RUP Steenberg

TOELICHTINGSNOTA – voorontwerp v e r s i e m . e . r . - s c r e e n i n g – verzoek tot raadpleging versie plenaire vergadering

D+A CONSULT, Studiebureau voor Ruimtelijke Planning, Infrastructuur en Bouw │ [email protected] │ www.daconsult.be │ Meiboom 26, 1500 Halle │ T 02 363 89 10 │ F 02 363 89 11 │ Borchtstraat 28, 2800 Mechelen │ T 015 56 09 56 │ F 015 56 09 59

RUP Steenberg

colofon

RUP Steenberg

Opdrachtgever:

Gemeente -Mere

Opdrachthouder:

D+A Consult

Opgemaakt door ondergetekende ontwerper,

Ann Lambrechts Erkend ruimtelijk planner

fase document datum revisie versie 1 schetsontwerp 16/07/2010-cv ala 1.1 2 voorontwerp 12/03/2012-cv ala 2.1 voorontwerp na bespreking college dd. 04/06/2012-hv/evl ala 2.2 15/05 voorontwerp – versie m.e.r.-screening – 12/07/2012-hv/evl ala 2.3 dienst MER voorontwerp – versie m.e.r.-screening – 27/11/2012-evl ala 2.4 verzoek tot raadpleging en plenaire vergadering

november 2012│P22902 1│76 RUP Steenberg

Inhoudstafel

0. Leeswijzer ...... 5

1. Inleiding ...... 6

2. Bestaande toestand ...... 7

2 . 1 . Situering van het plangebied ...... 7

2 . 2 . Bestaande ruimtelijke toestand ...... 7

3. Relatie met structuurplannen ...... 13

3 . 1 . Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen .. 13

3 . 2 . Ruimtelijk Structuurplan Oost - V l a a n d e r e n ...... 13

3 . 3 . Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan E r p e - M e r e ...... 14

4. Planningscontext ...... 19

4 . 1 . Bestaande juridisch - administratieve a s p e c t e n ...... 19

4.1.1. Bestemmingsplannen ...... 19 4.1.2. Sectorale aspecten ...... 26 4 . 2 . Bestaande juridisch - technische aspecten ...... 28

4 . 3 . Relevante wetgevin g, studies en plannen ...... 29

4.3.1. Mobiliteitsplan ...... 29 4.3.2. Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan ...... 30 4.3.3. Milieubeleidsplan ...... 30

november 2012│P22902 2│76 RUP Steenberg

5. Initiële planopties ...... 32

5 . 1 . Bestaande activiteiten ...... 32

5 . 2 . B e h o e f t e n ...... 33

6. Ruimtelijke knelpunten en potenties ...... 35

6 . 1 . R u i m t elijke knelpunten ...... 35

6 . 2 . Ruimtelijke potenties ...... 35

7. Doelstellingen, concepten en visie ...... 37

7 . 1 . Doelstellingen ...... 37

7 . 2 . Ruimtelijke concepten ...... 38

7 . 3 . Raming ruimtebehoefte ...... 40

7 . 4 . Ruimtelijke visie ...... 40

8. Effecten van het RUP ...... 44

8 . 1 . Onderzoek tot m.e.r...... 44

8.1.1. Methodiek ...... 44 8.1.2. Toepassingsgebied ...... 45 8.1.3. Planonderdelen en afwegingskader ...... 45 8.1.4. Beoordeling milieueffecten ...... 47 8.1.5. Alternatieven ...... 61 8.1.6. Grensoverschrijdende effecten ...... 62 8.1.7. Besluit ...... 62 8 . 2 . W a t e r t o e t s ...... 63

8.2.1. Oppervlakte- en grondwaterhuishouding ...... 63 8.2.2. Besluit ...... 69

9. Gevolgen voor de juridische bestaande

toestand ...... 70

9 . 1 . Gewijzigde juridisch - administratieve a s p e c t e n ...... 70

november 2012│P22902 3│76 RUP Steenberg

9 . 2 . Register mogelijke planbaten, p l a n s c h a d e en bestemmingswijzigingscompensatie .... 73

9 . 3 . Gewijzigde juridisch - technische a s p e c t e n ...... 74

10. Administratieve inlichtingen – overleg en

inspraak ...... 75

1 0 . 1 . M . e . r . - s c r e e n i n g ...... 75

10.1.1. Advies van de dienst MER...... 75 10.1.2. Verzoek tot raadpleging ...... 75

11. Bijlagen ...... 76

november 2012│P22902 4│76 RUP Steenberg

0. L EESWIJZER

Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat:

1. een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;

2. de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer;

3. een weergave van de feitelijke en juridische toestand in tekst en op kaart;

4. een toelichtingsnota met:

- een beknopte situering en afbakening van het RUP en duiding van het initiële programma van ruimtelijke acties voor het plangebied;

- de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is;

- de relatie met de bestaande juridische context en de planningscontext;

- een overzicht van knelpunten en potenties;

- een visie op de gewenste ruimtelijke structuur en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling;

- het onderzoek tot significante milieueffecten (= m.e.r.-screening). De screening betreft het onderzoek naar het al dan niet voorkomen van aanzienlijke milieueffecten ten gevolge van het voorgenomen plan of programma. Bij elke beslissing over een plan, programma of vergunning moet de bevoegde overheid eveneens nagaan of er schade kan ontstaan aan het watersysteem. Dit wordt onderzocht met behulp van de watertoets;

- in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van het ruimtelijk veiligheidsrapport, het plan-MER, passende beoordeling en andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten;

- een overzicht van wijzigingen ten opzichte van de vroegere juridische toestand. Dit overzicht bevat een limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden.

- in voorkomend geval een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot planschadevergoeding, planbatenheffing zoals bedoeld in de codex ruimtelijke ordening of een compensatie zoals omschreven in het grond- en pandenbeleid

- een overzicht van de administratieve inlichtingen. De gevolgen voor de juridisch– administratieve en juridisch-technische aspecten worden gevaloriseerd bij goedkeuring van het voorliggende RUP.

Het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht.

november 2012│P22902 5│76 RUP Steenberg

1. I NLEIDING

De gemeente wil op de site Steenberg de bestaande functies optimaliseren en ruimte creëren voor nieuwe functies die aansluiten bij het bestaande aanbod.

Daartoe is echter een reorganisatie van de site in haar geheel nodig. Naast uitbreiding van de bestaande functies moet ook onderzocht worden of bepaalde voorzieningen dienen te herlokaliseren. Tevens moet een afstemming gezocht worden tussen de opties voor lokale recreaties en de internationale veldritprijs Steenberg die jaarlijks op en rond de site georganiseerd wordt. De gemeente streeft niet alleen naar een uitbreiding van de gemeenschapsvoorzieningen en de recreatiezone maar wil de site als geheel ook beter ontsluiten voor fietsers en voetgangers.

Door de uitbreiding van de recreatiezone krijgen verschillende percelen een harde bestemming. Ter compensatie van deze herbestemmingen heeft de gemeente beslist om het natuurgebied ten zuidwesten van de Steenbergsite mee op ten nemen in het RUP Steenberg.

november 2012│P22902 6│76 RUP Steenberg

2. B ESTAANDE TOESTAND

2 . 1 . Situering van het plangebied

Het plangebied Steenberg ligt tussen de woonkern en de E40 en is gelegen langs de Oudenaardsesteenweg. Het plangebied ligt op ca. 1300 m van de woonkern van Bambrugge.

│ Situering van het RUP Steenberg te Erpe-Mere (Bron: GRS Erpe-Mere)

2 . 2 . Bestaande ruimtelijke toestand

Zie kaart feitelijke en juridische toestand

Het domein Steenberg met een oppervlakte van ca. 20 ha, heeft haar ingang aan de Oudenaardsesteenweg. De toegangsweg situeert zich tussen een benzinestation en een braakliggend terrein. Langsheen de toegangsweg liggen achtereenvolgens het containerpark (niet meer in gebruik), het demopark ‘composteren’ en de personeelsparking. Het buffergebied, gelegen lang de rechterzijde van de toegangsweg, wordt ingenomen door weiden en bossen.

november 2012│P22902 7│76 RUP Steenberg

│ Afbakening van de site Steenberg op luchtfoto (bron: Google Earth, 2010)

│ Zicht op de toegangsweg van de site Steenberg

│ Zicht op de toegangsweg │ Gesloten containerpark

│ Zicht op toegangsweg en personeelsparking (51 PL)

november 2012│P22902 8│76 RUP Steenberg

Achter de personeelsparking ligt het administratief centrum. Het gebouw omvat naast de gemeentelijke diensten, ook het sociaal huis en de bibliotheek. Naast het centrum werd ook een parking aangelegd. De sporthal ligt achter het administratief centrum en heeft ook een eigen parking. Aan de voorzijde van de sporthal werd een cafetaria met terras gebouwd en een aanpalende speeltuin. Op het groene terrein tussen de speeltuin en het administratief centrum bevindt zich een ronde voetbalkooi (diameter: 10m; hoogte: 1m). Het beachvolleybalterrein is gelegen aan de achterzijde van de sporthal.

│ Administratief centrum met aanpalende parking │ Administratief centrum met 2de aanpalende parking

│ Zicht op de sporthal

│ Sporthal met parking │ Terras aan de sporthal met speeltuin

│ Ronde voetbalkooi │ Beachvolleybalterrein achter de sporthal

november 2012│P22902 9│76 RUP Steenberg

De vijver op de site Steenberg ligt ten zuiden van de sporthal en het administratief centrum.

│ Panorama op de vijver

De site Steenberg beschikt over drie voetbalterreinen die zich achter de sporthal situeren. Deze terreinen zijn enkel uitgerust met doelen. De markeringen die nodig zijn voor het voetbalspel ontbreken momenteel. De twee houten gebouwen naast het hoofdvoetbalveld worden gebruikt als kleedkamer en cafetaria. De cafetaria wordt ook gebruikt door de scouts ‘Kievit’.

│ Zicht op hoofdvoetbalveld met achterin de twee houten gebouwen

│ Zicht op 2de en 3de voetbalveld

│ Kleedkamer (onder) en cafetaria (boven) │ Zicht op waterzuivering

november 2012│P22902 10│76 RUP Steenberg

De Finse piste met verlichting loopt rond de voetbalvelden, sporthal en speeltuin. Jaarlijks wordt op het domein het internationale veldritseizoen op gang geschoten met de Steenbergcross. Het parcours loopt over het hele domein. Buiten deze periode zijn hier nog verschillende relicten van merkbaar.

│ Finse piste

│ Trap │ Talud waarlangs het veldritparcours komt

│ Zandstrook │ Sporen op de voetbalvelden

In het noordwesten wordt de site begrensd door de Molenbeek, een onbevaarbare waterloop van categorie 2. Langs de Molenbeek bevinden zich verschillende populieraanplantingen. Op de rand van het natuurgebied (aan de Molenbeek) staan twee woningen, waarvan een vakantiewoning en het niet beschermde Molenhuis van de Egemmolen. Het natuurgebied tussen de Molenbeek en de voetbalvelden bevatten enerzijds dicht beboste delen en anderzijds open ruimten (struikgewas, grasland).

Ten (zuid)westen van de Steenbergsite (administratief en recreatief centrum) ligt een natuurgebied met bossen, gras- en weilanden (zie supra luchtfoto). De Molenbeek stroomt door het natuurgebied.

november 2012│P22902 11│76 RUP Steenberg

Buurtweg nr.12 loopt tussen de Steenbergsite en het natuurgebied. Deze onverharde buurtweg vormt de verbinding tussen de Oudenaardsesteenweg en de woonwijk Everdal. Langs deze buurtweg loopt een vaste mountainbikeroute.

│ De Molenbeek │ De Molenbeek als grens van het RUP; ontsluiting naar de wijk Everdal

│ Zicht op einde buurtweg nr.12; ontsluiting │ Ontsluiting aan de Oudenaardsesteenweg; met wijk Everdal; voetweg nr.36 komt verder uit op buurtweg nr.12;

november 2012│P22902 12│76 RUP Steenberg

3. R ELATIE MET STRUCTUUR PLANNEN

3 . 1 . Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n

Het plangebied Steenberg is volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gelegen in het buitengebied. De doelstelling voor het buitengebied houden o.m. in:

o dat de essentiële functies van het buitengebied gevrijwaard worden; o dat landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen wordt ingebed; o dat versnippering wordt tegengegaan; o dat de ontwikkeling gebundeld wordt in de kernen van het buitengebied; o dat de bereikbaarheid van de voorzieningen verbeterd worden; o en dat een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit bereikt wordt. Dit impliceert een aansluiting bij de schaal van het landschap en dat de functie en structuur van de open ruimte niet in het gedrang komen.

Bambrugge (Erpe-Mere) situeert zich op de rand van het stedelijk netwerk op internationaal niveau, de Vlaamse Ruit. De Vlaamse Ruit bestrijkt de vierhoek Antwerpen-Leuven-Brussel- Gent. De ontwikkelingsperspectieven voor de Vlaamse Ruit mogen er niet toe leiden dat dit stedelijk netwerk wordt gelijkgesteld met één grootstedelijk gebied. Complementair aan de inplanting van nieuwe activiteiten conform het principe van de gedeconcentreerde bundeling is het aanscherpen van het buitengebiedbeleid in de Vlaamse Ruit.

3 . 2 . Ruimtelijk Structuurplan Oost - V l a a n d e r e n

De woonkern Bambrugge binnen de gemeente Erpe-Mere maakt deel uit van ‘Het Zuidelijk Openruimtegebied’ hierbij worden volgende ruimtelijke principes naar voren geschoven:

o het fysisch systeem als kapstok voor landschapsvormende functies bos, natuur en landbouw; o behoud en versterking van het hiërarchisch spreidingspatroon en de cultuurhistorische waarde van de nederzettingen; o kleine steden als ontwikkelingspolen in de regio; o een ontsluitingssysteem gericht op de leefbaarheid van de stedelijk-economische structuur en op het vrijwaren van het rustige karakter van het buitengebied; o verdere ontwikkeling als open ruimtegebied met een belangrijk recreatief en toeristisch belang.

In de gewenste open ruimtestructuur wil men de open ruimte zoveel mogelijk behouden en beschermen. Het plangebied Steenberg situeert zich in een gebied met open ruimtekaders waarin gestreefd wordt naar het maximaal openhouden van de lokale open ruimtecorridors en beekvalleien. De resterende landschappelijke relictzones worden maximaal behouden ter vrijwaring van de landschappelijke kwaliteit. Het plangebied situeert zich in de relictzone ‘Land van Molenbeken’.

De ‘Molenbeek naar de Bovenschelde’ die aan het plangebied grenst in het noordwesten, is een structuurbepalend hydrografisch element en dient maximaal te worden bewaard. De

november 2012│P22902 13│76 RUP Steenberg

bebouwing in de open ruimte rond die elementen dient te worden vermeden en de typische begroeiing dient te worden bewaard en waar mogelijk versterkt.

De provincie heeft als taak de afbakening en inrichting van natuurverbindingsgebieden. De natuurfunctie is er ondergeschikt aan de primaire hoofdfunctie (doorgaans landbouw, bosbouw …). Het plangebied Steenberg ligt op circa 600 m van het natuurverbindingsgebied ‘Valleigebied Molenbeek, Honegem – Gotegem (Erpe-Mere) (6N4)’.

Het plangebied bevindt zich niet een binnen toeristisch-recreatieve structuur die van belang is op provinciaal niveau.

Het plangebied ligt aan de N46 (Oudenaardsesteenweg), een secundaire weg type II. Secundaire wegen hebben een verzamelende taak. De provincie stelt hoge eisen naar leefbaarheid, veiligheid en de relatie tussen het publieke en private domein. Belangrijke aandachtspunten voor de N46 zijn:

o het verzamelen van regionaal verkeer uit de omliggende dorpen en woonkernen in het Zuidelijk Openruimtegebied; o aandacht voor leefbaarheid doortochten en Bambrugge o aandacht naar inkleding in het openruimtegebied.

De Oudenaardsesteenweg, Katstraat en Egemstraat omringen het plangebied Steenberg en behoren tot het provinciaal fietsroutenetwerk dat fietskernen en attractiepolen verbindt. In eerste instantie zijn ze bestemd voor (boven)lokaal woon-werk, woon-school en woon- winkelverkeer, maar recreatief medegebruik is steeds mogelijk.

3 . 3 . Gemeentelijk Ruimtelijk Struc t u u r p l a n E r p e -M e r e

Het gemeentelijke ruimtelijk structuurplan van Erpe-Mere werd goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 13/07/2006 en zet de gewenste ruimtelijke ontwikkeling uit voor het grondgebied van de gemeente.

RICHTINGGEVEND DEEL

Vanuit de gewenste nederzettingsstructuur

De locatie van het huidige administratief centrum te Bambrugge, verscholen achter de lintbebouwing van de N46, moet duidelijker ruimtelijk gecommuniceerd worden. Een nieuw baken kan opgericht worden zodat occasionele bezoekers en inwoners van Erpe-Mere zich makkelijker kunnen oriënteren naar het administratief centrum.

Vanuit de gewenste landschappelijke structuur

Het gesloten valleigebied van de Molenbeek dient behouden en versterkt te worden. De open ruimtecorridors dienen zoveel mogelijk bewaard te worden binnen de gemeente opdat open koutergebieden met elkaar verbonden kunnen worden. Er is een corridor voorzien tussen Erpe-Mere en Bambrugge.

Vanuit de gewenste natuurlijke structuur

Het plangebied ligt in twee verschillende gebieden. Het administratief en recreatief centrum ligt in een gebied met natuur als ondergeschikte functie. De vallei van de Molenbeek ligt in

november 2012│P22902 14│76 RUP Steenberg

het prioritair gebied P3: ‘de natuurgebieden en reservaten langs de (westelijke) Molenbeek van het Scheldebekken en haar zijbeken (m.i.v. het domein Steenberg)’. De gebiedsgerichte opties voor de prioritaire gebieden zijn de volgende:

o weren van elke vorm van nieuwe bebouwing (woningen, landbouwbedrijven, loodsen). o beschermen en uitbreiden van de bestaande bossen; natuurgericht beheer. o beschermen van nog bestaande waardevolle graslanden. o zachte recreatie is aanvaardbaar.

