GEMEENTE ZINGEM MER-SCREENING VOORONTWERP - DECEMBER 2016

[ RUP ] PARKGEBIED

OPDRACHTGEVER

Contactpersoon Tom Rutsaert Adres Alfred Amelotstraat 53 9750 ZINGEM Telefoon 09/389 01 20 E-mail [email protected]

OPDRACHTHOUDER

Projectteam Shana Poppe, Daan Tuypens VERSIE DATUM Adres Joseph Cardijnstraat 60 1 12/10/2016 9420 ERPE-MERE 2 27/10/2016 Telefoon 053/64 65 39 3 02/12/2016 E-mail [email protected] INHOUDSOPGAVE [ 9 ] GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR ...... 49 9.1. PROBLEEMSTELLING ...... 49 9.2. PLANOPZET ...... 49 [ 1 ] INLEIDING ...... 5 9.3. GRAFISCH PLAN EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ...... 49

[ 2 ] DOEL EN REIKWIJDTE VAN HET RUP ‘PARKGEBIED’ ...... 6 [ 10 ] SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT ...... 52 10.1. INLEIDING ...... 52 [ 3 ] RUIMTELIJKE SITUERING...... 7 10.2. TOETSING TOEPASSINGSGEBIED ...... 52 3.1. SITUERING VAN DE GEMEENTE ZINGEM IN DE REGIO ...... 7 10.3. TOETSING PLAN-MER-PLICHT VAN RECHTSWEGE ...... 52 3.2. SITUERING VAN HET PLANGEBIED IN DE GEMEENTE ZINGEM ...... 9 10.4. TOETSING MOGELIJKE (GEWEST) GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN VAN HET PLAN ...... 54 [ 4 ] WETGEVEND KADER ...... 12 10.5. ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTRAPPORTAGE ...... 54 4.1. OMZENDBRIEF RO/2010/01 ...... 12 4.2. PLANOLOGISCHE RUIL ...... 13 [ 11 ] CONCLUSIE ...... 72 [ 5 ] PLANNINGSCONTEXT ...... 15

5.1. INLEIDING ...... 15 5.2. RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN ...... 15 5.3. PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST-VLAANDEREN...... 16 5.4. GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZINGEM ...... 19

[ 6 ] BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND ...... 24 6.1. PLANOLOGISCH-STEDENBOUWKUNDIG ...... 24 6.2. ANDERE SECTORALE WETGEVING ...... 32

[ 7 ] SECTORALE PLANNEN EN STUDIES...... 42 7.1. MILIEUBELEIDSPLAN 2005-2010 ...... 42 7.2. AFBAKENING WOONVERNIEUWINGS- EN WONINGBOUWGEBIEDEN ...... 42

[ 8 ] BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND ...... 43 8.1. SITUERING ...... 43 8.2. PLANGEBIED ...... 45 8.3. RUIMERE STRUCTUUR VAN HET PLANGEBIED ...... 45 8.4. ONTSLUITINGSSTRUCTUUR ...... 45 8.5. AFBAKENING PLANGEBIED ...... 46 8.6. FOTOREPORTAGE ...... 48 LIJST VAN AFBEELDINGEN Afbeelding [ 22 ] Uittreksel uit de watertoets – erosiegevoelige gebieden (groen = erosiegevoelig) ...... 63 Afbeelding [ 1 ] Situering van de gemeente Zingem in de regio - orthofoto ...... 8 Afbeelding [ 23 ] Uittreksel uit de zonerings- en uitvoeringsplannen VMM ...... 64 Afbeelding [ 2 ] Situering van de gemeente Zingem in de regio - stratenplan ...... 8 Afbeelding [ 24 ] Uittreksel uit de actuele luchtkwaliteit ...... 68 Afbeelding [ 3 ] Situering van het plangebied in de gemeente Zingem - orthofoto ..... 10 Afbeelding [ 25 ] Biologische waarderingskaart ...... 69 Afbeelding [ 4 ] Situering van het plangebied in de gemeente Zingem - stratenplan .. 10 Afbeelding [ 26 ] Onroerend erfgoed ...... 70 Afbeelding [ 5 ] Het zuidelijk openruimtegebied als landelijk landschap en groene long van bovenregionaal belang ...... 18 LIJST VAN TABELLEN Afbeelding [ 6 ] Ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur van Zingem ...... 20 Tabel [ 1 ] Herbevestigd agrarisch gebied dat reeds aangesneden werd bij Afbeelding [ 7 ] Onderscheiden deelruimten in het Gemeentelijk Ruimtelijk gemeentelijke planningsinitiatieven ...... 14 Structuurplan Zingem ...... 23 Tabel [ 2 ] Bodemgeschiktheid plangebied in functie van landbouw ...... 14 Afbeelding [ 8 ] Gewenste ruimtelijke structuur van de woonkern Ouwegem ...... 23 Tabel [ 3 ] Bestemmings- en ruimtelijke uitvoeringsplannen ...... 24 Afbeelding [ 9 ] Principeschets van de gewenste natuurlijke en agrarische structuur Tabel [ 4 ] Verkavelingen ...... 27 deelruimte nr. 4 ‘Zandig Interfluvium Leie-Schelde’, gebied Noordelijk Zandig Interfluvium ...... 37 Tabel [ 5 ] Wegen en waterwegen ...... 30 Afbeelding [ 10 ] Bestaande ruimtelijke structuur van de woonkern Ouwegem ...... 44 Tabel [ 6 ] Inventaris bouwkundig erfgoed ...... 32 Afbeelding [ 11 ] Impressies van het plangebied en de omgeving ...... 48 Tabel [ 7 ] Beschermde monumenten ...... 33 Afbeelding [ 12 ] Situering vogel- en habitatrichtlijnengebied ...... 54 Tabel [ 8 ] Natuur en landbouw ...... 35 Afbeelding [ 13 ] Uittreksel uit de bodemkaart ...... 58 Tabel [ 9 ] Inventaris bouwkundig erfgoed ...... 70 Afbeelding [ 14 ] Uittreksel uit de bodemgebruikskaart ...... 58 Afbeelding [ 15 ] Uittreksel uit de grondwaterkwetsbaarheidskaart ...... 59 Afbeelding [ 16 ] Uittreksel uit de watertoets – overstromingsgevoelige gebieden ...... 60 Afbeelding [ 17 ] Uittreksel uit de Vlaams Hydrografische Atlas ...... 61 Afbeelding [ 18 ] Uittreksel uit de watertoets – infiltratiegevoelige gebieden ..... 61 Afbeelding [ 19 ] Uittreksel uit de watertoets – grondwaterstromingsgevoelige gebieden ...... 62 Afbeelding [ 20 ] Uittreksel uit de watertoets – winterbedkaart ...... 62 Afbeelding [ 21 ] Uittreksel uit de watertoets – hellingenkaart ...... 63

Voorliggend document is opgebouwd uit volgende onderdelen: . doel en reikwijdte van het voorgenomen plan; [ 1 ] INLEIDING . ruimtelijke situering; . alternatieven en referentiesituatie; In het kader van het planproces voor de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijk . beschrijving van de planopzet; Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ dient, gelet op het op 1 juni 2008 in werking getreden . screening van de plan-MER-plicht; plan-MER decreet, en het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 . conclusie. betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, een bijkomende toetsing (screening) te gebeuren naar de noodzaak tot een milieubeoordeling van voorliggend plan (i.e. plan-MER-plicht). In toepassing van het decreet dienen overheden na te gaan of de plannen die zij opstellen, binnen de werkingssfeer van het decreet vallen.

Het gemeentebestuur van Zingem wenst met het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ een gebied van circa 24 ha - dat op het gewestplan ingekleurd staat als parkgebied, maar voornamelijk gebruikt wordt in functie van landbouw - om te zetten naar een agrarische functie.

Vooraleer kan worden overgegaan tot de formele procedure met betrekking tot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan en het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan, dient duidelijkheid te bestaan over de plicht tot opmaak van een plan-MER. Indien zou blijken dat voor het beoogde plan een plan-MER opgemaakt moet worden, dient immers de plan-MER procedure te worden opgestart en het resulterende plan-MER te worden goedgekeurd ten laatste voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voorliggende nota heeft als doel het beoogde Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ aan een screening tot plan-MER te onderwerpen. In het bijzonder dient een onderzoek naar aanzienlijke milieueffecten te gebeuren.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 5 Bovengenoemde innames van agrarisch gebied dienen met andere woorden, ingevolge de voormelde omzendbrief 2010/01 van 7 mei 2010, gecompenseerd te [ 2 ] DOEL EN REIKWIJDTE VAN HET worden. RUP ‘PARKGEBIED’

Het gemeentebestuur van Zingem heeft op 26 maart 2015 SOLVA, het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor ruimtelijke ordening en socio- economische expansie voor Zuid-Oost-Vlaanderen, aangesteld voor de opmaak van een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) voor het plangebied ‘Parkgebied’. Deze opdracht is op 8 september 2015 door de Raad van Bestuur van SOLVA aanvaard.

Het gemeentebestuur van Zingem wenst met het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ een gebied van circa 24 ha - dat op het gewestplan ingekleurd staat als parkgebied, maar voornamelijk gebruikt wordt in functie van landbouw - om te zetten naar een agrarische functie.

De gemeente Zingem heeft in het kader van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Zonevreemde bedrijven’ reeds herbevestigd agrarisch gebied ingenomen en zal ook in toekomstige planningsinitiatieven - waaronder het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Lokaal bedrijventerrein’, het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Containerpark’ en het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Hofakkersite’ - nog herbevestigd agrarisch gebied innemen.

In navolging van de omzendbrief RO/2010/01 van 7 mei 2010 betreffende het ruimtelijk beleid binnen agrarische gebieden, waarvoor de bestaande plannen van aanleg en uitvoeringsplannen herbevestigd zijn, dienen de herbevestigde agrarische gebieden zoveel mogelijk voorzien te blijven voor landbouw. Wanneer er toch een functiewijziging wordt voorgesteld voor dit gebied dienen er maatregelen genomen te worden om het planologisch evenwicht te herstellen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 6 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM

[ 3 ] RUIMTELIJKE SITUERING 3.1. SITUERING VAN DE GEMEENTE ZINGEM IN DE REGIO De gemeente Zingem is een landelijke gemeente in het zuidwesten van de provincie Oost-Vlaanderen. Administratief behoort de gemeente tot het arrondissement .

De gemeente bestaat uit drie kleine woonkernen Huise, Ouwegem en Zingem, waarvan Zingem de grootste is. De bewoning is in hoofdzaak geconcentreerd in de dorpskernen van deze deelgemeenten.

Buurgemeenten in het noorden zijn Nazareth en Asper (), in het oosten Dikkelvenne (Gavere) en Nederzwalm-Hermelgem (), in het zuiden Welden (Oudenaarde), Mullem (Oudenaarde) en Lede (), en in het westen Wannegem (Kruishoutem), Kruishoutem en Lozer (Kruishoutem).

Ruimer gezien situeert de gemeente zich in de nabijheid van de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Oudenaarde en Deinze, het kleinstedelijk gebied Zottegem en de economische knooppunten Kluisbergen en Nazareth. Het grootstedelijk gebied Gent ligt op ongeveer 20 km van Zingem.

Het grondgebied van Zingem wordt doorkruist door enkele belangrijke infrastructuren. De belangrijkste weg door Zingem is de N60, de gewestweg Gent- Oudenaarde-Ronse, die de gemeente centraal van noord naar zuid doorsnijdt. Zingem heeft hierdoor een doorgangsfunctie tussen de Gentse regio en de Zuid- Oostvlaamse centra Oudenaarde en Ronse. In oost-westelijke richting wordt Zingem doorsneden door de N435, de gewestweg die Kruishoutem met Nederzwalm verbindt. De N435 gaat dwars door de kernen van Ouwegem en Zingem. In het noorden van de gemeente bevindt zich de gewestweg N35. Deze weg verzorgt de ontsluiting van Deinze (en Nazareth) richting de E17 en de N60.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 7 NAZARETH

GAVERE

KRUISHOUTEM ZINGEM

ZWALM

OUDENAARDE N N

Afbeelding [ 1 ] Situering van de gemeente Zingem in de regio - orthofoto Afbeelding [ 2 ] Situering van de gemeente Zingem in de regio - stratenplan

gemeentegrens gemeentegrens plangebied plangebied

NAZARETH

GAVERE

KRUISHOUTEM ZINGEM

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 8 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 3.2. SITUERING VAN HET PLANGEBIED IN DE GEMEENTE ZINGEM

. KAART ORTHOFOTO 2015 Het plangebied van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan bevindt zich in het noordwesten van de gemeente Zingem, ten noorden van de woonkern Ouwegem.

Het plangebied betreft een ingesloten gebied tussen de Ouwegemstraat, Steenoven, de Beertegemstraat en de Landegemstraat.

Het plangebied wordt hoofdzakelijk ingenomen door landbouw.

De Ouwegemsesteenweg (N435) en de Gentsesteenweg (N60) staan in voor de ontsluiting van het gebied. De Ouwegemsesteenweg-Kruishoutemsesteenweg (N435) verbindt het plangebied met het hoofddorp Zingem.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 9 N N

Afbeelding [ 3 ] Situering van het plangebied in de gemeente Zingem - orthofoto Afbeelding [ 4 ] Situering van het plangebied in de gemeente Zingem - stratenplan

gemeentegrens Zingem gemeentegrens Zingem plangebied plangebied

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 10 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE ZINGEM

RUP PARKGEBIED

ORTHOFOTO 2015

LEGENDE REFERENTIE

grens plangebied

kadastrale percelen

0 80 40 schaal 1 : 5000 m

Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) Bron: GDI-Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zingem Alfred Amelotstraat 53 9750 ZINGEM

OPDRACHTHOUDER

SOLVA Joseph Cardijnstraat 60 9420 ERPE-MERE voeren, zijnde het behoud van de agrarische functie zoals ze vastgelegd is in de plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen. In de omzendbrief [ 4 ] WETGEVEND KADER RO/2010/01 van 7 mei 2010 betreffende het ruimtelijk beleid binnen de agrarische gebieden waarvoor de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke 4.1. OMZENDBRIEF RO/2010/01 uitvoeringsplannen herbevestigd zijn, geeft de Vlaamse Regering haar beleidsvisie weer over de gemeentelijke, provinciale en gewestelijke planningsinitiatieven die 4.1.1. SITUERING in de herbevestigde agrarische gebieden mogelijk zijn. De omzendbrief vormt De bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voorzien dat echter als zodanig geen rechtsgrond om af te wijken van decretale bepalingen met het Vlaams gewest 75.000 ha agrarisch gebied afbakent in gewestplannen of betrekking tot de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen en de bevoegdheid gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen als onderdeel van de afbakening van die aan de onderscheiden overheden daaromtrent zijn toegekend. de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur. De Vlaamse Regering stelt dat binnen deze gebieden – gezien de herbevestiging In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse van de agrarische gebieden deel uitmaakt van de uitvoering van de bindende overheid tussen 2004 en 2009 een gebiedsgerichte ruimtelijke visie op landbouw, bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen – gemeentelijke en natuur en bos op in overleg met de lokale besturen en middenveldorganisaties provinciale planningsinitiatieven geen betekenisvolle afbreuk mogen doen aan de voor dertien buitengebiedsregio’s. Op basis van deze ruimtelijke visies ruimtelijk- functionele samenhang van de agrarische macrostructuur. herbevestigde de Vlaamse Regering de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen voor circa 538.000 ha agrarisch gebied. De regering De Vlaamse Regering zorgt ervoor dat de goedkeurende en adviserende instanties besliste dat voor deze gebieden geen bestemmingswijzigingen nodig zijn en dat de binnen de Vlaamse overheid deze beleidsvisie laten doorwerken in hun agrarische bestemming op de plannen van aanleg en de ruimtelijke argumentatie bij de beoordeling van planningsinitiatieven (opmaak ruimtelijke uitvoeringsplannen behouden blijft, tenzij expliciet anders vermeld. Binnen deze uitvoeringsplannen, opmaak herziening ruimtelijke structuurplannen) die deze herbevestigde agrarische gebieden heeft de landbouwsector dus zekerheid dat de agrarische bestemming zouden wijzigen. agrarische bestemming op lange termijn principieel behouden blijft. 4.1.2. BESTEMMINGSWIJZIGINGEN De overige gebieden van de agrarische structuur zullen samen met de resterende De Vlaamse overheid zal gemeentelijke en provinciale initiatieven die een taakstelling inzake bijkomende natuur- en bosgebieden vastgelegd worden in planologische aanpassing van de beleidsmatig herbevestigde agrarische gebieden gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen op basis van prioriteiten en fasering inhouden voldoende terughoudend beoordelen. bepaald in de operationele uitvoeringsprogramma’s die voor iedere buitengebiedregio goedgekeurd zijn. Als algemeen uitgangspunt geldt dat de overheid die een planningsinitiatief neemt

om de bestemming van een herbevestigd agrarisch gebied te wijzigen, in de mate Via de beleidsbeslissingen over de herbevestigde agrarische gebieden geeft de van het mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige Vlaamse Regering het ruimtelijk beleid aan dat ze in deze gebieden wenst te acties opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen. Prioriteit gaat daarbij

