezocht bij het Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL). Met ingang van 1 juli 2017 is het archieftoezicht op de gemeente hier ondergebracht en is een medewerker van RHCL benoemd tot gemeentearchivaris van Meerssen.

5.6 Communicatie Met elkaar in gesprek Met een kleine ambtelijke organisatie werkt de gemeente Meerssen voor 19.000 inwoners aan een fijne en veilige leefomgeving. Omdat onze gemeente daarbij voor steeds grotere opgaven staat, zijn wij in gesprek met de gemeente Maastricht. Het belangrijkste onderwerp van het begrotingsprogramma voor 2020 is het uitvoeren van de besluitvorming van de gemeenteraad van 3 oktober 2019 met betrekking tot het rapport over de resultaten van het verdiepingsonderzoek naar de mogelijke optie van de invoering van een regieorganisatie met Maastricht als vaste partner. Maar ook als de nieuwe organisatievorm er komt, blijft nodig dat inwoners, ondernemers en gemeente met elkaar in gesprek blijven om elkaar te helpen en te versterken. Om zaken beter en waar nodig anders te doen. Het nieuwe communicatiebeleid van de gemeente (in voorbereiding ter vaststelling in de raadsvergadering van december) biedt daarvoor de nodige handvatten. Ook het nieuwe communicatiebeleid komt tot stand in samenspraak met de gemeenschap (focusgroepen en online- enquête). Want de beste ideeën haal je vaak bij de mensen zelf.

Digitale overheid Op 1 januari 2021 treedt de Wet elektronische publicatie in werking (wijziging bekendmakingwet). Belangrijkste verandering is dat officiële bekendmakingen met ingang van die datum online gepubliceerd moeten worden. Op 1 januari 2022 komt daar de verplichting bij om bijlagen (documenten die nu fysiek ter inzage worden gelegd) eveneens online beschikbaar te stellen. Ook zijn er nieuwe regels voor de toegankelijkheid van overheidsinformatie. Dit alles vraagt de nodige organisatorische en technische aanpassingen. Een projectgroep is bezig met de voorbereidingen. Omwille van kennisdeling gebeurt dat in samenwerking met andere gemeenten in de regio.

142 6 Verbonden partijen

6.1 Inleiding

Gemeenschappelijke regelingen - Anti Discriminatievoorziening Limburg - Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) - Geneeskundige gezondheidsdienst Zuid Limburg (GGD) - Gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Sociale Zaken Maastricht-Heuvelland (SZMH) - Milieuparken Geul en Maas - Omnibuzz - Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD) - Samenwerkingsverband Maas en Mergelland - Veiligheidsregio Zuid-Limburg Vennootschappen en coöperaties - CBL Vennootschap BV - CSV Amsterdam BV - Enexis BV - Enexis Holding NV - NV Bank Nederlandse Gemeenten - NV MTB Regio Maastricht - NV Waterleidingmaatschappij Limburg - Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV - Verkoop Vennootschap BV

6.2 Lijst van verbonden partijen

Gemeenschappelijke regelingen Anti Discriminatievoorziening Limburg Wijze van deelneming Via centrumgemeente Maastricht Openbaar belang Signaleert, voorkomt en bestrijdt discriminatie en ongelijke

behandeling. Financieel belang Bijdrage naar rato van aantal inwoners/verlies/rijksbijdrage naar rato van inwoners. Jaarlijks wordt geïndexeerd. Indexering is het gemiddelde van beide centrumgemeentes. Gemeente Meerssen 2019: € 8.092. Bijdrage 2020 is nog niet bekend.

Risico's Verliesbijdrage naar rato van inwoners. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) Wijze van deelneming Het Algemeen Bestuur bestaat uit één lid van elke deelnemende gemeente en het Waterschap. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en 7 leden, te benoemen door het Algemeen Bestuur. De portefeuillehouder financiën van Meerssen is DB en AB lid Openbaar belang Heffing en inning van de gemeentelijke belastingen alsmede de

uitvoering van de Wet WOZ. Financieel belang Bijdrage op basis van verdeelsleutel (aantellen aanslagregels, WOZ objecten, aanslagbiljetten en klantcontacten).

143 Risico's De risico's m.b.t. de bedrijfsvoering komen voor rekening van de regeling. De overige risico's, waaronder de risico's m.b.t. de eigen

belastingopbrengst komen voor rekening van de afzonderlijke deelnemers. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 593 Eigen vermogen per 31-12-2020 1.190 Vreemd vermogen per 01-01-2020 4.978 Vreemd vermogen per 31-12-2020 4.708 Resultaat over 2020 0

Geneeskundige gezondheidsdienst Zuid Limburg (GGD) Wijze van deelneming Het Algemeen Bestuur van de GGD Zuid Limburg bestaat uit één bestuurslid per deelnemende gemeente en één plaatsvervangend lid. Als lid van het Algemeen bestuur kunnen slechts worden aangewezen leden van het college van de gemeenten. Openbaar belang Zorgdragen voor publieke gezondheid, Jeugdgezondheidszorg 0- 18 jaar, toezicht op de kwaliteit Wmo, Veilig Thuis, ambulancezorg, GHOR, vangnetfunctie en crisiszorg verslaafden, dak- en thuislozen, sociaal medische advisering, toezicht op de kinderopvang, vaccinaties. Financieel belang Subsidie/inkooprelatie/verliesbijdrage naar rato inwonertal

Risico's Verliesbijdrage naar rato inwonertal Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 2.456 Eigen vermogen per 31-12-2020 2.106 Vreemd vermogen per 01-01-2020 25.546 Vreemd vermogen per 31-12-2020 24.500 Resultaat over 2020 0

Gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Sociale Zaken Maastricht-Heuvelland (SZMH) Wijze van deelneming De uitvoeringsorganisatie wordt aangestuurd door de zes verantwoordelijke portefeuillehouders. De aansturing zal gebeuren op basis van de door de colleges vastgestelde centrumregeling. Openbaar belang Bevorderen van de uitstroom naar regulier werk middels

aanbieding van een breed scala aan re-integratieprojecten- en voorzieningen en een inkomensvoorziening. Financieel belang Bijdrage in de bedrijfsvoeringskosten en bijdrage in de te verstrekken uitkeringen en re-integratievoorzieningen op basis van de voor de uitvoeringsorganisatie verwachte uitgaven. Risico's De uitgaven binnen de Participatiewet zijn afhankelijk van het aantal uitkeringsgerechtigden, het aantal personen in een re- integratietraject en het aantal aanvragen bijzondere bijstand. Doordat de economie fluctueert zijn deze uitgaven niet te voorspellen. Het verloop zal zo goed mogelijk gemonitord worden en in de P&C-momenten zullen de ontwikkelingen aangegeven worden. Ook zullen we de beleidsontwikkelingen van de Rijksoverheid volgen en waar dit gevolgen heeft, hier op anticiperen. Met betrekking tot het eigen risicodeel is op dit moment het nu in de vangnetregeling geldende percentage van 7,5% van het rijksbudget in de begroting 2020 opgenomen. Het is mogelijk dat de vangnetregeling wijzigt als gevolg van nieuwe wetgeving. In dat geval kan het eigen risico toenemen. Hoe de vangnetregeling over 2020 er uit zal zien is nog niet bekend. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0

144 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Milieuparken Geul en Maas Wijze van deelneming De wethouder is vertegenwoordigd in het bestuur (DB). Openbaar belang Het aanbieden van een brengplaats voor afval met daarbij de

mogelijkheid tot optimaal scheiden van het herbruikbaar afval. Financieel belang Bijdrage in kosten op basis van het aantal van inwoners per deelnemende gemeente.

Risico's Verliesbijdrage naar rato van inwoners. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Omnibuzz Wijze van deelneming De wethouder is lid van het algemeen bestuur. Openbaar belang Omnibuzz draagt zorg voor een tijdige en kwalitatief hoge

uitvoering van collectief en individueel vraagafhankelijk vervoer voor de reiziger in het Omnibuzz vervoer. Financieel belang Gemeente Meerssen is deelnemer aan de GR.

