MOZART 1790 - OF DE VERLEIDER - DA PONTE GRATIS

Auteur: Allard Schröder Aantal pagina's: 0 pagina's Verschijningsdatum: 2008-09-09 Uitgever: Hoorspelfabriek EAN: 9789461493804 Taal: nl Link: Download hier

Mozart 1790 - Don Giovanni of De verleider - Da Ponte

De voornoemde kenmerken zijn vooral van toepassing op de Symfonie nr. Het is moeilijk te zeggen wat het mooist is aan het allegro moderato: de rijkdom en plasticiteit van de thema's, hun contrastrijke schikking of de kunstzinnige uitwerking. Het andante is een van de meest gracieuze uit Mozarts middelste periode. Het menuet is geconstrueerd rond een gepunt ritme, terwijl het trio zich onderscheidt door zijn zengend karakter en subtiele harmonie. De finale moet niet onderdoen voor de aanvangsbeweging. Op 5 mei volgt dan de 30ste in D KV. De symfonie in D augustus is eigenlijk een uittreksel uit een serenade en krijgt daarom geen officieel nummer wél een KV natuurlijk: b of Het betreft de 2de, 6de, 7de, 8ste en 9de beweging, terwijl de 3de, 4de en 5de beweging samen een vioolconcerto vormen en dat alles wordt uiteraard gewoontegetrouw voorafgegaan door een mars. Op 4 juni van dat jaar voltooit hij zijn enige fagotconcerto in Bes, KV. In die periode is de fagot een beetje bespeelbaarder geworden omdat hij er vijf tot acht kleppen bij kreeg. Aangezien hij nooit een concerto voor cello heeft geschreven, spelen "gefrustreerde" cellisten zoals France Springuel wel eens dit concerto, maar dan getransponeerd naar C. Fagot en cello zijn qua register en kleur immers vrij "compatibel". De 28ste symfonie in C, KV. Van 6 december tot 7 maart gaat Mozart naar München t. Aangezien hij later op het jaar de tweedelige ouverture met een finale afrondt, wordt dit door Hogwood de symfonie in D KV. Ze is "Italiaans" van aard dus zonder menuet en nogal opgewekt en galant. Dat komt uiteraard omwille van de inhoud van deze : de markiezin Violante wordt verwaarloosd door de man die ze bemint, graaf Belfiore. Samen met haar bediende verkleedt ze zich daarom als tuinierster en verhuurt haar diensten aan de Podestà van Lagonero. Deze Podestà kan Violante wel pruimen en zijn knecht haar kamermeisje. Ondertussen staat graaf Belfiore op het punt te huwen met het nichtje van de Podestà, terwijl deze op haar beurt wordt nagejaagd door Ramiro. Onnodig te zeggen dat op het einde de drie "juiste" koppels elkaar vinden, alleen de Podestà kan op zijn kin kloppen. Mozart schrijft in München ook de sonates KV. De invloed van Joseph Haydn en Johann Christian Bach is vooral te horen in het adagio waarmee de eerste sonate ongewoon begint. Alhoewel Mozart, naast een schitterend pianist, ook een begenadigd violist was, componeerde hij slechts vijf concerti voor dit instrument en dan nog wel alle binnen dezelfde periode in Het rondo in B KV. Het rondo in G daarentegen KV. Het adagio in E KV. De ouverture wordt weer als symfonie geteld door Hogwood. Dit libretto van Metastasio was reeds door verscheidene componisten getoonzet, o. Mozart had de opdracht gekregen om het bezoek van aartshertog Maximiliaan, de jongste zoon van Maria Theresia, te vieren. Aangezien Salzburg over geen theater beschikte is de opera hoogst waarschijnlijk in concertante vorm uitgevoerd het reisdagboek van de aartshertog spreekt trouwens van een "cantate". Het onderwerp is een prins Aminta die te vondeling is gelegd en zozeer door het pastorale leven is gecharmeerd dat hij met tegenzin zijn ambt aanvaardt, als men hem ontdekt. In de ouverture is zijn eerste aria verwerkt, waarbij zijn castratenstem vervangen is door een hobo, en ze eindigt heel toepasselijk met een "country dance". Ongeveer tegelijkertijd schreef Mozart de concertaria "Si mostra la sorte" KV. De symfonie in D KV. De finale heeft een experimentele structuur, die Mozart zal hernemen voor de finale van het vioolconcerto KV. Samen met Michael Haydn wordt Wolfgang in vice-kapelmeester benoemd bij het Salzburgse orkest, waar ook zijn vader nog steeds vice-kapelmeester is, ook al zou hij reeds lang moeten bevorderd zijn Luigi Gatti was kapelmeester, dat verklaart misschien ook de "eigen volk eerst" reactie van Mozart t. Salieri b. Ten voordele van Colloredo moet men echter zeggen dat Leopold inderdààd meer met zijn zoon dan met het orkest bezig was. Op 16 november opent de aartsbisschop een nieuw theater, maar toch levert Wolfgang geen nieuwe symfonieën af. Hij is het er wellicht reeds meer dan beu. Van zijn vader mag hij niet omgaan met "schorem" en door de hogere klassen wordt hij niet aanvaard. Januari , Salzburg: klavierconcerto nr. Net zoals bij het vijfde staat erbij dat het voor "cembalo" is bedoeld. Dat wil echter nog niet zeggen dat het voor een klavecimbel een plectrum tokkelt de snaar is geschreven, want de terminologie stond in die tijd niet vast. Het kan dus ook best voor een pianoforte een hamer slaat de snaar bedoeld zijn, net zoals alle latere. Zijn volgende compositie KV. Eigenlijk is het een werk voor twee kleine orkestjes. Het eerste bestaat eigenlijk uit solisten eerste en tweede viool, altviool, bas en April klavierconcerto nr. Het klavierconcerto nr. Op 21 juli wordt ook de zogenaamde Haffner-serenade KV. Uit deze serenade selecteerde Hogwood ook weer een symfonie, die weliswaar niet mag worden verward met de échte Haffner-symfonie KV. Voor de symfonieversie voegde Leopold pauken toe. Deze serenade is geschreven ter gelegenheid van het huwelijk van Maria Elisabeth "Liserl" Haffner. Dat jaar schreef hij ook de concertaria "Clarice cara mia sposa" KV. In januari schrijft Mozart in Salzburg het klavierconcerto nr. Op 16 juli is een zesde vioolconcerto in D gedateerd dat het nummer KV. Volgens musicologen dateren sommige gedeelten zelfs uit de 19de eeuw. Er zit b. Anderzijds zitten er duidelijk Mozartiaanse wendingen in. De meest plausibele verklaring is dat Mozart in Parijs een paar schetsen heeft achtergelaten, die later door Eugène Souzay tot het huidige concerto werden bewerkt. Een zevende concerto in Es, KV. Het zit zo vol van clichés dat, indien het dan al van Mozart zou zijn, het zeker om een jeugdwerk gaat. Daar staat dan weer tegenover dat de begeleiding veel zwaarder is dan normaal bij Mozart en ook de moeilijkheden van de solopartij zijn veel groter. Eén musicoloog, C. Oldman, heeft op basis van de gelijkenissen met de Sinfonia Concertante KV. Nu moest hij in opdracht van Colloredo wel veel religieuze muziek schrijven, maar dit was duidelijk een religieuze opwelling van hemzelf. Korte tijd daarna vertrekt hij merkwaardig genoeg met zijn moeder op reis. Zijn zus en zijn vader blijven voor één keer eens achter. Op 13 februari speelt Mozart in Mannheim op weg naar Parijs zijn ouverture tot "Il re pastore" ten huize van de componist Christian Cannabich, van wie ook een symfonie werd uitgevoerd. Daarnaast zong Aloysia Weber, zijn latere schoonzus, maar op dat moment zijn grote, maar onbeantwoorde liefde, twee aria's uit "Lucio Silla". Bovendien werd zijn hoboconcerto KV. Naar aanleiding hiervan schrijft Mozart vanuit Mannheim met afgunst over het plaatselijke orkest in vergelijking met de klungelaars uit Salzburg, waarmee hij het moet stellen. Hij is vooral onder de indruk van de klarinetspelers. De "eigenaar" van het orkest, keurvorst Carl Theodor bestelt bij Mozart een opera voor carnaval Dat zal "Idomeneo" worden. Op 27 februari brengt hij een bezoek aan de beroemde tenor Raaf, die hij een concertaria aanbiedt men kan slechts gissen welke met het verzoek die naar believen te wijzigen. Uiteindelijk neemt de "eccellentissimo cantore" aldus Metastasio genoegen met een ingekorte versie. Wanneer hij op 23 maart in Parijs arriveert, neemt hij contact op met de zwarte violist en componist Joseph Boulogne, chevalier de Saint-Georges , die op dat moment de leiding van het Concert des Amateurs heeft. Deze Saint-Georges is overigens de uitvinder van de "sinfonia concertante" en dat Mozart op dat vlak bij hem in de leer is gegaan, is duidelijk te horen in een passage uit de sinfonia concertante kv. Op de repetitie was het orkest zo slecht dat Mozart dreigde diens viool uit zijn handen te grissen als het tijdens het concert ook zo slecht zou zijn, maar het was een succes. Typisch is dat het publiek in applaus uitbarst na een mooie passage. Omdat Mozart dit voorzien had, herneemt hij dezelfde passage nogmaals. En, omdat men graag die "stomme critici" op de korrel neemt, die bij een creatie nooit horen dat het om een meesterwerk gaat, willen we hier wel opmerken dat er één criticus aanwezig was, die blijkbaar Mozart nog kende als kindsterretje en hij schreef dat hij was uitgegroeid tot één der vakkundigste componisten. Le Gros daarentegen had enige reserves over het andante. Alhoewel Mozart het totaal niet eens is met hem, schrijft hij voor een tweede uitvoering op 15 augustus toch een nieuw andante. Aangezien het korter moest zijn, wordt het in sommige uitgaven "andantino" genoemd. Velen speuren onaflatend naar een "tweede Parijse symfonie", waarover Mozart het op een bepaald moment heeft, maar wellicht was dat één van zijn vroegere symfonieën die hij traditiegetrouw als "nieuw" probeerde te verlappen. Wolfgangs moeder stierf in Parijs op 3 juli. Als hij daar dan ook een klaviersonate, KV. Als hij half januari opnieuw in Salzburg arriveert, heeft zijn vader ervoor gezorgd dat hij aan de slag kan als hoforganist van graaf Hieronymus Colloredo. Daarna schreef Mozart zijn 17de klavierconcert. In de cadenza verwerkte Van Immerseel in Gent een paar maten van deze Marseillaise, wat een aantal aandachtige toehoorders deed glimlachen en wat de grappenmaker die Mozart toch wel was, wellicht geapprecieerd zou hebben wie in het allegro van het 25ste klavierconcerto de latere Marseillaise meent te herkennen, heeft geen ongelijk, ook al zitten we dus nog een paar jaar vóór de Franse Revolutie! Die cadenza's vormen natuurlijk een probleem op zich. Iemand die graag improviseert, zoals Jos Van Immerseel, beseft ook wel dat wanneer men een opname "voor de eeuwigheid" wenst vast te leggen, dat er dan bepaalde criteria dienen te worden gehanteerd. Zo zal Van Immerseel altijd de cadenza's van Mozart zelf nemen, voor zover hij die b. Anders maakt hij gewoon een drietal opnamen en wordt de beste eruit gekozen. Iemand als Murray Perahia zal zich echter nog meer aan historische bronnen houden. Als er geen partituur van Mozart voorhanden is, dan gebruikt hij b. Ook cadenza's door beroemde pianisten als Serkin of Artur Balzam worden door Perahia overgenomen. Wat overblijft en dat schijnt toch nog heel wat te zijn dat doet hij dan toch uiteindelijk zelf. Maar hij noemt dat dan "componeren" i. Ook voor de cadenza's van Mozart zelf moet men echter op zijn hoede zijn. Uit de briefwisseling met zijn zusje Nannerl over het 16de concerto blijkt b. Eigenlijk lijkt het natuurlijk niet meer dan logisch dat men de concerten van Mozart uitvoert op een instrument dat hijzelf ook bespeelde, maar de uitvoeringsgeschiedenis heeft ons nu eenmaal gewend gemaakt aan de klank van een vleugelpiano, waarop men sedert de negentiende eeuw de concerto's is gaan spelen. Ondanks het feit dat de "authentieken" het de laatste jaren wel lijken te halen, gaan sommigen toch door met die uitvoeringspraktijk, wellicht omdat deze "commerciëler" is, omdat het gehoor van iemand uit de 20ste eeuw daaraan meer gewend is. Maar dat kan een serieus kunstenaar natuurlijk moeilijk als argument aanvoeren, daarom zegt men dan meestal dat het is omdat, als Mozart de beschikking over een moderne vleugel had gehad, hij zijn concerti voor een Steinway of weet ik veel had gecomponeerd. In die redenering kun je mijns inziens echter net zo goed aanvoeren dat je Mozart op een synthesizer of op elektrische gitaar mag uitvoeren, want het lijdt geen twijfel dat, indien Woolfie in onze tijd had geleefd, hij eerder dààrvoor belangstelling had gehad. Tijdens de fameuze Mozart-week op Klara, begin , werd de vraag gesteld aan de luisteraars of Mozart op historische instrumenten moest worden gespeeld. Ik was zeer ontgoocheld over de reactie van de meeste luisteraars, die haast woedend negatief reageerden. Maar dat kwam wellicht door dat "moeten" in de vraagstelling. Ikzelf geef veruit de voorkeur aan "authentieke" uitvoeringen, maar een Murray Perahia of Maria Joao Pires kan ik ook wel appreciëren. Al vind ik dan weer dat Sigiswald Kuijken gelijk heeft als hij zegt: als die op de tippen van hun tenen eigenlijk vingers moeten spelen op zo'n Steinway, waarom proberen ze het dan niet liever op een historisch instrument? Waarop Jos Van Immerseel ongetwijfeld zal antwoorden: omdat ze het niet kunnen. Op 26 april voltooit Mozart in Salzburg zijn 32ste symfonie KV. Het is zijn eerste symfonie na zijn mislukte reis naar Parijs. Aangezien het werk veel weg heeft van een ouverture van de Parijse opéra comique zoals van Grétry, heeft men een tijdlang gedacht dat dit de ouverture tot "Thamos" of "Zaide" moet geweest zijn, maar dat is niet zo ze is in G, terwijl althans voor "Zaide" D logischer zou zijn geweest. Het is wél waar dat het voor het theatergezelschap van Johann Heinrich Böhm was bedoeld, die ook "Thamos" en een Duitse versie van "" hebben opgevoerd. Deze groep verbleef op dat moment weliswaar in Augsburg, maar het was Mozarts nichtje Maria Anna Thekla "Bäsle" die voor de correspondentie instond. Samen met twee aria's leende hij deze symfonie dus uit voor de opera buffa van Bianchi "La Villanella rapita". Trompetten en pauken werden pas toegevoegd voor een latere opvoering in Het Singspiel blijft onafgewerkt omdat door het overlijden van keizerin Maria Theresia de kans op opvoering in Wenen zo goed als nihil is. Hij zet zich dan maar aan het schrijven van "Idomeneo" voor München, maar "Zaide" is toch een duidelijke voorstudie van "Die Entführung aus dem Serail": het eindigt ook reeds met een uitspraak van de sultan die zegt dat "ook Azië edele geesten kan voortbrengen. Het oorspronkelijke scenario voorzag nog een coup de théâtre, waarin zou blijken dat het verliefde slavenpaar Zaide en Gomatz uiteindelijk de kinderen van Allazim waren, de bewaker die hen helpt te ontsnappen! Pas op 27 januari werd "Zaide" voor het eerst opgevoerd in een productie van de uitgever André, die de manuscripten van Constanze had "gekregen". Hij zorgde ook voor een titel Mozart had er geen , een ouverture en een finale van zijn eigen hand. Op 9 juli voltooit Mozart zijn 33ste symfonie KV. Oorspronkelijk bestaat het werk slechts uit drie delen, het menuet werd pas in toegevoegd, ter gelegenheid van een concert dat hij in Wenen gaf vandaar dat het dicht tegen een Ländler aanleunt. In werd ze voor het eerst gepubliceerd, maar toch bood Mozart ze twee jaar later samen met nog elf andere composities "exclusief" aan aan de prins van Fürstenberg. Deze had het bedrog wel door, maar betaalde Mozart toch het overeengekomen bedrag, want "noblesse oblige". Nog uit , 3 augustus om precies te zijn, dateert de zogenaamde "Posthoornserenade" KV. Mozart zelf noemde het "Final-Musiken" en dat duidt erop dat het bedoeld was voor afstuderende studenten die een hulde brachten aan aartsbisschop Colloredo. In schrijft hij op 29 augustus zijn 34ste symfonie KV. Oorspronkelijk had deze