De gebiedsgerichte opties voor gebieden met natuur als ondergeschikte functie zijn de volgende:

o beschermen van bestaande waardevolle beplantingen, volgens het desbetreffende landschapsbeleid; o alle waardevolle bermen en lijnvormige aanplantingen opnemen in het raamwerk; dit houdt in waar nodig een natuurtechnische herprofilering, aanplantingen en een natuurgericht beheer.

Om tegemoet te komen aan bovengenoemde doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven kunnen een aantal ruimtelijke beleidselementen naar voor worden geschoven. Hieronder worden de doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven besproken die van belang zijn voor het RUP Steenberg.

o Opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor de Molenbeekvalleien.

De gemeente is verantwoordelijk voor de opmaak van RUP’s voor de Molenbeek van het Scheldebekken en haar zijbeken (van de grens met tot aan het GEN- gebied op het grensgebied met Lede). Bij de opmaak van dit RUP zal er samengewerkt worden met de beheerder van de beek, nl. de provincie Oost-Vlaanderen. Bij de opmaak van een RUP voor de Molenbeekvalleien kunnen de prioritaire gebieden voor natuur afgebakend worden en kan er een uitspraak gedaan worden m.b.t. de zonevreemde constructies in het valleigebied. Er kan geval per geval bekeken worden of regularisatie mogelijk is, dan wel onteigening en afbraak noodzakelijk is. De afstand van de bebouwing tot de beek en tot de nog aanwezige waardevolle biotopen kunnen hierbij belangrijke criteria zijn. In de kernen (vallei als natuurverwevingsgebied) kan er een soepeler beleid gevoerd worden dan in de open ruimte (vallei als prioritair gebied voor natuur).Verder dient het tracé van de beek zoveel mogelijk bewaard te worden. Ingekokerde delen kunnen waar mogelijk hersteld worden.

o Voorstellen naar bosuitbreiding toe

Langs oostelijke zijde van de Molenbeek is een gebied met potentie voor bosuitbreiding (circa 250 m van het administratief centrum) geselecteerd. Vanuit het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan wordt voorgesteld om een bosuitbreiding te voorzien op domein Steenberg. Dit gebied sluit nauw aan bij de gewenste natuurlijke structuur en kan bebost worden zonder dat de landbouw daarbij getroffen wordt. Erpe-Mere is een zeer bosarme gemeente. Vanuit de bevolking is er dan ook vraag naar bijkomende bossen. Aangezien deze optie betrekking heeft op bovenlokale materie, wordt zij als suggestie naar het Vlaams Gewest toe opgenomen.

o Wachtbekkens en gecontroleerde overstromingsgebieden creëren

De uitbouw van wachtbekkens en gecontroleerde overstromingsgebieden heeft betrekking op bovenlokale materie. De opties hieromtrent zullen in het kader van de

november 2012│P22902 15│76 RUP Steenberg

bekkenbeheersplannen voor de Schelde en de Dender, die momenteel in opmaak zijn, vastgelegd worden. De hierna vermelde opties worden dan ook slechts als een suggestie naar de hogere overheid toe opgenomen.

De bebouwde gebieden in de beekvalleien dienen tegen overstromingen beschermd te worden. Daartoe kunnen bepaalde delen van de Molenbeekvalleien teruggegeven worden aan de beek. In de onmiddellijke omgeving van de kernen kan het noodzakelijk blijken om wachtbekkens te gaan realiseren. Tussen de verschillende kernen kunnen de mogelijkheden van gecontroleerde overstromingsgebieden benut worden. Deze zachtere maatregel laat toe dat weilanden rond de beek tijdelijk onderlopen. Naast de waterbergende capaciteit zal er zo een belangrijke toename van de natuurwaarden mogelijk gemaakt worden, zodat deze techniek aangewezen is in de prioritaire gebieden voor natuur (bv. project bij Doorsteekstraat).

Vanuit de gewenste natuurlijke structuur

De landbouwgebieden in het RUP Steenberg liggen in de beleidscategorie ‘landbouw in de gebieden van de natuurlijke structuur’. In deze gebieden speelt de landbouw als economische functie (productiefactor) een veel minder belangrijke rol. Zij krijgt hier eerder een natuurondersteunende en landschapsverzorgende taak. Het zijn gebieden die relatief onafhankelijk gemaakt worden van de ontwikkelingen in de land- en tuinbouw. De landbouw is er ondergeschikt. Het landelijk gebied zal hier extensief gebruikt worden. Dit betekent niet dat deze gebieden hun landbouwfunctie volledig verliezen, maar dat door een geringer gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen, de verweving van natuur- en landschapsbeheer beter ingepast kan worden in de agrarische bedrijfsvoering. T.h.v. de kleinere zijbeken wordt er voor een evenwichtige verweving tussen landbouw- en natuuraspecten gepleit. Volgende gebiedsgerichte opties worden opgesomd:

o nieuwe inplantingen en uitbreidingen worden niet toegestaan; o scheuren van gras en weiland wordt uitgesloten; o enkel extensief gebruikt weiland wordt toegestaan; o gebiedsgericht onderzoek i.f.v. het vastleggen van bouwvrije zones bij wijze van RUP is wenselijk.

Vanuit de gewenste recreatieve structuur

Om tegemoet te komen aan de gewenste recreatieve structuur worden de volgende ruimtelijke beleidselementen naar voren geschoven:

o Het plangebied Steenberg wordt geselecteerd als een recreatiesite met een accommodatiegraad met een verzorgingsbereik voor de totaliteit van het grondgebied van Erpe-Mere. o De Molenbeekvalleien kunnen een beperkte recreatieve functie krijgen via het principe recreatief medegebruik. Recreatief medegebruik heeft als doel de ruimtelijke kwaliteit van de open ruimte te garanderen. Er is sprake van recreatief medegebruik wanneer recreatieve activiteiten, zoals wandelen of fietsen, plaatsvinden in een omgeving die een hoofdfunctie vervult verschillend van recreatie. Op deze basis kunnen bestaande fiets- en wandelroutes in de gemeente verder uitgebouwd worden. o Een recreatieve infrastructuur in Erpe-Mere onder de vorm van fiets- en wandelpaden is reeds aanwezig maar kan verbeterd worden. De infrastructuur dient afgestemd te worden op bovenlokaal niveau door middel van netwerkvorming. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is het recreatief medegebruik van de open ruimte

november 2012│P22902 16│76 RUP Steenberg

met respect voor de draagkracht van het gebied. Recreatieve routes langsheen de Molenbeekvalleien kunnen de parkachtige gebieden en de Molensites met elkaar verbinden. Zij kunnen ook groene en rustige verbindende fietsroutes tussen de verschillende kernen worden.

Erpe-Mere telt eveneens een aantal zonevreemd gelegen sportterreinen. Voor deze terreinen en gebouwen voor sport- recreatie- en jeugdactiviteiten kan een zonvreemd RUP opgemaakt worden. Bij de opmaak van een dergelijk RUP dient een ruimtelijke afweging te gebeuren ten einde te kunnen besluiten over de wenselijkheid van behoud van bepaalde sites, de mogelijke uitbreiding ervan of de eventuele herlokalisatie van bepaalde sites. Te Erpe-Mere dient, ofwel bij wijze van zonevreemd RUP, of bij wijze van een specifiek RUP dat overkoepelende aspecten qua zonevreemdheid behandelt, uitspraken te doen over volgende (deels) zonevreemde recreatieve activiteiten.

│ Situering van de zonevreemde sport- en recreatie (Bron: GRS Erpe-Mere)

Een RUP Zonevreemde recreatie is in opmaak (zie 4.1 Bestaande juridisch-administratieve aspecten).

Vanuit de gewenste verkeers- en vervoerstructuur

Het administratief centrum binnen het plangebied moet beter bereikbaar zijn met de fiets en met het openbaar vervoer. De invoering van een zone 30 is een mogelijkheid.

De hoofdstructuur voor het fietsverkeer is er op gericht om veilige fietsverbindingen te realiseren tussen enerzijds de buurgemeenten, deelgemeenten en wijken en anderzijds de fietsaantrekkende activiteiten in Erpe-Mere (dorpscentra, station, scholen, administratief centrum, bedrijventerreinen, enz.). Het gewenste fietsroutenetwerk werd uitgewerkt in het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk van de provincie Oost-Vlaanderen. In het gemeentelijk mobiliteitsplan werd dit grofmazige netwerk verder verfijnd (zie 4.3.1 Mobiliteitsplan.

│ Gewenste verkeers- en vervoersstructuur (Bron: GRS Erpe-Mere)

november 2012│P22902 17│76 RUP Steenberg

Er wordt voorzien om een actieplan op te starten ter verbetering en verfraaiing van de infrastructuur voor de wandelaar en de fietser. Daarin wordt de fietsstructuur en de kerk- en buurtwegels geïntegreerd.

Vanuit de gewenste ruimtelijke structuur van de deelruimte Burst-Bambrugge

Waar mogelijk dient de Molenbeekvallei opnieuw opengewerkt te worden. De aanwezigheid van de vallei dient opnieuw voelbaar gemaakt te worden in de straten, die de vallei kruisen. De administratiesite van Bambrugge, binnen het plangebied Steenberg, dient meer herkenbaar te worden in het openbaar domein en zal uitgebouwd worden als groene long van de gemeente.

Om de veiligheid en leefbaarheid te Burst en Bambrugge te verbeteren is een herinrichting van de doortocht van de N46 aangewezen. Concreet betekent dit een typologische vernieuwing van de weg en het aanleggen van veilige fietspaden.

BINDEND DEEL

In uitvoering van het mobiliteitsplan zijn volgende acties voorzien: ‘Er wordt een actieplan opgestart ter verbetering en verfraaiing van de infrastructuur voor de wandelaar en de fietser. Daarin wordt de fietsstructuur en de kerk- en buurtwegels geïntegreerd.’

Prioriteiten of acties aan te vatten tegen 2007: ‘Uitbouwen bosjes op het domein Steenberg (nabij administratief centrum in Bambrugge) in het kader van de ontwikkeling van het domein als groene long van de gemeente.’

november 2012│P22902 18│76 RUP Steenberg

4. P LANNINGSCONTEXT

4 . 1 . Bestaande juridisch - administratieve a s p e c t e n

4. 1.1. Bestemmingsplannen

Gewestplan

Volgens het gewestplan (goedgekeurd dd. 30/05/1978) kent het plangebied van voorliggend RUP volgende bestemmingen:

o recreatiegebied; o gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut o natuurgebied o landschappelijk waardevol agrarisch gebied o woongebied met landelijk karakter o ambachtelijke bedrijven en kmo’s.

│ Uittreksel gewestplan (Bron: Arohm 2000) Plannen van aanleg

BPA Steenberg (goedgekeurd dd. 18/06/2002). Dit BPA wordt herzien en maakt als zodanig voorwerp uit van het RUP Steenberg. Het BPA Steenberg omvat een zone voor openbaar nut en een recreatiezone. Deze zones worden omgeven door een groenbuffer aan de noordzijde en een natuurgebied -met o.a. de visvijver- aan de zuidzijde. Op de site liggen het gemeentelijk administratief centrum, de bibliotheek, de sporthal en een aantal sportterreinen.

november 2012│P22902 19│76 RUP Steenberg

│ BPA Steenberg (Bron: BPA Steenberg)

Ruimtelijke uitvoeringsplannen

Gewestelijke RUP’s – processen in voorbereiding van gewestelijke RUP’s in kader van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Er zijn nog geen gewestelijke RUP’s van kracht voor de regio van het plangebied. Het Vlaamse Gewest heeft wel het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur afgerond. In uitvoering van het RSV stelde de Vlaamse Overheid in 2008 een ruimtelijke visie op voor structuren landbouw, natuur en bos voor de regio Vlaamse Ardennen, waarin de gemeente Erpe-Mere gelegen is. Op 08 mei 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van ca. 29.000 ha agrarisch gebied en het operationeel uitvoeringsprogramma goed.

november 2012│P22902 20│76 RUP Steenberg

Gewenste ruimtelijke structuur (visie 2008)

De ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor het gebied bevat volgende concepten die van belang zijn voor het plangebied van het RUP Steenberg:

Ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw (met grondgebonden landbouw) als drager van de open ruimte (60.3)

Behoud en versterking van gevarieerde valleien met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime (64.17)

Behoud en versterken van parken en kasteeldomeinen (69.9)

│ Uittreksel gewenste ruimtelijk structuur Vlaamse Ardennen (bron: ruimtelijk visie voor landbouw, natuur en bos, gewenste ruimtelijke structuur regio Vlaamse Ardennen)

Operationeel uitvoeringsprogramma

In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke acties de Vlaamse regering zal ondernemen voor de uitvoering van de visie op structuren landbouw, natuur en bos.

De site Steenberg en haar directe omgeving liggen in het actiegebied nr. 124 Vallei van de Smoorbeek en benedenloop Molenbeek en Vlekkembos. Het uitvoeringsprogramma voorziet voor deze actiegebieden de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan na verder onderzoek. Het onderzoek en overleg zullen plaatsvinden in functie van het gedetailleerd in kaart brengen van het landbouwgebruik en de landbouwbedrijfszetels, concrete mogelijkheden voor uitbreiden van natuur- of bosgebieden en mogelijkheden voor waterberging. Inclusief de opmaak van de gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied.

november 2012│P22902 21│76 RUP Steenberg

Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dient opgemaakt te worden voor:

o het differentiëren van de valleien en de valleisteilranden van de Smoorbeek en de Molenbeek stroomafwaarts monding Smoorbeek met agrarisch gebied, natuur, bos en natuurverweving; o het versterken van de bosstructuur van Bos te .

De plangebieden nr. 104 Landbouwgebied Sint-Lievenshouten-Borsbeke-Bambrugge en nr. 105 Landbouwgebied , , Ressegem grenzen aan en/of liggen in het plangebied. Hierbinnen wordt een beleidsmatige herbevestiging van het gewestplan voor landbouw, natuur en bos voorop gesteld.

│ Ruimtelijke visie landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen - Operationeel uitvoeringsprogramma - beslissing Vlaamse Regering 8 mei 2009

Herbevestiging van de agrarische gebieden

│ Uittreksel voor de herbevestiging van agrarische gebieden (bron: ruimtelijk visie voor landbouw, natuur en bos, regio Vlaamse Ardennen)

november 2012│P22902 22│76 RUP Steenberg

Naast de opmaak van een ruimtelijke visie en het operationeel uitvoeringsprogramma werd een beleidsmatige herbevestiging van de agrarische gebieden op de gewestplannen doorgevoerd. Een aantal zones binnen het RUP Steenberg zijn gelegen binnen de afbakening van de herbevestigde agrarische gebieden (HAG). Deze herbevestiging van de agrarische gebieden maakt deel uit van de bindende bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Gemeentelijke en provinciale planningsinitiatieven binnen deze gebieden mogen dan ook geen afbreuk doen aan de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische macrostructuur. Conform de omzendbrief RO2010/01 dient de keuze om de herbevestiging van de agrarische gebieden niet volledig door te vertalen in het RUP Steenberg gemotiveerd te worden.

Motivatie voor de bestemmingswijziging in herbevestigd agrarisch gebied

In de omzendbrief RO/2010/01 betreffende het ruimtelijk beleid binnen de herbevestigde agrarische gebieden wordt aangegeven dat er principieel de beleidsmarge is om een bestemmingswijziging uit te voeren.

Gemeenten die reeds een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan hebben kunnen gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken in uitvoering van de richtinggevende of bindende bepalingen van dat gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor o.a. natuur- en landschapselementen van lokaal niveau en recreatie. Het RUP Steenberg omvat natuur- en landschapselementen van lokaal niveau en de uitbouw van een site voor sport en recreatie met hoge accommodatiegraad. Het RUP kadert bovendien binnen de beleidsopties die werden genomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Erpe-Mere. Enerzijds wordt er voor het prioritair gebied P3 “de natuurgebieden en reservaten langs de (westelijke) Molenbeek van het Scheldebekken en haar zijbeken (m.i.v. het domein Steenberg)” de bescherming en uitbreiding van de bestaande bossen, natuurgericht beheer en bescherming van nog bestaande waardevolle graslanden voorop gesteld. Anderzijds is het plangebied in het GRS geselecteerd als een recreatiesite met een accommodatiegraad met een verzorgingsbereik voor de totaliteit van het grondgebied van Erpe-Mere. De site komt dan ook in aanmerking om een bestemmingswijziging van het agrarisch gebied door te voeren.

De omzendbrief stelt dat gemeentelijke opties steeds getoetst zullen worden aan de ruimtelijke doelstellingen voor de op Vlaams niveau herbevestigde agrarische gebieden. Een degelijk onderbouwde verantwoording of motivering in die zin zal bijgevolg steeds een wezenlijk deel uit moeten maken van de toelichting bij deze gemeentelijke plannen. Volgende elementen dienen in deze verantwoording minimaal aan bod te komen en zullen hier specifiek aangehaald worden.

Onderzoek naar alternatieve locaties

Met de opmaak van het RUP Steenberg wenst de gemeente uitvoering te geven aan twee beleidsdoelstellingen vanuit haar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:

- realisatie van een recreatiesite met een accommodatiegraad met een verzorgingsbereik voor de totaliteit van het grondgebied van Erpe-Mere;

- de bescherming en uitbreiding van de bestaande bossen en het natuurgericht beheer en bescherming van nog bestaande waardevolle graslanden in natuurgebied P3 (Molenbeek en zijbeken).

november 2012│P22902 23│76 RUP Steenberg

Gezien de locatie van de recreatiesite reeds werd vastgelegd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente is een locatieonderzoek hiervoor niet opportuun. Door de uitbouw van deze recreatiesite wordt het aanwezige natuurgebied aangetast door een omzetting van een groene naar een recreatieve bestemming. Hierbij dient evenwel opgemerkt te worden dat de zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie als gebiedscategorie recreatie kent, maar in de praktijk nog een overwegend groen karakter zal hebben.

