Volkstelling 1748 Kwartier Vollenhove
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VOLKSTELLING 1748 KWARTIER VAN VOLLENHOVE STATENARCHIEF INVENTARIS TER KUILE INV.NR. 2196 bewerkt door Albertus Jans Mensema Zwolle, 1997 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVEiii INLEIDING vii a.Kwartier van Vollenhove vii b.De volkstelling van 1748 vii c.De bewerking xi VOLKSTELLING VAN 1748 Stad Vollenhove (nrs. 1-245)1 Vissersstraat 1 Kerkstraate 12 Bisschopsstraate 24 Bentstraate 34 Groenestraate 34 Stad Steenwijk (nrs. 246-689)36 OOSTERKLUFT 36 Oosterstrate 36 Merkt 45 Kerkstrate 48 Valkeny 49 Wheemestraat 50 Scholestrate 54 Kerkstrate 58 Moolenstrate 58 Onnigerstrate 61 Moolenstrate 62 WESTERKLUFT 63 Onnigerstrate 63 Gasthuisstrate 65 Westzyde van de Merk 70 VOLKSTELLING 1748 Woldstrate 72 Neerwoldstrate 83 Stads jurisdictie 90 Schoutambt Vollenhove (nrs. 690-1295)95 Kuinderdijk en Baarlo 95 Barsbeek 102 Leeuwte 116 Beulaeke 126 Blokzijl 136 Schoutambt Wanneperveen (nrs. 1296-2123)177 Oosterkluft 177 Middelkluft 190 Bovenbuurte 199 Westerkluft 209 Schutsloot 223 Sandbeld 228 Binnendijx 253 Schoutambt Giethoorn (nrs. 2124-2492)289 Schoutambt Steenwijkerwold (nrs. 2493-2968)339 IJsveen 339 Callencote 344 Onna 348 ZUITVEEN 350 Oosterkluft 350 Westerkluft 358 't Verlaath 364 STEENWIJKERWOLD 366 Oosterkluft 366 Westeinde 379 Nederland en Scherwolde 389 Muggenbeeth 396 INHOUDSOPGAVE Schoutambt Oldemarkt (nrs. 2969-3264)403 Oldemarkt 403 Paasloo 423 De Haare429 IJsselham431 Calenberg437 Schoutambt Blankenham (nrs. 3265-3320)445 Schoutambt Kuinre (nrs. 3321-3505)453 Schoutambt de Eze (nrs. 3506-3516)478 INDEX481 VOLKSTELLING 1748 INLEIDING a.Kwartier van Vollenhove Tijdens het ancien régime - de periode voor 1795 - omvatte het gewest Overijssel de kwartieren Salland, Twente en Vollenhove. Onder een drost vormden zij als drostambten een aparte bestuur- lijke en rechterlijke eenheid. Het meest noordelijk gelegen drostambt was Vollenhove, ook wel het Land van Vollenhove genoemd. Dit drostambt omvatte de steden Vollenhove en Steenwijk, alsmede de schoutambten Vollenhove, Wanneperveen, Giethoorn, Steenwijk of Steenwijkerwold, Oldemarkt en Kuinre, en tenslotte de heerlijkheid Eze1. Het gehele gebied werd ten noorden begrensd door de provincie Friesland, ten oosten door Drenthe, ten westen door de Zuiderzee en ten zuiden door het Meppelerdiep en het Zwartewater. Deze beide waterwegen vormden tevens de grens tussen de drostambten Vollenhove en Salland. De hoofdplaats van het drostambt was de gelijknamige stad aan de Zuiderzee. Daar lag het Oldehuis, het kasteel van de Utrechtse bisschoppen en het 'regeringscentrum' van Overijssel toen zij er als landsheren heersten; naderhand de 'ambtswoning' van de drost van Vollenhove. b.De volkstelling van 1748 De aanleiding om de volkstelling te houden, was voornamelijk gelegen in het feit, dat men probeerde een vervanging te vinden voor de eerder afgeschafte enkele provinciale belastingen. Sedert enige jaren werden de diverse belastingen verpacht en bij 1A.A. Beekman, Geschiedkundige atlas van Nederland. De Republiek in 1795 met de heerlijkheden, ambachten, enz. ('s- Gravenhage, 1913), 157. INLEIDING het innen door de pachters traden nog al eens