symfonie een menuet, maar Mozart scheurde het uit het manuscript, alleen de eerste twaalf maten blijven over, omdat die op de keerzijde stonden van de eerste beweging. Einstein was van oordeel dat het menuet KV. Nu ja, ook genieën zijn maar mensen. Op zijn naamdag verrassen een aantal straatmuzikanten Mozart door onder zijn raam een serenade te spelen. Mozart reageert met hen een door hem geschreven serenade voor een sextet van houtblazers KV. Op 5 november vertrekt hij naar München om de productie van "Idomeneo" te leiden. In werd in Parijs reeds "Idomenée" gecreëerd van André Campra op een libretto van Antoine Danchet, dat vooral in die zin met de latere versie van Mozart verschilt dat het hier slecht afloopt. Het verhaal gaat immers terug op de Trojaanse oorlog, waarbij Idomeneo, de koning van Kreta, op zijn terugkeer in een storm belandt en aan Poseidon belooft de eerste mens die hij zal tegenkomen te offeren als hij de storm zou willen bedaren. Dat blijkt dan zijn zoon Idamante te zijn. Het is duidelijk dat we hier met hetzelfde thema hebben te maken als bij Ifigenia en ook bij het bijbelse Jefta. Om het allemaal nog wat dramatischer te maken is Idamante op dat moment verliefd op de krijgsgevangen genomen Trojaanse prinses Ilia, terwijl een andere Trojaanse krijgsgevangene Elettra juist op hém verliefd is. Idomeneo tracht aan zijn lot te ontkomen door Idamante met Elettra weg te sturen over zee, maar opnieuw steekt een storm op, waaruit een zeemonster te voorschijn komt. Idamante verslaat het monster maar kan toch niet uitvaren. Als het volk en de priesters de belofte van Idomeneo vernemen, eisen ze dat hij woord houdt, maar Ilia stelt dan voor dat zij in de plaats van Idamante zal sterven. Daarop wordt Idomeneo, die in de versie van Campra eveneens naar de gunsten van Ilia dingt, door de godin Nemesis met waanzin geslagen zodat hij Idamante doodt met een offerbijl. Met Ilia als koningin uiteraard. De opera van Mozart is gebaseerd op een libretto van abt Giambattista Varesco en toont vooral in het slotkoor de invloed van Gluck en vooral diens librettist Ranieri da Calzabigi, die wel eens de anti-Metastasio wordt genoemd en zich meer op Franse invloeden beriep. Bij zijn beide bezoeken aan Parijs had Mozart immers de Franse barokopera bestudeerd, "niet voor de melodieën," zoals hij zelf schrijft naar zijn leerling Joseph Frank, "maar voor de dramatische effecten". Deze afwijking van de "opera seria" uit zich ook in de karaktertekening van Idomeneo: die is veel menselijker. Het is een vader die vecht voor het lot van zijn zoon i. Invloed van Giuseppe Sarti die zich verzette tegen de "nummer-opera's" vinden we ook in het feit dat Mozart in het recitatief van Idomeneo tekstuele én muzikale echo's laat weerklinken van de aria van Ilia "Se il padre perdei". De première had uiteindelijk plaats op 29 januari met de castraat Vincenzo del Prato in de rol van Idamante. Daarna lopen de meningen uiteen. Volgens sommigen liep er met carnaval reeds een Duitse versie van Andrea Schachtner te Wenen, volgens anderen zou het nog tot de herfst duren vooraleer Johann von Alxinger met een Duitse tekst én een gewijzigde partituur op de proppen kwam. Het zal uiteindelijk de versie van Treitshke uit zijn die de opera in het Duits een populair succes zal laten worden. Wat niet belet dat er nog alternatieve versies zullen ontstaan, met name van W. Lewicki uit en natuurlijk van uit Op 16 juli ging in het nieuwe Burgtheater, dat Jozef II speciaal had laten oprichten voor het opvoeren van het Duitse repertoire, "Die Entführung aus dem Serail" in première. In de aria van Blonde "Welche Wanne, welche Lust" echoot hij het rondo van zijn fluitconcerto, tevens gekend als hoboconcerto, KV. De basis was het stuk "Belmont und Konstanze" dat Christoph Friedrich Bretzner zelf reeds voor Singspiel had bewerkt, in op muziek gezet door Johann André voor de "Döbbelinsche Theatertruppe" in Berlijn, maar Mozart liet het libretto op zijn eigen duidelijke aanwijzingen nog eens bewerken door de acteur Gottlieb Stephanie de Jonge. De première werd door concurrerende musici verbrod, maar nadien werd het onmiddellijk een groot succes, zoals niemand minder dan Goethe met spijt in het hart kon getuigen want twee jaar daarvoor had ook hij twee Singspiele geschreven, "Erwin und Elmire" en "Jery und Bätely", op muziek gezet door Johann Friedrich Reichart, maar die werden helemaal in de schaduw gezet door Mozart. Singspiele waren sedert Johann Adam Hiller zeer populair. Hiller was uit Leipzig, maar pikte vooral in op een rage in Berlijn, waar een Engelse "ballad opera", "The devil to pay" van Charles Coffey, in Duitse versie in zo'n succes was, dat J. Standfuss er in eerste instantie een aantal composities aan toevoegde en Hiller in het Singspiel zijn definitieve vorm gaf. De Weense Singspiele waren wel iets gesofistikeerder dan de Duitse, ze leunden ook dichter aan bij de opéra comique en de opera buffa. Bretzner was afkomstig uit Leipzig en was helemaal niet ingenomen met Mozarts versie, o. Anderzijds dekte Bretzner zichzelf in tegen plagiaat door een mededeling te laten afdrukken, nadat hij in "Adelheit von Veltheim" van Christian Gottlieb Neefes in Frankfurt had gezien. Dat Blondchen overigens Engels is, heeft Bretzner blijkbaar gehaald uit "The sultan or a peep into the seraglio", een toneelstuk van Isaac Bickerstaffe uit , op muziek gezet door Augustin Arne, waar ze dan wel Roxeland heet. Muzikaal is "Die Entführung" vooral van belang omdat Mozart hier de klarinetten die hij bij het Mannheim-orkest had gehoord volop introduceert. De Haffnersymfonie werd eveneens in juli gecommandeerd door vader Mozart, die daarmee het opnemen in de adelstand van Siegmund Haffner wou vieren. De familie Haffner woonde nog altijd in Salzburg, maar Mozart zat reeds in Wenen, waar hij naartoe was "gevlucht" nadat hij nog liever ontslag nàm bij de aartsbisschop van Salzburg dan door hem ontslagen te worden, omdat hij het niet nam als een gewone bediende te worden behandeld die voor Zijne Excellentie een liedeken moest spelen als Zijne Doorluchtige Hoogheid er toevallig zin in had. Wolfgang schrijft deze 35ste symfonie, de zogenaamde "Haffnersymfonie" KV. Niet omdat hij zijn jeugdvriend in de steek wilde laten, maar omdat hij volop aan het werken was aan een bewerking van zijn "Entführung aus dem Serail" voor houtblazers. Dat was immers een "hit" aan het worden en snoodaards lagen op de loer om met zo'n bewerking succes te gaan oogsten. Mozart wou hen tegelijk voor zijn en bovendien een beter product afleveren. Op de koop toe was hij die maand volop aan het verhuizen in het vooruitzicht van zijn huwelijk. Het is geweten dat Leopold minder scrupules had en bovendien was hij al slecht gezind omdat Wolfgang met Constanze Weber zou trouwen. Toen dat op 4 augustus gebeurde, had Leopold trouwens nog altijd zijn toestemming niet gegeven, dat deed hij maar post factum en met tegenzin een dag later. Uiteindelijk kwam zelfs in stukken en brokken de symfonie niet op tijd klaar, zij het dat, àls ze af was op 24 augustus , Leopold wel zo eerlijk was van zijn zoon te feliciteren met het resultaat. Anderzijds is hij nog altijd zo boos dat hij "vergeet" het manuscript terug te sturen tot in februari van het volgende jaar. Wolfgang heeft er hem in niet minder dan vijf brieven moeten om vragen. Toen hij ze uiteindelijk kreeg, was hij ze reeds compleet vergeten en was hij zelf verbaasd over de kwaliteiten ervan. Voor de uiteindelijke versie verwijderde hij wel de mars en één van de twee menuetten, omdat die louter voor de feestelijkheden bedoeld waren. Anderzijds voegde hij er fluiten en klarinetten aan toe. Tussen haakjes, als we zijn brieven mogen geloven was Woolfie nog maagd toen hij trouwde: Constanzes zus Aloysia had hij dus blijkbaar "gerespecteerd" en hij was nog? In Wenen schrijft hij op 28 december zijn klavierconcerto nr. Vanaf dan speelde hij op een pianoforte van Anton Walter. Daarvoor weet men het niet precies. Het kan een klavecimbel geweest zijn, maar ook een instrument van Stein. Uit de brieven van Mozart worden we niet veel wijzer, want daaruit blijkt vooral dat hij op het gebied van instrumentenbouw zeker geen genie was. Vaak vertelt hij gewoon klinkklare onzin. Jaja, 't zal sommigen misschien tegenvallen maar ook Mozart was maar een mens. Daarna volgt zijn 12de klavierconcerto in A, KV. De trage beweging van het klavierconcerto is opgedragen aan de nagedachtenis van de pas overleden Johann Christian Bach. Bij de jaarwisseling schrijft hij ook zijn Grosse Messe in c KV. Dat gebeurde zonder verplichting, vanuit een oprecht religieus gevoelen, waarschijnlijk naar aanleiding van de ziekte en de genezing van Constanze, toen nog zijn verloofde, Mozart was daar dus ernstig mee bezig, zij het dan op zijn typische vrijmetselaarsmanier. Het Credo geraakt niet verder dan "Et incarnatus est" en een Agnus Dei is er nooit gekomen. Toch is het werk wellicht uitgevoerd in de Benedictijnerabdij van Sankt Peter Stift op 26 oktober met Constanze als sopraan en dorpsmuzikanten als aanvulling , maar of en zo ja, wélk Credo en Agnus Dei werd gebruikt, is niet geweten. Er zijn wel mensen die zich geroepen hebben gevoeld om deze mis te gaan "vervolledigen", maar Sigiswald Kuijken gebruikt een eigen bewerking omdat hij de bestaande ofwel te sober, ofwel te opgesierd vindt. Toch is hij niet van plan zijn eigen bewerking uit te geven. Dat laat ik liever aan de musicologen over, dan doen ze ook eens iets nuttigs. Op 22 januari volgt, nog steeds in Wenen, het klavierconcerto nr. Daarna volgt "Mia speranza adorata" KV. De tekst heeft Mozart ontleend aan de opera "Zemira" van Pasquale Anfossi. Mozart componeerde de aria speciaal voor Aloysia Lange. Hij bracht echter een schandaal teweeg in de operamiddens van het Weense hof: de Italiaanse factie was misnoegd over wat haar een grove belediging leek. Op aandringen van Mozart werd een notitie gedrukt waarin hij verklaarde dat het niet in zijn bedoeling lag om de professionele etiquette te schenden. Met de Haffner-symfonie opende Mozart een concert op 23 maart dat door de keizer werd bijgewoond en dat een geweldige triomf was voor Mozart. Hij speelde zelf pianoforte in de concerti KV. Daarnaast waren er ook nog concertaria's door Aloyia als "Misera, dove son" KV. Wolfgang beloofde zijn vader ondertussen dat hij naar Salzburg zou komen om zijn bruid voor te stellen, maar hij deed het niet uit schrik te worden gearresteerd. Pas toen zijn vader hem op dat vlak kon geruststellen reisde hij in juli naar zijn geboortestad, waar hij tot oktober verbleef. Op de terugweg passeert hij nog eens langs het klooster van Lambach, waar hij orgel speelt en de abt Amand Schickmayr ontzettend blij is van hem nog eens te zien. Daarna begaf hij zich naar Linz om een operavoorstelling bij te wonen. Daar werd hij opgemerkt door de jonge graaf van Thun, die hem bijna "dwong" om zijn intrek te nemen in zijn kasteel. Om die gastvrijheid te beantwoorden voelde Mozart zich verplicht een concert te geven, maar aangezien hij geen symfonieën bij had, schreef hij maar een nieuwe, zijn 36ste symfonie KV. De geest van Joseph Haydn is aanwezig in de trage inleiding, iets wat diens kenmerk was maar voor Mozart is dit eerder uitzonderlijk, terwijl in het andante Mozart een nieuwigheid invoert, namelijk pauken en trompetten. Het is vooral Beethoven die op deze nieuwigheid zal inspelen. Ondanks deze vernieuwingen speelden de muzikanten wellicht die van de genoemde opera de symfonie op zicht en daarnaast bracht Wolfgang ook nog een symfonie van Michael Haydn, waarvoor hij een langzame inleiding had geschreven en waardoor die lange tijd aan hem is toegeschreven als zijn 37ste symfonie KV. Zoals gewoonlijk werd het programma verder uitgebreid met een paar klavierconcerti en wat concertaria's, zo b. Aura, che intorno spiri" KV. Op 1 april speelt hij zelf de symfonie nog eens in het Burgtheater, terwijl zijn vader ze op 15 mei in Salzburg uitvoert. Net als de even populaire Haffnersymfonie zat ook deze symfonie in het "exclusieve" pakket voor prins Fürstenberg! In verpacht Graaf Nostiz het Praagse National-Theater aan de impressario Pasquale Bondini, die een grote voorkeur had voor Italiaanse opera uiteraard , maar ook voor Mozart. Hoe populair die nog altijd was, blijkt o. Mozart schrijft op 9 februari in Wenen het klavierconcerto nr. Vanaf hier schrijft hij voor een grotere bezetting. Op 22 maart schrijft hij het klavierconcerto nr. Op 11 december volgt dan het klavierconcerto nr. Tussendoor schrijft hij de klaviersonate KV. Op 15 januari vindt ten huize Mozart de uitvoering van drie strijkkwartetten plaats KV. Als op 11 februari vader Leopold op bezoek komt, worden 's anderendaags nog eens drie strijkkwartetten uitgevoerd KV. Het is dan dat Joseph Haydn tegen Leopold zegt dat hij Wolfgang de grootste levende componist vindt. Diezelfde dag nog speelt Woolfie in het Casino zijn klavierconcert nr. De inkt van de kopieën voor de muzikanten was nog nat, laat staan dat er eerst werd gerepeteerd! Toch is dit een typisch "Sturm und Drang"-concerto, waarin de muzikanten geconfronteerd werden met allerlei nieuwigheden. Beethoven, de "revolutionair", nam het op zijn repertoire en schreef er een paar eigen cadenzen bij. Ook Brahms en Wolfgangs zoon Franz Xaver schreven cadenzen, want Mozart zelf heeft de zijne nooit op papier gezet. Musicologen beweren wel eens dat de pianoconcerten van Mozart eigenlijk nog het best te vergelijken zijn met zijn opera's, waarbij de menselijke stem uiteraard vervangen wordt door het klavier. En inderdaad, in zijn latere concerten kunnen we vaak echo's horen die ons aan bepaalde operapassages herinneren. Op 2 maart voltooit hij zijn 23ste klavierconcerto in A, KV. Tussenin wordt in besloten kring ten huize van vorst Karl Auersperg "Idomeneo" hernomen en hiervoor schrijft Mozart de aria "Non temer, amato bene" KV. Dat 23ste concerto verscheen in op de CD "Mozart l'Egyptien" van Hughes de Courson ex-lid van de folkgroep Malicorne in een versie voor oud een Arabische luit, bespeeld door Henri Agnel en piano Marib Angelov en orkest. De idee om Mozart "op z'n Turks" te laten uitvoeren nadat de Courson met "Lambarena" reeds een verbinding tussen Bach en Afrikaanse muziek had gemaakt , komt natuurlijk voort uit Mozarts liefde voor de janitsarenmuziek, maar ook uit het feit dat de vrijmetselarij veel symbolen aan het oude Egypte heeft ontleend. Volgens bepaalde bronnen zou de opvoering van de rebelse "Nozze di Figaro" KV. Het is soms moeilijk om in de vervelende Graaf Almaviva de min of meer sympathieke rokkenjager uit "De barbier van Sevilla" te zien wat dus voorafgaat aan het verhaal van de Nozze, maar pas later werd gecomponeerd door Rossini , maar er is een theorie die zegt dat Rosina in hem eigenlijk de arme student Lindoro zag, voor wie hij zich uitgeeft en dat in potentie dus alle problemen met de adellijke graaf reeds aanwezig waren. In het Mozart-jaar heb de opera in niet minder dan vier verschillende versies gezien. Eender welke andere opera zou ik reeds goed beu zijn, maar deze opera is te goed om ooit beu te worden. En de verhalen van Beaumarchais trouwens ook niet. Deze