De gemeente wenst met de opmaak van dit RUP de opportuniteit aan te grijpen om natuurgebied P3 op deze locatie verder te versterken en de bestemming onder natuur die verloren gaat, te compenseren. Hiertoe worden een aantal agrarische gebieden, die momenteel geen actieve landbouwuitbating kennen, omgezet naar natuurgebied (een 6-tal ha).

Er werd geopteerd voor agrarische gebieden die onmiddellijk aansluiten bij het aanwezige natuurgebied en de Molenbeek (geselecteerd als prioritair gebied P3 in het GRS). Op deze wijze wordt het aanwezige natuurgebied immers verder versterkt en wordt de uitbouw van een stabiel en waardevol gebied gegarandeerd. Wanneer agrarisch gebied op een alternatieve locatie zou omgezet worden naar natuurgebied, zouden de natuurlijke potenties ter hoogte van Steenberg onder benut blijven en in het gedrang komen. Bovendien bevinden grote delen van de agrarische gebieden te Erpe-Mere zich in HAG en is het zoeken naar een alternatieve locatie buiten HAG een moeilijk gegeven.

1 3 2

De keuze voor de omzetting van deze agrarische gebieden naar een natuurbestemming wordt ondersteund door volgende elementen.

- Er is geen actieve landbouwuitbating aanwezig op deze locaties. Voor de zones met een actieve landbouwuitbating wordt landbouwgebied met nabestemming natuurgebied voorzien. Het overgrote deel van de herbestemming heeft betrekking op weiland (of deels bos). Begrazing in natuurgebied blijft toegelaten mits het respecteren van de bemestingsnormen (2 GVE/ha).

- Grote delen zijn biologisch waardevol en opname in natuurgebied is dan ook opportuun ter versterking van P3.

- De zone ten westen van de Molenbeek (zone 1) ligt ingesloten tussen het natuurgebied en het woonlint langsheen de Egemstraat. Zone 2 is eveneens een ingesloten gebied dat wordt omgeven door woonlint en wegenis. Het gaat hier dan ook geenszins om een uitgestrekte en aaneengesloten agrarische gebied. Bovendien is een gedeelte van zone 1 momenteel reeds onder bos.

november 2012│P22902 24│76 RUP Steenberg

Dit alles illustreert dat het omzetten van HAG naar natuurgebied hier opportuun is en dat een onderzoek naar een alternatieve locatie niet aan de orde is.

Onderzoek naar de impact

Zoals reeds aangehaald bij het onderzoek naar de alternatieve locaties gaat het hier om agrarisch gebied waar momenteel geen actieve landbouwuitbating is. Voor de percelen met een actieve landbouwuitbating wordt een bestemming als landbouwgebied met nabestemming natuurgebied vooropgesteld. Het huidig grondgebruik bestaat overwegend uit weiland. Dit kan in de toekomst behouden blijven mits respecteren van de vigerende wetgevingen (bemestingsnormen 2 GVE/ha). Er kan dan ook gesteld worden dat er een zeer geringe impact zal zijn op de individuele landbouwbedrijven.

Indien wordt gekeken naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur dient in rekening genomen te worden dat het hier gaat om percelen die aansluiten bij het natuurgebied en die deels worden ingesloten door een woonlint (zone 1 en 2). Het gaat hier dan ook niet om uitgestrekte en aaneengesloten agrarische gebieden. De impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur zal dan ook gering zijn.

Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen

Gezien er geen actieve landbouw op de betrokken percelen aanwezig is en het gebruik als weiland onder natuurgebied mogelijk blijft, is er hier geen sprake van getroffen landbouwers. Het voorzien in een planologische ruil of bruikbare ruilgronden is dan ook niet opportuun. Door een gedeelte te herbestemmen als landbouwgebied met nabestemming natuurgebied wordt ervoor gezorgd dat de actieve landbouwuitbating op deze locatie ook in de toekomst kan verder gezet worden. Momenteel kennen deze percelen een bestemming als natuurgebied volgens het gewestplan. Het betreft hier dan ook een flankerende maatregel die een positief effect zal hebben op de landbouwer in kwestie.

Provinciale RUP’s

Ca. 500 m ten noorden van het RUP Steenberg bevindt zich het provinciaal RUP RWZI Erpe-Mere (10/02/2005).

Gemeentelijke RUP’s

RUP Zonevreemde recreatie (in opmaak dd. 07/2011). In het RUP Zonvreemde recreatie wordt verwezen naar de recreatiezone bij de beschrijving van de bestaande recreatieve structuur. De Steenbergsite is volledig zone-eigen.

RUP Zonevreemde woningen (in opmaak dd. 07/2011). De stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Zonevreemde woningen zullen overgenomen worden in voorliggend RUP voor de bepaling van de ontwikkelingsmogelijkheden van de woningen in natuurgebied.

november 2012│P22902 25│76 RUP Steenberg

4. 1.2. Sectorale aspecten

NATUUR

speciale beschermingszones

vogelrichtlijngebieden nvt

habitatrichtlijngebieden nvt

VEN- en IVON-gebieden nvt

vlaamse of erkende natuur- nvt reservaten / bosreservaten

biologische waarderingskaart Belangrijke delen van het RUP Steenberg zijn biologisch waardevol. Er zijn ook enkele percelen biologisch zeer waardevol.

WATER

overstromingskaart

van nature overstroom- een brede strook langsheen de Molenbeek is bare gebieden (NOG) overstroombaar vanuit de waterloop

een minder brede strook langsheen de naamloze waterloop is ook van nature overstroombaar

recent overstroomde percelen langsheen de Molenbeek gebieden (ROG)

overstromingskaarten – percelen langsheen de Molenbeek risicozones voor overstromingen (versie 2006)

watertoets

overstromingsgevoelige Percelen langsheen de Molenbeek en de naamloze gebieden waterloop zijn mogelijk overstromingsgevoelig en op bepaalde stukken effectief overstromingsgevoelig.

erosiegevoelige gebieden grotendeels erosiegevoelig

grondwaterstromings- Percelen langsheen de Molenbeek en de naamloze gevoelige gebieden waterloop zijn zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). De overige delen van het RUP zijn matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2).

november 2012│P22902 26│76 RUP Steenberg

hellingenkaart het gebied bevat enkele steile taluds rond de voetbalvelden en de vijver.

infiltratiegevoelige bodems ten noorden en ten westen van de vijver zijn er enkele stukken infiltratiegevoelig.

winterbedkaart behoort niet het tot het winterbed van de grote rivieren. beschermingszones nvt grondwaterwinning / waterwin- gebieden

LANDSCHAP beschermde monumenten, nvt landschappen en dorps- gezichten landschapsatlas

ankerplaatsen nvt

relictzones het RUP bevindt zich grotendeels in het ‘Land van de Molenbeken’

lijnrelicten Molenbeek Wichelen – Borsbeke

puntrelicten nvt traditionele landschappen Land van Zottegem inventaris van het nvt bouwkundige erfgoed

VERKEER openbaar vervoer station Burst op 2,5 km

bushalte site Steenberg: belbus Lede – Erpe-Mere 385

in de omgeving: bushalte Oudenaardsesteenweg (N46) op ca. 20 m van de toegang: lijnen 84 – 91 – 93 – 385 fietsroutenetwerk Oudenaardsesteenweg, Katstraat en Egemstraat (straten rond het RUP Steenberg)

Prinsdaal en Katstraat (straten rond het RUP Steenberg)

november 2012│P22902 27│76 RUP Steenberg

4 . 2 . Bestaande juridisch - technische aspecten

VERGUNNINGEN

verkavelingsvergunningen ref. RWO 10.143.611V – ref. gemeente 200117/1970

stedenbouwkundige oprichten van een nieuwbouw toonzaal en werkruimte na vergunningen het slopen van een bestaande woning – Moens Alain (21/12/2010)

gemeentelijk dossiernummer: B/2010/8563

vergunningstoestand zonevreemde woning op kadastraal perceel nr. 305: zonevreemde woningen vergund geacht

zonevreemde vakantiewoning op kadastraal perceel nr. 301: vergund geacht

WEGENIS

rooilijnplannen nvt

wegen Steenberg – buurtweg nr. 2 buurtweg nr. 7bis buurtweg nr. 12 buurtweg nr. 19bis N46 – Oudenaardsesteenweg (gewestweg)

voetwegen voetweg nr. 20 voetweg nr. 25 voetweg nr. 31 voetweg nr. 32 voetweg nr. 33 voetweg nr. 34 voetweg nr. 35 voetweg nr. 36 voetweg nr. 78

WATERLOPEN

Molenbeek (andere namen: Grote Beek – Steenmeersbeek) – 2de categorie (VHAG-code: 5007)

naamloze waterloop (in het noordoosten van het RUP Steenberg) – niet geklasseerd (VHAG-code: 5297)

november 2012│P22902 28│76 RUP Steenberg

4 . 3 . Relevante wetgeving, studies en plannen

4. 3.1. Mobiliteitsplan

Omdat het huidige mobiliteitsplan reeds verschillende jaren bestaat (02/2003) heeft de gemeente beslist om het bestaande plan bij te sturen en aan te passen aan de actuele situatie (bron: webnieuws Erpe-Mere). Aangezien het herwerkte mobiliteitsplan geen specifieke aandacht zal besteden aan de site Steenberg, is het nog steeds relevant om het bestaande mobiliteitsplan te screenen voor meer informatie over de site.

Het mobiliteitsplan stelt dat de site Steenberg enkel vlot bereikbaar is met de auto. Binnen de site wenst men een bundeling van (semi-)openbare voorzieningen. De invoering van een zone 30 op de site wordt opgegeven als een gewenst autonetwerk. Verder worden de volgende acties voorzien op korte termijn:

o uitbouw van betere fietsvoorzieningen richting domein Steenberg; o de voorziening van een fietsenstalling; o het vergroten van het openbaar vervoersaanbod. Er wordt voorgesteld indien een belbus voorzien wordt deze ook het domein Steenberg te laten inrijden en de halte aldus te voorzien ter hoogte van het gemeentehuis en niet enkel langs de N46; o parkeerplaatsen achter de sporthal wegens occasionele parkeerproblemen.

De spoorlijn Aalst-Burst wordt verder uitgebouwd. Naast de verhoging van de frequentie en een verdere verbetering van de bestaande stationsomgevingen worden drie nieuwe stations voorzien ter hoogte van enkele woonwijken. Op deze manier komt het domein Steenberg ook op wandelafstand van een station te liggen.

Fietsroutenetwerk

Het domein Steenberg is één van de belangrijke potentiële bestemmingen voor de fiets. Speciale aandachtspunten:

o verbeteren fietsvoorzieningen langs de N46 (speciale aandacht ter hoogte van het domein Steenberg); o oversteekbaarheid N46 ter hoogte van het domein Steenberg.

│ Gewenst fietsnetwerk (Bron: mobiliteitsplan Erpe-Mere)

De gemeente Erpe-Mere beschikt ook over enkele recreatieve fietsroutes. ‘De fietsroute langs 9 watermolens in Erpe-Mere’ loopt in de buurt van de site. De wandelroute ‘Het Zandsteenpad’ doorkruist Bambrugge en Burst. Het Steenbergpad loopt over Steenberg en

november 2012│P22902 29│76 RUP Steenberg

Vlekkem. De sportzaal op de site Steenberg is ook de startplaats voor 3 permanente moutainbikeroutes. De Bloso-mountainbikeroutes zijn een initiatief van de provinciale werkgroep "Natuur en Sport".

4. 3.2. Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan

Het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) van Erpe-Mere werd goedgekeurd door Aminal op 03/11/1997 en omschrijft het beleid dat een gemeente voor haar grondgebied zal voeren op vlak van natuurbehoud. Het heeft tot doel de natuurwaarden verder te ontwikkelen en vergroten. Steenberg is één van de ecologisch waardevolle gebieden in de gemeente.

In Steenberg worden waardevolle bosjes en graslanden aangetroffen. De volgende aanbevelingen werden vooropgesteld voor het domein Steenberg:

o onderhoud / aanleg van kleine landschapselementen; o ecologisch beheer van de vijver; o canadapopulier op termijn verwijderen zodat oorspronkelijke bostype zich verder kan ontwikkelen; o behoud en ecologisch beheer van waardevolle bosjes en graslanden.

Naar de vijver toe zijn de volgende specifieke doelstellingen opgenomen:

o niet bijvoederen; o geen streekvreemde vissen uitzetten; o oevervegetatie niet overal verwijderen; o geen oeverophogingen; o omgeving van de vijver ecologisch beheren.

Op het domein Steenberg zijn de jongste 10 jaar enkele bos- en houtkantaanplantingen gebeurd. Recent werd nog een stukje natuurgebied (bos) aangekocht. Hiervoor werd bij de provincie een subsidie aangevraagd. Een uitbreiding en betere inrichting van het domein is wenselijk. De opmaak van een bosbeheerplan volgens criteria duurzaam bosbeheer verdient aanbeveling.

In de actiepunten kan men de volgende elementen terugvinden die relevant zijn voor de site:

o erkenning van de vallei als natuurreservaat; o beekbeheer; o behoud van kleine landschapselementen; o aanleg van graslanden en gazons; o recreatief medegebruik, hierbij wordt vooral aandacht besteed aan het behoud van de bestaande wandelpaden.

4. 3.3. Milieubeleidsplan

Eind oktober 2005 werd het gemeentelijk milieubeleidsplan voor de volgende jaren vastgesteld door de gemeenteraad. Het college besliste om het milieubeleidsplan te verlengen tot 2013.

november 2012│P22902 30│76 RUP Steenberg

Een ontwikkelingsvisie voor het domein Steenberg waarbij sterk rekening gehouden wordt met het milieu, is een perfect gebiedsgericht (proef)project. Er moet hier immers rekening gehouden worden met tal van activiteiten/functies zoals natuur, recreatie, milieu en administratief centrum. Door een geïntegreerde aanpak kan het gebied worden opgewaardeerd met specifieke aandacht voor natuurlijke ontwikkeling. De natuurlijke ontwikkeling van het domein Steenberg is hierbij één van de aspecten. Een natuurinrichtingsplan, bosuitbreiding en bosbeheerplan zijn maar enkele aandachtspunten. In het ruimtelijk structuurplan van de gemeente wordt reeds aangegeven dat Steenberg in aanmerking komt voor bosuitbreiding. Ook het beheer van de vijvers (bv aanleg van de oevers) en de recreatieve invulling van het vissen moet herbekeken worden. De paddenoverzetactie die er plaatsvindt, is vanuit natuuroogpunt zeer belangrijk maar kan ook een educatieve meerwaarde bieden. Zeker wanneer scholen hierbij betrokken worden en eventueel lespakketten worden gegeven met bezoek aan het domein Steenberg. Al deze verschillende opties maken deze zone zeer interessant voor een gebiedsgericht project.

november 2012│P22902 31│76 RUP Steenberg

5. I NITIËLE PLANOPTIES

Aan de basis van de opmaak van voorliggend RUP liggen specifieke behoeften die dienen beantwoord te worden. In onderstaande secties wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die reeds aanwezig zijn op de site en de behoeften die binnen de site dienen opgevangen te worden.