Risico's Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD) Wijze van deelneming De wethouder heeft zitting in het AB. Openbaar belang Uitvoeren van de gemeentelijke taken op het gebied van

vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu. Financieel belang Gemeente Meerssen is deelnemer aan de GR Risico's Onvoldoende toezicht kan leiden tot schade voor milieu en

volksgezondheid. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 1.634 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Samenwerkingsverband Maas en Mergelland Wijze van deelneming 7 wethouders van de deelnemende gemeenten en de voorzitter van het waterschap Limburg en de WML.

Openbaar belang Samenwerken op het gebied van riool- en waterbeheer Financieel belang De verdeelsleutel wordt gevormd door de heffingsinkomsten (9,5%).

Risico's Niet van toepassing Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0

145 Resultaat over 2020 0

Veiligheidsregio Zuid-Limburg Wijze van deelneming De burgemeester is lid van het Algemeen Bestuur. Openbaar belang Preventie en repressie branden, geneeskundige hulpverleningen

gemeentelijke bevolkingszorg bij ongevallen en rampen. Financieel belang Bijdrage volgens vastgestelde verdeelsleutel (deels naar rato inwoneraantal, deels o.b.v. historische kosten).

Risico's Geen. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 7.832 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Vennootschappen en coöperaties CBL Vennootschap BV Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder. Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent (namens de verkopende aandeelhouders van Essent). Financieel belang 0,33% Risico's Met de liquidatie van het CBL Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Daarnaast is het risico

en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.81 BW. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 90 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

CSV Amsterdam BV Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder. Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent en Attero. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent en Attero). Financieel belang 0,33% Risico's Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven tot het bedrag van € 8.035.783 die nog resteert op de escrow-rekening en voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap.

Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende Aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap(totaal € 20.000), art 2.:81 BW.

Financiële gegevens (x € 1.000)

146 Eigen vermogen per 01-01-2020 530 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Enexis BV Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder Openbaar belang Door het verstrekken van deze zogenaamde brugleningen, is de

verkoop van Essent aan RWE mede mogelijk gemaakt en kon deze financieel afgewikkeld worden. Financieel belang 0,33% Risico's De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet -tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Enexis Holding NV Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder Openbaar belang Altijd en overal in het voorzieningengebied van Enexis kunnen beschikken over energie, tegen aanvaardbare aansluit- en

transporttarieven en het kunnen aansluiten van duurzame opgewekte energie op het elektriciteitsnet. Financieel belang 491.400 van de 149.682.196 aandelen (0,33%) Risico's Enexis is financieel gezond. Enexis heeft de Standard & Poor's (S&P) rating A+ (Stable outlook) en bij Moody's Aa3 (stable outlook). Het risico voor de aandeelhouders is gering omdat Enexis opereert in een gereguleerde (energie)markt, onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis Holding N.V. Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist, Enexis heeft

op dit moment meer dan 50% eigen vermogen. Gecombineerd met de achtergestelde status van de ‘Vordering op Enexis vennootschap’ die loopt tot september 2019, levert dit een laag risico op voor de aandeelhouders van Enexis Holding N.V. Een aanvullend risico is het achterblijven van de geraamde dividendinkomsten. Het risico is echter gemitigeerd middels een overeengekomen streefwaarde van € 100 miljoen voor het jaarlijkse dividend. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 4.021.000 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 3.691.000 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

NV Bank Nederlandse Gemeenten Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder

147 Openbaar belang BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. De bank draagt duurzaam bij aan

het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Financieel belang 13.689 van de 55.690.720 aandelen Risico's Het moeten afwaarderen van de boekwaarde van maximaal € 31.059.

Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

NV MTB Regio Maastricht Wijze van deelneming Gemeente Meerssen is aandeelhouder. Openbaar belang In stand houden en beheren van een organisatie die gespecialiseerd is in het op bedrijfsmatige basis aanbieden van zoveel mogelijk passend werk en relevante werkervaring aan personen met een psychische en/of lichamelijke beperking en aan personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Financieel belang 90 aandelen van de 1.000/jaarlijkse subsidie boven op de rijksbijdrage/rentevrije achtergestelde lening zonder hypothecaire zekerheid Risico's De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering Wsw. Financiële risico’s door teruglopen rijkssubsidies per arbeidsplaats.

Verliesbijdrage tekort naar rato aantal aandelen (10%).

Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

NV Waterleidingmaatschappij Limburg Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder. Openbaar belang Burgers toegang verschaffen tot (drink)water tegen acceptabele

kosten. Financieel belang 7 van de 500 aandelen Risico's Het moeten afwaarderen van de bestaande boekwaarde, groot €

36.302

Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 0 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit

de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders).

148 Financieel belang 0,33% Risico's Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is beperkt tot de hoogte van het nominale

aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 1.496.822) (art 2.:81 BW). Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 1.595 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 55 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

Verkoop Vennootschap BV Wijze van deelneming De gemeente is aandeelhouder Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit

de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders Essent). Financieel belang 0,33% Risico's Het financiële risico is na de liquidatie van het General Escrow Fonds relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale

aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW. Financiële gegevens (x € 1.000) Eigen vermogen per 01-01-2020 5 Eigen vermogen per 31-12-2020 0 Vreemd vermogen per 01-01-2020 0 Vreemd vermogen per 31-12-2020 0 Resultaat over 2020 0

149

7 Grondbeleid

7.1 Inleiding De resultaten van een adequaat grondbeleid kunnen een positieve bijdrage leveren aan het realiseren van de missie zoals verwoord in de toekomstvisie: ‘Meerssen streeft naar een kwalitatieve versterking van het woon- en leefklimaat, respectievelijk van het landelijke karakter van de gemeente’. Daarnaast heeft het grondbeleid invloed op en samenhang met de realisatie van de taakstellingen en ambities van een aantal raadsprogramma’s.

7.2 Uitgangspunten grondbeleid De huidige Nota Grondbeleid is vastgesteld in 2010. Er zijn een aantal redenen om deze nota en het beleid te herzien. Met name het hoofdstuk 'Grondprijsbeleid' is verouderd en/of onvolledig, en zal daarom moeten worden geactualiseerd. Als het huidige beleid gehandhaafd blijft zullen er inkomsten worden misgelopen. Ook is er geen sprake van een algemene basis voor diverse vormen van gronduitgifte. Daarnaast is er op het moment sprake van circa 18.000 m2 illegaal grondgebruik. Een plan van aanpak om dit tegen te gaan zal eveneens in het nieuwe beleid moeten worden opgenomen.

Parallel aan de Omgevingswet worden vier aanvullingswetten gemaakt, waaronder de aanvullingswet grondeigendom. Met deze aanvullingswet worden regels toegevoegd aan de Omgevingswet voor instrumenten die ingrijpen op het eigendom van de grond. De herziening van de Nota Grondbeleid zal eveneens in het kader hiervan plaatsvinden.

7.3 Gemeentelijke projecten 3e Fase Centrumplan Meerssen Er is opdracht verstrekt voor de visievorming voor de Markt en de winkelstraten. De uiteindelijke visie zal als basis dienen voor onder andere de herinrichting van de Markt, terrassenbeleid en de aanpak van de winkelleegstand. Er is gestart met een inventarisatie van de belangrijkste thema's en er zal worden gecontinueerd met een interactieve consultatie van de bevolking en belangrijkste stakeholders.

Centrumplan Ulestraten Bouwplan en grond is verkocht aan Bots Bouwgroep. Deze is voornemens om het plan in een aangepaste vorm te realiseren waardoor het noodzakelijk is een nieuwe omgevingsvergunning aan te vragen. Deelplan Kasteelstraat wordt ingevuld met een woonzorgcomplex. Deelplan Sint Catharinastraat met 34 zorgwoningen. Bots Bouwgroep is de omgevingsvergunningsaanvraag aan het voorbereiden.

