* Omslag Dorbeck:DEF
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
sonja pos Dorbeck is alles! Navolging als sleutel tot enkele romans en verhalen van W.F. Hermans ossiuspers UvA Dorbeck is alles! Dorbeck is alles! Navolging als sleutel tot enkele romans en verhalen van W.F. Hermans Sonja Pos Het schrijven van deze studie was mede mogelijk door werkbeurzen, gedurende drie jaar, gevolgd door een stipendium van het Praemium Erasmianum en van het Bert Schierbeek-Fonds in het vierde en het vijfde jaar, verleend door het Fonds voor de Letteren. Ik ontving ook een reisbeurs voor een kort bezoek aan Genève. Het drukken van de proefschriftversie werd financieel gesteund door een bij- drage van het dr. Hendrik Muller’s Vaderlands Fonds. Deze publieksuitgave werd tevens mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 en door drie weldoeners die anoniem wensen te blijven. Omslagontwerp: Kok Korpershoek, Amsterdam Ontwerp: Japes, Amsterdam ISBN 978 90 5629 615 5 e-ISBN 978 90 4851 192 1 NUR 617 © Sonja Pos Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewij- zigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- werken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. ‘Goedbeschouwd kan niemand een voorbeeld voor een ander zijn, hoogstens een vrijblijvende inspiratie tot navolging.’ W.F. Hermans, ‘Wittgenstein’. Het sadistische universum 2, 4de druk, p. 42. ‘Het gaat er in dit leven om onvergelijkelijk te zijn.’ W.F. Hermans, Hermans is hier geweest. Drie melodrama’s, 9de druk, p. 386. ‘De duivel fluisterde hem in:‘Zou dat niet het beste voor je zijn, een ander worden? (…)’ ‘Zou je het niet eens proberen?’ (curs. S.P.) W.F. Hermans, Herinneringen van een engelbewaarder, 9de druk, p.101-102. ‘Mijn vader (het Grote Slechte Voorbeeld in mijn leven)’. Brief van W.F.Hermans aan Rudy Kousbroek en Ethel Portnoy, 27 juni 1965. Machines en emoties, Willem Frederik Hermans, Rudy Kousbroek, Ethel Port- noy. Een briefwisseling bezorgd door Willem Otterspeer, 2009. Inhoud Voorwoord 9 Hoofdstuk 1: Inleiding 15 Uitspraken over navolging door Hermans zelf 15 Aanwijzingen in het verhaal ‘Een ontvoogding’ 22 Aanwijzingen in de roman Ik heb altijd gelijk 27 Hoofdstuk 2: De inzichten van René Girard en hun toepassing 35 Inleiding 35 Navolging van een ver model 37 Dubbelgangers 43 Navolging van de begeerte van een ander: de ‘driehoeksbegeerte’ 49 De zondebok 52 Recente publicaties 56 Spiegelneuronen of het vermogen tot navolging 60 Bijkomende invloeden en verwantschap 63 Hoofdstuk 3: De donkere kamer van Damokles 67 De opmaat: wie is Henri Osewoudt? Slachtofferkenmerken 68 Ontmoeting met Dorbeck 74 Polarisatie gekoppeld aan enkele triggers 76 Contacten met Dorbeck in 1940. Eerste opdrachten 78 Vergelijkingen en opdrachten. Navolging van een model? 81 Foto’s en eerste liquidatie 83 Ontwikkeling van de handeling in 1944 86 Gedaanteverandering 88 Een man voor wie de wereld zich buigt. Relatie tot Dorbeck: tweelingbroer 93 Eerste teken dat Dorbeck een obstakel kan worden 95 Verwisseling en omkeringen. Ontaarding van Osewoudt. Mimetische crisis 96 Aanzet tot bewustwording inzake de navolging. Vrees voor Dorbeck als triomferende rivaal bij Marianne. Aanzet van Marianne als mogelijk goed model 99 6 Mimetische crisis. Uitvoering van laatste opdrachten. Vertrek van Dorbeck 105 Laatste opdrachten: moord en vermomming. Dorbeck als obstakel. Nog twee moorden 107 Derde verblijf in gevangenis. Beschuldiging van landverraad. Het schijnbare demasqué van de werkelijkheid. Ondergang als zondebok 112 Hoofdstuk 4: Nooit meer slapen 121 Inleiding: een patroon met varianten 121 Navolging in Nooit meer slapen 122 Een vader die op jeugdige leeftijd verongelukte 124 Navolging van dode vader 129 Komst van Arne Jordal. Polarisatie 132 Wraak op het noodlot en een dubbele opdracht 136 Verschijning van een dubbelganger en een aanzet tot bewustwording 140 Groepsfoto met vader 143 Crisis 147 Verdwijningen. Conflict met Arne. Plaats van inslag van meteoriet niet herkend 150 Vondst van dode Arne. Ontreddering 156 Vasthouden aan navolging van tweede jonge dode 159 Conclusie 160 Hoofdstuk 5: Resultaten voortkomend uit de werkmethode van René Girard 163 Overeenkomsten en verschillen tussen De donkere kamer van Damokles en Nooit meer slapen 163 Varianten in een reeks romans 166 Conserve 166 De tranen der acacia’s 167 Herinneringen van een engelbewaarder 168 Onder professoren 170 Een heilige van de horlogerie 170 Au pair 172 Hoofdpersonen behept met slachtofferkenmerken 175 Het motief van de metamorfose 176 Varianten in novellen en verhalen 179 Het behouden huis 182 De blinde fotograaf 184 De elektriseermachine van Wimshurst 184 Een wonderkind of een total loss 185 Naar Magnitogorsk 185 inhoud 7 De onbegraven jonge dode 186 Hoofdstuk 6: Conclusie 189 Twee werkmethoden 189 Een bewustwording inzake het navolgen? 