5 . 1 . Bestaande activiteiten

Zie kaart feitelijke en juridische toestand

gemeenschapsvoorzieningen:

 administratief centrum (gemeentehuis, bibliotheek, sociaal huis);

 op de locatie van het vroegere containerpark bevindt zich nu een tijdelijke kinderopvang in containerlokalen.

recreatievoorzieningen:

op lokaal niveau

 indoor sporthal (48x32m);

 3 voetbalterreinen;

 beachvolleybalterrein (naast sporthal)

 Finse piste: verlichting (start en einde aan sporthal, langs hoofdvoetbalveld, rond andere twee voetbalterreinen);

 ronde voetbalkooi;

 park.

op bovenlokaal niveau

 veldritparcours: de Steenbergcross wordt jaarlijks georganiseerd op de site. Deze cross is de openingscross van het internationale seizoen en wordt gereden in september. Het huidige veldritparcours loopt over de hele site (start: containerpark, langs gemeentehuis, over de voetbalvelden, langs voetweg nr.36 langs de vijver, langs de sporthal, met aankomst tussen de sporthal en het hoofdvoetbalplein).

verkeersinfrastructuur:

 parkeerplaatsen rond de indoorsporthal (aantal 48);

 parking personeel (aantal 51);

 parking aan gemeentehuis (30 + 65).

natuurlijke infrastructuur:

 de site wordt omringd door een groene zone met bomen en struiken en grenst in het westen aan het natuurgebied.

november 2012│P22902 32│76 RUP Steenberg

5 . 2 . B e h o e f t e n

De gemeente wenst bijkomende ruimte te creëren voor de verschillende activiteiten op de site en wenst de bestaande functies tevens te optimaliseren. Gemeenschapsvoorzieningen

 uitbreiding bibliotheek

Uitbreiding van de bibliotheek met een leeshoek en leesterras over de vijver door middel van een vlonder.

 opvangen bijkomende behoeften gemeenschapsvoorzieningen

Mogelijkheid tot eventueel bijkomende bebouwing binnen de draagkracht van de zone in het kader van het opvangen van toekomstige behoeften aan gemeenschapsvoorzieningen. De gemeente wenst een RUP voor de lange termijn uit te werken waarbinnen ook toekomstige noden, waar men momenteel nog geen zicht op heeft, kunnen opgevangen worden. Recreatievoorzieningen

lokale voorzieningen

 polyvalent gebouw

Met dit gebouw wil de gemeente tegemoetkomen aan de behoeften van haar bevolking en haar verenigingen. Het gebouw dient minimaal ruimte te voorzien voor volgende functies: buitenschoolse kinderopvang, crea-atelier ‘Kladder’, een polyvalente zaal, infrastructuur in relatie tot de voetbalvoorzieningen (cafetaria, kleedkamers, vergaderlokalen, opslagruimte, sanitair…).

 voetbal

De gemeente wil de ploegen die in provinciale (of nationale) afdeling spelen de nodige faciliteiten bieden. Dit houdt in dat de gemeente op de site Steenberg infrastructuur ter beschikking zal stellen die beantwoordt aan de gestelde normen. Op de huidige locaties van de verschillende voetbalploegen is dergelijke infrastructuur niet voorhanden. Daar de meeste locaties bovendien zonevreemd liggen, is het niet aangewezen om daar meer grootschalige infrastructuur uit te bouwen. De bestaande locaties kunnen wel blijvend worden ingericht voor de jeugdploegen opdat deze in eigen kern kunnen blijven spelen. De eerste ploegen zouden dan van de voorzieningen op de Steenberg kunnen gebruik maken.

 uitbreiding indoor sporthal met een bergruimte

 realisatie van een speelbos

 huidige recreatiezone (cf. BPA Steenberg) uitbreiden en ruimtelijk structureren aansluitend bij zijn omgeving

 beachvolleybalterrein herlokaliseren naar de zonnekant

 Finse piste herleggen na realisatie van de andere planopties

november 2012│P22902 33│76 RUP Steenberg

Bovenlokale voorzieningen

 veldritparcours

De gemeente wenst de veldrit Steenberg op deze locatie te behouden. Het veldritparcours zal 1 week per jaar gebruikt worden voor de grote prijs en occasioneel kan 1 extra evenement georganiseerd worden (bv. BK of WK). Het parcours van de veldrit dient verbeterd te worden en garanties te krijgen binnen het RUP. Tevens worden een aantal faciliteiten zoals een aankomststrook in verhard materiaal voorzien. Een verweving van het veldritparcours met de meeste bestemmingen op en rond de site is aangewezen. Verkeersinfrastructuur

 bereikbaarheid van de site voor fietsers en voetgangers optimaliseren (bv. overdekte fietsstallingen bij de ingangen van de gebouwen…)

 een as voor langzaam verkeer die de verbinding maakt tussen de site Steenberg en de achterliggende woonwijk Everdal

 voetweg nr. 36 omvormen naar formeel wandelpad

 83 bijkomende parkeerplaatsen voorzien aansluitend bij de indoor sporthal

 aan de ingang van de site wenst de gemeente een extra parking te voorzien, die alleen op piekmomenten (bv. bij de veldrit of bij muziekhappenings in de sporthal) zal gebruikt worden. Dit deel van de parking kan daarom in het groen worden aangelegd Natuurlijke infrastructuur

 natuur- en bosgebied uitbreiden door middel van de uitbreiding van de contour van het BPA Steenberg

 voorzien in een speelbos

 de bestaande waterzuiveringsinstallatie zal verwijderd worden na aansluiting van de site op het rioleringsnet. Het betrokken gebied kan een groene bestemming krijgen. Hiertoe dient wel een pompstation te worden ingericht zodat het water naar de riolering kan gepompt worden.

 ingebuisde grachten openleggen voor regenwater (retentiezones) KMO

 De bvba Moens heeft nood aan extra ruimte voor opslag en circulatie.

november 2012│P22902 34│76 RUP Steenberg

6. R UIMTELIJKE KNELPUNTE N E N POTENTIES

6 . 1 . Ruimtelijke k n e l p u n t e n

De site kent een aantal algemene ruimtelijke knelpunten die aan de basis liggen van de opmaak van voorliggend RUP.

 Het verhogen van de recreatieve capaciteit van de site, zowel voor georganiseerde als ongeorganiseerde recreatie, is moeilijk te kaderen en te realiseren binnen de huidige bestemmingen.

 De verschillende functies op de site zijn onvoldoende op elkaar afgestemd en vormen een ongeordend geheel.

 De geldende bestemmingen zijn niet steeds in overeenstemming met het actueel bodemgebruik.

Hiernaast dienen een aantal bijkomende knelpunten meegenomen te worden bij de uitwerking van het RUP.

 De site kent een tekort aan parkeerplaatsen.

 De toegangsweg tot het domein Steenberg is niet duidelijk zichtbaar vanaf de Oudenaardsesteenweg.

 Het huidige veldritparcours is niet altijd verenigbaar met de voorschriften van de bestemmingsgebieden dat het doorsnijdt. Een jaarlijkse internationale veldrit kan het natuurgebied schade toebrengen indien dit niet op doordachte wijze gebeurt.

 De bvba Moens heeft nood aan extra ruimte voor opslag, circulatie en een bufferzone.

6 . 2 . Ruimtelijke p o t e n t i e s

De site kent een aantal belangrijke potenties die aan de basis liggen van de opmaak van voorliggend RUP.

 De locatie en de reeds aanwezige bundeling van gemeenschaps- en recreatievoorzieningen bieden een unieke potentie voor de verdere uitbouw van een unieke site binnen de gemeente Erpe-Mere. Verschillende recreatie- en gemeenschapsvoorzieningen kunnen hier gebundeld en op elkaar afgestemd worden. Het gaat hier zowel om georganiseerde als niet-georganiseerde recreatiemogelijkheden.

 De site is omwille van zijn specifieke karakteristieken en de historische ontwikkeling van het veldrijden op deze locatie uitermate geschikt om een veldritparcours in te richten en de activiteiten errond te ondersteunen.

 De uitbouw van de voetbalvoorzieningen biedt de mogelijkheid aan de gemeente om de nodige faciliteiten aan te bieden voor de ploegen die in provinciale (of nationale)

november 2012│P22902 35│76 RUP Steenberg

afdeling spelen. Op de huidige zonevreemde locaties van de voetbalploegen is dergelijke infrastructuur niet voorhanden noch kan deze daar uitgebouwd worden.

 De aansluiting bij aanwezige natuurgebieden of zones met een ecologische waarde.

 Mogelijkheid tot de uitbouw van een goede ontsluiting van de site voor fietsers en voetgangers (ook richting wijk Everdal).

 Goede bereikbaarheid van de site voor autoverkeer.

november 2012│P22902 36│76 RUP Steenberg

7. D OELSTELLINGEN , CONCEPTEN EN VISIE

7 . 1 . Doelstellingen

De gemeente wil op de site Steenberg de bestaande functies optimaliseren en ruimte creëren voor nieuwe functies die aansluiten bij het bestaande aanbod. Daartoe is echter een reorganisatie van de site in haar geheel nodig. De gemeente streeft niet alleen naar een uitbreiding van de gemeenschapsvoorzieningen en de recreatiezone maar wil de site als geheel ook beter ontsluiten voor fietsers en voetgangers. Concreet staan volgende doelstellingen centraal bij de opmaak van het RUP.

gebundelde sport- en recreatievoorzieningen:

o de uitbreidingsbehoefte van de gemeente voor de harde recreatieve voorzieningen realiseren (infrastructuur voor de voetbal, een polyvalente zaal, uitbreiding van de sporthal …); o de bestaande voorzieningen zoveel mogelijk te behouden; o het veldritparcours behouden en bijsturen ter hoogte van enkele conflictzones met nieuwe voorzieningen; o parcours van de finse piste zoveel mogelijk bewaren en bijsturen ter hoogte van de conflictzones met nieuwe voorzieningen; o inrichting van een speelbos waarbinnen een belangrijk deel van ook een belangrijk deel van het veldritparcours wordt ingericht.

bundeling van gemeenschapsvoorzieningen:

o ruimte bieden voor de uitbreiding van de gemeenschapsvoorzieningen.

landschappelijke inkadering van de gehele site:

o inkadering van de site in het groen door het voorzien van bosfragmenten en groenzones al dan niet in combinatie met recreatie; o de herbestemming van zachte naar harde bestemmingen op de site compenseren door opname van natuurgebied en landbouwgebied in voorliggend RUP; o bosuitbreiding in de Molenbeekvallei.

uitbreidingsmogelijkheden bieden voor de BVBA Moens:

o ontwikkelingsperspectieven vastleggen voor BVBA Moens.

optimalisatie van de ontsluiting van de site:

o realisatie van een as voor langzaam verkeer tussen de Oudenaardsesteenweg, de steenbergsite en de woonwijk Everdal; o (overdekte) fietsstalplaatsen aan de ingangen van de gebouwen; o een ingegroende parking mogelijk maken aan de ingang van de steenbergsite voor meer grootschalige evenementen, carpooling….

november 2012│P22902 37│76 RUP Steenberg

7 . 2 . Ruimtelijke concepten

De goed bereikbare Steenbergsite als ideale locatie voor de Steenbergcross en bundeling van gemeenschaps- en recreatievoorzieningen

De Steenbergsite kent een goede ontsluiting voor zowel autoverkeer als voetgangers en fietsers. Bovendien beschikt de site over de nodige ruimte om een veelheid aan infrastructuren en functies te bundelen. Samen met de reeds aanwezige infrastructuren en functies zorgt dit ervoor dat de site zeer geschikt is voor een verdere uitbouw.

Uitbreiding van de harde infrastructuren binnen de eigen site

De bijkomende voorzieningen kunnen volledig gerealiseerd worden binnen de eigen site. Natuurzones die hierbij verloren kunnen gaan, worden gecompenseerd door een herbestemming in aansluiting bij het natuurgebied rondom de Molenbeek. De uitbreiding van harde infrastructuren dient gebundeld te gebeuren aansluitend bij de reeds bestaande infrastructuren en binnen de eigen site.

november 2012│P22902 38│76 RUP Steenberg

Versterking van de recreatieve waarden van de Steenbergsite d.m.v. een speelbos, een wandelnetwerk en een as voor langzaam verkeer

Naast de versterking van de georganiseerde recreatiemogelijkheden wordt er in het RUP ook ingezet op een versterking van de niet-georganiseerde recreatie. Hiertoe wordt de realisatie van een speelbos vooropgesteld en zal het bestaande fiets- en wandelnetwerk versterkt behouden en versterkt worden. De aansluiting op het netwerk in de omgeving is hierbij cruciaal.

november 2012│P22902 39│76 RUP Steenberg

7 . 3 . Raming ruimtebehoefte

Onder 5.2 werden de gemeentelijke behoeften die dienen opgevangen te worden binnen het RUP Steenberg besproken. Vooraleer de ruimtelijke invulling van de site vast te leggen, is het cruciaal om aan een aantal behoeften een raming van de benodigde ruimte te koppelen.

gemeenschapsvoorzieningen

Bebouwing: +/- 3.600 m²: - bestaande bebouwing +/- 2.600 m² (bestaand) - uitbreiding bibliotheek +/- 300 m² - bijkomende behoeften +/- 700 m²

Parkeervoorzieningen: +/- 146 - bibliotheek +/- 30 (bestaand) - gemeentelijke diensten +/- 65 (bestaand) - sociaal huis +/- 51 (bestaand)

recreatievoorzieningen

Bebouwing: +/- 6.000 m²: - bestaande sporthal +/- 2.700 m² (bestaand) - uitbreiding sporthal met bergruimte +/- 300 m² - polyvalent gebouw, inclusief bebouwing i.f.v. +/- 3.000 m² voetbalactiviteiten

Parkeervoorzieningen: +/- 131 - sporthal - +/- 48 (bestaand) - polyvalent gebouw - +/- 83

7 . 4 . Ruimtelijke v i s i e

Het bestaande BPA Steenberg biedt onvoldoende mogelijkheden om de behoeften van de gemeente op te vangen. Met de opmaak van het RUP Steenberg wil de gemeente de ontwikkelingsmogelijkheden op de site optimaliseren en structureren. Het RUP Steenberg zet tevens in op het maximaal samengaan van de verschillende functies op de site en streeft naar een optimalisering van allen. Harde infrastructuren

De harde infrastructuren staan overwegend ten dienste van de gemeenschapsvoorzieningen en de recreatievoorzieningen. Beiden zijn momenteel reeds aanwezig op de site. Met het RUP wordt gestreefd naar het bieden van uitbreidingsmogelijkheden aan beiden om tegemoet te komen aan de lokale en bovenlokale behoeften. De uitbreiding van de harde infrastructuren dient zodanig te gebeuren dat ze maximaal gebundeld wordt en aansluit op reeds aanwezige infrastructuur. Op deze wijze

november 2012│P22902 40│76 RUP Steenberg

wordt het overige deel van de site maximaal gevrijwaard van bijkomende bebouwing en verharding.

Gemeenschapsvoorzieningen

Voor de harde infrastructuren van de gemeenschapsvoorzieningen word in eerste instantie behoud vooropgesteld. Er wordt een uitbreiding van de bebouwing mogelijk gemaakt in functie van de uitbreiding van de bibliotheek met een leeshoek en in functie van eventuele toekomstige gemeentelijke behoeften. De bebouwing in de zone voor gemeenschapsvoorzieningen wordt beperkt tot maximaal 20% van de zone (B/T 0,2). Dit komt overeen met zo’n 3.670 m² of een uitbreiding met zo’n 1.000 m² (cf. 7.3). Hiernaast wordt tevens de mogelijkheid geboden om een leesterras boven de vijver aan te leggen door middel van een vlonderstructuur.

De parkeervoorzieningen in deze zone blijven behouden (cf. 7.3).

Recreatievoorzieningen

Zoals reeds gesteld wenst de gemeente de recreatievoorzieningen op de site te versterken. Hiertoe is een uitbreiding van de bestaande infrastructuren noodzakelijk. Deze uitbreiding wordt evenwel beperkt tot 10% van de zone voor recreatie (B/T 0,1). Dit komt overeen met een bebouwde oppervlakte van zo’n 6.140 m². Enerzijds gaat het om een versterking van de lokale voorzieningen (voetbal, sporthal, finse piste, beachvolley…). Anderzijds wenst de gemeente de site zodanig in te richten dat de jaarlijkse steenbergcross er probleemloos kan doorgaan. Een maximale afstemming tussen de verschillende functies staat voorop.

Ter hoogte van het huidige hoofdvoetbalveld wordt de realisatie van een polyvalent gebouw gepland. Met dit gebouw wil de gemeente tegemoetkomen aan de behoeften van haar bevolking en haar verenigingen. In deze nieuwbouw zullen de behoeften vanuit de verschillende voetbalclubs worden opgevangen: kantine, tribune, kleedkamers, sanitair, bergruimte … In de nieuwbouw wordt ook een polyvalente zaal en aanvullende ruimtes voorzien. Deze aanvullende ruimtes zullen gebruikt worden door een aantal diensten en verenigingen van de gemeente (bv. voor buitenschoolse kinderopvang, een crea-atelier …). De ligging van de nieuwbouw is zo gekozen dat het gebouw aansluit op het hoofdvoetbalveld ter hoogte van het talud. Hierdoor kan met een dubbele bouwlaag gewerkt worden waarbij de onderste laag wordt ingewerkt in het talud. De bovenste verdieping geeft uit op het hoofdvoetbalveld en wordt dan ook ingevuld met de hieraan verbonden functies. In de onderste verdieping worden de overige functies ondergebracht.

De sporthal kan uitgebreid worden met een bergruimte en het beachvolleybalterrein wordt verlegd naar de zonnekant.

De huidige parkeervoorzieningen aan het gemeentehuis en de sporthal zijn onvoldoende. Zeker na uitbreiding van de aanwezige functies zal de realisatie van bijkomende parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn. Daarom worden er aansluitend aan de sporthal een tachtigtal bijkomende parkeerplaatsen gerealiseerd.

Occasionele parkeervoorzieningen

Aan de ingang van de site wenst de gemeente een extra parking te voorzien, die alleen op piekmomenten (bv. bij de veldrit of bij muziekhappenings in de sporthal) zal gebruikt worden. Door deze parking aan te leggen in het groen zal een landschappelijke en natuurlijke meerwaarde bekomen worden. Hier kunnen een 330-tal parkeerplaatsen worden ingericht. Het uiteindelijk aantal zal evenwel afhangen van de definitieve inrichting.

november 2012│P22902 41│76 RUP Steenberg

Zone voor KMO

Op de grens met het RUP Steenberg ligt er volgens het gewestplan een zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Aanpalend aan deze zone ligt het bedrijf Moens in woongebied met landelijk karakter. In 2010 werd een stedenbouwkundige vergunning toegekend aan het bedrijf voor het oprichten van een nieuwbouw toonzaal en werkruimte. Het bedrijf heeft momenteel (januari 2012) nood aan extra ruimte voor opslag, circulatie en de realisatie van een bufferzone. Om deze vraag te beantwoorden zal de gemeente extra ruimte creëren voor het bedrijf Moens aansluitend achter de bestaande bebouwing. De zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s wordt daarom uitgebreid naar het aanpalend perceel. Voetbalinfrastructuur

De gemeente wil de ploegen die in provinciale afdeling spelen de nodige faciliteiten bieden. Daarom zal de gemeente op de Steenbergsite infrastructuur ter beschikking stellen die beantwoordt aan de huidige voetbalnormen. Op de respectievelijke locaties van de verschillende voetbalploegen is dergelijke infrastructuur niet voorhanden. Bovendien is het niet aangewezen om op de huidige locaties meer grootschalige infrastructuur uit te bouwen omdat de meeste locaties zonevreemd gelegen zijn. De bestaande zonevreemde locaties kunnen wel blijvend worden ingericht voor de jeugdploegen opdat deze in de eigen kern kunnen blijven spelen (cf. RUP Zonevreemde recreatie).