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 12 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM naar acties om zonevreemde landbouw zone-eigen te maken (waarbij niet bestaande vergunde zonevreemde toestand dan wel het aansnijden van agrarische bestemmingen in landbouwgebruik herbestemd worden naar agrarisch een agrarisch gebied in landbouwgebruik voor andere ontwikkelingen kan gebied), verder ‘planologische ruil’ genoemd. een element in deze beoordeling zijn. . Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw. Afwijken van dat algemeen uitgangspunt kan enkel mits uitdrukkelijke en grondige Voorstellen voor planologische ruil of het ter beschikking stellen van motivatie door de initiatiefnemer (bv. omdat het praktisch onmogelijk is een bruikbare ruilgrond voor de getroffen landbouwers kunnen deel geschikt ruilgebied voor te stellen, omdat mogelijke ruilgronden reeds belast zijn uitmaken van dergelijke flankerende maatregelen. met uitbatingsbeperkingen ten gevolge maatregelen inzake natuurbeheer of omdat het om een plan gaat dat enkel gericht is op het zone-eigen maken van een Voor onder andere gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen is er vergunde zonevreemde toestand, …). daarenboven principieel beleidsmarge om – na grondige afweging – eventueel bestemmingswijzigingen door te voeren in herbevestigd agrarisch gebied: Gemeentelijke of provinciale opties zullen steeds getoetst worden aan de . Gemeenten die reeds een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk ruimtelijke doelstellingen voor de op Vlaams niveau herbevestigde agrarische structuurplan hebben, kunnen gemeentelijke ruimtelijke gebieden. Een degelijk onderbouwde verantwoording of motivering in die zin zal uitvoeringsplannen opmaken in uitvoering van de richtinggevende of bijgevolg steeds een wezenlijk deel uit moeten maken van de (toelichting bij) deze bindende bepalingen van dat gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor gemeentelijke en provinciale plannen. In haar advisering zullen de betrokken onder andere agrarische bedrijvenzones van lokaal belang, differentiatie Vlaamse administraties beoordelen in hoeverre de verantwoording die de van het agrarische gebied in functie van de bebouwingsmogelijkheden, betrokken gemeente of provincie geeft afdoende is. natuur- en landschapselementen van lokaal niveau, natuur in de bebouwde omgeving, wonen, werken, openbaar nut, toerisme en Elementen die in deze verantwoording minstens aan bod moeten komen zijn: recreatie op lokaal niveau, lokale wegen of gemeentelijke ruimtelijke . Onderzoek naar de alternatieve locaties buiten herbevestigd agrarisch uitvoeringsplannen in uitvoering van goedgekeurde planologische gebied en een verantwoording waarom de alternatieven buiten attesten. herbevestigd agrarisch gebied niet weerhouden worden. Het is aan te bevelen om een dergelijk alternatievenonderzoek, in voorkomend geval, Ook hier geldt steeds het uitgangspunt van het herstel van het planologisch op te nemen in de planmilieueffectenrapportage. evenwicht en van een degelijk onderbouwde motivering. . Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur. De ruimtelijke kenmerken (ligging en configuratie 4.2. PLANOLOGISCHE RUIL van percelen en bedrijfszetels, fysische kenmerken van de bodem, De gemeente Zingem heeft in het kader van het Gemeentelijk Ruimtelijk landschappelijke waarde van een gebied, …), het huidige effectieve Uitvoeringsplan ‘RWZI Ouwegem’ (definitief goedgekeurd door de deputatie op landgebruik en de impact op individuele landbouwbedrijven etc. zijn 11/08/2011) en het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Zonevreemde elementen die in een dergelijke beoordeling aan bod moeten komen. Het bedrijven – cluster N60 (definitief goedgekeurd door de deputatie op 07/04/2016) gegeven of de intentie van een plan het zone-eigen maken is van een

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 13 – cluster Zingem definitief goedgekeurd door de deputatie op 04/03/2016) – Tabel [ 2 ] Bodemgeschiktheid plangebied in functie van landbouw cluster Ouwegem-Huise (definitief goedgekeurd door de deputatie op LANDBOUWFUNCTIE BODEMGESCHIKTHEID 04/03/2016)’ reeds herbevestigd agrarisch gebied ingenomen. Ook in toekomstige Grasland matig- tot zeer geschikt planningsinitiatieven, waaronder het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Akkerbouw matig- tot zeer geschikt ‘Lokaal bedrijventerrein’, het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Extensieve deels ongeschikt (circa 40% van de oppervlakte) en deels ‘Containerpark’ en het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Hofakkersite’ zal groententeelt geschikt (circa 60% van de oppervlakte) de gemeente nog herbevestigd agrarisch gebied innemen. Deze innames van Intensieve deels ongeschikt (circa 40% van de oppervlakte) groententeelt herbevestigd agrarisch gebied moeten ingevolge bovenstaande omzendbrief Glasteelten ongeschikt (circa 40% van de oppervlakte) tot zeer geschikt 2010/01 van 7 mei 2010 gecompenseerd worden. Fruitteelt ongeschikt (circa 40% van de oppervlakte) tot zeer geschikt

Boomkwekerijen ongeschikt (circa 40% van de oppervlakte) tot zeer geschikt Tabel [ 1 ] Herbevestigd agrarisch gebied dat reeds aangesneden werd bij gemeentelijke planningsinitiatieven PLANNINGSINITIATIEF BENADERDE OPPERVLAKTE RUP RWZI Ouwegem 6.993 m² RUP Zonevreemde bedrijven 63.466 m² . cluster Zingem 1.309 m² . cluster Ouwegem-Huise 12.503 m² . cluster N60 49.654 m² TOTAAL 70.459 m²

Om het planologisch evenwicht in Zingem te behouden, voorziet de gemeente een ruilgrond om de aangesneden stukken herbevestigd agrarisch gebied, ten gevolge van bovenstaande planningsinitiatieven, te compenseren. Het betreft een binnengebied, ingesloten door woningen gelegen aan de Ouwegemstraat, Landegemstraat en Steenoven aan de kern van Ouwegem. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 24 ha. Deze oppervlakte compenseert ruimschoots de oppervlakte ingenomen herbevestigd agrarisch gebied in voormelde goedgekeurde en lopende planningsinitiatieven. Op het gewestplan wordt dit gebied ingekleurd als ‘parkgebied’. Dit gebied wordt hoofdzakelijk gebruikt in functie van de landbouw. Voor deze functie heeft het gebied een matige tot zeer goede bodemgeschiktheid:

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 14 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 5.2.1. ALGEMEEN [ 5 ] PLANNINGSCONTEXT In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt de visie weergegeven op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen. Het uitgangspunt hierbij is een duurzame 5.1. INLEIDING ruimtelijke ontwikkeling voor Vlaanderen, gebaseerd op draagkracht en kwaliteit.

Volgens artikel 2.1.19 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 27 maart Het streven naar openheid én stedelijkheid staat daarbij voorop, uitgedrukt als: 2009 wordt een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt ter uitvoering ‘Vlaanderen open en stedelijk’. Met deze metafoor wenst het Ruimtelijk van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een trendbreuk te realiseren die een versterking van het uitvoeringsplan dient bovendien te kaderen in de gewenste ruimtelijke structuur buitengebied beoogt en een versnippering ervan tegengaat door een optimaler van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk gebruik en beheer van de stedelijke structuur. Structuurplan.

Dit wordt vertaald in het concept van ‘gedeconcentreerde bundeling’ waarbij een In wat volgt, wordt het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ selectieve concentratie wordt nagestreefd van de groei van wonen, werken en gepositioneerd ten opzichte van de verschillende structuur- en beleidsplannen. andere maatschappelijke functies in de stedelijke gebieden en in de kernen van

het buitengebied. Met volgende structuurplannen en/of ruimtelijke ontwikkelingsplannen dient rekening gehouden te worden in de verdere ontwikkeling van het ruimtelijk Vier basisdoelstellingen liggen aan de basis van de gewenste structuur: uitvoeringsplan: . de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht verweven . Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; en bundelen van functies en voorzieningen; . Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen; . het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied en een . Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zingem. bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied; . het concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel 5.2. RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen; Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd op 23 september 1997 . het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur definitief goedgekeurd, op 12 december 2003 voor de eerste keer herzien en voor waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren de tweede keer herzien op 17 december 2010. De Vlaamse Regering heeft op 28 van het collectief vervoer en de organisatie van vervoersgenererende januari 2011 het proces gestart dat moet leiden tot de vaststelling van een activiteiten op punten die ontsloten worden door openbaar vervoer. Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Dit beleidsplan bouwt voort op de robuuste lijnen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 15 5.2.2. ZINGEM BEHOREND TOT HET BUITENGEBIED 5.3. PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST- De gemeente Zingem is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen noch als VLAANDEREN stedelijk gebied, noch als economisch knooppunt geselecteerd en maakt deel uit Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen (PRS) werd op 18 van het buitengebied. februari 2004 definitief goedgekeurd en gedeeltelijk herzien op 18 juli 2012.

In het buitengebied wordt de ruimtelijke structuur bepaald door de natuurlijke en 5.3.1. DEELRUIMTE ‘ZUIDELIJK OPENRUIMTEGEBIED’ agrarische structuur, de nederzettingsstructuren en de infrastructuur. Het is met Er worden in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen andere woorden het gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. Het verschillende hoofd- en deelruimten onderscheiden. Voor elk van deze Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil het bestaande buitengebied behouden en deelruimten worden de uitgangspunten voor het beleid en de ruimtelijke visie en waar mogelijk versterken. De groei inzake wonen en bijkomende verzorgende concepten geformuleerd. activiteiten dient bijgevolg geconcentreerd te worden in de kernen. Zo kan de versnippering van de open ruimte tegengegaan worden. Volgens het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen behoort de

gemeente Zingem tot de deelruimte ‘Zuidelijk openruimtegebied’, dat onder meer Voor het buitengebied worden onder andere volgende doelstellingen de Scheldevallei, de Vlaamse Ardennen, de Zwalmstreek en de Dendervallei omvat. geformuleerd: Het is een onderdeel van wat in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen . het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; aangeduid wordt als een groot aaneengesloten openruimtegebied tussen de . het bundelen van ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; verstedelijkingszones Brussel, Charleroi/Bergen, Gent en Kortrijk/Lille. . het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde

gehelen. De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het zuidelijk openruimtegebied wordt verwoord met de slagzin ‘het zuidelijk openruimtegebied als landelijk landschap en groene long van bovenregionaal belang’. Binnen het zuidelijk openruimtegebied is het beleid gericht op het leefbaar maken als openruimtegebied en het voorkomen van verdere verstedelijking. Er wordt uitgegaan van een versterking van de natuurlijke en toeristisch-recreatieve functie, het garanderen van een leefbaarheid van de landbouw en het versterken van het belang van de stedelijke kernen en de globale leefbaarheid van het openruimtegebied.

Volgende ruimtelijke principes worden vooropgesteld: . het fysisch systeem als kapstok voor de landschapsvormende functies bos, natuur en landbouw (in de Vlaamse Ardennen moeten de

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 16 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM landschapselementen in het kleinschalig landschap en het bocagekarakter in de valleien intact gehouden en hersteld worden en moeten de waardevolle boscomplexen op de getuigenheuvels behouden en versterkt worden, onder meer gericht op het beter ecologisch functioneren): het cultuurhistorisch landschap behouden en versterken, komt de toeristisch-recreatieve potenties ten goede en laat de verdere ontwikkeling van de ruimtelijke functies toe; . het behoud en versterken van het hiërarchisch spreidingspatroon en de cultuurhistorische waarde van de nederzettingen: het verspreid patroon van typische kleine dorpen met een eigen karakter maakt deel uit van het landschap. Dit patroon moet behouden blijven, verdichting of aaneengroeien van de kernen moet worden tegengegaan. Bij verdere ontwikkeling van de nederzettingsstructuur moet rekening gehouden worden met belang van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de nederzettingen en het omgevende landschap in het toeristisch- recreatief gebeuren van de streek; . de kleine steden als ontwikkelingspolen in de regio: woonondersteunende voorzieningen, bedrijvigheid en diensten van bovenlokaal niveau worden gesitueerd in de stedelijke kernen; . een ontsluitingssysteem gericht op de leefbaarheid van de stedelijk- economische structuur en op het vrijwaren van het rustig karakter van het buitengebied.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 17

Afbeelding [ 5 ] Het zuidelijk openruimtegebied als landelijk landschap en groene long van bovenregionaal belang

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 18 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM goedgekeurd. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zingem vormt een 5.3.2. GEWENSTE OPEN RUIMTESTRUCTUUR beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Met de visie en de concepten als basis zijn de ontwikkelingsperspectieven per Het geeft een lange termijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het deelstructuur verder uitgewerkt. Volgende selecties, met betrekking tot de gemeentelijk grondgebied. gewenste open ruimtestructuur voor de provincie Oost-Vlaanderen, zijn relevant in het kader van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’: In wat volgt worden de relevante elementen aangehaald met betrekking tot de . behouden van de relictzone ‘Waterhoek Lozer’ en het ‘Lemig Leie-Schelde gewenste ruimtelijke structuur van de gemeente Zingem. Het gemeentelijk Interfluvium’; ruimtelijk structuurplan werd echter opgemaakt in de periode 2008-2009 en is dus . voor de ankerplaatsen (‘Kasteeldomeinen van Aaishove, Lozer, Mullem en deels gedateerd. Onderstaande bepalingen dienen ook in die zin gelezen te Wannegem’) en historische bakens dient rekening gehouden te worden worden. met de omgeving en context waarin ankerplaatsen en bakens tot stand kwamen; 5.4.1. ALGEMEEN . met betrekking tot het lemig Leie-Schelde interfluvium worden volgende De ruimtelijke visie op de gemeente Zingem werd in het gemeentelijk ruimtelijk uitgangspunten onderschreven: structuurplan als volgt samengevat: ‘Zingem, groene long aan de Schelde’. Zingem - behouden resterend open-field karakter van het heeft nog steeds een groen en open karakter en vormt een aangename landbouwgebied; woonomgeving in de Vlaamse Ardennen. Zingem vormt met andere woorden een - beperken en groeperen bebouwing; groene long aan de Schelde en wenst ook in de toekomst deze rol verder te - versterken contrasten met de omliggende (gesloten of vervullen. compartiment-landschappen) en de valleien van Leie en Schelde; - versnippering door verstedelijking tegengaan; Volgende beleidsdoelstellingen worden er gehanteerd: . met betrekking tot zandig Leie-Schelde interfluvium: stoppen van de . valoriseren van de rol van de land- en tuinbouw in evenwicht met het industriële en commerciële ‘lintbebouwing’ langs de (kruispunten) van de behoud van de open ruimte en het tegengaan van versnippering; grote wegen als een van de belangrijke factoren voor het dichtslibben van . behouden en versterken van de natuur met de Scheldevallei en de de open ruimte; beekvalleien als ruggengraat van de natuurlijke structuur; . aansturen van het alluviale landschap door het bufferen van de visuele . een zachte en evenwichtige groei van het woningaanbod met een verstedelijking door het herstel van het coulissenmeersenlandschap. klemtoon op de dorpskernen; . de ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven optimaal houden; 5.4. GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN . vrijwaren en verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid en ZINGEM verkeersveiligheid. Op 10 september 2009 heeft de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) van de gemeente Zingem definitief

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 19 5.4.2. RUIMTELIJKE PRINCIPES In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zingem werden naast de visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en de beleidsdoelstellingen, reeds een aantal ruimtelijke principes voorop gesteld. Deze principes laten toe om projectmatig aan ruimtelijke planning te doen en dienen als houvast voor de uitwerking van plannen en projecten op het terrein. De bundeling van deze concepten leidt tot gebalde en sterk geschematiseerde uitspraken voor het gewenste ruimtelijke beleid voor de gemeente.

principe 1: drie leefbare landelijke kernen principe 2: herstructureren industriële activiteiten met speciale aandacht voor het bedrijventerrein Zingem(-Nazareth)

principe 3: wegencategorisering ruimtelijk principe 4: landbouw als behoeder open ruimte verankerd, kader voor het mobiliteitsbeleid

principe 5: Scheldevallei en beekvalleien als dragende groene assen

Afbeelding [ 6 ] Ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur van Zingem

