SchubeSchubeSchubeSchuberrrrtttt HapHapHapHappepepepeningningningning

een samenwerking van deSingel, deFilharmonie en Koninklijk Conservatorium Antwerpen, AP Hogeschool zo 1 mrt 2015 | 11 22 uur Schubert Happening zo 1 mrt 2015

begin 11 uur | einde omstreeks 22 uur

teksten programmaboek Tom Janssens coördinatie programmaboek deSingel ism. deFilharmonie en Koninklijk Conservatorium Antwerpen, AP Hogeschool

gelieve uw GSM uit te schakelen!

Op drie locaties kunt u doorlopend iets drinken : Blauwe Foyer, Rode Foyer en Grand Café. Op volgende locaties kunt u iets eten: Blauwe Foyer en Rode Foyer soep en broodjes van 12.15 uur tot 20 uur Grand café deSingel open 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes | hapjes | snacks | uitgebreid tafelen

Anoniem portret van de jonge © Collection Parmenia Migel Ekstrom D/2015/5.497/14 Overzicht Schubert happening p.6

“Ieder mens is een afgrond” p.10 Schubert, een mirakel van onwaarschijnlijkheid door Tom Janssens Gezongen teksten Ariateksten bij het concert van 12.15 uur deOrkestacademie p.18 Liedteksten bij het concert van 14 uur Graham Johnson & co p.20 Liedteksten bij het concert van 17 uur Collegium Vocale Gent p.27 Mistekst bij het concert van 20 uur deFilharmonie p.30 Uitvoerders p.33

Portret van Schubert door Friedriech Lieder, 1825 © Franz Albrecht Metternich-Sándor, Schloss Grafenegg, Haitzendorf Franz Schubert (1797-1828)

11 uur | Blauwe zaal 14 uur | Blauwe zaal solisten van deFilharmonie Graham Johnson piano & toelichting Geraldine McGreevy sopraan  tenor  bariton  klarinet Octet in F, D803 | 60’ Robin Tritschler  Benjamin Appl  Vlad Weverbergh  Adagio – Allegro Luc Bergé hoorn Adagio Allegro vivace ‘Schubert and the Working Man’: Thema mit sieben Variationen: Andante lecture (spreektaal Engels) & liedrecital Menuetto: Allegretto Andante molto - Allegro Liederen over grafdelvers, timmerlieden, wevers, schippers, molenaars, jagers, vissers, ploegers en herders ±12 uur | pauze Totengräberlied (Hölty), D44 Tischlerlied (Anoniem), D274 12.15 uur | Blauwe zaal Die Spinnerin (Goethe), D247 Der Schiffer (Mayrhofer), D536 Der Schiffer (Schlegel), D694 deOrkestacademie | Philippe Herreweghe muzikale leiding Das Wandern (Müller), D795/1  sopraan  bariton Der Jäger (Müller), D795/14 Ilse Eerens  Florian Boesch  Der Alpenjäger (Schiller), D588 Selectie ouvertures en aria’s uit opera’s en toneelmuziek: Auf dem Strom (Rellstab), D943 Ouverture tot ‘, D797’ Fischerlied (Salis-Seewis), D562 ‘Wo bin ich - O könnt ich, Allgewaltiger’ uit ‘, D689’ Fischerweise (Schlechta), D881 ‘Ich schleiche bang und still’ uit ‘, D787’ Pflügerlied (Salis-Seewis), D392 ‘Zwischenaktmusik’ nr 1 in b uit ‘Rosamunde, D797’ Totengräbers Heimwehe (Craigher), D842 ‘Der Vater mag wohl immer Kind mich nennen’ uit ‘Die Zwillingsbrüder, D647’ Schäfers Klagelied (Goethe), D121 ‘O Himmel! Kannst du mir so freundlich lächeln?’ uit ‘Der Graf von Gleichen, D918’ Der Hirt auf dem Felsen (Müller, Varnhagen von Ense), D965 ‘Ja gib, vernimm mein Flehen - Ha, du wirst es noch bereuen’ uit ‘, D732’ ±13 uur | pauze ±15.30 uur | pauze

6 7 16 uur | Blauwe zaal 18 uur | Blauwe zaal Till Fellner piano Antje Weithaas viool William Coleman altviool Antje Weithaas viool & Armida Quartett & Maximilian Hornung cello Adrian Brendel cello Matthew McDonald contrabas Martin Funda, primarius van het Armida Quartett, is ziek en wordt vervangen door Antje Weithaas. Kwintet voor piano, viool, altviool, cello en contrabas Strijkkwintet in C, D956 | 50’ in A, D667 ‘Forellenkwintet’ | 40’ Allegro ma non troppo Adagio Allegro vivace Presto – Trio: Andante sostenuto Andante Allegretto Scherzo: Presto Thema: Andantino (mit sechs Variationen) Finale: Allegro giusto ±19 uur | pauze

±16.45 uur | pauze 20 uur | Blauwe zaal

deFilharmonie & Collegium Vocale Gent 17 uur | Blauwe zaal Philippe Herreweghe muzikale leiding Ilse Eerens sopraan Collegium Vocale Gent | Christoph Siebert muzikale leiding Wiebke Lehmkuhl mezzosopraan Sebastian Kohlhepp tenor  Ania Vegry sopraan Piet Kuijken piano Florian Boesch bariton Michaela Buzkova, Koen Cools, Zachary Cramer & Morris Powell hoorn Symfonie nr 6 in C, D589 | 30’ Adagio - Allegro Lützows wilde Jagd (Körner), D205 Andante Nachtgesang im Walde (Seidl), D913 Scherzo: Presto - Trio: più Lento Allegro moderato An die Sonne (Uz), D439 Gott im Ungewitter (Uz), D985 Mis nr 5 in As, D678 | 49’ Kyrie Klage um Ali Bey (Claudius), D140 Gloria Mirjams Siegesgesang (Grillparzer), D942 Credo Sanctus Benedictus ±17.45 uur | pauze Agnus Dei tijdens de pauzes van 13 uur en 19 uur | Muziekstudio

klassen piano en lied Koninklijk Conservatorium Antwerpen  Dansen voor piano solo en piano vierhandig en liederen tijdens de pauzes | Wandelgangen disklavier ingespeeld door studenten piano Koninklijk Conservatorium Antwerpen

8 9 “Ieder mens is een afgrond” Schubert, een mirakel van onwaarschijnlijkheid

Dat hij nog nooit een steile rotswand, een diepe levensgevoel zomaar kan uitmonden in blinde paniek. de mens voorgesteld wordt als een ‘Wanderer’: een kloof of een wild bruisende woudbeek had gezien! Hoe hij de uitersten van het emotionele spectrum met eenzaam wezen dat doelloos rondzwerft in de over- Pianodocente Erika Kohut, hoofdfiguur van Elfriede elkaar wist te verzoenen, en er bovendien nog weldigende natuur. Hoe belangrijk de liedkunst voor Jelineks beruchte roman ‘Die Klavierspielerin’, goddelijke muziek van wist te maken, het is een zijn muzikale identiteit is, valt af te lezen aan het hoge werpt het haar leerling vol minachting voor. Op de raadsel. Zelfs evolutiebioloog Richard Dawkins kon er aantal autocitaten dat Schubert zich na 1822 piano ligt de voorlaatste sonate van Franz niet aan uit: “Schuberts muzikale hersenwerking is toestaat. Het stapvoetse ritme van ‘Der Wanderer’ Schubert. “Het zijn heftige contrasten die Schubert een mirakel van onwaarschijnlijkheid, wonderbaar- wordt hergebruikt als leidmotief voor de virtuoze in deze sonate uitdrukt”, roept ze verontwaardigd lijker nog dan het oog bij gewervelde dieren.” ‘Wandererfantasie’ voor piano. Een citaat uit de uit, “niet de Wachau-vallei in een zacht namiddag- toneelmuziek voor ‘Rosamunde’ en het lied ‘Die zonnetje rond theetijd.” Götter Griechenlands’ krijgen nieuw leven in het Liederfürst Strijkkwartet in a. De variatiereeks ‘Trockne Blumen’ Jelinek zegt waar het op staat: Schubert is geen voor fluit en piano ontleent zijn bestaan aan een zachtzinnig schoonheidsvorser. Toch is hij lange tijd Wie was Franz Schubert en hoe onwaarschijnlijk zijn melodie uit ‘Die schöne Müllerin’ en het doemge- precies zo voorgesteld. Tot een eind in de twintigste de mirakels die hij in zijn muziek verricht? Hij werd laden Strijkkwartet in d draagt niet voor niets de eeuw werd hij afgeschilderd als de aardigste compo- geboren op 27 januari 1797 als zoon van een school- bijnaam ‘Der Tod und das Mädchen’. Het waren nist ter wereld, iemand die overdag wonderschone meester in de Weense voorstad Himmelpfortgrund, overigens niet alleen de beste liederen die Schubert muziek schreef en ’s avonds de vingers strekte om waardoor hij de enige Weense klassieker is die ook recycleerde. Voor het Octet, een buitenbeentje in zijn een of andere Schubertiade op te vrolijken met wufte daadwerkelijk aan de oevers van de Donau geboren kamermuziekwerk, herbruikte hij een duet uit zijn walsjes en vrolijke Ländler. Vrij snel na Schuberts werd. Terwijl zijn broers het beroep van hun vader jeugdige Singspiel ‘Die Freunde von Salamanka’. plotse dood werd zijn korte leven overstelpt met kozen, kwam de jonge Schubert in 1808 als clichés die even zoet zijn als de Sachertorte waarvan koorknaap terecht in de Keizerlijke Hofkapel. Daar Hoe inventief Schubert bij zulke muzikale recupera- hij zogezegd smulde, maar nooit gekend heeft. Op zong hij mee in de grote missen van Haydn en Mozart ties te werk ging, is mooi te zien aan een overpopulair het eerste gehoor lijken zijn composities die indruk te en kreeg hij les van hofkapelmeester Antonio Salieri, werk als het Forellenkwintet uit 1819, dat in het bevestigen: leg zijn symfonieën of pianosonates die hem contrapunt aanleerde en toonde hoe je vierde deel een reeks variaties op het lied ‘Die naast de hemelbestormende dramatiek van Ludwig Italiaanse aria’s moest schrijven. In het studentenor- Forelle’ opvoert. De vrolijke forel, die bij aanvang van van Beethoven en je hoort het verschil. Geen kest van het Stadtkonvikt, het internaat waar hij het lied als een pijl door het water schiet, bengelt motiefjes die zich opeenstapelen tot schrikbarende woonde, speelde Schubert viool en met vrienden even later aan een vissershaak. De boodschap: wie constructies, maar argeloze melodieën van hemelse verdiepte hij zich in de mannenkwartetten van blindelings door het leven spartelt, weet zich snel aan lengte. Geen dramatisch conflict tussen tonica- en Michael Haydn. Toen in 1812 zijn stem brak, beëin- de haak geslacht. In het pianokwintet ligt de tragiek dominanttoonsoort, maar een eindeloos flotteren digde Schubert in haast zijn studies om zich in te Goethe, hoor je het gedraaf van het galopperende dieper onder de waterspiegel. Slechts in de vijfde tussen harmonieën die op tertsafstand van elkaar schrijven voor een eenjarige lerarenopleiding aan de paard van de vader, die met zijn doodzieke kind in de variatie klinkt eventjes iets door van deze levensbe- liggen. Niet toevallig omschreef Robert Schumann Normal-Hauptschule Sankt Anna, waardoor hij als armen, “door nacht en ontij” rijdt. Zo stuitend origi- schouwelijke aanmaning. Zo’n 40 minuten lang (en hem als een kind dat aan het ravotten is tussen hulpleerkracht aan de slag kon. Een vredig bestaan in neel en overrompelend expressief was Schuberts dat is in kamermuzikale termen aardig wat) laat reuzen. de burgerlijke anonimiteit lag voor hem, maar liedstijl, dat toen hij beide liederen aan Goethe Schubert zich van zijn meest onbezwaarde kant zien. Schubert droomde van een carrière als professioneel presenteerde, er alleen stille verstomming op volgde. Het transparante klankenpalet, met onderaan een Niemand die nog in dit sprookje gelooft. Naarmate de componist. brommende contrabas en bovenaan een pianopartij schaarse bronnen over hem meer informatie prijs- Het was met liederen dat Schubert zijn reputatie als die voortdurend (en vrijwel steeds met beide handen gaven, kwam een andere Schubert in beeld. De Aan ambitie en ijver ontbrak het niet. Toen hij in de eerste zelfstandig componist waarmaakte. Terwijl op octaafsprong van elkaar) het hoge register componist was geen arme kunstenaar die veel te herfst van 1816 het ouderlijke huis verliet om bij Mozart overleefde dankzij privélessen en zijn talent bespeelt, maakt het Forellenkwintet tot een van de vroeg en zonder liefde of erkenning het leven liet, vrienden in de binnenstad te gaan wonen, had hij als uitvoerder, en Beethoven ondersteund werd door sprankelendste composities uit zijn cataloog. maar een onvermoeibare werker en arrogante liefst 200 liederen – een derde van zijn totale output royale adellijke toelages, verdiende Schubert geld carrièremaker die syfilis opliep, zijn geld verbraste – op zijn naam staan. Daaronder enkele meester- met het uitgeven van liederen. Zo onlosmakelijk aan alcohol en stierf toen hij op het punt stond om werken, zoals ‘Gretchen am Spinnrade’ uit 1814, dat raakte zijn naam verbonden met het lied dat zijn Geloof, hoop en liefde door te breken. Ook wat betreft zijn muziek hebben als de geboorte van het romantische kunstlied wordt vrienden niet altijd op de hoogte waren van zijn uitvoerders het geromantiseerde plaatje grondig beschouwd. Terwijl het lied in de achttiende eeuw overige activiteiten. Velen kenden hem in de eerste Van iemand die les kreeg van Salieri, fan was van bijgesteld. Beslist is hij de auteur van ongekunstelde een muzikaal eenvoudige zetting was die de totale plaats als een ‘Liederfürst’. Twee jaar na zijn dood Rossini en beroemd werd met liederen, mag je melodieën die onbeschrijflijk schoon zijn. Maar hij is sfeer van het gedicht ondersteunde, stemde schreef zijn beste vriend Joseph von Spaun zelfs dat verwachten dat hij zich ook met opera uiteenzet. Met evengoed in staat om die onschuld te wurgen met Schubert het karakter van zijn muziek af op (beelden het maar zeer te bezien was of Schuberts andere negen voltooide opera’s of ‘Singspiele’ en elf andere harmonische deviaties en ritmische impasses. Elke uit) de tekst. Schuberts roezemoezende pianobege- muziek van eenzelfde hoge kwaliteit was. “Brüderl, onvoltooide muziektheaterprojecten is Schubert zelfs pianist, zanger of strijker weet intussen dat de meest leiding in ‘Gretchen’ suggereert niet alleen het bleib bei Liedern”, zou de violist Ignaz Schuppanzigh behoorlijk productief geweest in het najagen van een zonovergoten euforie bij Schubert zomaar kan snorren van het spinnenwiel, maar ook haar emotio- hem hebben toegefluisterd. carrière als operacomponist. Al omstreeks 1811 omslaan in getormenteerde duisternis. nele onrust als ze over Faust zingt. Ook in andere begon hij met het componeren van ‘Singspiele’, ook liederen bedacht Schubert pianobegeleidingen die de Na zich een jaar te hebben beziggehouden met de al ontbrak het hem aan een concrete opdracht. “A friend in suffering”, zo werd hij heel treffend psychologische inhoud intensifiëren van het gedicht, antikiserende poëzie van zijn vriend en kamergenoot Schuberts vroegrijpe doortastendheid is opmerkelijk: omschreven door Samuel Beckett. Schuberts muziek dat niet langer voorgedragen maar expressief Johann Mayrhofer, schreef Schubert tussen 1817 en niet alleen is het ontwerpen en uitschrijven van een staat voor een wereld waarin het zoetste gezongen wordt. In ‘Erlkönig’, eveneens op tekst van 1822 zijn meest exemplarische liederen, die waarin stuk muziektheater een enorme karwei, wie een