De eerste ploegen kunnen gebruik maken van de voorzieningen op de Steenbergsite. Er wordt één hoofdveld aangelegd aansluitend op de nieuwbouw (zie supra). Het wedstrijdveld mag alleen voor matchen gebruikt worden en moet kunnen worden afgesloten. Het terrein mag niet voor andere activiteiten gebruikt worden (bv. veldritparcours, supporters …). Naast het hoofdvoetbalveld wordt er op de site ook plaats voorzien voor vier voetbalvelden. Deze vier velden worden aangelegd als 1 aaneengesloten grasveld waarbinnen meerdere terreinen kunnen worden afgebakend. Deze velden zullen fungeren als oefenvelden. Het veldritparcours mag wel over deze velden lopen. Veldritparcours

De gemeente wenst de veldrit Steenberg in Erpe-Mere te houden. Het RUP Steenberg voorziet daarom de mogelijkheid dat het veldritparcours 1 week per jaar gebruikt kan worden voor de grote prijs en occasioneel kan 1 extra evenement op nationaal of internationaal niveau georganiseerd worden (bv. BK of WK). Op deze wijze kan de feitelijke hinder sterk beperkt worden in de tijd. Het veldritparcours zal de rest van het jaar niet toegankelijk zijn voor veldrijden, moutainbike…

In overeenstemming met andere uitbreidingen op de Steenbergsite wordt het parcours van de veldrit aangepast opdat de verschillende activiteiten de nodige ruimte zouden krijgen. Deze aanpassingen zijn noodzakelijk om de conflicten met andere voorzieningen op te lossen. Het parcours kan worden gerealiseerd binnen het volledig RUP met uitzondering van het natuurgebied. Hier staat natuurbehoud en –versterking voorop en de inrichting van een veldritparcours past daar niet in. Toegankelijkheid voor wandelaars en fietsers

De fietsers en voetgangers kunnen de site betreden via de centrale toegang (voetweg nr. 78) en via Steenberg (buurtweg nr.2). Op de site zelf kunnen wandelaars/sporters gebruik maken van verschillende faciliteiten zoals het wandelnetwerk, een Finse piste, het

november 2012│P22902 42│76 RUP Steenberg

speelbos… Het RUP Steenberg voorziet een as voor langzaam verkeer tussen de Oudenaardsesteenweg, de site zelf en de woonwijk Everdal. Laagdynamische recreatie

Naast de georganiseerde recreatiemogelijkheden, wenst de gemeente tevens in te zetten op het versterken van laagdynamische en niet-georganiseerde recreatie op de site. Enerzijds gaat het om een aantal sportvoorzieningen zoals finse piste, beachvolleyterrein. Anderzijds gaat het om een de realisatie van een speelbos op gemeentelijk niveau. Erpe- Mere beschikt niet voor een speelbos en deze locatie leent zich hier toe omwille van zijn beboste karakter en de aansluiting bij het uit te bouwen knooppunt van recreatieve en gemeenschapsvoorzieningen. Natuurgebied Molenbeek

De huidige Steenbergsite krijgt door het RUP Steenberg de mogelijkheid om uit te breiden op de eigen site. Hierdoor zullen er stukken natuurgebied ingenomen worden. De gemeente wenst de opmaak van het RUP aan te grijpen als een opportuniteit om de natuurlijke ontwikkelingen rondom de Molenbeek bijkomend te versterken zonder afbreuk te doen aan het agrarisch grondgebruik. Het natuurgebied en de Molenbeek krijgen de nodige ruimte om zich verder op natuurlijke wijze te ontwikkelingen. Het natuurgebied wordt uitgebreid met de aanpalende agrarische percelen. De percelen waar momenteel nog actief aan landbouw wordt gedaan, kunnen hun agrarische bestemming behouden tot aan de stopzetting van de agrarische activiteiten. Eenmaal de agrarische activiteiten stopgezet zijn, worden deze percelen natuurgebied.

Langs de Molenbeek liggen twee zonevreemde woningen. De ontwikkelingsperspectieven voor deze zonevreemde woningen worden geregeld volgen het RUP zonevreemde woningen en de Vlaamse codex ruimtelijke ordening.

De bestaande waterzuiveringsinstallatie zal verwijderd worden na aansluiting van de site op het rioleringsnet. Het betrokken gebied kan een groene bestemming krijgen. Hiertoe dient wel een pompstation te worden ingericht zodat het water naar de riolering kan gepompt worden.

november 2012│P22902 43│76 RUP Steenberg

8. E FFECTEN VAN HET RUP

8 . 1 . Onderzoek tot m.e.r .

De m.e.r.-screening (onderzoek tot m.e.r.) wordt hier integraal geïntegreerd in de toelichtingsnota van het voorliggende RUP. Deze dient dan ook samen gelezen te worden met de andere hoofdstukken van de toelichtingsnota, de bestaande toestand, het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften. Op deze wijze heeft de lezer steeds volledige inzage in het RUP en specifiek in de bestaande toestand als referentiesituatie en de planningscontext waarbinnen het RUP Steenberg kadert.

8. 1.1. Me thodiek

Een eerste stap in het onderzoek tot m.e.r. is nagaan of het RUP niet ‘van rechtswege’ plan- MER-plichtig is volgens de regelgeving zoals vastgelegd in het plan-MER-decreet van 27 april 2007. Indien dit niet het geval is, kan overgegaan worden tot de beschrijving en evaluatie van de te verwachten significante effecten van het voorgenomen plan en de redelijke alternatieven.

Om het onderzoek naar de milieueffecten op een kwalitatieve en eenduidige wijze te kunnen voeren, wordt het plangebied onderverdeeld in verschillende planonderdelen. Deze worden zodanig gekozen dat de ontwikkelingsmogelijkheden geboden door voorliggend RUP binnen eenzelfde planonderdeel sterk gelijkaardig zijn. Voor elk planonderdeel wordt het afwegingskader ingevuld samen met de kwetsbaarheid van de verschillende disciplines1. Dit afwegingskader doet dienst als toetsing van de relevantie van de verschillende disciplines waarbinnen milieueffecten kunnen optreden. De beoordeling kan variëren tussen zeer relevant, relevant, beperkt relevant en niet relevant. Afhankelijk van deze beoordeling zullen de disciplines meer of minder uitgebreid onderzocht en besproken worden.

Bij het onderzoek van de milieueffecten worden er per discipline volgende stappen ondernomen.

 In een eerste fase wordt de referentiesituatie besproken. Deze geeft een indicatie van de kwetsbaarheid van het plangebied.  In een tweede fase worden de milieueffecten en milderende maatregelen besproken. Afhankelijk van het oordeel in het afwegingskader kan het gaan om een zeer beknopte, beknopte of uitgebreide bespreking.

1 De kwetsbaarheid van de verschillende disciplines wordt afgeleid uit de referentiesituatie in het plangebied. De bespreking hiervan gebeurt bij de beoordeling van de milieueffecten.

november 2012│P22902 44│76 RUP Steenberg

 Ten slotte wordt een besluit getrokken over het al dan niet aanwezig zijn van significantie negatieve milieueffecten.

8. 1.2. Toepassingsgebied

Het RUP is niet ‘van rechtswege’ plan-MER-plichtig omwille van volgende redenen:

 Het RUP vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of bijlage II van het project m.e.r.-besluit van 10 december 2004 of voor een project opgesomd in de bijlage bij omzendbrief LNE 2011/1 – 22 juli 2011. Bijgevolg is het RUP dus screeningsgerechtigd.  Het RUP is geen plan of programma waarvoor een passende beoordeling vereist is zoals bepaald door het artikel 36ter §3 van het natuurdecreet.

Omwille van bovenstaande motivering dient besloten te worden dat het RUP ‘van rechtswege’ niet plan-MER-plichtig is, maar wel screeningsplichtig. Naargelang het resultaat van het onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieueffecten, wordt er een oordeel geveld over de noodzaak van de opmaak van een plan-MER:

 indien er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn: geen plan-MER-plicht;  indien er wel aanzienlijke milieueffecten kunnen worden aangetoond voor één of meerdere criteria: wel plan-MER-plicht.

8. 1.3. Planonderdelen en afwegingskader

Om het onderzoek tot m.e.r. op een kwalitatieve wijze te kunnen voeren, worden onderstaande planonderdelen afgebakend binnen het RUP Steenberg dat een totale oppervlakte van zo’n 42,54 ha beslaat.

De planonderdelen in het plangebied zijn:

 A: gemeenschapsvoorzieningen – +/- 2,99 ha o A1: zone voor gemeenschapsvoorzieningen – +/- 1,84 ha; o A2: zone voor ontsluiting en parking in het groen– +/- 1,15 ha;  B: zone voor KMO – +/- 0,14 ha  C: recreatie – +/- 20,00 ha o C1: zone voor recreatie – +/- 6,15 ha; o C2: zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie – +/- 7,62 ha; o C3: zone voor speelbos – +/- 5,56 ha; o C4: zone voor openbare voetwegen – +/- 0,67 ha  D: zone voor natuur – +/- 19,38 ha o D1: natuurgebied – +/- 16,85 ha; o D2: landbouwgebied met nabestemming natuurgebied (overdruk) – +/- 0,88 ha; o D3: zone voor natuurontwikkeling en waterloop – +/- 1,65 ha;

Onderstaande tabel geeft een synthese van de te verwachten milieueffecten per planonderdeel. Ze vormt eveneens de basis om te bepalen of het noodzakelijk is om een discipline aan een uitgebreid, beknopt, zeer beknopt of geen nader onderzoek te

november 2012│P22902 45│76 RUP Steenberg

onderwerpen. De invulling van deze tabel wordt verklaard in de tekstuele bespreking van de verschillende disciplines.

Bodem Bodem en Energie- grondstoffenvoorraden en Grond- oppervlaktewater trillingen en Geluid Lucht en Atmosfeer factoren klimatologische Licht en flora Fauna onroerend Landschap, archeologie en erfgoed ruimte en Mens referentiesituatie (o/)x o o/x o/x o o o/x x o/x x beoordeling effect nvt nvt

A1 (-) (-) (-) +/- +/- +/- +/- (+)

A2 +/- +/- +/- +/- +/- (-) +/- (+)

B +/- (-) (-) +/- +/- (-) (-) +/-

C1 (-) +/- (-) +/- (-) (-) +/- (+)

C2 +/- +/- +/- +/- +/- +/- +/- (+)

C3 +/- +/- +/- +/- +/- +/- +/- (+)

C4 +/- +/- +/- +/- +/- +/- +/- +/-

D1 + + +/- +/- +/- + +/- (+)

D2 +/- +/- +/- +/- +/- +/- +/- +/-

D3 +/- +/- +/- +/- +/- + +/- +/- relevant? x o x o/x o/x o o/x xx x x referentiesituatie: kwetsbaarheid van de discipline xx = zeer kwetsbaar x = kwetsbaar (o/)x= matig kwetsbaar o/x = niet uitgesproken kwetsbaar o = niet kwetsbaar beoordeling effect: mate waarin binnen het planonderdeel effecten op een specifieke discipline kunnen verwacht worden - - = een significant negatief effect - = een negatief effect (-) = een licht negatief effect +/- = geen effect (+) = een licht positief effect + = een positief effect + + = een significant positief effect t = het effect is tijdelijk van aard relevant?: relevantie van discipline bij beoordeling milieueffecten xx = zeer relevant – uitgebreide bespreking aangewezen x = relevant – beknopte bespreking aangewezen o/x = beperkt relevant – zeer beknopte bespreking aangewezen o = niet relevant – bespreking niet aangewezen

november 2012 │P22902 46 │76 RUP Steenberg

8. 1.4. Beoordeling milieueffecten

Bodem

Referentiesituatie

Fysische bodemtoestand

De bodem in het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit leem en zandleem. Langsheen de Molenbeek en de buurtweg nr. 12 (Everdal) situeert zich een gleyige kleibodem die een fijne bodemtextuur kent De grootste oppervlakte van het plangebied wordt bedekt met een matig droge leembodem met textuur B horizont (Aca). Ter hoogte van het huidige voetbalveld bevindt zich een droge leembodem met textuur B horizont (Aba). Aan de oevers van de Molenbeek en haar naamloze zijbeek treft men een natte leembodem zonder profiel (Aep) aan. Ter hoogte van de vijver bevindt zich een antropogene bodem. Grenzend aan dit bodemtype bevinden zich naast leembodems ook zandleembodems. De bodemtextuur is op deze plaatsen iets grover. Men onderscheidt droge zandleembodem met textuur B horizont (Lbaz), matig droge zandleembodem zonder profiel (Lcp) en matig droge tot matig natte zandleembodem met onbepaald profiel (wLDx). Hieruit stellen we vast dat de natuurlijke bodemtoestand in het plangebied relatief goed bewaard is gebleven.

Legende Antropogeen

Nat zandleem

Vochtig zandleem

Dro ge zandleem

Natte leem

Vochtige leem

Droge leem

Leem -complexen

Natte klei

│ Bodemkaart (AGIV, 2012)

november 2012│P22902 47│76 RUP Steenberg

Elementen met belang tot verdichting zijn de textuur en de vochtigheidsgraad van de bodem. Hoe vochtiger en hoe kleiner de textuur van een bodem, hoe gevoeliger deze is voor verdichting. De gleyige kleibodem langsheen de Molenbeek is dan ook een erg compacte bodem. Verder zullen vooral de zones van natte leemgronden gevoelig zijn voor verdichting. Daarnaast is het plangebied aanzienlijk erosiegevoelig (zie watertoets).

Concluderend kan gesteld worden dat de fysische bodemtoestand in het plangebied ter hoogte van de oevers van de waterlopen kwetsbaar is. In de overige zones van het plangebied is er een matige kwetsbaarheid voor wat betreft de discipline bodem.

Bodemkwaliteit

Bij de beoordeling van de bodemkwaliteit vormen de gevoeligheidskaarten voor verzuring, verdroging en eutrofiëring belangrijke informatiebronnen. Het plangebied is overwegend niet tot matig kwetsbaar voor verzuring, verdroging en eutrofiëring. Het zuidwestelijk deel van het plangebied is globaal genomen kwetsbaarder dan het oostelijk deel. De zones rondom de waterlopen (Molenbeek en naamloze zijbeek) zijn tevens kwetsbaarder. Specifiek voor verdroging zijn deze zones kwetsbaar. Verder merken we op dat de zone voor recreatie (‘gebieden voor openluchtrecreatie en indoorsportactiviteiten’ volgens het geldend BPA) niet tot weinig kwetsbaar is voor de drie hogergenoemde variabelen.

Globaal kan gesteld worden dat de bodemkwaliteit in het plangebied matig kwetsbaar is met een hogere kwetsbaarheid rondom de waterlopen en in de zuidwestelijke zone.

november 2012│P22902 48│76 RUP Steenberg

│ Ecosysteemkwetsbaarheidskaart – verzuring, verdroging en eutrofiëring (AGIV, 2012)

Conclusie

Concluderend kan gesteld worden dat de bodem in het plangebied matig kwetsbaar is. De grootste kwetsbaarheid situeert zich ter hoogte van de waterlopen en in het zuidwestelijk deel van het plangebied.

november 2012│P22902 49│76 RUP Steenberg

Milieueffecten en milderende maatregelen

Fysische bodemtoestand

De fysische bodemtoestand in het plangebied zal een kleine wijziging ondergaan door een toename aan bebouwing en verharding en verstoring van de bodem. De mate waarin deze ingrepen de fysische bodemtoestand zullen wijzigen en of het al dan niet gaat om een significante negatieve wijziging dient hier dan ook nader onderzocht te worden.

T.o.v. de bestaande toestand maakt het RUP de oprichting van bijkomende bebouwing mogelijk. In planonderdeel C1 (zone voor recreatie) plant men de uitbreiding van de indoorsporthal door de bouw van een bergruimte. Ter hoogte van het huidige voetbalveld zal een polyvalent gebouw worden gerealiseerd. Binnen de zone voor recreatie zijn er bepalingen die een maximale B/T-index van 0,1 en een maximale V/T-index van 0,2 voorschrijven. Hierdoor is een significante verstoring van de bodem binnen het plangebied uitgesloten. In planonderdeel A1 (zone voor gemeenschapsvoorzieningen) wordt een maximale B/T van 0,2 voorzien. Dit maakt een beperkte uitbreiding van de bibliotheek en de gemeenschapsvoorzieningen mogelijk. Daarnaast zullen de plannen voor de herlokalisatie van het beachvollybalterrein (planonderdeel C1) en de herinrichting van de Finse piste (planonderdeel C2) binnen het plangebied slechts een geringe impact hebben op de fysische bodemtoestand. Er zal enkel verstoring van de bodem optreden tijdens de werkzaamheden. Er kan gesteld worden dat er sprake zal zijn van een lichte toename aan de bebouwde oppervlakte en een bijkomende verstoring van de bodem als gevolg van de uitvoering van het RUP.

Ten gevolge van de jaarlijkse veldcross Erpe-Mere en eventueel een veldrit voor het BK of WK kan een oppervlakkige verstoring van de fysische bodemtoestand optreden. Omwille van het tijdelijk karakter (maximaal 2 keer per jaar) van het evenement zal de impact beperkt blijven. De oprichting van bijkomende voetbalvelden zal tevens resulteren in een oppervlakkige verstoring van de bodem (planonderdeel C1). De zone voor KMO (planonderdeel B) laat geen bebouwing en constructies toe, met uitzondering van een overkapping voor de opslag van materialen en goederen. Deze zone dient uitsluitend om opslag, parking en circulatie te bieden aan het bedrijf. Bijgevolg laten de voorschriften geen ontwikkelingen toe die significante effecten zouden hebben op de fysische bodemtoestand.

Binnen de zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie (planonderdeel C2) en de zone voor speelbos (planonderdeel C3) zijn er slechts enkele elementen die een verstoring van de bodem zouden kunnen veroorzaken. Het gaat om de infrastructuur voor het recreatief aspect (waterdoorlatende en/of halfverharde materialen in functie van de realisatie van voetwegen en sportvoorzieningen, speeltuigen, zitbanken, etc.). Verder is bebouwing verboden. Een G/T-index van minimaal 0,8 garandeert het groene karakter van het natuurpark. Daarenboven geldt er voor de zone van het speelbos een G/T-index van minimaal 0,9.