7.4 Projecten door derden Woningbouwproject Beekerweg-Gen Eijcke, Ulestraten Exploitant: Roberts-Habets BV. Realisatie vindt plaats op basis van het in 2009 vastgestelde bestemmingsplan en gesloten exploitatieovereenkomst. De woonkavels zijn door de exploitant doorverkocht aan Mulleners Vastgoed en Stienstra Beleggingen. Momenteel zijn 36 woningen gereed. Van de 10 bouwkavels staan er nog 9 te koop. De afwerking van het openbaar gebied wordt gefaseerd opgepakt. de infrastructuur wordt na afronding van het project aan de gemeente overgedragen

Woningbouwproject Damiaanberg, Meerssen Exploitant: Bouwfonds Project Development (BPD). 18 woningen zijn gerealiseerd en definitieve oplevering van het openbaar gebied heeft plaatsgevonden. De ontwikkelaar is voornemens de locatie van het appartementengebouw in te vullen met 4 vrijstaande eengezinswoningen. Vergunningaanvraag hiervoor wordt afgewacht. Na vergunningverlening zal verkoop door de ontwikkelaar worden opgestart.

Stadsvernieuwing St Agnesplein-Pletsstraat, Bunde Exploitant: Bemog Projectontwikkeling Oktober 2019 zullen de supermarkt en de 18 sociale huurwoningen, inclusief de nieuwe parkeervoorziening, gereedkomen. Voor het zorgcentrum met koopappartementen van de tweede fase dient nog een omgevingsvergunningsaanvraag te worden ingediend. De projectontwikkelaar is nog in overleg met beleggers en potentiële gebruikers. Zodra in de haalbaarheid is verzekerd zal de

151 aanvraag worden ingediend. om de ISV subsidie te waarborgen is uitstel van de looptijd aangevraagd bij de provincie. De reconstructie van de Pletsstraat die in 2020 wordt uitgevoerd is ook onderdeel van de verplichtingen vanuit de subsidie.

Woonzorginitiatief In 't Riet, Geulle Exploitant: In 't Riet BV (in oprichting) Dit project betreft de herontwikkeling van de voormalige basisschool 'In het Riet' te Geulle. Tevens worden de locaties 'De Klei Oave' met sportzaal en de open ruimte tussen de voormalige school en de Kleiaove herontwikkeld. Initiatiefnemer is voornemens de bestaande bebouwing in te richten ten behoeve van een multifunctioneel centrum voor zorg-, maatschappelijke, sport-, commerciële en culturele activiteiten. Op het terrein tussen de voormalige bassischool en de Kleioave is nieuwbouw ten behoeve van zorgwoningen gepland (18 nieuw, 8 in bestaande bebouwing). Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter visie gelegen en zal worden doorgeleid naar de gemeenteraad ter vaststelling. Vervolgens zal een erfpachtovereenkomst worden aangegaan en zal de omgevingsvergunningsprocedure worden voorbereid.

7.5 Financiële positie gronden Het grondbeleid schept de voorwaarden en bepaalt de financieel economische spelregels voor het realiseren van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. De resultaten van de grondexploitatie worden ten gunste of ten laste van het rekeningresultaat gebracht. In 2015 zijn alle actieve en passieve grondexploitaties financieel afgesloten en voor verwachte uitgaven op lopende exploitaties zijn voorzieningen gevormd, die bij het definitief beëindigen van de projecten worden afgesloten. Bij de 2e bestuursrapportage 2017 zijn de reserve grondexploitatie en de reserve bovenwijkse voorzieningen vrijgevallen ten gunste van de algemene reserve. Dit betekent wel dat als er in de nabije toekomst toch nog financiële dekking nodig is op dit gebied, er eventueel een aanspraak moet worden gedaan op de algemene reserve.

Gronden buiten exploitatie De grondvoorraad bestaat voornamelijk uit landbouwgrond en (hoewel niet inzetbaar) ondergrond van gemeentelijke gebouwen en accommodaties en reststroken grond die in gebruik zijn gegeven. Alle reststroken grond zijn in kaart gebracht met de huidige en verwachte bestemmingen. Vooralsnog is daarin niet voorzien en zullen gaandeweg individuele zaken worden opgepakt.

Daar waar sprake is van in gebruik gegeven percelen, is dit vastgelegd in overeenkomsten/contracten. Zo nog sprake mocht zijn van percelen (veelal van marginale omvang) die blijkens het Geo-bestand niet geregistreerd in gebruik zijn door derden, dan wordt dit achteraf geformaliseerd.

152 8 Taakstellingen en reserveringen

8.1 Inleiding Ter verbetering van het inzicht in de financiële positie adviseert de Provincie een paragraaf Taakstellingen en Reserveringen op te nemen.

De taakstellingen en ombuigingen die inmiddels gerealiseerd zijn, worden niet meer in deze begroting opgenomen. Daarentegen zijn er taakstellingen/ombuigingen die uitgesteld/geschrapt of nog niet gerealiseerd zijn, taakstellingen/ombuigingen die een ingroei kennen of nieuwe taakstellingen. Deze zijn in deze paragraaf opgenomen.

8.2 Voortgang taakstellingen Taakstelling accommodatiebeleid In oktober 2019 is het accommodatiebeleid vastgesteld. Hiermee is invulling gegeven aan de resterende openstaande taakstelling.

Taakstelling personeel Bij het vaststellen van de begroting 2019 is een structurele taakstelling personeel opgenomen van € 320.000.

In januari 2019 is uw raad per brief geïnformeerd over de wijze waarop het eerste deel van deze taakstelling wordt ingevuld. Dit is gerealiseerd door 1,9 Fte aan vacatures structureel te schrappen en daarnaast een budget van € 65.000 structureel te schrappen op de uitvoeringskosten sociaal domein. Deze beide samen leveren een structurele invulling van deze taakstelling op van € 194.558. Voor het overige zijn enkele functies éénmalig niet ingevuld in 2019, maar deze hebben geen structurele doorwerking in 2020.

In de loop van 2019 is aan de taakstelling nog € 4.000 toegevoegd, omdat een taak die was wegbezuinigd met een vacature toch moest worden uitgevoerd en is uitbesteed aan Maastricht. Dit betreft het afhandelen van meldingen openbare ruimte op vrijdagen als het gemeentehuis besloten is.

Resumé: Taakstelling structureel vanaf 2019: € 320.000 Toevoeging taakstelling: € 4.000 + Totale taakstelling: € 324.000 Structureel ingevuld vanaf 2019: € 194.558 - Restant taakstelling 2020: € 129.442

Invulling Taakstelling personeel 2020 De functies en budgetten die in 2019 structureel zijn bezuinigd, in totaal € 194.558, zijn in de voorliggende begroting verwerkt. Voor 2020 resteert dus een taakstelling van € 129.442. Het college en het management zullen deze taakstelling invullen met concrete maatregelen. De belangrijkste hiervan is het niet invullen van vacatures. Uiteraard heeft dit wel consequenties, immers hebben we reeds een krappe bezetting, dus elke vacature die niet wordt ingevuld zal tot gevolg hebben dat bepaalde taken niet worden uitgevoerd. Er zal dus een afweging gemaakt worden op basis van beschikbare vacatures, werkplanning en prioriteiten. In de laatste maanden van 2019 en begin 2020 zal er besluitvorming komen over de functies en taken die niet meer ingevuld worden. Uw raad zal nader hierover worden geïnformeerd.

153

Financiële begroting

2020

155 Uitgangspunten voor de begroting 2020-2023 De begroting 2020-2023 is samengesteld met inachtneming van de navolgende uitgangspunten.

BATEN

Gemeentefondsuitkering De gemeentefondsuitkering is geraamd op basis van de septembercirculaire 2019.