Fragment uit het manuscript van Schuberts derde versie van ‘Erlkönig’, 1816 10 11 opera op de planken wou krijgen, moest zich ook kenmerken, zijn in ‘Lazarus, oder: Die Feier der regelmaat voor pantheïstisch geïnspireerde poëzie, zijn dan huiskamermuziek, en zijn vroege symfonieën inwerken in een institutioneel veld met eigen wetma- Auferstehung’ beter gedoseerd. Het buitenissige zoals ‘Gott im Ungewitter’ of ‘Glaube, Hoffnung und waren er alleen voor de sport. Alleen in symfonie tigheden. Als tienercomponist zou Schubert daar oratorium, op tekst van de protestantse theoloog Liebe’. Het hoogtepunt op vlak van religieuze muziek nummer vier – de door hemzelf zo gebrandmerkte nooit in geslaagd zijn: zelfs Beethoven slaagde er niet August Hermann Niemeyer, is een doorgecompo- bereikte hij in zijn laatste twee missen. Zelf ‘Tragische’ – daagde er iets: als toonsoort koos in om de mechanismen van het Weense operawezen neerd religieus drama waarin Schuberts episch-ver- beschouwde hij zijn (Vijfde) Mis in As groot als een Schubert het Beethoveniaanse c klein, maar de te doorgronden. tellende toon perfect werkt. De componist legt elke van zijn grootste prestaties. Het werk, geschreven gespannen gestes zijn niet door Beethovens vuist oratoriumtraditie terzijde, en vertelt het mirakel van zonder specifieke aanleiding, is neergelegd in een aangestuurd. Schuberts zonnige symfonie nummer Maar in 1819 lukte het wonderwel. Via de gerepu- Lazarus’ heropstanding middels orkestrale herinne- veeleisende partituur vol prachtige melodieën en vijf ruikt opnieuw naar Mozart, de Zesde Symfonie is teerde zanger Johann Michael Vogl, die een ringsmotieven en pro-wagneriaanse arioso. De kunstige polyfonie. Meer dan in zijn andere kerkmu- een wonder van polystilistiek: na een langzame supporter was van Schuberts liederen op Griekse dramatiek waarmee de panische Simon de ziek lijkt Schubert hier nadruk te leggen op het opener (Adagio) met majestatische tutti-akkoorden thema’s, kreeg hij van het Kärtnertortheater de Sadduceeër in ‘O könnt ich, Allgewaltiger’ zijn menselijke aspect, door het solokwartet te laten vol licht en schaduw komt een onverhoopt ludiek opdracht tot het schrijven van het Singspiel ‘Die doodsangst uitzingt, is een staaltje onversneden dialogeren met het koor. Zo zijn de tremulerende Allegro, waarvan de dartele speeldoosjesmuziek in Zwillingsbrüder’. Het resultaat was een Rossiniaans muziektheater. uitroepen in het Sanctus nog ontzagwekkender en hout de herinnering oproept aan Haydns Honderdste blijspel dat tot zes keer toe werd opgevoerd. Mozarts krijgt de aanroeping van het Lam Gods in het Gloria (‘Militaire’) Symfonie. In de slotmaten steekt een zoon, die de première bijwoonde, noteerde in zijn Ook interessant: wie zonder tekstboekje in de hand een haast apocalyptische dimensie. Meer nog dan in metrische wervelwind op die de classicistische dagboek dat “de compositie echt toffe dingen bevat, naar koorstukken uit ‘Alfonso und Estrella’ en zijn andere missen schippert Schubert in het Dona animo wegveegt met opera-achtige zweepslagen. De maar toch een beetje te ernstig is uitgevallen”. Ook ‘Fierabras’ luistert, zal deze muziek makkelijk kunnen nobis pacem tussen passages van fluisterzachte rijkelijk versierde melodie waarmee het Andante de recensent van de Allgemeine Musikalische verwarren met kerkmuziek. Ook op dit domein liet intimiteit en extatische opwelling: de hoop waarmee opent, wordt halverwege de pas afgesneden door Zeitung oordeelde dat de beloftevolle componist Schubert al vroeg horen wat hij waard was: al de vrede wordt afgesmeekt, is opgeladen met vrees. militaristische hoempapa. Ook in het Scherzo – het “meer aanleg tot het tragische dan tot het komische” omstreeks 1812 begon hij met het componeren van Toen Schubert het werk aan de keizer wilde eerste in Schuberts symfonische cataloog – lijkt de leek te bezitten. Onmiddellijk daarop kreeg Schubert misfragmenten. Het belang van kerkelijke muziek opdragen, kreeg hij te horen dat het “niet gecompo- muziek in twee richtingen te sporen: tegenover het enkele opdrachten van het Theater an der Wien binnen het oeuvre van Schubert mag niet onderschat neerd is in de stijl die de keizer graag heeft”. In een ritmische voltage (ontleend aan Beethovens Eerste toegestopt. Voor het melodrama ‘Die Zauberharfe’ worden. Als kind zong hij mee in het koor van de brief nam de componist de afwijzing op als een mooi Symfonie) staat een archaïserend stil middendeel. mocht hij in 1820 enkele muzikale nummers schrijven parochiekerk van Lichtental, waar organist Michael compliment. Even onbestendig is de finale, een met Rossiniaanse en in 1823 componeerde hij de toneelmuziek voor het Holzer hem inwijdde in zang, orgel en muziektheorie. harmoniewissels en prikkelige figuurtjes opgesierde romantische drama ‘Rosamunde, Fürstin von Die kennis van het kerkrepertoire werd verder aange- uitsmijter waaraan maar geen einde lijkt te komen. Zypern’. Hoewel beide producties op het toneel scherpt toen hij in 1808 lid werd van de Keizerlijke De meester zelf flopten, werd Schuberts muziek welwillend Hofkapel. Schubert wist met andere woorden aan Toen men hem in 1823 om een orkestwerk vroeg, ontvangen. welke eisen liturgische muziek moest voldoen. Maar Wie de jongeman wil afsnijden van de volwassen antwoordde Schubert dat hij “niets klaar had om in ook: hij wist dat deze muziek de beste garantie bood componist, markeert het jaar 1823. “Iedereen prijst goed geweten de wereld in te sturen.” In zijn schets- Voor een kort moment leek Schubert zicht te hebben op een publieke uitvoering. Schubert, maar er wordt verteld dat hij zichzelf dezer boek zaten wel twee delen van een symfonie die later op een loopbaan in de opera. In 1822 bestelde het dagen verstopt”, staat er in de conversatieboekjes de ‘onvoltooide’ genoemd zou worden, maar echt Kärntnertortheater het Singspiel ‘Die Niet toevallig trad Schubert voor het eerst naar buiten van Ludwig van Beethoven. Waar was Schubert? De menens werd het pas nadat hij in mei 1824 de Verschworenen’, maar om onduidelijke reden liep als componist van kerkmuziek. In de lente van 1814 componist had syfilis opgelopen en werd opgenomen première van Beethovens Negende Symfonie het project aan de grond. Op eigen houtje begon hij in was het zijn muziek die weerklonk ter ere van het in het Allgemeines Krankenhaus, waar hij een agres- meemaakte. De symfonie die hij van dan af in de 1821 aan de compositie van de ridderopera ‘Alfonso honderdjarige jubileum van de kerk van Lichtental, sieve behandeling met kwikzilver onderging. In een steigers zette – en die bekend zou raken als zijn eigen und Estrella’, maar die werd afgewezen omwille van zijn parochiekerk. Schubert leverde zijn eerste mis af, brief aan een vriend omschreef hij zijn depressie: ‘Negende’ – beschouwde Schubert zelf als zijn de statische plot en de langgerekte muziek. In 1823 een ‘missa solemnis’ vol liedachtige melodieën. Zijn “In een woord, ik voel me de ongelukkigste, meest symfonische eersteling. In deze Symfonie in C ten slotte kreeg hij van het Kärtnertortheater toch een leraar Salieri, die voor de gelegenheid naar de ellendige mens op deze wereld.” Zijn “rust is weg” en (bijnaam: ‘de Grote’) wijkt Schubert af van het model opdracht tot het schrijven van de ‘heroïsch-romanti- voorstad was afgereisd, was zo ingenomen met het zijn “hart is zwaar”, maar de componist wist zich in van Beethoven, door in te zetten op melodische sche’ opera ‘Fierabras’. Maar ook deze opera kwam resultaat dat hij zich inspande het werk van zijn pupil het voorjaar van 1824 te herpakken: ‘Alfonso und transformatie in plaats van motivische constructie. niet tot een uitvoering, omdat de aan het theater enkele weken later opnieuw op te voeren in de Estrella’ en ‘Fierabras’ werden voor niets gecompo- Wellicht hoopte Schubert op een uitvoering van deze verbonden librettist wegens een overspelige flirt aan binnenstad. Vrij snel daarna schreef Schubert drie neerd, op vlak van liedkunst had hij weinig nieuws symfonie door het orkest van de Gesellschaft der de deur gezet werd. Samen met ‘Alfonso und kleinere missen en andere religieuze stukken die zo geschreven, maar “daarentegen probeer ik me te Musikfreunde, maar een publieke uitvoering kwam er Estrella’ vormt ‘Fierabras’ het hoogtepunt van geliefd werden dat afschriften ervan in de regio rond concentreren op meerdere instrumentale zaken: ik niet. Uiteindelijk zou het werk pas in 1839, ruim tien Schuberts operaoeuvre. Tegelijk leggen beide Wenen verspreid werden. Opvallend aan Schuberts heb twee strijkkwartetten gecomponeerd, een octet jaar na Schuberts dood, herontdekt worden door werken ook zijn zwakte bloot: Schubert weet de vroege missen is zijn typerende zetting van het en wil nog een ander kwartet schrijven. Bovendien wil Robert Schumann. “Het is zo vaak en tot ergernis van oersaaie liefdesverhalen op te vullen met prachtige, Sanctus, waarin het zondige individu zich bewust ik me op deze manier op de weg begeven naar de componisten gezegd geworden dat men na maar theatraal ongeschikte muziek, waardoor een wordt van zijn nietigheid. Schubert wist blijkbaar dat grote symfonie.” Beethoven best afziet van symfonische plannen”, langdradige totaalindruk ontstaat. De liefdesduetten de Sanctustekst terug te voeren is tot het visioen van schreef Schumann in het Neue Zeitschrift für Musik. uit ‘Alfonso und Estrella’ bijvoorbeeld zijn de langste Jesaja, die zijn onwaardigheid uitroept tegenover God Het mikpunt op “instrumentale zaken” intrigeert. “Maar zoals ik vermoedde en hoopte, heeft Schubert uit de Duitse muziekgeschiedenis voor ‘Tristan und die op de troon zit. Zoals Schubert het in zijn missen Tussen 1818 en 1823 had Schubert een hoop instru- – die zich in zoveel andere genres vormvast, fanta- Isolde’. “Wat een rijkdom aan talent en instinct voor vormgeeft, begint het Sanctus met machtig aanzwel- mentale stukken onvoltooid naast zich neergelegd. sierijk en veelzijdig toonde – ook de symfonie op zijn het theatrale”, schreef Schuberts vriend Moritz von lende tremolo’s, die het ontzag en de verwondering Jeugdige experimenten, onrijpe probeersels, beteke- manier aangepakt, en is daarin op heerlijkste wijze Schwind in 1861 na de (postume) première van ‘Die van de mens uitdrukt. nisvolle snippers en ademberovende restanten geslaagd.” Verschworenen’. De geschiedenis heeft Schwind waren het, fragmenten die aangeven dat hij op zoek ongelijk gegeven: Schubert was een groots compo- Na zijn studies verlegde Schubert zijn aandacht naar was naar een eigen stem. Wat hem dreef, was het Schuberts uiteenzetting met “instrumentale zaken” in nist, maar een middelmatig dramaticus. religieus geïnspireerde muziek in de Duitse taal. Een verlangen een componist te worden als zijn stadsge- de tweede helft van de jaren 1820 laat zien hoe lied als ‘Ellens Gesang’, op tekst van Walter Scott, noot Beethoven, die muziek schreef die groter leek vindingrijk hij was in het formuleren van een creatief Alhoewel. Ironisch genoeg is zijn meest theatrale zou later onder de naam ‘Ave Maria’ een van zijn dan het leven zelf. Voordien had hij nooit veel antwoord op Beethoven. De recensies die over zijn compositie een (onvoltooid) oratorium. De talmende meest beroemde composities worden. Ook op vlak gegeven om instrumentale muziek. Zijn strijkkwar- pianosonates verschenen, trekken niet zelden melodieën en theatrale passiviteit die zijn opera’s van meerstemmige zangstukken koos Schubert met tetten en pianomuziek pretendeerden niks meer te dezelfde conclusie: deze componist toont een

12 13 artistieke durf die alleen maar vergeleken kan worden Had Schubert niet genoeg gedaan misschien? met die van Beethoven. De vermetelheid waarmee Schumann ergerde zich blauw over de spreuk en Schubert te werk ging, ontlokte sommige critici zelfs Schuberts eerste biograaf Heinrich Kreissle von een waarschuwing: ”Beethoven lijkt ons als het ware Hellborn hoopte in 1865 dat Grillparzers woorden een klasse apart, vooral dan in zijn midden- en late “vandaag, nu het grootste deel van Schuberts periode. In werkelijkheid zou hij niet gekozen mogen schatten voor ons ontsloten is”, vervangen zouden worden als een absoluut model, want iemand die zich worden door zijn naam. “Net zoals het simpele op zijn meesterlijk niveau wil tillen, kan niemand woordje Beethoven zal ook het woord Schubert anders zijn dan de meester zelf.” boekdelen spreken.” Toen in 1888 de stoffelijke resten van beide componisten van het Ortsfriedhof Het is wellicht geen toeval dat Franz Schubert zijn Währing naar het Zentralfriedhof verhuisden, werd grootste creatieve bloei beleefde in de laatste twee die wens ook ingewilligd. jaar van zijn leven, en dan vooral na de dood van Beethoven in maart 1827 – alsof met de dood van zijn Maar waarvoor staat die naam Schubert eigenlijk? grote voorbeeld een loden last van zijn schouders Luister naar de liederen en je hoort de literair scherp- viel. In die zin is ook het eerste grote concert geïnter- zinnigste componist uit de geschiedenis. Luister naar preteerd dat Schubert organiseerde. Op 26 maart de walsen en dansen voor piano en je bilspieren gaan 1828 – dag op dag één jaar na de dood van Beethoven jeuken van plezier. Luister naar de kamermuziek en – bracht Schubert een avondvullend programma ter symfonieën en je ziet de fantasie afspatten van de promotie van zijn eigen muziek. Symfonische muziek partituur. Maar luister naar de muziek die hij in het was er niet te horen, maar wel kamermuziek en laatste halfjaar van zijn leven schreef, en je hoort een liederen. “Enorm applaus, goede ontvangst”, ongrijpbaar, droefgeestig componist. Er is uiteraard noteerde zijn vriend Eduard von Bauernfeld enthou- ‘Winterreise’, de emotioneel verkleumde liedcyclus siast in zijn dagboek. De symboolwaarde van dit op teksten van Wilhelm Müller, waarin een ik-figuur evenement was groot: met zijn muziek liet Schubert het psychische noorden verliest tijdens zijn dwaal- aan het grote publiek horen dat er een weg was tocht door een winters landschap. Ook in de laatste voorbij Beethoven. Wie erbij was, kon horen hoe de drie pianosonates, ontworpen als een drieluik, snijdt jonge componist in het Strijkkwartet in G goochelde Schubert zijn ziel open. Weliswaar opent de met originele klankverschuivingen tussen majeur en Sonate in c nog met een thema dat Beethoven mineur. Het oeverloos melodieuze Pianotrio in Es gebruikte voor zijn eigen variatiereeks in die zette de Beethoveniaanse sonatevorm buiten spel, toonsoort, Schubert maakt er briljant onstuimige door drie harmonische velden naast elkaar te laten muziek van, die ontaardt in obsessieve klankvisi- bestaan. Door in het langzame deel te refereren aan oenen. In het langzame deel van de Sonate in A hakt de begrafenismars uit de ‘Eroica’ gaf Schubert aan hij met zoveel agressie in op lyrische schoonheid, dat dat zijn muziek de overleden Beethoven kon doen je er als luisteraar bang van wordt. Niet voor niets herrijzen. Ook de pers merkte iets gelijkaardigs op. heeft Alfred Brendel dit Andantino vergeleken met Heftige contrasten. De pianiste uit Jelineks roman als een doods landschap. Volgens de eminente Terwijl alle aandacht naar de reguliere herden- het schilderij ‘De derde van mei 1808’ van Schuberts had gelijk: Schubert is er niet voor de vorm, maar filosoof draaide de essentie van Schubert om het kingsconcerten ging, merkte de Allgemeine tijdgenoot Francisco Goya: de executie van Spaanse voor de inhoud. Maar wat betekent het allemaal? ‘Wandern’. Omdat reizen en wandelen in zijn liederen Musikalische Zeitung fijntjes op dat “als al deze burgers na de Madrileense opstand tegen de troepen Sommige muziekwetenschappers hebben de inhe- vaak verbonden zijn met de dood, wordt de muziek werken (van Beethoven) naar perfectie werden van Napoleon etaleert een gelijkaardig contrast rente duisternis van Schuberts ‘late’ composities zelf een landschap waarin alles rondjes draait om het uitgevoerd een onbeschrijfelijk auditieve verrukking tussen licht en donker, hoop en dood. toegeschreven aan zijn mood swings. Dat de compo- middelpunt. “Schuberts thema’s wandelen niet veroorzaakten, dan kan hetzelfde gezegd worden nist een man was die stevig dronk, rookte, zijn anders dan de molenaar of de man die in de winter – en met niet minder nadruk – over die andere soirée Een gelijkaardige auditieve ontregeling bereikte uiterlijk verwaarloosde en een actief, maar raadsel- zijn geliefde verlaat. Ze kennen geen geschiedenis, musicale die de uitstekende Schubert enkele dagen Schubert in zijn laatste kamermuziekwerk. Ondanks achtig seksleven had, valt af te leiden uit diverse maar een perspectivisch uit de weg gaan: hun enige eerder op dezelfde plek organiseerde.” de zonnige majeurtoonsoort is het Strijkkwintet in C bronnen. “Schubert bezat een dubbele natuur”, verandering is de verandering van het licht.” De een harmonisch complex en hartgrondig dubbel- schreef Bauernfeld over hem. “Innerlijk was hij openingsfrase van Schuberts laatste sonate is zinnig werk. De bijzondere bezetting (strijkkwartet dichter, uiterlijk een hedonist. (…) Er waren tijden misschien het mooiste voorbeeld. Een hartverscheu- Balans in de ziel plus cello) zorgt voor omfloerste, donkere klank- wanneer een zwartgevleugelde demon van tristesse rend kwetsbaar melodietje, vooruit geduwd door kleuren, maar ook de muziek zelf werpt schaduwen en melancholie om hem heen cirkelde – geen echt pulsjes in de linkerhand, komt al na enkele maten Nog geen jaar later was Schubert overleden en lag hij op. Schubert opent zonder ritmische patronen, maar slechte geest, want in de donkere, heilige uren bracht voor een spookachtige afgrond te staan. Een onpeil- in een graf dat enkele zerken van Beethoven verwij- met zwevende harmonieën: een stil akkoord in hij liederen voort van onbeschrijfelijke schoonheid. bare lage triller, huiveringwekkend indien correct derd was. De componist was dodelijk ziek geworden C groot muteert in een donkere wolk, waarna de Maar het conflict tussen ongeremde levenslust en de gespeeld, legt de duisternis open. Daarna gaat de in de zomer van 1828, tijdens een verblijf bij zijn broer harmonie terug oplost in majeur. In het tweede deel rusteloze activiteit van artistieke creatie is onhoud- oorstrelende melodie opnieuw verder, alsof er niks in de voorstad Wieden. Naar men vermoedt liep hij laat Schubert de argeloze, ellenlange melodielijnen baar als er geen balans in de ziel bestaat.” Volgens gebeurd is. “Ieder mens is een afgrond, je duizelt als buiktyfus op na het eten of drinken van voedsel of omslaan in hoogst getormenteerde muziek, en in het zijn biografe Elizabeth Normann McKay had Schubert je erin kijkt”, schreef Georg Büchner zo’n tien jaar na water dat met salmonella besmet was. Niemand Scherzo omarmen twee buitengewoon snelle hoek- een cyclothyme stoornis, een psychische aandoe- Schuberts dood in zijn toneelstuk ‘Woyzeck’. minder dan Franz Grillparzer, die tijdens de begrafe- passages een Andante sostenuto dat doet denken ning vergelijkbaar met een milde vorm van manische Schubert is zo’n afgrond. Hij en zijn muziek lijken voor nisrede van Beethoven nog georakeld had dat de aan een begrafenismars. Eindigen doet Schubert met depressie. het afgrondelijke gemaakt. overleden meester moest worden opgevolgd, leverde een energieke finale, die aan het slot versnelt tot een Zulke analyses zijn doorgaans niet de moeite waard een spreuk aan voor Schuberts tombe. “Hier begroef hels tempo, waarna ineens een dramatische appog- om op in te gaan, maar ze resoneren wel met het Tom Janssens de dood een rijke schat, maar nog mooiere beloften.” giatuur of versiering op de noot des als een kwaad- unieke karakter van Schuberts laatste composities. aardige kankercel het klankbeeld infecteert. Theodor W. Adorno omschreef deze muziek treffend