Aangaande de zone voor natuurgebied en de zone voor natuurontwikkeling en waterloop (planonderdelen D1 en D3) wil men in dit gebied mogelijkheden bieden voor het natuurlijk milieu en bos. Dit zal resulteren in een positief effect op de bodemstructuur omwille van de verschillende eigenschappen van beplantingen op de bodem (bescherming tegen erosie door kruin/bedekking van de bodem door bladeren / het samenhouden van de bodem via een wortelstelsel / versterken van de bodemstructuur door colloïden en humus…)

De omvorming van landbouw naar natuur (zie ook 4.1.1 en 7) zal na verloop van tijd een positieve bijdrage leveren aan de fysische bodemtoestand (geen overbegrazing of creep op

november 2012│P22902 50│76 RUP Steenberg

hellingen door veeteelt / geen bodembewerking door het ploegen) en de bodemkwaliteit (cf infra).

Bodemkwaliteit

Wat betreft bodemkwaliteit is het plangebied globaal genomen niet tot matig kwetsbaar. Voorliggend RUP maakt geen activiteiten mogelijk die een significant negatief effect op de bodemkwaliteit teweeg kunnen brengen. De realisatie van natuur zal een positief effect hebben op de bodemkwaliteit. Eutrofiëring van de bodem wordt immers verminderd en een permanente bodembedekking zal een positief effect hebben op de verdroging van de bodem. Globaal kan er dan ook gesteld worden dat de uitvoering van voorliggend RUP zal resulteren in een positief effect op de bodem.

Beoordeling

Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van voorliggend RUP de bovenste laag van de ondergrond op kleine schaal kan verstoren (hoofdzakelijk via bebouwing en verhardingen). De effecten zijn echter niet van die aard dat er sprake zal zijn van significant negatieve milieueffecten op de discipline bodem. Bij de voorschriften worden er bovendien de nodige maatregelen voorzien om ervoor te zorgen dat negatieve effecten op de bodem beperkt worden. Zo moeten verhardingen maximaal gerealiseerd worden in waterdoorlatende materialen en wordt een groene inrichting van de onbebouwde ruimte voorop gesteld. Energie- en grondstoffenvoorraden

De uitvoering van het RUP zal geen significante wijzigingen in de aanwezige energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaken. Grond- en oppervlaktewater

Referentiesituatie

Grond- en oppervlaktewaterhuishouding

Volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA) loopt de Molenbeek en een naamloze zijbeek van de Molenbeek doorheen het plangebied (AGIV, 2012). De Molenbeek is een geklasseerde waterloop van tweede categorie en wordt beheerd door de provincie Oost- Vlaanderen. De naamloze zijbeek van de Molenbeek stroomt ter hoogte van de noordelijke grens van het plangebied. Ze is niet geklasseerd en de beheerder is onbekend.

De drainagekaart toont aan dat het plangebied overwegend droog tot matig nat is (AGIV, 2012). In de onmiddellijke omgeving van de waterlopen vinden we natte gebieden en een aantal zeer natte zones. Deze situeren zich in het zuidwesten en het noorden van het plangebied. Andere aspecten van de grond- en oppervlaktewaterhuishouding zullen besproken worden onder de watertoets.

november 2012│P22902 51│76 RUP Steenberg

│ Drainagekaart (AGIV, 2012)

Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater

Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied. Op een afstand van ca. 100 m vanaf Steenberg treft men een vergunde grondwaterput aan (dagdebiet van 2 m³ en maximaal 700 m³ per jaar). De waterput op 36 m diepte ontgint water uit de niet-freatisch Ieperiaan aquifer (DOV, 2012).

Wat betreft de grondwaterkwetsbaarheid2 is het plangebied weinig kwetsbaar (Dc). Dc- gronden hebben een kleiige deklaag en de watervoerende laag bestaat uit leem- of kleihoudend zand.

Volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij bevindt het projectgebied zich in het individueel te optimaliseren buitengebied. Dit impliceert dat er voor de site geen aansluiting op het gescheiden rioleringsnet wordt voorzien. De gemeente plant hier evenwel de aansluiting op het rioleringsnet waarbij het afvalwater met behulp van een pompstation naar de riolering zal gepompt worden.

2 De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft (bron: DOV, 2012).

november 2012│P22902 52│76 RUP Steenberg

Legende Legende tot 1,5 Centraal gebied

C ollectief te optimaliseren buitengebied 1,5 tot 2,5

I ndividueel te optimaliseren buitengebied 2,5 tot 3,5

│ Zoneringsplan met milieu-impacttoetskaart (VMM, 2012)

Om de impact van lozingen op basis van ecologische criteria te kunnen prioriteren, werden zogenaamde milieu-impacttoetskaarten opgesteld. Deze kaarten houden rekening met de aanwezigheid van overstromingsgebieden, prioritair te onderzoeken waterbodems, ecologisch waardevolle gebieden en waterlopen, water voor de mens (drinkwater/zwemwater) en bovenlopen van waterlopen. Dit geeft weer dat de milieu-impact van lozingen in de vijver en de Molenbeek en zijbeek relatief groot zou zijn en dient vermeden te worden.

Conclusie

Uit dit alles kan geconcludeerd worden dat het plangebied niet uitgesproken kwetsbaar is wat betreft de discipline grond- en oppervlaktewater. Aspecten die hier niet aan bod kwamen, worden besproken onder de watertoets.

Milieueffecten en milderende maatregelen

Grond- en oppervlaktewaterhuishouding

De effecten op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding en de milderende maatregelen worden hier kort besproken en zullen uitgebreider aan bod komen in de watertoets. Bebouwing en verhardingen hebben een grote invloed op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding. Een toename in bebouwing en verharde oppervlakte resulteert immers in een toename in de hoeveelheid afvloeiend hemelwater. Onder de discipline bodem werd reeds gesteld dat de uitvoering van het RUP Steenberg zal resulteren in een kleine toename aan bebouwing en verhardingen. De nodige maatregelen dienen dan ook genomen te worden om het afvloeiend hemelwater op te vangen en vertraagd af te voeren. Hiertoe worden bepalingen opgenomen in het RUP en dient voldaan te worden aan de vigerende wetgevingen. Prioriteit gaat naar hergebruik boven buffering met vertraagde afvoer. Daarnaast heeft het bodemgebruik binnen het plangebied (bos,

november 2012│P22902 53│76 RUP Steenberg

weiland, natuurpark en grasland) reeds van nature een positieve en belangrijke rol bij de vertraagde afvoer van hemelwater. Binnen planonderdelen C2 en D3 (zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie en zone voor natuurontwikkeling en waterloop) wordt tevens de mogelijkheid geboden om een buffering in functie van vertraagde afvoer van afvloeiend hemelwater te realiseren.

Er kan gesteld worden dat er geen sprake zal zijn van een negatief effect op de grond- en oppervlaktewaterstroming. Hier wordt verder op ingegaan onder 8.2.

Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater

Wat betreft de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moeten enkele aspecten in rekening genomen worden. De lemige en vaak kleiige deklaag (cf. boringen kb22d71w- B212, B320, B321 en B326) bovenop de onverzadigde watervoerende laag (Zand van Egem en/of Mont-Panisel) zorgt ervoor dat het grondwater weinig kwetsbaar is. Nabij de waterlopen, waar het grondwater aan de rivierbedding raakt, is er voor dit oppervlaktewater wel een grotere kwetsbaarheid. De bestemmings- en inrichtingsbepalingen vanuit het voorliggend RUP maken echter geen activiteiten mogelijk die zouden kunnen resulteren in de vervuiling van het grond- en oppervlaktewater. In het bijzonder wordt bijvoorbeeld de opslag van afvalproducten van schadelijke aard verboden binnen de zone voor KMO (planonderdeel B).

Lozing van afvalwater dient ten allen tijde vermeden te worden. Momenteel is dit nog niet het geval. Er wordt voorzien in een aansluiting op het rioleringsstelsel waarbij het afvalwater met behulp van een pompstation naar de riolering zal gepompt worden. Dit kan beschouwd worden als een positief effect op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater.

Beoordeling

Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoerig van het RUP niet zal resulteren in significante negatieve milieueffecten op de discipline grond- en oppervlaktewater. Het grond- en oppervlaktewater in het gebied is niet uitgesproken kwetsbaar en het RUP Steenberg maakt de ontwikkeling van activiteiten met een negatief effect op het grond- en oppervlaktewater niet mogelijk. Geluid en trillingen

Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline fauna en flora.

Een uitgebreide bespreking van de discipline geluid en trillingen voor het RUP Steenberg is niet aan de orde. De recreatieve activiteiten zullen licht stijgen t.o.v. de bestaande toestand. Voornamelijk de bundeling van de verschillende voetbalploegen op deze locatie zal hiertoe bijdragen. De concentratie van deze activiteiten bevindt zich evenwel op ruime afstand van woonomgeving en zal dan ook niet resulteren in een negatief effect hierop. Bovendien worden er rondom de zones waar de activiteiten zich concentreren (zone voor recreatie – C1 en zone voor gemeenschapsvoorzieningen – A1) zones voorzien met een minder dynamischer karakter (C2 en C3). Deze zones fungeren als een buffer t.o.v. de omgeving en specifiek het natuurgebied waarbinnen zich natuurlijke en ecologische waarden maximaal kunnen ontwikkelen. De uitbreiding van de activiteiten zal tevens niet resulteren in een significante toename van de verkeerstroming. De activiteiten worden geoptimaliseerd. Bovendien ontsluit deze site rechtstreeks op de Oudenaardsesteenweg en kent ze dus een zeer goede ontsluiting en bereikbaarheid (zie ook mens en ruimte).

november 2012│P22902 54│76 RUP Steenberg

Er kan dan ook gesteld worden dat het RUP niet zal resulteren in significante negatieve effecten op de discipline geluid en trillingen. Lucht

Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte.

Een uitgebreide bespreking van de discipline lucht is niet aan de orde. De gegevens van de dienst lucht van de Vlaamse Milieumaatschappij met betrekking tot de luchtkwaliteit in Vlaanderen geven een beeld van de luchtkwaliteit in het plangebied3. Het jaargemiddelde voor NO2 bedraagt 19,4 µg/m³ en dit voor PM10 24,5 µg/m³. Beiden blijven ruim onder de Europese norm. Een daggemiddelde van 50 µg/m³ wordt 16 maal per jaar overschreden wat dus ook ruim onder de Europese norm ligt. Er kan dan ook gesteld worden dat de plangebieden worden gekenmerkt door een relatief goede luchtkwaliteit. De uitvoering van het RUP maakt geen activiteiten mogelijk die kunnen resulteren in een negatief effect op de discipline lucht. Atmosfeer en klimatologische factoren

Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline lucht.

Een uitgebreide bespreking van de discipline atmosfeer en klimatologische factoren voor het RUP Steenberg is niet aan de orde (zie discipline lucht). Licht

Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline fauna en flora

Het RUP maakt het plaatsen van verlichting binnen de zone voor recreatie (planonderdeel C1) mogelijk wanneer dit gebeurt in functie van de veiligheid en het gebruik van de zone. De stedenbouwkundige voorschriften bepalen dat er bij de inplanting en de keuze van de verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting,…) dient rekening gehouden te worden met de aanwezige natuurlijke waarden in de aangrenzende zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie. Een verdere bespreking van deze discipline is niet aan de orde. Fauna en flora

Referentiesituatie

Er situeren zich geen speciale beschermingszones of delen van het Vlaams Ecologisch Netwerk en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.

Het plangebied is biologisch waardevol, gaande van biologisch minder waardevolle gebieden tot biologisch zeer waardevolle gebieden (zie classificatie in de legende). Uit de

3 De polluenten NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijn stof) zijn hiervoor de belangrijkste indicatoren in Vlaanderen. De huidig geldende Europees vastgelegde jaargrenswaarde bedraagt voor de betrokken polluenten NO2 en PM10 40 g/m³. Bovendien mag voor PM10 een daggemiddelde van 50 g/m³ niet meer dan 35 keer per jaar overschreden worden.

november 2012│P22902 55│76 RUP Steenberg

karteringen van augustus 2003 en april 2004 kwamen in hoofdzaak volgende biologische eenheden naar voor: (opsomming niet limitatief)

 soortenarm permanent cultuurgrasland,  soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden,  bomenrij met dominantie van populier (Populus sp.)  bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg (Salix sp.),  populierenaanplant op vochtige grond,  vochtig, licht bemest grasland (dotterbloemhooiland),  houtkant of oude heg met dominantie van meidoorn (Crataegus sp.),  taluds met verruigd grasland,  taluds met struweelopslag van allerlei aard,  alluviaal essen-olmenbos,  elzen-essenbos van bronnen en bronbeken,  terrein met recreatie-infrastructuur (b.v. chalets, sportvelden),  loofhoutaanplant (exclusief populier)  populier (Populus sp.),  …

Legende

Biologisch minder waardevol

Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle gebieden

Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen

Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen

Biologisch waardevol

Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen

Biologisch zeer waardevol

Faunistisch belangrijke gebieden

│ Biologische waarderingskaart (AGIV, 2012)

november 2012│P22902 56│76 RUP Steenberg

De indicatie van verlies aan ecotoop is nog een extra aspect om de kwetsbaarheid van het ecosysteem te begroten. Voor het RUP Steenberg concludeert men dat het plangebied kwetsbaar is voor ecotoopverlies. De zone ter hoogte van het grasveld en het voetbalveld is niet kwetsbaar voor ecotoopverlies. De zone grenzend aan Everdal is echter zeer kwetsbaar met betrekking tot dit aspect.

│ Ecosysteemkwetsbaarheidskaart – ecotoopverlies (AGIV, 2012)

Concluderend kan gesteld worden dat het plangebied kwetsbaar is wat betreft de discipline fauna en flora.

Milieueffecten en milderende maatregelen

Binnen het plangebied zijn een aantal natuurlijke en ecologische waarden aanwezig. Met de opmaak van het RUP wordt er dan ook naar gestreefd om deze maximaal te bewaren en te versterken. In planonderdelen A1, A2, B, en C1 ligt de nadruk evenwel op de ontwikkeling van recreatieve en gemeenschapsvoorzieningen (zone B uitbreiding KMO). Het gaat hier om zo’n 9,28 ha. In de planonderdelen C2, C3, D1, D2 en D3 wordt de nadruk gelegd op de verdere ontwikkeling van de natuurlijke waarden met ruimte voor andere activiteiten zoals recreatie, landbouw… in verscheidene gradaties. Deze beslaan zo’n 33,01 ha. Dit impliceert dat in zo’n 78% van het RUP de nadruk wordt gelegd op natuurwaarden. Er kan dan ook gesteld worden dat het RUP globaal genomen een positief effect zal hebben op de aanwezige natuurlijke waarden en de verdere ontwikkeling ervan in de toekomst.

Ook in de zones waar de nadruk eerder ligt op de ontwikkeling van recreatieve en gemeenschapsvoorzieningen (A1, A2 en C1) zal er nog ruimte zijn voor het behoud en de versterking van natuurlijke waarden. Vooreerst wordt er gesteld dat de groenaanleg in het volledige plangebied dient gebruik te maken van inheems en streekeigen plantmateriaal. Binnen planonderdeel A1 (zone voor gemeenschapsvoorzieningen) kan bovendien

november 2012│P22902 57│76 RUP Steenberg

maximaal 20% bebouwd worden (B/T=0,2). Dit impliceert slechts een beperkte uitbreiding van de aanwezige bebouwing. De niet-bebouwde ruimte kan aangewend worden voor toegang, circulatie- en parkeerruimte, terrassen en groenvoorzieningen. In planonderdeel A2 (zone voor ontsluiting en parking in het groen) dienen de parkeervoorzieningen gerealiseerd te worden in een groene inkadering. Planonderdeel C1 (zone voor recreatie) is voorbehouden voor de realisatie van openlucht sportvoorzieningen, een sporthal, een buurtpark… In dit planonderdeel bevinden zich momenteel een aantal natuurwaarden die als gevolg van de uitvoering van het RUP kunnen verkleinen. In het RUP worden evenwel een aantal bepalingen voorzien, die dit effect tot een minimum dienen te beperken. De bebouwing wordt zoveel mogelijk ingeplant aanpalend aan de zone voor gemeenschapsvoorzieningen en mag maximaal 10% van de volledige zone beslaan. Dit zorgt ervoor dat er een landschappelijke en natuurlijke overgang ontstaat naar de aangrenzende zones, overwegend zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie. Bovendien wordt het eventuele verlies aan natuurwaarden op deze locatie gecompenseerd binnen planonderdeel D.

Zoals reeds gesteld wordt in de planonderdelen C2, C3, D1, D2 en D3 de nadruk gelegd op de verdere ontwikkeling van de natuurlijke waarden met ruimte voor andere activiteiten zoals recreatie, landbouw… in verscheidene gradaties. In planonderdeel C2 (zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie) dient minimaal 80% een groene invulling te krijgen en wordt minimaal 60% ingericht met struiken, laag- en hoogstammig groen. Hiernaast is er ruimte voor passieve recreatie en laagdynamische sportinfrastructuur (Finse piste, fit-o-meter…). In planonderdeel C3 (zone voor speelbos) dient minimaal 90% een groene invulling te krijgen en wordt minimaal 80% ingericht met laag- en hoogstammig groen. Constructies zijn uitgesloten, uitgezonderd in functie van de verhoging van de zachte recreatieve waarden en het speelbos. In planonderdeel D2 (landbouw met nabestemming natuurgebied) kan in eerste instantie de actieve landbouwuitbating behouden blijven. Na stopzetting worden de bepalingen van het natuurgebied van toepassing (planonderdeel D1). In planonderdelen D1 en D3 gaat prioriteit naar het behoud en de versterking van natuurlijke en ecologische waarden. Deels ter compensatie van natuurlijke waarden die verloren zouden kunnen gaan binnen planonderdeel C1. Momenteel is een groot deel van planonderdeel D1 nog onder weiland.

Binnen het RUP Steenberg wordt tevens de mogelijkheid geboden voor een veldritparcours dat 1 week per jaar gebruikt kan worden voor de organisatie van de grote prijs Erpe-Mere. Occasioneel kan één extra evenement georganiseerd worden. In functie van deze evenementen kunnen tijdelijke constructies aangebracht worden. Het parcours is de rest van het jaar niet toegankelijk voor veldrijden, mountainbike… Het veldritparcours is toegelaten in het volledige RUP met uitzondering van planonderdeel D1 (natuurgebied). Hier wordt absolute prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van natuurwaarden en de organisatie van een veldritevenement past hier niet in.