Franse auteur, die daarnaast ook nog geheim agent, politicus, wapenhandelaar en speculant was, vertaalde de opstandige gevoelens die aan de grondslag van de Franse revolutie lagen naar het theater toe en voor Mozart maakte Lorenzo da Ponte daar een libretto van. De ontmoeting met Lorenzo da Ponte was het beste wat Mozart kon overkomen. Deze fijnzinnige schrijver paste helemaal bij de componist. Ook op privévlak. In was da Ponte immers verbannen uit Venetië wegens libertijns gedrag. Als priester nota bene. Na de dood van Mozart zou da Ponte overigens in Amerika diens faam uitdragen. In Wenen was da Ponte echter hofdichter en zo kreeg hij het gedaan dat de opera er sowieso kwam, want vooraf had Jozef II reeds zijn afkeer uitgesproken voor het plan dat Mozart had opgevat om van dit "revolutionaire" toneelstuk een opera te maken. Da Ponte streek de plooien dus glad, maar toch ook weer niet te glad. Sommige van de aria's zijn inderdaad zo rebels dat het eigenlijk niet te verwonderen is dat Mozart de wind van voren kreeg. Geen aandacht besteden aan de theatrale eisen van het werk zou trouwens ook niet naar de zin geweest zijn van Mozart zelf, die volgens de Zweedse dirigent Arnold Östman ook 'regisseur' was in zijn muziek dan wel te verstaan en een aanhanger van de Franse acteerstijl, die zeer levendig en zoveel mogelijk realistisch was. Daarvan kreeg ik zowaar een voorbeeld in de versie van de Opéra Royal de Wallonie. Hier was er meer theatraliteit, al begon het al meteen slecht. Na het eerste duet diende de vertoning reeds te worden onderbroken omdat het doek weigerde verder open te gaan. Aangezien een "vondst" van regisseur Pierre Fléta erin bestond dat er voor elk bedrijf een reusachtige klok de tijd aangaf, noteerde ik reeds: "Het begon nog maar en we wisten al hoe laat het was. Deze klok was misschien een referentie aan de première van die andere Figaro-opera, "Il barbiere di Siviglia" van Rossini, waarbij er voor het eerst een reusachtige klok boven het toneel hing, een duidelijk teken aan de wand dat de burgerlijke tijd was aangebroken. Maar de zangers waren goed en zij hebben op de duur de voorstelling niet enkel gered, maar in een ontroerend laatste bedrijf herinner u de ontroering van Salieri, zoals die door Murray Abraham gestalte wordt gegeven in "Amadeus" zelfs nog tot een climax opgevoerd. Als je dat echter zo bekijkt, moet je op de eerste plaats toch toegeven welke prachtige muziek die goeie ouwe Woolfie voor deze rollen heeft weggelegd. In het 25ste klavierconcerto in C, KV. Zijn trio voor piano, altviool en klarinet, het fameuze Kegelstatt-trio, werd gecomponeerd voor de familie Jacquin, wier dochter Franziska tot zijn favoriete leerlingen behoorde, n. Het werd uitgevoerd door Franziska samen met klarinettist Anton Stadler en Mozart zelf speelde de altviool: charmant, zonder overdreven virtuositeit. Het menuet wordt wel als voorbeeld van Mozarts 'demonisme' gegeven: een zeer ongewone bezetting die we enkel in de romantiek, met name bij Robert Schumann, terugvinden. Het is ook dat jaar dat hij in Wenen merkwaardig genoeg zijn 38ste symfonie schrijft die nochtans als de "Praagse" de geschiedenis is ingegaan KV. Een vooraanstaand Tsjechisch componist, Kucharz, schreef er een pianoversie van, terwijl mindere goden het ook bewerkten voor blazers, voor een kwintet, voor harp in 't café, als Duitse dansen. In Praag ontmoette Mozart opnieuw de graaf van Thun, die daar een optrekje had, en om dit te vieren voerde hij met diens privé-orkest nogmaals de Linzer symfonie uit. Een paar dagen later voerde hij ze met het opera-orkest, geleid door Strobach, overigens nog eens uit, maar dan om zijn eigen zak te spijzen. Dat lukte hem hier aardig, wat stilaan uitzonderlijk werd. In Wenen b. In Praag werd Mozart vooral "opgevangen" door Franz Xaver Niemetschek, die na zijn dood trouwens de opvoeding van zijn zoon Carl zou verzorgen. De trage beweging van de klaviersonate KV. Door het overweldigende succes van "Le Nozze" kreeg Mozart van het Praagse hoftheater opdracht een nieuwe opera te schrijven. Da Ponte deed dit vooral omdat de opera "Don Giovanni Tenorio" van Giuseppe Gazzaniga nog maar pas in Venetië in première was gegaan en hij nam bijna woord voor woord het libretto hiervoor van Giovanni Bertati over. Daarbij voegen Mozart en da Ponte dan nog het boerenpaar Zerlina en Masetto en vooral Leporello om het geheel volkser te maken en tegelijk aan te tonen dat Don Juan geen standenverschil hanteerde als het om vrouwen versieren ging. Mozart gaat op diezelfde toon verder door in de balscène verschillende muziekgenres door elkaar te brengen als hulde aan Jozef II die met zijn redoute-bals ook de mensen uit alle standen wilde samenbrengen. Vandaar ook dat Mozart de "hits" van dat ogenblik citeert, waaronder zeer terecht zijn eigen "Nozze". Voor de figuur van Leporello kregen Mozart en da Ponte ook raadgevingen van niemand minder dan Giacomo Casanova , die de première bijwoonde en zeer enthousiast was. Er was dus zeker een flinke scheut erotiek aanwezig en van alle opvoeringen die ik heb gezien was dat het meest het geval in de versie van de Mexicaanse vrouwen van de Compagnie Les Divas in het Brusselse Teater Onder leiding van de Mexicaanse regisseuse en actrice Jesusa Rodriguez voerden zeven vrouwen "Donna Giovanni" op, een feest van de zinnelijkheid, die bij alle naaktheid op het toneel nooit afglijdt naar pornografie. Een concept had ze nog niet. Alleen het idee om de vrouwen die in deze opera voorkomen wat meer naar voren te halen. Ik heb met veel regisseurs samengewerkt. En daaronder zeer goede. Maar ook al waren zij briljant, toch kwam er een ogenblik waarop onze visies uiteenliepen. In het bijzonder bij de interpretatie van vrouwenrollen ontstaat er bij de mannen iets kunstmatigs. Wij vrouwen zijn echter vol intuïtie, compleet, zinnelijk, levend van kop tot teen. Dat wilden wij eindelijk op het toneel brengen". In de enscenering van de Mexicaanse Divas is "Donna Giovanni" de ideale minnaar. Een uitvinding van vrouwen, hun schepping, een product van hun zinnelijkheid. Alle vrouwen die op het toneel verschijnen zijn Giovanni. Afwisselend, bij open doek en in razend tempo verwisselen zij van kostuum. Alleen Leporello blijft Leporello. En dat alles onder de ogen van de heilige Teresa van Avila. Het gezicht van het marmeren beeld van Gian Lorenzo Bernini, een tot reusachtige afmetingen vergroot detail vormt het decor. Heilige vervoering als uitdrukking van extatische erotiek denk aan de Hadewijch van Frieda Pittoors. Steeds weer werden trouwens in deze enscenering schilderijen geciteerd, nagebootst bijvoorbeeld Cranach, Botticelli, Manet. Mozarts ensemble-scènes in "Don Giovanni" behoren muzikaal tot de allermoeilijksten die bestaan. En behalve Regina Orozco, die Leporello speelt, beschikt geen van de actrices over een operastem. Niettemin is alles partituurgetrouw te horen. Maat, tempo, ritme en melodievoering, vrijelijk gebracht in een gescandeerde spreekwijze. Enig begeleidingsinstrument, dat een heel orkest vervangt, is een piano. Het al dan niet vermeende demonisme bij Mozart vinden we inderdaad vooral terug in zijn opera's en dan natuurlijk het meest in "Don Giovanni". Greta Haenen noemt het de "dichotomie tussen galanterie en demonisme bij Mozart". De volksmythe dat Don Juan zijn slachtoffer ook nog in zijn graf ging beledigen, waarop het standbeeld hem meesleepte naar de hel, werd er haast onmiddellijk aan toegevoegd. Toch moeten we opletten met overhaaste conclusies, zoals Greta terecht opmerkt, want in een catalogus van zijn eigen werk noemde Mozart "Don Giovanni" een opera buffo. Het optimistische slot is er dus zeker niet "in opdracht" aangenaaid, zoals aanhangers van de "demonistische visie" beweren waartoe ikzelf ook behoorde, moet ik eerlijk toegeven. Bovendien is het toch ook weer een uiting van het antifeminisme van Mozart. Het zou duren tot de naakte versie van de Mexicaanse "Divas" Jesusa Rodriguez en Liliana Felipe vooraleer we met "Donna Giovanni" een feministische versie te zien krijgen. Voor de opvoering in Wenen op 7 mei van "Don Giovanni" wijzigden Mozart en Da Ponte het tweede bedrijf: de aria's van Leporello en Don Ottavio de plaatselijke tenor kon "Il mio tesoro" niet aan en kreeg in het eerste bedrijf dan "Dalla sua pace" in ruil vielen weg en in de plaats kwam een duet, waarin Zerlina Leporello vastbindt en hem bedreigt met een scheermes. Alhoewel het geen succes was, schrijft hij toch een bisnummer bij deze Weense uitvoering namelijk het concertduet "Per queste due manine" KV. Eigenlijk is pas in een volledige uitgave voorhanden door Johann André, die wellicht eigenhandig de ontbrekende solopartij heeft aangevuld, als het al niet Constanze is geweest! Dit concerto wordt het "Krönungskonzert" genoemd, omdat Mozart het op 8 oktober heeft gespeeld ten tijde van de kroning van Leopold II die als opvolger van Jozef II al sedert februari "in dienst" was te Frankfurt am Main. Met de kroning zelf heeft het als dusdanig niets te maken, daarvoor had men een beroep gedaan op Mozart was zelfs niet als toeschouwer uitgenodigd. Overigens was Mozarts démarche tevergeefs: er daagde weinig volk op. Dit was immers eerder een mondaine aangelegenheid dan één voor muziekliefhebbers. Ondertussen was Gluck overleden, zodat Mozart op 7 december door keizer Jozef II werd benoemd tot hofcomponist. Alleen werd de bezoldiging herleid van 2. In schrijft Mozart in Wenen ook zijn drie laatste symfonieën: de 39ste KV. Men weet niet voor welke orkesten ze bedoeld waren volgens sommigen werden ze nooit uitgevoerd tijdens zijn leven , zodat men veronderstelt dat ze "vanuit een creatieve drang" werden geschreven en dat ze wel degelijk als "trilogie" waren bedoeld. Aangezien Mozart het in die tijd al hard te verduren had, kan men moeilijk aannemen dat hij zich met dergelijke "futiliteiten" zou bezighouden. Het is veel plausibeler dat hij ze heeft geschreven om ze via subscripties uitgevoerd te krijgen, maar dat er te weinig volk op afkwam. Dat was overigens de laatste keer dat hij in Wenen nog een poging ondernam om zijn muziek op die manier uitgevoerd te krijgen. Wél wilde hij naar Engeland zoals Haydn hem enige tijd later zou nadoen , omdat dit "het beloofde land" was voor componisten, maar toch slaagt Mozart er niet in ook dit gefinancierd te krijgen. Hij maakt dan maar een tournee door Duitsland, waarop hij deze drie symfonieën wellicht wél heeft gespeeld. Ook deze tournee was geen succes. Na zijn dood werd de fameuze veertigste symfonie wel degelijk onmiddellijk als een "hit" erkend. Joseph Haydn citeerde de trage beweging in zijn "Jahreszeiten" bij de woorden "je zomerse kracht is uitgeput", waarmee hij wellicht zijn te jong gestorven collega wilde in herinnering brengen. Het menuet van zijn kant diende als basis voor het menuet van Schubert voor zijn vijfde symfonie. De typisch "romantische" uitvoeringspraktijk van deze symfonie wordt toegeschreven aan Wagner. De 41ste wordt ook wel Jupiter- symfonie genoemd, een benaming die in Londen is ontstaan. Volgens Mozarts zoon is het violist en dirigent Johann Peter Salomon de sponsor van Haydn die deze bijnaam heeft uitgevonden. Hij werd voor het eerst gebruikt in toen Muzio Clementi in Londen zijn pianoversie van deze symfonie uitgaf. Men vermoedt dat de nogal pompeuze opening aan Salomon de naam van de Romeinse oppergodheid heeft ingefluisterd. Mozart legt wel de nadruk op de eigen beleving, maar via hemzelf gaat het eigenlijk over de hele mensheid. Op die manier is hij trouwens ook een kind van zijn tijd, al konden de restricties die het individu werden opgelegd toch ook wel tot heel mooie dingen leiden. Maar het werd wel tijd dat het gedaan was. Die revolutie is er in niet voor niets gekomen! Dat jaar probeerde in Biberach Justin Heinrich Knecht nieuwe muziek te zetten op de tekst van Stephanie, maar Mozarts populariteit verhinderde de mogelijkheid op enig succes. Ook "Le nozze" was een groot succes geweest zodat Keizer Jozef II aan Mozart en da Ponte een nieuwe opdracht had gegeven voor het schrijven van een opera, doch deze keer gebaseerd op een waar verhaal. Aangezien in die tijd in Wenen het verhaal de ronde deed van twee officieren die tijdens een gemaskerd bal op de weddenschap van een oude cynicus ingingen, kwamen Mozart en de Ponte al vlug bij "Cosi" uit, ook al omdat in de Nozze Don Basilio zingt "Cosi fan tutte le belle, non c'é alcuna noveltà". De muziek bij deze frase leverde trouwens ook het materiaal voor de ouverture van de nieuwe opera! De namen werden gehaald uit "Orlando Furioso", waarin in de 39ste zang een gelijkaardig verhaal voorkomt. Aangezien op dat moment nl. Wat het in de grond inderdaad een triest verhaal maakt. Da Ponte voert dus twee vrienden ten tonele, Ferrando en Guglielmo, die verloofd zijn met twee zussen: Ferrando met Dorabella en Guglielmo met Fiordiligi. Don Alfonso gaat met hen een weddenschap aan om te bewijzen dat de trouw van de beide meisjes, "zoals die van alle vrouwen", maar schijn is. Hij laat de loverboys naar de oorlog vertrekken, terwijl ze even later weerkeren vermomd als "Albanezen". Nu schakelt hij het ondeugende kamermeisje Despina in om haar geslachtsgenoten aan te manen "wat van het leven te profiteren, want dat doen hun verloofden zeker ook". En wie weet of de would be soldaten ooit nog wel behouden weerkeren? Oorspronkelijk lukt het niet, maar als ze veinzen zelfmoord te plegen en door een vermomde Despina met de methode van Mesmer als charlatan naar Parijs verbannen maar nog steeds een vriend van Mozart weer tot leven worden gewekt, gaat het al wat beter. De lichtzinnige Dorabella heeft niet zo heel veel overtuigingskracht nodig om er met zo'n leuke Albanees vandoor te gaan. Toevallig blijkt dat echter Guglielmo te zijn, daarom is de overgave van Fiordiligi aan de vermomde Ferrando nadien eigenlijk nog tragischer, want dit koppel blijkt eigenlijk goed bij elkaar te passen. Als Don Alfonso op het einde de komedie onthult, laten de meest progressieve regisseurs gelukkig ook François de Carpentries in de Munt dan ook nieuw ontstane paartjes verder gaan, terwijl de conservatieven een beetje ongeloofwaardig terugkeren naar het uitgangspunt. In het libretto staat dat de mannen de vrouwen "vergiffenis schenken", maar dat wil daarom niet noodzakelijk zeggen dat men terugkeert naar de originele koppeltjes! De meeste regisseurs laten op het einde dan ook "gelouterde" koppels zien, maar bij de versie van het Onafhankelijk Toneel waren Ferrando en Fiordiligi juist gelukkiger na hun ervaring, terwijl Dorabella, die ook bij Mozart sceptischer is over "eeuwige trouw", wel haar twijfels heeft of ze met Guglielmo, eigenlijk toch een verleider "van nature", een heel leven zal doorgaan tussen haakjes: zij verkleedden zich niet in Albanezen maar in Japanners, omdat daar anno meer mysterieuze erotiek van uitgaat dan van de islam, aldus regisseur Gerrit Timmers. Het dichtste bij een komische interpretatie kwam de Amerikaan Peter Sellars met zijn snackbar-enscenering. Het "duel" met de patattenmesjes is onvergetelijk, evenals de "bella serenata" die een van de minnaars brengt met het zoutvat als "soundmix"-mikro. Hij werd in