Gezelschapsspel tijdens een Schubertiade in Atzenbrugg. Aquarel van Leopold Kupelwieser, 1821 © Kunsthistorisches Museum Wien 14 15 ‘Schubertabend bei Josef von Spaun.’ Sepiatekening van Moritz von Schwind, 1868 © Bildarchiv der Österreichischen Nationalbibliothek 16 17 ‘Der Vater mag wohl immer Kind mich nennen’ ‘O Himmel! Kannst du mir so freundlich lächeln?’ Ariateksten bij het concert van uit ‘Die Zwillingsbrüder, D647’ uit ‘Der Graf von Gleichen, D918’

deOrkestacademie Lieschen Graf Der Vater mag wohl immer Kind mich nennen, Rezitativ 12.15 uur | Blauwe zaal Ich weiß, daß ich kein Kind mehr bin; Wo wäre denn mein kindlich froher Sinn? O Himmel! Kannst du mir so freundlich lächeln?  muzikale leiding Der Busen glüht, die Wange fühl’ ich brennen, Ihr Lüfte, dürft ihr lau und schmeichelnd fächeln? Philippe Herreweghe  Ich weiß, ich weiß, usw. Umsonst! Was soll mir eure Schmeichelei! lse Eerens sopraan Florian Boesch bariton Ich bin ein Sklav’ - und ihr seid frei! Sonst flog ich, kaum von Vögeln zu erreichen Selectie ouvertures en aria’s uit opera’s en toneelmuziek Und sang mein Lied wie sie aus froher Brust. Du Sonne kommst aus meinem Heimatland, Doch jetzt, der Schnecke gleich, sieht man mich Bringst du mir keinen Gruß von meinen Lieben? schleichen, O süßes, lang entbehrtes Vaterland, Und Seufzer schwellen mir die Brust; Soll dein Gedächtnis ewig mich betrüben? Ich weiß, usw. Burg meiner Väter, die ich lang entbehrt, ‘Wo bin ich - O könnt ich, Allgewaltiger’ ‘Ich schleiche bang und still’ Mein Erbgut, du mein heimatlicher Herd - uit ‘Lazarus, D689’ uit ‘Die Verschworenen, D787’ Sonst hörte ich mein Taubenpärchen girren, Und Ach! - mein Weib - mein Kind - Ich sah die Zärtlichen und freute mich. Zweite Handlung Ich schleiche bang und still herum, Doch jetzt, ihr süßes Spiel kann mich verwirren; Cavatine Die Szene ist eine grünende Flur voll Grabsteine, mit Das Herz pocht mir so schwer, Ich fühle, o was fühle ich? Palmen und Zedern umpflanzt, Im Hintergrunde ein Das Leben däucht mir öd’ und stumm, Mein Weib - o Gott! - mein süßer Knabe, Wäldchen und in der Ferne der Weg zu Lazarus’ Und Flur und Burg so leer. Diese Sehnsucht, dieses Ahnen, Werd’ ich euch jemals wiederseh’n? Wohnung. Und jede Freude spricht mir Hohn, Dieses Brennen, dies Wohl und Weh Soll ich, selbst fern an eurem Grabe, Und jeder Ton ist Klageton, Fühlt nicht des Kindes froher Sinn. Im fremden Lande untergeh’n? Simon (ein Sadduzäer, tritt mit wilder Unruh auf) Ist der Geliebte fern, Wo bin ich? Wo bin ich? Weh, Gräber um mich, Trübt sich des Auges Stern. Der Vater mag wohl immer Kind mich nennen, O sehnendes Verlangen bemooste Steine, Blumen, aus Staube gesprosst, Ich weiß, daß ich kein Kind mehr bin. Nach dem verlor’nen Glück, und moderndem Menschengebeine, Ach, was die Liebe einmal band, Kind? Ich weiß, daß ich, usw. Du trübst mit Schmerz und Bangen Tod und Vernichtung um mich her, Soll nie sich trennen mehr. Mir jeden Augenblick. und ich, und ich, vielleicht noch heut’, Was suchst du in dem fremden Land, Georg Ernst von Hofmann (1771-1845) noch heut’ der liegenden Toten Genoss’, Und weit dort über’m Meer? Eduard von Bauernfeld (1802-1890) hinabgesenkt in furchtbare Tiefen, Wenn dort auch buntre Blumen blüh’n verloschen dann, was in mir denkt, Kein Herz wird heißer für dich glüh’n, vertilgt aus Gottes Schöpfung, wehe! Wehe! O bleib’ nicht länger fern ‘Ja gib, vernimm mein Flehen - Ha, du wirst es noch bereuen’ uit ‘Alfonso und Estrella, D732’ (Er geht tiefsinnig umher. Er sieht in dem Hain ein Du meines Lebens Stern! offenes Grab, bebt wieder zurück.) Adolfo Adolfo ­ Schon bereit, ihr Gräber? Für mich? Es sei! Ignaz Franz Castelli (1781-1862) Ja, gib, vernimm mein Flehen, Liebe war ein kurzer Wahn, deine Hand will ich Ha, feiger Simon, bebst vor Gräbern gib deine Liebe mir. besitzen. Und sehnst dich weg aus dieser Jammerwelt. Suchst bang nach Ruh und fliehst vor ihr zurück? Estrella ­ Estrella ­ O könnt’ ich, Allgewaltiger, im Staube nur einmal, O laß, Adolfo, ab, mich freventlich zu kränken, Vor dir, frevelnder Tyrann, wird mein Vater mich eh ich untergeh’, so froh wie sonst, ich kann dir Achtung schenken, beschützen. als ich noch süßen Traum doch Liebe ford’re nicht. vom ew’gen Leben träumte, vor Dir beten! Adolfo ­ Ich kann es nicht! O könnt ich, Allgewaltiger ... Adolfo ­ Mir verbürgt sein eig’ner Schwur jede Gunst, die ich Wehe! Wehe! So öffne dich, mein Grab, verlösche, Lebenslicht! begehre. Weh’ des grausen Todgedanken! Weh’ des Ha, du wirst es noch bereuen! Todgedanken! Estrella ­ Alle meine Glieder schwanken, vor meinen Füßen Estrella O, so kann der Himmel nur gütig mein Gebet off’nes Grab! Nimmer, nimmer! erhören. Weh’ des grausen Todgedanken ... allgewaltig fasst Ja, höre du mein Flehen, er mich! Adolfo ­ nur du kannst mich erretten, Tötender, erbarme Dich! Ich vergehe! Tötender ... O gewiß, du wirst es noch bereuen. Was du mir in sonst muß ich untergehen in diesen grausen Nöten. Wehe, schon begräbt ein off’nes Grab Huld geweigert, In seine Tiefen mich hinab, schon begräbt mich ein werd ich mit Gewalt erringen! Adolfo ­ off’nes Grab, wehe! Du konntest mich verschmähen, Estrella ­ nun sollst die Macht du sehen, August Hermann Niemeyer (1754-1828) So wird nur mein Haß gesteigert, Liebe läßt sich und nichts kann dich erretten, nicht erzwingen. du konntest mich verschmähen, als ich dich sanft gebeten.

Franz von Schober (1796-1882)

18 19 Liedteksten bij lecture & liedrecital Die Spinnerin, D247 Der Schiffer, D694 Als ich still und ruhig spann, Friedlich lieg’ ich hingegossen, ‘Schubert and the Working Man’ Ohne nur zu stocken, Lenke hin und her das Ruder, Trat ein schöner junger Mann Atme kühl im Licht des Mondes, 14 uur | Blauwe zaal Nahe mir zum Rocken. Träume süß im stillen Mute; Gleiten laß ich auch den Kahn,  piano & toelichting  sopraan Lobte, was zu loben war; Schaue in die blanken Fluten, Graham Johnson  Geraldine McGreevy  Sollte das was schaden? Wo die Sterne lieblich schimmern, Robin Tritschler tenor Benjamin Appl bariton Mein dem Flachse gleiches Haar, Spiele wieder mit dem Ruder. Vlad Weverbergh klarinet Luc Bergé hoorn Und den gleichen Faden. Säße doch das blonde Mägdlein Ruhig war er nicht dabei, Vor mir auf dem Bänkchen ruhend, Ließ es nicht beim Alten; Sänge schmachtend zarte Lieder. Und der Faden riß entzwei, Himmlisch wär’ mir dann zu Mute, Den ich lang’ erhalten. Ließ mich necken von dem Kinde, Totengräberlied, D44 Tischlerlied, D274 Wieder tändelnd mit der Guten. Und des Flachses Steingewicht Friedlich lieg’ ich hingegossen, Grabe, Spaden, grabe! Mein Handwerk geht durch alle Welt Gab noch viele Zahlen; Träume süß im stillen Mute, Alles, was ich habe, Und bringt mir manchen Thaler Geld, Aber, ach! ich konnte nicht Atme kühl im Licht des Mondes, Dank’ ich Spaden, dir! Dess bin ich hoch vergnügt. Mehr mit ihnen prahlen. Führe hin und her das Ruder. Reich’ und arme Leute Den Tischler braucht ein jeder Stand, Werden meine Beute, Schon wird das Kind durch meine Hand Als ich sie zum Weber trug, Friedrich von Schlegel (1772-1829) Kommen einst zu mir! In sanften Schlaf gewiegt. Fühlt’ ich was sich regen, Und mein armes Herze schlug Weiland groß und edel, Das Bette zu der Hochzeitnacht Mit geschwindem Schlägen. ‘Das Wandern’ uit ‘Die schöne Müllerin’, D795 nr 1 Nickte dieser Schädel Wird auch durch meinen Fleiß gemacht Keinem Gruße Dank! und künstlich angemalt. Nun, beim heißen Sonnenstich, Das Wandern ist des Müllers Lust, Dieses Beingerippe Ein Geizhals sei auch noch so karg, Bring’ ich’s auf die Bleiche, Das Wandern! Ohne Wang’ und Lippe Er braucht am Ende einen Sarg, Und mit Mühe bück’ ich mich Das muß ein schlechter Müller sein, Hatte Gold und Rang. Und der wird gut bezahlt. Nach dem nächsten Teiche. Dem niemals fiel das Wandern ein, Das Wandern. Jener Kopf mit Haaren Drum hab’ ich immer frohen Mut Was ich in dem Kämmerlein War vor wenig Jahren Und mache meine Arbeit gut, Still und fein gesponnen, Vom Wasser haben wir’s gelernt, Schön wie Engel sind. Es sei Tisch oder Schrank. Kommt - wie kann es anders sein? - Vom Wasser! Tausend junge Fentchen Und wer bei mir brav viel bestellt Endlich an die Sonnen. Das hat nicht Rast bei Tag und Nacht, Leckten ihm das Händchen, Und zahlt mir immer bares Geld, Ist stets auf Wanderschaft bedacht, Gaften sich halb blind! Dem sag’ ich großen Dank. Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) Das Wasser.

Grabe, Spaden, grabe! dichter anoniem Das sehn wir auch den Rädern ab, Alles, was ich habe, Der Schiffer, D536 Den Rädern! Dank’ ich Spaden, dir! Die gar nicht gerne stille stehn, Reich’ und arme Leute Im Winde, im Sturme befahr ich den Fluß, Die sich mein Tag nicht müde drehn, Werden meine Beute, Die Kleider durchweichet der Regen im Guß; Die Räder. Kommen einst zu mir! Ich peitsche die Wellen mit mächtigem Schlag, Erhoffend, erhoffend mir heiteren Tag. Die Steine selbst, so schwer sie sind, Ludwig Heinrich Christoph Hölty (1748-1776) Die Steine! Die Wellen, sie jagen das ächzende Schiff, Sie tanzen mit den muntern Reihn Es drohet der Strudel, es drohet das Riff. Und wollen gar noch schneller sein, Gesteine entkollern den felsigen Höh’n, Die Steine. Und Tannen erseufzen wie Geistergestöhn. O Wandern, Wandern, meine Lust, So mußte es kommen, ich hab es gewollt, O Wandern! Ich hasse ein Leben behaglich entrollt; Herr Meister und Frau Meisterin, Und schlängen die Wellen den ächzenden Kahn, Laßt mich in Frieden weiterziehn Ich priese doch immer die eigene Bahn. Und wandern.

Drum tose des Wassers ohnmächtiger Zorn, Wilhelm Müller (1794-1827) Dem Herzen entquillet ein seliger Born, Die Nerven erfrischend - o himmliche Lust, Dem Sturme zu trotzen mit männlicher Brust.