Belastingen Het OZB-tarief stijgt in 4 jaar tijd naar een dusdanig niveau waardoor een sluitende begroting wordt gerealiseerd in 2023. Dit betekent in de praktijk een jaarlijkse stijging van 4,5% voor de jaren 2020 t/m 2023. Deze stijging geldt voor alle OZB-tarieven.

Uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. In de begroting 2019 was al een stijging van het tarief met 5% voorzien voor 2020. Ondanks deze stijging is als gevolg van stijgende kosten en dalende inkomsten voor PMD en papier in 2020 een flink tekort ontstaan. Derhalve is voor 2020 ook een stijging van het afvaltarief met 16% opgenomen in deze begroting. We teren dan nog altijd in op de voorziening, maar de voorziening is dan nog wel positief in 2023. Daarnaast wordt de prijs van de restafvalzakken verhoogd van € 0,70 naar € 1,00 voor de 50 lier zakken en van € 0,35 naar € 0,50 voor de 25 liter zakken.

Als basis voor de tariefberekening van de rioolrechten gelden de bedragen van het in december 2017 vastgestelde Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) 2018-2022. Uitgangspunt voor dit GRP is een doorgroei naar kostendekkende tarieven, uitgaande van de toekomstige te treffen maatregelen. Vertaling van de GRP bedragen zou voor 2020 een stijging van het rioolrecht beteken met 3,0%. Echter vanwege het achterblijven van diverse investeringen in combinatie met de lage rentestand is voor 2020 besloten om de reguliere stijging van 1,5% achterwege te laten en uitsluitend de prijsindexering van 1,5% door te voeren. Wel is op basis van het GRP een jaarlijkse tariefstijging van 1,5% (excl. indexering) voorzien t/m 2023 en 0,6% in 2024.

Bespaarde rente De rentevoorschriften adviseren om geen rente over eigen financieringsmiddelen toe te rekenen. Wij hebben bij het opstellen van deze begroting er voor gekozen om dit advies te volgen en geen rente over de eigen financieringsmiddelen toe te rekenen.

LASTEN

Indexering Als stelpost voor prijsstijgingen is een bedrag van € 355.000 opgenomen. Voor de meerjarenraming geldt het uitgangspunt van constante lonen en prijzen.

Loonkostenstijging Aangezien er bij het opstellen van deze begroting een nieuwe cao voor gemeenten was afgesloten die loopt tot 1 januari 2021, zijn de loonkosten geraamd op basis van deze nieuwe cao. Derhalve is het niet nodig om een stelpost voor de loonontwikkeling in 2020 op te nemen.

Onvoorzien Voor de hoogte van de post onvoorzien zijn geen vastgestelde normen. Elke gemeente dient zelf de hoogte van de post onvoorzien te bepalen op basis van het eigen beleid en rekening houdend met de ervaringen uit het verleden. De post onvoorzien kan uitsluitend worden aangewend voor onvoorziene, onvermijdbare en/of onuitstelbare lasten dan wel voor onvoorziene tegenvallende baten. De gemeente Meerssen reserveerde jaarlijks een bedrag van € 50.000. In het verleden werd aan de post onvoorzien het niet benutte deel van de incidentele rentebaten toegevoegd. Door de gewijzigde renteberekening als gevolg van de nieuwe BBV is er vanaf 2018 geen incidentele rentebaat meer. Derhalve bedraagt de post onvoorzien jaarlijks € 50.000.

Rentepercentage en rentetoerekening Voor het financieringstekort dat binnen de kasgeldlimiet valt hanteren we een percentage van 0%. Voor het financieringstekort boven de kasgeldlimiet wordt een rentepercentage van 0,5% gehanteerd. Voor de renteomslag is gerekend met 0%.

156 De voorschriften inzake rentetoerekening geven aan dat er rente wordt berekend over de boekwaarde per 1-1. Dit betekent dat er over mutaties in de loop van het jaar geen rente wordt berekend. Wel is bij de berekening van het financieringstekort rekening gehouden met deze mutaties die in de loop van het jaar plaatsvinden.

Activering personeelslasten In 2020 en volgende jaren wordt rekening gehouden met activering van personeelslasten van jaarlijks € 120.000. Op basis van individuele werkplannen blijkt dat we deze norm kunnen waarmaken.

Onderwijs Vanaf 2021 komt de onderwijsreserve te vervallen en daarmee vervallen ook de dotaties en onttrekkingen aan de onderwijsreserve. De uitgaven voor onderwijs maken dan integraal onderdeel uit van het begrotingssaldo.

Subsidieplafonds Refererend aan het programma Sociaal domein paragraaf 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie, zijn op basis van de evaluatie van het subsidiebeleid in 2019 de subsidieplafonds in 2020 als volgt: Basissubsidie Waarderingssubsidie: € 135.500 Stimuleringssubsidie: € 4.000 Activiteitensubsidie: € 4.000 Evenementensubsidie: € 20.000

157 Totaaloverzicht baten en lasten bedragen x € 1.000 Begroting Meerjarenbegroting 2020 2021 2022 2023 Lasten 0 Bestuur en ondersteuning -5.126 -3.806 -2.877 -2.642 1 Veiligheid -1.906 -1.882 -1.808 -1.785 2 Verkeer, vervoer en waterstaat -3.021 -3.062 -3.277 -3.347 3 Economie -535 -425 -425 -425 4 Onderwijs -1.780 -1.860 -1.860 -1.860 5 Sport, cultuur en recreatie -2.181 -2.190 -2.178 -2.171 6 Sociaal domein -19.602 -19.391 -19.283 -19.208 7 Volksgezondheid en milieu -4.958 -4.941 -4.924 -4.919 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en -4.040 -3.717 -3.688 -3.681 stedelijke vernieuwing 9 Algemene dekkingsmiddelen -885 -808 -763 -721 10 Overhead -5.302 -5.325 -5.385 -5.323 11 Vennootschapsbelasting (Vpb) 12 Onvoorzien -50 -50 -50 -50 Totaal lasten -49.387 -47.458 -46.519 -46.132 Baten 0 Bestuur en ondersteuning 222 227 220 221 1 Veiligheid 255 255 255 255 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 93 93 93 93 3 Economie 422 422 422 422 4 Onderwijs 150 150 150 150 5 Sport, cultuur en recreatie 74 74 72 71 6 Sociaal domein 3.445 3.446 3.446 3.446 7 Volksgezondheid en milieu 5.314 5.354 5.398 5.420 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en 2.898 2.675 2.625 2.604 stedelijke vernieuwing 9 Algemene dekkingsmiddelen 32.444 33.042 33.198 33.403 10 Overhead 16 16 16 16 Totaal baten 45.333 45.755 45.896 46.101 Saldo van baten en lasten -4.054 -1.704 -623 -30 Storting in reserves -750 -565 -558 -558 Onttrekking aan reserves 4.804 2.269 1.180 617 Geraamd resultaat 0 0 0 29

158 Structureel begrotingsevenwicht bedragen x € 1.000 Begroting 2020 2021 2022 2023 Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Structurele baten en lasten 0 Bestuur en ondersteuning 222 -1.901 227 -2.636 220 -2.640 221 -2.642 1 Veiligheid 255 -1.840 255 -1.840 255 -1.790 255 -1.785 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 93 -3.005 93 -3.062 93 -3.277 93 -3.347 3 Economie 422 -425 422 -425 422 -425 422 -425 4 Onderwijs 150 -1.780 150 -1.860 150 -1.860 150 -1.860 5 Sport, cultuur en recreatie 74 -2.156 74 -2.190 72 -2.178 71 -2.171 6 Sociaal domein 3.445 -19.467 3.446 -19.331 3.446 -19.283 3.446 -19.208

7 Volksgezondheid en milieu 5.314 -4.938 5.354 -4.941 5.398 -4.924 5.420 -4.919 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke 2.898 -3.750 2.675 -3.717 2.625 -3.688 2.604 -3.681 vernieuwing 9 Algemene dekkingsmiddelen 32.444 -885 33.042 -808 33.198 -763 33.403 -721