deze interpretatie nagevolgd door zijn landgenoot David Miller, die zelfs de American Football-uitrusting van Cherubino uit Sellars' "Nozze" heeft overgenomen. Hij verandert hiervoor bovendien oh heiligschennis! Niet voor niets is Miller nog Sellars' assistent geweest Het opmerkelijke is wel dat ze de Football-maskers dragen als ze "gewoon" zijn, dus als "Albanezen" ontdekken de meisjes voor het eerst het ware gezicht van hun minnaars! Miller begeleidde een voor de rest noodzakelijk sobere voorstelling in het Brusselse "Nouveau Théâtre de Belgique" aan de vleugel, omdat het hier een eindejaarswerk van studenten betrof van het conservatorium van Luik december , maar eigenlijk een herneming uit mei Kort voor de Miller- enscenering was in de Nederlandse Opera te Harnoncourts "Cosi fan tutte" hernomen met o. Charlotte Margiono. De regie was hier van Jürgen Flimm. Het begon met een "déjeuner sur l'herbe", waarin het naakte meisje eigenlijk erg vrouw- onvriendelijk wordt bejegend, maar het is ook een vrouw-onvriendelijk stuk natuurlijk. Flimm werkte met een geprojecteerde vertaling, maar dan wel zo hoog dat je niet tegelijk naar de scène kon kijken én de vertaling lezen. Het gebruik van commedia dell'arte-figuren ook voor het koor was een beetje goedkoop, net als de doolhof op de grond, die om zichtbaar te zijn dan ook nog diende te worden gekanteld, waardoor de zangers enige problemen ondervonden. De vriendschap tussen een naïeve schooljongen en een herrieschopper leidt tot tragedie in deze thriller gebaseerd op De Bende van Venlo, een groep moordenaars die het land in de jaren negentig terroriseerden. Na een ongelukkige moord tijdens een diefstal, worden de twee vrienden gedreven naar de ond Ochtendzwemmers M. Fokker Nederlands , Paperback , Levertijd: 3 tot 4 werkdagen. Uitgande van een beeld - natte zwemmeers in een sportfondsenbad - komt een thema: vriendschap tussen mensen dat, als ze droog en aangekleed zijn, elkaar nauwelijks herkennen. Door vernuftige flashbacks, Theater Harry Mulisch Nederlands , Paperback , Levertijd: vandaag voor besteld, morgen bij u thuisbezorgd. BBToneel Theater Lees verder. Toneel Hugo Claus Nederlands , Gebonden , Levertijd: vandaag voor besteld, morgen bij u thuisbezorgd. Van begin tot het eind ontvouwt zich voor je ogen weliswaar een ongehoord rijk panorama aan personages, geschiedenissen, tragische lotgevallen, tijdsbeelden, helden van heel vroeger, Vlaamse helden, Vlaamse lafaards, leugenaars en dromers. Maar het werk is toch als een repeteergeweer van telkens het Goethes 'Faust', het verhaal van de man die zijn ziel verkocht aan de duivel in ruil voor jeugd en succes, is een van de meest vertaalde werken ter wereld. Vijf dagen voor zijn dood schreef Goethe in zijn laatste brief met enig gevoel voor understatement over het eindelijk voltooide tweede deel van Op hoop van zegen spel van de zee in vier bedrijven Hans van den Bergh; Herman Heijermans Nederlands , Paperback , Levertijd: vandaag voor besteld, morgen bij u thuisbezorgd. Herman Heijermans gaf zijn beroemdste toneelstuk Op Hoop van Zegen als ondertitel 'Een spel van zee'. Hij dacht dit werk een plaats toe in een reeks toneelschetsen die samen een genadeloze analyse dienden te geven van het sociale onrecht in de samenleving van zijn tijd. Daarnaast introduceerde Heije Iles Flottantes N. Leopold; R. Fokker Nederlands , Paperback , Levertijd: vandaag voor besteld, morgen bij u thuisbezorgd. Îles Flottantes gaat over de lotgevallen van drie heldinnen: Isa, Kaat en Sascha. En als Kaat een meisje van dertig is geworden, krijgen ze van haar vriend Max het lievelingstoetje van Kaat voorgeschoteld. Iedereen begint spontaan te applaudisseren. Kaat schaamt zich enorm. Sasscha en Isa g Fokker; P. Mulckhuyse Nederlands , Paperback , Levertijd: vandaag voor besteld, morgen bij u thuisbezorgd. Lolamoviola was een televisiereeks van de Nederlandse VPRO televisie, die werd opgezet door Bram van Splunteren en zijn eerste seizoen beleefde in Jonge filmmakers kregen de kans een laag budget singleplay voor de televisie te maken. In werden de budgetten wat opgeschroefd, mochten iets m Klantenservice Bestellen. Mijn account. Toneel-, theater- en filmteksten, ook scenario’s

Mozart 2. Don Giovanni of De verleider 3. Da Ponte Lees verder. Werk een combinatie van literatuur en muziek verhalen verteld en gespeeld C. Werk van Josse De Pauw is een veel bekroonde bundeling van notities, aanstekelijke beschouwingen, dagboekfragmenten, theaterstukken en verhalen. Eén ding hebben ze gemeen: zelfspot, droge humor en stilistisch meesterschap. Samen met een muziekensemble onder leiding van Corrie van Binsbergen speelde Lees verder. Medea Euripides Nederlands , Paperback , Levertijd: vandaag voor besteld, morgen bij u thuisbezorgd. De spannende tragedie over de woedende Medeadie als wraak op haar overspelige man besluit haar twee kinderen te doden is nu te lezen in de moderne, ritmische prozavertaling van de hand van mr. Van God los! Esselink; P. Kuijpers; P. Nelissen Nederlands , Paperback , Levertijd: 3 tot 4 werkdagen. De vriendschap tussen een naïeve schooljongen en een herrieschopper leidt tot tragedie in deze thriller gebaseerd op De Bende van Venlo, een groep moordenaars die het land in de jaren negentig terroriseerden. Na een ongelukkige moord tijdens een diefstal, worden de twee vrienden gedreven naar de ond Ochtendzwemmers M. Fokker Nederlands , Paperback , Levertijd: 3 tot 4 werkdagen. Uitgande van een beeld - natte zwemmeers in een sportfondsenbad - komt een thema: vriendschap tussen mensen dat, als ze droog en aangekleed zijn, elkaar nauwelijks herkennen. Door vernuftige flashbacks, Theater Harry Mulisch Nederlands , Paperback , Levertijd: vandaag voor besteld, morgen bij u thuisbezorgd. Het spannende verhaal ontrolt zich tijdens een eindeloze hittegolf die van stad en land een onherbergzaam oord maakt. Ook in de verhalenbundel Het pak van Kleindienst is de sfeer dreigend en mysterieus en telkens bouwt Schröder in slechts een paar bladzijden een meeslepend plot. De roman Grover vertelt het verhaal van de zoon van een garagehouder in de provincie, die na een slippertje met de mondaine Madeleine Bork zijn leven danig in de war ziet lopen. De grote doorbraak voor Schröder kwam met de roman De hydrograaf , een sfeervolle roman waarin de wetmatigheden van de zee zich spiegelen in die van de liefde. Het is de geschiedenis van Franz von Karsch die in het voorjaar van in Hamburg scheep gaat naar Valparaiso, om de wet van de zeegang wetenschappelijk te doorgronden. Van De hydrograaf werden Het boek werd in verschillende landen in vertaling uitgebracht. Hierna verschenen de roman Favonius , de essaybundel Nieuwe tijden en zijn meest recente roman De econome Bron: De Bezige Bij. Overslaan en naar de inhoud gaan. Home Categorieën Audiotours Business en management Cursussen en vrije tijd Hoorcolleges, geschiedenis, kunst en wetenschap. Hoorspelen en theater Jeugd- en kinderboeken Korte verhalen Lichaam en geest Non-fictie. Poëzie Romans en literatuur Spannende boeken Taalcursussen. Aanbiedingen Bestverkocht. Zouden ze niet naar continuïteit gaan zoeken waar die helemaal niet is? Maar bij het voorbereidende werk gebeurde precies het tegenovergestelde: Wieler en Morabito verbaasden zich erover hoe zich bij elk stuk het specifieke uitkristalliseerde. Er waren drie verschillende werelden met individuele wetten en een eigen rijkdom. De blik op de afzonderlijke dramaturgie van de individuele stukken heeft echter ook de parallellen blootgelegd. De bijzondere, noodzakelijke pogingen die elke opera voor zich vereist, heeft vragen opgeroepen die men bij alle drie de delen kan stellen: vragen over identiteit en karakterontwikkeling, over het omgaan met seksualiteit, over maatschappelijke status. Dat zijn vragen waarover je in alle stukken geregeld moet discussiëren, ook al zijn de perspectieven van waaruit je ze stelt heel verschillend. Verbanden Voor Jossi Wieler speelde in het begin het zoeken naar een scenische wisselwerking tussen de drie stukken een belangrijke rol. Juist omdat ze hadden besloten in Amsterdam zo n megaproject in één klap te zullen volbrengen, wilden ze naar verbanden zoeken om tegemoet te komen aan de vereiste totale samenhang. Wieler: Hoe langer we daar echter mee bezig waren, des te sterker werd de aantrekkingskracht van elk afzonderlijk stuk. Wij moesten ons dus in plaats van dwangmatig naar allerlei verbindende elementen te zoeken richten naar de wereld van elk van deze meesterwerken afzonderlijk. De grote verbanden zouden dan vanzelf wel tevoorschijn komen en men zou de hogere thema s hoe dan ook wel herkennen. Het gaat natuurlijk om liefde en trouw, maar dan belicht van zulke verschillende standpunten dat het een verarming zou betekenen als men zou proberen alles aan elkaar te knopen. Toch hebben we in elk van de drie producties knipoogjes verstopt die verwijzen naar de andere twee stukken. De vraag of er tijdens de voorbereiding ook teleurstellingen waren, om niet te zeggen frustraties doordat men zich heeft verbonden aan zo n megaonderneming, weet Jossi Wieler te weerleggen. Ze benaderen een stuk altijd geheel open en zonder voorbehoud. Natuurlijk gaf het in de achtergrond extra druk dat ze na de voorbereiding van de ene opera meteen met de volgende doormoesten. Maar er was een grote nieuwsgierigheid hoe het dan verder zou kunnen gaan. Onderaardse kanalen Morabito: We voelden ook de ongelofelijke rijkdom. Mozart is er binnen vier jaren in geslaagd drie complete werelden te scheppen, te vertellen. Bij hem is er niets uitwisselbaar. En dat was voor ons een grote uitdaging. Elke toon kan alleen maar in één afzonderlijk stuk klinken, kan eigenlijk niet worden verplaatst. Ingo Metzmacher: Ik kan dat slechts onderstrepen. De drie opera s zijn muzikaal heel verschillend. Maar een zin van Jossi heb ik altijd onthouden: Wij willen de onderaardse kanalen vinden die tussen de stukken bestaan. Niet dat onderzoeken wat toch al zonneklaar is. Die kanalen zijn er werkelijk en wij willen ze openleggen. Dat heeft zich vaak heel spontaan ontwikkeld tijdens de repetities. Bij Così fan tutte hadden we bij een bepaalde passage tamelijk aan het begin het gevoel dat we even moesten stoppen om de intrige anders te belichten. En daar klonk dan ineens muziek uit een ander stuk. De toonsoort legt het verband: f-klein komt bij Mozart heel zelden voor en zo hebben wij een kanaal gezocht en gevonden. Een korte muzikale frase uit Le nozze di Figaro opent een andere blik op de intrige in Così. Later zal ook nog een citaat uit Don Giovanni te horen zijn. Maar dat, bevestigt Metzmacher, is dan heel bewust ingezet. En dat alles zonder dat op dat moment de twee andere opera s al gerepeteerd waren. Morabito: We zochten naar een moment dat de naïviteit van de beide jonge meisjes in Così bijzonder duidelijk maakt, hoe zij tegen de gebeurtenissen aankijken als ze de intrige nog niet doorzien. In de muziek van Barbarina uit de Nozze vonden we deze bijzondere klank van verdriet en verlies. Maar het geheel is zeer eenvoudig, poëtisch en speels. Dat moet je niet te gewichtig maken. Così kun je beschouwen als het meest privé, het persoonlijkste stuk, waarin de zes personages in vergelijking met die van de andere opera s het jongst zijn. Don Giovanni staat in zijn totale opzet misschien het meest op zichzelf, onderscheidt zich van de andere door de centrale plaats van één hoofdpersoon en in de individuele beschrijving van de andere personages. Le nozze di Figaro is dan misschien het meest politieke stuk, met personen die al een zekere levenservaring hebben. Dat dan de jongste persoon in deze opera een verband met Così fan tutte vormt, lijkt tegelijkertijd verrassend en logisch. Het gaat om persoonlijke ervaringen die de personages in Così doormaken en die Barbarina in de Nozze nog moet opdoen. In Così is de bezetting met zes zangers het kleinst. Een deel van dit ensemble zien we terug in de Nozze, en in Don Giovanni zijn de persoonlijkheden in het stuk zelfstandiger, ook al zijn daarbij een paar zangers die in kleinere rollen terugkeren voor de Nozze. Maar het ging zeker niet alleen om bezettingsoverwegingen. Ingo Metzmacher Bezettingskwesties Morabito: Dat we met Così beginnen, heeft ook daarmee te maken dat het gaat om een initiatieverhaal, om het zichzelf ervaren in gesimuleerde situaties. Don Alfonso duwt vier jonge mensen de maalstroom van de volwassenwording in. En het ging er ons bij dit eerste stuk ook om dat we elkaar over en weer konden leren kennen, om te zien hoe dit ensemble functioneert. Waar gaan we in ons gezamenlijke werk naar toe? Precies zoals het in het stuk zelf ook is: hoe ver gaan de personages in hun omgang met elkaar? Wanneer komen de momenten dat ze bang worden en eigenlijk niet verder willen gaan? Zo werd het werk met het stuk verbonden: we zijn elkaar voorzichtig genaderd in een klein kader, hebben elkaar zo leren kennen. Voor het werken aan de Nozze was dat geweldig, want we konden voortbouwen op de eerdere ervaringen. We hadden al een gemeenschappelijke taal gevonden. Natuurlijk is het een luxe, vindt Wieler, dat in de Nozze kleinere partijen bezet zijn met zulke uitstekende zangers, die in de andere opera s hoofdrollen zingen. Ze verstaan onze taal en hebben niet het gevoel dat ze in een bijrol onbelangrijk zijn. Metzmacher benadrukt dat het van meet af aan een idee in dit project was om bepaalde zangers weer te laten opduiken, dat op die manier de gedachte en het gevoel van een ensemble ontstaat. Zoals de auteurs dezelfden zijn, zijn de uitvoerenden dat ook. En aan het eind van de hele trilogie wordt de finale uit de Nozze letterlijk genomen: Corriam tutti a festeggiar! Laten we snel gaan feestvieren! Morabito brengt daar tegen in dat juist de finale van de Nozze ook een opening betekent, terwijl de finales van de twee andere opera s eerder een conventionele functie hebben. Hier is sprake van een moraal en dit slot heeft tegelijkertijd iets verheffends, haast iets heiligs. Maar in zijn geheel onderscheidt Don Giovanni zich in muzikaal opzicht het meest van de twee andere. Het is beslist het meest expressieve, het wildste van de drie, vindt Ingo Metzmacher. Sergio Morabito wijst erop dat dit ook qua dramaturgie het meest heikele stuk is, zich het minst als een geheel samen laat voegen. Hoe alles er op drie dagen achterelkaar zal uitzien en hoe het zal klinken, is een ervaring die het team ten tijde van ons gesprek nog moet opdoen. Metzmacher denkt dat er nog een paar onderaardse kanalen actief zijn, die vervolgens in de voorstellingen naar boven zullen komen. Stukken van nu Wat het concept betreft, sluit het team in de drie producties nauw aan bij onze tijd van nu. Così is een stuk over de jeugd en staat misschien daarom al wat verder weg van het heden. Don Giovanni is ook in dit opzicht een uitzondering, is eerder een kosmos op zich dan iets wat qua tijd eenduidig kan worden vastgelegd. En de Nozze komt wat de maatschappelijke constructie betreft het meest overeen met onze huidige situatie. Voor Jossi Wieler zijn de personages in Così adolescenten. Iets anders kan hij zich er al niet meer bij voorstellen. Het gaat om hun eerste ervaringen. Maar