Johann Baptist Mayrhofer (1787-1836)

20 21 ‘Der Jäger’ uit ‘Die schöne Müllerin’, D795 nr 14 Der Alpenjäger, D588 Auf dem Strom, D943

Was sucht denn der Jäger am Mühlbach hier? Willst du nicht das Lämmlein hüten? Nimm die letzten Abschiedsküsse, Ach, vor jener dunklen Wüste, Bleib, trotziger Jäger, in deinem Revier! Lämmlein ist so fromm und sanft, Und die wehenden, die Grüße, Fern von jeder heitern Küste, Hier gibt es kein Wild zu jagen für dich, Nährt sich von des Grases Blüten, Die ich noch ans Ufer sende, Wo kein Eiland zu erschauen, Hier wohnt nur ein Rehlein, ein zahmes, für mich, Spielend an des Baches Ranft. Eh’ dein Fuß sich scheidend wende! O, wie faßt mich zitternd Grauen! Und willst du das zärtliche Rehlein sehn, “Mutter, Mutter, laß mich gehen, Schon wird von des Stromes Wogen Wehmutstränen sanft zu bringen, So laß deine Büchsen im Walde stehn, Jagen nach des Berges Höhen!” Rasch der Nachen fortgezogen, Kann kein Lied vom Ufer dringen; Und laß deine klaffenden Hunde zu Haus, Doch den tränendunklen Blick Nur der Sturm weht kalt daher Und laß auf dem Horne den Saus und Braus, Willst du nicht die Herde locken Zieht die Sehnsucht stets zurück! Durch das grau gehobne Meer! Und schere vom Kinne das struppige Haar, Mit des Hornes munterm Klang? Sonst scheut sich im Garten das Rehlein fürwahr. Lieblich tönt der Schall der Glocken Und so trägt mich denn die Welle Kann des Auges sehnend Schweifen In des Waldes Lustgesang. Fort mit unerflehter Schnelle. Keine Ufer mehr ergreifen, Doch besser, du bliebest im Walde dazu “Mutter, Mutter, laß mich gehen, Ach, schon ist die Flur verschwunden, Nun so schau’ ich zu den Sternen Und ließest die Mühlen und Müller in Ruh. Schweifen auf den wilden Höhen!” Wo ich selig Sie gefunden! Auf in jenen heil’gen Fernen! Was taugen die Fischlein im grünen Gezweig? Ewig hin, ihr Wonnetage! Ach, bei ihrem milden Scheine Was will den das Eichhorn im bläulichen Teich? Willst du nicht die Blümlein warten, Hoffnungsleer verhallt die Klage Nannt’ ich sie zuerst die Meine; Drum bleibe, du trotziger Jäger, im Hain, Die im Beete freundlich stehn? Um das schöne Heimatland, Dort vielleicht, o tröstend Glück! Und laß mich mit meinen drei Rädern allein; Draußen ladet dich kein Garten, Wo ich ihre Liebe fand. Dort begegn’ ich ihrem Blick. Und willst meinem Schätzchen dich machen beliebt, Wild ists auf den wilden Höhn! So wisse, mein Freund, was ihr Herzchen betrübt: “Laß die Blümlein, laß sie blühen! Sieh, wie flieht der Strand vorüber, Ludwig Rellstab (1799-1860) Die Eber, die kommen zur Nacht aus dem Hain Mutter, Mutter, laß mich ziehen!” Und wie drängt es mich hinüber, Und brechen in ihren Kohlgarten ein Zieht mit unnennbaren Banden, Und treten und wühlen herum in dem Feld: Und der Knabe ging zu jagen, An der Hütte dort zu landen, Die Eber, die schieß, du Jägerheld! Und es treibt und reißt ihn fort, In der Laube dort zu weilen; Rastlos fort mit blindem Wagen Doch des Stromes Wellen eilen Wilhelm Müller (1794-1827) An des Berges finstern Ort, Weiter ohne Rast und Ruh, Vor ihm her mit Windesschnelle Führen mich dem Weltmeer zu! Flieht die zitternde Gazelle.

Auf der Felsen nackte Rippen Klettert sie mit leichtem Schwung, Fischerlied, D562 Durch den Riß gespaltener Klippen Trägt sie der gewagte Sprung, Das Fischergewerbe Im Antlitz der Buben Wir trotzen dem Wetter, Aber hinter ihr verwogen Giebt rüstigen Muth! Lacht mutiger Sinn. Das Finster uns droht, Folgt er mit dem Todesbogen. Wir haben zum Erbe Sie meiden die Stuben Wann schöpfende Bretter Die Güter der Fluth. Bei Tagesbeginn; Kaum hemmen den Tod. Jetzo auf den schroffen Zinken Wir graben nicht Schätze, Sie tauchen und schwimmen Wir trotzen auch Wogen Hängt sie, auf dem höchsten Grat, Wir pflügen kein Feld; Im eisigen See, Auf krachendem Schiff, Wo die Felsen jäh versinken Wir ernten im Netze, Und barfuß erklimmen In Tiefen gezogen, Und verschwunden ist der Pfad. Wir angeln uns Geld. Die Klippen von Schnee. Geschleudert ans Riff! Unter sich die steile Höhe, Hinter sich des Feindes Nähe. Wir heben die Reusen Die Töchter ergötzen Der Herr, der in Stürmen Den Schilfbach entlang, Sich Abends bei Licht, Der Mitternacht blitzt, Mit des Jammers stummen Blicken Und ruhn bei den Schleusen, Wenn alles an Netzen Vermag uns zu schirmen, Fleht sie zu dem harten Mann, Zu sondern den Fang. Und Maschenwerk flicht. Und kennt, was uns nützt. Fleht umsonst, denn loszudrücken Goldweiden beschatten Oft wird mit Gelächter Gleich unter dem Flügel Legt er schon den Bogen an. Das moosige Dach; Durchmustert das Dorf; Des Ewigen ruht Plötzlich aus der Felsenspalte Wir schlummern auf Matten Die Mutter, als Wächter, Der Rasengruft Hügel Tritt der Geist, der Bergesalte. Im kühlen Gemach. Schürt nickend den Torf. Das Grab in der Flut.

Und mit seinen Götterhänden Mit roten Korallen Oft rudern wir ferne Johann Gaudenz Freiherr von Schützt er das gequälte Tier. Prangt Spiegel und Wand, Im wiegenden Kahn; Salis-Seewis (1762-1834) “Mußt du Tod und Jammer senden”, Den Estrich der Hallen Dann blinken die Sterne Ruft er, “bis herauf zu mir? Deckt silberner Sand. So freundlich uns an; Raum für alle hat die Erde, Das Gärtchen daneben Der Mond aus den Höhen, Was verfolgst du meine Herde?” Grünt ländlich umzäunt Der Mond aus dem Bach, Von kreuzenden Stäben So schnell wir entflöhen, Friedrich von Schiller (1759-1805) Mit Baste vereint. Sie gleiten uns nach.

Houtsnede uit de ‘Prachtausgabe’ van ‘Die schöne Müllerin’ uit 1872. 22 23 Fischerweise, D881 Pflügerlied, D392 Totengräbers Heimwehe, D842 Schäfers Klagelied, D121

Den Fischer fechten Sorgen Arbeitsam und wacker, Gottes Sonne leuchtet, O Menschheit, o Leben! was soll’s? o was soll’s? Da droben auf jenem Berge, Und Gram und Leid nicht an; Pflügen wir den Acker, Lauer Regen feuchtet Grabe aus, scharre zu! Tag und Nacht keine Ruh! Da steh ich tausendmal, Er löst am frühen Morgen Singend auf und ab. Das entkeimte Grün. Das Drängen, das Treiben, wohin? o wohin? An meinem Stabe hingebogen Mit leichtem Sinn den Kahn. Sorgsam trennen wollen Flock’, o Schnee und strecke “Ins Grab, ins Grab, tief hinab!” Und schaue hinab in das Tal. Wir die lockern Schollen, Deine Silberdecke O Schicksal, o traurige Pflicht Dann folg ich der weidenden Herde, Da lagert rings noch Friede Unsrer Saaten Grab. Schirmend drüber hin! Ich trag’s länger nicht! Mein Hündchen bewahret mir sie. Auf allen Flur und Bach, Wann wirst du mir schlagen, o Stunde der Ruh? Ich bin herunter gekommen Er ruft mit seinem Liede Auf- und abwärts ziehend Ernten werden wanken, O Tod! komm und drücke die Augen mir zu! Und weiß doch selber nicht wie. Die gold’ne Sonne wach. Furchen wir, stets fliehend, Wo nur Körner sanken Das erreichte Ziel. Mutter Erd’ ist treu. Im Leben, da ist’s ach! so schwül, ach! so schwül! Da stehet von schönen Blumen Er singt zu seinem Werke Wühl’, o Pflugschar, wühle! Nichts wird hier vernichtet, Im Grabe so friedlich, so kühl! Die ganze Wiese so voll. Aus voller frischer Brust, Außen drückt die Schwüle ; Und Verwesung sichtet Doch ach! wer legt mich hinein? Ich breche sie, ohne zu wissen, Die Arbeit gibt ihm Stärke, Tief im Grund’ ist’s kühl. Nur vom Keim die Spreu. Ich stehe allein, so ganz allein! Wem ich sie geben soll. Die Stärke Lebenslust. Neigt den Blick zur Erde, Die vor uns entschliefen, Von allen verlassen, dem Tod nur verwandt, Und Regen, Sturm und Gewitter Bald wird ein bunt Gewimmel Lieb und heimlich werde Schlummern, in die Tiefe Verweil ich am Rande, das Kreuz in der Hand, Verpass ich unter dem Baum. In allen Tiefen laut Uns ihr dunkler Schoß; Ihrer Gruft gesät; Und starre mit sehnendem Blick hinab Die Türe dort bleibet verschlossen; Und plätschert durch den Himmel, Hier ist doch kein Bleiben, Länger wird es säumen Ins tiefe, ins tiefe Grab! Doch alles ist leider ein Traum. Der sich im Wasser baut. Ausgesät zerstäuben Bis die Gräber keimen, Ist auch unser Los. Gottes Saat entsteht! O Heimat des Friedens, der Seligen Land, Es stehet ein Regenbogen Doch wer ein Netz will stellen, An dich knüpft die Seele ein magisches Band. Wohl über jenem Haus! Braucht Augen klar und gut, Säet, froh im Hoffen; Wer um Tote trauert, Du winkst mir von ferne, du ewiges Licht, Sie aber ist fortgezogen, Muß heiter gleich den Wellen Gräber harren offen, Glaub’ es, ewig dauert Es schwinden die Sterne, das Auge schon bricht, - Und weit in das Land hinaus. Und frei sein wie die Flut. Fluren sind bebaut; Nicht der Aussaat Zeit. Ich sinke, ich sinke! Ihr Lieben, ich komm! Deckt mit Egg’ und Spaten Aus enthülster Schale Hinaus in das Land und weiter, Dort angelt auf der Brücke Die versenkten Saaten, Keimt im Todestale Jakob Nikolaus, Reichsfreiherr von Craigher de Vielleicht gar über die See. Die Hirtin. Schlauer Wicht, Und dann: Gott vertraut! Frucht der Ewigkeit! Jachelutta (1797-1855) Vorüber, ihr Schafe, nur vorüber! Gib auf nur deine Tücke, Dem Schäfer ist gar so weh. Den Fisch betrügst du nicht. Johann Gaudenz Freiherr von Salis-Seewis (1762-1834) Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) Franz Xaver Freiherr von Schlechta (1796-1875)

Der Hirt auf dem Felsen, D965

Wenn auf dem höchsten Fels ich steh’, In tiefem Gram verzehr ich mich, In’s tiefe Tal hernieder seh’, Mir ist die Freude hin, Und singe, Auf Erden mir die Hoffnung wich, Ich hier so einsam bin. Fern aus dem tiefen dunkeln Tal Schwingt sich empor der Widerhall So sehnend klang im Wald das Lied, Der Klüfte. So sehnend klang es durch die Nacht, Die Herzen es zum Himmel zieht Je weiter meine Stimme dringt, Mit wunderbarer Macht. Je heller sie mir wieder klingt Von unten. Der Frühling will kommen, Der Frühling, meine Freud’, Mein Liebchen wohnt so weit von mir, Nun mach’ ich mich fertig Drum sehn’ ich mich so heiß nach ihr Zum Wandern bereit. Hinüber. 1-4; 7: Wilhelm Müller (1794-1827) & 5-6: Karl August Varnhagen von Ense (1785-1858)

Fragment uit het manuscript van ‘Der Hirt auf dem Felsen’. 25 Liedteksten bij het concert van Collegium Vocale Gent 17 uur | Blauwe zaal

Christoph Siebert muzikale leiding Ania Vegry sopraan Piet Kuijken piano  Michaela Buzkova, Koen Cools, Zachary Cramer & Morris Powell hoorn

Lützows wilde Jagd, D205

Was glänzt dort vom Walde im Sonnenschein? Was braust dort im Tale die laute Schlacht, Hör’s näher und näher brausen. Was schlagen die Schwerter zusammen? Es zieht sich herunter in düsteren Reihn, Wildherzige Reiter schlagen die Schlacht, Und gellende Hörner schallen darein, Und der Funke der Freiheit ist glühend erwacht Und erfüllen die Seele mit Grausen. Und lodert in blutigen Flammen. Und wenn ihr die schwarzen Gesellen fragt: Und wenn ihr die schwarzen Reiter fragt: Das ist Lützows wilde, verwegene Jagd. Das ist Lützows wilde, verwegene Jagd!

Was zieht dort rasch durch den finstern Wald Wer scheidet dort röchelnd vom Sonnenlicht, Und streift von Bergen zu Bergen? Unter winselnden Feinde Gebettet? Es legt sich in nächtlichen Hinterhalt, Es zucket der Tod auf dem Angesicht, Das Hurra jauchzt, und die Büchse knallt, Doch die wackern Herzen erzittern nicht, Es fallen die fränkischen Schergen. Das Vaterland ist ja gerettet! Und wenn ihr die schwarzen Jäger fragt: Und wenn ihr die schwarzen Gefallnen fragt: Das ist Lützows wilde, verwegene Jagd. Das war Lützows wilde, verwegene Jagd.

Wo die Reben dort glühen dort braust der Rhein, Die wilde Jagd und die deutsche Jagd Der Wütrich geborgen sich meinte; Auf Henkersblut und Tyrannen! Da naht es schnell mit Gewitterschein Drum, die ihr uns liebt, nicht geweint und geklagt! Und wirft sich mit rüstigen Armen hinein Das Land ist ja frei, und der Morgen tagt, Und springt an das Ufer der Feinde. Wenn wir’s auch nur sterbend gewannen. Und wenn ihr die schwarzen Schwimmer fragt: Und von Enkeln zu Enkeln sei’s nachgesagt: Das ist Lützows wilde, verwegene Jagd! Das war Lützows wilde, verwegene Jagd.

Karl Theodor Körner (1791-1813)

Schubert aan de piano met Josephine Fröhlich en Johann Michael Vogl. Tekening van Ferdinand Georg Waldmüller, 1827 © Graphische Sammlung Albertina Wien 26 27 Nachtgesang im Walde, D913 An die Sonne, D439 Klage um Ali Bey, D140

Sei uns stets gegrüßt, o Nacht, O Sonne, Königin der Welt, Laßt mich! laßt mich! ich will klagen, Aber nun ist er gefallen. aber doppelt hier im Wald, Die unser dunkles Leben erhellt Fröhlich sein nicht mehr! Dass er ‘s doch nicht war! wo dein Aug’ verstohlner lacht, O Sonne, Königin der Welt, Aboudahab hat geschlagen Ach, von allen Beys, von allen wo dein Fußtritt leiser hallt! Die unser dunkles Rund erhellt Ali und sein Heer. War kein Bey wie er. In lichter Majestät; Auf der Zweige Laubpokale Erhab’nes Wunder einer Hand, So ein muntrer kühner Krieger Jedermann in Syrus saget: gießest du dein Silber aus; Die jene Himmel ausgespannt Wird nicht wieder sein; “Schade, daß er fiel!” hängst den Mond mit seinem Strahle Und Sterne hingesät! Über alles ward er Sieger, Und in ganz Ägypten klaget uns als Lamp’ ins Blätterhaus. Haut’ es kurz und klein. Mensch und Krokodil. Noch heute seh’ ich deinen Glanz, Säuselnde Lüftchen sind deine Reden, Mir lacht in ihrem Blumenkranz Er verschmähte Wein und Weiber, Daher sieht im Geist, wie ‘s scheinet, spinnende Strahlen sind deine Fäden, Noch heute die Natur. Ging nur Kriegesbahn, Am Serail mit Graus was nur dein Mund beschwichtigend traf, Der Vögel buntgefiedert Heer Und war für die Zeitungsschreiber Seines Freundes Kopf, und weinet senket das Aug’ und sinket in Schlaf! Singt morgen mir vielleicht nicht mehr Gar ein lieber Mann. Sich die Augen aus. Im Wald und auf der Flur. Und doch, es ist zum Schlafen zu schön, Matthias Claudius (1740-1815) drum auf, und weckt mit Hörnergetön, Ich fühle, daß ich sterblich bin, mit hellerer Klänge Wellenschlag, Mein Leben welkt wie Gras dahin, was früh betäubt im Schlummer lag! Wie ein verschmachtend Laub. Mirjams Siegesgesang, D942 Wer weiß, wie unerwartet bald Mann und Pferd, Es regt in den Lauben des Waldes sich schon, Des Höchsten Wort an mich erschallt: Rührt die Zimbel, schlagt die Saiten, Roß und Reiter die Vöglein, sie glauben, die Nacht sei entflohn, Komm wieder in den Staub! Laßt den Hall es tragen weit; Eingewickelt, umsponnen die wandernden Rehe verlieren sich zag; Groß der Herr zu allen Zeiten, Im Netze der Gefahr, sie wähnen, es gehe schon bald an den Tag, Johann Peter Uz (1720-1796) Heute groß vor aller Zeit. Zerbrochen die Speichen ihrer Wagen; die Wipfel des Waldes erbrausen mit Macht, Aus Ägypten vor dem Volke, Tot der Lenker, tot das Gespann. vom Quell her erschallt es, als wär’ er erwacht! Wie der Hirt den Stab zur Hut, Zogst du her, dein Stab die Wolke Tauchst du auf, Pharao? Und rufen wir im Sange: Und dein Arm des Feuers Glut. Hinab, hinunter, “Die Nacht ist im Walde daheim!”, Zieh, ein Hirt vor deinem Volke, Hinunter in den Abgrund, so ruft auch Echo lange: Stark dein Arm, dein Auge Glut. Schwarz wie deine Brust. “Sie ist im Wald daheim!” Und das Meer hört deine Stimme, Und das Meer hat nun vollzogen, Drum sei uns doppelt hier im Wald gegrüßt, Tut sich auf dem Zug, wird Land; Lautlos rollen seine Wogen, o holde, holde Nacht, Scheu des Meeres Ungetüme, Nimmer gibt es, was es barg, wo Alles, was dich schön uns malt, Schaun’s durch die kristallne Wand, Eine Wüste, Grab zugleich und Sarg. uns noch weit schöner lacht. Und das Meer hört deine Stimme, Tut sich auf dem Zug, wird Land. Schrecklich hat der Herr vollzogen, Johann Gabriel Seidl (1804-1875) Wir vertrauten deiner Stimme, Lautlos ziehn des Meeres Wogen; Traten froh das neue Land. Wer errät noch, was es barg? Frevler-Grab zugleich und Sarg. Gott im Ungewitter, D985 Doch der Horizont erdunkelt, Roß und Reiter löst sich los, Drum mit Zimbel und mit Saiten Du Schrecklicher, wer kann vor dir Den Herrn und seinen Arm erkennt Hörner lärmen, Eisen funkelt, Laßt den Hall es tragen weit, Und deinem Donner stehn? Die zitternde Natur, Es ist Pharao und sein Troß. Groß der Herr zu allen Zeiten, Groß ist der Herr, was trotzen wir? Da weit umher der Himmel brennt Herr, von der Gefahr umdunkelt, Heute groß vor aller Zeit. Er winkt, und wir vergeh’n. Und weit umher die Flur. Hilflos wir, dort Mann und Roß. Franz Grillparzer (1791-1872) Er lagert sich in schwarzer Nacht, Wer schürzt mich Sterblichen, mich Staub, Und die Feinde, mordentglommen, Die Völker zittern schon: Wenn, der im Himmel wohnt Drängen nach den sichern Pfad; Geflügeltes Verderben wacht Und Welten pflückt wie dürres Laub, Jetzt und jetzt - da horch’! welch Säuseln, Um seinen furchtbarn Thron. Nicht huldreich mich verschont? Wehen, Murmeln, Dröhnen! Horch, Sturm. ‘s ist der Herr in seinem Grimme, Rotglühend schleudert seine Hand Wir haben einen Gott voll Huld, Einstürzt rings der Wasser-Turm. Den Blitz aus finstrer Höh’: Auch wenn er zornig scheint: Und Donner stürzt sich auf das Land Er herrscht mit schonender Geduld, In einer Feuersee, Der große Menschenfreund.