Beoordeling

Globaal kan gesteld worden dat er binnen het RUP Steenberg sprake zal zijn van een aantal effecten op fauna en flora. Het gaat evenwel om zowel positieve als negatieve effecten. Deze effecten zijn echter niet significant van aard aangezien er geen sprake is van grote verschuivingen in de natuurlijke waarden en aangezien de wijzigingen slechts betrekking hebben op relatief kleine oppervlakten. Bovendien worden eventuele negatieve effecten gecompenseerd door positieve effecten op andere locaties binnen het RUP (cf. supra).

november 2012│P22902 58│76 RUP Steenberg

Landschap, onroerend erfgoed en archeologie

Referentiesituatie

Volgens de landschapsatlas (AGIV, 2012) bevindt het plangebied van RUP Steenberg zich in het traditioneel landschap ‘Land van Zottegem’. Tevens behoort het tot de relictzone ‘land van de Molenbeken’ Verder en is het lijnrelict ‘Molenbeek Wichelen – Borsbeke’ aanwezig binnen het RUP SteenbergDe Centrale Archeologische Inventaris (CAI) is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Buiten maar grenzend aan het plangebied, ter hoogte van de inrit van de Steenberg heeft men roerende archeologische artefacten gevonden (locatie 155254). Het gaat om lithisch materiaal uit de Steentijd, aardewerk uit de Romeinse Tijd en bouwmateriaal uit de Romeinse Tijd.

│ Centraal Archeologische Inventaris (AGIV, 2012)

Algemeen kan men stellen dat het plangebied matig kwetsbaar is wat betreft de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie.

Milieueffecten en milderende maatregelen

De activiteiten die mogelijk worden gemaakt binnen het RUP bestendigen in grote lijnen de reeds bestaande situatie. Het RUP biedt echter tevens de mogelijkheid tot uitbreiding van de recreatie en gemeenschapsvoorzieningen met respect tot de draagkracht en het groene karakter van de ruimte. De nieuwe initiatieven zijn niet van dergelijke aard dat afbreuk wordt gedaan aan de waarden van het traditioneel landschap noch van de relictzone. Daarnaast worden in de stedenbouwkundige voorschriften afdoende bepalingen opgenomen om integratie in het landschap te bewerkstelligen en het behoud van de landschappelijke waarden te garanderen. Meer specifiek betreft het de uitbreiding van de sporthal met een bergruimte en de bouw van de polyvalente zaal nabij de zone voor gemeenschapsvoorzieningen opdat er een geïntegreerd en landschappelijk geheel gevormd wordt. Bovendien dient de inrichting van planonderdeel C1 (zone voor recreatie) zodanig te gebeuren dat één globale landschappelijke kamer tot stand komt.

Verder is er de uitbreiding van de bibliotheek en de visuele afscherming van de zone voor KMO. Een bufferzone langsheen de waterlopen (één van de KLE’s) laat toe om deze optimaal te vrijwaren. De infrastructuur, gaande van parkeergelegenheid in het groen tot

november 2012│P22902 59│76 RUP Steenberg

verlichtingselementen langsheen de voetwegen, is onderworpen aan stedenbouwkundige voorschriften om de integratie binnen het landschap te garanderen. De verstoringselementen zullen dan ook slechts een beperkte impact hebben op het landschap.

Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden. De vondsten die werden gedaan geven echter wel een indicatie dat de mogelijkheid bestaat dat er nog archeologische sporen in de ondergrond aanwezig zijn. In de voorschriften dient de mogelijkheid tot archeologische prospectie bij infrastructuurwerken met impact op de bodem gevolgd door eventuele opgravingen gegarandeerd te worden.

Beoordeling

Hoewel het landschap waarbinnen het RUP Steenberg zich bevindt waardevol en dus ook in zekere mate kwetsbaar is, zal het RUP niet resulteren in een significant negatief effect op de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Het RUP maakt immers geen ontwikkelingen mogelijk die een negatief effect op het landschap zouden bewerkstelligen. Bovendien worden in de voorschriften een aantal bepalingen opgenomen die een maximale integratie in het landschap en een vergroting van de landschappelijke kwaliteit bewerkstellingen (cf. supra). De waardevolle landschapselementen, zoals de Molenbeek, worden maximaal behouden en versterkt. Mens en ruimte

Zoals reeds gesteld, wordt voorliggend RUP opgemaakt om de bestaande functies te optimaliseren en de nodige ruimte te creëren voor aanvullende functies die aansluiten bij het bestaande aanbod (cf. polyvalent gebouw in het talud met buitenruimte voor kinderopvang, bundelen van voetbalvoorzieningen…). Met deze ontwikkelingen wenst de gemeente in te spelen op behoeften die aanwezig zijn op zijn grondgebied. Op deze wijze wordt er een positief effect gegenereerd voor de discipline mens en ruimte. Bovendien zullen omwonenden van het plangebied geen bijkomende hinder ondervinden. Zoals reeds eerder gesteld (cf. discipline geluid en trillingen) bevinden de bijkomende ontwikkelingen zich overwegend centraal in het plangebied en op ruime afstand van omwonenden. Bovendien gaat het om ontwikkelingen met een eerder beperkte impact. De nodige bepalingen in het RUP worden opgenomen om landschappelijke integratie te garanderen en de hinder voor de omwonenden te beperken (cf supra).

De opmaak van het RUP staat ook sterk in relatie met de jaarlijkse Steenbergcross Erpe- Mere. Dit sportevenement met bovenlokale impact wordt al sinds 2002 georganiseerd op deze site. Het RUP voorziet dat het parcours overal binnen Steenberg kan, met uitzondering van de bestemming natuurgebied (planonderdeel D1.). Het gaat hier om recreatie met een laagdynamisch karakter omwille van het tijdelijk karakter. T.o.v. de bestaande toestand zal er geen sprake zijn van eventuele bijkomende hinder. Sinds 2002 wordt dit evenement immers reeds jaarlijks georganiseerd. Het RUP maakt tevens de aanleg van een grote parking mogelijk. Hier kan een gedeelte van de parkeerbehoefte in functie van de Steenbergcross opgevangen worden. Momenteel is hier geen ruimte voor aanwezig. Er kan dan ook gesteld worden dat betreffende de veldritactiviteiten er geen bijkomende hinder zal gegenereerd worden als gevolg van de uitvoering van het RUP.

Het beantwoorden van de behoefte van recreanten staat ook centraal binnen deze discipline. Het betreft hier onder meer de bouw van de polyvalente zaal met een

november 2012│P22902 60│76 RUP Steenberg

buitenruimte voor kinderopvang, het verbeteren van de voetbalterrein en de realisatie van 4 voetbalpleinen, de uitbreiding van de sporthal met een bergruimte, de herlokalisatie van het beachvollybalterrein naar de zonnekant, de herlegging van de Finse piste en de realisatie van een speelbos. Daarenboven is er ook aandacht voor de bibliotheekbezoekers door de uitbreiding van het gebouw. Er wordt tevens ingezet op het behoud van het groene karakter van de site. Zowel de Finse piste als de zone voor openbare voetwegen, doorheen het natuurgebied, langs de Molenbeek en binnen het speelbos vormen dan ook een grote meerwaarde voor recreanten en sportievelingen (joggers). Er kan dan ook gesteld worden dat er met de uitvoering van het RUP wordt ingezet op een versterking en diversificatie van de recreatieve waarden op de site.

De impact van het RUP Steenberg op de landbouwsector dient eveneens onder de loep genomen te worden. Dit werd reeds gedaan onder sectie 4.1.1. De belangrijkste elementen in het kader van het onderzoek naar milieueffecten worden hier aangehaald. Het agrarisch gebied dat wordt omgezet naar een andere bestemming, zoals speelbos, natuurgebied… kent momenteel geen actieve landbouwuitbating. Voor de percelen met een actieve landbouwuitbating wordt een herbestemming als landbouwgebied met nabestemming natuurgebied vooropgesteld. Het huidig grondgebruik bestaat overwegend uit weiland. Dit kan in de toekomst behouden blijven mits respecteren van de vigerende wetgevingen (bemestingsnormen 2 GVE/ha). Er kan dan ook gesteld worden dat er een zeer geringe impact zal zijn op de individuele landbouwbedrijven.

Indien wordt gekeken naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur dient in rekening genomen te worden dat het hier gaat om percelen die aansluiten bij het natuurgebied en die deels worden ingesloten door een woonlint (zone 1 en 2). Het gaat hier dan ook niet om uitgestrekte en aaneengesloten agrarische gebieden. De impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur zal dan ook gering zijn.

Voor de zonevreemde woningen die aanwezig zijn binnen het plangebied blijft de regelgeving conform de Codex Ruimtelijke Ordening van toepassing.

Er bevinden zich geen seveso-inrichtingen binnen een straal van 2 km van het plangebied.

Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het RUP niet zal resulteren in een significant negatief effect op de discipline mens en ruimte. Er is sprake van een licht positief effect omwille van de versterking van de duurzame ruimte, het optimaliseren van de ruimte- invulling van de terreinen, het maximaliseren van recreatieve mogelijkheden, de tegemoetkoming aan de rechtszekerheid voor de organisatie van de Steenbergcross, het realiseren van bijkomende parkeervoorzieningen, het garanderen van landschappelijke integratie…

8. 1.5. Alternatieven

Als alternatief voor de uitvoering van het RUP zal hier kort aandacht besteed worden aan het nulalternatief. In het nulalternatief zou de bestemming volgens het gewestplan en het BPA Steenberg met de ermee gerelateerde bepalingen en voorschriften behouden blijven. De belangrijkste plus- en minpunten worden hieronder aangehaald.

november 2012│P22902 61│76 RUP Steenberg

Pluspunten van het nulalternatief:

 er wordt minder geraakt aan het herbevestigd agrarisch gebied – op een deel van deze gronden is momenteel echter geen actieve landbouwuitbating meer aanwezig;  de impact op het plangebied is beperkter omwille van het verdwijnen van de Steenbergcross en het gebrek aan ruimte voor een polyvalent gebouw.

Minpunten van het nulalternatief:

 de veldrijdwedstrijd in Erpe-Mere dreigt te verdwijnen;  de uitbreiding van het recreatief aspect wordt belemmerd (geen natuurpark met laagdynamisch karakter, geen speelbos, geen bijkomende voetbalvoorzieningen…);  de ontsluiting en parking in het groen biedt tijdens evenementen een betere verkeersafwikkeling;  in totaliteit is er meer ruimte gerealiseerd voor natuurgebied, zeker wanneer men rekening houdt met het feit dat de zone voor speelbos en zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie eveneens een belangrijke natuurlijke waarde zal inhouden, ondanks de gebiedscategorie recreatie;  er is een bestendiging en verbetering van de bestaande voetwegen.

Naast het nulalternatief kan er eveneens gekeken worden naar locatie- en inrichtings- en/of uitvoeringsalternatieven. Er werd geen onderzoek gevoerd naar locatiealternatieven. Er werd immers specifiek geopteerd om een RUP voor de desbetreffende zone op te maken. Een locatie-alternatief is dan ook niet zinvol.

De mogelijke inrichtings- en uitvoeringsalternatieven zijn eveneens beperkt. Deze zijn immers afgestemd op de actuele situatie, het gewenste beleid en de ontwikkelingswensen van de overheid. Abstractie maken van de actuele situatie is niet wenselijk gezien het zou resulteren in een onwerkbaar RUP. Een uitgebreide bespreking van de inrichtings- en uitvoeringsalternatieven is hier dan ook niet aan de orde.

8. 1.6. Grensoverschrijdende effecten

Gelet op de ligging van het plangebied van het RUP Steenberg, de lokale schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van significante milieueffecten dient te worden geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen door de uitvoering van het RUP.

8. 1.7. Besl ui t

Er dient geconcludeerd te worden dat voor de activiteiten die binnen het kader van het voorliggende RUP kunnen worden gerealiseerd, er van rechtswege geen plan-MER-plicht is. Het resultaat van bovenstaande m.e.r.-screening toont ook aan dat de uitvoering van het voorliggende RUP geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken die de opmaak van een plan-MER noodzakelijk maken.

De bestemmingen en gewenste ontwikkelingen in het gebied zijn niet van dergelijke aard dat ze de ontwikkeling van activiteiten met aanzienlijke milieueffecten toelaten. De nieuwe ontwikkelingen voorzien een uitbreiding van het plangebied ten opzichte van het geldende

november 2012│P22902 62│76 RUP Steenberg

BPA om tegemoet te komen aan de compensatieregeling voor de herbestemming van natuurgebieden. Er wordt in het RUP veel aandacht geschonken aan het groene en duurzame karakter van het plangebied. De aanwezige sportinfrastructuur, de bestaande gemeenschapsvoorziening, de tijdelijke parkeergelegenheden, de openbare voetwegen, en de groene zone van natuurgebied, speelbos en natuurpark met laagdynamische recreatie) vormen hierbij de basis van het RUP Steenberg. Het gaat om een optimalisering van de invulling van de ruimte om op onder andere rechtszekerheid te bieden aan het organiseren van evenementen, en de Steenbergcross in het bijzonder.

De kleine uitbreiding van de bebouwde ruimte en verhardingen kan een licht negatief effect hebben op de discipline bodem, echter is de matig natte leembodem relatief weinig gevoelig voor deze verandering. Betreffende grond- en oppervlaktewater bepalen de stedenbouwkundige voorschriften de nodige maatregelen die genomen moet worden voor vertraagde afvoer, retentie en opvang van het hemelwater. Onder meer de aanleg van de openbare voetwegen en de groene parkeergelegenheden in waterdoorlatende verhardingen en/of halfverharde natuurlijke materialen doen een bijdrage als milderende maatregel. De overwegend niet-infiltratiegevoelige bodem (zie watertoets) heeft verder een beperkte invloed op het grondwater. Op de discipline fauna en flora zal voorliggend RUP geen tot een positieve impact hebben.

Uit het onderzoek tot m.e.r. komen een aantal concrete aandachtselementen naar voren:

 maximale inpasbaarheid in het landschap dient nagestreefd te worden;  het groene en laagdynamische recreatieve karakter van de site staat centraal;  de mogelijkheid tot archeologische prospectie bij infrastructuurwerken met impact op de bodem gevolgd door eventuele opgravingen dient gegarandeerd te worden;  de invulling van het natuurgebied dient gerealiseerd te worden;  het natuurgebied wordt maximaal gevrijwaard tijdens de organisatie van evenementen;  de natuurlijke ontwikkeling van de waterlopen dient ondersteund te worden;  de aansluiting op het gescheiden rioleringsnet dient gerealiseerd te worden.

8 . 2 . Wat e r t o e t s

8. 2.1. Oppervlakte - en grondwaterhuishouding

Overstromingsgevoelige gebieden

De kaart met overstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen beoordelen hoe belangrijk effecten van ingrepen op overstromingsgevoeligheid zijn. Binnen het plangebied is er een zone gecategoriseerd als mogelijk overstromingsgevoelig gebied en een zone als effectief overstromingsgevoelig gebied (AGIV, 2012). Beide zones staan in relatie met de aanwezigheid van de waterlopen (m.n. de Molenbeek en haar naamloze zijbeek).

De hogervermelde overstromingsgevoelige gebieden worden gekenmerkt door een van nature overstroombaar gebied door afspoelend exces hemelwater (bruine kleur), vanuit een waterloop (roze kleur) of door afstromend water en/of door overstroming vanuit een waterloop (oranje kleur).

november 2012│P22902 63│76 RUP Steenberg

Binnen de overstromingsgevoelige zones wordt de oprichting van bijkomende bebouwing niet mogelijk gemaakt, met uitzondering van gemeenschapsvoorzieningen in planonderdeel A1. De huidige bebouwing bevindt zich hier ook deels in potentieel overstromingsgevoelig gebied. De uitbreiding van deze bebouwing die wordt mogelijk gemaakt, is echter beperkt. Er kan dan ook niet gesteld worden dat dit zal resulteren in een negatief effect op de overstromingsgevoeligheid. Bovendien worden er in de voorschriften bepalingen opgenomen omtrent opvang van hemelwater met hergebruik, buffering en vertraagde afvoer en wordt er binnen het RUP de mogelijkheid voorzien tot het inrichten van een bufferzone.

│ Overstromingsgevoelige gebieden (bron: AGIV, 2012)

│ Van nature overstroombare gebieden (bron: AGIV, 2012)

november 2012│P22902 64│76 RUP Steenberg

Vlaamse Hydrografische Atlas

In het kader van de watertoets is het voornaam om de aanwezige waterlopen in het plangebied te identificeren. Binnen de contouren van het RUP stroomt de Molenbeek. De waterloop van tweede categorie wordt beheerd door de provincie Oost-Vlaanderen. Verder ontspringt er een naamloze zijwaterloop van de Molenbeek in het noorden van het plangebied waarvan de beheerder onbekend is. Dit werd eerder al besproken onder de beoordeling van de discipline ‘grond- en oppervlaktewater’ van het onderzoek tot m.e.r. Infiltratiegevoelige bodems

De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. De infiltratiegevoeligheid wordt hoofdzakelijk bepaald door de bodemtextuur en de bodemvochtigheid. Infiltratiegevoelige bodems hebben een grove textuur, zoals grind of zand, en het zijn geen waterverzadigde bodems.