omdat deze ervaringen die de personages daarin op hun vijftiende opdoen tegenwoordig misschien al door negenjarigen worden opgedaan, hebben wij het stuk iets verder teruggeplaatst, naar een tijd waarin de moraal nog wat meer intact leek te zijn dan tegenwoordig. Voor wat wij willen vertellen, is een wat onschuldiger wereld noodzakelijk. In de Nozze is de wereld veel cynischer. Così is een intelligent, wijs stuk, het enige werkelijke bedenksel van Lorenzo da Ponte. Terwijl de personages in Così geen verleden hebben, hebben die van de Nozze zelfs een gemeenschappelijk verleden, dat ze onder het tapijt proberen te vegen. Het gaat om macht en geld, en daarmee staat het stuk het dichtst bij onze op carrière gerichte maatschappij. In Don Giovanni daarentegen zijn de personages door hun verleden gevormd en komen ze daar niet meer van los. Het zijn individuen die door het titelpersonage met elkaar verbonden zijn. Het is geen realistisch gebeuren, anders dan in de Nozze, waar het erom gaat hoe men zich in de maatschappij opstelt: een maatschappijkritische komedie, die laat zien welke strategie de personages moeten volgen om in deze wereld te bestaan, te overleven, succes te hebben. Ze moeten manipuleren en onder controle houden om hun concurrent uit te schakelen. Vormen van sociale afhankelijkheid worden heel realistisch geschilderd. De noden van deze mensen zijn ons allemaal vertrouwd en duidelijk herkenbaar uit onze eigen omgeving. Don Giovanni is in dat opzicht veel surrealistischer, ook al zijn er verschillende hiërarchieën. De mensen zijn van elkaar geïsoleerd; ieder staat met zijn eigen verlangens alleen. Voor Wieler maken de personages in Don Giovanni geen ontwikkeling door. Ze zijn gestigmatiseerd: de dienaar blijft de dienaar, de verlaten vrouw blijft de verlaten vrouw en wie de hoorns opgezet krijgt, blijft de hoorndrager. Er zit eigenlijk geen echte handeling in, voert Morabito aan. De personages kunnen zich niet losmaken van het stempel dat op hen gedrukt is, van de verwondingen die ze hebben opgelopen. Het hele gebeuren stagneert. Wat de vorm aangaat, voel je je door het libretto en de regieaanwijzingen in de steek gelaten. In Le nozze di Figaro daarentegen is alles gedetermineerd, de tandwielen van de komedie zijn daar perfect geolied. In de eerste finale van Don Giovanni wordt echter helemaal niet verteld wat daar werkelijk gebeurt. Pas uit het begin van de tweede akte kun je zo ongeveer reconstrueren waarom het Giovanni weer eens is gelukt te vluchten. Hoe en waarom Giovanni telkens weer kan ontsnappen, wordt echter nooit verklaard. Dat is een deel van zijn mythe. Hij is zoiets als een figuur die zich telkens op een andere hoogte beweegt een soort Dionysos, die je niet kunt ketenen. Ruimte voor interpretatie Is Don Giovanni dan voor een regisseur het meest aantrekkelijke stuk, aangezien bijvoorbeeld in de Nozze alles bijna technisch vastligt? De ruimte voor interpretatie is bij de Nozze inderdaad uiterst beperkt, bevestigt Jossi Wieler. Je moet nog dieper graven om als regisseur een beetje lucht te krijgen. Het stuk is erg rigide. Als bewerking van een bestaand, destijds actueel en deels verboden toneelstuk tot een opera kon hier in de recitatieven werkelijk niets worden weggelaten, en het spannende zat hem erin hoe er ruimte voor een eigen interpretatie te vinden was. Voor Morabito valt of staat de perceptie van dit stuk met het feit dat je niet uitsluitend bezig mag zijn met het doorgronden van de mechanismen van het stuk: je moet je juist steeds afvragen waarom deze wereld zo functioneert. De aandacht moet niet alleen op het mechanisme gericht zijn, maar vooral op de inhoud. Je kunt misschien nog plezier met het stuk hebben maar door distantie verlies je de toegang tot de inhoud. Je zou een taal moeten vinden die de komische elementen niet tot een doel op zich laat worden. In de beroemde en ook beruchte tuinscène willen ze proberen een spelletje te spelen met de waarneming van de toeschouwers. In dit verband moet het publiek zelf ervaren hoe men door te zien en te horen bepaalde conclusies kan trekken om de juiste of de verkeerde informatie te verkrijgen. Daarom wordt hier ook gebruikgemaakt van videoprojecties, van een ander medium. De toeschouwer maakt daarbij zelf mee hoe het horen en zien kan worden gemanipuleerd. Het regieteam hoopt zo de poëzie van Mozarts muziek nieuwe vleugels te verlenen, in plaats van slaafs de regieaanwijzingen op te volgen. Als laatste deel van de trilogie moet op deze manier de finale van Le nozze di Figaro een buitengewoon culminatiepunt bereiken. Het specifieke van de Don Bij Don Giovanni ligt de scenische problematiek anders: In de tweede akte gebeurt daar bijna niets, je hebt de ene aria na de andere. Maar muzikaal gebeurt er zo oneindig veel en dat geeft je de vrijheid om alles vanuit deze muziek te vertellen en ook te bedenken, verklaart Jossi Wieler. Het personage van Giovanni zelf heeft voor Ingo Metzmacher helemaal geen eigen muziek. Hij leeft in de muziek van de anderen en provoceert hen tot hun muziek. Alles draait om een centrum dat er eigenlijk helemaal niet is. De Champagne-aria en de serenade zijn niets specifieks. De muziek om Giovanni heen is daarentegen juist des te kleurrijker en feller. En dat willen Wieler en Morabito nu precies scenisch overbrengen. Giovanni probeert bij alle figuren om hem heen iets los te maken, hen tot reacties te bewegen, vindt Wieler. Met wie hij ook zingt, hij doet dat altijd perfect. Of het nu met Anna, Elvira of Zerlina is, hij past zich telkens aan. Net zoals Lulu in de opera van Berg , die voor elke man een andere naam draagt, telkens anders is en daarbij toch zichzelf blijft. Natuurlijk is Giovanni ook specifiek, maar altijd in de context met degene tegenover hem. Hij heeft meer dan vrouwen bemind, maar nooit was het routine. Hij verstaat de kunst om hen allen op heel verschillende manieren lief te hebben en communiceert met elke vrouw afzonderlijk. Voor Metzmacher zijn het juist de ensembles die tot de mooiste momenten in dit stuk horen: het duet van Giovanni met Zerlina, het kwartet van Giovanni met Anna, Ottavio en Elvira, en het terzet met Leporello en Elvira. En bij de aria s is hij telkens degene die deze oproept. Beddenkerkhof Morabito: Hij raakt de zenuw bij elk personage en boort net zolang tot hij die gevonden heeft. Dat kun je zien als een soort sadisme of destructiviteit. En hij maakt dingen los. Hij is de vleesgeworden ontkenning. Dat maakt hem veel interessanter dan wanneer hij alleen maar een latin lover zou zijn. Zijn kracht ligt bijvoorbeeld ook in zijn atheïsme. Dat was juist het schandalige in dit personage: niet dat hij zo veel vrouwen heeft verleid of de Commendatore gedood, maar dat hij God geloochend heeft en de rust van de doden verstoord. Hij wordt gestraft omdat hij op het kerkhof lacht. In onze productie vatten we de kerkhofscène op als een metafoor voor de hele wereld waarin het stuk speelt. Een kerkhof vol bedden. Maar de bedden vertellen ook iets over relaties tussen paren in een geïnstitutionaliseerd huwelijk, die door Giovanni worden opengebroken, licht Wieler toe. Het bed staat voor het burgerlijke idee van liefde bij allen die daarvan dromen, erin leven of die deze niet meer kunnen beleven omdat ze in de steek gelaten zijn. Precies dat wordt door Giovanni opengebroken. Hierin ligt voor de regisseurs ook de positieve kracht van de titelheld: hij blaast versteende compromissen op om leven mogelijk te maken. En omdat hij de anderen confronteert met hun eigen onopgeloste problemen, belichaamt hij voor hen een krachtige provocatie. Recitatieven Onvermijdelijk moet in ons gesprek ook de vraag naar de behandeling van de recitatieven aan de orde komen. Het verhalende element in Così fan tutte en Le nozze di Figaro heeft ertoe geleid dat in beide stukken praktisch niet gecoupeerd is. In Don Giovanni daarentegen zitten er in de recitatieven veel coupures, juist omdat het stuk helemaal niet als een doorlopend verhaal werkt. Werd er in de recitatieven gezocht naar een overeenkomst, die bij Così bijvoorbeeld te maken heeft met de naïviteit van jonge mensen en zullen we in de Nozze iets voelen van de hardheid van de wedstrijd die in alle personages naar buiten komt? Zullen wij in de recitatieven ook aanpassingen aan onze huidige tijd te horen krijgen? En welke positie nemen de recitatieven bij Don Giovanni in? Daarom, legt Sergio Morabito uit, wilden zij zich wat de recitatieven betreft niet richten naar de historische uitvoeringspraktijk, eventueel verrijkt met muzikale grapjes. Zij willen de recitatieven niet muzikaliseren maar bewust opvatten als situatieve momenten. Het toneelmatige, dialogische was beslissend. Niets wordt nieuw gecomponeerd of aangepast, maar de klank van de recitatieven moet in verband staan met de wereld van het betreffende stuk. Wij hebben drie verschillende oplossingen gevonden die met de werelden uit de drie verhalen corresponderen. Het continuo is deel van de bühne. Metzmacher: Così speelt in een vakantiekamp en in elk vakantiekamp is er wel iemand die gitaar speelt. Die begeleidt onze jongelui met veel inlevingsvermogen tijdens hun recitatieven. Dat hebben we eerst uitgeprobeerd en het werkt echt goed. Bij Don Giovanni was het altijd het idee om een virginaal te gebruiken, een klein, niet erg resonansrijk instrument, dat nu in het decor ingebouwd is. Een figuur die uit de naaste omgeving van de Commendatore komt, zal de figuren begeleiden in hun recitatieven, die nu uit de burgerlijke beddentombe klinken. De moeite die het kost om aan dit instrument klank te ontlokken past natuurlijk in deze wereld. En bij de Nozze moest de klank natuurlijk nog dichter bij ons heden liggen. De omgeving heeft hier iets synthetisch, is zeer op uiterlijk gericht. Wij zullen hier een elektronisch instrument gebruiken, dat niet uit zichzelf klinkt, maar alleen daar waar men een luidspreker installeert. Sergio Morabito merkt in dit verband op dat de realisering van de recitatieven, met zulke sterk verschillende instrumenten en in aansluiting op een hedendaagse manier van spreken, zonder de creatieve medewerking van taalcoach Rita de Letteriis ondenkbaar geweest zou zijn. Dat een concentratie op taal en woord zonder muzikaal de boventoon te voeren werd bereikt, is vooral aan haar te danken. Zeker zullen velen ervan schrikken, maar het team houdt elke andere keuze voor een gemakzuchtig compromis. Drie genres Hoe de verschillende stijlen bij muzikale nummers en recitatieven dan gezamenlijk zullen werken, hoe ze zich vermengen of juist tegen elkaar afzetten, moet nog worden afgewacht. Dat contrastwerkingen ook de oude luistergewoontes positief kunnen beïnvloeden, konden DNO-bezoekers al ondervinden bij La clemenza di Tito, waarvoor Manfred Trojahn nieuwe recitatieven had gecomponeerd. Een wereld van nu en een continuo uit de achttiende eeuw passen naar Metzmachers mening niet bij elkaar. Maar juist deze werelden en de manier waarop ze verteld worden, horen bij elkaar. Aan het slot van ons gesprek benadrukt Jossi Wieler nog een keer wat ook bij de verschillende benaderingen van de recitatieven werd bewezen: het gaat om totaal verschillende werelden, haast om drie genres. Elk stuk is een klassieker op zich. Daarmee is de vraag naar een enkel, overkoepelend verband vanzelf en definitief beantwoord. Maar dat dit door dezelfde auteurs werd bereikt, maakt hen geniaal en onsterfelijk. Je denkt altijd Mozart te kennen, maar hoe dichter je Mozart nadert, verzekert Ingo Metzmacher, hoe meer je versteld staat over de rijkdom en de veelzijdigheid van zijn werken. I Ferrando is verliefd op Dorabella, en Guglielmo op haar zuster Fiordiligi. Don Alfonso wekt hun verontwaardiging door te beweren dat ook hun geliefden ontrouw zullen worden. Hij sluit hierover een weddenschap met de mannen af. Dorabella en Fiordiligi wachten vol verlangen op hun aanbidders. Dan verschijnt Alfonso met de onheilstijding dat hun verloofden naar het slagveld moeten vertrekken. De paren nemen afscheid en zweren eeuwige trouw. Dorabella laat haar vertwijfeling de vrije loop, maar het dienstmeisje Despina raadt de zusters aan naar nieuwe minnaars uit te kijken. Alfonso besluit Despina in zijn plan te betrekken. Hij stelt haar twee vreemdelingen voor, die op de beide zusters verliefd zijn. Despina herkent Ferrando en Guglielmo niet. De zusters zijn ontzet als er vreemde mannen over de vloer zijn. Als reactie op hun geflirt betuigt Fiordiligi haar rotsvaste trouw. Op Despina s aanraden simuleren de vreemdelingen een zelfmoordpoging. Als wonderdokter slaagt Despina erin beide mannen aan de dood te ontrukken, maar hun volledige genezing kan slechts door een kus bewerkstelligd worden een voorstel waarop de jonge vrouwen met woede en afschuw reageren. II Despina geeft de zusters adviezen voor een vrijblijvende flirt met de twee vreemdelingen. Inmiddels zijn ze wel bereid zich met hen te amuseren. Dorabella kiest voor de vermomde Guglielmo, Fiordiligi voor de vermomde Ferrando. De mannen vragen om vergiffenis voor hun vrijpostige gedrag. Na bemiddeling van Alfonso en Despina komen de nieuwe paren nader tot elkaar. Dorabella is al snel bereid het medaillon van Ferrando te ruilen voor een hartje van de vermomde Guglielmo. De verklede Ferrando daarentegen wordt door Fiordiligi verontwaardigd afgewezen. Alleen achtergebleven moet zij zichzelf echter bekennen dat ze verliefd is geworden. Dorabella wil met haar nieuwe geliefde een nieuw leven beginnen. Fiordiligi daarentegen besluit Guglielmo na te reizen. Terwijl ze hiertoe de achtergebleven kleding van Ferrando aantrekt, wordt ze door hem verrast. Ze kan geen weerstand meer bieden. Alfonso houdt de ontgoochelde mannen voor welke les ze uit hun recente ervaringen kunnen trekken: zo zijn alle vrouwen! Despina meldt dat de zusters bereid zijn te trouwen, een notaris is al ter plekke. Tijdens een huwelijksplechtigheid zetten beide bruiden net hun handtekening onder het contract als de terugkeer van Ferrando en Guglielmo wordt aangekondigd. De kersverse bruidegoms verstoppen zich in een zijkamer om meteen daarna met hun eigenlijke identiteit hun terugkeer te simuleren. Alfonso kan nog maar net voorkomen dat het spel escaleert. Repetitie Così fan tutte. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau van Het Muziektheater: , of een van de andere verkooppunten zie pag. De voorstelling duurt circa 3 uur en 50 minuten. Er is 1 pauze. Het operaboek Così fan tutte is verkrijgbaar in Het Muziektheater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis, en het libretto in het Italiaans en in een Nederlandse vertaling opgenomen. De prijs is 8,-. De intriganten zijn bij De Nederlandse Opera al bekende gezichten, de jonge paren maken hun huisdebuut: een bonte mengeling van nationaliteiten, die door de repetities tot een echte groep aaneen wordt gesmeed. Soms botsen de verschillende meningen nog, soms vloeien de ideeën over de rol en over het echte leven in elkaar over. Eigen ervaringen en hypotheses vanuit het stuk maken de schijnbaar onbegrijpelijke handeling juist daardoor des te waarschijnlijker. Alle zes zangers zijn na de repetitie doodop. Zij hebben net een doorloop van het hele stuk gehad, gevolgd door nog een lange sessie met notes van het regieteam, wat nogmaals volledige concentratie eiste. Morgen gaan ze het toneel op. De Spaanse mezzosopraan Maite Beaumont hervindt als eerste haar temperament, geheel in overeenstemming met haar rol. Op de vraag of zij allen in het Mozartjaar ook meer Mozart dan anders hebben gezongen antwoordt Maite: Ja, Mozart is een zwaartepunt in mijn activiteiten. Ik heb juist de twee rollen die ik nu in Amsterdam zing Dorabella en Cherubino in veel andere producties gedaan. Maar ik vind het heel fijn om hier met beide tegelijk bezig te zijn en dan ook nog een vrouw én een man te mogen spelen. Meteen zitten we midden in de discussie. Terwijl Luca Pisaroni intussen overal een veelgevraagde Guglielmo is en dit jaar ook al Don Giovanni heeft gezongen, beschouwt Danielle de Niese Despina zichzelf nog als een beginner in het Mozart-vak. Haar bijdrage aan het Mozart-jaar bestaat uit twee partijen in de Mozart Da Ponte-trilogie gelijktijdig, in Amsterdam. Garry Magee Don Alfonso heeft daarentegen dit vak al een hele tijd niet meer gezongen. Hij is meer thuis in het repertoire uit de negentiende en twintigste eeuw, en vindt het best moeilijk om weer om te schakelen qua stijl. Sally Matthews, de Fiordiligi, is dol op Mozart: Dit repertoire zing ik het meest. Ik geef ook veel concerten, met werken als de Mis in c of Exsultate jubilate. Geloofwaardigheid Over de handeling van Così fan tutte heeft men telkens weer kritisch opgemerkt dat die niet bepaald geloofwaardig zou zijn. Jossi Wieler en Sergio Morabito benaderen het stuk op een betrekkelijk realistische manier. Hoe staan de zangers tegenover de vraag naar de geloofwaardigheid? Danielle de Niese kan zich wel voorstellen dat zich iets dergelijks zou afspelen binnen de daarvoor uitgekozen wereld van deze jongens en meisjes. Aan de andere kant zijn er momenten die veel minder geloofwaardig zijn dan in andere producties: Despina wordt niet eens echt verkleed, het gaat daar meer om haar houding. Er zitten elementen in deze productie die heel normaal zijn, juist gereduceerd, ontheatraal en niet erg expressief. Dan weer zijn er situaties waarbij de toeschouwers worden gedwongen de gedachte aan waarachtigheid te laten varen, om zich helemaal open te stellen voor de betreffende scène. Het gaat er vooral om hoe deze kinderen op het toneel zich het leven voorstellen, wat ze zelf menen te moeten doen en hoe ze tegen de gebeurtenissen aankijken. Voor Sally Matthews is de kern van het verhaal dat het jonge mensen zijn die zelf spelen met het idee van misleiding en bedrog. Het gaat over trouw. In dat opzicht is het verhaal heel actueel en betreft het ieder van ons. Dat is altijd zo geweest en het zal altijd zo blijven. In wezen is wat er gebeurt, nadat men het van het stof heeft ontdaan, echt geloofwaardig, vooral wanneer je bedenkt hoe jong deze kinderen zijn. Het is een overgang naar volwassenheid, voegt Danielle de Niese hieraan toe. Voor hem is de realistische benadering met sprongen naar het surreële niets nieuws: Het gaat er niet zozeer om wat de mensen op het toneel geloven maar om wat de toeschouwers geacht worden te geloven. Als je dan iets fantasie-achtigs presenteert in een realistisch kader, ontstaat er meestal iets heel bijzonders. Of dat dan ook wordt aangenomen, is weer een andere zaak. Sally Matthews benadrukt dat je als vertolker bij deze regisseurs veel vrijheid hebt. Ze geven je de ruimte om je personage uit te werken, maar ze willen wel dat dit levensecht is. Je kunt niets verkeerd doen zolang je waarachtig en natuurlijk blijft. Voor Maite Beaumont was het uitgangspunt helder en duidelijk: Als je je voorstelt dat je vijftien of zestien jaar oud bent en naar een zomerkamp gaat, dan weet je dat dit verhaal heel goed kan werken. Begrip Het idee van de gezamenlijk doorgebrachte vakantie heeft zich niet voortgezet in de repetitieperiode. Het is waar dat de zangers de meeste tijd met elkaar in het theater doorbrengen, maar het fijne ensemblegevoel blijft beperkt tot het werk. Onder grote hilariteit wordt door allen bevestigd dat ze alleen slapen, ook al willen ze niet voor elkaar spreken. Omdat het zo n ensemblestuk is, zegt Danielle met nadruk, werden we op een paar uitzonderingen na ook altijd met zijn allen voor de repetities besteld. Het groepsgevoel was er toen meteen al, maar we hebben dat niet uitgebreid naar onze vrije tijd. Luca Pisaroni heeft als Guglielmo wel een paar problemen gehad. Niet alles is voor hem even overtuigend als het werken met Wieler en Morabito aan Le nozze di Figaro wat niets te maken heeft met het feit dat hij als Guglielmo meer ervaringen in andere producties heeft opgedaan. Eigenlijk heeft hij de Figaro veel vaker gezongen. Ten tijde van ons gesprek zijn voor hem nog niet alle onduidelijkheden over zijn personage uit de weg geruimd. Danielle de Niese probeert begrip op te brengen voor haar collega: Juist bij een zo ingewikkeld stuk als Così, waar het gaat om verdachtmakingen en ongeloof, probeer je op een natuurlijke wijze alles met elkaar te verbinden, zodat je de logica van je personage doorgrondt. Maar Jossi en Sergio houden ervan om zo nu en dan ook dingen in het ongewisse te laten. Daarmee bereiken zij dat de toeschouwer veel meer moet nadenken. Misschien wordt niet alles zo duidelijk als het in het libretto staat, maar de uitdaging voor de toeschouwers wordt des te groter, want die moeten zich zien in te leven in de wereld van deze jonge mensen. Ze moeten meer bij zichzelf te rade gaan. Maar is juist het einde van Così niet zonder meer een open vraag? Is dat de reden dat door de regie nog veel meer vraagtekens worden gezet bij de logica achter de hele handeling? Zul je elkaar dan niet eeuwig trouw willen blijven als je als adolescent een verbintenis aangaat? Na een of twee jaar stel je vast dat het een vergissing was. Dat is ook een beetje de manier van werken van Wieler en Morabito, brengt Garry Magee in het midden. Zij laten zich inspireren door de ontwikkelingen tijdens de repetities, door de individuele zangers, zonder alles vooraf vast te leggen. Dat bevalt mij wel. Zo kunnen ze ook ingaan op onze eigen persoonlijkheden. Meerdere rollen Sally Matthews is de enige in deze groep die niet met nog een andere rol meedoet met de Mozart Da Ponte-trilogie. Eerst vond ik dat jammer, maar nu ben ik blij dat ik mij op één partij kan concentreren. Ik spring niet zo graag van de ene rol in de andere en ik weet niet of ik bij een tweede partij beide tot hun recht zou kunnen laten komen. Aan de andere kant weet ik op deze manier natuurlijk ook niet wat ik mis. Maite Beaumont vindt het erg leuk om bijna elke dag van het ene geslacht in het andere te kruipen. Ze geniet enerzijds van de eenheid die de regisseurs in beide stukken scheppen, anderzijds heeft ze plezier in de grote verschillen tussen de rollen van Dorabella en Cherubino, die totaal niets met elkaar te maken hebben. Norman Shankle verdeelt zijn aandacht tussen de werkelijk zware tenorpartij van Ferrando en de kleine rol van Don Curzio in Le nozze di Figaro. Op de vraag waaruit de uitdaging bij Don Curzio dan wel bestaat, barst hij in schaterlachen uit: Niet in slaap vallen! Don Curzio is voor mij heel eenvoudig. Moeilijk is het om de energie goed te verdelen, want ik moet vanuit de grote inspanning voor Ferrando terugschakelen om voor Don Curzio op het juiste niveau te zitten. Garry Magee lijkt als Don Alfonso in Così en als Il Conte in de Nozze de bad guy te zijn in de beide voorstellingen waaraan hij meewerkt. Dat is maar hoe je het bekijkt, antwoordt hij. Ik zie dat anders! In Così heeft Don Alfonso goede bedoelingen: hij wil de kids iets bijbrengen, ze tonen hoe het werkelijke leven is, ook al is dat vanuit zijn eigen gezichtspunt. Als de Graaf beweeg ik mij in mijn eigen wereld. Ik kan doen en laten wat ik wil. Allen werken hem tegen en hij begrijpt maar niet waarom. Pas aan het einde beseft hij wat er aan de hand is en wordt hij tot een gebroken man. Maar Jossi denkt dat hij na alle verwikkelingen van de dwaze dag misschien drie weken op vakantie gaat en dat na zijn terugkomst alles weer opnieuw begint. Alles is goed gekomen aan het eind maar voor hoelang, dat weet niemand. Dwarsverbanden Luca Pisaroni ziet geen bijzondere verbanden tussen Guglielmo en Figaro: In de ene opera speel ik een kind, in de andere een volwassene, die precies weet wat hij wil. En telkens wanneer er bij Figaro iets fout gaat, probeert hij de situatie opnieuw naar zijn hand te zetten. Hij doet alsof hij alles onder controle heeft. Danielle de Niese speelt als Despina en als Susanna het dienstmeisje in de twee opera s. Maar ze heeft helemaal niet het gevoel dat beiden dezelfde baan hebben: Despina heeft veel meer ervaring. Ze is niet eens veel ouder dan de twee meisjes maar juist die paar jaren maken het hele verschil uit. Ze weet wat een gebroken hart betekent en vindt niet dat ze de twee meisjes daarvoor moet beschermen. Susanna is veel zuiverder. Zij wil al haar positieve gevoelens over liefde en huwelijk vasthouden. Wat mijn relatie tot Alfonso betreft, wordt ook weer veel opengelaten. We hebben er heel vaak over gepraat of ze een erotische verhouding met elkaar hebben gehad of niet. Vaak schijnt er een vonk te zijn en dan verwatert het gevoel weer. Net als aan het eind van de opera: de vier jongelui blijven met elkaar in een kamer achter en we weten niet wat daar gaat gebeuren. Maite Beaumont en Norman Shankle vertegenwoordigen nogmaals de belangen van de beide paren. Ze vinden dat Despina en Don Alfonso in werkelijkheid niets voor hen gedaan hebben; ze zijn teleurgesteld en denken dat ze niets van hem geleerd hebben. Plotseling ontstaat er nogmaals een heftige discussie en aan het eind daarvan is men het erover eens dat wat er te leren viel uit de ervaringen in het zomerkamp pas na een paar jaar duidelijk zal worden. Op deze manier wordt duidelijk hoe na de zes solisten uit Così fan tutte het concept aan het hart ligt en hoever de identificatie met hun rollen reikt. Dat er vaak werd gelachen, bewijst hoe homogeen ze als groep geworden zijn. Vertaald door Frits Vliegenthart. I Leporello, de bediende van Don Giovanni, wil zijn lot als knecht ruilen voor een bestaan als edelman. Donna Anna probeert een onbekende vast te grijpen, die haar wilde verleiden. Haar vader, de Commendatore, wordt door de vreemdeling gedood. Zij laat Don Ottavio, haar verloofde, zweren dat hij deze moord zal wreken. Donna Elvira herkent de onbekende als Giovanni, die haar na drie dagen huwelijk verliet. Leporello heeft een lijst bijgehouden van alle veroveringen van zijn baas. Giovanni weet ook Zerlina, de bruid van de boer Masetto, te bekoren, maar Elvira waarschuwt het meisje voor hem. Anna en Ottavio voelen deernis met Elvira, die hen inlicht over Giovanni s wandaden. Anna meent in Giovanni haar verleider en de moordenaar van haar vader te hebben ontdekt. Ottavio trekt haar woorden echter in twijfel. Zerlina probeert de onmin met Masetto af te zoenen, maar ze kan Giovanni niet vergeten. [27 uitgaven gevonden in Allard Schröder

Hun spraakmakende tijdgenoot, de oud geworden Casanova, laat het leven van Da Ponte gevuld met keizers, dichters, zangeressen, theaterdirecteuren en natuurlijk Mozart aan ons oor voorbij komen. Allard Schröder is schrijver, essayist en redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor. Hij debuteerde met de roman De gave van Luxuria , twee jaar later gevolgd door De muziek van de zwarte toetsen. Daarvoor was hij actief als tekstschrijver en vertaler. Raaf , Halewynprijs is zijn eerste roman die verscheen bij De Bezige Bij. Het spannende verhaal ontrolt zich tijdens een eindeloze hittegolf die van stad en land een onherbergzaam oord maakt. Ook in de verhalenbundel Het pak van Kleindienst is de sfeer dreigend en mysterieus en telkens bouwt Schröder in slechts een paar bladzijden een meeslepend plot. De roman Grover vertelt het verhaal van de zoon van een garagehouder in de provincie, die na een slippertje met de mondaine Madeleine Bork zijn leven danig in de war ziet lopen. De grote doorbraak voor Schröder kwam met de roman De hydrograaf , een sfeervolle roman waarin de wetmatigheden van de zee zich spiegelen in die van de liefde. Het is de geschiedenis van Franz von Karsch die in het voorjaar van in Hamburg scheep gaat naar Valparaiso, om de wet van de zeegang wetenschappelijk te doorgronden. Van De hydrograaf werden Het boek werd in verschillende landen in vertaling uitgebracht. Hierna verschenen de roman Favonius , de essaybundel Nieuwe tijden en zijn meest recente roman De econome Bron: De Bezige Bij. De roman Grover vertelt het verhaal van de zoon van een garagehouder in de provincie, die na een slippertje met de mondaine Madeleine Bork zijn leven danig in de war ziet lopen. Hierna verschenen de roman "Favonius" , de essaybundel "Nieuwe tijden" , en de romans "De econome" en "Amoy" , "Wenst" en "De dode arm" In maakte Schröder zijn debuut als dichter met de bundel "Het meisje met de afstandsbediening. Borgia of Machiavelli in de schaduw van de heerser. Don Giovanni of De verleider. Volgens musicologen dateren sommige gedeelten zelfs uit de 19de eeuw. Er zit b. Anderzijds zitten er duidelijk Mozartiaanse wendingen in. De meest plausibele verklaring is dat Mozart in Parijs een paar schetsen heeft achtergelaten, die later door Eugène Souzay tot het huidige concerto werden bewerkt. Een zevende concerto in Es, KV. Het zit zo vol van clichés dat, indien het dan al van Mozart zou zijn, het zeker om een jeugdwerk gaat. Daar staat dan weer tegenover dat de begeleiding veel zwaarder is dan normaal bij Mozart en ook de moeilijkheden van de solopartij zijn veel groter. Eén musicoloog, C. Oldman, heeft op basis van de gelijkenissen met de Sinfonia Concertante KV. Nu moest hij in opdracht van Colloredo wel veel religieuze muziek schrijven, maar dit was duidelijk een religieuze opwelling van hemzelf. Korte tijd daarna vertrekt hij merkwaardig genoeg met zijn moeder op reis. Zijn zus en zijn vader blijven voor één keer eens achter. Op 13 februari speelt Mozart in Mannheim op weg naar Parijs zijn ouverture tot "Il re pastore" ten huize van de componist Christian Cannabich, van wie ook een symfonie werd uitgevoerd. Daarnaast zong Aloysia Weber, zijn latere schoonzus, maar op dat moment zijn grote, maar onbeantwoorde liefde, twee aria's uit "Lucio Silla". Bovendien werd zijn hoboconcerto KV. Naar aanleiding hiervan schrijft Mozart vanuit Mannheim met afgunst over het plaatselijke orkest in vergelijking met de klungelaars uit Salzburg, waarmee hij het moet stellen. Hij is vooral onder de indruk van de klarinetspelers. De "eigenaar" van het orkest, keurvorst Carl Theodor bestelt bij Mozart een opera voor carnaval Dat zal "Idomeneo" worden. Op 27 februari brengt hij een bezoek aan de beroemde tenor Raaf, die hij een concertaria aanbiedt men kan slechts gissen welke met het verzoek die naar believen te wijzigen. Uiteindelijk neemt de "eccellentissimo cantore" aldus Metastasio genoegen met een ingekorte versie. Wanneer hij op 23 maart in Parijs arriveert, neemt hij contact op met de zwarte violist en componist Joseph Boulogne, chevalier de Saint-Georges , die op