Daß selbst der Erde fester Grund Johann Peter Uz (1720-1796) Vom Zorn des Donners bebt, Und was um ihr erschütternd Rund Und in der Tiefe lebt.

28 29 Mistekst bij het concert van deFilharmonie 20 uur | Blauwe zaal

deFilharmonie & Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe

Ilse Eerens sopraan Wiebke Lehmkuhl mezzosopraan Sebastian Kohlhepp tenor Florian Boesch bariton

Mis nr 5 in As, D678

Kyrie Kyrie Et incarnatus est Hij heeft het vlees aangenomen Kyrie Eleison. Heer, ontferm U over ons. De Spiritu Sancto door de heilige Geest Christe Eleison. Christus, ontferm U over ons. Ex Maria virgine, uit de Maagd Maria, Kyrie Eleison. Heer, ontferm U over ons. Et homo factus est. en is mens geworden. Crucifixus etiam pro nobis: Hij werd voor ons gekruisigd, Gloria Gloria Sub Pontio Pilato Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus Gloria in excelsis Deo. Eer aan God in den hoge Passus et sepultus est, en is begraven. Et in terra pax hominibus bonae voluntatis. en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft. Et resurrexit tertia die Hij is verrezen op de derde dag, Laudamus te, Wij loven U. Secundum scripturas, volgens de Schriften. benedicimus te, Wij prijzen Et ascendit in caelum, Hij is opgevaren ten hemel: adoramus te, en aanbidden U. Sedet ad dexteram Patris, zit aan de rechterhand van de Vader. glorificamus te. Wij verheerlijken U en zeggen U Et iterum venturus est cum gloria Hij zal wederkomen in heerlijkheid Gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam. dank voor uw grote heerlijkheid. Iudicare vivos et mortuos, om te oordelen levenden en doden. Domine Deus, Rex coelestis, Heer God, hemelse Koning, Cuius regni non erit finis; En aan zijn rijk komt geen einde. Deus Pater omnipotens, God almachtige Vader; Et in Spiritum Sanctum, Ik geloof in de heilige Geest, Domine Fili unigenite, Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus; Dominum et vivificantem, die Heer is en het leven geeft; Jesu Christe altissime, Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader; Qui ex Patre Filioque procedit, die voortkomt uit de Vader en de Zoon; Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris. Gij die wegneemt de zonden der wereld, Qui cum Patre et Filio die met de Vader en de Zoon Qui tollis peccata mundi, ontferm U over ons; Simul adoratur et conglorificatur, te samen wordt aanbeden en verheerlijkt; miserere nobis, Gij die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons Qui locutus est per prophetas; die gesproken heeft door de profeten. qui tollis peccata mundi, gebed; Et in unam sanctam catholicam Ik geloof in de éne, heilige, katholieke suscipe deprecationem nostram. Gij die zit aan de rechterhand van de Vader, Et apostolicam Ecclesiam. en apostolische Kerk. Qui sedes ad dextram Patris, miserere nobis. ontferm U over ons. Confiteor unum baptisma Ik belijd één doopsel Quoniam tu solus sanctus, Want Gij alleen zijt de Heilige. In remissionem peccatorum; tot vergeving van de zonden. tu solus Dominus, Gij alleen de Heer. Et expecto resurrectionem mortuorum Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven tu solus altissimus Jesu Christe. Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus. Et vitam venturi saeculi. van het komend rijk. Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris, Met de Heilige Geest in de heerlijkheid van God de Vader. Amen. Amen. Amen. Amen. Sanctus Sanctus Credo Credo Sanctus, Dominus Deus Sabaoth. Heilig, de Heer, de God der heerscharen. Credo in unum Deum, Ik geloof in één God, Pleni sunt coeli et terra gloria eius. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid. Patrem omnipotentem, de almachtige Vader, Osanna in excelsis. Eer en lof zij U in den hoge! Factorem caeli et terrae, Schepper van hemel en aarde, Visibilium omnium et invisibilium; van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. Benedictus Benedictus Et in unum Dominum, Jesum Christum, En in één Heer, Jezus Christus, Benedictus qui venit in nomine Domini. Gezegend hij die komt in de naam des Heren. Filium Dei unigenitum, eniggeboren Zoon van God, Osanna in excelsis. Eer en lof zij U in den hoge! Et ex Patre natum voor alle tijden Ante omnia saecula, geboren uit de Vader. Agnus Dei Agnus Dei Deum de Deo, lumen de lumine, God uit God, Licht uit Licht, Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, Deum verum de Deo vero, ware God uit de ware God. miserere nobis. ontferm u over ons. Genitum non factum, Geboren, niet geschapen, Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, Consubstantialem Patri, één in wezen met de Vader, dona nobis pacem. geef ons de vrede. Per quem omnia facta sunt, en door Wie alles geschapen is. Qui propter nos homines Hij is voor ons, mensen, Et propter nostram salutem en omwille van ons heil Descendit de caelis; uit de hemel neergedaald.

30 31 Uitvoerders

Armida Quartett Schubertpreis van de Deutsche Schubert Gesellschaft Martin Funda, Johanna Staemmler viool aan hem uitgereikt. Op de Schubertiade Schwarzenberg Teresa Schwamm altviool Peter-Philipp Staemmler cello gaf hij recitals aan de zijde van Helmut Deutsch en Graham Martin Funda, primarius van het Armida Quartett, is ziek en Johnson. Hoogtepunten dit seizoen zijn onder meer wordt vervangen door Antje Weithaas. Bachs Mattheuspassie olv. Sir Roger Norrington en Bachs Magnificat met het Choir of King’s College Cambridge en Het Armida Quartett werd genoemd naar één van de The Orchestra of the Age of Enlightenment. meest succesvolle opera’s van Joseph Haydn, de ‘vader www.benjaminappl.com van het strijkkwartet’. Het kwartet werd opgericht in de zomer van 2006 in Berlijn en kreeg les van de leden van Luc Bergé het Artemis Quartett. Het ensemble werd verder gecoacht Luc Bergé studeerde aan de Koninklijke Conservatoria door Natalia Prischepenko, Alfred Brendel, Ferenc Rados, van Antwerpen en Brussel. Naast diverse eerste prijzen Tabea Zimmermann, Eberhardt Feltz, Walter Levin, Martin behaalde hij er met grootste onderscheiding het hoger Spangenberg en Heime Müller. Daarenboven volgden de diploma hoorn bij André Van Driessche. Daarna vulde hij zijn muzikanten masterclasses bij het Alban Berg Quartett, studie aan met lessen van de befaamde hoornist Hermann het Guarneri Quartet en het Arditti Quartet. In 2011 won Baumann. Luc Bergé was achtereenvolgens hoornsolist bij het Armida Quartett de eerste prijs en de publieksprijs op de Opéra de Wallonie, het Nationaal Orkest van België, het het 66ste Concours de Genève. In 2012 won het Armida Nieuw Belgisch Kamerorkest en I Fiamminghi. De laatste Quartett de eerste prijs en de publieksprijs op de 61ste ARD jaren specialiseerde hij zich ook in het bespelen van de Musikwettbewerb, waar het ook reeds de prijs voor beste natuurhoorn en romantische hoorn, waardoor hij regelmatig interpretatie van het opgelegde stuk ‘Lost Prayers’ van Erkki- te gast is bij het Orchestre des Champs-Elysées olv. Philippe Sven Tüür won. In september 2014 werd het Armida Quartett Herreweghe, Les Musiciens du Louvre olv. Marc Minkowski opgenomen in de reeks ‘BBC New Generation Artists’. en Les Arts Florissants olv. William Christie. Luc Bergé Eerder ontving het jonge ensemble verschillende beurzen, treedt regelmatig op als solist met onder meer Prima La onder meer van het Yehudi Menuhin - Live Music Now Musica, Orchestre de Chambre de Wallonie en de Beethoven Berlin en een beurs van de Irene Steels-Wising Foundation. Academie. Hij heeft intussen meerdere solo-cd’s op zijn Het Armida Quartett trad reeds in enkele van Europa’s naam staan, waaronder Kamermuziek voor hoorn met het grootste concertzalen op, waaronder de Laeiszhalle in Arriagakwartet en Concerti voor blazers van Mozart met Hamburg, de Philharmonie in Berlijn en de Opéra Bastille Prima La Musica olv. Dirk Vermeulen. Ook de hoorntrio’s in Parijs. Daarnaast werd het kwartet ook uitgenodigd op van Brahms en Ligeti legde Bergé vast op cd, en het album gerenommeerde festivals zoals het Schleswig-Holstein ‘O, du schöner Hörnerklang…’, opgenomen met bevriende Musikfestival, het Rheingau Musikfestival, het Davos musici Jan Michiels, Yves Saelens, Inge Spinette en Marcel Festival en Heidelberger Frühling, waar ze optraden met Ewa Ponseele verwierf internationaal zeer lovende kritieken. Kupiec, Thomas Hampson en Anna Prohaska. Sinds oktober Momenteel is Bergé freelance hoornist, speelt hij mee met 2012 geven de leden van het kwartet les aan de Universität het Prometheus Ensemble en is hij hoornsolist van het der Künste in Berlijn. De eerste cd van het ensemble, met Orchestre des Champs-Elysées. Bovendien is Luc Bergé muziek van Béla Bartók, György Ligeti en György Kurtág, docent hoorn aan de conservatoria van Brussel en Leuven. werd uitgebracht door Cavi-music in oktober 2013 en werd opgenomen in de lijst van beste kamermuziekopnamen van Florian Boesch 2014 van de Preis der Deutschen Schallplattenkritik. Florian Boesch begon zijn zangstudie bij zijn grootmoeder www.armidaquartett.com Ruthilde Boesch. Vanaf 1997 studeerde hij aan de Universität für Musik und Darstellende Kunst in Wenen onder meer Benjamin Appl bij Robert Holl. In 2003 debuteerde hij aan de opera van De Duitse bariton Benjamin Appl studeerde bij Rudolf Zürich als Papageno in Mozarts ‘Die Zauberflöte’. Sindsdien Piernay aan de Guildhall School of Music and Drama werd hij uitgenodigd door Wiener Volksoper, Staatstheater in Londen. Ook Dietrich Fischer-Dieskau was een van Stuttgart, bij de Salzburger Festspiele en Pfingstfestspiele, zijn belangrijkste mentoren. Appl volgde daarnaast nog de Bregenzer Festspiele, aan de Staatsoper Hamburg, masterclasses bij Brigitte Fassbaender, Christian Gerhaher, het Theater an der Wien, het Bolshoi Theater in Moskou, Margreet Honig, Malcolm Martineau en Peter Schreier. in Los Angeles en Tokio. Florian Boesch geeft regelmatig Appl voelt zich even goed thuis in opera, concert als liedrecitals, onder meer in het Wiener Musikverein, Wiener lied. Benjamin Appl is opgenomen in de reeks ‘BBC New Konzerthaus, Schubertiade Schwarzenberg, Salzburger Generation Artists’ van 2014 tot 2016 en voor het seizoen Mozarteum, Wigmore Hall Londen, Concertgebouw 2015/16 is hij geselecteerd voor de reeks ECHO Rising Amsterdam, Edinburgh Festival, Styriarte in Graz, Oxford Stars. Recent vertolkte hij de rollen van Ernesto in Haydns Lieder Festival, ea. Dit seizoen is hij artiest in residentie ‘Il mondo della luna’ in Augsburg, Aenaes in Purcells in de Wigmore Hall in Londen. Verdere hoogtepunten dit ‘Dido and Aeneas’ in Aldeburgh, Dr Falke in Strauss’ seizoen zijn ‘Die Schöpfung’ in Parijs (opening van de ‘Die Fledermaus’ in Regensburg, Schaunard in Puccini’s nieuwe Philharmonie), concerten met Nikolaus Harnoncourt ‘La bohème’ in München, de titelrol in ‘Owen Wingrave’ in Wenen, Händels ‘Saul’ en ‘Messiah’ in Wenen, ‘La op het Banff Festival, Baron Tusenbach in Eötvös’ ‘Tri Damnation de Faust’ met de Berliner Philharmoniker olv. Sestri’ in het Prinzregententheater in München en aan de Sir Simon Rattle, Brahms’ ‘Ein Deutsches Requiem’ in Deutsche Staatsoper Berlin met de Staatskapelle Berlin en Baden-Baden, Kopenhagen en Wenen, de Johannespassie hij was te horen in een wereldcreactie voor de Bregenzer en de Mattheuspassie op tournee met Philippe Herreweghe Festspiele en het Konzerthaus Wien (‘Das Leben am Rande en Beethovens Negende Symfonie met het Koninklijk der Milchstraße’ van Bernhard Gander). Benjamin Appl Concertgebouworkest Amsterdam olv. Iván Fischer. Als gaf liedrecitals op het Ravinia Festival in Chicago, tijdens operazanger was Florian Boesch recent onder meer te Graham Johnsons reeks ‘Young Songmakers Almanac’ horen in Schuberts ‘Lazarus’ aan het Theater an der Wien in de Wigmore Hall in Londen, in Carnegie Hall New York en in ‘Wozzeck’ in Keulen. In 2009 verscheen een cd met in 2014 en op het festival Heidelberger Frühling in 2011. Heine-liederen van Schumann op het label Onyx Classics Tijdens het Klavierfestival Ruhr 2012 in Herten werd de (met pianist Malcolm Martineau). In 2011 kwam op het

