INLEIDING KLOK EN BEL KLOK EN BEL Klokken en bellen kunnen in twee categorieën worden ingedeeld: 1. De gewoonlijk kleine rinkelbel is een vrijwel gesloten, min of meer bolvormige bel met aan één zijde het ophangoog en aan de andere zijde een doorgaans spleetvormige opening. Het rinkelen ontstaat door één of meer losse kogeltjes die in de bel liggen opge- sloten. 2. De gewoonlijk (veel) grotere klok bezit een hemisferisch/cilindrisch/tulpvormig model dat aan de onderzijde open is en aan de gesloten bovenzijde van één of meer op- hangogen (kroon) is voorzien. Dit type klok kan op twee manieren tot klinken worden ge- bracht: door de klok met een hamer aan de buitenkant aan te slaan of met een klepel aan de binnenkant. Dat kan zowel handmatig als automatisch. Uiteraard zijn talloze klokken zowel van een hamer als een klepel voorzien. De klokken die binnen in gebouwen gebruikt worden, worden doorgaans op be- scheiden wijze met een zachte hamer aangeslagen. Daarom is bij die klokken in feite al- leen maar de grondtoon van de klank van belang. Klokken daarentegen die in torens han- gen, worden vrijwel altijd krachtig met een harde klepel of hamer aangeslagen. De boven- tonen zijn dan zeer goed hoorbaar waardoor, wanneer op die klokken melodieën worden gespeeld, de boventonen ten opzichte van de grondtoon een muzikaal aanvaardbare relatie moeten bezitten. Maar indien men zich beperkt tot het eigen typische klokkenidioom, zo- als het luiden bijvoorbeeld, is dat, al naar gelang de inzichten, heel wat minder noodzake- lijk, zo niet overbodig, ja zelfs verwerpelijk.
MATERIAAL WAARUIT BELLEN EN KLOKKEN GEMAAKT WORDEN Klokken en bellen worden van oudsher uit zeer uiteenlopende materialen vervaardigd, te weten: aardewerk, vruchtschalen, hout, ijzer, koper, messing, brons, goud en zilver. Gerangschikt naar klokgroottes en beginnend met de kleinste klokjes luidt de reeks: goud, zilver, aardewerk, koper, vruchtschalen, hout, ijzer, messing en brons. Gerangschikt naar klankrijkdom en beginnend met het zachtste geluid luidt de reeks: koper, vruchtschalen, aardewerk, hout, ijzer, zilver, goud, messing en brons. Gerangschikt naar de frequentie van toepassing staat brons ver bovenaan en volgen andere materialen geruime tijd later. Overigens dient men te beseffen dat het slechts om globale indicaties gaat, want ook andere factoren spelen een rol. De opsomming is daarom slechts bedoeld voor een eerste oriëntering.
HET GEBRUIK VAN BELLEN EN KLOKKEN Klokken en bellen werden en worden voor de volgende doeleinden gebruikt: 1. Bezwerend: Het verdrijven van de demonen, bijvoorbeeld met de dierbel, of het oproepen van de goden, bijvoorbeeld toen de hogepriester Aäron het Heilige der Heiligen binnentrad. 2. Ritueel: Ondersteuning van profane en religieuze gebeurtenissen, bijvoorbeeld de luidklok van de christelijke kerken.
1
3. Functioneel: Signalering van gebeurtenissen, bijvoorbeeld de tijd met de uur- klok. 4. Muzikaal: Het maken van muziek, waarbij een onderscheid gemaakt moet wor- den tussen een reeks klokken als een melodie-instrument (beiaard), als instrument voor ritmische figuren (beierwerk) en als ritmische ondersteuning van de dans (dansbellen). Al deze aspecten zullen later in hun juiste context aan de orde worden gesteld. Stellig ech- ter zijn de apotropaeïsche functies ouder dan de meer functionele, of althans overheersten toen op de laatste.