onregelmatigheden op. Dit had voornamelijk betrekking op de belastingen op het "vertier"2. Mede onder druk van de in 1748 heersende oorlogs- toestanden leidde de inning van de belastingen door de pachters tot rellen. In juni van dat jaar begonnen de onregelmatigheden te Deventer, gevolgd door opstootjes in het kwartier van Vollenhove3. De volksoplopen concentreerden zich met name in Oldemarkt en Steenwijk, waar militairen werden ingezet om de orde te handhaven4. Maar ook de bevolking te Vollenhove, Staphorst en Rouveen liet zich niet onbetuigd5. Op verzoek van de Staten van Overijssel werd de stadhouder, prins Willem IV, in deze kwestie gemengd, die aanraadde de verpachte belastingen af te schaffen en uit te zien naar nieuwe wegen om belastingen te heffen6. Daartoe sloot hij bij zijn brief uit 's- Gravenhage van 11 juli 1748 in het rapport, dat uitgebracht was aan de Staten van Holland en West-Friesland om aldaar op een nieuwe manier belastingen te heffen en te innen. Al op de 13e juli vaardigden de Overijsselse Staten een plakkaat uit, waarbij "de verpagting der gemene middelen van consumtie, als van de imposten op het gemaal, geslacht, wijnen, bieren, asijn, brandewijn en gebrande wateren en de tabak, alsmede nog van het hooftgelt en dienstbodengelt" werden afgeschaft7. Naarstig werd nu gezocht naar een vervanging van deze belastin- 2[G. Dumbar,] Hedendaagsche historie of tegenwoordige staat [....] van Overyssel (Amsterdam, Leiden, Dordrecht en Harlingen 1790), II, 416 e.v. 3Rijksarchief in Overijssel (RAO). Statenarchief (Inv. Ter Kuile), inv. nr. 724 (Minuutbrief van de gedeputeerde staten aan de stadhouder dd. 25 juni 1748). 4RAO. Statenarchief (Inv. Ter Kuile), inv. nr. 724 (Minuutbrieven van de gedeputeerde staten aan de stadhouder, dd. 23 en 27 juli 1748). 5Nederlandsche jaerboeken 2 (1748), 642. 6RAO. Statenarchief (Inv. Ter Kuile), inv. nr. 72, fol. 79. 7RAO. Statenarchief (Inv. Ter Kuile), inv. nr. 72, fol. 86 e.v. VOLKSTELLING 1748 gen, waarmee de statenvergadering hun gedeputeerden belastte, aangezien het zomerreces voor de deur stond. Deze besloten op 26 juni 1748 dat daarover weliswaar een aparte vergadering van Ridderschap en Steden zou worden bijeengeroepen en op de voorhand vonden zij, dat er "beëdighde lijsten werden geformeerd van het getal der inwoonderen deser provincie, soowel in de steden als ten plattelande"8. En in hun vergadering van 29 juli 17489 besloten zij: "Is goedgevonden de schouten en righteren ten plattenlande, mitsgaders de burgermeesteren van de kleine steden, mits desen aen te schrijven en te ordonneren om ten spoedighsten te treden tot het formeren van exacte registers van de ingesetenen onder hunne bijsondere schout- en righterampten, mitsgaders in de kleine steden wonende. Distinguerende yder boerschap afsonderlijk, de bijsondere quartieren ofte straten in de kleine steden, en op deselve registers stellende ieder huisgesin afsonderlijk met designatie van de man, vrouw en kinderen met derselver namen en bijvoeging en onderscheyding van diegeene die boven de tien jaren en die onder de tien jaeren out zijn. En dan nogh van de dienstboden in ieder huisgesin zijnde en van de vrije persoonen die bij deselve in kost zijn of andersins inwoonen. Daartoe