dat moment de leiding van het Concert des Amateurs heeft. Deze Saint-Georges is overigens de uitvinder van de "sinfonia concertante" en dat Mozart op dat vlak bij hem in de leer is gegaan, is duidelijk te horen in een passage uit de sinfonia concertante kv. Op de repetitie was het orkest zo slecht dat Mozart dreigde diens viool uit zijn handen te grissen als het tijdens het concert ook zo slecht zou zijn, maar het was een succes. Typisch is dat het publiek in applaus uitbarst na een mooie passage. Omdat Mozart dit voorzien had, herneemt hij dezelfde passage nogmaals. En, omdat men graag die "stomme critici" op de korrel neemt, die bij een creatie nooit horen dat het om een meesterwerk gaat, willen we hier wel opmerken dat er één criticus aanwezig was, die blijkbaar Mozart nog kende als kindsterretje en hij schreef dat hij was uitgegroeid tot één der vakkundigste componisten. Le Gros daarentegen had enige reserves over het andante. Alhoewel Mozart het totaal niet eens is met hem, schrijft hij voor een tweede uitvoering op 15 augustus toch een nieuw andante. Aangezien het korter moest zijn, wordt het in sommige uitgaven "andantino" genoemd. Velen speuren onaflatend naar een "tweede Parijse symfonie", waarover Mozart het op een bepaald moment heeft, maar wellicht was dat één van zijn vroegere symfonieën die hij traditiegetrouw als "nieuw" probeerde te verlappen. Wolfgangs moeder stierf in Parijs op 3 juli. Als hij daar dan ook een klaviersonate, KV. Als hij half januari opnieuw in Salzburg arriveert, heeft zijn vader ervoor gezorgd dat hij aan de slag kan als hoforganist van graaf Hieronymus Colloredo. Daarna schreef Mozart zijn 17de klavierconcert. In de cadenza verwerkte Van Immerseel in Gent een paar maten van deze Marseillaise, wat een aantal aandachtige toehoorders deed glimlachen en wat de grappenmaker die Mozart toch wel was, wellicht geapprecieerd zou hebben wie in het allegro van het 25ste klavierconcerto de latere Marseillaise meent te herkennen, heeft geen ongelijk, ook al zitten we dus nog een paar jaar vóór de Franse Revolutie! Die cadenza's vormen natuurlijk een probleem op zich. Iemand die graag improviseert, zoals Jos Van Immerseel, beseft ook wel dat wanneer men een opname "voor de eeuwigheid" wenst vast te leggen, dat er dan bepaalde criteria dienen te worden gehanteerd. Zo zal Van Immerseel altijd de cadenza's van Mozart zelf nemen, voor zover hij die b. Anders maakt hij gewoon een drietal opnamen en wordt de beste eruit gekozen. Iemand als Murray Perahia zal zich echter nog meer aan historische bronnen houden. Als er geen partituur van Mozart voorhanden is, dan gebruikt hij b. Ook cadenza's door beroemde pianisten als Serkin of Artur Balzam worden door Perahia overgenomen. Wat overblijft en dat schijnt toch nog heel wat te zijn dat doet hij dan toch uiteindelijk zelf. Maar hij noemt dat dan "componeren" i. Ook voor de cadenza's van Mozart zelf moet men echter op zijn hoede zijn. Uit de briefwisseling met zijn zusje Nannerl over het 16de concerto blijkt b. Eigenlijk lijkt het natuurlijk niet meer dan logisch dat men de concerten van Mozart uitvoert op een instrument dat hijzelf ook bespeelde, maar de uitvoeringsgeschiedenis heeft ons nu eenmaal gewend gemaakt aan de klank van een vleugelpiano, waarop men sedert de negentiende eeuw de concerto's is gaan spelen. Ondanks het feit dat de "authentieken" het de laatste jaren wel lijken te halen, gaan sommigen toch door met die uitvoeringspraktijk, wellicht omdat deze "commerciëler" is, omdat het gehoor van iemand uit de 20ste eeuw daaraan meer gewend is. Maar dat kan een serieus kunstenaar natuurlijk moeilijk als argument aanvoeren, daarom zegt men dan meestal dat het is omdat, als Mozart de beschikking over een moderne vleugel had gehad, hij zijn concerti voor een Steinway of weet ik veel had gecomponeerd. In die redenering kun je mijns inziens echter net zo goed aanvoeren dat je Mozart op een synthesizer of op elektrische gitaar mag uitvoeren, want het lijdt geen twijfel dat, indien Woolfie in onze tijd had geleefd, hij eerder dààrvoor belangstelling had gehad. Tijdens de fameuze Mozart-week op Klara, begin , werd de vraag gesteld aan de luisteraars of Mozart op historische instrumenten moest worden gespeeld. Ik was zeer ontgoocheld over de reactie van de meeste luisteraars, die haast woedend negatief reageerden. Maar dat kwam wellicht door dat "moeten" in de vraagstelling. Ikzelf geef veruit de voorkeur aan "authentieke" uitvoeringen, maar een Murray Perahia of Maria Joao Pires kan ik ook wel appreciëren. Al vind ik dan weer dat Sigiswald Kuijken gelijk heeft als hij zegt: als die op de tippen van hun tenen eigenlijk vingers moeten spelen op zo'n Steinway, waarom proberen ze het dan niet liever op een historisch instrument? Waarop Jos Van Immerseel ongetwijfeld zal antwoorden: omdat ze het niet kunnen. Op 26 april voltooit Mozart in Salzburg zijn 32ste symfonie KV. Het is zijn eerste symfonie na zijn mislukte reis naar Parijs. Aangezien het werk veel weg heeft van een ouverture van de Parijse opéra comique zoals van Grétry, heeft men een tijdlang gedacht dat dit de ouverture tot "Thamos" of "Zaide" moet geweest zijn, maar dat is niet zo ze is in G, terwijl althans voor "Zaide" D logischer zou zijn geweest. Het is wél waar dat het voor het theatergezelschap van Johann Heinrich Böhm was bedoeld, die ook "Thamos" en een Duitse versie van "La finta giardiniera" hebben opgevoerd. Deze groep verbleef op dat moment weliswaar in Augsburg, maar het was Mozarts nichtje Maria Anna Thekla "Bäsle" die voor de correspondentie instond. Samen met twee aria's leende hij deze symfonie dus uit voor de opera buffa van Bianchi "La Villanella rapita". Trompetten en pauken werden pas toegevoegd voor een latere opvoering in Het Singspiel blijft onafgewerkt omdat door het overlijden van keizerin Maria Theresia de kans op opvoering in Wenen zo goed als nihil is. Hij zet zich dan maar aan het schrijven van "Idomeneo" voor München, maar "Zaide" is toch een duidelijke voorstudie van "Die Entführung aus dem Serail": het eindigt ook reeds met een uitspraak van de sultan die zegt dat "ook Azië edele geesten kan voortbrengen. Het oorspronkelijke scenario voorzag nog een coup de théâtre, waarin zou blijken dat het verliefde slavenpaar Zaide en Gomatz uiteindelijk de kinderen van Allazim waren, de bewaker die hen helpt te ontsnappen! Pas op 27 januari werd "Zaide" voor het eerst opgevoerd in een productie van de uitgever André, die de manuscripten van Constanze had "gekregen". Hij zorgde ook voor een titel Mozart had er geen , een ouverture en een finale van zijn eigen hand. Op 9 juli voltooit Mozart zijn 33ste symfonie KV. Oorspronkelijk bestaat het werk slechts uit drie delen, het menuet werd pas in toegevoegd, ter gelegenheid van een concert dat hij in Wenen gaf vandaar dat het dicht tegen een Ländler aanleunt. In werd ze voor het eerst gepubliceerd, maar toch bood Mozart ze twee jaar later samen met nog elf andere composities "exclusief" aan aan de prins van Fürstenberg. Deze had het bedrog wel door, maar betaalde Mozart toch het overeengekomen bedrag, want "noblesse oblige". Nog uit , 3 augustus om precies te zijn, dateert de zogenaamde "Posthoornserenade" KV. Mozart zelf noemde het "Final-Musiken" en dat duidt erop dat het bedoeld was voor afstuderende studenten die een hulde brachten aan aartsbisschop Colloredo. In schrijft hij op 29 augustus zijn 34ste symfonie KV. Oorspronkelijk had deze symfonie een menuet, maar Mozart scheurde het uit het manuscript, alleen de eerste twaalf maten blijven over, omdat die op de keerzijde stonden van de eerste beweging. Einstein was van oordeel dat het menuet KV. Nu ja, ook genieën zijn maar mensen. Op zijn naamdag verrassen een aantal straatmuzikanten Mozart door onder zijn raam een serenade te spelen. Mozart reageert met hen een door hem geschreven serenade voor een sextet van houtblazers KV. Op 5 november vertrekt hij naar München om de productie van "Idomeneo" te leiden. In werd in Parijs reeds "Idomenée" gecreëerd van André Campra op een libretto van Antoine Danchet, dat vooral in die zin met de latere versie van Mozart verschilt dat het hier slecht afloopt. Het verhaal gaat immers terug op de Trojaanse oorlog, waarbij Idomeneo, de koning van Kreta, op zijn terugkeer in een storm belandt en aan Poseidon belooft de eerste mens die hij zal tegenkomen te offeren als hij de storm zou willen bedaren. Dat blijkt dan zijn zoon Idamante te zijn. Het is duidelijk dat we hier met hetzelfde thema hebben te maken als bij Ifigenia en ook bij het bijbelse Jefta. Om het allemaal nog wat dramatischer te maken is Idamante op dat moment verliefd op de krijgsgevangen genomen Trojaanse prinses Ilia, terwijl een andere Trojaanse krijgsgevangene Elettra juist op hém verliefd is. Idomeneo tracht aan zijn lot te ontkomen door Idamante met Elettra weg te sturen over zee, maar opnieuw steekt een storm op, waaruit een zeemonster te voorschijn komt. Idamante verslaat het monster maar kan toch niet uitvaren. Als het volk en de priesters de belofte van Idomeneo vernemen, eisen ze dat hij woord houdt, maar Ilia stelt dan voor dat zij in de plaats van Idamante zal sterven. Daarop wordt Idomeneo, die in de versie van Campra eveneens naar de gunsten van Ilia dingt, door de godin Nemesis met waanzin geslagen zodat hij Idamante doodt met een offerbijl. Met Ilia als koningin uiteraard. De opera van Mozart is gebaseerd op een libretto van abt Giambattista Varesco en toont vooral in het slotkoor de invloed van Gluck en vooral diens librettist Ranieri da Calzabigi, die wel eens de anti- Metastasio wordt genoemd en zich meer op Franse invloeden beriep. Bij zijn beide bezoeken aan Parijs had Mozart immers de Franse barokopera bestudeerd, "niet voor de melodieën," zoals hij zelf schrijft naar zijn leerling Joseph Frank, "maar voor de dramatische effecten". Deze afwijking van de "opera seria" uit zich ook in de karaktertekening van Idomeneo: die is veel menselijker. Het is een vader die vecht voor het lot van zijn zoon i. Invloed van Giuseppe Sarti die zich verzette tegen de "nummer-opera's" vinden we ook in het feit dat Mozart in het recitatief van Idomeneo tekstuele én muzikale echo's laat weerklinken van de aria van Ilia "Se il padre perdei". De première had uiteindelijk plaats op 29 januari met de castraat Vincenzo del Prato in de rol van Idamante. Daarna lopen de meningen uiteen. Volgens sommigen liep er met carnaval reeds een Duitse versie van Andrea Schachtner te Wenen, volgens anderen zou het nog tot de herfst duren vooraleer Johann von Alxinger met een Duitse tekst én een gewijzigde partituur op de proppen kwam. Het zal uiteindelijk de versie van Treitshke uit zijn die de opera in het Duits een populair succes zal laten worden. Wat niet belet dat er nog alternatieve versies zullen ontstaan, met name van W. Lewicki uit en natuurlijk van Richard Strauss uit Op 16 juli ging in het nieuwe Burgtheater, dat Jozef II speciaal had laten oprichten voor het opvoeren van het Duitse repertoire, "Die Entführung aus dem Serail" in première. In de aria van Blonde "Welche Wanne, welche Lust" echoot hij het rondo van zijn fluitconcerto, tevens gekend als hoboconcerto, KV. De basis was het stuk "Belmont und Konstanze" dat Christoph Friedrich Bretzner zelf reeds voor Singspiel had bewerkt, in op muziek gezet door Johann André voor de "Döbbelinsche Theatertruppe" in Berlijn, maar Mozart liet het libretto op zijn eigen duidelijke aanwijzingen nog eens bewerken door de acteur Gottlieb Stephanie de Jonge. De première werd door concurrerende musici verbrod, maar nadien werd het onmiddellijk een groot succes, zoals niemand minder dan Goethe met spijt in het hart kon getuigen want twee jaar daarvoor had ook hij twee Singspiele geschreven, "Erwin und Elmire" en "Jery und Bätely", op muziek gezet door Johann Friedrich Reichart, maar die werden helemaal in de schaduw gezet door Mozart. Singspiele waren sedert Johann Adam Hiller zeer populair. Hiller was uit Leipzig, maar pikte vooral in op een rage in Berlijn, waar een Engelse "ballad opera", "The devil to pay" van Charles Coffey, in Duitse versie in zo'n succes was, dat J. Standfuss er in eerste instantie een aantal composities aan toevoegde en Hiller in het Singspiel zijn definitieve vorm gaf. De Weense Singspiele waren wel iets gesofistikeerder dan de Duitse, ze leunden ook dichter aan bij de opéra comique en de opera buffa. Bretzner was afkomstig uit Leipzig en was helemaal niet ingenomen met Mozarts versie, o. Anderzijds dekte Bretzner zichzelf in tegen plagiaat door een mededeling te laten afdrukken, nadat hij in "Adelheit von Veltheim" van Christian Gottlieb Neefes in Frankfurt had gezien. Dat Blondchen overigens Engels is, heeft Bretzner blijkbaar gehaald uit "The sultan or a peep into the seraglio", een toneelstuk van Isaac Bickerstaffe uit , op muziek gezet door Augustin Arne, waar ze dan wel Roxeland heet. Muzikaal is "Die Entführung" vooral van belang omdat Mozart hier de klarinetten die hij bij het Mannheim-orkest had gehoord volop introduceert. De Haffnersymfonie werd eveneens in juli gecommandeerd door vader Mozart, die daarmee het opnemen in de adelstand van Siegmund Haffner wou vieren. De familie Haffner woonde nog altijd in Salzburg, maar Mozart zat reeds in Wenen, waar hij naartoe was "gevlucht" nadat hij nog liever ontslag nàm bij de aartsbisschop van Salzburg dan door hem ontslagen te worden, omdat hij het niet nam als een gewone bediende te worden behandeld die voor Zijne Excellentie een liedeken moest spelen als Zijne Doorluchtige Hoogheid er toevallig zin in had. Wolfgang schrijft deze 35ste symfonie, de zogenaamde "Haffnersymfonie" KV. Niet omdat hij zijn jeugdvriend in de steek wilde laten, maar omdat hij volop aan het werken was aan een bewerking van zijn "Entführung aus dem Serail" voor houtblazers. Dat was immers een "hit" aan het worden en snoodaards lagen op de loer om met zo'n bewerking succes te gaan oogsten. Mozart wou hen tegelijk voor zijn en bovendien een beter product afleveren. Op de koop toe was hij die maand volop aan het verhuizen in het vooruitzicht van zijn huwelijk. Het is geweten dat Leopold minder scrupules had en bovendien was hij al slecht gezind omdat Wolfgang met Constanze Weber zou trouwen. Toen dat op 4 augustus gebeurde, had Leopold trouwens nog altijd zijn toestemming niet gegeven, dat deed hij maar post factum en met tegenzin een dag later. Uiteindelijk kwam zelfs in stukken en brokken de symfonie niet op tijd klaar, zij het dat, àls ze af was op 24 augustus , Leopold wel zo eerlijk was van zijn zoon te feliciteren met het resultaat. Anderzijds is hij nog altijd zo boos dat hij "vergeet" het manuscript terug te sturen tot in februari van het volgende jaar. Wolfgang heeft er hem in niet minder dan vijf brieven moeten om vragen. Toen hij ze uiteindelijk kreeg, was hij ze reeds compleet vergeten en was hij zelf verbaasd over de kwaliteiten ervan. Voor de uiteindelijke versie verwijderde hij wel de mars en één van de twee menuetten, omdat die louter voor de feestelijkheden bedoeld waren. Anderzijds voegde hij er fluiten en klarinetten aan toe. Tussen haakjes, als we zijn brieven mogen geloven