10 Overhead 16 -5.282 16 -5.325 16 -5.385 16 -5.323 11 Vennootschapsbelasting (Vpb) 12 Onvoorzien -50 -50 -50 -50

Totaal structurele baten en lasten 45.333 -45.479 45.755 -46.187 45.896 -46.263 46.101 -46.132

Incidentele baten en lasten 0 Bestuur en ondersteuning -3.226 -1.170 -238 1 Veiligheid -66 -42 -18 2 Verkeer, vervoer en waterstaat -16 3 Economie -110 5 Sport, cultuur en recreatie -25

159 6 Sociaal domein -135 -60 7 Volksgezondheid en milieu -20

8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke -290 vernieuwing 10 Overhead -20

Totaal incidentele baten en lasten -3.907 -1.271 -256

Totaal baten en lasten 45.333 -49.387 45.755 -47.458 45.896 -46.519 46.101 -46.132

Structurele mutaties in de reserves 682 -750 533 -565 624 -558 617 -558

Incidentele mutaties in de reserves 4.122 1.736 556

Totaal baten en lasten incl. reserves 50.136 -50.136 48.024 -48.024 47.077 -47.077 46.718 -46.689

Geraamd resultaat 0 0 0 29

Structurele baten -/- structurele lasten -214 -464 -300 29

160 Incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000 Begroting 2020 2021 2022 2023 Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Kosten regiegemeente 3.226 -3.226 1.170 -1.170 238 -238 0 Bestuur en ondersteuning 3.226 -3.226 1.170 -1.170 238 -238 Bijdrage Veiligheidsregio 66 -66 42 -42 18 -18 1 Veiligheid 66 -66 42 -42 18 -18 Toezicht projecten Nutsbedrijven 16 -16 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 16 -16 Erfgoed en toerisme 10 -10 Invoeren digitaal wandelknooppuntensysteem 30 -30 Stimulering lokale economie 70 -70 3 Economie 110 -110 Accommodatiebeleid 25 -25 5 Sport, cultuur en recreatie 25 -25 (Door)ontwikkeling huiskamerprojecten en 25 -25 professionele ondersteuning ketenpartners Home start project voor 2 jaar 30 -30 30 -30 Inhuur procesondersteuning buurtnetwerken 30 -30 30 -30 Uitgaven verbeterplan sociaal domein 50 -50 6 Sociaal domein 135 -135 60 -60 Aanpassen regionale bodemkwaliteitskaart op PFAS 8 -8 Meetpunten luchtkwaliteit/fijnstof 6 -6 Onderzoek n.a.v. motie gezondheidseffecten MAA 6 -6 7 Volksgezondheid en milieu 20 -20 Implementatie Omgevingswet 240 -240

161 Invoering omgevingswet 50 -50 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en 290 -290 stedelijke vernieuwing Dekking negatieve begrotingssaldi uit algemene 214 464 300 reserve 9 Algemene dekkingsmiddelen 214 464 300

Inhuur externe voor verbetering P&C cyclus 20 -20 10 Overhead 20 -20 Totaal incidentele baten en lasten 4.122 -3.907 1.736 -1.271 556 -256

162 Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves bedragen x € 1.000 Begroting 2020 2021 2022 2023 Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten 0 Bestuur en ondersteuning -32 -2 4 6 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 19 -150 19 -150 30 -150 60 -150 3 Economie 4 Onderwijs 138 -10 -10 -10 -10 5 Sport, cultuur en recreatie 171 -212 237 -212 248 -212 251 -212 6 Sociaal domein 1 1 1 1 7 Volksgezondheid en milieu 31 -7 8 -12 12 -7 4 -7

8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke -160 28 44 44 vernieuwing 9 Algemene dekkingsmiddelen 40 10 Overhead 281 -178 240 -178 285 -178 251 -178

Totaal structurele reservemutaties 682 -750 533 -565 624 -558 617 -558

163 Overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld bedragen x € 1.000 Begroting 2020 Baten Lasten Saldo

0.1 Bestuur 37 -4.564 -4.528 0.2 Burgerzaken 185 -562 -377 0 Bestuur en ondersteuning 222 -5.126 -4.905

1.1 Crisisbeheersing en brandweer 213 -1.426 -1.213 1.2 Openbare orde en veiligheid 42 -479 -437 1 Veiligheid 255 -1.906 -1.650

2.1 Verkeer en vervoer 57 -2.839 -2.782 2.2 Parkeren 36 -173 -138 2.5 Openbaar vervoer -9 -9 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 93 -3.021 -2.928

3.1 Economische ontwikkeling -69 -69 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 340 -261 80 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 1 -40 -38 3.4 Economische promotie 80 -166 -86 3 Economie 422 -535 -113

4.1 Openbaar basisonderwijs -325 -325 4.2 Onderwijshuisvesting -633 -633 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 150 -823 -673 4 Onderwijs 150 -1.780 -1.630

5.1 Sportbeleid en activering -89 -89 5.2 Sportaccommodaties 34 -544 -510 5.3 Cultuurpresentatie, -productie en -participatie -164 -164 5.4 Musea -14 -14 5.5 Cultureel erfgoed -1 -1 5.6 Media 40 -355 -315 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie -1.015 -1.015 5 Sport, cultuur en recreatie 74 -2.181 -2.107

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 26 -1.263 -1.237 6.2 Wijkteams -1.787 -1.787 6.3 Inkomensregelingen 3.193 -4.889 -1.696 6.4 Begeleide participatie -2.026 -2.026 6.5 Arbeidsparticipatie -402 -402 6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) 9 -299 -291 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 218 -4.561 -4.343 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- -4.005 -4.005 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ -13 -13 6.82 Geëscaleerde zorg 18- -358 -358 6 Sociaal domein 3.445 -19.602 -16.157

7.1 Volksgezondheid -804 -804

164 7.2 Riolering 2.868 -1.878 990 7.3 Afval 2.275 -1.720 555 7.4 Milieubeheer 23 -425 -402 7.5 Begraafplaatsen en crematoria 148 -132 16 7 Volksgezondheid en milieu 5.314 -4.958 357

8.1 Ruimtelijke ordening 43 -852 -809 8.3 Wonen en bouwen 2.855 -3.189 -334 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke 2.898 -4.040 -1.143 vernieuwing 0.5 Treasury 797 -296 501 0.61 OZB woningen 3.925 -140 3.785 0.62 OZB niet-woningen 868 -23 845 0.63 Parkeerbelasting 200 200 0.64 Belastingen overig 142 -71 71 Algemene uitkering en overige uitkeringen 0.7 26.513 26.513 gemeentefonds 0.8 Overige baten en lasten -355 -355 9 Algemene dekkingsmiddelen 32.444 -885 31.559

0.41 Management & bestuursondersteuning -893 -893 0.42 Personeel & organisatie 13 -696 -683 0.43 Planning & control -634 -634 0.44 Juridische zaken -248 -248 0.45 Informatisering & automatisering -1.407 -1.407 0.46 Communicatie -186 -186 0.47 Huisvesting & facilitair 3 -1.239 -1.235 10 Overhead 16 -5.302 -5.286

0.9 Vennootschapsbelasting (Vpb) 11 Vennootschapsbelasting (Vpb)

0.12 Onvoorzien -50 -50 12 Onvoorzien -50 -50

Saldo van baten en lasten 45.333 -49.387 -4.054

0.10 Mutatie reserves 4.804 -750 4.054

Totaal saldo van de begroting 50.136 -50.136 0

165 Geprognosticeerde balans 2020-2023 In het Besluit Begroting en Verantwoording is de verplichting vastgesteld dat de gemeenten een geprognosticeerde begin- en eindbalans van de begrotingsjaren opnemen onder de uiteenzetting van de financiële positie. Het meerjarig opnemen van de geprognosticeerde balans geeft de raad meer inzicht in de ontwikkeling van de investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en de financieringsbehoefte. Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose 01-01-2020 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2022 31-12-2023 (im)Materiële vaste activa 59.050 62.661 64.445 64.897 64.458 Financiële vaste activa 72.901 70.929 69.285 67.376 66.261

