11 22 Uur Schubert Happening Zo 1 Mrt 2015
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
SchubeSchubeSchubeSchuberrrrtttt HapHapHapHappepepepeningningningning een samenwerking van deSingel, deFilharmonie en Koninklijk Conservatorium Antwerpen, AP Hogeschool zo 1 mrt 2015 | 11 22 uur Schubert Happening zo 1 mrt 2015 begin 11 uur | einde omstreeks 22 uur teksten programmaboek Tom Janssens coördinatie programmaboek deSingel ism. deFilharmonie en Koninklijk Conservatorium Antwerpen, AP Hogeschool gelieve uw GSM uit te schakelen! Op drie locaties kunt u doorlopend iets drinken : Blauwe Foyer, Rode Foyer en Grand Café. Op volgende locaties kunt u iets eten: Blauwe Foyer en Rode Foyer soep en broodjes van 12.15 uur tot 20 uur Grand café deSingel open 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes | hapjes | snacks | uitgebreid tafelen Anoniem portret van de jonge Franz Schubert © Collection Parmenia Migel Ekstrom D/2015/5.497/14 Overzicht Schubert happening p.6 “Ieder mens is een afgrond” p.10 Schubert, een mirakel van onwaarschijnlijkheid door Tom Janssens Gezongen teksten Ariateksten bij het concert van 12.15 uur deOrkestacademie p.18 Liedteksten bij het concert van 14 uur Graham Johnson & co p.20 Liedteksten bij het concert van 17 uur Collegium Vocale Gent p.27 Mistekst bij het concert van 20 uur deFilharmonie p.30 Uitvoerders p.33 Portret van Schubert door Friedriech Lieder, 1825 © Franz Albrecht Metternich-Sándor, Schloss Grafenegg, Haitzendorf Franz Schubert (1797-1828) 11 uur | Blauwe zaal 14 uur | Blauwe zaal solisten van deFilharmonie Graham Johnson piano & toelichting Geraldine McGreevy sopraan Robin Tritschler tenor Benjamin Appl bariton Vlad Weverbergh klarinet Octet in F, D803 | 60’ Adagio – Allegro Luc Bergé hoorn Adagio Allegro vivace ‘Schubert and the Working Man’: Thema mit sieben Variationen: Andante lecture (spreektaal Engels) & liedrecital Menuetto: Allegretto Andante molto - Allegro Liederen over grafdelvers, timmerlieden, wevers, schippers, molenaars, jagers, vissers, ploegers en herders ±12 uur | pauze Totengräberlied (Hölty), D44 Tischlerlied (Anoniem), D274 12.15 uur | Blauwe zaal Die Spinnerin (Goethe), D247 Der Schiffer (Mayrhofer), D536 Der Schiffer (Schlegel), D694 deOrkestacademie | Philippe Herreweghe muzikale leiding Das Wandern (Müller), D795/1 Der Jäger (Müller), D795/14 sopraan bariton Ilse Eerens Florian Boesch Der Alpenjäger (Schiller), D588 Selectie ouvertures en aria’s uit opera’s en toneelmuziek: Auf dem Strom (Rellstab), D943 Ouverture tot ‘Rosamunde, D797’ Fischerlied (Salis-Seewis), D562 ‘Wo bin ich - O könnt ich, Allgewaltiger’ uit ‘Lazarus, D689’ Fischerweise (Schlechta), D881 ‘Ich schleiche bang und still’ uit ‘Die Verschworenen, D787’ Pflügerlied (Salis-Seewis), D392 ‘Zwischenaktmusik’ nr 1 in b uit ‘Rosamunde, D797’ Totengräbers Heimwehe (Craigher), D842 ‘Der Vater mag wohl immer Kind mich nennen’ uit ‘Die Zwillingsbrüder, D647’ Schäfers Klagelied (Goethe), D121 ‘O Himmel! Kannst du mir so freundlich lächeln?’ uit ‘Der Graf von Gleichen, D918’ Der Hirt auf dem Felsen (Müller, Varnhagen von Ense), D965 ‘Ja gib, vernimm mein Flehen - Ha, du wirst es noch bereuen’ uit ‘Alfonso und Estrella, D732’ ±13 uur | pauze ±15.30 uur | pauze 6 7 16 uur | Blauwe zaal 18 uur | Blauwe zaal Till Fellner piano Antje Weithaas viool William Coleman altviool Antje Weithaas viool & Armida Quartett & Maximilian Hornung cello Adrian Brendel cello Matthew McDonald contrabas Martin Funda, primarius van het Armida Quartett, is ziek en wordt vervangen door Antje Weithaas. Kwintet voor piano, viool, altviool, cello en contrabas Strijkkwintet in C, D956 | 50’ Allegro ma non troppo in A, D667 ‘Forellenkwintet’ | 40’ Adagio Allegro vivace Presto – Trio: Andante sostenuto Andante Allegretto Scherzo: Presto Thema: Andantino (mit sechs Variationen) Finale: Allegro giusto ±19 uur | pauze ±16.45 uur | pauze 20 uur | Blauwe zaal deFilharmonie & Collegium Vocale Gent 17 uur | Blauwe zaal Philippe Herreweghe muzikale leiding Ilse Eerens sopraan Collegium Vocale Gent | Christoph Siebert muzikale leiding Wiebke Lehmkuhl mezzosopraan Sebastian Kohlhepp tenor Ania Vegry sopraan Piet Kuijken piano Florian Boesch bariton Michaela Buzkova, Koen Cools, Zachary Cramer & Morris Powell hoorn Symfonie nr 6 in C, D589 | 30’ Adagio - Allegro Lützows wilde Jagd (Körner), D205 Andante Scherzo: Presto - Trio: più Lento Nachtgesang im Walde (Seidl), D913 Allegro moderato An die Sonne (Uz), D439 Gott im Ungewitter (Uz), D985 Mis nr 5 in As, D678 | 49’ Kyrie Klage um Ali Bey (Claudius), D140 Gloria Mirjams Siegesgesang (Grillparzer), D942 Credo Sanctus Benedictus ±17.45 uur | pauze Agnus Dei tijdens de pauzes van 13 uur en 19 uur | Muziekstudio klassen piano en lied Koninklijk Conservatorium Antwerpen Dansen voor piano solo en piano vierhandig en liederen tijdens de pauzes | Wandelgangen disklavier ingespeeld door studenten piano Koninklijk Conservatorium Antwerpen 8 9 “Ieder mens is een afgrond” Schubert, een mirakel van onwaarschijnlijkheid Dat hij nog nooit een steile rotswand, een diepe levensgevoel zomaar kan uitmonden in blinde paniek. de mens voorgesteld wordt als een ‘Wanderer’: een kloof of een wild bruisende woudbeek had gezien! Hoe hij de uitersten van het emotionele spectrum met eenzaam wezen dat doelloos rondzwerft in de over- Pianodocente Erika Kohut, hoofdfiguur van Elfriede elkaar wist te verzoenen, en er bovendien nog weldigende natuur. Hoe belangrijk de liedkunst voor Jelineks beruchte roman ‘Die Klavierspielerin’, goddelijke muziek van wist te maken, het is een zijn muzikale identiteit is, valt af te lezen aan het hoge werpt het haar leerling vol minachting voor. Op de raadsel. Zelfs evolutiebioloog Richard Dawkins kon er aantal autocitaten dat Schubert zich na 1822 piano ligt de voorlaatste sonate van Franz niet aan uit: “Schuberts muzikale hersenwerking is toestaat. Het stapvoetse ritme van ‘Der Wanderer’ Schubert. “Het zijn heftige contrasten die Schubert een mirakel van onwaarschijnlijkheid, wonderbaar- wordt hergebruikt als leidmotief voor de virtuoze in deze sonate uitdrukt”, roept ze verontwaardigd lijker nog dan het oog bij gewervelde dieren.” ‘Wandererfantasie’ voor piano. Een citaat uit de uit, “niet de Wachau-vallei in een zacht namiddag- toneelmuziek voor ‘Rosamunde’ en het lied ‘Die zonnetje rond theetijd.” Götter Griechenlands’ krijgen nieuw leven in het Liederfürst Strijkkwartet in a. De