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 20 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 5.4.3. GEWENSTE AGRARISCHE STRUCTUUR 5.4.3.2. Ruimtelijk beleid in de landschappelijk waardevolle open landbouwgebieden De agrarische activiteit is één van de essentiële functies van het buitengebied en dient voldoende ontwikkelingskansen te krijgen. Voor de landbouw te Zingem Het betreft open landbouwgebieden met verspreide bedrijfszetels en weinig worden volgende ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld: andere bebouwing. Het grondgebruik is in hoofdzaak agrarisch en de gebieden . het scheppen van ruimtelijke zekerheid voor de land- en tuinbouw; hebben landbouwkundig een goede structuur: grotere kavels, beperkte . voldoende omvangrijke aaneengesloten arealen voor de land- en versnippering, … . Naast de landbouwkundige waarde hebben deze gebieden een tuinbouw voorbehouden; belangrijke rol te vervullen in het vrijwaren van de open ruimte. Omwille van de . optimaal afstemmen van de landbouwfunctie met de andere functies in landschappelijke waarde van deze gebieden, is het belangrijk dat land- en de open ruimte; tuinbouwers hier bijzondere aandacht besteden aan de landschappelijke integratie . het ruimtelijk-structureel versterken van het agrarisch gebied; van de (bedrijfs)gebouwen. Een belangrijk instrument hiervoor is de erfbeplanting. . het voeren van een coherent beleid ten aanzien van land- en tuinbouw. Ook het onderhoud en de ontwikkeling van kleine landschapselementen, kan de landschappelijke waarde van het gebied ondersteunen. De gemiddelde 5.4.3.1. Deelgebieden van de gewenste agrarische structuur bebouwingsgraad mag in de toekomst niet toenemen. Nieuwe bedrijven worden Er kunnen met betrekking tot de agrarische structuur verschillende verwezen naar bestaande bedrijfszetels waar de bedrijfsvoering wordt stopgezet. gebiedsgerichte beleidscategorieën onderscheiden worden. Voor Zingem worden In de toekomst blijven agrarische activiteiten de hoofdfunctie binnen dit gebied. volgende categorieën voorgesteld: . gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen; 5.4.4. GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR . de landschappelijke waardevolle open landbouwgebieden, landbouw is er Voor de nederzettingsstructuur te Zingem worden volgende ontwikkelingsopties eveneens hoofdfunctie doch dient meer rekening te houden met voorgesteld: landschap en natuur; . uitbouw van de kern Zingem als hoofddorp, naast de twee woonkernen . de bouwvrije landschappelijke waardevolle open landbouwgebieden; Ouwegem en Huise; . valleigebied met een hoge ecologische en landschappelijke waarde, . een woonbeleid gericht op kernversterking; natuur is de hoofdfunctie met landbouw als nevenfunctie. . aandacht voor sociale huur- en koopwoningen; . streven naar een differentiatie van woonprojecten; Het ingesloten gebied ten noorden van de kern van Ouwegem - omsloten door de . het verhogen van de woonkwaliteit en het aangenamer maken van de Ouwegemstraat, Steenoven, de Beertegemstraat en de Landegemstraat - wordt woonomgeving; beschouwd als behorende tot het landschappelijk waardevol open . verhogen ruimtelijke kwaliteiten van de kernen in relatie tot het landbouwgebied. Dit gebied is op het gewestplan ingetekend als parkgebied. Deze omliggende landschap; bestemming dient gewijzigd te worden naar een agrarische functie met speciale . het realiseren van structureel samenhangende invullingen in het aandacht voor het landschap. Dit gebied bestaat grotendeels uit graslanden. bestaande woonweefsel; . het bieden van rechtszekerheid aan zonevreemde woningen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 21 5.4.4.1. Een beleid voor zonevreemde woningen woning zal hierin een belangrijke rol spelen, naast de (nog) aanwezige Het gemeentebestuur zal één of meerdere ruimtelijke uitvoeringsplannen natuurwaarden. opmaken waarin de ontwikkelingsmogelijkheden van dergelijke woningen worden 5.4.4.1.2. Een gebiedsgerichte benadering: aanpak zonevreemde vastgelegd. woningen in de woonkern Ouwegem Voor zonevreemde woningen die ruimtelijk rechtstreeks aansluiten op deze kern Zonevreemde woningen zijn bestaande woningen die niet in woongebied, kan een herbestemming overwogen worden waardoor de woonfunctie woongebied met landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied of goedgekeurde bekrachtigd wordt en er vergelijkbare mogelijkheden verleend kunnen worden verkavelingen gesitueerd zijn. Deze woningen maken grotendeels deel uit van de zoals aan de woningen die deel uitmaken van het woongebied (met landelijk open ruimtestructuur. karakter) – deze bevinden zich in de onmiddellijke omgeving van de zonevreemde woningen (bijkomend woongebied creëren is evenwel niet mogelijk, ook het Onder zonevreemde woningen worden woningen verstaan die grotendeels voorzien van meergezinswoningen is niet toegelaten, functiewijzigingen zijn vergund of vergund geacht zijn, dit gaat dus niet om illegaal gebouwde woningen. eveneens enkel mogelijk indien de hoofdbestemming wonen blijft). Voor deze woningen kunnen specifieke maatregelen worden opgesteld voor een goede Voor deze woningen wordt een gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt, naar gelang afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende landbouwgebied en hun de ligging binnen de gemeente en de open ruimtestructuur in het bijzonder integratie binnen het bestaande woonweefsel van deze kern. Er dient hierbij kunnen meer of minder mogelijkheden aan deze woningen worden gekoppeld. steeds voldoende aandacht besteed te worden aan eventuele aanwezige Naast deze gebiedsgerichte aanpak wordt een specifieke aanpak van de landbouwbedrijven (afstandsregels en dergelijke) teneinde de rechtszekerheid van zonevreemde cultuurhistorische waardevolle gebouwen en woningen en een deze bedrijven niet in het gedrang te brengen. specifieke aanpak van de zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied uitgewerkt.

5.4.4.1.1. Een specifieke aanpak: aanpak zonevreemde woningen in 5.4.5. GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN DE kwetsbaar gebied DEELRUIMTE Voor de zonevreemde woningen die zich bevinden in kwetsbare gebieden dient in In de gemeente Zingem worden tien afzonderlijke entiteiten of deelruimtes overleg met de hogere overheid een specifiek ruimtelijk beleid te worden onderscheiden. Het ruimtelijke karakter van elk deelgebied is uniek, heeft uitgewerkt. Als uitgangspunt wordt door de gemeente voorgesteld om deze specifieke problemen en potenties en vraagt dan ook om een eigen benadering. woningen eveneens een maximale rechtszekerheid te bieden en deze bij voorkeur De afbakening van de deelruimten is rudimentair. De verschillende entiteiten uit de kwetsbare gebieden te onttrekken. Naar gelang de ligging in één van de vloeien in elkaar over en stoppen ook niet aan de gemeentegrenzen. hieronder opgesomde deelgebieden kunnen dan specifieke Voor Zingem worden volgende entiteiten onderscheiden: ontwikkelingsmogelijkheden worden toegekend analoog aan deze van de woningen die zich niet bevinden in kwetsbaar gebied. Dit dient naar aanleiding van het ruimtelijk uitvoeringsplan geval per geval bestudeerd worden en afgewogen worden. De vergunningstoestand gekoppeld aan de grootte en impact van de

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 22 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM . van parkgebied naar agrarisch gebied Noordelijk van de kern bevindt zich een op het gewestplan ingetekend parkgebied. Dit gebied is een relictzone en is een open ruimte gebied dat weliswaar vrijwel volledig is omgeven door bebouwing.

Dit gebied wordt gebruikt door de landbouw en bestaat grotendeels uit graslanden. Dit gebied heeft een bestemming parkgebied, doch heeft nooit een dergelijke functie gekend.

De bestemming parkgebied dient omgezet te worden naar een agrarische bestemming waarbij voldoende rekening gehouden wordt met de bestaande landschappelijke kwaliteiten van dit gebied.

1. de kern Zingem; 7. het noordwestelijk en oostelijk open 2. de kern Ouwegem; ruimtegebied; 3. de kern Huise; 8. het zuidwestelijk open 4. bedrijventerrein Zingem; ruimtegebied; 5. N60; 9. bebouwde ruimte tussen ’t Peerdeke 6. de Scheldevallei, opgesplitst in een en de dorpskern Zingem; gebied 6a, verwevingsgebied natuur 10. bebouwde ruimte rond ’t Peerdeke. met landbouw en gebied 6b, verwevingsgebied landbouw met natuur;

Afbeelding [ 7 ] Onderscheiden deelruimten in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zingem

Het plangebied van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan situeert zich binnen de deelruimte nr. 2 ‘de kern Ouwegem’. Dit is een landelijke kern en heeft de Afbeelding [ 8 ] Gewenste ruimtelijke structuur van de woonkern Ouwegem kenmerken van een straatdorp binnen het landschap van de Vlaamse Ardennen. Onderstaande bepaling, met betrekking tot de gewenste structuur van deze woonkern deelruimte, is relevant in het kader van het Gemeentelijk Ruimtelijk bestaand lint Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’: behoud landschap

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 23 6.1.1.1. Gewestplan Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan nr. 11 Oudenaarde. Op 24 [ 6 ] BESTAANDE JURIDISCHE februari 1977 werd het gewestplan Oudenaarde bij Koninklijk Besluit TOESTAND goedgekeurd. Er werd een gewestplanwijziging goedgekeurd op 29 oktober 1999.

6.1. PLANOLOGISCH-STEDENBOUWKUNDIG Dit juridisch verordenend plan deelt de gemeente op in verschillende gebieden en bepaalt de bestemmingen ervan. 6.1.1. BESTEMMINGS- EN RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN Het plangebied situeert zich ten noorden van de kern van Ouwegem en wordt ingedeeld in de bestemming parkgebied. . KAART BESTEMMINGS- EN RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

Tabel [ 3 ] Bestemmings- en ruimtelijke uitvoeringsplannen In de toelichting bij het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de BESTEMMINGS- EN BINNEN PLANGEBIED GRENZEND AAN inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen RUIMTELIJKE PLANGEBIED en latere wijzigingen wordt omschreven welke activiteiten er in deze gebieden UITVOERINGSPLANNEN mogelijk zijn. Gewestplan nr. 11 ‘Oudenaarde’ (KB nr. 11 ‘Oudenaarde’ (KB 24/02/1977, gewijzigd BVR 24/02/1977, gewijzigd BVR 29/10/1999): 29/10/1999): De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig . parkgebied . parkgebied ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale . woongebied met landelijk karakter functie kunnen vervullen. BPA/APA geen geen Gewestelijk RUP geen geen Het plangebied wordt hoofdzakelijk omsloten door bebouwing, meer bepaald de Provinciaal RUP geen geen bestemming woongebied met landelijk karakter. Gemeentelijk RUP geen ‘Zonevreemde bedrijven, 6.1.1.2. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Zonevreemde cluster Ouwegem-Huise, deelplan ‘Vermeulen Geert’ bedrijven, cluster Ouwegem-Huise’ . zone voor wonen met Grenzend aan het plangebied situeert zich het Gemeentelijk Ruimtelijk landelijk karakter Uitvoeringsplan ‘Zonevreemde bedrijven, cluster Ouwegem-Huise’, meer bepaald . zone voor landschappelijk het deelplan ‘Vermeulen Geert’. Dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dient waardevol agrarisch een passende oplossing te bieden voor de zonevreemdheidsproblematiek van de gebied betreffende bedrijven en dient de rechtszekerheid naar de toekomst veilig te stellen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 24 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM Het bedrijf ‘Vermeulen Geert’ betreft een kleinschalig bedrijf dat landbouwactiviteiten combineert met metsel- of bouwwerken. De landbouwactiviteiten worden als hoofdactiviteit beschouwd.

Het plangebied is via het gewestplan bestemd tot woongebied met landelijk karakter en tot parkgebied. Het ruimtelijk uitvoeringsplan behoudt het woongebied met landelijk karakter en zet het parkgebied om in agrarisch gebied.

In functie van de compensatie van herbevestigd agrarisch gebied wordt het achtergelegen parkgebied Beertegem-Ouwegem reeds vermeld in het ruimtelijk uitvoeringsplan.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 25 PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE ZINGEM

RUP PARKGEBIED

BESTEMMINGS- EN RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN LEGENDE REFERENTIE

grens plangebied

kadastrale percelen

GEWESTPLAN

woongebied met landelijk karakter woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde

P parkgebied

agrarisch gebied

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN 'ZONEVREEMDE BEDRIJVEN, CLUSTER OUWEGEM-HUISE'

deelplan 'Vermeulen Geert'

woongebied met landelijk karakter

landschappelijk waardevol agrarisch gebied

0 80 40 schaal 1 : 5000 m

Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. Opmerking: de projectie van het GRB op het gewestplan is slechts een eigen interpretatie en heeft enkel een informatieve waarde OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zingem Alfred Amelotstraat 53 9750 ZINGEM

OPDRACHTHOUDER

SOLVA Joseph Cardijnstraat 60 9420 ERPE-MERE 6.1.2. VERKAVELINGEN

. KAART VERKAVELINGEN Grenzend aan het plangebied zijn circa 12 niet-vervallen, goedgekeurde verkavelingen gelegen. De meeste dateren van voor de vaststelling van het gewestplan.

Tabel [ 4 ] Verkavelingen NR OP PLAN STRAAT KADASTRALE LIGGING DATUM GOEDKEURING VERKAVELINGSNUMMER AANTAL LOTEN AFDELING SECTIE NUMMER 1 Beertegemstraat 2 A 970S 18/03/1972 V-54/72 4 2 A 970T 2 A 970V 2 A 970K 2 Steenoven 2 A 965B 08/01/1972 V-52/71 7 2 A 966E 2 A 966D 2 A 966C 2 A 966B 2 A 966A 2 A 967B 3 Steenoven-Ouwegemstraat 2 A 871C 18/12/1965 10.190.516V 10 2 A 871D 2 A 871B 2 A 872A 2 A 873C 2 A 873B 2 A 874B2 2 A 874E2 2 A 874F2 2 A 876S 4 Ouwegemstraat 2 A 885B 22/04/1967 V-33/67 11 (hoek rechtover Geurs Office) 2 A 885C 2 A 885D 2 A 886A 2 A 886H

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 27 NR OP PLAN STRAAT KADASTRALE LIGGING DATUM GOEDKEURING VERKAVELINGSNUMMER AANTAL LOTEN AFDELING SECTIE NUMMER 2 A 886E 2 A 886K 2 A 886G 2 A 887A 2 A 887B 2 A 887C 5 Ouwegemstraat 2 A 891X 02/09/1972 V-56/725 2 (Gaverstraat) 2 A 891Y 6 Ouwegemstraat 2 A 896C 28/09/1981 V-11/81 1 (Boeregemveld) 7 Ouwegemstraat 2 A 903L 27/01/1981 V-16/80 1 10 Landegemstraat 2 A 923F 24/10/2007 V-15/07 3 (kant Ouwegemstraat) 2 A 927E 2 A 927B 11 Landegemstraat 2 A 945P 21/04/1980 V-2/80 4 (halfweg) 2 A 949P 2 A 949K 2 A 949M 12 Landegemstraat 2 A 988F 25/06/1979 V-8/79 3 (kant Beertegemstraat) 2 A 987A 2 A 992D

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 28 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM 1518R 1494N1494M 1494K 1494G 1488L 1480A 792P 807B 1494R 791K 1492K 1494T 1487F 790A 809A 1494R2 1492H 1489N 1310A 1312C 1513B 1494K2 1494L2 1488C 799A 1494G2 792S 791H PROVINCIE OOST- VLAANDEREN 1492/2A 1488G 1516A 793S 1488E 810A 1516C 1494H2 OUWEGEMSTRAAT - lokale weg GEMEENTE ZINGEM 798A 1317E 885A 811A 1312D 887A STEENOVEN793R - lokale weg 1313B 1517C 887B 1517D 886E 885D885C 793V 793P 886G 880D 874B2 RUP PARKGEBIED 1289A 1520F 887C 886H 816C 1520E 823B 1281A 815C 886K 885B 876S 813F 1280E 1520D 874E2 828A 830B VERKAVELINGEN 1287E 4 873B 873C 880C 871D 829A LEGENDE 867B 830C 1277R 1278F 1278C 3 1286A 887D 813E 867A 830D REFERENTIE 1278D 870B 888A 830E 832A 1284C 1277F 1277C 866B 834C 835A 1282A 836H grens plangebied 1277E 866C 1277K 891X 889B 870A 836G STEENOVEN - lokale weg 2 866D 1277H 834B 891Y 5 836F bestaande bebouwing 1271E 866E 841F 843H 836K 1245A 1270C 891T 865B 1270B 868A 838D kadastrale percelen 1270D 865A 895A 845F 1270E 847M 896B 1159R 839E VERKAVELINGEN 1246C 864C 1269G 869A 869B 845K 839H 840B 845H 1161G 1267E 896C6 bestaande verkavelingen 1247D OUWEGEMSTRAAT - lokale weg 864B 849/2A 1266C 900F 864E 864F 1028H 1028L 1248B 897A 849G 849L 901L 1265D 868B 1264D 901E 1028G 1028M 1248C 863D 1264B 853M 903R 959 963B 853L 903S 856K 1025H 1028N 1257B 903L 7 1028P 1249B 1261D 970K 854F 958B 969D 961 960 970W 970V 907M8 963A 1023E 970H 1 970R 967 970T 1256C 910K 905A 966 968 969E 910F 1020G 955 970S 1255E 1252H 920 962 911D 970X 1020F 918A 1251E 914D 1015C 971A 1252L 915C 953 952 974 971B 1014A 1253R 921A 951B 950C 1012B 927C 972 922M2 950B 1253P 1013B 922L2 928A 995F 9 922W 996D 1007H 1196R2 922N2 975 995E 938C 995D 1197B 934M 976 922V 926E 973 997C 923F10 949F 1250B 934P 980 998A 1006F 0 80 1196P2 931F 943D 994 40 946C 995C 1005E schaal 1 : 5000 m 1029N 979C BEERTEGEMSTRAAT - lokale weg 1196L2 1029P 949P 978 989 999R 1029F 940C 979D 1017B 999T Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) 1196N2 1024F 990 1000E 997A 1030L Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een 942V 1001H 1171A 1032D 942R 1000F 1003B 1032C 1024E 941A benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. 1168L 1176E 1195E 1195D 1033N 945L 981F 999S 996K 1023A3 999K 1174E 1033P 1035 1025H 945H 11949M 994A 1169R 12 999D OPDRACHTGEVER 1023K4 1036E LANDEGEMSTRAAT - lokale weg 987A 989B 1169T 1178 1193E 1193D 985E 1003E 1172D 1002K 985F Gemeentebestuur Zingem 1174F 1192C 1039C 1048M 1023M4 1173G 1185F 992D Alfred Amelotstraat 53 1180P 1186R 1005S 9750 ZINGEM 1042H 1023P4 985E 1191A 1023C5 1018E5 1188G 1042F 1052G 1006F 1006D 1048P 1048K OPDRACHTHOUDER 1146A 1018S4 976G 989D 1143D 1043E 1018R5 1021G 1006E 1138G 1019G SOLVA 1147E 1049K 1023G4 1141B 1054E 1018L5 1012F4 944B Joseph Cardijnstraat 60 1135B 1126C 1023Z4 972G 1130B 1142N 1023W4 1018A5 1018M5 1007V 1007S 9420 ERPE-MERE 1131K 1105B2 1018C4 1012S4 1153E 1124L 1102N 1023T3 1018P2 1018G5 1012V4 6.1.3. WEGEN EN WATERWEGEN Het plangebied vormt een ingesloten gebied omsloten door de Ouwegemstraat (buurtweg nr. 5 en nr. 7), Steenoven (buurtweg nr. 8), de Beertegemstraat Tabel [ 5 ] Wegen en waterwegen (buurtweg nr. 14) en de Landegemstraat (buurtweg nr. 6). Dit zijn allen WEGEN EN BINNEN PLANGEBIED GRENZEND AAN PLANGEBIED WATERWEGEN buurtwegen, opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen. Gewestwegen geen N435 (Ouwegemsesteenweg) Rooilijnplannen geen geen Het wijzigen van buurtwegen kan enkel gebeuren via de geëigende procedure Provinciewegen geen geen bepaald door de Wet op de buurtwegen (10/04/1841 en latere wijzigingen). Buurt- en . voetweg nr. 26 . buurtweg nr. 5 voetwegen . voetweg nr. 33 (Ouwegemstraat) 6.1.3.3. Waterwegen . voetweg nr. 42 . buurtweg nr. 6 Er is een waterloop (OS253a - VHAG 5464) van derde categorie aanwezig in het (Landegemstraat) plangebied. . buurtweg nr. 7 (Ouwegemstraat) . buurtweg nr. 8 Op de oostelijke grens van het plangebied is eveneens een waterloop van derde (Steenoven) categorie aanwezig, met name de Wijngaardsbeek (OS253 - VHAG 5459). Deze is . buurtweg nr. 14 (Beertegemstraat) echter volledig ingebuisd. Waterwegen . OS253a (categorie 3 – VHAG . OS253a OS245p 5464, beheerd door de Wijngaardsbeek (categorie 3 Beide waterlopen worden beheerd door de gemeente Zingem. gemeente Zingem) – VHAG 5459, beheerd door de gemeente Zingem)