was Woolfie nog maagd toen hij trouwde: Constanzes zus Aloysia had hij dus blijkbaar "gerespecteerd" en hij was nog? In Wenen schrijft hij op 28 december zijn klavierconcerto nr. Vanaf dan speelde hij op een pianoforte van Anton Walter. Daarvoor weet men het niet precies. Het kan een klavecimbel geweest zijn, maar ook een instrument van Stein. Uit de brieven van Mozart worden we niet veel wijzer, want daaruit blijkt vooral dat hij op het gebied van instrumentenbouw zeker geen genie was. Vaak vertelt hij gewoon klinkklare onzin. Jaja, 't zal sommigen misschien tegenvallen maar ook Mozart was maar een mens. Daarna volgt zijn 12de klavierconcerto in A, KV. De trage beweging van het klavierconcerto is opgedragen aan de nagedachtenis van de pas overleden Johann Christian Bach. Bij de jaarwisseling schrijft hij ook zijn Grosse Messe in c KV. Dat gebeurde zonder verplichting, vanuit een oprecht religieus gevoelen, waarschijnlijk naar aanleiding van de ziekte en de genezing van Constanze, toen nog zijn verloofde, Mozart was daar dus ernstig mee bezig, zij het dan op zijn typische vrijmetselaarsmanier. Het Credo geraakt niet verder dan "Et incarnatus est" en een Agnus Dei is er nooit gekomen. Toch is het werk wellicht uitgevoerd in de Benedictijnerabdij van Sankt Peter Stift op 26 oktober met Constanze als sopraan en dorpsmuzikanten als aanvulling , maar of en zo ja, wélk Credo en Agnus Dei werd gebruikt, is niet geweten. Er zijn wel mensen die zich geroepen hebben gevoeld om deze mis te gaan "vervolledigen", maar Sigiswald Kuijken gebruikt een eigen bewerking omdat hij de bestaande ofwel te sober, ofwel te opgesierd vindt. Toch is hij niet van plan zijn eigen bewerking uit te geven. Dat laat ik liever aan de musicologen over, dan doen ze ook eens iets nuttigs. Op 22 januari volgt, nog steeds in Wenen, het klavierconcerto nr. Daarna volgt "Mia speranza adorata" KV. De tekst heeft Mozart ontleend aan de opera "Zemira" van Pasquale Anfossi. Mozart componeerde de aria speciaal voor Aloysia Lange. Hij bracht echter een schandaal teweeg in de operamiddens van het Weense hof: de Italiaanse factie was misnoegd over wat haar een grove belediging leek. Op aandringen van Mozart werd een notitie gedrukt waarin hij verklaarde dat het niet in zijn bedoeling lag om de professionele etiquette te schenden. Met de Haffner-symfonie opende Mozart een concert op 23 maart dat door de keizer werd bijgewoond en dat een geweldige triomf was voor Mozart. Hij speelde zelf pianoforte in de concerti KV. Daarnaast waren er ook nog concertaria's door Aloyia als "Misera, dove son" KV. Wolfgang beloofde zijn vader ondertussen dat hij naar Salzburg zou komen om zijn bruid voor te stellen, maar hij deed het niet uit schrik te worden gearresteerd. Pas toen zijn vader hem op dat vlak kon geruststellen reisde hij in juli naar zijn geboortestad, waar hij tot oktober verbleef. Op de terugweg passeert hij nog eens langs het klooster van Lambach, waar hij orgel speelt en de abt Amand Schickmayr ontzettend blij is van hem nog eens te zien. Daarna begaf hij zich naar Linz om een operavoorstelling bij te wonen. Daar werd hij opgemerkt door de jonge graaf van Thun, die hem bijna "dwong" om zijn intrek te nemen in zijn kasteel. Om die gastvrijheid te beantwoorden voelde Mozart zich verplicht een concert te geven, maar aangezien hij geen symfonieën bij had, schreef hij maar een nieuwe, zijn 36ste symfonie KV. De geest van Joseph Haydn is aanwezig in de trage inleiding, iets wat diens kenmerk was maar voor Mozart is dit eerder uitzonderlijk, terwijl in het andante Mozart een nieuwigheid invoert, namelijk pauken en trompetten. Het is vooral Beethoven die op deze nieuwigheid zal inspelen. Ondanks deze vernieuwingen speelden de muzikanten wellicht die van de genoemde opera de symfonie op zicht en daarnaast bracht Wolfgang ook nog een symfonie van Michael Haydn, waarvoor hij een langzame inleiding had geschreven en waardoor die lange tijd aan hem is toegeschreven als zijn 37ste symfonie KV. Zoals gewoonlijk werd het programma verder uitgebreid met een paar klavierconcerti en wat concertaria's, zo b. Aura, che intorno spiri" KV. Op 1 april speelt hij zelf de symfonie nog eens in het Burgtheater, terwijl zijn vader ze op 15 mei in Salzburg uitvoert. Net als de even populaire Haffnersymfonie zat ook deze symfonie in het "exclusieve" pakket voor prins Fürstenberg! In verpacht Graaf Nostiz het Praagse National-Theater aan de impressario Pasquale Bondini, die een grote voorkeur had voor Italiaanse opera uiteraard , maar ook voor Mozart. Hoe populair die nog altijd was, blijkt o. Mozart schrijft op 9 februari in Wenen het klavierconcerto nr. Vanaf hier schrijft hij voor een grotere bezetting. Op 22 maart schrijft hij het klavierconcerto nr. Op 11 december volgt dan het klavierconcerto nr. Tussendoor schrijft hij de klaviersonate KV. Op 15 januari vindt ten huize Mozart de uitvoering van drie strijkkwartetten plaats KV. Als op 11 februari vader Leopold op bezoek komt, worden 's anderendaags nog eens drie strijkkwartetten uitgevoerd KV. Het is dan dat Joseph Haydn tegen Leopold zegt dat hij Wolfgang de grootste levende componist vindt. Diezelfde dag nog speelt Woolfie in het Casino zijn klavierconcert nr. De inkt van de kopieën voor de muzikanten was nog nat, laat staan dat er eerst werd gerepeteerd! Toch is dit een typisch "Sturm und Drang"- concerto, waarin de muzikanten geconfronteerd werden met allerlei nieuwigheden. Beethoven, de "revolutionair", nam het op zijn repertoire en schreef er een paar eigen cadenzen bij. Ook Brahms en Wolfgangs zoon Franz Xaver schreven cadenzen, want Mozart zelf heeft de zijne nooit op papier gezet. Musicologen beweren wel eens dat de pianoconcerten van Mozart eigenlijk nog het best te vergelijken zijn met zijn opera's, waarbij de menselijke stem uiteraard vervangen wordt door het klavier. En inderdaad, in zijn latere concerten kunnen we vaak echo's horen die ons aan bepaalde operapassages herinneren. Op 2 maart voltooit hij zijn 23ste klavierconcerto in A, KV. Tussenin wordt in besloten kring ten huize van vorst Karl Auersperg "Idomeneo" hernomen en hiervoor schrijft Mozart de aria "Non temer, amato bene" KV. Dat 23ste concerto verscheen in op de CD "Mozart l'Egyptien" van Hughes de Courson ex-lid van de folkgroep Malicorne in een versie voor oud een Arabische luit, bespeeld door Henri Agnel en piano Marib Angelov en orkest. De idee om Mozart "op z'n Turks" te laten uitvoeren nadat de Courson met "Lambarena" reeds een verbinding tussen Bach en Afrikaanse muziek had gemaakt , komt natuurlijk voort uit Mozarts liefde voor de janitsarenmuziek, maar ook uit het feit dat de vrijmetselarij veel symbolen aan het oude Egypte heeft ontleend. Volgens bepaalde bronnen zou de opvoering van de rebelse "Nozze di Figaro" KV. Het is soms moeilijk om in de vervelende Graaf Almaviva de min of meer sympathieke rokkenjager uit "De barbier van Sevilla" te zien wat dus voorafgaat aan het verhaal van de Nozze, maar pas later werd gecomponeerd door Rossini , maar er is een theorie die zegt dat Rosina in hem eigenlijk de arme student Lindoro zag, voor wie hij zich uitgeeft en dat in potentie dus alle problemen met de adellijke graaf reeds aanwezig waren. In het Mozart-jaar heb de opera in niet minder dan vier verschillende versies gezien. Eender welke andere opera zou ik reeds goed beu zijn, maar deze opera is te goed om ooit beu te worden. En de verhalen van Beaumarchais trouwens ook niet. Deze Franse auteur, die daarnaast ook nog geheim agent, politicus, wapenhandelaar en speculant was, vertaalde de opstandige gevoelens die aan de grondslag van de Franse revolutie lagen naar het theater toe en voor Mozart maakte Lorenzo da Ponte daar een libretto van. De ontmoeting met Lorenzo da Ponte was het beste wat Mozart kon overkomen. Deze fijnzinnige schrijver paste helemaal bij de componist. Ook op privévlak. In was da Ponte immers verbannen uit Venetië wegens libertijns gedrag. Als priester nota bene. Na de dood van Mozart zou da Ponte overigens in Amerika diens faam uitdragen. In Wenen was da Ponte echter hofdichter en zo kreeg hij het gedaan dat de opera er sowieso kwam, want vooraf had Jozef II reeds zijn afkeer uitgesproken voor het plan dat Mozart had opgevat om van dit "revolutionaire" toneelstuk een opera te maken. Da Ponte streek de plooien dus glad, maar toch ook weer niet te glad. Sommige van de aria's zijn inderdaad zo rebels dat het eigenlijk niet te verwonderen is dat Mozart de wind van voren kreeg. Geen aandacht besteden aan de theatrale eisen van het werk zou trouwens ook niet naar de zin geweest zijn van Mozart zelf, die volgens de Zweedse dirigent Arnold Östman ook 'regisseur' was in zijn muziek dan wel te verstaan en een aanhanger van de Franse acteerstijl, die zeer levendig en zoveel mogelijk realistisch was. Daarvan kreeg ik zowaar een voorbeeld in de versie van de Opéra Royal de Wallonie. Hier was er meer theatraliteit, al begon het al meteen slecht. Na het eerste duet diende de vertoning reeds te worden onderbroken omdat het doek weigerde verder open te gaan. Aangezien een "vondst" van regisseur Pierre Fléta erin bestond dat er voor elk bedrijf een reusachtige klok de tijd aangaf, noteerde ik reeds: "Het begon nog maar en we wisten al hoe laat het was. Deze klok was misschien een referentie aan de première van die andere Figaro-opera, "Il barbiere di Siviglia" van Rossini, waarbij er voor het eerst een reusachtige klok boven het toneel hing, een duidelijk teken aan de wand dat de burgerlijke tijd was aangebroken. Maar de zangers waren goed en zij hebben op de duur de voorstelling niet enkel gered, maar in een ontroerend laatste bedrijf herinner u de ontroering van Salieri, zoals die door Murray Abraham gestalte wordt gegeven in "Amadeus" zelfs nog tot een climax opgevoerd. Als je dat echter zo bekijkt, moet je op de eerste plaats toch toegeven welke prachtige muziek die goeie ouwe Woolfie voor deze rollen heeft weggelegd. In het 25ste klavierconcerto in C, KV. Zijn trio voor piano, altviool en klarinet, het fameuze Kegelstatt-trio, werd gecomponeerd voor de familie Jacquin, wier dochter Franziska tot zijn favoriete leerlingen behoorde, n. Het werd uitgevoerd door Franziska samen met klarinettist Anton Stadler en Mozart zelf speelde de altviool: charmant, zonder overdreven virtuositeit. Het menuet wordt wel als voorbeeld van Mozarts 'demonisme' gegeven: een zeer ongewone bezetting die we enkel in de romantiek, met name bij Robert Schumann, terugvinden. Het is ook dat jaar dat hij in Wenen merkwaardig genoeg zijn 38ste symfonie schrijft die nochtans als de "Praagse" de geschiedenis is ingegaan KV. Een vooraanstaand Tsjechisch componist, Kucharz, schreef er een pianoversie van, terwijl mindere goden het ook bewerkten voor blazers, voor een kwintet, voor harp in 't café, als Duitse dansen. In Praag ontmoette Mozart opnieuw de graaf van Thun, die daar een optrekje had, en om dit te vieren voerde hij met diens privé-orkest nogmaals de Linzer symfonie uit. Een paar dagen later voerde hij ze met het opera-orkest, geleid door Strobach, overigens nog eens uit, maar dan om zijn eigen zak te spijzen. Dat lukte hem hier aardig, wat stilaan uitzonderlijk werd. In Wenen b. In Praag werd Mozart vooral "opgevangen" door Franz Xaver Niemetschek, die na zijn dood trouwens de opvoeding van zijn zoon Carl zou verzorgen. De trage beweging van de klaviersonate KV. Door het overweldigende succes van "Le Nozze" kreeg Mozart van het Praagse hoftheater opdracht een nieuwe opera te schrijven. Da Ponte deed dit vooral omdat de opera "Don Giovanni Tenorio" van Giuseppe Gazzaniga nog maar pas in Venetië in première was gegaan en hij nam bijna woord voor woord het libretto hiervoor van Giovanni Bertati over. Daarbij voegen Mozart en da Ponte dan nog het boerenpaar Zerlina en Masetto en vooral Leporello om het geheel volkser te maken en tegelijk aan te tonen dat Don Juan geen standenverschil hanteerde als het om vrouwen versieren ging. Mozart gaat op diezelfde toon verder door in de balscène verschillende muziekgenres door elkaar te brengen als hulde aan Jozef II die met zijn redoute-bals ook de mensen uit alle standen wilde samenbrengen. Vandaar ook dat Mozart de "hits" van dat ogenblik citeert, waaronder zeer terecht zijn eigen "Nozze". Voor de figuur van Leporello kregen Mozart en da Ponte ook raadgevingen van niemand minder dan Giacomo Casanova , die de première bijwoonde en zeer enthousiast was. Er was dus zeker een flinke scheut erotiek aanwezig en van alle opvoeringen die ik heb gezien was dat het meest het geval in de versie van de Mexicaanse vrouwen van de Compagnie Les Divas in het Brusselse Teater Onder leiding van de Mexicaanse regisseuse en actrice Jesusa Rodriguez voerden zeven vrouwen "Donna Giovanni" op, een feest van de zinnelijkheid, die bij alle naaktheid op het toneel nooit afglijdt naar pornografie. Een concept had ze nog niet. Alleen het idee om de vrouwen die in deze opera voorkomen wat meer naar voren te halen. Ik heb met veel regisseurs samengewerkt. En daaronder zeer goede. Maar ook al waren zij briljant, toch kwam er een ogenblik waarop onze visies uiteenliepen. In het bijzonder bij de interpretatie van vrouwenrollen ontstaat er bij de mannen iets kunstmatigs. Wij vrouwen zijn echter vol intuïtie, compleet, zinnelijk, levend van kop tot teen. Dat wilden wij eindelijk op het toneel brengen". In de enscenering van de Mexicaanse Divas is "Donna Giovanni" de ideale minnaar. Een uitvinding van vrouwen, hun schepping, een product van hun zinnelijkheid. Alle vrouwen die op het toneel verschijnen zijn Giovanni. Afwisselend, bij open doek en in razend tempo verwisselen zij van kostuum. Alleen Leporello blijft Leporello. En dat alles onder de ogen van de heilige Teresa van Avila. Het gezicht van het marmeren beeld van Gian Lorenzo Bernini, een tot reusachtige afmetingen vergroot detail vormt het decor. Heilige vervoering als uitdrukking van extatische erotiek denk aan de Hadewijch van Frieda Pittoors. Steeds weer werden trouwens in deze enscenering schilderijen geciteerd, nagebootst bijvoorbeeld Cranach, Botticelli, Manet. Mozarts ensemble-scènes in "Don Giovanni" behoren muzikaal tot de allermoeilijksten die bestaan. En behalve Regina Orozco, die Leporello speelt, beschikt geen van de actrices over een operastem. Niettemin is alles partituurgetrouw te horen. Maat, tempo, ritme en melodievoering, vrijelijk gebracht in een gescandeerde spreekwijze.

https://cdn.starwebserver.se/shops/brandonpetterssonnk/files/robo-sapiens-japanicus-robots-gender-family-and-the-japanese-nation-913.pdf https://files8.webydo.com/9584778/UploadedFiles/6653BA01-184D-750A-10EA-BDD32FA3257B.pdf https://cdn.starwebserver.se/shops/nellienordinjo/files/disposal-of-waste-resulting-from-arsenic-removal-processes-755.pdf https://img1.wsimg.com/blobby/go/cbb22220-3692-4b11-9bc7-b5d33425512b/when-kids-cant-read-what-teachers-can-do-a-gui.pdf https://cdn.starwebserver.se/shops/carolindahleh/files/and-never-stop-dancing-thirty-more-true-things-you-need-to-know-now-610.pdf https://img1.wsimg.com/blobby/go/8b4a93a0-e0dd-4dd7-81b4-af034717e334/the-complete-guide-to-nature-photography-profe.pdf