‘Schubert aan de piano.’ Schilderij van Gustav Klimt, 1899 © Historisches Museum der Stadt Wien 32 33 label Hyperion zijn opname van liederen en balladen van Arleen Augér-prijs voor meest allround zangeres op het Collegium Vocale Gent Carl Loewe uit (met Roger Vignoles). Sinds oktober 2011 is Internationale Vocalisten Concours te Den Bosch. In 2006 In 2010 was het precies veertig jaar geleden dat een groep muzikale leiding ook zijn opname van Schuberts ‘Winterreise’ op het label won ze de 3e prijs en de Oehms Classic Special Prize op de bevriende studenten op initiatief van Philippe Herreweghe Christoph Siebert Onyx verkrijgbaar (met Malcolm Martineau). Deze won ARD Musik Wettbewerb. besliste het Collegium Vocale Gent te stichten. Het sopraan de Edison Klassiek Award 2012. Zijn laatste nieuwe cd’s, Onder haar recentste engagementen behoren de rol van ensemble paste als één van de eerste de nieuwe inzichten Ulrike Barth Schuberts ‘Der Wanderer’, opgenomen voor Hyperion met Marianne in de wereldpremière van ‘Geschichten aus inzake de uitvoering van barokmuziek toe op de vocale Annelies Brants Roger Vignoles, en ‘Die Schöne Müllerin’ en ‘Winterreise’ dem Wienerwald’, de nieuwe opera van de Oostenrijkse muziek. Deze authentieke, tekstgerichte en retorische Inge Clerix voor Onyx met Malcolm Martineau, kregen overal lovende componist HK Gruber voor de Bregenzer Festspiele, de aanpak zorgde voor een transparant klankidioom waardoor Sylvie De Pauw kritieken. rol van La seconde fille in Boesmans’ wereldpremière van het ensemble in nauwelijks enkele jaren tijd wereldfaam Emilie De Voght ‘Au Monde’ in de Muntschouwburg te Brussel, Despina verwierf en te gast was op alle belangrijke podia en Gunhild Lang–Alsvik Adrian Brendel in een semiscenische uitvoering van ‘Così fan tutte’ met muziekfestivals van Europa, Israël, de Verenigde Staten, Chiyuki Okamura De Britse cellist Adrian Brendel studeerde aan Winchester het Orkest van de 18e Eeuw, Jemmy in een concertante Rusland, Zuid-Amerika, Japan, Hong Kong en Australië. Stephanie Pfeffer College, Cambridge University en bij Frans Helmerson uitvoering van Rossini’s ‘Guillaume Tell’ olv. Evelino Pido in Intussen is Collegium Vocale Gent uitgegroeid tot een Elisabeth Rapp aan de Musikhochschule in Keulen. Andere belangrijke de Muntschouwburg, cd-opname en concerten met Dvoráks uiterst flexibel ensemble met een ruim repertoire uit Mette Rooseboom mentoren waren Alexander Baillie, Miklos Perenyi en William Requiem olv. Philippe Herreweghe, de titelrol in Janáceks verschillende stijlperiodes. De grootste troef hierbij bestaat Pleeth. Hij nam deel aan masterclasses bij het Alban Berg ‘Sluwe Vosje’ in de Opéra National de Lyon, haar debuut erin dat voor elk project een geoptimaliseerde bezetting alt Quartett en György Kurtág. Hij maakte deel uit van het aan het Royal Opera House Covent Garden in Londen als bijeen gebracht wordt. Muziek uit de renaissance wordt Carla Babelegoto prestigieuze ‘young artist scheme’ van de Chamber Music de Kitchenboy in ‘Rusalka’, de Young Lady in Eötvös’ ‘Lady uitgevoerd door een ensemble van zes tot twaalf zangers. Coline Dutilleul Society of Lincoln Center in New York van 2002 tot 2004. Sarashina’ in de Polish National Opera te Warschau en haar De Duitse barokmuziek, en meer specifiek de vocale Ursula Ebner Adrian Brendel geeft regelmatig concerten met musici als roldebuut als Gilda in ‘Rigoletto’ in de zomeropera Alden werken van J.S. Bach, waren en blijven een kroondomein. Sofia Gvirts Imogen Cooper, Paul Lewis, Till Fellner, Kit Armstrong, Lisa Biesen. In de Muntschouwburg was ze onlangs te horen als Vandaag brengt het Collegium Vocale Gent deze muziek Marlen Herzog Batiashvili, Daniel Hope, Lawrence Power, Katharine Gowers Noémie in Massenets ‘Cendrillon’, Antigone in Enescu’s bij voorkeur met een klein ensemble, waarin de zangers Gudrun Köllner en Tim Horton. Met zijn vader Alfred Brendel voerde hij ‘Oedipe’, Blumenmädchen en 1e Knappe in Wagners zowel de koor- als solopartijen voor hun rekening Lucia Napoli gedurende twee jaar over de hele wereld alle werken voor ‘Parsifal’ en Amanda in Ligeti’s ‘Le Grand Macabre’, een nemen. Meer en meer legt Collegium Vocale Gent zich Sandra Raoulx cello en piano van Beethoven uit. Adrian Brendel is een vaste rol die ze ook zong in Teatro Colón in Buenos Aires, Teatro ook toe op het klassieke, romantische en hedendaagse Sylvia van der Vinne gast op de festivals van Aldeburgh, Cheltenham, Verbier, dell’Opera di Roma en op het Adelaide Music Festival in oratoriumrepertoire. Voor de uitbouw van een groot Mieke Wouters Ernen, Salzburg, Sonoro, Enescu, Schubertiade en Ruhr en Australië. symfonisch koor en de rekrutering van zangers op tenor in de belangrijkste concertzalen als Wigmore Hall in Londen, www.ilse-eerens.com Europees niveau, geniet het ensemble sinds 2011 ook de Philharmonie in Berlijn, Musikverein in Wenen en het steun van het Cultureel Programma van de Europese Unie. Malcolm Bennett Friedemann Büttner Concertgebouw in Amsterdam. Adrian Brendel is een fervent Till Fellner Op die manier kunnen ervaring en jong talent consequent verdediger van hedendaagse muziek. Recent creëerde Till Fellner (°1972, Wenen) studeerde aan het aan elkaar gekoppeld worden en slaagt Collegium Benjamin Glaubitz hij ‘Bogenstrich’ en een nieuw pianotrio van Sir Harrison conservatorium van Wenen bij Helene Sedo-Stadler en Vocale Gent erin een belangrijke pedagogische functie Vincent Lesage Birtwistle, die tevens op cd werden uitgebracht (ECM vervolgde zijn studies bij Alfred Brendel, Meira Farkas, te vervullen. Tenslotte zal het ensemble, net als in de Dan Martin label). Begin 2013 speelde hij de wereldpremière van het Claus-Christian Schuster en Oleg Maisenberg. In 1993 voorbije jaren ook in de toekomst zijn medewerking blijven José Pizarro Celloconcerto ‘Mouvements’ van York Hoeller met het NDR- behaalde hij zowel de eerste prijs als de speciale ‘Nikita verlenen aan verschillende muziektheatervoorstellingen. Christian Rathgeber Orchester Hamburg. Adrian Brendel is artistiek directeur van Magaloff’ Prijs op het Clara Haskil Concours in Vevey. In Voor de realisatie van deze projecten werkt het Collegium Sören Richter het Plush Festival, een jaarlijks zomerfestival in Dorset, in het 1998 ontving hij de ‘Mozartinterpretationspreis der Mozart- Vocale Gent samen met diverse historisch geïnformeerde Yves Van Handenhove zuidwesten van Engeland. Regelmatige gasten op dit festival Gemeinde Wien’. Sindsdien werd Till Fellner uitgenodigd ensembles zoals het eigen barokorkest van Collegium René Veen zijn Radu Lupu, Mark Padmore, Paul Lewis, Louis Lortie, bij talrijke gerenommeerde orkesten en speelde hij in Vocale Gent, het Orchestre des Champs-Élysées, het bas Miklos Perenyi, Anthony Marwood en Lawrence Power. de grote muziekcentra van Europa, de VS en Japan en Freiburger Barockorchester of de Akademie für Alte Philipp Brömsel www.adrianbrendel.com op de belangrijkste muziekfestivals als de Schubertiade Musik Berlin. Maar ook met vooraanstaande symfonische Erks Jan Dekker Schwarzenberg, Wiener Festwochen, Mostly Mozart Festival orkesten zoals deFilharmonie, het Rotterdams Stefan Drexlmeier William Coleman New York, Tanglewood Festival, La Roque d’Anthéron, Filharmonisch Orkest, het Budapest Festival Orchestra Joachim Höchbauer William Coleman maakte reeds naam als chambrist en Festival Montreux-Vevey, Klavierfestival Ruhr, Schleswig- of het Koninklijk Concertgebouworkest worden projecten Philipp Kaven solist, maar ook als de altviolist van het gerenommeerde Holstein Festival, Mozartwoche Salzburg, Salzburger opgezet. Het ensemble werd geleid door dirigenten Matthias Lutze Kuss Quartett uit Berlijn. Hij speelde reeds concerten op Festspiele, Edinburgh Festival, ea. Hij werkte reeds samen zoals Nikolaus Harnoncourt, René Jacobs, Sigiswald Peter Pöppel de festivals van Salzburg en Edinburgh, maar speelde ook met dirigenten als Claudio Abbado, Nikolaus Harnoncourt, Kuijken, Marcus Creed, Edo de Waart, Iván Fischer, Felix Rumpf in de Philharmonie in Berlijn, Konzerthaus en Musikverein Heinz Holliger, Marek Janowski, Sir Neville Marriner, Kent Yannick Nézet-Séguin, Kaspars Putnins, en vele anderen. Kai-Rouven Seeger in Wenen, Wigmore Hall in Londen, Washington Library Nagano, enz. Van oktober 2008 tot 2010 speelde Till Fellner Collegium Vocale Gent bouwde onder leiding van Philippe Robert van der Vinne of Congress en in Carnegie Hall in New York. Coleman alle Beethovensonates. De hele cyclus bracht hem onder Herreweghe een omvangrijke discografie op met meer studeerde aan het Mozarteum in Salzburg bij Thomas Riebl meer naar New York, Washington, Tokio, Londen, Parijs dan 85 opnamen, voornamelijk bij de labels Harmonia en bij Kim Kashkashian in het New England Conservatory en Wenen. De opname van de vijf Beethovenconcerti met Mundi France en Virgin Classics. In 2010 startte een in Boston. Tijdens zijn studies volgde hij ook verschillende het Orchestre Symphonique de Montréal olv. Kent Nagano nieuw opnameproject waarbij Philippe Herreweghe masterclasses en privélessen bij Ferenc Rados. Hij speelde werd in 2010 afgewerkt. Fellner maakte reeds heel wat cd- samen met Outhere-Music zijn eigen label Phi oprichtte kamermuziek met wereldberoemde musici als Pierre- opnamen voor verschillende labels, onder meer het Eerste om in volledige artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde Laurent Aimard, Christian Tetzlaff, Yuri Bashmet, Miklos Boek van Bachs ‘Wohltemperierte Klavier’, verschenen bij catalogus uit te bouwen. Ondertussen zijn een tiental Perenyi, Boris Pergamenschikov en Leif Ove Andsnes. Hij ECM Records. In 2012 nam Fellner een sabbatjaar om zich te opnamen beschikbaar met vocale werken van Bach, werkte nauw samen met hedendaagse componisten als verdiepen in nieuw repertoire en zijn kennis van compositie, Beethoven, Brahms, Dvorák, Gesualdo en Victoria. In Helmut Lachenmann en György Kurtág. Zelf werd hij reeds literatuur en film te verbreden. Sinds 2013 is hij opnieuw 2014 zijn oa. een nieuwe opname met Bachcantates uit gevraagd om masterclasses te geven aan verschillende actief in het concertleven. In 2013-14 was Fellner artiest in Leipzig en het oratorium ‘Die Jahreszeiten’ van Joseph universiteiten in Berlijn, Hamburg en Japan, en ook aan de residentie bij de Bamberger Symphoniker en hij gaf onder Haydn verschenen. Het Collegium Vocale Gent geniet Indiana University en de Kronberg Academie. Met het Kuss meer concerten met de Münchner Philharmoniker olv. Lothar de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie Quartett nam hij reeds verschillende cd’s op voor Sony en Zagrosek, Pittsburgh Symphony Orchestra olv. Manfred Oost-Vlaanderen en de stad Gent. Van 2011-2013 was het ECM. Sinds oktober 2012 is Coleman professor altviool aan Honeck en het NHK-Sinfonieorchester olv. Sir Neville ensemble Ambassadeur van de Europese Unie. de Hochschule für Musik in Detmold. Hij bespeelt een Carlo Marriner. Verdere hoogtepunten waren een trio-tournee www.collegiumvocale.com Antonio Testore altviool, vervaardigd in 1735, die ooit nog met de violiste Lisa Batiashvili en cellist Adrian Brendel en toebehoorde aan de legendarische altviolist Lionel Tertis. een solotournee doorheen de grote Europese metropolen, Canada en de VS. De komende seizoenen concentreert Ilse Eerens hij zich op de vier componisten Bach, Haydn, Mozart en Ilse Eerens begon op haar veertiende aan het Lemmens Schumann. Ook hedendaagse muziek maakt vast deel uit Instituut te Leuven te studeren. In 2002 zette ze haar studies van zijn repertoire, waaronder werken van Harrison Birtwistle voort aan de Nieuwe Opera Academie in Amsterdam/ en Thomas Larcher. Sinds de herfst van 2013 is Till Fellner Den Haag, bij Jard van Nes, waar ze enkele jaren later cum pianodocent aan de Zürcher Hochschule der Künste. laude afstudeerde. Ilse Eerens won in 2003 de eerste prijs www.tillfellner.com in het Euriade Vocaal Concours te Kerkrade en in 2004 de