191 Zondebokken en slachtoffers 193 Leiden verschillende oorzaken tot verschillende eerste fasen als aanloop tot een mimetische crisis? 197 Het ontvouwen van de composities van romans en verhalen 201 Een romantisch of een romanesk oeuvre? 203 De opstelling van Hermans als schrijver 204 Noten 209 Bibliografie 237 Index 253 Namenregister 271 8 dorbeck is alles! Voorwoord Deze studie heeft een voorgeschiedenis die ik hierbij in het kort toelicht. Hoe kan iemand er namelijk toe komen het oeuvre van Willem Frederik Hermans te bestu- deren vanuit een bepaalde invalshoek? In een beknopte studie over het werk van Hermans bestemd voor het middel- baar onderwijs, die ik indertijd in handen kreeg, trof ik in de bespreking van De donkere kamer van Damokles, weer een verwijzing aan naar het thema van de dubbel- ganger in deze roman.1 Ik had zoals zovelen in de loop van de jaren zeer geboeid romans en bundels verhalen, artikelen en essays van Hermans gelezen. Dubbelgangers ... Ineens moest ik denken aan wat de Fransman René Girard, wiens werk mij al enkele jaren bezighield, daarover had geschreven in zijn uiteen- zettingen over het belang van processen van ‘navolging’. In zijn betogen over ‘mimesis’, te vertalen als ‘navolging’, wees hij erop dat personen tot elkaars dub- belgangers kunnen worden door bijvoorbeeld sterke gelijkenis of door het streven naar hetzelfde doel, waardoor zij met elkaar verwisseld kunnen worden. Boven- dien kan er sprake zijn van een ingewikkeld proces van ‘navolging’ als de een de ander als een model beschouwt en omgekeerd. Beiden kunnen trachten zich do- minant jegens de ander op te stellen en tevens dwingend aanwijzingen en op- drachten geven. Toenemende rivaliteit tussen hen kan veroorzaken dat elk voor de ander een obstakel wordt, waarna tijdens een hevig conflict de een kan trach- ten zich van de ander te ontdoen dan wel dat beiden elkaar naar het leven gaan staan. In het essay: ‘Du désir mimétique au double monstrueux’(‘Van mimetische be- geerte naar monsterlijke dubbelganger’), opgenomen in de bundel La violence et le sacré, uit 1972, had hij dit toegelicht. De Nederlandse vertaling van deze bundel, God en geweld, eigenlijk God en het sacrale, verscheen pas in 1998. In een flits vroeg ik me af of het dubbelgangersmotief in De donkere kamer van Damokles van Hermans erop wijst dat er in deze roman sprake is van een specifieke vorm van navolging. Zou Osewoudt de navolger zijn van Dorbeck, die geen vér maar een min of meer nabij model is en bovendien opdrachten geeft aan de siga- renwinkelier, die deze blindelings uitvoert? De wederwaardigheden doen zich voor tijdens de crisis die de Tweede Wereldoorlog vormt. Maar de allesbepalende factor wordt hun ‘verwisselbaarheid’ waarbij Osewoudt als dubbelganger uitein- delijk slechts de vervanger van Dorbeck is, misbruikt om het vuile werk op te 9 knappen. Wie de roman kent, weet dat het waarschijnlijke bedrog van Dorbeck de aanvankelijk argeloze Osewoudt, die zijn ‘instructies’ heeft opgevolgd in de hoop net als hij te worden, zonder te vermoeden dat de ander een verrader kan zijn, naar de ondergang heeft gevoerd. Een tweede aanwijzing dat Hermans zich sterk had beziggehouden met het the- ma ‘navolging’, bleek het feit te zijn dat de artikelen die hij in 1963 had gebundeld in Mandarijnen op zwavelzuur, opmerkingen bevatten die betrekking hebben op ‘na- volgers’. Met aanzienlijke verbetenheid verwierp Hermans al vanaf 1946 het na- volgen dat volgens hem een aantal letterkundigen kenmerkte. Daarbij had hij met name degenen op het oog die het gedachtegoed van Forum – Du Perron, Ter Braak – nog na de Tweede Wereldoorlog bleven navolgen. Een derde aanwijzing was te vinden in het eerste verhaal dat Hermans in 1941 schreef als jongvolwassene, namelijk ‘Een ontvoogding’, opgenomen in de bundel Moedwil en misverstand. Niet alleen bevat dit verhaal een jammerlijk navolgingspro- ces door een jonge man van een verraderlijke, perverse opdrachtgever, maar het navolgen zelf wordt ook nadrukkelijk benoemd in de zin: ‘je volgt je voogd het beste na naarmate je hem minder gehoorzaamt.’ Al deze aanwijzingen bleken niet alleen te leiden naar het vaststellen van een obsessieve aanwezigheid van het thema ‘navolging’ in het oeuvre van Hermans, maar ook naar de thema’s ‘mimetische rivaliteit’ en ‘uitstoting’, al of niet als ‘zondebok’, die Girard eveneens onder de aandacht had gebracht. Girard had, voor hij het thema ‘dubbelgangers’ bestudeerde, al eerder gewezen op het belang van ‘navolging’ in literaire werken. In 1961 had hij in Mensonge romantique et vérité romanesque (De romantische leugen en de romaneske waarheid) aange- toond dat in een aantal klassieke romans de hoofdpersonen een ver en geïdea- liseerd model voor ogen houden en navolgen.