Onderhanden werken - - - - - Vlottende activa 7.453 7.453 7.453 7.453 7.453 Totaal activa 139.404 141.043 141.183 139.726 138.172

Eigen vermogen 43.830 39.776 38.072 37.449 37.390 Voorzieningen 10.176 9.895 10.906 10.991 11.617 Vaste schulden 67.029 64.883 62.789 60.862 60.237

Financieringstekort 12.711 20.831 23.758 24.766 23.270 Vlottende passiva 5.658 5.658 5.658 5.658 5.658 Totaal passiva 139.404 141.043 141.183 139.726 138.172

166 Meerjareninvesteringsplan 2020-2023

Taak- Nut Termijn Netto investeringsbudgetten veld Omschrijving afschr. 2020 2021 2022 2023 Verkeer, vervoer en waterstaat 2.1 Reconstructies wegen 2020 Maatsch. 40 460 2.1 Reconstructies wegen 2021 Maatsch. 40 460 2.1 Reconstructies wegen 2022 Maatsch. 40 460 2.1 Reconstructies wegen 2023 Maatsch. 40 460 2.1 Verbindingsas 2020 Maatsch. 40 100 2.1 Verbindingsas 2021 Maatsch. 40 100 2.1 Sneeuwploegen tractoren 2 stuks Econ. 10 25 2.1 Openbare verlichting, vervangen armaturen 2020 Maatsch. 20 93 2.1 Openbare verlichting, vervangen armaturen 2021 Maatsch. 20 93 2.1 Openbare verlichting, vervangen armaturen 2022 Maatsch. 20 93 2.1 Openbare verlichting, vervangen armaturen 2023 Maatsch. 20 93 2.1 Openbare verlichting, vervangen masten 2020 Maatsch. 40 12 2.1 Openbare verlichting, vervangen masten 2021 Maatsch. 40 12 2.1 Openbare verlichting, vervangen masten 2022 Maatsch. 40 12 2.1 Openbare verlichting, vervangen masten 2023 Maatsch. 40 12 2.1 Combi aanh natzout/sproeistr tbv tract Econ. 10 38 2.1 Herinrichting schoolomgeving BS De Triangel (van 74100246) Maatsch. 40 105 2.1 Investeringen beleidsplan verkeer en vervoer 2020 Maatsch. 20 400 2.1 Investeringen beleidsplan verkeer en vervoer 2021 Maatsch. 20 400 2.1 Investeringen beleidsplan verkeer en vervoer 2022 Maatsch. 20 400 2.1 Vervangen muurtjes/keerwanden/poorten e.d. langs wegen 2020 Maatsch. 20 30 2.1 Vervangen muurtjes/keerwanden/poorten e.d. langs wegen 2021 Maatsch. 20 30 Sport, cultuur en recreatie 5.2 Hekwerken Geulsche Boys Econ. 25 10 5.2 Hekwerken RKUVC Econ. 25 9 5.2 Hoofdveld Geulsche Boys incl leunhek Econ. 15 29 5.2 Hoofdveld SV Meerssen incl doelen en leunhek Econ. 15 60 5.2 Veld 1&2 RKUVC inc doelen en ballenvanger Econ. 15 62 5.2 Veld 2 HVM Econ. 15 179 5.2 Beregening 2 velden Geulsche Boys Econ. 40 38 5.2 Beregening 2 velden RKUVC Econ. 40 38 5.2 Hoofdveld RKUVC Econ. 15 47 5.2 Renovatie Baan 1 & 2 TC Bunde Econ. 15 60 5.2 TC Volharding - baan 4/5 Econ. 15 46 5.2 Trainingsveld SV Meerssen incl. verlichting Econ. 15 76 5.7 Eburonenpark Maatsch. 40 315 5.7 Projectmiddelen Buitengoed Geul en Maas 2020 Maatsch. 20 50 5.7 Speeltoestellen Eburonenpark Maatsch. 15 35 5.7 Vervanging speeltoestellen 2020 Maatsch. 15 50 5.7 Vervanging speeltoestellen 2021 Maatsch. 15 50 5.7 Vervanging speeltoestellen 2022 Maatsch. 15 50 Sociaal domein 6.1 MOP Bunde en trapveldje Maatsch. 10 36 Volksgezondheid en milieu

167 7.2 Afkoppelen 2020 Econ. 50 100 7.2 Afkoppelen 2021 Econ. 50 100 7.2 Afkoppelen 2022 Econ. 50 100 7.2 Afkoppelen 2023 Econ. 50 100 7.2 Bunde repenhof Econ. 50 25 7.2 Kleine rioolinvesteringen 2020 Econ. 50 100 7.2 Kleine rioolinvesteringen 2021 Econ. 50 100 7.2 Kleine rioolinvesteringen 2022 Econ. 50 100 7.2 Kleine rioolinvesteringen 2023 Econ. 50 100 7.2 Maatregelen wateroverlast 2020 Econ. 50 100 7.2 Maatregelen wateroverlast 2021 Econ. 50 100 7.2 Maatregelen wateroverlast 2022 Econ. 50 100 7.2 Maatregelen wateroverlast 2023 Econ. 50 100 7.2 Relining en rioolrenovatie 2020 Econ. 50 750 7.2 Relining en rioolrenovatie 2021 Econ. 50 750 7.2 Relining en rioolrenovatie 2022 Econ. 50 750 7.2 Relining en rioolrenovatie 2023 Econ. 50 750 Overhead 0.4 ICT-nota 2016-2020 | Diverse investeringen Econ. div. 25 225 264 67 Diversen div. Toerekening personeelslasten aan projecten - jaarlijks 25 120 120 120 120

168 Staat van reserves en voorzieningen 2020-2023 Ultimo Onttrek- Ultimo Onttrek- Ultimo Onttrek- Ultimo Onttrek- Ultimo Dotatie Dotatie Dotatie Dotatie 2019 king 2020 king 2021 king 2022 king 2023 Reserve Algemene reserves Algemene reserve vrij aanwendbaar 28.673 -4.036 24.637 2.259 -1.736 25.160 -556 24.604 24.604 Algemene risico-reserve 3.115 3.115 3.115 3.115 3.115 Totaal Algemene reserves 31.788 -4.036 27.752 2.259 -1.736 28.275 -556 27.719 27.719 Bestemmingsreserves zijnde egalisatieres Egalisatiereserve statushouders 32 32 32 32 32 Res huisvestingsvoorz. onderwijs 2.397 -138 2.259 -2.259 Res verkiezingen 7 32 39 2 41 -4 37 -6 32 Res. egalisatie leges omg. vergunningen 226 160 386 -28 358 -44 314 -44 270 Overige bestemmingsreserves Res aanpak zwerfafval 25 -23 2 6 8 -8 Res afd afschrijvingskosten 5.832 516 -481 5.867 404 -505 5.766 314 -569 5.511 236 -567 5.180 Res afd kapl bijdr ondertunneling A2 Mtr 40 40 40 40 40 Res afd kapl MOP's Res beh.plan buitensport-/binnensportacc 591 205 -406 391 205 -79 517 205 722 205 -170 757 Res beleidsontwikk. erfgoed en toerisme 41 -10 31 31 31 31 Res decentralisaties 136 136 136 136 136 Res duurzame ontwikkeling 201 7 -6 202 7 208 7 215 7 222 Res eenmalige kst begintranche accommbel 200 200 200 200 200 Res impuls minimabeleid 133 133 133 133 133 Res instapfee BsGW 40 -40 Res Limburg Economic Development (LED) 70 -70 Res P&O 308 308 308 308 308 Res project dubbel duurzaam 7 7 7 7 7 Res Reggefiber en Vodafone 15 15 15 15 15