variatiereeks ‘Trockne Blumen’ Jelinek zegt waar het op staat: Schubert is geen voor fluit en piano ontleent zijn bestaan aan een zachtzinnig schoonheidsvorser. Toch is hij lange tijd Wie was Franz Schubert en hoe onwaarschijnlijk zijn melodie uit ‘Die schöne Müllerin’ en het doemge- precies zo voorgesteld. Tot een eind in de twintigste de mirakels die hij in zijn muziek verricht? Hij werd laden Strijkkwartet in d draagt niet voor niets de eeuw werd hij afgeschilderd als de aardigste compo- geboren op 27 januari 1797 als zoon van een school- bijnaam ‘Der Tod und das Mädchen’. Het waren nist ter wereld, iemand die overdag wonderschone meester in de Weense voorstad Himmelpfortgrund, overigens niet alleen de beste liederen die Schubert muziek schreef en ’s avonds de vingers strekte om waardoor hij de enige Weense klassieker is die ook recycleerde. Voor het Octet, een buitenbeentje in zijn een of andere Schubertiade op te vrolijken met wufte daadwerkelijk aan de oevers van de Donau geboren kamermuziekwerk, herbruikte hij een duet uit zijn walsjes en vrolijke Ländler. Vrij snel na Schuberts werd. Terwijl zijn broers het beroep van hun vader jeugdige Singspiel ‘Die Freunde von Salamanka’. plotse dood werd zijn korte leven overstelpt met kozen, kwam de jonge Schubert in 1808 als clichés die even zoet zijn als de Sachertorte waarvan koorknaap terecht in de Keizerlijke Hofkapel. Daar Hoe inventief Schubert bij zulke muzikale recupera- hij zogezegd smulde, maar nooit gekend heeft. Op zong hij mee in de grote missen van Haydn en Mozart ties te werk ging, is mooi te zien aan een overpopulair het eerste gehoor lijken zijn composities die indruk te en kreeg hij les van hofkapelmeester Antonio Salieri, werk als het Forellenkwintet uit 1819, dat in het bevestigen: leg zijn symfonieën of pianosonates die hem contrapunt aanleerde en toonde hoe je vierde deel een reeks variaties op het lied ‘Die naast de hemelbestormende dramatiek van Ludwig Italiaanse aria’s moest schrijven. In het studentenor- Forelle’ opvoert. De vrolijke forel, die bij aanvang van van Beethoven en je hoort het verschil. Geen kest van het Stadtkonvikt, het internaat waar hij het lied als een pijl door het water schiet, bengelt motiefjes die zich opeenstapelen tot schrikbarende woonde, speelde Schubert viool en met vrienden even later aan een vissershaak. De boodschap: wie constructies, maar argeloze melodieën van hemelse verdiepte hij zich in de mannenkwartetten van blindelings door het leven spartelt, weet zich snel aan lengte. Geen dramatisch conflict tussen tonica- en Michael Haydn. Toen in 1812 zijn stem brak, beëin- de haak geslacht. In het pianokwintet ligt de tragiek dominanttoonsoort, maar een eindeloos flotteren digde Schubert in haast zijn studies om zich in te Goethe, hoor je het gedraaf van het galopperende dieper onder de waterspiegel. Slechts in de vijfde tussen harmonieën die op tertsafstand van elkaar schrijven voor een eenjarige lerarenopleiding aan de paard van de vader, die met zijn doodzieke kind in de variatie klinkt eventjes iets door van deze levensbe- liggen. Niet toevallig omschreef Robert Schumann Normal-Hauptschule Sankt Anna, waardoor hij als armen, “door nacht en ontij” rijdt. Zo stuitend