EEN KIJKEND KIND ZIET ANDERS EEN KWANTITATIEVE INHOUDSANALYSE NAAR DIVERSITEIT OP DRIE VLAAMSE KINDEROMROEPEN Wetenschappelijke Verhandeling Aantal Woorden: 22.151
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
EEN KIJKEND KIND ZIET ANDERS EEN KWANTITATIEVE INHOUDSANALYSE NAAR DIVERSITEIT OP DRIE VLAAMSE KINDEROMROEPEN Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: 22.151 Emma Devos Stamnummer: 01408544 Promotor: Prof. dr. Stijn Joye Commissaris: Prof. dr. Bart Vanhaelewyn Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Communicatiewetenschappen Afstudeerrichting Film- en Televisiestudies Academiejaar: 2019 – 2020 Deze pagina is niet beschikbaar omdat ze persoonsgegevens bevat. Universiteitsbibliotheek Gent, 2021. This page is not available because it contains personal information. Ghent Universit , Librar , 2021. Dankwoord Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding Master in Communicatiewetenschappen met de afstudeerrichting Film- en Televisiestudies. De masterproef is het resultaat van twee jaar hard werk. Het resultaat kwam er niet zomaar en het onderwerp onderging heel wat aanpassingen alvorens volledig op punt te staan, net als het onderzoek zelf. Het was een verhaal met vallen en opstaan: een grote uitdaging, maar ook heel leerrijk. Deze masterproef kon ik niet volbrengen zonder de hulp van enkele mensen die ik via deze weg graag wil bedanken. Allereerst wil ik mijn promotor Prof. dr. Stijn Joye bedanken. Door de vele feedbackmomenten heeft hij mee de richting voor deze masterproef bepaald en met zijn expertise gaf hij heel wat tips die ik kon gebruiken. Op gepaste momenten was hij er met opbouwende kritiek waardoor ik altijd naar een betere versie van de masterproef kon toewerken. Ook Jono Van Belle die het afgelopen jaar Prof. dr. Joye assisteerde, wil ik bedanken voor de nuttige feedback. Haar wijze opmerkingen hebben me goed verder geholpen, zeker op momenten dat ik het zelf even niet meer voor ogen zag. Beiden geloofden in mij en gaven me steeds opnieuw de motivatie om door te gaan, ook als het wat minder ging. Verder bedank ik ook mijn twee medestudentes Jasmine Lietaert en Sephora Fianyo die tijdens de werkcolleges de nodige feedback gaven om deze masterproef te doen slagen. Tenslotte wil ik ook graag mijn vrienden en familie bedanken voor de mentale steun en de lezers die deze masterproef hebben nagelezen. 1 Abstract Onderzoek naar diversiteit van televisierepresentaties legt vaak de focus op gender, etniciteit en steeds vaker seksualiteit. Studies naar representaties van mensen met een beperking zijn schaars, net als de representaties op televisie zelf. Bovendien is weinig onderzoek verricht naar diversiteit in kinderprogramma’s op Vlaamse kinderzenders. Een normalisatie van diversiteit begint nochtans bij de opvoeding van een kind. Televisie speelt daar een rol in omdat het medium een grote impact heeft op kinderen die de televisiewerkelijkheid als de realiteit beschouwen. Personages uit kinderprogramma’s op de zenders Ketnet, VTM KIDS en Studio 100 TV werden in dit onderzoek geanalyseerd op basis van gender, seksuele voorkeur, etniciteit en het hebben van een beperking. Die diversiteiten werden onderzocht aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse. Uit de resultaten bleek dat geen enkele zender uitblonk in alle diversiteiten. Ketnet deed het beter qua beperking en scoorde hoog bij etniciteit, maar stelde teleur in de representatie van vrouwen. VTM KIDS toonde wel vaker vrouwelijke karakters, maar seksuele diversiteit was niet aanwezig. Studio 100 TV deed het overal behoorlijk goed, behalve bij etniciteit waar de zender tekortschoot. Vlaamse kindertelevisie toont in het algemeen een dominantie van heteroseksuele mannen. De drie omroepen integreren wel meer kleur in hun aanbod, maar blanke personages blijven in de meerderheid. Mensen met een beperking zijn sterk ondervertegenwoordigd. Deze cijfers zijn gebaseerd op 1471 personages uit 58 programma’s en kunnen een stimulans vormen tot verder onderzoek naar deze problematiek. Het blijft belangrijk om kinderen de diverse maatschappij te tonen zoals die nu is. Deze studies kunnen een mobilisator vormen voor wijzigingen in zowel de productie van programma’s als de aankoop van programma’s. 2 Inhoudsopgave Dankwoord .................................................................................................................................................... 1 Abstract ......................................................................................................................................................... 2 Inleiding ......................................................................................................................................................... 5 DEEL I: Literatuurstudie .................................................................................................................................. 7 1. Diversiteit ................................................................................................................................................... 7 1.1. Relevantie diversiteit ....................................................................................................................... 8 1.2. Heterogeniteit in representaties ................................................................................................... 10 2. Kindertelevisie ......................................................................................................................................... 14 2.1. Sociaal Cognitieve Theorie ............................................................................................................ 14 2.2. Cultivatietheorie ............................................................................................................................ 17 2.3. Diversiteit op kindermaat .............................................................................................................. 19 2.4. Sesame Street ................................................................................................................................ 22 3. Vlaamse omroepen ................................................................................................................................... 24 3.1. Ketnet ............................................................................................................................................ 24 3.2. VTM KIDS ....................................................................................................................................... 26 3.3. Studio 100 TV ................................................................................................................................ 28 4. Conclusie .................................................................................................................................................. 29 DEEL II: Methodologie .................................................................................................................................. 31 1. Opzet ........................................................................................................................................................ 31 2. Methode .................................................................................................................................................... 31 3. Steekproefsamenstelling ........................................................................................................................... 33 4. Procedure ................................................................................................................................................. 34 5. Intracodeurbetrouwbaarheid ................................................................................................................... 36 DEEL III: Bevindingen ................................................................................................................................... 38 1. Algemeen .................................................................................................................................................. 38 1.1. Productie ....................................................................................................................................... 38 1.2. Informatie over de actor ............................................................................................................... 40 2. Genderdiversiteit ...................................................................................................................................... 40 3 2.1. Meer Mannen ................................................................................................................................ 40 2.2. Verschil in productie ...................................................................................................................... 41 2.3. Vrouwelijke leads .......................................................................................................................... 43 3. Seksuele diversiteit ................................................................................................................................... 44 3.1. Interne producties ......................................................................................................................... 44 3.2. Positief in beeld ............................................................................................................................. 46 4. Etnische diversiteit ................................................................................................................................... 47 4.1. Buitenlandse producties ...............................................................................................................