169 Res stimulering verenig ihkv subs beleid 42 42 42 42 42 Res vervanging speeltoestellen 397 17 -85 329 17 -100 247 17 264 17 281 Res vervanging automatiseringsmiddel 567 178 -25 720 178 -225 673 178 -314 538 178 -67 650 Res vervanging civiele kunstwerken 554 150 704 150 854 150 1.004 150 1.154 Res. actualisatie ruimtelijke plannen 180 180 180 180 180 Totaal Bestemmingsreserves 12.042 1.266 -1.284 12.024 970 -3.197 9.797 871 -938 9.730 794 -853 9.670 Totaal Reserve 43.830 1.266 -5.320 39.776 3.229 -4.932 38.072 871 -1.494 37.449 794 -853 37.390

Voorzieningen Voorzieningen v verpl,verliezen,risico's Voorziening Beekerweg 10 10 10 10 10 Voorziening pensioen(oud)wethouders 2.123 74 -52 2.144 74 -52 2.166 74 -52 2.188 74 -52 2.210 Voorziening risico personeel 114 114 114 114 114 Voorziening subsidie kerkgebouwen 2 2 2 2 2 Voorziening supermarkt St. Rochusstraat 3 3 3 3 3 Voorziening wachtgeld 128 128 128 128 128 Vrz Reorganisatievoorziening MTB 49 49 49 49 49 Voorzieningen v Totaal 2.429 74 -52 2.451 74 -52 2.473 74 -52 2.495 74 -52 2.517 verpl,verliezen,risico's Voorzieningen ter egalisatie van kosten Voorziening planmatig onderhoud gebouwen 1.759 793 -1.081 1.471 793 -172 2.092 793 -998 1.886 793 -468 2.211 Voorziening wegenbeheerplan 1.077 1.095 -1.380 792 1.095 -1.036 851 1.249 -1.249 851 1.249 -1.249 851 Vrz constructieve verbetering bruggen 22 22 22 22 22 Vrz onderhoud civiele kunstwerken 119 22 -46 95 22 -28 90 22 -52 61 22 -49 34 Voorzieningen ter egalisatie van Totaal 2.977 1.910 -2.508 2.380 1.910 -1.236 3.054 2.064 -2.299 2.820 2.064 -1.766 3.117 kosten Vrz voor middelen v drd gebonden bestemm Voorziening afvalstoffen 196 -48 148 -45 103 -45 57 -45 12 Voorziening gemeentelijk rioleringsplan 4.565 342 4.907 360 5.267 343 5.610 351 5.962

170 Voorziening parkeerplaatsen 9 9 9 9 9 Vrz voor middelen v drd Totaal 4.770 342 -48 5.064 360 -45 5.379 343 -45 5.676 351 -45 5.983 gebonden bestemm Totaal Voorzieningen 10.176 2.327 -2.608 9.895 2.344 -1.333 10.906 2.481 -2.396 10.991 2.489 -1.863 11.617

171 Algemene uitkering septembercirculaire 2019 Onderstaande tabel geeft de specificatie van de algemene uitkering uit het gemeentefonds weer. (bedragen x € 1.000) Berekend Gewicht Uitkering Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven aantal % 2020 2021 2022 2023 Maatstaf 1c Waarde niet-woningen eigenaren 1.510.789,00 -0,16 -238 -238 -238 -238 1f Waarde niet-woningen gebruikers (onder aftrek 1.334.732,00 -0,13 -170 -170 -170 -170 amendement De Pater) 1a Waarde woningen eigenaren 18.632.000,00 -0,09 -1.750 -1.750 -1.750 -1.750 Subtotaal -2.157 -2.157 -2.157 -2.157 Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is Maatstaf 1e OZB waarde niet-woningen 151,08 380,05 57 57 57 57 8a Bijstandsontvangers (vanaf UJR 2016) 240,00 2.147,82 515 505 494 494 3a Eén-ouder-huishoudens 518,00 820,25 425 428 400 401 2 Inwoners 18.833,00 160,23 3.018 3.006 2.992 2.974 5 Inwoners: ouderen boven 64 jaar 5.086,00 100,55 511 519 527 534 5a Inwoners: ouderen 75 t/m 84 jaar 1.730,00 26,44 46 48 50 52 7 Lage inkomens 2.326,00 30,58 71 71 71 71 7c-2 Lage inkomens (drempel) (vanaf UJR 2016, miv 1.453,20 687,78 999 1.001 1.001 1.000 septembercirc. 2016) 12 Minderheden 240,00 323,00 78 78 78 78 11a Uitkeringsontvangers (vanaf UJR 2016) 1.303,00 86,12 112 112 111 111 3b Huishoudens 8.764,00 90,60 794 794 794 794 3c Eenpersoonshuishoudens 2.507,00 51,22 128 129 129 129 8b Loonkostensubsidie 10,00 1.954,21 20 20 20 20 4a Inwoners: jongeren jonger dan 18 jaar (vanaf 3.154,68 720,30 2.272 2.271 2.140 2.135 uitkeringsjaar 2019) 7g-2 Jeugdigen in gezinnen met armoederisico 296,54 239,17 71 71 65 65 7h-2 Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 6.272,98 -121,93 -765 -772 -706 -706 7i-2 Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens met 1.403,25 -477,13 -670 -676 -618 -618 kinderen 3h Ouders met (langdurig) psychisch medicijngebruik 97,04 3.520,33 342 343 312 311 3g Eenouderhuishoudens met 2 of meer kinderen 174,34 1.245,77 217 220 201 201 8c-2 Bijstandshuishoudens met minderjarige kinderen 54,00 642,17 35 36 33 33 8d Bijstandsontvangers eenouderhuishoudens 35,67 1.700,88 61 60 55 55 11b-2 Uitkeringsontvangers minus bijstandsontvangers 1.063,00 1.053,68 1.120 1.132 1.053 1.053 11c-2 Wajong 229,00 857,77 196 199 199 199 3i-2 Medicijngebruik met drempel 3.782,52 370,65 1.402 1.436 1.439 1.440 8e Re-integratie klassiek 0,29 334.301 97 97 97 97 4b Inwoners jonger dan 65 jaar 13.748,00 4,06 56 57 56 56 5b Inwoners: ouderen 65 t/m 74 jaar 2.754,00 0,18 0 1 1 1 5c Inwoners: ouderen 85 jaar en ouder 601,00 0,18 0 0 0 0 3d Eenpersoonshuishoudens 65 t/m 74 jaar 515,29 15,80 8 9 9 9 3e Eenpersoonshuishoudens 75 t/m 84 jaar 516,51 63,21 33 35 37 40 3f Eenpersoonshuishoudens 85 jaar en ouder 239,44 110,61 26 28 29 29 7d-2 Huishoudens met laag inkomen 65 t/m 74 jaar 275,22 123,78 34 35 35 35 7e-2 Huishoudens met laag inkomen 75 t/m 84 jaar 184,31 494,75 91 94 94 94 7f-2 Huishoudens met laag inkomen 85 jaar en ouder 59,44 864,63 51 53 53 53 7j-2 Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (65 t/m 74 jaar) 638,88 112,93 72 75 75 75

7k-2 Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (75 t/m 84 jaar) 427,86 451,77 193 201 201 200