Het plangebied van het voorliggende RUP is grotendeel niet-infiltratiegevoelig. De infiltratie van regenwater gebeurt dus relatief moeilijk omwille van de bodemtextuur en de lokale hoge waterverzadigingsgraad. De locaties met zandlemige of droge lemige bodems zijn wel infiltratiegevoelig. De toename aan bebouwing en verharding kan de infiltratie op dergelijke locaties bemoeilijken. De uitbreidingen aan bebouwing en verharding die binnen het RUP worden mogelijk gemaakt, bevinden zich echter grotendeels buiten deze infiltratiegevoelige zones. Bovendien dienen verhardingen in de zone voor recreatie, waarbinnen zich een infiltratiegevoelige zone bevindt die potentieel zou kunnen bebouwd/verhard worden, maximaal aangelegd te worden in waterdoorlatende en halfverharde materialen. Enkel in functie van een pleinaanleg bij het nieuwbouwvolume kan hier een uitzondering op gemaakt worden. Hiernaast bepaalt het RUP dat hemelwater op de bebouwde of verharde oppervlaktes dient opgevangen en vertraagd afgevoerd / geïnfiltreerd te worden (voorkeur voor hergebruik).

│ Infiltratiegevoelige bodems (bron: AGIV, 2012)

november 2012│P22902 65│76 RUP Steenberg

Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

De kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen beoordelen hoe belangrijk de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming zijn. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. Bij de watertoets gaat de aandacht in de eerste plaats naar de ondiepe grondwaterstroming.

Het plangebied is grotendeels matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. In de onmiddellijke omgeving van de waterlopen is de grondwaterstroming zeer gevoelig (type 1). Het gaat over het bron- en kwelgebied van de naamloze beek als en de oeverzones van de waterlopen in relatie tot het reliëf. Voor deze zone dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie wanneer een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan 50 m. In het plangebied van het RUP zullen dergelijke constructies evenwel niet opgericht worden. Bovendien wordt bebouwing in de zones die

zeer gevoelig zijn voor grondwaterstroming niet toegelaten.

│ Grondwaterstromingsgevoeligheidskaart (bron: AGIV, 2012) Winterbedkaart

De winterbedkaart duidt gebieden aan waar verandering in bodemgebruik aanleiding kan geven tot een gewijzigd afvoergedrag bij overstromingen. Aangezien dit gewijzigd afvoergedrag enkel relevant is voor omvangrijke overstromingsgebieden, werd de winterbedkaart beperkt tot gebieden die onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen. Binnen het plangebied van voorliggend RUP bevindt zich geen afbakening van de winterbedkaart.

november 2012│P22902 66│76 RUP Steenberg

Hellingenkaart

De hellingenkaart werd opgemaakt om de gevoeligheid voor overstroming en erosie van het gebied te kunnen beoordelen. ‘Steile’ of ‘sterke’ hellingen kunnen aanleiding geven tot een grote hoeveelheid afvloeiend regenwater, wat de overstromings- en erosiegevoeligheid beïnvloedt.

De hellingenkaart illustreert dat het plangebied wordt gekenmerkt door een gevarieerd reliëf. Het noorden en zuidwesten is eerder vlak. In het zuiden en oosten bevinden zich evenwel een aantal korte maar steile hellingen met lokaal percentages van meer dan 10%. RUP Steenberg stelt voorop dat dit reliëf maximaal dient behouden te blijven en dat nieuwe bebouwing er dient op in te spelen. Een sterke helling vergroot de erosiegevoeligheid van de gebieden. Dit wordt besproken in de volgende paragraaf.

Legende

0,5

0,5 - 5

5 - 10

>10

Out of range

│ Hellingenkaart (AGIV, 2012) Erosiegevoelige gebieden

De erosiegevoeligheidskaart werd opgemaakt om de gevolgen van wijzigingen in grondgebruik te kunnen inschatten. Deze kunnen immers aanleiding geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater en ermee gepaard gaande erosie.

Algemeen kan men stellen dat het plangebied overwegend erosiegevoelig is. We merken op dat ten opzichte van de hellingenkaart alle gebieden met een hellingspercentage van meer dan 0,5 geklasseerd zijn als erosiegevoelig. Hoewel de erosiegevoeligheid van een gebied door verschillende factoren wordt bepaald, is de hellingsgraad samen met de lengte van de helling een belangrijke factor.

november 2012│P22902 67│76 RUP Steenberg

Legende

Niet erosiegevoelig

Erosiegevoelig

Out of range

│ Erosiegevoelige gebieden (AGIV, 2012)

Legende

Zeer hoog

Hoog

Medium

Laag

Zeer laag

Verwaarloosbaar

Bijzondere strook

Geen info

│ Potentiële bodemerosiegevoeligheid (DOV, 2012)

november 2012│P22902 68│76 RUP Steenberg

De potentiële bodemerosiegevoeligheid (DOV) geeft een gradatie in deze erosiegevoeligheid weer. Voor een groot deel van het plangebied zijn er geen gegevens voorhanden. De percelen met een actieve landbouwuitbating kent een hoog potentieel aan bodemerosie. Hiernaast geeft de bodemerosiegevoeligheidskaart een aantal percelen weer als medium erosigevoelig.

De uitvoering van RUP Steenberg zal over nagenoeg het volledig plangebied resulteren in het behoud of de totstandkoming van een permanente bodembedekking (bebouwing, verharding, permanente vegetatie…). Dit zorgt ervoor dat erosie tot een minimum zal beperkt worden.

8. 2.2. Besl ui t

De watertoets toont voor het RUP Steenberg aan dat de oppervlakte- en grondwaterhuishouding matig kwetsbaar is. Er dient hierbij gewezen te worden op een aantal speciale aandachtspunten waar het RUP zoveel mogelijk aan tegemoet dient te komen. Eventuele potentieel nadelige effecten worden evenwel beperkt door volgende bepalingen:

 wat betreft de grondwaterstromingsgevoeligheid moeten de bevoegde instanties gecontacteerd worden voor ondergrondse constructies met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m; in de zones langsheen de waterlopen binnen het plangebied moet er advies ingewonnen worden voor ondergrondse constructies met een diepte van meer 3 m en een horizontale lengte van meer dan 50 m …;  parkeervoorzieningen, toegangswegen en andere verhardingen moeten in de mate van het mogelijke gerealiseerd worden in waterdoorlatende en/of halverharde materialen;  voor de bebouwde zone wordt een afdoende wateropvang, infiltratie en vertraagde afvoer voorzien;  elke stedenbouwkundige aanvraag dient minimaal te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV) en de provinciale stedenbouwkundige verordening hemelwater;  verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’; prioriteit moet uitgaan haar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer;  de onbebouwde en onverharde zones dienen een permanente natuurlijke bodembedekking te krijgen om erosie van deze gronden te vermijden.

november 2012│P22902 69│76 RUP Steenberg

9. G EVOLGEN VOOR DE JURI D I S C H E BESTAANDE TOESTAND

Het RUP Steenberg heeft een totale oppervlakte van 42ha 68a 07ca.

9 . 1 . Gewijzigde juridisch - administratieve a s p e c t e n

Opsomming van strijdige en op te heffen voorschriften – afwijkingen op het gewestplan / BPA

Volgende tabel geeft een opsomming van alle bestemmingen van het gewestplan en het BPA Steenberg die door de uitvoering van het RUP Steenberg zullen opgeheven en vervangen worden.

bestemming gewestplan bestemming RUP Steenberg landschappelijk waardevol agrarisch gebied natuurgebied zone voor KMO zone voor openbare voetwegen zone voor speelbos natuurgebied natuurgebied zone voor natuurontwikkeling en waterloop zone voor openbare voetwegen zone voor speelbos ambachtelijke bedrijven en kmo's zone voor KMO woongebied met landelijk karakter zone voor speelbos

bestemming BPA Steenberg bestemming RUP Steenberg gebieden voor parking en wegenis zone voor gemeenschapsvoorzieningen zone voor ontsluiting en parking in het groen zone voor recreatie gebieden voor indoorsportactiviteiten zone voor recreatie gebieden voor openluchtrecreatie zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie zone voor recreatie recreatief ecologisch verwevingsgebieden zone voor gemeenschapsvoorzieningen zone voor recreatie zone voor speelbos natuurgebieden zone voor natuurontwikkeling en waterloop zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie zone voor openbare voetwegen zone voor recreatie zone voor speelbos buffergebieden zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie zone voor ontsluiting en parking in het groen zone voor recreatie zone voor natuurontwikkeling en waterloop gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen zone voor gemeenschapsvoorzieningen

november 2012│P22902 70│76 RUP Steenberg

en openbaar nut zone voor recreatie zone voor speelbos gebieden voor openbaar nut ten behoeve zone voor natuurontwikkeling en waterloop van kleinschalige waterzuivering zone voor natuurpark met laagdynamische recreatie Motivatie van de afwijkingen ten opzichte van het gewestplan/BPA

Zie bijlage – kaart: ‘Afwijkingen ten opzichte van het gewestplan / BPA’

De uitvoering van het RUP Steenberg zal resulteren in een aantal afwijkingen t.o.v. de huidige bestemmingsvoorschriften volgens het gewestplan en het BPA. Deze zijn weergegeven op de plannen in bijlage (afwijkingen ten opzichte van het gewestplan en het BPA).

bestemming gewestplan bestemming RUP motivatie Steenberg landschappelijk waardevol zone voor KMO de KMO heeft nood aan agrarisch gebied uitbreidingsperspectieven – de herbestemming van het perceel grenst aan een bestaande zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO en wordt niet gebruikt voor actieve landbouw – het gaat om een ruimtelijke afwerking zone voor speelbos realiseren van een speelbos in functie van de bevolking van Erpe-Mere – creatie van één ruimtelijk samenhangend en voldoende groot geheel natuurgebied versterken van het natuurgebied rondom de Molenbeek (GRS) en compensatie voor het ‘verlies’ aan natuur ten noorden hiervan – deze herbestemming wordt gerealiseerd op percelen zonder actieve landbouwuitbating (cf. 4.1.1) woongebied met landelijk zone voor speelbos realiseren van een speelbos in functie van karakter de bevolking van Erpe-Mere – creatie van één ruimtelijk samenhangend en voldoende groot geheel rekening houdend met de bestaande configuratie langsheen de weg Steenberg natuurgebied zone voor speelbos realiseren van een speelbos in functie van de bevolking van Erpe-Mere – creatie van één ruimtelijk samenhangend en voldoende groot geheel

bestemming BPA bestemming RUP motivatie Steenberg Steenberg buffergebieden zone voor natuurpark de ontwikkelingsperspectieven voor natuur met laagdynamische blijven in belangrijke mate behouden – er recreatie wordt een juridisch kader gecreëerd voor het inrichten van o.a. Finse piste… en het organiseren van de jaarlijkse veldcross zone voor ontsluiting nood aan ontsluiting en parkeergelegenheid en parking in het voor tijdelijke evenementen groen zone voor recreatie ruimtelijk afwerken van de zone voor

november 2012│P22902 71│76 RUP Steenberg

recreatie tot aan de zijbeek van de Molenbeek – maximaliseren van de ontwikkelingsmogelijkheden gebieden voor openbaar nut zone voor natuurpark realisatie van een ruimtelijke afwerking van ten behoeve van met laagdynamische het natuurpark met laagdynamische grootschalige waterzuivering recreatie recreatie zone voor ruimte bieden aan de waterlopen en natuurontwikkeling en bevorderen van hun natuurlijke en waterloop ecologische waarden natuurgebied zone voor natuurpark de ontwikkelingsperspectieven voor natuur met laagdynamische blijven in belangrijke mate behouden – er recreatie wordt een juridisch kader gecreëerd voor het inrichten van o.a. Finse piste… en het organiseren van de jaarlijkse veldcross zone voor recreatie bijkomende ruimte en ontwikkelings- mogelijkheden bieden voor recreatie zone voor speelbos realiseren van een speelbos in functie van de bevolking van Erpe-Mere – creatie van één ruimtelijk samenhangend en voldoende groot geheel gebieden voor gemeen- zone voor recreatie bijkomende ruimte en ontwikkelings- schapsvoorzieningen en mogelijkheden bieden voor recreatie – de openbaar nut ontwikkelingsmogelijkheden blijven in belangrijke mate behouden zone voor speelbos realiseren van een speelbos in functie van de bevolking van Erpe-Mere – creatie van één ruimtelijk samenhangend en voldoende groot geheel gebieden voor parking en zone voor gemeen- de inhoud van de herbestemming wijzigt in wegenis schapsvoorzieningen hoofdzaak niet – parking en wegenis kan gerealiseerd worden binnen deze zone zone voor recreatie bijkomende ruimte en ontwikkelings- mogelijkheden bieden voor recreatie – de ontwikkelingsmogelijkheden blijven in belangrijke mate behouden recreatief ecologisch zone voor recreatie bijkomende ruimte en ontwikkelings- verwevingsgebieden mogelijkheden bieden voor recreatie zone voor speelbos realiseren van een speelbos in functie van de bevolking van Erpe-Mere – creatie van één ruimtelijk samenhangend en voldoende groot geheel – de vijver blijft hierbij behouden zone voor gemeen- ruimtelijk afwerken van de zone voor schapsvoorzieningen gemeenschapsvoorzieningen

november 2012│P22902 72│76 RUP Steenberg

Ruimtebalans

Binnen deze ruimtebalans worden de wijzigingen van zachte naar harde en van harde naar zachte bestemming gekaderd.

bestemming gewestplan bestemming RUP Steenberg hard -> zacht zacht -> hard (ha) (ha)

landschappelijk waardevol zone voor KMO 0,08 agrarisch gebied zone voor speelbos 0,83

natuurgebied zone voor speelbos 0,03

bestemming BPA Steenberg bestemming RUP Steenberg hard -> zacht zacht -> hard (ha) (ha)

buffergebieden zone voor natuurpark met 2,93 laagdynamische recreatie zone voor ontsluiting en 0,80 parking in het groen zone voor recreatie 0,29

gebieden voor openbaar nut zone voor natuurontwikkeling 0,11 ten behoeve van kleinschalige en waterloop waterzuivering

natuurgebieden zone voor natuurpark met 3,31 laagdynamische recreatie

zone voor recreatie 0,90

zone voor speelbos 1,76

TOTAAL 0,11 11,02

Deze ruimtebalans geeft weer dat 10,91 ha wordt omgezet van een zachte naar een harde bestemming. De motivaties voor de afwijkingen ten opzichte van het gewestplan en het BPA illustreren dat het enerzijds gaat om het afwerken van gehelen. Anderzijds geeft deze ruimtebalans een foutief beeld op de werkelijkheid. 6,24 ha is onder natuurpark met laagdynamische recreatie en 2,62 ha onder zone voor speelbos. Beiden krijgen een gebiedscategorie recreatie en worden dus beschouwd als een harde bestemming. In realiteit zullen verhardingen in deze zones echter tot een minimum beperkt blijven en zullen ze een veeleer groene en natuurlijke invulling kennen. Dit resulteert erin dat de werkelijke herbestemming van zacht naar hard neerkomt op 2,05 ha.

9 . 2 . Register mogelijke planbaten, planschade e n bestemmingswijzigings compensatie

In uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in voege sinds 1 september 2009 wordt een register opgesteld van de percelen gelegen in het RUP waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding (art. 2.6.1 van de codex), planbatenheffing (art. 2.6.4 van de codex) of een bestemmingswijzigingscompensatie en compensaties ingevolge beschermingsvoorschriften zoals vermeld in het grond- en pandenbeleid (boek 6, titel 2 en 3 van het decreet grond- & pandenbeleid van 27 maart 2009).

november 2012│P22902 73│76 RUP Steenberg

Mogelijke planbaten/planschade en bestemmingswijzigingscompensaties zijn grafisch weergegeven (zie bijlage – kaartmateriaal: ‘Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn’).

9 . 3 . Gewijzigde j u r i d i s c h - technische aspecten

Wijziging rooilijnplannen

nvt

Wijziging wegenis

De gemeente zal via de geëigende procedure initiatief nemen voor de gedeeltelijke verlegging van de voetwegen gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Beschrijving van de eventuele gevolgen voor waterlopen

nvt

november 2012│P22902 74│76 RUP Steenberg

10. ADMINISTRATIEVE INLIC HT I NG E N – OVERLEG EN INSPRAAK

1 0 . 1 . M . e . r . - s c r e e n i n g

In het kader van de m.e.r.-screening werd het dossier overgemaakt aan de dienst MER waarna die adviezen en een lijst met aan te schrijven adviesinstanties overbracht. In een volgende fase (de huidige fase) worden de betrokken instanties om advies gevraagd. Deze adviezen zullen verwerkt worden in een nota voor de dienst MER, welke vervolgens een besluit zal uitbrengen.

10 .1.1. Advies van de dienst MER

De dienst MER formuleerde in zijn contact op 08/08/2012 een aantal adviezen voor aanpassingen aan het ontwerpdocument, dit ten einde te garanderen dat het definitieve verzoek tot raadpleging zou voldoen aan alle decretale formele vereisten en opdat het alle informatie zou bevatten die de dienst MER nodig heeft om al dan niet te kunnen besluiten dat het RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

 De screeningsnota is onvolledig inzake het aspect externe veiligheid. Er dient nagegaan te worden of er zich seveso-inrichtingen op minder dan 2 km van het plangebied bevinden. Dit werd aangevuld.

10 .1.2. Verzoek tot raadpleging

Volgende relevante betrokken instanties worden momenteel geraadpleegd om hun mening te formuleren over de vraag of het voorliggend RUP mogelijk aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Deze lijst van relevante betrokken instanties werd aangeleverd door de dienst MER:

 provincie Oost-Vlaanderen – dienst Ruimtelijke Ordening;  Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen;  Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen;  agentschap Natuur en Bos – Oost-Vlaanderen;  agentschap Wonen-Vlaanderen – afdeling Wonen;  departement Landbouw en Visserij – afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling;  departement LNE – afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen;  agentschap Wegen en Verkeer – buitendienst Oost-Vlaanderen;  VLM Regio West;  VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer;  Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid – afdeling Toezicht Volksgezondheid Oost-Vlaanderen;  Bloso – afdeling Infrastructuur en Logistiek.

november 2012│P22902 75│76 RUP Steenberg

11. B IJLAGE N

Afwijkingen ten opzichte van gewestplan en BPA Steenberg

Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

november 2012│P22902 76│76