niet alleen gebruykende de gesworen volmagten, rotmeesters ofte setteren van ieder buurschap, nevens de onderscholtus, maar ook daarvan selfs soo veel doenlijk kennis nemende, sulx dat uit eygen bevindinge weeten deselve registers nae waarheyd en nae behoren te zijn geformeerd en daarvan geen huisen oft personen te zijn afgelaten. En sulx op den eed bij deselve schouten, richteren ofte burgermeesteren bij het aenvaarden hunner bedieningen aen den lande gedaen. Wordende alle gesworens volmagten, rotmeesters ofte setteren en gerigtsdienaren die tot het formeren van deselve registers sullen worden g'employeerd wel ernstigh gewaarschout daarinne met alle omsightigheyd en opreghtigheyd te werk te gaen en dat deselve registers met eede sullen moeten sterken. Wordende deselve teffens geordonneerd om de bijsondere ingesetenen, die op deselve registers sullen werden gesteld bij het opschrijven te verstaen te geven en te waarschouwen, dat diegeene die onderstaen sullen eenige personen van haar huisgesin, hetzij kinderen, groot of klein, dienstboden of die bij haer inwonen, agter te houden of te verswijgen, verbeuren sullen een boete van ses gulden van yder persoon die alse verdonkert of verswegen sullen hebben. Dat deselve registers op voorgemelde wijse geperfecteerd en door de gesworens, rotmeesters, setteren ofte volmagten, nevens de schouten en righteren ten 8RAO. Statenarchief (Inv. Ter Kuile), inv. nr. 446, fol. 422. 9RAO. Statenarchief (Inv. Ter Kuile), inv. nr. 446, fol. 431v e.v. INLEIDING plattenlande en door de burgermeesteren in de kleine steden ondertekent zijnde, sullen worden ingesonden aen dese tafel voor off op den een en dertighsten august aenstaende". Aan dit besluit werd allerwegen gevolg gegeven. In de periode van 8 tot 30 augustus werden de namen van de huisgezinnen opgeschreven. Er werden toen aangetroffen in het Land van Vollenhove 13.572 personen10, waarvan 3.198 kinderen onder de tien jaren. Het volksrijkst was het schoutambt Wanneperveen met de fortresse Zwartsluis. In heel Overijssel werden 122.434 personen aangetroffen. De bedoeling van de volkstelling van 1748 was om te komen tot een personele quotisatie; maar het is er niet van gekomen. Al op 14 november 1748 besloot de Ridderschap van Overijssel toe- stemming te geven tot het weer invoeren van de middelen of belastingen op brandewijn, gebrande wateren, wijnen, bieren en tabak. Daarin op 19, 23 en 30 november gevolgd door de steden Deventer, Kampen en Zwolle. En in januari 1749 besloten de Staten van Overijssel - nadat ieder gevaar voor nieuwe onlusten was geweken - om de diverse belastingen weer te verpachten. Zij het, dat het toezicht op de inning door de pachters verscherpt zou worden, waardoor fraude vermeden zou kunnen worden. Tenslotte besloten Ridderschap en steden in april en november 1749 over te gaan in het heffen van 100.000 gulden bij wijze van een personele quotisatie, tot vergoeding van het gemis van de afgeschaft zijnde belastingen. Hiervoor werd op 6 december 1749 een reglement vastgesteld onder de naam "Familie hoofdgeld". c.De bewerking 10Slicher van Bath geeft echter een totaal van 13.504 voor het Land van Vollenhove. Vgl. Slicher van Bath, Een samenleving onder spanning, 59. VOLKSTELLING