34 35 deFilharmonie de Bunka Kaikan Hall in Tokio en het National Grand Philippe Herreweghe Gewandhaus Leipzig, Tonhalle Zürich en de Wigmore Als stilistisch flexibel symfonieorkest bezit deFilharmonie Theatre van Peking. Internationale concertreizen door Philippe Herreweghe werd geboren in Gent en Hall in Londen. Als solist speelt hij regelmatig met (Royal Flemish Philharmonic) een artistieke souplesse diverse Europese landen en Japan vormen een constante combineerde er zijn universitaire studies met een muzikale gerenommeerde orkesten en ensembles als het Tonhalle die toelaat om meerdere stijlen op een historisch op de kalender. Naast haar reguliere concerten werkte opleiding aan het conservatorium, waar hij piano volgde bij Orchester Zürich, de Tsjechische Philharmonie, de Wiener verantwoorde wijze te vertolken. De Nederlandse dirigent deFilharmonie opMaat uit, een geheel van educatieve Marcel Gazelle. In dezelfde periode begon hij te dirigeren Symphoniker, het Symphonieorchester des Bayerischen Edo de Waart, die voorheen aan het hoofd stond van de projecten en sociale projecten, waarmee het orkest en in 1970 richtte hij het Collegium Vocale Gent op. Rundfunks, Bamberger Symphoniker met dirigenten San Francisco Symphony, het Rotterdams Philharmonisch kinderen, jongeren en mensen met verschillende Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten zijn als Daniel Harding, Jiri Belohlávek, Heinrich Schiff, Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest, de Nederlandse achtergronden doorheen de symfonische klankenwereld uitzonderlijke benaderingswijze op en nodigden hem Yakov Kreizberg, Vassily Sinaisky, Krzysztof Urbánski, Opera en het Hong Kong Philharmonic Orchestra, staat gidst. Samen met uitgeverij Lannoo ontwikkelt het orkest uit om mee te werken aan hun opnamen van de verzamelde Robin Ticciati, Bernard Haitink en Manfred Honeck. In als chef-dirigent in voor het grote orkestrepertoire. Met een reeks luisterboekjes voor kinderen. Verschillende Bachcantates. Al gauw werd Herreweghes levendige, kamermuziekconstellaties speelde hij samen met Anne- zijn ruime orkestervaring draagt hij bij tot de vorming van cd’s van het orkest werden bekroond door de vakpers, authentieke en retorische aanpak van de barokmuziek Sophie Mutter, Hélène Grimaud, Christian Tetzlaff, Lisa het unieke karakter van deFilharmonie. Hij werkt daarvoor zoals de recente opname van Dvoráks ‘Stabat Mater’ alom geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het ensemble Batiashvili, François Leleux, Igor Levit, Yefim Bronfman, nauw samen met hoofddirigent Philippe Herreweghe, met hoofddirigent Philippe Herreweghe (Phi). Eveneens La Chapelle Royale op, waarmee hij de muziek van de Jörg Widmann en Tabea Zimmermann. Tot 2011 was die zich vanuit zijn specifieke achtergrond toespitst op verschenen opnames met muziek van Strauss, Mahler en Franse Gouden Eeuw uitvoerde. Van 1982 tot 2002 Hornung lid van het Tecchler Trio, waarmee hij in 2007 de de (pre)romantische muziek. Martyn Brabbins is eerste Dvorák onder leiding van chef-dirigent Edo de Waart en was Philippe Herreweghe artistiek directeur van de eerste prijs bij de ARD-Wettbewerb in de wacht sleepte. Na gastdirigent. Vanaf het seizoen 2013/2014 is de Antwerpse van Mortelmans en Vieuxtemps onder leiding van eerste Académies Musicales de Saintes. In die periode creëerde enkele opnamen bij Genuin label en Bridge Records, heeft componist Wim Henderickx ‘artist in residence’ bij gastdirigent Martyn Brabbins (Hyperion). Het orkest maakt hij verschillende ensembles, waarmee hij een adequate Hornung sinds 2010 een exclusiviteitscontract bij Sony. deFilharmonie. Dankzij eigen concertreeksen in grote zalen ook opnames voor zijn eigen label, waarin het focust op het en gedegen lezing wist te brengen van een repertoire Na zijn internationaal geprezen cd ‘Jump’, die meteen in bekleedt deFilharmonie een unieke positie in Vlaanderen. grote orkestrepertoire, Belgische muziek en hedendaags lopende van de renaissance tot de hedendaagse muziek. 2011 een Echo Klassik Preis toebedeeld kreeg, verscheen In het buitenland werd deFilharmonie uitgenodigd door klassiek. Zo was er het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in 2012 een opvolger. Hierop is Hornung te horen in het de belangrijkste huizen, waaronder de Musikverein en www.defilharmonie.be in renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs‐ Celloconcerto van Dvorák samen met de Bamberger het Konzerthaus in Wenen, het Festspielhaus in Salzburg, Élysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het Symphoniker olv. Sebastian Tewinkel. Deze opname het Amsterdamse Concertgebouw, de Suntory Hall en romantische en preromantische repertoire opnieuw te won de Echo Klassik Preis voor beste concertopname in laten schitteren op originele instrumenten. Op uitnodiging 19e-eeuws repertoire van 2012. Zijn recentste cd bevat de Octet van Schubert: Symfonie nr 6 en Mis nr 5 van de prestigieuze Accademia Chigiana te Siena werkt belangrijkste werken voor cello van Richard Strauss: ‘Don concertmeester concertmeester contrabas Philippe Herreweghe sinds 2009 samen met Collegium Quixote’ in een live opname met het Symphonieorchester Wouter Vossen Lisanne Soeterbroek Ioan Baranga Vocale Gent actief mee aan de uitbouw van een groot des Bayerischen Rundfunks olv. Bernard Haitink en de 1ste viool Jaroslaw Mroz symfonisch koor op Europees niveau. Steeds op zoek vroege Cellosonate, opus 6 met pianist Paul Rivinius. 1ste viool Eric Baeten Tadeusz Bohuszewicz naar muzikale uitdagingen is Philippe Herreweghe sinds Hoogtepunten in het seizoen 2014-15 waren zijn debuut altviool Eric Baeten Julita Fasseva enige tijd erg actief in het grote symfonische repertoire op de Salzburger Festspiele in Richard Strauss’ ‘Don Ayako Ochi Peter Manouilov Jeremiusz Trzaska van Beethoven tot Gustav Mahler. Sinds 1997 engageert Quixote’ met het Philharmonia Orchestra olv. Esa-Pekka cello Nana Hiraide hij zich als hoofddirigent van deFilharmonie (Royal Flemish Salonen, zijn debuut bij het Orchestre Philharmonique Marc Vossen Yuko Kimura fluit Philharmonic). Philippe Herreweghe werd in 2008 ook de Luxembourg olv. Nikolaj Znaider en met de Camerata contrabas Claire Lechien Aldo Baerten vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie in Salzburg olv. Yuri Bashmet. In het voorjaar van 2015 voerde Ioan Baranga Christophe Pochet Charlène Deschamps Nederland. Bovendien is hij een veel gevraagd gastdirigent Maximilian Hornung Haydns Celloconcerto’s uit met de klarinet Natalia Tessak van orkesten zoals het Concertgebouworkest Amsterdam, Kammerakademie Potsdam en het Kammerorchester hobo Nele Delafonteyne Ewoud Mahler het Gewandhausorchester uit Leipzig of het Mahler Stuttgart, waarvan een opname zal verschijnen op Sony. fagot Eline Pauwels Eric Speller Chamber Orchestra. Met al deze ensembles bouwde Verder zal Hornung zijn debuut maken bij het London Dimitri Mestdag Oliver Engels 2de viool Philippe Herreweghe in de loop der jaren bij de labels Philharmonic Orchestra olv. Yannick Nézet-Séguin en keert hij terug naar het Musikverein in Wenen voor een hoorn Orsolya Horvath klarinet Harmonia Mundi France, Virgin Classics en PentaTone concert met het Tonkünstler Orchester Niederösterreich Michaela Buzkova Frederic Van Hille Nele Delafonteyne een uitgebreide discografie op met meer dan 100 olv. Hugh Wolff. Maximilian Hornung wordt ondersteund en Liesbeth Kindt Benoît Viratelle opnamen. Hoogtepunten zijn onder meer de ‘Lagrime di gesponsord door de Anne-Sophie Mutter Circle of Friends Ilse Pasmans San Pietro’ van Lassus, de ‘Matthäus-Passion’ van Bach, fagot Foundation en door de Borletti-Buitoni Trust London. David Perry de integrale symfonieën van Beethoven en Schumann, www.maximilianhornung.com Lydia Seymortier Oliver Engels Mahlers liedcyclus ‘Des Knaben Wunderhorn’, Bruckners Marjolijn Van der Jeught Bruno Verrept Symfonie nr 5, ‘Pierrot Lunaire’ van Schönberg en de  Maartje Van Eggelen ‘Psalmensymfonie’ van Stravinsky. In 2010 richtte Philippe Graham Johnson hoorn Graham Johnson studeerde aan de Royal Academy of Wiesje Nuiver Herreweghe een eigen label Phi op om in volledige Eliz Erkalp Music bij Harry Isaacs en John Streets. Hij vervolmaakte Floris Uytterhoeven artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus Zachary Cramer uit te bouwen. Omwille van zijn consequente artistieke zich als liedbegeleider bij Geoffrey Parsons. In 1972 was altviool trompet visie en engagement werd Philippe Herreweghe op hij de officiële begeleider op de eerste masterclasses van Sander Geerts Alain De Rudder verschillende plaatsen onderscheiden. In 1990 werd hij Peter Pears en ook nadien werkte hij regelmatig samen Barbara Giepner Steven Verhaert door de Europese muziekpers uitgeroepen tot ‘Muzikale met de beroemde tenor. In 1975 werd Johnson door Rajmund Glowczynski Persoonlijkheid van het Jaar’. Samen met het Collegium Walter Legge uitgenodigd om Elisabeth Schwarzkopf Wieslaw Chorosinski trombone Vocale Gent werd Philippe Herreweghe in 1993 benoemd te begeleiden. Bij de oprichting van The Songmakers’ Krzysztof Kubala Bart Van Nieuwenhuyze tot ‘Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen’. Een jaar Almanac in 1976 ging hij zich speciaal toeleggen op Luis Damian Ortiz Garcia Roel Avonds later werd hem de orde van Officier des Arts et Lettres research in het vergeten liedrepertoire. Graham Johnson Lisbeth Lannie Francisco Jose Leal Velada toegekend, en in 1997 werd hij benoemd als Doctor honoris geldt als een van de belangrijkste liedbegeleiders van Sara Marigomez Couto causa aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 2003 kreeg onze tijd. Hij werkte samen met de allergrootsten in het hij in Frankrijk de titel Chevalier de la Légion d’Honneur genre: Elisabeth Schwarzkopf, Peter Schreier, Margaret cello pauken Antoine Siguré toegekend. In 2010 tenslotte verleende de stad Leipzig Price, Janet Baker, Jessye Norman, Elly Ameling, Arleen Raphael Bell aan Philippe Herreweghe de Bach-Medaille voor zijn grote Auger, Victoria de Los Angeles, Brigitte Fassbaender, Dieter Schützhoff orgel verdienste als Bachuitvoerder. Lucia Popp, enzovoort. Graham Johnson maakte meer Birgit Barrea Peter Van de Velde dan honderdvijftig opnamen voor verschillende labels. Claire Bleumer Maximilian Hornung We vermelden hier alleen de indrukwekkende integrale Diego Liberati Maximilan Hornung (°1986, Augsburg) volgde celloles bij opname van alle Schubert liederen (zevendertig cd’s Maria Mudrova Eldar Issakadze, Thomas Grossenbacher en David verschenen bij Hyperion). Johnsons niet aflatende inzet Karen Schudde Geringas. Na het winnen van de Duitse ‘Music Council’s voor het liedgenre werd meermaals bekroond met prijzen Bart Verhaeghe Competition’ in 2005 kwam zijn carrière in een en onderscheidingen. In 1994 werd hem de titel van Order stroomversnelling. Sindsdien treedt hij op in binnen- of the British Empire toegekend. In 2001 kreeg hij de Preis en buitenland op tal van festivals waaronder deze van des Klavier-Festival Ruhr. Graham Johnson besteedt veel Mecklenburg-Vorpommern, Rheingau, Heidelberg, aandacht aan het werken met jonge musici en in 2002 Kissingen, Ludwigsburg, Luzern, Verbier en Ravinia, en in werd hij benoemd tot Chevalier in de Ordre des Arts et de meest prestigieuze concerthuizen als de Philharmonie Lettres door de Franse overheid. In juni 2000 werd hij in Berlin, Konzerthaus Wien, Concertgebouw Amsterdam, de Royal Swedish Academy of Music opgenomen. Hij

36 37 werd in 2010 tot erelid van de Royal Philharmonic Society situatie legt het Koninklijk Conservatorium Antwerpen in Matthew McDonald deOrkestacademie benoemd en kreeg in 2013 eredoctoraten van de Durham de beoefening en ontwikkeling van de kunsten bijzondere Als kind was Matthew McDonald initieel enkel deOrkestacademie is een initiatief van deFilharmonie, University en The New England Conservatory. Ook ontving accenten op multi- en interdisciplinariteit en de ontmoeting geïnteresseerd in jazz en rockmuziek. Zijn ouders het Koninklijk Conservatorium Antwerpen van de AP hij de Wigmore Hall medaille. Hij is docent liedbegeleiding tussen studenten en professionelen in een internationale gaven hem een elektrische basgitaar voor kerstmis, Hogeschool en deSingel. Musici van deFilharmonie aan de Guildhall School of Music and Drama en de Royal context. maar enkel op voorwaarde dat hij contrabas zou leren coachen veelbelovende conservatoriumstudenten en Academy of Music in Londen en geeft masterclasses www.ap.be/koninklijk-conservatorium spelen. Hierop was McDonald algauw gepassioneerd alumni, waarna ze samen in één orkest repeteren en een over de hele wereld. Graham Johnson is de auteur van door de donkere, zachte klank van het instrument. In optreden geven onder leiding van een befaamd dirigent. ‘The Songmakers’ Almanac; Twenty years of recitals in Piet Kuijken 1996 vatte hij zijn studies aan bij Max McBride in de Op die manier willen de partners een brug bouwen London’, ‘The French Song Companion’ (2000, Oxford Piet Kuijken werd geboren in 1972 in Brugge, als zevende Canberra School of Music, waarna hij deze verderzette tussen opleiding en orkestpraktijk. Dit seizoen krijgen de University Press), ‘The Vocal Music of Benjamin Britten’ van acht kinderen. Als zoon van een muzikant, was de bij Kees Boersma in Sydney. Hier behaalde hij zijn studenten de unieke kans samen te werken met Philippe (2003, Guildhall ), ‘Gabriel Fauré - the Songs and their liefde voor muziek reeds op prille leeftijd sterk aanwezig. bachelordiploma in 2000. Tussen 2000 en 2001 deed Herreweghe. Poets’ (2009, Guildhall) en ‘Franz Schubert. The complete Piet Kuijken begon piano te spelen toen hij vijf was. Hij hij stage bij de Berliner Philharmoniker, waarna hij als Songs’ (2014, Yale University Press). studeerde bij Jan Vermeulen aan de Muziekacademie eerste contrabas van het Deense Nationaal Orkest werd te Asse, bij Jan Michiels en André De Groote aan het ingehuurd. Hij liet deze positie varen om zich voor te muzikale leiding contrabas Sebastian Kohlhepp Koninklijk Conservatorium te Brussel en met een BAEF bereiden op zijn concertexamen bij Esko Laine aan de Philippe Herreweghe Christian Vander Borght Sebastian Kohlhepp begon als koorknaap in zijn Fellowship aan de Indiana University (USA) bij Menahem Hochschüle für Musik ‘Hanns Eisler’ in Berlijn. Hierna werd Maarten Taelman 1ste viool geboortestad Limburg an der Lahn. Later studeerde Pressler. Naast uitmuntende diploma’s won hij vele prijzen, hij aangenomen als eerste contrabas bij het Ensemble Freija De Mol Lisanne Soeterbroek hij bij Hedwig Fassbender in Frankfurt en volgde hij waaronder de CERA-Jeugd en Muziekprijs in 1994 en de Modern (van 2003 tot 2006) en bij het Berliner Rundfunk Benjamin Heymans (concertmeester) masterclasses bij Ingeborg Danz, Christian Elsner, Rudolf Schumann Concerto Competition te Bloomington (USA). Sinfonie Orchester en het Deutsches Symphonie- Claire Sarah Fouché Herlinde Verjans Piernay en het Klavierduo Stenzl. In het kader van zijn Piet Kuijken is momenteel docent piano en pianoforte aan Orchester, waarna hij vast werd aangenomen door de Judith Peersman fluit operaopleiding was hij al te horen in enkele producties het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Daarnaast heeft Berliner Philharmoniker. In kamermuziekverband is Lev Adamov Aleksandra Pechytiak als Gomatz in Mozarts ‘Zaide’ en als ‘Tamino’ in ‘Die hij een zeer gevarieerd beroepsleven. Getuige daarvan McDonald geregeld te horen op het Open Chamber Music Esther Singier Marek Szymanski Zauberflöte’. Hij verkreeg vervolgens aan de opera van zijn de vele concerten in heel Europa en Japan, vaak Seminar in Prussia Cove in Cornwall. Jeroen Vernimmen Monte Carlo een gastrol in ‘Salome’ van Strauss. In het internationaal door de radio uitgezonden, waarin hij zowel hobo Moe Shono seizoen 2011-2012 was Kohlhepp te horen samen met het klavecimbel, verschillende pianoforte’s als de moderne Geraldine McGreevy Laura Kennis Esther Gruyaert het Ensemble des Badischen Staatstheaters Karlsruhe. piano bespeelt, gaande van Bach tot en met hedendaags. De sopraan Geraldine McGreevy won in 1996 de Kathleen Saskia Frijns Nathalie Samyn Hier debuteerde hij tevens in de rollen van Kudrjasch in Hij vertolkte concerti van Mozart, Beethoven, Schumann, Ferrier Award, de meest prestigieuze zangwedstrijd in Charlotte Knops Janáceks ‘Katja Kabanova’, Helenus en Hylas in ‘Les Chopin, Liszt, Rachmaninov en Laporte onder leiding van Groot-Brittannië. Ze studeerde muziek aan de University klarinet Alice Van Leuven Troyens’ van Berlioz, Prins Saphir in ‘Ritter Blaubart’ van dirigenten als A. Ostrovsky, Z. Dorman, R. Groslot, N. of Birmingham en volgde een postgraduaat aan de Royal Svenja Van Driessche Lander Fernández-Garzo Offenbach, Leonato in Händels ‘Allessandro’ en Don Nozy, E. Siebens, S. Van Den Broeck, W. Kuijken ea. Piet Academy of Music. Ze vervolgde haar studies aan de Panagiota Giannaka Ottavio in ‘Don Giovanni’ van Mozart. In de zomer van Kuijken treedt regelmatig op in solorecitals en heeft een National Opera Studio en vervolmaakte zich verder bij 2de viool 2012 zong hij in Monteverdi’s ‘Il ritorno d’Ulisse in patria’ grote passie voor kamermuziek. Hij treedt ook vaak op Richard Smart. Geraldine McGreevy werkte mee aan tal Miki Tsunoda fagot olv. Christophe Rousset in het Theater an der Wien. Als met zijn vader Wieland Kuijken, Barthold Kuijken, Albrecht van opnamen met muziek van Schubert, Schumann, Wolf, Laura De Bruyn Enrique Alonso Cordovilla concert- en oratoriumzanger wordt Kohlhepp gevraagd Breuninger, Naaman Sluchin, Olga Pasichnyk, Karel Bliss, Blow en Händel. Ze gaf recitals in de Wigmore Hall, Floris Uytterhoeven Cintia Castaños als evangelist en ariatenor in Bachs passies en in de grote Steylaerts, Oxalys ea. Met verschillende van deze partners St. John’s Smith Square en was te gast op het Klavier Hanneke Verbueken 19de-eeuwse oratoria. Kohlhepp werkte onder meer maakte hij cd-opnamen bij Arcana (Choc du Monde de la Festival Ruhr en het Edinburgh Festival. De sopraan werkte Bram De Reuse hoorn samen met Gächinger Kantorei, Bachkollegium Stuttgart, Musique 2000), Phaedra, René Gailly, Etcetera en Channel samen met gerenommeerde orkesten als The English Lucas Caluwaerts Amy Geurtjens Münchener Bachchor, het Münchener Bachorchester, Classics (Diapason d’Or 2004), met werken van Bach, Concert, het Moscow Tchaikovsky Symphony Orchestra, Kazuki Ikegami Maikel Van Els Barockorchester L’Arpa festante, Orchestre de Chambre Debussy, Jongen, Lekeu, Schönberg, Gubaidulina en het London Philharmonic Orchestra, het Sharoun Joke Van Tilborg Quinten Van Houtven du Luxembourg en zong onder leiding van dirigenten als Van Hove. Piet Kuijken verzorgde de pianobegeleiding in Ensemble, het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra, Kumiko Okutomi Dries Laureyssens Helmuth Rilling, Alexander Liebreich, Asher Fisch, Ralf ‘Approximations/Contradictions’, een webproject van Ana de Academy of St Martin-in-the-Fields en met het Scottish Hannelore De Vuyst Otto en Wolfgang Schäfer. In het seizoen 2013-2014 zong Torfs rond het ‘Hollywood Songbook’ van Hanns Eisler, op Chamber Orchestra. Ze zong reeds olv. Trevor Pinnock, Wiesje Nuiver trompet Kohlhepp onder meer rollen als Ramendado in ‘Carmen’, uitnodiging van de Dia Art Foundation in New York. Jane Glover, Kurt Masur, Anne Manson, Petr Altrichter, Jeroen Defesche Jaquino in ‘Fidelio’ en Froh in ‘Das Rheingold’ in het Haus Libor Pesek, Sir Neville Marriner, Nicholas McGegan, altviool Inês Diogo am Ring. Hij werkte ook samen met dirigenten als Franz Wiebke Lehmkuhl Sir Colin Davis, Sir Simon Rattle, Antonio Pappano, Sir Sander Geerts Welser-Möst, Adam Fischer, Peter Schneider, Jeffrey Tate, De Duitse alt Wiebke Lehmkuhl uit Oldenburg volgde Simon Rattle en Edo De Waart. Geraldine McGreevy Eleni Tsiotsiou trombone Dan Ettinger en Patrick Lange. Na zijn debuut als Albert zanglessen bij Ulla Groenewold en Hanna Schwarz aan vertolkte talrijke operarollen bij operagezelschappen in Miryam Veggi Joren Elsen Herring in Brittens gelijknamige opera in de Volksoper de Hochschule für Musik und Theater in Hamburg, waar heel Groot-Brittannië en was te horen in operahuizen Selen Gulec Doruk Luc Scholtes Wien, werd hij uitgenodigd voor de rol van Alfred in ‘Die ze haar opleiding beëindigde met onderscheiding. Bij de en op festivals in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Ze Hannah Donohoe Gert-Jan Seynaeve Fledermaus’. 250ste verjaardag van Mozarts geboorte ontving ze van de zong onder meer de rollen van Iphigenie in ‘Iphigenie en Lotte Stuyck www.sebastian-kohlhepp.de stad Hamburg de Mozartprijs en in 2011 won ze de ‘jonge Tauride’, Marie in ‘Wozzeck’, Donna Clara in ‘Der Zwerg’ Veerle Demey pauken/slagwerk zangeres van het jaar’-prijs van de Walter und Charlotte in de Komische Oper Berlin; Gerhilde in ‘Die Walküre’ Amaryllis Bartholomeus Jelle Proost Koninklijk Conservatorium Antwerpen, AP Hogeschool Hamel Stiftung. Opernwelt nomineerde de zangeres in het Royal Opera House; Giunone in ‘La Calisto’ in de cello Het Koninklijk Conservatorium Antwerpen streeft ernaar als ‘jonge zangeres van 2012’ voor haar interpretatie Bayerische Staatsoper; Ellen Orford in de Oper Frankfurt; Raphael Bell om studenten op te leiden tot creatieve kunstenaars met van Magdalena in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’. The Governess in ‘Turn of the Screw’ in de opera van Pierre Sutra een grote autonomie en persoonlijkheid, die zichzelf Na gastrollen in het operahuis van Kiel, de Staatsoper Leipzig; Ghita in ‘Der Zwerg’ in de Munt. McGreevy werkte Mattijs Louwye kunnen situeren in het huidige internationale socioculturele Hamburg en de Staatsoper Hannover werd ze vast lid mee aan opnames van Bergs ‘Wozzeck’ en ‘Lulu’ met de Inés Suárez López en artistieke referentiekader. Uniek is de mogelijkheid van het ensemble van het operahuis in Zürich tijdens het Gothenberg Symfonie, van Sullivans ‘Ivanhoe’ als Rebecca Daniel Gutierrez-Gonzalez tot verregaande artistieke kruisbestuivingen, door het seizoen 2008-2009. Terwijl ze nog studeerde, vertolkte met David Lloyd-Jones en het BBC National Orchestra of Sara Verheyen samengaan van drie podiumkunstopleidingen en de ze de rollen van Erda in ‘Das Rheingold’, Annina in ‘Der Wales, van Händels ‘Arminio’ met Alan Curtis en Händels Jasmijn Lootens betrokken lerarenopleidingen op dezelfde campus. Het Rosenkavalier’ en Dritte Dame in ‘Die Zauberflöte’. In 2011 ‘Riccardo Primo’ met het Kammerorchester Basel olv. Helena Faes conservatorium biedt een rijk gevulde kalender aan zong ze opnieuw Dritte Dame tijdens de Mozartwoche Goodwin. Ze nam ook liederen op van onder meer Wolf, Marjolein Nieuwenkamp met concerten, theater-, dans- en operavoorstellingen, in Salzburg onder dirigent René Jacobs, waarna ze haar Fauré, Schumann en Schubert. openbare examens, toonmomenten en lezingen. Bij deze debuut maakte op de Salzburger Festspiele in diezelfde rol www.geraldinemcgreevy.com activiteiten - georganiseerd en/of ondersteund door de in 2012 onder Nikolaus Harnoncourt. Ze werkte ook samen Concertvereniging Conservatorium Antwerpen en de met dirigent Philippe Jordan in’ Der Ring des Nibelungen’ Vrienden Conservatorium Antwerpen – is steeds het brede in de Opéra Bastille te Parijs en de Bayerische Staatsoper publiek welkom. Het conservatorium en de Internationale in München, waar ze tevens Erste Norn en Floßhilde zong Kunstcampus deSingel vinden elkaar in projecten zoals in ‘Götterdämmerung’ olv. Kent Nagano. Lehmkuhl is deOrkestacademie (met deFilharmonie), LABO (met geregeld te gast op verschillende festivals, waaronder het Champ d’Action), de lezingenreeks Studium Generale (met Schleswig-Holstein Musikfestival, Festival Lucerne en La AP Hogeschool). Daarnaast ondersteunt deSingel jaarlijks folle Journée de Nantes. enkele bijzondere conservatoriumproducties en nemen www.wiebkelehmkuhl.de de studenten deel aan grote evenementen zoals Klara in deSingel en de componistenhappening. Door deze unieke