6.1.3.1. Gewestwegen De Ouwegemsesteenweg (N435, Kruishoutem-Zwalm) sluit aan bij de dorpskern van Ouwegem en situeert zich ten zuiden van het plangebied.

6.1.3.2. Buurt- en voetwegen

. KAART BUURT- EN VOETWEGEN Doorheen het plangebied lopen een drietal voetwegen, opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen. De voetwegen nr. 26 en nr. 33 doorkruisen het plangebied van west naar oost en zorgen voor verbinding tussen de Ouwegemstraat en de Beertegemstraat. De voetweg nr. 42 loopt van noord naar zuid door het plangebied en verbindt Steenoven met de Landegemstraat.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 30 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM PROVINCIE OOST- VLAANDEREN 777 GEMEENTE ZINGEM 777 RUP PARKGEBIED

BUURT- EN VOETWEGEN

LEGENDE REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

26 kadastrale percelen

BUURT- EN VOETWEGEN 888 buurtweg (c) met nummer 262626 555 B voetweg (s) met nummer

26 buurtwegwijziging A 33 141414 A afgeschaft B verbreding

26

42

262626 555 0 80 40 schaal 1 : 5000 m 28 666 Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) 141414 Bron: Provincie Oost-Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zingem Alfred Amelotstraat 53 666 9750 ZINGEM B OPDRACHTHOUDER 111B SOLVA Joseph Cardijnstraat 60 9420 ERPE-MERE ID NAAM ADRES STATUS 6.2. ANDERE SECTORALE WETGEVING 74466 boerenarbeidershuisjes Ouwegemstraat nrs. 30- bewaard 34 6.2.1. ONROEREND ERFGOED 74468 Hoeve met losse bestanddelen Ouwegemstraat nr.58 bewaard 6.2.1.1.2. Landschapsatlas . KAART ONROEREND ERFGOED De landschapsatlas is een wetenschappelijke inventaris van waardevolle 6.2.1.1. Inventarissen landschappen in Vlaanderen. De inventaris geeft een overzicht van historische Sinds 1 januari 2015 is het Onroerenderfgoeddecreet officieel van kracht. Het landschapselementen, structuren en gehelen. De relicten zijn afkomstig van Onroerenderfgoeddecreet voorziet in de vaststelling van vijf inventarissen: verschillende periodes en geven aan hoe het landschap gegroeid is. De . de inventaris van het bouwkundig erfgoed; landschapsatlas biedt aldus een overzicht van overblijfselen uit vroegere tijden die . de landschapsatlas; nog getuigen van de toestand die toenmaals was. . de inventaris van de archeologische zones; Het gebied ‘Schelde-Leie interfluvium tussen Waregem, Kruishoutem en . de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde; Oudenaarde’ is vastgesteld in de landschapsatlas en overlapt voor een beperkt . de inventaris van historische tuinen en parken. deel in het zuiden met het plangebied van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen geïnventariseerd en vastgesteld onroerend erfgoed. Geïnventariseerd onroerend erfgoed is opgenomen in een 6.2.1.1.3. Inventaris archeologische zones wetenschappelijke inventaris. Dergelijke opname heeft geen rechtsgevolgen. Het De inventaris van archeologische zones brengt in kaart in welke gebieden goed wordt enkel beschreven en gedocumenteerd. Vastgesteld onroerend erfgoed archeologische resten of sporen in de grond zitten. Bij de selectie van zones spelen is opgenomen in de inventaris én via een juridische procedure ‘vastgesteld’. Bij een twee elementen een belangrijke rol: er moet een goede aanwijzing zijn voor de vastgesteld item moet de overheid, eigenaar of beheerder rekening houden met aanwezigheid van archeologisch erfgoed en er moet een goede aanwijzing zijn dat bepaalde rechtsgevolgen, die verschillen naar gelang de inventaris. dit erfgoed nog voldoende bewaard is om archeologische waarde te hebben. In het plangebied zijn geen archeologische zones gekend. 6.2.1.1.1. Inventaris bouwkundig erfgoed Binnen het plangebied treffen we geen vastgestelde bouwkundige relicten aan. 6.2.1.1.4. Inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde Grenzend aan het plangebied treffen we volgende bouwkundige relicten aan: Bomen en struiken die bijzonder oud, groot of zeldzaam zijn of die een historische betekenis hebben, kunnen een plaats krijgen in de inventaris van houtige Tabel [ 6 ] Inventaris bouwkundig erfgoed beplantingen met erfgoedwaarde. In het plangebied zijn geen houtige ID NAAM ADRES STATUS beplantingen met erfgoedwaarde gekend. 74442 Alleenstaand burgerhuis met Landegemstraat nr. 21 bewaard 6.2.1.1.5. Inventaris van historische tuinen en parken Mariakapel In het plangebied zijn geen historische tuinen en parken gekend.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 32 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM 6.2.1.2. Beschermingen Het Onroerenderfgoeddecreet voorziet vier mogelijke beschermingsstaturen: . een beschermd monument; . een beschermd cultuurhistorisch landschap; . een beschermd stads- of dorpsgezicht; . een beschermde archeologische site.

6.2.1.2.1. Beschermde monumenten In het plangebied is geen beschermd onroerend erfgoed aanwezig.

Onderstaand monument situeert zich ten zuiden van het plangebied:

Tabel [ 7 ] Beschermde monumenten ID NAAM ADRES DATUM DEF. BESLUIT 10796 Parochiekerk Sint-Jan- Ouwegemsesteenweg 01/08/1986 Baptiste

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 33 PROVINCIE OOST- VLAANDEREN

OUWEGEMSTRAAT - lokale weg GEMEENTE ZINGEM STEENOVEN - lokale weg RUP PARKGEBIED

ONROEREND ERFGOED

LEGENDE 74467 REFERENTIE

grens plangebied

STEENOVEN - lokale weg bestaande bebouwing

kadastrale percelen

74468 BESCHERMINGEN

monumenten

OUWEGEMSTRAAT - lokale weg 10796 Parochiekerk Sint-Jan-Baptist

INVENTARISSEN

landschapsatlas - vastgestelde relicten

74476 10408 Schelde-Leie interfluvium tussen Waregem, Kruishoutem en Oudenaarde

bouwkundig erfgoed

74442 'Alleenstaand burgerhuis met Mariakapel' (bewaard) 74466 'Boerenarbeidershuisjes' (bewaard) 74468 'Hoeve met losse bestanddelen' (bewaard) 74466 74466 74466 74464

74463 10408 0 80 40 74462 schaal 1 : 5000 m 74461 BEERTEGEMSTRAAT - lokale weg Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) 74461 Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed 74442 Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER 74459 74465 LANDEGEMSTRAAT - lokale weg Gemeentebestuur Zingem 74458 74450 74447 Alfred Amelotstraat 53 74444 74460 9750 ZINGEM 74456 74460 OPDRACHTHOUDER 74457 74474 74454 SOLVA 74455 74453 Joseph Cardijnstraat 60 9420 ERPE-MERE 6.2.2. NATUUR EN LANDBOUW Uitgaande van de algemene doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden volgende ruimtelijke Tabel [ 8 ] Natuur en landbouw beleidsdoelstellingen voor de open ruimte in de buitengebiedregio ‘Leiestreek’ NATUUR EN BINNEN PLANGEBIED GRENZEND AAN LANDBOUW PLANGEBIED geformuleerd: Herbevestigd nr. 41 ‘Samenhangende nr. 41 ‘Samenhangende . vrijwaren van samenhangende landbouwgebieden en ruimtelijk agrarisch gebied landbouwgebieden omgeving landbouwgebieden omgeving ondersteunen van de beroepslandbouw; (HAG) E17/N60’ (24/10/2008) E17/N60’ (24/10/2008) . behoud en versterking van natuurcomplexen binnen een netwerk; . regio: Leiestreek . regio: Leiestreek . . deelruimte 4: Zandig . deelruimte 4: Zandig behoud en versterking van de bos- en parkstructuur; interfluvium Leie-Schelde interfluvium Leie-Schelde . behoud en versterken van watersystemen en valleistructuren, ook voor Vlaams ecologisch geen geen natuurlijke waterberging; netwerk (VEN) . behoud van gave landschappen en structurerende landschapselementen, Speciale geen geen ontwikkeling van nieuwe landschappen; beschermingszone (SBZ) . toeristisch-recreatieve ontsluiting van de open ruimte; Biologische . biologisch minder . biologisch minder waarderingskaart waardevol waardevol Het plangebied van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ ligt (BWK) . complex van biologisch . complex van biologisch binnen de deelruimte nr. 4: ‘Zandig Interfluvium Leie-Schelde’. Deze deelruimte minder waardevolle en minder waardevolle en waardevolle elementen waardevolle elementen wordt in het noorden begrensd door het grootstedelijk gebied Gent, in het oosten . biologisch waardevol . biologisch waardevol door de Scheldevallei, in het westen door de gewestweg N43 (Gent-Deinze- Waregem) en in het zuiden door het zandlemig interfluvium. Hier ligt de grens op 6.2.2.1. Afbakening natuurlijke en agrarische structuur de gewestwegen Zingem-Kruishoutem-Wortegem en de vallei van de Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil het buitengebied vrijwaren voor de Tjammelbeek-N382 ten zuiden van de Spitaalsbossen. essentiële functies landbouw, natuur en bos. Hiervoor werden een aantal hectare agrarisch gebied, natuurgebied, bosgebieden en andere groene gebieden Dit deelgebied wordt gevrijwaard voor de land- en tuinbouw. De ecologische vastgelegd in bestemmingsplannen. functie van belangrijke bosgebieden en valleien worden versterkt. Verspreid

voorkomende kasteelparken worden versterkt als landschappelijke entiteiten. Bij de afbakening van de landbouwgebieden werd Zingem opgenomen in de regio

‘Leiestreek’. De buitengebiedregio ‘Leiestreek’ ligt in de provincies West- De gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimte nr. 4 ‘Zandig Interfluvium Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. De regio omvat de valleien van de Leie en Leie-Schelde’ is opgebouwd uit ruimtelijke concepten. Onderstaande ruimtelijk Bovenschelde, het interfluvium tussen beide rivieren, het Plateau van Tielt, de concepten vormen de legende eenheden bij de structuurschets op volgende Mandelvallei en een deel van de Rug van Westrozebeke. pagina.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 35 . ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor land- en tuinbouw

1.2 Landbouwgebied omgeving N60;

. ontwikkeling van landschappelijk en ecologisch waardevolle lineaire elementen.

beek

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 36 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM

Afbeelding [ 9 ] Principeschets van de gewenste natuurlijke en agrarische structuur deelruimte nr. 4 ‘Zandig Interfluvium Leie-Schelde’, gebied Noordelijk Zandig Interfluvium

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 37 6.2.2.1.1. Herbevestigd agrarisch gebied

. KAART HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED Op 24 oktober 2008 keurde de Vlaamse regering de visie en de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor circa 82.200 ha agrarisch gebied en een operationeel uitvoeringsprogramma goed.

In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden.

Een zeer groot deel van het grondgebied van Zingem is opgenomen in de herbevestigde agrarische gebieden. Het plangebied situeert zich in het herbevestigd agrarisch gebied nr. 41 ‘Samenhangende landbouwgebieden omgeving E17/N60’. Volgens het operationeel uitvoeringsprogramma wordt een bevestiging van de agrarische bestemming op de gewestplannen en van de andere natuur-, bos- en groenbestemmingen voorzien, met de mogelijkheid een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken in functie van het differentiëren van het agrarisch gebied als bouwvrij agrarisch gebied. Het plangebied situeert zich echter niet in een zone waarvoor een uitvoeringsactie is voorzien.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 38 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE ZINGEM

RUP PARKGEBIED

HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED

LEGENDE REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED nr41 - 'Samenhangende landbouwgebieden omgeving E17/N60' Nr. 41

0 80 40 schaal 1 : 5000 m

Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) Bron: Departement Ruimte Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zingem Alfred Amelotstraat 53 9750 ZINGEM

OPDRACHTHOUDER

SOLVA Joseph Cardijnstraat 60 9420 ERPE-MERE 6.2.2.4. Biologische waarderingskaart 6.2.2.2. Vlaams Ecologisch Netwerk . KAART BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) is een samenhangend en georganiseerd geheel van de belangrijkste (bestaande of nieuwe) natuur- en bosgebieden, waarin De biologische waarderingskaart geeft de ligging van de biologisch waardevolle een specifiek beleid inzake het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de gebieden weer. Deze zijn voornamelijk gesitueerd langsheen de meersen en de natuur wordt uitgevoerd via beschermingsmaatregelen. Het bestaat uit de Grote valleitjes van de verschillende beken. Te Zingem zijn er slechts een beperkt aantal Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO). De waardevolle gebieden terug te vinden. De meeste zijn fragmentair aanwezig in de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk verloopt in twee fasen. In een vorm van kleine bosjes. eerste fase die in 2003 is afgerond, zijn circa 85.000 ha definitief vastgelegd door de Vlaamse Regering. De tweede fase verloopt volledig via de ruimtelijke ordening gezien de consensus hier moeilijker ligt en gelijktijdig ook de afbakening van de agrarische structuur wordt geregeld. Er liggen geen gebieden van het Vlaams ecologisch netwerk binnen of in de omgeving van het plangebied.

6.2.2.3. Speciale beschermingszones Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Deze zogenaamde speciale beschermingszones omvatten alle gebieden die aangewezen zijn op grond van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn.

De Europese Vogelrichtlijn is bedoeld om alle vogelsoorten in Europa in stand te houden en te herstellen. Hiervoor zijn onder meer gebieden (zogenaamde speciale beschermingszones) afgebakend voor het behoud en herstel van de leefgebieden van de vogelsoorten. Er zijn geen vogelrichtlijngebieden afgebakend in de gemeente Zingem.

De Europese Habitatrichtlijn streeft naar de instandhouding en het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora in de verschillende lidstaten. Voor de instandhouding en het herstel zijn onder meer speciale beschermingszones afgebakend. Er zijn eveneens geen habitatrichtlijngebieden in de gemeente Zingem gelegen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 40 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE ZINGEM

RUP PARKGEBIED

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

BIOLOGISCHE WAARDERING

biologisch minder waardevol

complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch waardevol

complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch zeer waardevol

0 80 40 schaal 1 : 5000 m

Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) Bron: GDI - Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zingem Alfred Amelotstraat 53 9750 ZINGEM

OPDRACHTHOUDER

SOLVA Joseph Cardijnstraat 60 9420 ERPE-MERE Anderzijds zijn er de woningbouwgebieden. Dit zijn gebieden waarin het Vlaams Gewest de bouw van nieuwe woningen wenst te stimuleren. [ 7 ] SECTORALE PLANNEN EN STUDIES Het is de bedoeling van de Vlaamse regering om in de toekomst meer beslissingen 7.1. MILIEUBELEIDSPLAN 2005-2010 aan deze gebieden te koppelen. Ze vraagt aan de provincie en de lokale besturen In het milieubeleidsplan van de gemeente Zingem wordt het ecologisch belang om deze gebieden in hun beleidsvoorbereiding op te nemen. geduid van de Scheldevallei en de volledige zuidgordel van de gemeente aansluitend op de Scheldevallei met speciale aandacht voor de Rooigembeek. Het zuidelijk gedeelte van de kern van Ouwegem (strook rond de Ouwegemsesteenweg, N435) werd onder andere geselecteerd als Als belangrijke elementen voor het landschap wordt onder andere het parkgebied woonvernieuwingsgebied. Het noordelijk gedeelte van de kern van Ouwegem (ten te Ouwegem, het plangebied van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan, met noorden van de Ouwegemsesteenweg, N435) werd aangeduid als (vochtige) graslanden onderscheiden. woningbouwgebied.

7.2. AFBAKENING WOONVERNIEUWINGS- EN WONINGBOUWGEBIEDEN De uitgave ‘de woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in Vlaanderen’ is een initiatief van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Woonbeleid en dateert van 1999. De afbakening van woonvernieuwingsgebieden en woningbouwgebieden kadert in de wens van de Vlaamse regering om het sectorale huisvestingsbeleid ruimtelijke randvoorwaarden op te leggen. Het territoriaal selectief huisvestingsbeleid werd voor het eerst decretaal verankerd in artikel 23 van de Vlaamse Wooncode (VP 09/07/1997). Ter uitvoering keurde de Vlaamse Regering op 07/04/1998 ‘het besluit houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woningbouwgebieden’ goed. De territoriale gerichtheid van de huisvestingsinvesteringen wordt gemotiveerd vanuit de noodzaak ‘dat het beleid in het verleden niet echt doelmatig bleek voor de bestrijding van de specifiek lokale woonproblemen die in nogal wat gevallen uiteenlopend zijn’.

Enerzijds worden daarom de woonvernieuwingsgebieden afgebakend. Het betreft gebieden waarin de kwaliteit van de woningen onvoldoende is en een verbetering van de woonkwaliteit er moet aangemoedigd worden.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 42 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM [ 8 ] BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND

. KAART BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND

8.1. SITUERING Het plangebied van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ situeert zich in het noordwesten van de gemeente Zingem.

De kern Ouwegem is een straatdorp gegroeid langsheen de Ouwegemsesteenweg (N435), de bovengemeentelijke weg tussen Kruishoutem en Zwalm. De kernbebouwing is voornamelijk gelegen rond de Ouwegemsesteenweg, de Landegemstraat en de Beertegemstraat. Ten noorden van de kern komen diverse linten voor, met name de Ouwegemstraat, de Beertegemstraat, Steenoven, de Nerethstraat en de Gaverstraat. Tussen de kernbebouwing en de linten van de Ouwegemstraat en de Beertegemstraat situeert zich het plangebied van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 43

Afbeelding [ 10 ] Bestaande ruimtelijke structuur van de woonkern Ouwegem

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 44 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM Landegemstraat en een voetweg (nr. 23 en nr. 33) van west naar oost tussen de 8.2. PLANGEBIED Ouwegemstraat en de Beertegemstraat. Het binnengebied omschreven door de Ouwegemstraat, Steenoven, de Beertegemstraat en de Landegemstraat betreft een open ruimtegebied dat 8.3. RUIMERE STRUCTUUR VAN HET PLANGEBIED voornamelijk bestaat uit akker- en weiland waarin kleine boomlinten (knotwilgen), In de ruimere structuur van het plangebied zijn duidelijke eenheden inzake functies als perceelsafscheiding, en een kleine bosstructuur voorkomen. terug te vinden:

Het samenvoegen van percelen heeft op diverse plaatsen in de gemeente geleid Noordelijk is een open landbouwgebied gelegen. Het bestaat uit akkers en tot het verdwijnen van het lineair groen. Desalniettemin blijven de lineaire weilanden. Het gebied reikt tot de kern Ouwegem. Er is geen bebouwing aanwezig, landschapselementen kenmerkend in het plangebied en het landschap te Zingem. ook verharde wegenis is er niet. Wel zijn er verschillende aarden wegen die voor Er is in de gemeente een concentratie aan kleine landschapselementen, waaronder de ontsluiting van het gebied zorgen en het statuut van voetweg hebben. knotwilgen, landdijk, struwelen en populierbosjes. Het maaswerk van lineaire rijen knotwilgen geeft aan de Scheldemeersen een typisch gesloten karakter. Ten zuiden van het plangebied situeert zich de kern Ouwegem.

Aan de randen van het plangebied komen voornamelijk woongroeperingen voor. Het plangebied situeert zich met andere woorden op de overgang van het In de Ouwegemstraat, Steenoven en de Landegemstraat bestaan deze bebouwde naar het onbebouwde gebied. groeperingen voornamelijk uit open bebouwingen. De bouwhoogte varieert van een bouwlaag tot twee bouwlagen. Ter hoogte van de Beertegemstraat bestaan 8.4. ONTSLUITINGSSTRUCTUUR deze groeperingen uit halfopen en open bebouwingen. De bouwhoogte varieert Het plangebied wordt ontsloten door de Ouwegemstraat, Steenoven, de eveneens van een bouwlaag tot twee bouwlagen. Daarnaast zijn er rond het Beertegemstraat en de Landegemstraat. plangebied enkele functies terug te vinden, waaronder een bank en een schrijnwerkerij ter hoogte van de Landegemstraat en een restaurant langsheen de De Ouwegemstraat is een lokale weg volledig verhard in asfalt. Er zijn geen Beertegemstraat. voorzieningen voor fietsers aanwezig, wel is de weg langs beide zijden uitgerust

met een voetpad. Aan de zijde van het projectgebied is een open bebouwingrij met Centraal in het gebied, ter hoogte van de Ouwegemstraat nr. 36, de woningen gesitueerd. De bebouwing bestaat voornamelijk uit twee bouwlagen en Landegemstraat nr. 29 en de Beertegemstraat nr. 33, situeren zich enkele een hellend dak. woningen. Deze woningen zijn gelegen in kwetsbaar gebied, meer bepaald parkgebied, en zijn dus zonevreemd. Verder wordt het gebied nog doorsneden Steenoven is een lokale weg. Deze is volledig verhard in beton. De weg heeft geen door een geklasseerde waterloop van derde categorie (OS253a - VHAG 5464), een voorzieningen voor fietsers of voetgangers. Aan de zijde van het projectgebied is voetweg (nr. 26 en nr. 42) van noord naar zuid tussen de Ouwegemstraat en de een open bebouwingrij met woningen gesitueerd. Deze bestaan voornamelijk uit twee bouwlagen en een hellend dak. Er zijn nog enkele onbebouwde percelen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 45 terug te vinden. Ter hoogte van Steenoven nr. 21 is een brede opening in de gevelrij aanwezig. De totale oppervlakte van het gebied bedraagt bij benadering 24 hectare.

De Beertegemstraat is eveneens een lokale weg verhard in beton. Deze weg heeft De afbakening van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan gebeurt op eveneens geen voorzieningen voor fietsers of voetgangers. Aan de zijde van het perceelsniveau. De grenzen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan projectgebied is residentiële bebouwing gesitueerd. Het betreft hoofdzakelijk ‘Parkgebied’ vallen grotendeels samen met de grenzen van de open bebouwingen met twee bouwlagen en een hellend dak. De hoofdfunctie gewestplanbestemming ‘Parkgebied’ en worden hier en daar aangepast op basis wonen wordt verder aangevuld door horeca, meer bepaald een restaurant. van de aanwezige niet-vervallen, goedgekeurde verkavelingen en reeds bestaande Langsheen de Beertegemstraat zijn er ter hoogte van het projectgebied eveneens ruimtelijke uitvoeringsplannen. De grenzen van het plangebied worden bijgevolg nog enkele onbebouwde percelen terug te vinden. Een opening in de gevelrij is afgebakend op basis van het Grootschalig Referentiebestand (GRB). onder meer terug te vinden langsheen de Beertegemstraat nr. 51-59.

De Landegemstraat betreft een lokale weg, volledig verhard in beton. Er zijn geen voorzieningen voor fietsers of voetgangers aanwezig. De bebouwing heeft hoofdzakelijk een open karakter met twee bouwlagen en een hellend dak. De hoofdfunctie wonen wordt verder aangevuld door private diensten (waaronder een bank).

Momenteel is er voor de gemeente Zingem een mobiliteitsplan in opmaak. Dit beleidsplan voorziet langsheen de Ouwegemstraat, Steenoven en de Beertegemstraat fietssuggestiestroken langs beide zijden van deze wegen.

8.5. AFBAKENING PLANGEBIED Het plangebied omvat het binnengebied omschreven door de Ouwegemstraat, Steenoven, de Beertegemstraat en de Landegemstraat. Met uitzondering van de zonevreemde woningen ter hoogte van de Ouwegemstraat nr.36, de Landegemstraat nr. 29 en de Beertegemstraat nr. 33 worden de percelen waarop woningen gevestigd zijn, niet mee opgenomen in het plangebied. Ook de (delen van) percelen waarop momenteel een niet-vervallen, goedgekeurde verkaveling aanwezig is of een reeds een ruimtelijk uitvoeringsplan van kracht is worden niet mee opgenomen in het plangebied.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 46 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM 1518R 1494N1494M 1494K 1494G 1488L 1480A 792P 807B 1494R 791K 1492K 1494T 1487F 790A 809A 1494R2 1492H 1489N 1310A 1312C 1513B 1494K2 1494L2 1488C 799A 1494G2 792S 791H PROVINCIE OOST- VLAANDEREN 1492/2A 1488G 1516A 793S 1488E 810A 1516C 1494H2 OUWEGEMSTRAAT - lokale weg GEMEENTE ZINGEM 798A 1317E 1^ 885A 811A 1312D ^ 887A 1^ ^ STEENOVEN793R - lokale weg 1313B 887B 1 ^ 1^ 1^ 1^ 1 1517D 1517C 1 2^ 793V 886E 885D885C 1^ ^ 2 2^ ^ 2 2^ 793P 1^ 886G 874B2 RUP PARKGEBIED 1289A 1520F 887C 880D ^ 816C 1520E 886H 1 1^ 823B 1281A 1^ 876S 815C 886K 885B 1^ 813F 1280E 1520D 874E2 1^ 828A 830B BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND 1287E 873B 873C 880C 871D 829A 867B LEGENDE ^ 830C 1277R 1278F 1278C 1 1286A 887D 1^ 813E 1278D 867A 830D REFERENTIE PERCEELSKENMERKEN ^ 1 870B ^ 888A 1 830E 832A 1284C 1277F 1277C 866B 834C 835A 1282A 836H 1.5^ grens plangebied huiskavel 1277E 891X 866C 1277K 889B 870A 2^ 836G STEENOVEN - lokale weg 1^ 866D 1277H 834B bestaande bebouwing akkerland 891Y 836F 1271E 866E 1^ ^ 841F 1 843H 836K 891T 865B kadastrale percelen weiland 1245A 1270C ^ 1270B 868A 1.5 838D 1270D 865A 895A 845F HOOFDFUNCTIE VAN GEBOUWEN recreatie 1270E 1^ 847M 896B 1159R 839E 1246C 864C 1269G 869A 869B 845K 839H 840B wonen verharding ^ 1161G 1267E 1896C 845H

OUWEGEMSTRAAT - lokale weg 1247D 864B bijgebouw 2^ waterloop 900F 849/2A 1266C 1^ 864E 1028H ambachtelijke werk- 2^ 864F 1028L 1248B 897A 849G 849L 901L plaats / opslagplaats 1265D 1^ 868B braakliggend 1264D 901E 2^ 1028G 1028M 1248C 863D ^ 1264B 2 853M 903R 959 963B 853L diensten 903S 856K 1025H 1028N TERREINWAARNEMINGEN ^1 _ 1028P ^ aantal bouwlagen 1257B 1^ 903L X X 1249B 1261D 970K 1^ 854F en dakvorm 958B 969D 1^ 961 907M 960 970W 970V 1^ 963A 1023E P 970H 970R parking 967 970T^ ^ 1 1256C 2 910K 905A 966 968 969E 910F ^ 970S ^ 1020G 1 955 1 groenelement 1255E 1252H 920 962 970X 1020F 911D ^ ^ 2 1.5 918A 2^ 1251E 914D 1015C ^ ^ 971A 1252L 1 915C1 953 952 974 971B 1014A 1253R 921A 951B 950C 1012B 927C 972 922M2 950B 2^ 1253P 2^ 1013B 922L2 928A 995F 922W 996D 1007H 1196R2 922N2 975 995E 1^ 938C ^ 1^ 976 995D 1197B 2 ^ 926E 934M 997C 1 922V 1^ 973 ^ ^ 949F 1.5 ^ 1 923F 1250B 2 934P 980 998A 1006F 0 80 1196P2 ^ ^ 943D 994 ^ 40 ^ 2 931F1 946C 2 1005E 1 1^ 995C schaal 1 : 5000 m 2^ 1029N 1.5^ ^ 979C 2 BEERTEGEMSTRAAT - lokale weg 1196L2 1029P 940C 949P 978 989 999R 1029F ^ 979D 1017B 2 2^ Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) 1196N2 990 999T2^ 1024F 1000E 997A Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een 1030L 2^ 1032D 942V 1001H ^ 1171A 2.5^ 942R ^ 1000F2 1003B 1032C 1024E 941A 2^ 2 benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. 1168L 1176E 1195E 1195D 1033N 945L 981F 999S 996K 1023A3 ^ 999K 1025H ^ 1 ^ 1169R 1174E 1033P 1035 2 945H 1 949M 994A 999D2^ OPDRACHTGEVER 1^ 1023K4 LANDEGEMSTRAAT - lokale weg 2^ 989B 1036E 987A 1^ 1003E 1169T 1178 1193E 1193D 2^ 985E 1172D 1^ 2^ ^ 1002K 985F Gemeentebestuur Zingem 1174F 1039C 1048M 1023M4 1^ 2 1.5~ 1192C 992D Alfred Amelotstraat 53 1173G 1185F 2^ 1180P 1186R 1005S 9750 ZINGEM 1042H 1023P4 2^ 985E 1191A 1023C5 1018E5 1^ 1188G 1042F 1052G 1006F 1006D 1048P 1048K _ 2^ OPDRACHTHOUDER 1146A 1018S4 1 976G 989D 1143D 1043E 1018R5 1021G 1006E 1138G 1019G SOLVA 1147E 1049K 1023G4 1141B 1054E 1018L5 1012F4 944B Joseph Cardijnstraat 60 1135B 1126C 1023Z4 972G 1130B 1142N 1023W4 1018A5 1018M5 1007V 1007S 9420 ERPE-MERE 1131K 1105B2 1018C4 1012S4 1153E 1124L 1102N 1023T3 1018P2 1018G5 1012V4 8.6. FOTOREPORTAGE Enkele beelden van het plangebied en de omgeving:

OPEN RUIMTE

DOORZICHTEN NAAR DE OPEN RUIMTE

BEERTEGEMSTRAAT STEENOVEN OUWEGEMSSTRAAT OUWEGEMSSTRAAT LANDEGEMSSTRAAT

ONTSLUITING

BEERTEGEMSTRAAT BEERTEGEMSTRAAT STEENOVEN OUWEGEMSTRAAT OUWEGEMSTRAAT Afbeelding [ 11 ] Impressies van het plangebied en de omgeving

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 48 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM Deze laatsten zijn in het gewestplan opgenomen in een zone voor woongebied met landelijk karakter en kunnen hun bestemming behouden. [ 9 ] GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 9.3. GRAFISCH PLAN EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

9.1. PROBLEEMSTELLING . GRAFISCH PLAN Ten noorden van de kern Ouwegem bevindt zich een op het gewestplan Op het grafisch plan en in de stedenbouwkundige voorschriften van een ruimtelijk ingetekend parkgebied. Het betreft een open ruimtegebied dat vrijwel volledig is uitvoeringsplan wordt de gewenste bestemming, inrichting en/of het beheer omgeven door bebouwing. Het gebied heeft een bestemming als parkgebied, doch gebiedsgericht vastgelegd. Het plan en de voorschriften hebben een verordenend heeft nooit dergelijke functie gekend. Het gebied wordt hoofdzakelijk gebruikt in karakter wat betekent dat ze de juridische basis vormen voor het verlenen van een functie van de landbouw en bestaat grotendeels uit graslanden. Het plangebied is stedenbouwkundige en/of verkavelingsvergunning. daarenboven matig tot zeer goed geschikt voor de functie waarvoor het gebied gebruikt wordt. Her Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ bevestigt de bestemming als landschappelijk waardevol agrarisch gebied, en legt de 9.2. PLANOPZET randvoorwaarden vast voor een passende ontwikkeling. Het gemeentebestuur van Zingem wenst de huidige percelen waar landbouwactiviteiten plaatsgrijpen voor te behouden voor de landbouw en te Het ruimtelijk uitvoeringsplan werkt met een overdruk op de basisbestemming. Dit bevestigen als agrarisch gebied. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan betekent dat binnen deze zone aanvullende voorschriften van toepassing zijn ‘Parkgebied’ heeft bijgevolg tot doel het plangebied Ouwegemstraat-Steenoven- bovenop de basisbestemming. Beertegemstraat-Landegemstraat om te zetten naar de agrarische functie. Het plangebied wordt echter gekenmerkt door kleinschalige en waardevolle Onderstaande paragrafen geven een kort overzicht van de stedenbouwkundige landbouwelementen. Er komen afwisselend weilanden, akkerlanden en voorschriften en hun inhoudelijke opzet. bomenrijen voor, die voor het merendeel een complex van biologisch minder waardevolle en –waardevolle elementen bevatten. Het volledig gebied vormt 9.3.1. LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL AGRARISCH GEBIED eveneens de relictzone ‘Waterhoek Lozer’. Gezien de huidige functie en Het landschappelijk waardevol agrarisch gebied is bestemd voor de landbouw in landschapswaarde (relictzone) van het plangebied, wordt een omzetting naar de de ruime zin. bestemming ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’ voorgesteld. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de De gemeente wenst dit vast te leggen door middel van stedenbouwkundige landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten voor zover zij de voorschriften met uitzondering van de percelen waarop woningen gevestigd zijn. belevings- en/of schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen. Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 49 woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover deze een integrerend deel van het bedrijf uitmaken. Het oprichten van andere gebouwen en gelijkaardige constructies is niet toegelaten.

Bestaande kleine landschapselementen dienen verplicht behouden te blijven, versterkt en onderhouden.

9.3.2. BOUWVRIJE ZONE VOOR WATERLOOP (OVERDRUK) Deze zone is bestemd voor de waterloop en voor het onderhoud van de waterloop.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 50 TOELICHTINGSNOTA GEMEENTE ZINGEM 1518R 1494N1494M 1494K 1494G 1488L 1480A 792P 807B 1494R 791K 1492K 1494T 1487F 790A 809A 1494R2 1492H 1489N 1310A 1312C 1513B 1494K2 1494L2 1488C 799A 1494G2 792S 791H PROVINCIE OOST- VLAANDEREN 1492/2A 1488G 1516A 793S 1488E 810A 1516C 1494H2 OUWEGEMSTRAAT - lokale weg GEMEENTE ZINGEM 798A 1317E 885A 811A 1312D 887A STEENOVEN793R - lokale weg 1313B 1517C 887B 1517D 886E 885D885C 793V 793P 886G 880D 874B2 RUP PARKGEBIED 1289A 1520F 887C 886H 816C 1520E 823B 1281A 815C 886K 885B 876S 813F 1280E 1520D 874E2 828A 830B GRAFISCH PLAN 1287E 873B 873C 880C 871D 829A LEGENDE 867B 830C 1277R 1278F 1278C 1286A 887D 813E 867A 830D REFERENTIE 1278D 870B 888A 830E 832A 1284C 1277F 1277C 866B 834C 835A 1282A 836H grens plangebied 1277E 866C 1277K 891X 889B 870A 836G STEENOVEN - lokale weg 10 866D 1277H 834B 891Y 836F bestaande bebouwing 1271E 866E 841F 843H 836K 1245A 1270C 891T 865B 1270B 868A 838D kadastrale percelen 1270D 865A 895A 845F 1270E 847M 896B 1159R 839E BESTEMMINGEN 1246C 864C 1269G 869A 869B 845K 839H 840B 845H 1161G 1267E 896C landschappelijk waardevol agrarisch gebied 1247D OUWEGEMSTRAAT - lokale weg 864B 849/2A 1266C 900F 864E 864F 1028H 1028L 1248B 897A 849G 849L bouwvrije zone voor waterloop (overdruk) 901L 1265D 868B 1264D 901E 1028G 1028M 1248C OS.253a 863D 1264B 963B 853M 903R 959 10 853L 903S 856K 1025H 1028N

1257B 903L 1028P 1249B 1261D 970K 854F 958B 969D 961 960 970W 970V 907M 963A 1023E 970H 970R 967 970T 1256C 910K 905A 966 968 969E 910F 1020G 955 970S 1255E 1252H 920 962 911D 970X 1020F 918A 1251E 914D 1015C 971A 1252L 915C 953 952 974 971B 1014A 1253R 921A 951B 950C 1012B 927C 972 922M2 950B 1253P 1013B 922L2 928A 995F 922W 996D 1007H 1196R2 922N2 975 995E 938C 995D 1197B 934M 976 922V 926E 973 997C 923F 949F 1250B 934P 980 998A 1006F 0 80 1196P2 931F 943D 994 40 946C 995C 1005E schaal 1 : 5000 m 1029N 979C BEERTEGEMSTRAAT - lokale weg 1196L2 1029P 949P 978 989 999R 1029F 940C 979D 1017B 999T Bron onderlegger: GRB, AGIV (september 2015) 1196N2 1024F 990 1000E 997A 1030L Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een 942V 1001H 1171A 1032D 942R 1000F 1003B benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. 1032C 1024E 941A 1168L 1176E 1195E 1195D 1033N 945L 981F 999S 996K 1023A3 999K 1174E 1033P 1025H 945H 949M 994A 1169R 1035 999D OPDRACHTGEVER 1023K4 1036E LANDEGEMSTRAAT - lokale weg 987A 989B 1169T 1178 1193E 1193D 985E 1003E 1172D 1002K 985F Gemeentebestuur Zingem 1174F 1192C 1039C 1048M 1023M4 1173G 1185F 992D Alfred Amelotstraat 53 1180P 1186R 1005S 9750 ZINGEM 1042H 1023P4 985E 1191A 1023C5 1018E5 1188G 1042F 1052G 1006F 1006D 1048P 1048K OPDRACHTHOUDER 1146A 1018S4 976G 989D 1143D 1043E 1018R5 1021G 1006E 1138G 1019G SOLVA 1147E 1049K 1023G4 1141B 1054E 1018L5 1012F4 944B Joseph Cardijnstraat 60 1135B 1126C 1023Z4 972G 1130B 1142N 1023W4 1018A5 1018M5 1007V 1007S 9420 ERPE-MERE 1131K 1105B2 1018C4 1012S4 1153E 1124L 1102N 1023T3 1018P2 1018G5 1012V4 10.2. TOETSING TOEPASSINGSGEBIED

[ 10 ] SCREENING VAN DE PLAN-MER- 10.2.1. DEFINITIE VAN PLAN OF PROGRAMMA PLICHT Het betrokken plan betreft een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Zingem door de 10.1. INLEIDING bevoegde administratie ruimtelijke ordening (gemeente Zingem) wordt opgesteld Het screeningsproces bestaat er in de regelgevende basis voor het plan-MER te en middels een wetgevingsprocedure wordt vastgesteld door de gemeenteraad. verifiëren en de specifieke bepalingen van het plan-MER decreet toe te passen. De opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen is op grond van de Screening is de eerste stap in het plan-MER proces en duidt op het proces waarbij decretale bepalingen voorgeschreven (decreet houdende de organisatie van de de noodzaak tot opmaak van een MER (plan-MER-plicht) voor een gegeven plan of ruimtelijke ordening). programma wordt nagegaan. In een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt aangegeven hoe een gebied moet worden Ten behoeve van de screening dienen een aantal stappen doorlopen te worden, ontwikkeld, of staan voorschriften of wijzigingen voor het soort ontwikkeling dat gebaseerd op de vigerende bepalingen van het plan-MER decreet. Deze stappen in bepaalde gebieden geschikt of toelaatbaar wordt geacht, of worden criteria betreffen een aantal te behandelen vragen betreffende de aard of de doelstelling gegeven die in aanmerking moeten worden genomen. van het plan: . Valt het voorgenomen plan onder de definitie van een plan en het Ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen onder de definitie van een plan zoals toepassingsgebied zoals gedefinieerd in het Decreet Algemene geformuleerd door het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierdoor dient Bepalingen inzake Milieubeleid? er bij de opmaak van dit plan formeel rekening gehouden te worden met het . Heeft het plan betrekking op bepaalde sectoren en vormt het plan het onderzoek van de milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen in het kader voor vergunning voor projecten opgesomd in bijlage I, II en III van ruimtelijk uitvoeringsplan teweegbrengen. het project-MER-besluit? . Is er een passende beoordeling vereist uit hoofde van artikel 36ter van 10.3. TOETSING PLAN-MER-PLICHT VAN RECHTSWEGE het decreet van 31 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu? 10.3.1. SECTOR . Bepaalt het plan het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau of Een eerste toetsing bestaat erin na te gaan binnen welke sector het plan valt. houdt het een kleine wijziging in van een plan of programma? Ruimtelijke uitvoeringsplannen hebben logischerwijze betrekking op de ruimtelijke . Is het te verwachten dat er aanzienlijke milieueffecten kunnen optreden? ordening en het grondgebruik en vallen bijgevolg onder de sectoren bepaald in het plan-MER decreet.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 52 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 10.3.2. KADER VOOR TOEKENNING VAN VERGUNNING VOOR essentiële verandering van de milieueffecten ten gevolge van de uitvoering van het BIJLAGE I, II OF III PROJECTEN plan optreedt.

Vervolgens wordt nagegaan of het beoogde plan een kader biedt voor de Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 4.2.1. plan-MER plichtig is, toekenning van een vergunning van projecten opgesomd in de bijlage I, bijlage II en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine en bijlage III van het project-MER besluit van de Vlaamse Regering van 10 wijziging inhoudt, moet geen plan-MER worden opgemaakt voor zover de december 2004 en wijziging van 1 maart 2013. initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke

milieueffecten kan hebben (art. 4.2.3. § 3 D.A.B.M.). Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend 10.3.3. PASSENDE BEOORDELING als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het Gemeentelijk De passende beoordeling wordt voorgeschreven door artikel 36ter van het Decreet Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ vormt dus het kader op basis waarvan de Natuurbehoud en is van toepassing indien het plan een betekenisvolle impact kan stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt en valt bijgevolg onder het hebben op speciale beschermingszones (Natura 2000 gebied). Er dient een toepassingsgebied van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. passende beoordeling te worden opgemaakt indien op basis van de voortoets een betekenisvolle aantasting van de beschermde habitats of soorten uit de speciale Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ heeft geen betrekking beschermingszones niet kan worden uitgesloten. op een project vermeld in bijlage I of II van het project-MER besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 en wijziging van 1 maart 2013. Het kan wel Het plangebied is niet gelegen in een vogel- of habitatrichtlijngebied. Er bevinden betrekking hebben op een project in bijlage III van het besluit. zich ook geen dergelijke gebieden in de nabije omgeving van het plangebied.

Echter gezien het planvoornemen betrekking heeft op een klein gebied op lokaal Het dichtstbij gelegen habitatgebied is dat van de zuidelijk gelegen ‘Bossen van de niveau en een kleine bestemmingswijziging betreft, kan gemotiveerd worden dat Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’. Dit habitatgebied bevindt zich het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’, met als doel een gebied op meer dan 700m (6 km) van het studiegebied. van circa 24ha - dat op het gewestplan ingekleurd staat als parkgebied maar voornamelijk gebruikt wordt in functie van landbouw - om te zetten naar een Deze afstand (700m) geeft slechts een indicatie van significante effecten. Deze is agrarische functie, niet van rechtswege plan-MER-plichtig is. Het plangebied geenszins absoluut, al naargelang kan ook een ruimere actieradius gehanteerd bepaalt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau of houdt een kleine worden. wijziging in omdat het betrokken plan grotendeels de bestaande feitelijke toestand bestendigt. Er kan daarom worden gesteld dat de ‘context van het plan’ niet wordt Naar aanleiding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan zijn er geen speciale emissies te gewijzigd en dat de eventuele wijziging van die aard is dar er geen substantiële of verwachten, er wordt ook niet geraakt aan de waterhuishouding (geen speciale bemalingen of dergelijke).

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 53 10.3.4. CONCLUSIE Het ruimtelijk uitvoeringsplan is niet van rechtswege plan-MER-plichtig en is derhalve screeningsgerechtigd. Dit betekent dat moet worden aangetoond dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten inhoudt. Indien kan onderbouwd worden dat er geen aanzienlijke milieueffecten dienen verwacht te worden, komt het plan in aanmerking voor een ontheffing van de plan-MER-plicht.

10.4. TOETSING MOGELIJKE (GEWEST) GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN VAN HET PLAN Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ betreft grotendeels een bestendiging van de bestaande feitelijke toestand van het gebied. Het gebied heeft momenteel een bestemming als parkgebied, maar wordt hoofdzakelijk gebruikt in functie van de landbouw. Het gebied bestaat grotendeels uit graslanden. Het gemeentebestuur van Zingem wenst de huidige percelen waar landbouwactiviteiten plaatsgrijpen voor te behouden voor de landbouw en te bevestigen als agrarisch gebied. Er zijn bijgevolg geen grensoverschrijdende Afbeelding [ 12 ] Situering vogel- en habitatrichtlijnengebied (groen = effecten te verwachten ten gevolge van de inwerkingtreding van het betrokken habitatrichtlijngebied – er komen geen richtlijngebieden voor in de onmiddellijke ruimtelijk uitvoeringsplan. omgeving van het studiegebied, bron: www.geopunt.be) 10.5. ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTRAPPORTAGE Rekening houdende dat de dichtstbij gelegen habitat- en vogelrichtlijngebieden zich bevinden op meer dan 700m van het studiegebied, de Het onderzoek tot milieueffectrapportage houdt een inschatting op hoofdlijnen in bestemmingswijzigingen volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan niet van die aard van de te verwachten gevolgen op mens en milieu, het is met andere woorden een zijn dat dit een significante invloed zou uitoefenen op de watertafel, lucht, … en er globale effectenanalyse. Tijdens de doorlichting is het niet de bedoeling een geen enkele relatie bestaat tussen het plangebied en deze habitat- en gedetailleerde studie over de mogelijke effecten door te voeren. vogelrichtlijngebieden kan worden gesteld dat er geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszones kan worden Binnen elke discipline zullen enkel deze effecten worden onderzocht die relevant veroorzaakt. Met betrekking tot onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan is bijgevolg worden geacht voor de beoordeling van de inrichting van het plangebied. geen passende beoordeling vereist uit hoofde van artikel 36ter van het decreet voor Natuurbehoud.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 54 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 10.5.1. UITGANGSPUNTEN vergunning bij onttrekking/lozing/zuivering van verontreinigd grondwater); . De aandacht wordt in eerste instantie gericht op milieueffecten die . tenslotte wordt ervan uitgegaan dat tijdens een eventuele optreden tijdens het functioneren van het agrarisch gebied zoals voorzien constructiefase de regels van goed vakmanschap worden toegepast in het ruimtelijk uitvoeringsplan, milieueffecten ten gevolge van opdat de schade (bijvoorbeeld door zetting van de ondergrond) ter werkzaamheden in de aanlegfase worden slechts in aanmerking genomen hoogte van de bestaande bebouwing wordt vermeden en opdat verzilting indien er kans is op permanente schade. De tijdelijke hinder, die quasi van het zoet water wordt voorkomen. steeds gepaard gaat met de werffase (werfverkeer, geluidshinder) is geen

bepalend milieueffect voor de beoordeling van dit plan; Voor de discipline fauna en flora: . eventuele mogelijke milieueffecten die sowieso gemilderd of voorkomen . Binnen het plangebied zijn de meeste percelen aangeduid als biologisch moeten worden op grond van de geldende sectorale regelgeving worden minder waardevol en als een complex van biologisch minder waardevolle als niet-relevant aangeduid, vermits er wordt vanuit gegaan dat de en waardevolle elementen. Dit betreft voornamelijk soortenarm tot milieuregelgeving wordt gerespecteerd. soortenrijk permanent cultuurgrasland. Daarnaast zijn nog enkele Voorbeelden in dat verband zijn: percelen in het zuiden van het plangebied aangeduid als biologisch Voor de disciplines bodem en water: waardevol. Deze bestaan uit loofhoutaanplant en bomenrijen met . De verplichting tot het voorzien van voldoende infiltratievoorzieningen en dominantie van els (Alnus) en wilg (Salix). Voornamelijk de lineaire eventuele bufferbekkens bij toename van verharde oppervlakte. Hierdoor landschapselementen zijn kenmerkend voor het plangebied en het worden significante effecten inzake verdroging en wateroverlast landschap te Zingem. Er is in de gemeente een concentratie aan kleine voorkomen. Bovendien wordt in het kader van de stedenbouwkundige landschapselementen, waaronder knotwilgen, landdijk, struwelen en vergunningen een watertoets uitgevoerd; populierbosjes. Door de beperkte wijzigingen van het ruimtelijk . analoog wordt geredeneerd wat betreft het veroorzaken van bodem- en uitvoeringsplan ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand kan waterverontreiniging. Ook in dit geval wordt aangenomen dat zowel gesteld worden dat er geen negatieve impact is van dit plan op deze tijdens de aanleg- als exploitatiefase de nodige wettelijk voorziene landschapselementen. maatregelen worden genomen om verontreiniging te voorkomen (toepassing van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende bodemsanering en bodembescherming en het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming); . ook wanneer er risico op verspreiding van bodem- en grondwaterverontreiniging bestaat, wordt aangenomen dat de geldende regelgeving wordt gevolgd (dit houdt het opstellen van een technisch verslag in bij grondverzet en het aanvragen van een bijkomende

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 55 Voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: . Er is geen gekend bodemkundig erfgoed aanwezig in het plangebied. Bij de eventuele aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning dient bovendien advies te worden ingewonnen bij het agentschap ruimtelijke ordening – onroerend erfgoed Oost-Vlaanderen met betrekking tot bodemkundig erfgoed. Tevens geldt de verplichting om de geldende regelgeving na te leven indien tijdens de eventuele constructiefase op bodemkundig erfgoed zou worden gestoten; . Het gebied ‘Schelde-Leie interfluvium tussen Waregem, Kruishoutem en Oudenaarde’ is vastgesteld in de landschapsatlas en overlapt voor een beperkt deel in het zuiden met het plangebied van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Grenzend aan het plangebied treffen we tevens verschillende bouwkundige relicten aan. Dit wordt verder besproken bij het onderdeel ‘10.5.11 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie’.

Voor de discipline lucht en geluid: . De (hoofdzakelijk bestaande) voorziene functies, zijnde landbouw in de ruime zin, hebben weinig invloed op de luchtkwaliteit rekening houdende dat er geen abnormale uitstoot of dergelijke veroorzaakt wordt door deze activiteiten. Bijkomende agrarische en para-agrarische bedrijfszetels, worden niet toegelaten in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Bijgevolg wordt er geen aanzienlijke toename van mobiliteit verwacht en zijn er ook geen indirecte gevolgen op de luchtkwaliteit te verwachten.

Voor de discipline energie: . Er zijn geen negatieve effecten te verwachten op het vlak van energie. In het kader van een eventuele stedenbouwkundige vergunning dient de regelgeving met betrekking tot energie gevolgd te worden.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 56 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM Voor de discipline mens- mobiliteit: 10.5.2.3. Alternatieven . Daar bijkomende agrarische en para-agrarische bedrijfszetels niet Planalternatieven worden niet aangereikt, aangezien het Gemeentelijk Ruimtelijk toegelaten worden door middel van het ruimtelijk uitvoeringsplan, is er Uitvoeringsplan ‘parkgebied’ hoofzakelijk een bestendiging van de bestaande geen toename van de mobiliteitsimpact te verwachten en zijn de feitelijke toestand inhoudt. wijzigingen op het vlak van dynamiek ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand relatief beperkt. Het gemeentebestuur van Zingem wenst namelijk de huidige percelen waar landbouwactiviteiten plaatsgrijpen voor te behouden voor de landbouw en te 10.5.2. ALTERNATIEVEN EN REFERENTIESITUATIE bevestigen als agrarisch gebied. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 10.5.2.1. Nulalternatief ‘Parkgebied’ heeft bijgevolg tot doel het plangebied Ouwegemstraat-Steenoven- Beertegemstraat-Landegemstraat om te zetten naar de agrarische functie. Het Het nulalternatief is het alternatief waarbij het plan niet wordt uitgevoerd en plangebied wordt echter gekenmerkt door kleinschalige en waardevolle omvat alle mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het plan- en studiegebied (dit landbouwelementen. Er komen afwisselend weilanden, akkerlanden en is de (onmiddellijke) omgeving van het plangebied) wanneer het plan niet zou bomenrijen voor, die voor het merendeel een complex van biologisch minder doorgaan. waardevolle en –waardevolle elementen bevatten. Gezien de huidige functie en

landschapswaarde van het plangebied, wordt een omzetting naar de bestemming Indien het ruimtelijk uitvoeringsplan niet doorgaat, blijft de bestemming ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’ voorgesteld. ‘parkgebied’ volgens het gewestplan, van kracht.

10.5.3. BODEM De vooropgestelde wijzigingen in het ruimtelijk uitvoeringsplan zijn niet van die aard dat deze de dynamiek van het gebied ten opzichte van de bestaande 10.5.3.1. Referentiesituatie planologische toestand volgens het gewestplan veranderen. Dit betekent dat het Het plangebied zelf bestaat grotendeels uit een nat tot vochtige zandleembodem. nulalternatief een vergelijkbare impact heeft. Hoe vochtiger en hoe kleiner de textuur van een bodem, hoe gevoeliger deze is 10.5.2.2. Referentiesituatie voor verdichting. Ten noorden van het plangebied is de bodem zeer gevoelig voor verdichting, daar vochtig zand aanwezig is. Aan de rand van het plangebied komt De referentiesituatie valt grotendeels samen met de bestaande feitelijke toestand een bebouwde bodem voor (antropogeen). De bodem is met andere woorden van het plangebied en studiegebied. verstoord door menselijk ingrepen.

Er kan vanuit gegaan worden dat het nulalternatief grotendeels de referentiesituatie inhoudt.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 57

Afbeelding [ 13 ] Uittreksel uit de bodemkaart (donkerbruin = nat zandleem, bruin = Afbeelding [ 14 ] Uittreksel uit de bodemgebruikskaart (geel = weiland, wit = akkerland, vochtig zandleem, donkerblauw = vochtig zand, blauw = droog zand, grijs = antropogeen) rood = bebouwing, groen = bebossing – bron: www.geopunt.be)

De ruimtelijk overwegende functie in het plangebied is landbouw. De bodem is Volgens de Databank Ondergrond Vlaanderen is het gebied opgenomen als matig geen drager van waardevolle habitats, vegetaties, reliëfstructuren of kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart, zijn er geen beschermingszones landschappen. en waterwinningsgebieden, geen gekarteerde grondverschuivingen en geen gevoeligheid voor grondverschuivingen in het studiegebied aanwezig.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 58 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM landbouwactiviteiten plaatsgrijpen voor te behouden voor de landbouw en te bevestigen als agrarisch gebied.

Het ruimtelijk uitvoeringsplan maakt echter het beperkt bouwen van nieuwe constructies en het aanleggen van verhardingen, aansluitend bij een bestaande landbouwbedrijfszetel, mogelijk. Bestaande akkerbouw-, veeteelt- en tuinbedrijven in open lucht kunnen behouden blijven en uitbreiden in functie van de noodwendigheid. Dit kan aanleiding geven tot beperkte ingrepen waardoor het bodemprofiel kan worden vergraven en/of verhard. Toch zijn deze ingrepen in de fysische bodemtoestand niet van die aard het gaat om een significante negatieve wijziging. De nieuwe bebouwing moet namelijk harmonieus aansluiten bij het bestaande agrarische bedrijvencomplex, en bestaande bebouwing en nieuwe bebouwing moet een zo compact mogelijk geheel vormen. De landbouwbedrijfswoning kan niet afgesplitst worden van de bedrijfsgebouwen. Een landbouwbedrijfswoning behorende tot een leegstaande landbouwzetel kan wel als eengezinswoning gebruikt en ingericht worden. Bijkomende agrarische en para-agrarische bedrijfszetels worden bovendien niet toegelaten.

Het ruimtelijk uitvoeringsplan omvat bijgevolg slechts enkele wijzigingen met een gelijkaardige impact als deze die mogelijk zijn door het vigerende – bestemmingsplan, het gewestplan nr. 11 ‘Oudenaarde’. De duurzaamheid van de Afbeelding [ 15 ] Uittreksel uit de grondwaterkwetsbaarheidskaart (oranje = zeer onbebouwde ruimte wordt bestendigd via de stedenbouwkundige voorschriften kwetsbaar, lichtgroen = matig kwetsbaar, donkergroen = weinig kwetsbaar – bron: www.dov.vlaanderen.be) en het grafisch plan. Er zal dus weinig of geen sprake zijn van negatieve effecten op de bodem aangezien het ruimtelijk uitvoeringsplan een bestendiging inhoudt Globaal kan gesteld worden dat de fysische bodemtoestand in het plangebied van reeds aanwezige activiteiten. Naast de voorzorgsmaatregelen die in principe weinig kwetsbaar is. reeds gewaarborgd zijn door het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO dienen er geen specifieke maatregelen of randvoorwaarden gesteld te worden op 10.5.3.2. Milieueffecten en maatregelen planniveau. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ betreft hoofdzakelijk 10.5.3.3. Beoordeling een bestendiging van de bestaande feitelijke toestand van het plangebied. Het gemeentebestuur van Zingem wenst de huidige percelen waar Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan de bodem nauwelijks zal wijzigen, rekening houdende dat de

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 59 bodem niet als waardevol beschouwd wordt en de impact op de bodem van de te voorziene activiteiten beperkt zal blijven (geen zware grondwerken, geen permanente bemaling, geen ontginning, geen lozingen in de bodem, …).

Daar waar een toename aan bebouwing en verhardingen met verstoring van de bovenste laag van de ondergrond mogelijk is, blijkt de bodem niet uitgesproken kwetsbaar en zijn de effecten niet van die aard dat er sprake zou kunnen zijn van significante negatieve milieueffecten op de discipline bodem.

Ook naar aanleiding van de eventuele stedenbouwkundige vergunningen en de eventuele latere realisatie zal er op toegezien worden dat er geen significante negatieve effecten optreden in de bodem.

10.5.4. ENERGIE – EN GRONDSTOFFENVOORRADEN De uitvoering van dit ruimtelijk uitvoeringsplan zal geen significante wijzigingen in de aanwezige energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaken.

10.5.5. GROND- EN OPPERVLAKTEWATER

10.5.5.1. Referentiesituatie

10.5.5.1.1. Overstromingsgevoelige gebieden Afbeelding [ 16 ] Uittreksel uit de watertoets – overstromingsgevoelige gebieden De kaart met overstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen (lichtblauw = mogelijk overstromingsgevoelig, donker blauw = effectief beoordelen hoe belangrijk effecten van ingrepen op overstromingsgevoelig gebied overstromingsgevoelig) zijn. Het grootste gedeelte van het plangebied is aangeduid als mogelijk 10.5.5.1.2. Vlaamse hydrografische atlas overstromingsgevoelig. Bij de verdere ontwikkeling van het ruimtelijk Volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA) bevindt het plangebied zich in het uitvoeringsplan moet de nodige aandacht geschonken worden aan dit gegeven Boven-Scheldebekken en het deelbekken Scheldemeersen (Oost-Vlaanderen). Het conform de vigerende wetgeving. De resterende zones zijn aangeduid als niet deelbekken Scheldemeersen omvat alle waterlopen die afwateren naar de overstromingsgevoelig. Schelde.

Het grondwater in het plan- en studiegebied is hoofdzakelijk weinig kwetsbaar.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 60 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM Er loopt een waterloop (3e categorie) doorheen het plangebied en langsheen de De kaart met infiltratiegevoelige gebieden toont dat het plangebied, met oostelijke grens van het plangebied, met name de Wijngaardsbeek. uitzondering van enkele kleinschalige infiltratiegevoelige zones in het noorden en het zuidwesten van het plangebied, in hoofdzaak niet infiltratiegevoelig is. Dit wil zeggen dat het gebied niet geschikt is voor infiltratie.

Afbeelding [ 17 ] Uittreksel uit de Vlaams Hydrografische Atlas (lichtblauw = geklasseerd - 2e cat., rood = geklasseerd – 3e cat, oranje = niet geklasseerd; bron: www.geopunt.be) 10.5.5.1.3. Infiltratiegevoelige bodems De kaart met infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat Afbeelding [ 18 ] Uittreksel uit de watertoets – infiltratiegevoelige gebieden (bruin = daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast infiltratiegevoelig gebied) afneemt. De infiltratiegevoeligheid wordt hoofdzakelijk bepaald door de bodemtextuur en de bodemvochtigheid. Infiltratiegevoelige bodems hebben een 10.5.5.1.4. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden grove textuur, zoals grind en zand, en het zijn geen waterverzadigde bodems. De kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen beoordelen hoe belangrijk de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming zijn. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 61 beweging doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. De 10.5.5.1.5. Winterbedkaart aandacht gaat in de eerste plaats naar de ondiepe grondwaterstroming. Voor de De winterbedkaart duidt gebieden aan waar verandering in bodemgebruik watertoets is de ondiepe grondwaterstroming van belang. Deze stroming kan aanleiding kan geven tot gewijzigd afvoergedrag bij overstromingen. Aangezien dit immers beïnvloed of verstoord worden door ondergrondse constructies. gewijzigd afvoergedrag enkel relevant is voor omvangrijke overstromingsgebieden Het plangebied is gelegen in zones die zeer gevoelig (type 1) of matig gevoelig (type vanuit bevaarbare waterlopen, werd de winterbedkaart beperkt tot gebieden die 2) zijn voor grondwaterstroming. onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen.

Binnen het plangebied bevindt zich geen afbakening van de winterbedkaart.

Afbeelding [ 19 ] Uittreksel uit de watertoets – grondwaterstromingsgevoelige gebieden (donker oranje = zeer gevoelig, beige = matig gevoelig) Afbeelding [ 20 ] Uittreksel uit de watertoets – winterbedkaart (wit = geen informatie beschikbaar)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 62 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 10.5.5.1.6. Hellingenkaart 10.5.5.1.7. Erosiegevoelige gebieden De hellingenkaart werd opgemaakt om de gevoeligheid voor overstroming en De erosiegevoeligheidskaart werd opgemaakt om de gevolgen van de wijzigingen erosie van het gebied te kunnen beoordelen. ‘Steile’ of ‘sterke’ hellingen kunnen in grondgebruik te kunnen inschatten. Deze kunnen immers aanleiding geven tot aanleiding geven tot een grote hoeveelheid afvloeiend regenwater, wat de versnelde afstroming van oppervlaktewater en ermee gepaard gaande erosie. overstromings- en erosiegevoeligheid beïnvloedt. Globaal gezien is het plangebied vrij vlak. Het merendeel van het plangebied kent namelijk hellingen met een Het plangebied is voor een beperkt deel aangeduid als erosiegevoelig. percentage van minder dan 0,5% tot 5% Voornamelijk in het zuiden van het plangebied waar het terrein meer hellingen vertoond. Hiermee zal dus rekening gehouden moeten worden maar aangezien deze zone een hogere bebossing kent, ligt de kans lager dat er effectief erosie optreedt bij zware regenval.

Afbeelding [ 21 ] Uittreksel uit de watertoets – hellingenkaart (donkergroen = < 0,5%, licht groen = 0,5% - 5%, geel = 5% - 10%, rood = >10%)

Afbeelding [ 22 ] Uittreksel uit de watertoets – erosiegevoelige gebieden (groen = erosiegevoelig)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 63 10.5.5.1.8. Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater 10.5.5.2. Milieueffecten en maatregelen

Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ maakt het bouwen van nieuwe constructies en het aanleggen van verhardingen mogelijk. Deze ingrepen Volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) sluit het kunnen ‘overstroombare ruimte’ innemen waardoor het overstromingsregime van plangebied aan op het collectief te optimaliseren buitengebied. Er is met andere het plangebied en zijn omgeving kan wijzigen. Daarenboven is het plangebied woorden geen mogelijkheid om aan te sluiten op de openbare riolering, die gedeeltelijk gelegen in een mogelijks overstromingsgevoelige zone. De nodige verbonden is met een operationele waterzuiveringsinstallatie. In deze zone wordt maatregelen dienen dan ook genomen te worden om het afvloeiend hemelwater op termijn wel een collectieve zuivering van afvalwater (via riolering) voorzien. Na op te vangen, te hergebruiken, of vertraagd af te voeren. Hiertoe worden ontwikkeling dient het plangebied zich aan te sluiten op het rioleringsnetwerk of bepalingen opgenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Prioriteit gaat naar het zelf zorgen voor de zuivering van afvalwater (vb. via een IBA of een KWZI). hergebruik boven buffering met vertraagde afvoer. Indien de nodige maatregelen worden genomen zoals voorzien in de vigerende wetgevingen, kan er gesteld worden dat er geen sprake zal zijn van een negatief effect op de grondwaterstroming.

Door het plangebied loopt een onbevaarbare waterloop. Volgende bepalingen worden meegegeven: . Langsheen geklasseerde waterlopen geldt een erfdienstbaarheidstrook van 5 m langs beide oevers. Het vrijhouden van deze zone is voor de waterloopbeheerder van groot belang om het onderhoud van de waterloop te kunnen blijven uitvoeren. Indien werken gepland worden in deze strook, kunnen deze enkel een positief advies krijgen indien de zone overrijdbaar is met machines van minstens 30 ton. De inrichting van de 5m-strook langsheen de waterloop moet compatibel zijn met het (jaarlijkse) machinaal onderhoud van de waterloop met een rups- of bandenkraan. Dit houdt het volgende in: - Gebouwen in de 5m-strook zijn verboden, alsook andere in de bodem verankerde constructies (tuinhuisjes, schommels, …); - De 5m-strook mag niet worden opgehoogd; - Het maaisel en de niet-verontreinigde ruimingspecie wordt binnen de 5m-zone gedeponeerd. De waterloopbeheerder heeft

Afbeelding [ 23 ] Uittreksel uit de zonerings- en uitvoeringsplannen VMM (groene geen enkele verplichting deze specie verder te behandelen; arcering = collectief geoptimaliseerd – bron: www.vmm.be/geoloket)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 64 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM - Opritten en verharde paden langsheen de waterloop in de 5m- Aangezien in het plangebied delen van deze geklasseerde waterlopen aanwezig strook kunnen toegelaten worden indien in dezelfde 5m-strook zijn, zal volgende wetgeving van toepassing zijn: een graszone aanwezig is van minstens 3 m te rekenen vanaf de . Wet op onbevaarbare waterlopen van 28/12/1967 artikel 17 §1 en 2 die kruin van de waterloop landinwaarts voor het deponeren van stelt dat aangelanden van de geklasseerde waterlopen verplicht zijn, maaisel en niet-verontreinigde ruimingspecie. De oprit moet ook zonder recht op schadevergoeding binnen een strook van 5 m: zo worden aangelegd dat deze overrijdbaar is met een rups- of - doorgang te verlenen aan de waterloopbeheerder; bandenkraan van minstens 30 ton; - op hun eigendommen de maai- en ruimingsspecie te aanvaarden - Personeelsleden van de waterloopbeheerder of personen die in afkomstig uit de waterloop, voor zover deze producten niet zijn opdracht werken uitvoeren, hebben er recht van doorgang schadelijk zijn voor het milieu; en mogen er materialen en werktuigen plaatsen om werken aan - werktuigen en materialen nodig voor het uitvoeren van werken de waterloop uit te voeren; aan de waterloop te laten plaatsen; - Er worden bij voorkeur geen omleidingen geplaatst. Indien dit . Wet op onbevaarbare waterlopen van 28/12/1967 artikel 12 en 14 die om veiligheidsredenen toch nodig wordt geacht, moet deze stellen dat buitengewone werken van verbetering of wijziging aan omheining geplaatst worden op een afstand tussen 0,75 m en 1 geklasseerde waterlopen maar mogen uitgevoerd worden na machtiging m vanaf de kruin van de oever en mag ze niet hoger zijn dan 1,5 van de deputatie; m; . Provinciaal reglement 27/05/1955 artikel 15 dat stelt dat het verboden is - Dwarsafsluitingen mogen de toegang tot de strook niet beplantingen, bouwwerken of herstellingen aan (oud) geklasseerde belemmeren en moeten daarom gemakkelijk wegneembaar en waterlopen binnen een strook van 3 m vanaf uiterste boord zonder terugplaatsbaar zijn of voorzien van een poort; voorafgaande toelating van het gemeentebestuur. - Bomen of struikgewas langs de waterloop moeten op minstens 0,75 m van de taludinsteek worden geplaatst. Hoogstambomen Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ maakt het realiseren van langs de waterloop moeten op een tussenafstand van minstens de bestemming ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’ mogelijk. Dit wil 10 m worden ingeplant. In het algemeen mogen de beplantingen zeggen dat verdere bebouwing en verharding mogelijk wordt gemaakt binnen het het machinaal onderhoud niet bemoeilijken. plangebied. De verharde en of bebouwde oppervlakte zal na realisatie van het ruimtelijk uitvoeringsplan echter niet in die mate toenemen dat er een sterke Deze voorwaarden zijn gebaseerd op de Wet van 28 december 1967 betreffende wijziging zal ontstaan van de infiltratie- en afstromingshoeveelheid. De bestaande de onbevaarbare waterlopen, het Koninklijk besluit van 5 augustus 1970 houdende bebouwing wordt grotendeels bestendigd. In het ruimtelijk uitvoeringsplan zullen algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen, het provinciaal minimale mogelijkheden tot uitbreiding toegelaten worden. reglement van 27 mei 1955 en het Decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juni 2003. Om mogelijke effecten op het watersysteem te verhelpen, ten gevolge van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan, dienen een aantal maatregelen genomen te worden:

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 65 . stedenbouwkundige aanvragen na inwerkingtreding van het betrokken Voor uitbreidingen van de bedrijfsinfrastructuur zullen beperkingen opgelegd ruimtelijk uitvoeringsplan dienen minstens te voldoen aan de vigerende worden afhankelijk van de ligging in een grondwaterstromingsgevoelige zone type gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, 1 of type 2. Voor type 1 geldt dat ondergrondse constructies met een diepte van infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van meer dan 3 meter of een horizontale lengte groter dan 50 meter tot nadelige afvalwater en hemelwater. Prioriteit dient daarbij uit te gaan naar schadelijke effecten kan leiden. Voor type 2 is dat respectievelijk meer dan 5 meter hergebruik van hemelwater (bijvoorbeeld sanitair) en vervolgens naar en 100 meter. Ondergrondse constructies zijn enkel toegelaten wanneer infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer; aangetoond wordt dat ze geen nadelige effecten zullen veroorzaken op vlak van . bij de realisatie van verharde oppervlaktes van meer dan 1.000 m² dienen grondwaterstroming. bovenop de geldende verordening meer gebiedsgerichte maatregelen genomen te worden om het effect van deze verhardingen te milderen om Het ruimtelijk uitvoeringsplan betreft voornamelijk een bestendiging van de zo de (versnelde) afvoer naar de waterlopen te vermijden of te beperken. bestaande feitelijke toestand van het plangebied en voorziet daarenboven slechts Deze maatregelen houden rekening met de terreinkenmerken een beperkte wijziging van het bodemgebruik door het mogelijk maken van (bodemtextuur en grondwaterstand), de overstromingshoeveelheid van bebouwing en verharding aansluitend bij bestaande landbouwbedrijven. Er kan het stroomgebied en de omvang van de verharding. Deze maatregelen worden aangenomen dat het effect op het erosiegedrag minimaal zal zijn. worden opgesomd in het provinciaal beleidskader (http://www.oost- vlaanderen.be/public/wonen_milieu/water/beleidskader/index.cfm); Wat betreft de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moeten enkele aspecten in rekening genomen worden. De bestemmings- en inrichtingsbepalingen . het gebruik van waterdoorlatende materialen wordt aangemoedigd, vanuit het ruimtelijk uitvoeringsplan maken activiteiten mogelijk die zouden tenzij dit om functionele of praktische redenen niet aangewezen is of kunnen realiseren in de vervuiling van het grond- en oppervlaktewater. In de vanuit andere regelgeving niet toegestaan is; stedenbouwkundige voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan zijn echter - waterdoorlatende materialen moeten geplaatst worden op een voldoende maatregelen genomen om eventuele vervuiling te voorkomen. De waterdoorlatende funderingslaag; opvang van afvoer van het afval- en hemelwater moet gebeuren via een - bij de waterdoorlatende verhardingen moet infiltratie mogelijk gescheiden rioleringsstelsel. gemaakt worden door deze verhardingen zonder helling of

zonder afvoergoten aan te leggen en door opstaande randen te 10.5.5.3. Beoordeling voorzien die het versneld afstromen beletten; De watertoets toont voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan - indien de waterdoorlatende verhardingen niet kunnen ‘Parkgebied’ aan dat de oppervlakte- en grondwaterhuishouding matig kwetsbaar aangelegd worden volgens de bovenstaande voorwaarden dan is. Er dient hierbij gewezen te worden op een aantal speciale aandachtspunten moeten deze verhardingen beschouwd worden als normale waar het ruimtelijk uitvoeringsplan zoveel mogelijk aan tegemoet dient te komen. verharde oppervlakken waarvan het hemelwater moet Eventuele potentieel nadelige effecten worden evenwel beperkt door volgende afgevoerd worden naar de infiltratiezones. bepalingen:

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 66 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM . Wat betreft de grondwaterstromingsgevoeligheid moeten de bevoegde uitvoeringsplan omgezet worden naar de bestemming ‘landschappelijk waardevol instanties gecontacteerd worden voor ondergrondse constructies met agrarisch gebied’. Bijkomende agrarische en para-agrarische bedrijfszetels, een diepte van meer dan 3m en een horizontale lengte van meer dan worden niet toegelaten in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Bijgevolg wordt er geen aanzienlijke toename van het aantal verkeersbewegingen binnen het plangebied 50m; verwacht. . parkeervoorzieningen, toegangswegen en andere verhardingen moeten in de mate van het mogelijke gerealiseerd worden in waterdoorlatende

en/of halfverharde materialen; 10.5.6.2. Beoordeling . elke stedenbouwkundige aanvraag dient minimaal te voldoen aan de Rekening houdende met het uitgangspunt dat bij eventuele verdere inrichting en vigerende gewestelijke verordening inzake hemelwater; exploitatie van dit gebied ook rekening gehouden zal worden met de geldende . verder moet voldaan worden aan artikel 6.2.2.1.2. § 4 van Vlarem II met sectorale wetgeving inzake geluid, kan ervan uit gegaan worden dat er geen betrekking tot de afvoer van hemelwater en het concept ‘vasthouden- significante milieu impact veroorzaakt wordt inzake geluid en trillingen naar bergen-afvoeren’. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van aanleiding van de inwerkingtreding van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan. hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. 10.5.7. LUCHT Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte. Vanwege bovengenoemde maatregelen zal de repercussie van het Gemeentelijk

Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ op de waterhuishouding beperkt zijn. Een uitgebreide bespreking van de discipline lucht is niet aan de orde. Zoals Bovenstaande maatregelen in acht genomen, kan gesteld worden dat betreffend hierboven reeds vermeld, houdt het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan plan geen significante nadelige effecten zal hebben op het watersysteem. Bij de ‘Parkgebied’ in hoofdzaak een bestendiging van de bestaande feitelijke toestand aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient echter toch het advies van de in. bevoegde instanties aangevraagd te worden. 10.5.7.1. Referentiesituatie 10.5.6. GELUID EN TRILLINGEN De gegevens van de Vlaamse Milieumaatschappij met betrekking tot de Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte luchtkwaliteit in Vlaanderen geven een beeld van de actuele luchtkwaliteit in het en de discipline fauna en flora. plangebied. Het gebied wordt gekenmerkt door een normale luchtkwaliteit.

10.5.6.1. Referentiesituatie Een uitgebreide bespreking van de discipline geluid en trillingen voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ is niet aan de orde. Gezien het ruimtelijk uitvoeringsplan hoofdzakelijk een bestendiging van de bestaande feitelijke toestand betreft. Het gemeentebestuur van Zingem wenst de huidige percelen, waar reeds landbouwactiviteiten plaatsgrijpen, voor te behouden voor de landbouw. De bestemming ‘parkgebied’ zal door middel van een ruimtelijk

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 67 10.5.8. ATMOSFEER EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline lucht.

Een uitgebreide bespreking van de discipline atmosfeer en klimatologische factoren voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ is niet aan de orde (zie discipline lucht).

10.5.9. LICHT Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline fauna en flora.

Binnen het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan zullen geen activiteiten mogelijk gemaakt worden waarbij lichthinder zou ontstaan. Een verdere bespreking van deze discipline is bijgevolg niet aan de orde.

10.5.10. FAUNA EN FLORA

10.5.10.1. Referentiesituatie De biologische waarderingskaart geeft de ligging van de biologisch waardevolle gebieden weer. Deze zijn voornamelijk gesitueerd langsheen de meersen en de Afbeelding [ 24 ] Uittreksel uit de actuele luchtkwaliteit (donkergroen = goed, groen = gewoon, oranje = middelmatig – bron: VMM) valleitjes van de verschillende beken. Te Zingem zijn er slechts een beperkt aantal waardevolle gebieden terug te vinden. De meeste zijn fragmentair aanwezig in de vorm van kleine bosjes. 10.5.7.2. Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Binnen het plangebied zijn de meeste percelen aangeduid als biologisch minder ‘Parkgebied’ niet zal resulteren in een negatief effect op de discipline lucht. waardevol en als een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Dit betreft voornamelijk soortenarm tot soortenrijk permanent cultuurgrasland. Daarnaast zijn nog enkele percelen in het zuiden van het plangebied aangeduid als biologisch waardevol. Deze bestaan uit loofhoutaanplant en bomenrijen met dominantie van els (Alnus) en wilg (Salix).

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 68 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM De aanwezigheid van graslanden met perceelsbegroeiingen, al dan niet biologisch 10.5.10.2. Milieueffecten en maatregelen waardevol, worden landschappelijk wel als waardevol aanzien. Er kan gesteld worden dat er, gezien de situering van de wijzigingen en de geringe schaal ervan, geen significante negatieve milieueffecten te verwachten zijn op Het studiegebied maakt geen deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. gebied van fauna en flora in relatie tot de bestaande feitelijke toestand.

Naar aanleiding van het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt als milderende maatregel opgenomen worden dat de bestaande lijnvormige landschapselementen en kleine groene gebieden zoveel mogelijk intact moeten worden behouden. Indien mogelijk zelfs versterkt en/of uitgebreid. Het is dan ook niet toegelaten bestaande kleine landschapselementen te verwijderen of ingrijpende wijzigingen aan te brengen aan deze, tenzij om duidelijk aantoonbare redenen van gevaar voor de veiligheid. Het aanplanten van nieuwe kleine landschapselementen is toegelaten.

10.5.10.3. Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ niet zal resulteren in een significant negatief effect op de discipline fauna en flora.

10.5.11. LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

10.5.11.1. Referentiesituatie Binnen het plangebied zijn geen lijnrelicten of dorpsgezichten geselecteerd. Het gebied ‘Schelde-Leie interfluvium tussen Waregem, Kruishoutem en Oudenaarde’ is vastgesteld in de landschapsatlas en overlapt voor een beperkt deel in het zuiden met het plangebied van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan. Afbeelding [ 25 ] Biologische waarderingskaart (wit = biologisch minder waardevol, dun gestreept licht groen = complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer Daarnaast komen er in de directe omgeving van het plangebied verschillende waardevolle elementen, dik gestreept licht groen = complex van biologisch minder gebouwen voor op de lijst van het bouwkundig erfgoed. Er worden in het ruimtelijk waardevolle en zeer waardevolle elementen, dik gestreept licht groen en donker groen = complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen, licht groen = uitvoeringsplan geen wijzigingen voorzien die een invloed uitoefenen op het biologisch waardevol, zeer donker groen = biologisch zeer waardevol) bouwkundig erfgoed.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 69 Tabel [ 9 ] Inventaris bouwkundig erfgoed 10.5.11.2. Milieueffecten en maatregelen ID NAAM ADRES STATUS De activiteiten die mogelijk gemaakt worden binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan 74442 Alleenstaand burgerhuis met Landegemstraat nr. 21 bewaard bestendigen in grote lijnen de bestaande feitelijke toestand van het plangebied. Mariakapel 74466 boerenarbeidershuisjes Ouwegemstraat nrs. 30- bewaard De ontwikkelingsmogelijkheden in het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 34 ‘Parkgebied’ zijn niet van die aard dat er afbreuk wordt gedaan aan de 74468 Hoeve met losse bestanddelen Ouwegemstraat nr.58 bewaard landschappelijke en historische waarde van het beschermd landschap en bouwkundig erfgoed in en in de omgeving van het plangebied.

De bestaande lijnvormige landschapselementen en kleine groene gebieden moeten zoveel mogelijk intact worden gehouden. Indien mogelijk zelfs versterkt en/of uitgebreid. Het is dan ook niet toegelaten bestaande kleine landschapselementen te verwijderen of ingrijpende wijzigingen aan te brengen aan deze, tenzij om duidelijk aantoonbare redenen van gevaar voor de veiligheid. Het aanplanten van nieuwe kleine landschapselementen is toegelaten.

10.5.11.3. Beoordeling De wijzigingen die ontstaan door het ruimtelijk uitvoeringsplan zijn niet van die aard dat deze een negatieve impact hebben op het landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. Er worden geen bestemmingen met relatie tot dit erfgoed fundamenteel gewijzigd.

10.5.12. MENS, VEILIGHEID EN RUIMTE Onder discipline geluid en trillingen werd de toename van het aantal verkeersbewegingen als gevolg van de inwerkingtreding van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan reeds onderzocht.

Het gemeentebestuur van Zingem wenst de huidige percelen, waar reeds landbouwactiviteiten plaatsgrijpen, voor te behouden voor de landbouw. De Afbeelding [ 26 ] Onroerend erfgoed (rood = vastgestelde relicten, oranje = bouwkundig bestemming ‘parkgebied’ zal door middel van een ruimtelijk uitvoeringsplan erfgoed) omgezet worden naar de bestemming ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’. Bijkomende agrarische en para-agrarische bedrijfszetels, worden niet toegelaten in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Bijgevolg wordt er geen aanzienlijke toename van het aantal verkeersbewegingen binnen het plangebied verwacht.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 70 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM

Er is met andere woorden geen toename van de mobiliteitsimpact te verwachten ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand.

Wat de impact op de gezondheid en veiligheid van de mens betreft kan gesteld worden dat, gezien er binnen een straal van 2 km van het plangebied geen hoog- en/of laagdrempelige SEVESO-inrichtingen gelegen zijn, er geen risico is voor de veiligheid van de mens.

10.5.12.1. Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het ruimtelijk uitvoeringsplan niet zal resulteren in een significant negatief effect op de disciplines mens, veiligheid en ruimte.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM 71 [ 11 ] CONCLUSIE Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ betreft een open ruimtegebied dat vrijwel volledig is omgeven door bebouwing. Het gebied heeft een bestemming als parkgebied, doch heeft nooit dergelijke functie gekend. Het gebied wordt hoofdzakelijk gebruikt in functie van de landbouw en bestaat grotendeels uit graslanden.

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Parkgebied’ wenst dan ook de huidige percelen waar landbouwactiviteiten plaatsgrijpen voor te behouden voor de landbouw en te bevestigen als agrarisch gebied. Het ruimtelijk uitvoeringsplan heeft bijgevolg tot doel het plangebied Ouwegemstraat-Steenoven- Beertegemstraat-Landegemstraat om te zetten naar de agrarische functie.

Gezien de huidige functie en landschapswaarde (relictzone) van het plangebied, wordt een omzetting naar de bestemming ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’ voorgesteld.

Rekening houdende met de voornoemde resultaten van de screening en het onderzoek naar aanzienlijke milieueffecten, wordt er gesteld dat er, mits het voorzien van de vooropgestelde maatregelen, mogelijke optredende milieueffecten op dergelijke wijze kunnen beperkt worden dat dit ruimtelijk uitvoeringsplan als aanvaardbaar kan beschouwd worden, met andere woorden dat er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen optreden.

Bijgevolg wordt een ontheffing van de opmaak plan-MER verzocht.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PARKGEBIED 72 MER-SCREENING GEMEENTE ZINGEM