172 7l-2 Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (85 jaar en 137,98 790,59 109 113 113 113 ouder) 15b Extra groei leerlingen VO 451,60 220,56 100 146 136 129 13 Klantenpotentieel lokaal 15.310,00 45,99 704 705 705 705 14 Klantenpotentieel regionaal 4.730,00 23,62 112 112 112 112 15e Leerlingen VO 1.359,20 370,50 504 578 572 566 15j Basisonderwijsleerlingen met leerlingengewicht 0,3 11,93 -1.590,37 -19 -19 -17 -17 15k Basisonderwijsleerlingen met leerlingengewicht 1,2 20,87 -2.496,37 -52 -52 -48 -48 38 Bedrijfsvestigingen 1.878,00 74,80 140 140 140 140 29 Historische woningen in bewoonde oorden 1930 589,00 31,39 18 18 18 18 31a ISV (a) stadsvernieuwing 0,00 6.087.307 3 3 3 3 31b ISV (b) herstructurering 0,00 3.736.019 1 1 1 1 36 Kernen 7,00 9.071,77 64 64 64 64 37 Kernen * bodemfactor buitengebied 7,00 14.878,30 104 104 104 104 36a Kernen met 500 of meer adressen 3,00 60.228,10 181 181 181 181 34 Oeverlengte * bodemfactor gemeente 434,00 11,72 5 5 5 5 35a Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor 2.951,80 5,82 17 17 17 17

32b-2 Omgevingsadressendichtheid (vanaf UJR 2016, miv 5.358,99 58,64 314 315 315 315 septembercirc. 2016) 23 Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor 16,00 1.525,03 24 24 24 24 buitengebied 22 Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor 116,00 3.089,49 358 358 358 358 woonkernen 21 Oppervlakte bebouwing 132,00 588,37 78 78 78 78 23a Oppervlakte bebouwing buitengebied 16,00 1.921,87 31 31 31 31 22a Oppervlakte bebouwing woonkern 116,00 2.284,96 265 265 265 265 19 Oppervlakte binnenwater 97,00 38,00 4 4 4 4 16 Oppervlakte land 2.672,00 41,07 110 110 110 110 18 Oppervlakte land * bodemfactor gemeente 2.672,00 26,89 72 72 72 72 24b-2 Woonruimten (vanaf UJR 2016, miv septembercirc. 8.728,00 57,04 498 500 501 501 2016) 25b-2 Woonruimten (vanaf UJR 2016, miv septembercirc. 8.728,00 50,79 443 445 446 446 2016) * bodemfactor woonkernen 39 Vast bedrag 1,00 249.627 250 250 250 250 Subtotaal 16.156 16.340 16.142 16.117 Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf) Uitkeringsfactor 1,619 1,636 1,645 1,656 Subtotaal (B x C (=uf)) 26.157 26.733 26.554 26.690 Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is 56d Suppletie-uitkering integratie sociaal domein 6 6 6 6 Subtotaal 6 6 6 6 Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is 71 Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches (DU) 61 61 61 61 170 Decentralisatie provinciale taken vergunningverlening, 30 30 30 30 toezicht en handhaving (DU) 103 Gezond in de stad (DU) 42 42 - - 205 Voorschoolse voorziening peuters (DU) 29 29 29 29 223 Armoedebestrijding kinderen (DU) 52 52 52 52 262 Schulden en armoede (DU) 21 - - - 266 Maatschappelijke begeleiding (DU) - - - - 290 Vergoeding raadsleden kleine gemeenten (DU) 70 70 70 70 320 Verhoging taalniveau statushouders (DU) 22 - - - 345 Deltaprogrammering Ruimtelijke adaptie (DU) 1.448 - - -

173 Subtotaal 1.774 283 242 242 Onderdeel F - 3 D’s in het sociaal domein 260 Participatie (IU) 1.798 1.694 1.658 1.590 261 Voogdij/18+ (IU) 348 348 348 348 Subtotaal 2.146 2.042 2.006 1.938 Totaal 27.926 26.907 26.652 26.719

174 EMU saldo 2020 - 2023 2019 2020 2021 2022 2023 Omschrijving x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 Gewijzigde Volgens Meerjaren- Meerjaren- Meerjaren- begroting begroting raming in raming in raming in 2019 2020 begroting begroting begroting 2020 2020 2020

1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. 1.310 -4.054 -1.703 -623 -31 onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

2 Mutatie (im)materiële vaste activa 7.320 3.611 1.784 452 -439

3 Mutatie voorzieningen -3.532 -281 1.011 85 626

4 Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in 0 0 0 0 0 exploitatie)

5 Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa

Berekend EMU-saldo -9.542 -7.946 -2.476 -990 1.034

175 Afkortingenlijst ADV Anti Discriminatievoorziening Limburg ASD Adviesraad sociaal Domein ASL Afvalsamenwerking Limburg AVL Afvalverwijdering Limburg AWB Algemene Wet Bestuursrecht A&O fonds Arbeids- en Ontwikkelingsfonds ABBV Besluit Begroting en Verantwoording BDP Bouwfonds Project Developement BIG Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten BIO Baseline Informatiebeveiliging Overheid BNG Bank Nederlandse Gemeenten Boa Buitengewoon Opsporingsambtenaar Bopz Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen BsgW Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen BTW Belasting Toegevoegde Waarde B&B Bed & breakfast CAO Collectieve arbeidsovereenkomst CISO Chief Information Security Officer CRO MAA Commissie regionaal Overleg Maastricht Aachen Airport CROW Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek DIGID Digitale Indentiteit DOJ Doelgroeparrangementen Onderwijs Jeugdhulp ECB Europese Centrale Bank EED Energy Efficiency Directive ENSIA Eenduidige Normatiek Single Information Audit FIDO Wet Financiering decentrale overheden Fte Fulltime-equivalent GFT groente- fruit en tuin GGD Geneeskundige Gezondheidsdienst GGZ Geestelijke Gezondheidszorg GHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen GIA Geweld in afhankelijkheidsrelaties GI’s Gecertificeerde instellingen GR Gemeenschappelijke Regeling GRP Gemeentelijk Rioleringsplan GVVP Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan HGN Het Groene Net ICT Informatie- en communicatietechnologie IHP Integraal Huisvestingsplan Onderwijs IKL Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen JGZ Jeugdgezondheidszorg JOGG Jongeren Op Gezond Gewicht KCC Klant contactcentrum KCET Kunst, Cultuur, Economie en Toerisme KRW Kaderrichtlijn Water LED Light emitting diode LLTB Limburgs Land en Tuinbouw bond LVO Lager Voortgezet Onderwijs MAA Maastricht Aachen Airport MKB Midden- en Kleinbedrijf MOP Meerssense Ontmoetingsplekken MTB Maastrichtse Toeleveringsbedrijven NEN NEderlandse Norm NVRD Nederlandse Vereniging van Reiningsdirekteuren OVE Oyens & van Eeghen OZB Onroerendezaakbelasting PAS Programma Aanpak Stikstof

176 P&C Planning & Control P&O Personeel & Organisatie PFAS poly- en perfluoralkylstoffen (chemische stof) PIOFACH Personeel, Informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Algemene zaken, Communicatie, Huisvesting PIP Persoonlijk plan inburgering en participatie PMD plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken RES Regionale Energie Strategie RHCL Regionaal Historisch Centrum Limburg RUD Regionale Uitvoeringsdienst RSM werkgroep Respectvol Samenwerken in Meerssen RVO Reglement van Orde RWE Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk S&P rating Standers & Poor’s rating SPUK Specifieke Uitkering Sport SVB Sociale verzekeringsbank SVLO Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden SVWZL Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg SZMH Sociale Zaken Maastricht Heuvelland VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten Vpb Vennootschapsbelasting VO Voortgezet Onderwijs Vsv-ers Vroegtijdige schoolverlaters VVE Voor- en vroegschoolse Educatie VVV Vereniging voor vreemdelingenverkeer WZL Wet langdurige Zorg WKR Werkkostenregeling WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning WML Waterleiding Maatschappij Limburg WNRA Wet Normalisering Arbeidsvoorwaarden Ambtenaren WOZ Waardering onroerende zaken WSW Wet sociale werkvoorziening Wvggz Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Wzd Wet zorg en dwang 1G1P1R 1Gezin, 1Plan, 1Regisseur

177