38 39 Christoph Siebert Nicholas Rimmer, Sharon Kam, Annette Dasch en Lucio Orkest, de Filarmonica George Enescu, de Philharmonia Christoph Siebert studeerde Kirchenmusik in Frankfurt Gallo. Hungarica, Südwestdeutsches Kammerorchester en koor- en orkestdirectie bij Wolfgang Schäfer. Hij werd www.aniavegry.com Pforzheim en Kammerphilharmonie Graubünden nodigden onder anderen door Sir John Eliot Gardiner gecoacht. Weverbergh uit als solist. Hij werkte als solist samen met Hij is de vaste dirigent van het Ricarda-Huch-Chor in Antje Weithaas dirigenten als Philip Ellis, Daniele Callegari, Christian Dreieich, het Offenbacher Vokalensemble Prophet en het Violiste Antje Weithaas is een van de meest gevraagde Mandeal, Robert Groslot, Patrick Peire, Dirk Vermeulen en Kammerchor Cantemus in Bensheim. Daarnaast treedt hij solisten en chambristen van haar generatie. Haar Kobayashi Ken Ichiro en Sebastian Tewinkel. Weverbergh regelmatig op als gastdirigent van Collegium Vocale Gent omvangrijke repertoire bevat de grote klassiekers was soloklarinet bij deFilharmonie, nu maakt hij onder en het Deutscher Kammerchor. Sinds 1994 is hij docent van Mozart, Beethoven en Schumann, evenals 20ste- andere deel uit van I Solisti del Vento, het ensemble dat koordirectie aan de Hochschule für Musik und Darstellende eeuwse concerti van Sjostakovitsj, Prokofjev, Ligeti de beste Belgische blazers verenigt en van het ensemble Kunst in Frankfurt am Main. Christoph Siebert werkte of Goebajdoelina en nieuwe muziek zoals het recent ChampdAction. Verder is hij lid van Le Concert Olympique samen met het Rundfunkchor Berlin (productie voor Sir gecomponeerde Vioolconcerto van Jörg Widmann of olv. Jan Caeyers en is hij als als freelance muzikant Simon Rattle en de Berliner Philharmoniker), Vokalconsort weinig uitgevoerde werken van Korngold, Hartmann en regelmatig te gast bij het Mahler Chamber Orchestra. Berlin, Deutsche Kammerphilharmonie Bremen, Freiburger Schoeck. Antje Weithaas werd reeds uitgenodigd om Weverberghs discografie omvat een ruime bloemlezing uit Barockorchester en Chapelle Royale. Hij verleende zijn op te treden met de grootste toonaangevende Duitse het klarinetrepertoire. Zijn eerste cd ‘Première Rapsodie’ medewerking aan concerten onder leiding van Philippe orkesten zoals het Deutsches Symphonie-Orchester werd opgenomen in het jaar dat hij afstudeerde bij Walter Herreweghe, John Eliot Gardiner, John Nelson, Paavo Järvi, Berlin, de Bamberg Symphoniker alsook de grote Duitse Boeykens. Eind 2006 nam Weverbergh samen met het Sylvain Cambreling, Marcus Creed, Attilio Cremonesi, radio-orkesten en internationale orkesten zoals de Los Danel Strijkkwartet de cd Mozart Clarinet Essentials op. Louis Langrée en Sir Neville Marriner. Christoph Siebert Angeles Philharmonic, de San Francisco Symphony, het In 2008 werd met Südwestdeutsches Kammerorchester richtte Concerto Classico Frankfurt, een orkest op Philharmonia Orchestra, de BBC Symphony, en andere Pforzheim het Concerto van Mozart en H.J. De Croes historische instrumenten dat zich wijdt aan het barokke en vooraanstaande orkesten in Nederland, Scandinavië opgenomen olv. Sebastian Tewinkel. De cd rond H.J. De klassieke concert- en oratoriumrepertoire. en Azië. Ze werkte samen met dirigenten zoals Vladimir Croes is een full cd met wereldpremières: kamermuziek Ashkenazy, Sir Neville Marriner, Yuri Temirkanov, en een klarinetconcerto uit Mozarts tijd van de hand Robin Tritschler Yakov Kreizberg, Sakari Oramo en Carlos Kalmar. van een Vlaming. In november 2012 volgde een tweede Sinds hij afstudeerde aan de Royal Irish Academy of Music Sinds het seizoen 2009-2010 is ze artistiek directeur cd volledig gewijd aan wereldpremières van De Croes. en de Royal Academy of Music in Londen, won Robin van de Camerata Bern. Naast haar samenwerking met Verdere cd-opnames zullen systematisch worden gewijd Tritschler verschillende prijzen waaronder de liedprijs op toporkesten is Antje Weithaas zeer actief op het gebied aan research projecten: partituren die nooit eerder werden de tweede Internationale Wedstrijd voor Zang in China, van kamermuziek. Met bevriende musici zoals Christian opgenomen. Naast het realiseren van een eigen, ruime de liedprijs op de Kathleen Ferrier Awards in 2006, de en Tanja Tetzlaff, Clemens Hagen, Silke Avenhaus, Sharon discografie is Weverbergh is ook zeer actief als producer liedprijs op het Internationaal Vocalisten Concours in Kam, Lars Vogt en Tabea Zimmermann speelt Antje en opnameleider van klassieke muziek. ‘s-Hertogenbosch en op de Wigmore Hall International Weithaas in wisselende kamermuziekformaties. Ze maakt www.vlad.be Song Competition in 2007. Robin Tritschler was verbonden tevens deel uit van het succesvolle Arcanto Quartett dat aan de Welsh National Opera in 2008/09, waar hij de rollen kind aan huis is in de Carnegie Hall in New York, Wigmore vertolkte van Rodrigo (‘Otello’), Almaviva (‘Il barbiere Hall in Londen, Gulbenkian Foundation in Lissabon, het di Siviglia’), Nemorino (‘L’elisir d’amore’), Narraboth Palau de la Música in Barcelona, Théâtre du Châtelet en (‘Salome’) en Marzio (‘Mitridate’). Hij debuteerde in het Cité de la Musique in Parijs, de Philharmonie in Berlijn en Royal Opera House Covent Garden in een productie van Konzerthaus Wien. Op het label Harmonia Mundi bracht ze ‘Wozzeck’. Tritschler was als recitalzanger te horen op het met haar kwartet cd’s uit met werken van Bartók, Brahms, KlavierFest Ruhr, in de Philharmonie van Keulen, op het Ravel, Dutilleux, Debussy en Schubert. Antje Weithaas Orivesi Muziekfestival in Finland, in het Concertgebouw bracht diverse opnames uit waaronder de zeer geprezen Amsterdam, op het Hugo Wolf Festival in Dublin, op het vertolking van sonates van Brahms en Mendelssohn en Aldeburgh Festival, in het Kennedy Center te Washington, van werken van Schubert, Saint-Saëns, Ravel en Fauré. in de Temple Recital Series in Utah (VS) en in de Wigmore Hiervoor werkte ze samen met Silke Avenhaus onder het Hall in Londen. Hij treedt op met liedpianisten als Graham CAvi-label waarvoor ze recentelijk ook werk van Berg en Johnson, Malcolm Martineau, Roger Vignoles, Simon Beethoven in samenwerking met de Stavanger Symphony Lepper en James Bailieu. Tot eind 2014 was Tritschler onder leiding van Steven Sloane opnam. Met de Camerata ‘BBC New Generation Artist’. Vorig seizoen was hij onder Bern nam ze Mendelssohns Concerto voor viool, piano meer te zien als Der Narr (‘Wozzeck’) en dit seizoen zong en orkest op (met Alexander Lonquich) en een bewerking hij reeds mee in Händels ‘Messiah’ in Bari en zal hij nog van zijn Strijkkwintet nr 2, opus 87. Recent verscheen haar debuteren in de Garsington Opera als Ferrando (‘Così fan tweede cd met Camerata Bern met werken van Beethoven. tutte’). Antje Weithaas begon viool te spelen toe ze amper 4 jaar oud was. Later studeerde ze aan Hochschule für Musik Ania Vegry ‘Hanns Eisler’ in Berlijn bij Werner Scholz. Ze won het Ania Vegry studeerde zang aan de Hochschule für Musik Kreisler Concours in Graz in 1987 en het Bach Concours in und Theater in Hannover bij Christiane Iven en Charlotte Leipzig in 1988, evenals de Hannover International Violin Lehmann en in Madrid bij Teresa Berganza. Ze maakte Competition in 1991. Na onderwezen te hebben aan de deel uit van de liedklassen van Jan Philip Schulze en Universität der Künste Berlin, werd Antje Weithaas in 2004 Justus Zeyen. Daarnaast vervolmaakte ze zich tijdens professor viool aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ masterclasses bij Klesie Kelly, Grace Bumbry, Ingrid Figur in 2004. Antje Weithaas bespeelt een viool van de bouwer en Aribert Reimann. In 2011 won ze het Internationaal Peter Greiner uit 2001. Muziekconcours van Genève. Ania Vegry is sinds 2011 vast lid van het solistenensemble van de Staatsoper Vlad Weverbergh Hannover. Ze was er te horen in de rollen van Ilia, Blonde Muzikale duizendpoot Vlad Weverbergh voelt zich thuis en Pamina (Mozart), Sophie (Strauss), Gilda (Verdi), in vele stijlen: van klezmer over klassieke avant-garde tot Musetta (Puccini), Gretel (Humperdinck), Nanetta (Verdi) Mozart. In 1995 werd hij laureaat van Belfius Classics. en Madama Cortese (Rossini). Als conczertzangeres In 2000 studeerde hij af met grootste onderscheiding werkte ze reeds samen met het SWR Sinfonieorchester, aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium in de klas van NDR-Radiophilharmonie, Orchestre de la Suisse Romande, Walter Boeykens. Na zijn studies was hij er van 2000 tot Stockholm Chamber Brass, Amadeus Chamber Orchestra, 2002 gastdocent kamermuziek. In 1992 richtte hij Trio Dor Musica Alta Ripa, Szymanowski Quartett en het Arte mee op, dat in 1998 de Debuutprijs voor Kamermuziek Ensemble. Vegry gaf concerten met Maxim Vengerov, van Jeugd en Muziek won. Succesvolle tournees door Christopher Hogwood, Jonathan Cohen, Enrique Mazzola, Roemenië, Zweden, Nederland, Frankrijk, Oostenrijk, Eivind Gullberg-Jensen, Jonathan Darlington, Ira Levin, Groot-Brittannië en Zuid-Afrika waren het gevolg. Orkesten Helmuth Rilling, Rudolf Buchbinder, Tabea Zimmermann, als het VRT-Filharmonisch Orkest, deFilharmonie, Prima Sivan Silver, Gil Garbourg, Kit Armstrong, Andrej Bielow, la Musica, Collegium Brugense, het Hongaars Radio

40 41

T +32 (0)3 248 28 28 | www.desingel.be | Desguinlei 25 | B-2018 Antwerpen mediasponsors deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet van de steun van: deFilharmonie is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en wordt mee ondersteund door de Provincie Antwerpen en de Stad Antwerpen. Het seizoen 2014-2015 wordt mede mogelijk gemaakt door: