Vergadering gemeenteraad Den Haag gehouden op donderdag 11 juni 2015 (Geopend te 19.30 uur)

Voorzitter: de heer R. Guernaoui. Griffier: mevrouw mr. H.L.G. Seuren.

Agenda

A. Vaststelling agenda. B. Stad in de raad. C. Vaststelling lijst ingekomen stukken. D. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 21 mei 2015. E. Vaststelling van de besluitenlijst. E.1 Voorstel van het presidium inzake zienwijze op de ontwerp meerjarenbegroting 2016- 2019 van de Veiligheidsregio Haaglanden (rv 33; RIS 282646). E.2 Voorstel van het college inzake wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen (Verordening parkeerbelastingen 2008) (rv 34; RIS 282202). E.3 Voorstel van het college inzake geldelijke vergoedingen aan commissieleden niet zijnde raadsleden (i.h.b. de voorzitter en leden van de Adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015) (rv 35; RIS 282204). E.4 Voorstel van het presidium inzake zienswijze op de concept begroting 2016 van de Omgevingsdienst Haaglanden (rv 36; RIS 282740). E.5 Voorstel van het college inzake vaststellen voorlopig ontwerp afvalbrengstation Uitenhagestraat (rv 37; RIS 281746). E.6 Voorstel van het presidium inzake wensen en zienwijze ten aanzien van het ontwerp Actieplan omgevingslawaai Den Haag 2015 – 2018 (rv 38; RIS 282827). E.7 Voorstel van het college inzake wijziging van de statuten van Stichting Voortgezet Onderwijs Haaglanden (rv 39; RIS 282717). E.8 Voorstel van het presidium inzake zienswijze Jaarprogramma en begroting GGD Haaglanden 2016 en begrotingswijziging 2015 (rv 40; RIS 282931). E.9 Voorstel van het presidium tot vaststelling van een nieuwe Gedragscode raadsleden (rv 41; RIS 282787). E.10 Voorstel van het college inzake verklaring van geen bedenkingen aanleg Trambaan Lijn 9 Koninginnegracht (rv 45; RIS 283914). E.11 Voorstel van het presidium inzake zienswijze begrotingswijziging 2015 en ontwerpbegroting 2016 van de gemeenschappelijke regeling Harnaschpolder (rv 43; RIS 282805). F. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen/Tweeminutendebat - de heer Wörsdörfer (VVD) inzake horeca in winkelstraten. G. Bekrachtiging geheimhouding (rv 47; RIS 283240). H. Voorstel van het presidium inzake benoeming plaatsvervangend lid van de Rekeningencommissie (rv 46; RIS 283245). I. Stemming en uitslag stemming. J. Gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42; RIS 282303) K. Voorstel van het college inzake plan van nieuwe basisscholen 2016 tot en met 2018 (rv 44; RIS 282567). L. Brief wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven.

149

De voorzitter. Ingevolge het Reglement van Orde open ik de vergadering.

Presentielijst

Tegenwoordig zijn 44 leden: mevr. Akhiat, Van Asten, Aydin, Balster, Bos, mevr. Burgering, Çetinkaya, Dander, mevr. Dille, Van Doorn, Dubbelaar, Elissen, Eser, mevr. Faïd, mevr. Gerbrands, De Graaf, Grinwis, Guernaoui, Van Hees, Van der Helm, De Jong, Kajouane, Van Kent, mevr. Koster, Kraft van Ermel, Küçük, Lakerveld, mevr. Michon-Derkzen, De Mos, mevr. Van Nieuwenhoven, Okcuoglu, mevr. Özmen, Ramnath, Ramnewash, Rogier, mevr. Teunissen, mevr. Toeters, mevr. Vianen, Van Vulpen, mevr. Waanders, mevr. Van der Werf, mevr. De Winter, Wörsdörfer en mevr. Zandstra.

De voorzitter. Aangezien het vereiste aantal leden tegenwoordig is, kan de vergadering voortgang vinden.

De voorzitter deelt mee dat bericht van verhindering is ontvangen van de burgemeester, de heer Van Aartsen, en de heer Oudshoorn.

Aan de orde is:

A. Vaststelling agenda.

De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Aan de orde is:

B. Stad in de raad.

De heer G. Baartmans (J; rv 42). Voorzitter. Ik spreek namens Werkgroep Dooievaar. Vanavond geeft de raad invulling aan de exclusieve wettelijke bevoegdheid om zich uit te spreken over het bestemmingsplan Wijnhaven/Spuiplein. Zoals blijkt uit de voorliggende stukken en de behandeling in de raadscommissie wordt de raad in de uitoefening van zijn werk ernstig belemmerd door de aanbestedingsprocedure, die bijna een jaar geleden, vooruitlopend op elke publieke besluitvorming, door het college is gestart. Vervolgens beroept het college zich bij herhaling op een onomkeerbaar en overigens voor de raad en de burgers volstrekt oncontroleerbaar proces, waarin geen wijzigingen meer kunnen worden aangebracht. Ik wil het graag hebben over de kwaliteitskaders in dit bestemmingsplan. In de aanbestedingsprocedure gelden het kwantitatief programma van eisen van de instellingen, het budgettaire plafond voor het Spuiforum en de grondopbrengsten voor het onevenredig grote commerciële programma als knockoutcriterium. Eerder hebben wij geconstateerd dat dit een onmogelijke opgave is. Juist daarom zijn de ruimtelijke en architectonische kwaliteiten boterzacht geformuleerd en geldt daarvoor een gemarginaliseerde weging in de procedure. Bij de aanbesteding zullen daarom de ruimtelijke en architectonische aspecten onvermijdelijk de sluitpost vormen. Juist de raad is in de bevoorrechte positie om in het bestemmingsplan ondubbelzinnig de kaders en voorwaarden te stellen voor de ruimtelijke kwaliteit van plangebied en project. Voor de burgers zou het onbegrijpelijk en onverteerbaar zijn als de raad ook deze verantwoordelijkheid uit de weg gaat en overlaat aan een volstrekt oncontroleerbaar gremium, dat in het diepste geheim zijn afwegingen maakt en vervolgens namens de raad en de burgers van Den Haag een onomkeerbare keuze maakt. In de raadscommissie is al geconstateerd dat de ruimtelijke, programmatische en kwalitatieve kaders in dit bestemmingsplan veel te ruim zijn gedefinieerd, terwijl het college treedt in de bevoegdheden van de raad om straks in een een-tweetje met een van de consortia nadere eisen te gaan

150 stellen. Gelooft de raad werkelijk, met de kennis van nu, dat dit zal leiden tot een hoogwaardige ontwikkeling van dit deel van de binnenstad? En dan de haast. Net als het vorige college beroept ook dit college zich bij het project Spuiforum op de zelfverzonnen haast. Als geen ander weet de raad waar deze onbezonnen kippendrift toe leidt: geldverspilling, verlies aan draagvlak in de stad en uiteindelijk nog veel meer vertraging. Nu zou ook dit halfslachtige bestemmingsplan geen vertraging dulden. Welnu, gegeven de euforie van de exploitant en betrokken theater- en muziekmakers over het Zuiderstrandtheater zitten gezelschappen en publiek daar nog jarenlang prima. Er is dus al helemaal geen urgentie om halsoverkop dit halfslachtige bestemmingsplan vast te stellen. Geef daarom vandaag dit college de opdracht om eerst de kaders voor een hoogwaardige ontwikkeling uit te werken, waarna een volwaardig bestemmingsplan ter besluitvorming aan de raad kan worden voorgelegd. Alleen zo kan de raad als het aangewezen democratisch orgaan de regie houden op de ruimtelijke ordening in onze mooie stad.

De heer Ten Velden (J; rv 42). Voorzitter. Ik spreek namens Werkgroep Dooievaar. Dit bestemmingsplan heeft volgens de regelen der kunst ter inzage gelegen. Van de zienswijzen die zijn binnengekomen heeft het college er negen, en niet van de minste reclamanten: ik noem slechts de Universiteit Leiden, de Vrienden van Den Haag, hotel Mercure en natuurlijk de Werkgroep Dooievaar plus, zodanig gegrond verklaard dat ze leiden tot een aanpassing van de bestemmingsregels. Maar hoe? Hoe wordt het bestemmingsplan aangepast aan de gegrond verklaarde zienswijzen? Dat weet niemand. Ongeacht de inhoud van de zienswijzen is door het college alles op één hoop gegooid en verwerkt in een nietszeggend artikel, met als inhoud: we zullen nog wel zien wat we er mee doen, vertrouw nou maar op het college. Als de raad instemt met dit raadsvoorstel gaat artikel 5.3 van de bestemmingsregels, Nadere eisen, als volgt luiden: 'Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen ten aanzien van: 'a, de situering en/of vormgeving van gebouwen en de ruimtelijke inpassing ervan in de omgeving, met name ten aanzien van hierdoor optredende gevolgen voor wat betreft bezonning en windhinder, waarbij op basis van het beleid voor bezonning en windhinder (RIS 170509) en uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening alsmede in verband met de uitwerking hiervan op de historische binnenstad;'. In de eerste plaats is dit geen behoorlijk Nederlands. In de tweede plaats zet dit artikel het hele bestemmingsplan van het prijsvraaggebied wat betreft de stedenbouw op losse schroeven. Alles kan nog veranderen: de situering van gebouwen, de vormgeving, de ruimtelijke inpassing. En dit alles niet alleen vanwege bezonning en windhinder, maar ook voor een goede ruimtelijke ordening en ook vanwege het effect op de historische binnenstad. Conclusie: dit bestemmingsplan geeft totaal geen zekerheid; het is helemaal niets. Niemand kan beoordelen of er rekening met de gegrond verklaarde zienswijzen wordt gehouden. Het enige doel van dit raadsbesluit is om de zeggenschap over de stedenbouw van dit belangrijke deel van onze stad uit de handen van de gemeenteraad te halen. Daar kan de raad toch geen ja tegen zeggen? Tot slot nog iets over de gebrekkige nummering van de zienswijzen: zienswijze 12 wordt 8 genoemd, 16, 17, 18 worden 15 tot en met 17 en de zienswijze van hotel Mercure heeft helemaal geen nummertje meer. Dit lijken details, maar het zegt veel over de onzorgvuldige voorbereiding van dit raadsvoorstel waarmee wethouder Wijsmuller zich op pad heeft laten sturen. Conclusie: beste gemeenteraad, geeft u het college twee maanden de tijd om dit slordige en nietszeggende bestemmingsplan beter voor te bereiden.

De heer Van Erpes Royaards (J; rv 42). Dames en heren, geachte gemeenteraad. Ik spreek namens Werkgroep Dooievaar. Ja, daar zit u dan, als democratisch bestuursorgaan bij uitstek. En wat hebt u gedaan? U hebt uw controlerende macht met betrekking tot dit zeer grote en belangrijke plan geheel uit handen gegeven aan de uitvoerende macht, het college. En dat ook nog met de bedoeling de burger alle invloed op dit plan te ontnemen. Dit door toedoen van vooral D66 en de VVD. Dames en heren, dit alles geheel tegen de geest en bedoeling van het Nederlandse bestel. Hoe kunt u dit voor uzelf en de burgers, die u hoort te vertegenwoordigen, verantwoorden? En waarvoor? Omdat in het verleden bij enkele personen in deze gemeente het idee is ontstaan dat de oplossing voor wat onderhoud en aanpassingen aan de theaters en het conservatorium gelegen zou zijn in het samenvoegen van die instellingen in een megacomplex bij het Spui. Dat idee werd gemengd met een forse portie

151 stadsmarketingretoriek. De kritiek is hooghartig in de wind geslagen. En zie daar een plan dat door een klein aantal fanatieke gelovigen koste wat kost moet worden doorgedrukt. Wel dames en heren, u hebt zichzelf als democratisch orgaan uitgeleverd aan deze gelovigen en gehandeld tegen de geest van de democratie. Twee weken geleden, in de raadscommissievergadering over dit plan, zat de coalitie en vooral de VVD op de lijn dat als het procedureel maar klopt alles goed gaat. Over de inhoud werd nauwelijks gesproken. Volgens de coalitie kunnen we gerust gaan slapen. Slapen doe ik wel, maar gerust is anders. Gaat het nu over de stad of alleen over formaliteiten? Wat u hier vooral doet, is de kloof tussen politiek en de burger verder uitgraven. En ja, dat doet u inderdaad voortreffelijk. Overigens kunt u nu de goedkeuring voor dit bestemmingsplan opschorten tot u het ontwerp hebt gezien en dit heeft beoordeeld en tot u weet wat de bevolking ervan vindt. Draagvlak was immers een belangrijk criterium? Ik hoop dat u zich bezint op datgene wat centraal staat in het Nederlandse bestel: namelijk uw democratische legitimatie. Ik hoop dat u democratische waarden zwaarder zal laten wegen dan uw huidige lijn van: het doel heiligt de middelen. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald!

De heer Drijver (J; rv 42). Voorzitter. Ik spreek vanavond twee keer in, eerst namens Werkgroep Dooievaar en vervolgens namens Stichting SOS Den Haag. Geachte leden van de gemeenteraad. Vanavond is uw op twee na laatste kans om het initiatief naar u toe te trekken. Coalitie of oppositie, u moet samen een uitwerkingsplicht verlangen van het college ter goedkeuring van de gemeenteraad: wij stemmers verwachten niet anders dan dat u juist daarvoor op deze Eamesstoelen zit. Alleen door een uitwerkingsplicht te verlangen kunt u als raad ervan op aan dat de zoetgevooisde beantwoording door het college echt inhoud krijgt, handen en voeten, wat wel en wat niet. Geen gedraai met normen en eisen die niet eens bestaan en die geen enkele waarborg bieden voor een blijvend aantrekkelijk centrum. Dat is wat ons interesseert. Geen slordig dubbelzinnig taalgebruik in een plandocument dat de wettelijke basis moet zijn voor een goede ruimtelijke ordening. Arjen Lakerveld, zie toe op een aanbestedingsprocedure, waarbij nu één partij bevoordeeld is in uitvraag en apparaat. Robert van Asten, bewaak de culturele programmering, bewaak het bouwen aan publiek en dat het bouwen aan een toekomst voor het conservatorium geen loze woorden zijn in een doods prestigeproject. Michel Rogier, bedenk dat blunders van een vorig college echt niet opgelost kunnen worden door het stadsgezicht van onze kleinkinderen te verpesten. Daniëlle de Winter, we hebben drie gebouwen die heus opgeknapt kunnen worden en drie colleges achter elkaar hebben dat bewust aan uw zicht onthouden. Peter Bos, waar is je lenige scherpte gebleven ergens tussen achterdocht en humor in? Rajesh Ramnewash, hoe ga je in Transvaal, Laak en Schilderswijk deze uitgaven verantwoorden? Arjan Dubbelaar, stel de raad voor het danstheater van Rem Koolhaas nu gewoon aan te wijzen als gemeentelijk monument. Als coalitie- of oppositiepartijen hoeft u echt geen potsierlijke kadaverdiscipline vol te houden om te zorgen dat de gemeenteraad straks een wijze beslissing neemt over een wijs plan. Durf met elkaar meningen uit te wisselen. Feiten. En als u zo zeker bent van uw gelijk dan kunt u dat precies verwoorden ook. U vindt dat namelijk. Wij als uw stemmers hangen aan uw lippen. Geef vanavond geen onvervreemdbare bouwrechten weg, vraag een uitwerkingsplicht. Stichting SOS Den Haag heeft in een zienswijze neergelegd dat dit bestemmingsplan niet tegemoet zou komen aan de breed geuite wens om Spuiplein en omgeving te vergroenen of te verblauwen, aantrekkelijker en zachter te maken. Voor mensen, zeg maar, als u en ik. De wethouder reageerde door te stellen dat er helemaal geen parkeergarage ligt onder het Spuiplein: dat klopt, maar volgens artikel 10.1. f en 10.2 mag er onder het hele Spuiplein een tweelaagse ondergrondse parkeerbak worden gebouwd waarmee in een klap het parkeertekort opgeheven zou kunnen worden. Een parkeerbak waarvoor de raad onvervreemdbare bouwrechten gaat weggeven zónder dat de parkeerbak in de uitvraag aan de consortia staat. Zonder dat de wethouder er blijkbaar van weet. Het college is deels tegemoetgekomen aan ons bezwaar, maar water is nog steeds uitgesloten. En de primaire bestemming van het plein is harde verkeersruimte, geen tuin. Iets anders is dat een tuinbestemming uitgesloten is zowel op de RO-NDT-locatie, waar het gestapelde zalencomplex OCC of Spuiforum 2.0 komt, als op de locatie van het ministerie waar het commerciële programma moet komen. Is dat eens even pech voor de daar te realiseren 420 woningen!

152

Geachte leden van de gemeenteraad. Accepteer node dat het college een onaanvaardbaar globale jas aan u heeft gepresenteerd waarin straks ten minste drie plannen moeten passen. Besef dat u straks heel wel in staat bent de bouwrechten te beperken tot dat wat u en uw stemmers in deze stad willen zien. Neem dus een uitwerkingsplicht op ter goedkeuring van onze volksvertegenwoordiging, uzelf dus. Dank u wel.

Mevrouw Smal (J; rv 42). Voorzitter, ook ik spreek vanavond twee keer in, namens Café Van Beek en vervolgens namens Ondernemersvereniging TOP. Geachte leden, ik ben Edith Smal, eigenaar van Café Van Beek. Juist op verzoek van de gemeente is Café Van Beek voor de bouw van het stadhuis in 1995 naar deze huidige locatie aan de Turfmarkt verhuisd met de toezegging dat in 2000 hier het Nieuw Centrum gerealiseerd zou zijn en Café Van Beek aan een A-locatie zou zitten. Daarbij is zelfs de keiharde toezegging gedaan op deze locatie een terras te kunnen voeren aan de voorzijde, waar een goede verantwoorde bedrijfsvoering mogelijk is conform de oude situatie. En in die situatie had Café Van Beek de gehele dag de zon op het terras. De ruimte in bouwhoogte die momenteel opgenomen is in het bestemmingsplan is dusdanig groot dat de rapportage van Peutz van januari dit jaar hierover duidelijk aangeeft dat er voor Café Van Beek misschien nog een uurtje zon per dag overblijft maar dat het totaal in de schaduw ligt tijdens de lunchuren. Gezien deze wetenschap en de aan Café Van Beek gedane toezeggingen uit het verleden, zal Café Van Beek genoodzaakt zijn om bij verslechtering van de bezonning door het bestemmingsplan, de rest van zijn bestaan, zijn rechten en verliezen bij de gemeente te moeten gaan verhalen. Uit het stuk dat is opgesteld door het college in mei van dit jaar blijkt dat het college voorstelt om het bestemmingsplan niet aan te passen voor zover dit ziet op de maximaal toegestane bouwhoogte. Dit betekent dat er in het bestemmingsplan nog steeds geen verdere beperking is opgenomen ten aanzien van bouwhoogte. Door het college van burgemeester en wethouders is naar aanleiding van de zienswijze aangegeven dat in de praktijk het maximaal mogelijke bouwvolume niet zal worden ingevuld. Hierbij is onder meer verwezen naar de toezegging van de wethouder dat er rekening zal worden gehouden met de bezonning van de terrassen aan de Turfmarkt en is er gewezen op de aanbestedingsstukken. Niet duidelijk is waarom er ruimere bouwmogelijkheden zijn opgenomen in het bestemmingsplan dan in de aanbestedingsstukken. Uiteindelijk is het juist het bestemmingsplan dat aan de burgers en bedrijven waarborgen zou moeten bieden ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen. Indien het maximale bouwvolume toch niet zal worden ingevuld, zou er ook geen bezwaar hoeven te zijn om dit in het bestemmingsplan te beperken? Wat zijn de aanbestedingsstukken en de toezeggingen van de wethouder nog waard als er op enig moment in de toekomst alsnog een bouwplan komt dat voorziet in een hoger bouwvolume? Het huidige systeem is dan ook niet waterdicht en dé manier om de bezonning op de terrassen aan de Turfmarkt te garanderen, is door dit expliciet op te nemen in het bestemmingsplan. Daarbij komt dat Café Van Beek voor de bedrijfsvoering voor een groot deel afhankelijk is van de bezetting van het terras. Goede waarborgen ten aanzien van het behoud van voldoende zon op het terras, ook tijdens de lunchuren, en een waterdichte regeling door middel van het opnemen in het bestemmingsplan, zijn dus van groot belang. De raad heeft dat belang al eerder erkend en waar de wethouder ook zijn toezeggingen heeft gedaan, rest nu nog de taak van de raad om dit daadwerkelijk te borgen en het op te nemen in het bestemmingsplan. Ik ben tevens voorzitter van TOP, het Turfmarkt Ondernemers Platform. Het zijn de ondernemers die zitten onder VROM, bij de Rijnstraat tot de Ooievaer bij het Spuiplein. Bij een ruimtelijk plan waarin zo veel ruimte voor horeca en terrassen is opgenomen, is het van belang dat de ruimtelijke kwaliteit dit ook mogelijk maakt, zowel voor de nieuwe als de bestaande horeca. Goede bezonning is hierbij essentieel. Niemand in deze stad zit te wachten op een donkere straat met lege horeca. De rapporten van Peutz tonen aan dat door dit bestemmingsplan de bewinding hier op dusdanige manier toeneemt, dat het in de categorie 'slecht' valt. De gehele Turfmarktroute wordt door deze windhinder blijvend onaantrekkelijk voor onze bezoekers en onze aanloop zal flink afnemen, met een onaanvaardbare afname van exploitatie van onze leden tot gevolg. Het bestemmingsplan geeft niet duidelijk aan welke oplossingen het college gaat nemen om deze windhinder te verbeteren. Wij

153 verzoeken de raad dan ook om hiervoor in het bestemmingsplan duidelijke oplossingen op te nemen. Een van die oplossingen voor deze windhinder is het verhogen van de terrasafscheidingen van De Ooievaer en Café Van Beek, van de nu gevoerde hoogte van 1.40 m. naar 3 m., en ook om blijvend de voorzijde te voorzien van windschotten. Vanaf het Lage Zand, de Albert Heijn, tot aan het Spuiplein verrijzen de Leidse Universiteit, het cultuurcomplex en het conservatorium. Deze gebouwen zijn 90 dagen per jaar met zomerreces en dus 90 dagen leeg! Daarnaast komt er wel in totaal 13.000 m2 horeca bij. De verhouding is helemaal zoek aan de Turfmarkt. We hebben al 80% horeca tegenover 20% detailhandel en dan komt er nog eens die 13.000 m2 bij. Wij vragen de raad om vooraf duidelijk aan te geven hoe zij in die 90 dagen dat alles hier leeg staat, de boel gaat opvullen. En dan niet met een eenmalige backstage rondleiding voor 30 man, maar een continu programma van voorstellingen en optredens, binnen en buiten. Nou klopt het dat we de afgelopen 25 jaar met de theaters altijd drie maanden zomerreces hebben gehad. Maar toen waren hier wel twee volle ministeries van het oude JuBi, waar het gehele jaar door zo'n 4500 man werkten, en toen was er niet die extra 13.000 m2 horeca, die er nu wel bij komt. We gaan het nu voor deze drie maanden alleen maar slechter krijgen. We vragen de raad dus dringend om hiervoor een goede oplossing in het bestemmingsplan op te nemen. We hopen dat de raad zich bewust is dat de bouwhoogte, tegenover de twee eerder genoemde terrassen aan de Turfmarkt van onze leden De Ooievaer en Café Van Beek, wel gelijk moet zijn. Als dit namelijk niet zo is, dan zou een van de twee ondernemers door deze voorgenomen beslissing van de raad minder of zelfs geen zon krijgen. Dit veroorzaakt ongelijke concurrentie en is het directe gevolg van wat de raad nu gaat beslissen. De raad beslist hiermee of de ene zaak het gaat redden en de andere zaak niet. Op zulk glad ijs zal de raad zich toch niet willen begeven? Wij vragen de raad om die gelijkheid op te nemen in de regels van het bestemmingsplan. Ik dank u, ook namens onze leden.

De heer Kapitz (J; rv 42). Voorzitter. Geachte raad. Als bewoners van het Herzbergercomplex, hier aan de overkant, vragen wij de raad om niet akkoord te gaan met het voorliggende bestemmingsplan omdat u daarmee een bouwrecht zou verlenen voor een gigantisch, onnodig en ongewenst programma. Grootschalige invulling zoals het ontwerpbestemmingsplan toestaat, betekent een onaanvaardbare belasting van de leefbaarheid van de buurt: meer verkeer, meer parkeerdruk, meer windhinder op het Spuiplein en meer kans op nachtelijke overlast. Wij pleiten daarom voor het alternatieve plan Spuihaven van René Strijland dat uitgaat van behoud van de bestaande theaters en huisvesting van het conservatorium in het leegstaande deel van het stadhuis, zo nodig aangevuld met ruimte in de toren van het voormalige ministerie. Met of zonder water, wat ons als overburen vooral bevalt aan het plan Spuihaven is dat het qua schaal veel mooier aansluit op de overkant van het Spui. Het valt ons als overburen en direct betrokkenen erg tegen dat er zo slecht geluisterd wordt naar de argumenten die we hier nu al drie jaar inbrengen. In de raadscommissie van 28 mei werd al gesproken over plannen voor 24-uurs vermaak, zware horeca en dancefeesten. Dat is precies wat we niet willen. Er wordt hier in de binnenstad ook gewoon gewoond, daar dient de raad ook rekening mee te houden.

De heer Osse (L). Geacht bestuur. De Bewonersorganisatie Havenkwartier heeft op 26 mei 2015 een brief aan de raad gestuurd. Mijn tekst geeft nadere uitleg over het onderdeel 'hoogbouw baart ons zorgen'. In correspondentie aan het college van burgemeester en wethouders en de Haagse gemeenteraad in 2011 en 2012, hebben de bewonersorganisaties aangegeven dat het voor de kwaliteit van dit gebied van belang is dat nieuwe gebouwen, dus ook de beoogde nieuwbouwwoningen, niet boven de duinen uitkomen. Met lagere woonblokken, minder verdichting, krijgt het nieuwe woongebied een hogere kwaliteit. Het dorpse karakter van de aanpalende woongebieden Duindorp en Havenkwartier dient gehandhaafd te blijven. Wethouder Norder heeft niets gedaan met de voorstellen van de bewonersorganisaties en heeft het Bestemmingsplan Scheveningen Haven naar eigen inzicht opgesteld. Dan de beoogde nieuwbouw Norfolkterrein, de blokken 7 en 8. Het ontwerp van woningcorporatie Arcade begint met acht bouwlagen bij het kopgebouw en loopt door als een hoge en lange bijna doorgetrokken muur over de Houtrustweg, van de Pluvierstraat tot de Zeezwaluwstraat.

154

Tussendoor variëren de bouwlagen tussen zes of zeven lagen. De bewonersorganisatie vindt dat er in de blokken 7 en 8 te veel woningen worden gebouwd. Of het nu sociale of niet-sociale huurwoningen worden, is niet van belang. Een dergelijk grote opeenhoping van woningen levert geen kwaliteit. De verdichting is te groot. Verder is het zo dat Duindorp overwegend laagbouw kent. Er is incidenteel hoogbouw bij de Zeemeeuw II aan de Houtrustweg, Tegen die hoogbouw heeft Duindorp toentertijd bezwaar gemaakt, maar zonder succes. Wij vinden dat een bebouwing naar de contouren van de Zeemeeuw l en II veel beter in het gebied zal passen. Dan het kopgebouw. Om aan de beginzijde van het gebied met een hoog kopgebouw te beginnen, vinden wij in het project te overdadig. Het kopgebouw is te hoog. De uitstraling is te dominant en vormt een te groot contrast met de omgeving en de rest van de bebouwing. Het grote kopgebouw past niet bij de overige bebouwing in Duindorp en heeft ook een te overheersende uitstraling op de woningen aan de dr. Lelykade en de Kranenburgerweg. Het kopgebouw staat de zichtlijn naar zee in de weg. Er werd een inloopbijeenkomst georganiseerd, waarbij alleen info kon worden verkregen. Er is niet gevraagd of de omwonenden een mening over de plannen hebben en of men het er mee eens is. Wij vragen de raad om in de blokken 7 en 8 de maximale bouwhoogte voor de stadsblokken aan de Duinlaan te beperken tot de contouren van de Zeemeeuw I en II of uiterlijk het aantal woonlagen op 4 tot 6 te bepalen, eveneens voor het kopgebouw. Dit in overeenkomst met het Projectdocument Scheveningen Haven uit februari 2012.

De heer De Nobel (L). Voorzitter. Het afgelopen jaar hebben de gebruikers en sympathisanten van De Vloek een campagne gevoerd voor het behoud van deze vrijplaats. De laatste keer dat wij hier in groten getale aanwezig waren hebben diverse sprekers getracht door middel van inhoudelijke en steekhoudende argumenten het belang van een plek zoals De Vloek voor de stad duidelijk te maken. Desondanks besloot de gemeenteraad dat vrijplaats De Vloek moet wijken voor een nieuw te bouwen nautisch centrum. Ondanks het feit dat er al iets dergelijks staat, verderop in de straat, en dat er ontzettend veel leegstand is in de haven. Dat laatste heeft een aantal raadsleden met eigen ogen kunnen constateren tijdens de rondleiding die door ons werd gegeven op een druk bezochte open dag, In diezelfde raadsvergadering werd ook geconstateerd dat De Vloek haar waarde voor de stad ruimschoots bewezen heeft en dat de gemeente daarom een vervangend pand zou aanbieden. En daar begint het gezever. Ondanks het door het voornoemde besluit ontstane wantrouwen richting de gemeente, zijn wij met een open blik de onderhandelingen ingegaan. We hebben gevraagd om een lijstje met panden en aangegeven waar die, wat ons betreft, aan moesten voldoen. De gemeente kwam vervolgens met een aantal panden die om diverse redenen volstrekt ongeschikt waren. Van de panden die wel geschikt waren, werd het eerste na bijna twee maanden onderhandelen door de gemeente weer ingetrokken aangezien het in een stiltegebied lag. Het tweede pand werd gebruikt door een actieve groep kunstenaars. Deze groep was bereid uit solidariteit met De Vloek te verhuizen. Iets waaruit maar weer blijkt hoe mooi solidariteit werkt. Helaas werd ook dit pand na geruime tijd onderhandelen weer door de gemeente ingetrokken. Uiteindelijk kwam de gemeente met het pand aan de Beatrijsstraat. Het was slikken of stikken. Dit is het enige pand wat jullie nog krijgen aangeboden, werd ons verteld. Daar sta je dan na acht maanden moeizaam onderhandelen, verhitte discussie en vergaderingen. Een ding was ons zo klaar als een klontje. We gaan niet tekenen als de gemeente niet kan garanderen dat er daadwerkelijk gebouwd gaat worden. Geen tweede Blauwe Aanslag, dat nooit meer! Echter, de gemeente zegt dat ze deze stukken niet gaat overleggen. Vreemd toch. Je zou zeggen dat zij ook gebaat is bij een voor beide partijen bevredigende oplossing. En werd er ook niet in deze gemeenteraad gezegd dat er niet voor leegstand zou worden ontruimd? Ik vraag me dan af wat er speelt. Of de gemeente kan deze stukken niet produceren en dan hebben ze toch echt een probleem. Of, en dat vind ik aannemelijker, ze gebruikt dit slechts als breekijzer om aan te sturen op een ontruiming. Zie je wel!, wordt er gezegd, ze weigeren te tekenen, ze weigeren weg te gaan, ze weigeren mee te werken. Maar dat is ver bezijden de waarheid Het probleem is niet dat wij niet hebben meegewerkt, weigeren te tekenen of weigeren mee te werken. Het probleem is de gemeente die zich op deze slappe manier van haar inspanningsverplichting afmaakt. Er is genoeg meegewerkt van onze kant, maar de maat is nu vol. Als de gemeente dit hard wil spelen? Prima, dan zien we wel waar het op uitdraait. Maar ga het ons in ieder geval niet in de

155 schoenen schuiven. Dat is namelijk een pertinente leugen. Waarom anders niet de door ons gevraagde stukken op tafel leggen en waarom niet de bezwaarprocedures afwachten maar tot ontruiming overgaan? Mij is het inmiddels wel duidelijk en een hoop Hagenezen en Scheveningers ook, dus wie houden jullie hier eigenlijk voor de gek?

(Applaus vanaf de publieke tribune.)

Mevrouw Van Dorp (L.). (tekst op muziek)

Wel er komt een tijd dat ook het IJspaleis verliest, Als alle vrijplaatsen door haar zijn bevroren, Als duidelijk wordt, het maakt niet uit wie je kiest, Ze schuiven toch hun vriendjes naar voren.

O, de achterkamer en de vriendjespolitiek, En het scheiden van het kaf en het koren, Maakt dat dit kaf zich nu vrijwillig afscheidt, Wij zullen vechten, anders hebben wij verloren.

O, ook al ben ik in 's-Gravenhage opgegroeid, Je ken de eerloze vermelding en het grafzuur krijgen, De stad te zijn waar vrije ruimte wordt gesnoeid, Om van recht en vrede maar te zwijgen.

O, de achterkamer en de vriendjespolitiek, En het scheiden van het kaf en het koren, Maakt dat dit kaf zich nu vrijwillig afscheidt, Wij zullen vechten, anders hebben wij verloren.

En wie mij zegt: hé ga toch lekker naar het Paard, Het Paard van Troje is vergeten hoe het steigert, Ik ga veel liever naar de Vloek, waar iedereen dus heengaat, Iedereen die dus het Paard al heeft geweigerd.

O, de achterkamer en de vriendjespolitiek, En het scheiden van het kaf en het koren, Maakt dat dit kaf zich nu vrijwillig afscheidt, Wij zullen vechten, anders hebben wij verloren.

De ondergrondse laag heeft in geen bodem meer, What the fuck The Hague ik wil hier zo niet blijven, O, Scheveningen, jij blijft toch mijn geboortegrond, En als de zee het wil dan zal de Vloek gaan drijven.

O, de achterkamer en de vriendjespolitiek, En het scheiden van het kaf en het koren, Maakt dat dit kaf zich nu vrijwillig afscheidt, Wij zullen vechten, anders hebben wij verloren, Wij zullen vechten, anders hebben wij verloren, Wij zullen vechten, anders hebben wij verloren.

(Applaus vanaf de publieke tribune.)

De voorzitter. Dank je wel, mooie inspraak.

156

Aan de orde is:

C. Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken.

De raad heeft hieromtrent beslist zoals hierna bij elk nummer is aangegeven.

C.1. Zienswijze op ontwerp-bestemmingsplan:

Mariahoeve, 1e herziening (Loolaan): Belanghebbende 13 mei 2015 (RAAD/2015.107).

Regentessekwartier-Zuid: Belanghebbende juni 2015 (RAAD/2015.116); Belanghebbende 8 juni 2015 (RAAD/2015.118).

Duinoord: Belanghebbende 9 juni 2015 (RAAD/2015.119) (vertrouwelijk).

Te betrekken bij de behandeling van het desbetreffende raadsvoorstel.

C.2. Begroting 2016: Stadsgewest Haaglanden 20 mei 2015 (GRF/2015.178).

Voorgelegd aan cie Bestuur d.d. 10 juni 2015

C.3. Overlast New York Pizza / benzinedampen in woning: de heer en mevrouw T. en J. Godschalk 19 mei 2015 (RAAD/2015.108).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Leefomgeving).

C.4. Prinses Julianakazerne: Stichting Johan Maasbach Wereldzending 22 mei 2015 (RAAD/2015.109).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Ruimte).

Tevens ter info naar cie Ruimte om desgewenst te betrekken bij de behandeling van het bestemmingsplan Benoordenhout-Prinsen Julianakazerne en Bunker van Ouwenlaan.

C.5. Nieuw Clingendael: de heren ir. E. Denig en N.J. Heering 25 mei 2015 (RAAD/2015.110).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Ruimte).

C.6. Kavel VO 3: de heer/mevrouw M.Y. van Hattum en W.J.G. Kuipers 25 mei 2015 (RAAD/2015.111).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Ruimte).

C.7. Plan tot vaststelling Bestemmingsplan Julianakazerne met terreinen: Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor ’s-Gravenhage e.o 5 juni 2015 (RAAD/2015.112).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Ruimte).

157

Tevens ter info naar cie Ruimte om desgewenst te betrekken bij de behandeling van het bestemmingsplan Benoordenhout-Prinsen Julianakazerne en Bunker van Ouwenlaan.

C.8. Financiering project Riool/Herinrichting Bezuidenhout-Oost: Stichting Wijkberaad Bezuidenhout 4 juni 2015 (RAAD/2015.113).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Leefomgeving).

C.9. Zwerfafval: Fysio & Chiropractie 4 juni 2015 (RAAD/2015.115).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Leefomgeving).

C.10. Informatie/agressie en geweld 2015: Belanghebbende 3 juni 2015 (RAAD/2015.114).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Bestuur).

C.11. Urinoirs in centrum Ypenburg: GDO Ypenburg 8 juni 2015 (RAAD/2015.117).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Bestuur).

C.12. Fietstrommel Schilderswijk: de heer A. Susan 10 juni 2015 (RAAD/2015.120).

In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar commissie Leefomgeving.

Aan de orde is:

D. Vaststelling van de Notulen van de vergadering van 21 mei 2015.

De Notulen worden ongewijzigd vastgesteld.

Aan de orde is:

E. Vaststelling van de besluitenlijst.

E.1 Voorstel van het presidium inzake zienwijze op de ontwerp meerjarenbegroting 2016-2019 van de Veiligheidsregio Haaglanden (rv 33; RIS 282646). E.2 Voorstel van het college inzake wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen (Verordening parkeerbelastingen 2008) (rv 34; RIS 282202). E.3 Voorstel van het college inzake geldelijke vergoedingen aan commissieleden niet zijnde raadsleden (i.h.b. de voorzitter en leden van de Adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015) (rv 35; RIS 282204). E.4 Voorstel van het presidium inzake zienswijze op de concept begroting 2016 van de Omgevingsdienst Haaglanden (rv 36; RIS 282740). E.5 Voorstel van het college inzake vaststellen voorlopig ontwerp afvalbrengstation Uitenhagestraat (rv 37; RIS 281746). E.6 Voorstel van het presidium inzake wensen en zienwijze ten aanzien van het ontwerp Actieplan omgevingslawaai Den Haag 2015 – 2018 (rv 38; RIS 282827). E.7 Voorstel van het college inzake wijziging van de statuten van Stichting Voortgezet Onderwijs Haaglanden (rv 39; RIS 282717).

158

E.8 Voorstel van het presidium inzake zienswijze Jaarprogramma en begroting GGD Haaglanden 2016 en begrotingswijziging 2015 (rv 40; RIS 282931). E.9 Voorstel van het presidium tot vaststelling van een nieuwe Gedragscode raadsleden (rv 41; RIS 282787). E.10 Voorstel van het college inzake verklaring van geen bedenkingen aanleg Trambaan Lijn 9 Koninginnegracht (rv 45; RIS 283914). E.11 Voorstel van het presidium inzake zienswijze begrotingswijziging 2015 en ontwerpbegroting 2016 van de gemeenschappelijke regeling Harnaschpolder (rv 43; RIS 282805).

Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

De voorzitter. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. De PvdD wordt geacht om tegen punt E.2 te hebben gestemd omdat dit volgens ons niet in lijn is met het de vervuiler betaalt-principe bij het parkeren.

André Elissen (PVV). Voorzitter. De PVV wordt geacht bij de voorstellen onder punt E.2. en E.6. tegen te hebben gestemd.

Inge Vianen (GroenLinks). Voorzitter. GroenLinks wordt geacht om tegen punt E.2. te hebben gestemd omdat dit een verlichting van het parkeerregime is en de luchtkwaliteit in Den Haag niet ten goede zal komen. GroenLinks stemt in met het voorstel over geluidsoverlast, E.6. Wel is heel bijzonder dat er een uitzondering is gemaakt omdat er geen vliegvelden zouden zijn in Den Haag, terwijl het college zojuist een helihaven binnen de gemeentegrenzen heeft goedgekeurd.

Lex Kraft van Ermel (Groep De Mos/Ouderen Partij). Voorzitter. Groep De Mos/Ouderen Partij wordt geacht tegen de punten E.2., E.5., E.6. en E.10 te hebben gestemd.

De voorzitter. De fractie van de PvdD wordt op haar verzoek aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden tegen voorstel E.2 te hebben gestemd. De fractie van de PVV wordt op haar verzoek aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden tegen de voorstellen E.2 en E.6. te hebben gestemd. De fractie van GroenLinks wordt op haar verzoek aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden tegen voorstel E.2 te hebben gestemd. De fractie van de Groep De Mos/Ouderen Partij wordt op haar verzoek aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden tegen de voorstellen E.2., E.5., E.6. en E.10 te hebben gestemd.

Aan de orde is:

F. Tweeminutendebat aangevraagd door de heer Wörsdörfer (VVD) inzake horeca in winkelstraten.

De beraadslaging wordt geopend.

Martin Wörsdörfer (VVD). Voorzitter. Wij hadden gisteren in de commissie een langdurend tweeminutendebat, van drie kwartier. Daarin werd brede steun uitgesproken voor versoepeling van de 80/20-regel, juist ook als er leegstand in het geding is. Wat de VVD betreft moeten ondernemende Hagenaars met mooie initiatieven de ruimte krijgen in deze stad. De bredere discussie over ons horecabeleid volgt pas in het najaar. Er bleek al brede steun in de raad voor aanpassing van de strikte regels naar een kader waarin wat meer ruimte is voor nieuwe initiatieven. De wethouder heeft uitgelegd dat tot die tijd de huidige regels uit 2013 gelden. Die zorgen helaas op sommige plaatsen, bijvoorbeeld rondom de binnenstad, voor onnodige leegstand. Daar wil de VVD graag iets aan doen.

159

Ik dank overigens de wethouder, die na gisteren heeft meegedacht over mogelijkheden om in de periode tot de vaststelling van de nieuwe horecanota maatwerk te bieden. De VVD dient daarom een motie in met als dictum: roept het college op in de aangekondigde horecanota een oplossing te vinden voor versoepeling van de toepassing 80/20-regel in de winkelstraten en zo veel mogelijk maatwerk te bieden en bij ieder initiatief voor lichte horeca te kijken naar de mogelijkheid om af te wijken tot maximaal 30% totdat de nieuwe horecanota in werking treedt. De motie is mede ondertekend door D66, de ChristenUnie/SGP, de Groep De Mos/Ouderen Partij, de Groep Van der Helm, de Partij van de Arbeid en de PVV.

De voorzitter. Door de heer Wörsdörfer, daartoe gesteund door de heer Van Asten, de heer Grinwis, de heer De Mos, de heer Van der Helm, de heer Kajouane en de heer Elissen, wordt de volgende motie (F/1) ingediend:

Motie F/1

De gemeenteraad van Den Haag op 11 juni 2015 in vergadering bijeen voor een tweeminutendebat over horeca in winkelstraten.

Constaterende dat: - het huidige horecabeleid voorziet in een maximale verhouding van 80% winkels/dienstverlening vs. 20% horeca in winkelstraten in de gehele stad; - het college nu al kan afwijken van de 80/20-regeling indien er sprake is van een absoluut plafond van 30% en er sprake is van cat.1 (dag) horeca; - er een nieuwe nota horeca komt die in 2016 in werking treedt.

Overwegende dat: - leegstand een groot probleem is voor de aantrekkelijkheid van winkelstraten in Den Haag; - het probleem van leegstand en een grotere vraag/aanbod naar horeca zich vooral afspeelt in winkelstraten rondom de binnenstad en niet in woonwijken.

Roept het college op: - in de aangekondigde horecanota een oplossing te vinden voor versoepeling van de toepassing 80/20-regel in winkelstraten; - zoveel mogelijk maatwerk te bieden en bij ieder initiatief voor lichte horeca te kijken naar de mogelijkheid om af te wijken tot max 30% (binnen de gestelde randvoorwaarden) totdat de nieuwe horecanota in werking treedt.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Desh Ramnath (CDA). Voorzitter. Ook het CDA ziet mogelijkheden voor rek in de 80/20-regeling. Ook wij zien liever horeca dan leegstand. Wanneer de horecaondernemer zich conformeert aan de horeca-I, de daghoreca, ook daadwerkelijk overdag open is en dus een toevoeging is aan het winkelstraatbeeld overdag, kunnen wij deze motie steunen. Zoals wij het nu lezen is de horeca overdag open, wat zorgt voor reuring en levendigheid in de straat. Voor de rest zien wij uit naar de bredere discussie, in overleg met bewoners, de bestaande horeca-instellingen en de nieuwe ondernemers om te kijken hoe wij in de nieuwe nota kunnen komen tot een goede oplossing voor iedereen.

Wethouder Klein (CDA). Voorzitter. Wij hebben gisteren in de commissie gesproken over de verruiming van de horecaregels en de versoepeling daarvan in winkelstraten. Wij hebben daarbij inderdaad aangegeven dat binnenkort de nieuwe horecanota komt, waarbij deze discussie op een heel

160 goede manier kan worden gevoerd. Gisteren is ook gesproken over een norm: 70% van de winkels mag in een straat uit detailhandel bestaan en 30% uit horeca. Dat is een voorstel geweest dat nota bene het college in de afgelopen jaren heeft gedaan. De raad heeft daarvan gezegd het liever op 80/20 te houden, dus wat minder horeca en wat meer detailhandel in een winkelstraat. Over die verdeling kunnen wij het uiteindelijk nog gaan hebben, of het nu 80/20 moet zijn of 70/30. Ik heb dat bij het horecadebat ook aangegeven. Het is natuurlijk heel leuk om te zeggen dat wij meer horeca in winkelstraten moeten hebben als daar behoefte aan is. De andere kant van het verhaal is dat de bestaande horecaondernemers zullen zeggen dat liever niet te hebben. Die hebben jarenlang geïnvesteerd in een bedrijf, hebben een goede klantenkring opgebouwd en kunnen er ineens heel veel concurrentie bij krijgen. Die afwegingen moeten uiteindelijk op een stedelijk niveau gemaakt worden. Het college vindt het belangrijk dat er daarvoor wel een helder kader is en dat wij niet per straat afwijkende regimes krijgen. Er is een hoofdwinkelstructuur en in dat soort winkelstraten willen wij een goede branchering hebben, een goede mix van winkels in verschillende prijsklassen en verschillende branches en ook een bepaalde mate van horeca. De discussie over ondergeschikte horeca komt daar nog eens bij. Ik denk dat het goed is om dit punt in het totale licht te bezien. Het college heeft gezegd, ook in het coalitieakkoord, voor meer reuring en voor meer mogelijkheden te zijn. Er is echter altijd een andere kant van het verhaal. Er zijn ook andere belangen. Bepaalde ondernemers moeten in bescherming genomen worden. Er moet voor gezorgd worden dat zaken niet dreigen om te vallen. In dat opzicht is het heel goed om hier zorgvuldig naar te kijken. De VVD is met een motie gekomen. De nu geformuleerde motie gaat ervan uit om bij de in oktober te verschijnen nota naar de percentages te kijken en op dit moment zo veel mogelijk te bekijken of lichte horeca toegepast kan worden in gebieden waar die nu nog niet bestaat. Ik heb gisteren gezegd graag nieuw beleid te hebben. Het huidige beleid loopt tot eind 2015. In oktober 2015 komen wij met een nieuwe nota. Ruim van tevoren zullen wij hier dus nieuw beleid hebben. Ik wil deze richting, vooruitlopend op de nota, wel heel voorzichtig uitproberen. Het bredere kader, met heldere spelregels, moet er nog komen. Ik concludeer dat deze motie op zich niet op bezwaren van het college stuit.

Hasan Küçük (Islam Democraten). De wethouder weet ook dat het toestaan van meer lichte horeca de deur openzet voor ondernemers om een shishalounge te openen, waar zich heel veel duistere praktijken voordoen. Hoe sluit de wethouder dat uit als deze motie wordt aangenomen?

Wethouder Klein (CDA). Ik weet niet of een shishalounge onder lichte horeca wordt verstaan. Het gaat erom dat wij naar bestaande gebieden kijken en elke individuele aanvraag beoordelen op wenselijkheid voor het gebied. Dat vraagt de VVD ook in de motie, om met uitzonderingen te werken. Dat doen wij op dit moment al. Het is een extra aansporing om het nog meer te doen, vooruitlopend op de nota.

Hasan Küçük (Islam Democraten). De wethouder hoort te weten dat een shishalounge onder lichte horeca valt. Ik wil dat hij ons de garantie geeft dat als de motie wordt aangenomen, ondernemers wel een broodjeszaak kunnen openen maar geen shishalounge. Kan de wethouder dat?

Wethouder Klein (CDA). De heer Küçük vraagt mij om willekeur toe te passen en volgens zijn mening aan te geven wat wel en wat niet mag. Wij toetsen aan de regels. Er is zware en lichte horeca. Het gaat hier over maatwerk en over de verdeling binnen een gebied.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie F/1.

De motie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Islam Democraten en de Partij van de Eenheid tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fractie ervoor.

161

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Voorzitter. De wethouder heeft ons niet de garantie kunnen geven dat door het aannemen van deze motie er geen shishalounges geopend kunnen worden. Hij heeft heel duidelijk gezegd dat het bestemmingsplan vigerend is.

Arnoud van Doorn (PvdE). Voorzitter. Zoals te verwachten ligt onze opstelling redelijk in een lijn met de vorige spreker. Wij zijn als partij voor ondernemers voor meer vrijheid van ondernemen in deze mooie stad. Omdat de wethouder niet kan uitsluiten dat er meer shishalounges bij komen, hebben wij tegen deze motie gestemd.

Aan de orde is:

G. Bekrachtiging geheimhouding (rv 47; RIS 283240).

Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Aan de orde is:

H. Voorstel van het presidium inzake benoeming plaatsvervangend lid van de Rekeningencommissie (RV 46; RIS 283245).

Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Aan de orde is:

I. Stemming en uitslag stemming

Met 44 geldig uitgebrachte stemmen, waarvan 41 stemmen op de heer Dander, 2 stemmen op mevrouw Van Nieuwenhoven en 1 stem op de heer Küçük, wordt benoemd de heer Dander.

De voorzitter. Gefeliciteerd!

(Applaus.)

Aan de orde is:

J. Gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42; RIS 282303).

De beraadslaging wordt geopend.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Voorzitter. Heel even heb ik gedacht om dit onderwerp aan mij voorbij te laten gaan. Als ik heel eerlijk ben, zoals ook blijkt uit mijn motie van wantrouwen eind vorig jaar, heb ik weinig vertrouwen meer in de wethouder op dit dossier. Groep De Mos weigert ook maar een millimeter mee te gaan in de megalomane plannen van dit college. Spuiforum nee, is en blijft bij Groep De Mos ook gewoon een Spuiforum nee. Wij zullen vanzelfsprekend tegen dit raadsvoorstel stemmen.

162

Precies 9.561 mensen hebben de petitie 'Geen Spuiforum, maar hergebruik Philipszaal en Danstheater' getekend. Zelfs deze wethouder, de heer Wijsmuller. Wat zeg ik, de hele fractie van de Haagse Spuiforum Partij heeft deze petitie ondertekend. Ik ben verbijsterd door de arrogante wending van de Spuiforum Partij. Om de gehele fractie van de Haagse Spuiforum Partij nu tegemoet te komen en misschien tussendoor ook een compliment te geven aan de fractievoorzitter het volgende. Deze held kwam vorige week het verkiezingsbedrog van de Haagse Stads Partij uitleggen in Nieuwslicht bij Den Haag FM. Hij noemde zijn verkiezingscampagne terloops ook nog even een kunstje. Een kunstje, voorzitter. Dat hadden de 22.223 Spuiforum nee-stemmers van de Haagse Spuiforum Partij toch graag vooraf willen weten. Constructief als Groep De Mos is, doen wij echter graag een poging om aan het kunstje van de collega's van de Haagse Spuiforumpartij een stukje invulling te geven en daarom dienen wij twee moties in, een over behoud Dr. Anton Philipszaal en een over monument Lucent Danstheater. De eerste motie heeft als dictum: verzoekt het college in het bestemmingplan de Dr. Anton Philipszaal als te handhaven bebouwing op te nemen met een wijzigingsbevoegdheid waarbij het college een uitwerkingsplan aan de raad dient voor te leggen. De tweede motie heeft als dictum: verzoek het college het Lucent Danstheater aan te wijzen als gemeentelijk monument en als zodanig op te nemen in de regels en toelichting van het bestemmingsplan. Het college bagatelliseert de zorgen van Groep De Mos over de financiële positie van de drie bouwkandidaten. De antwoorden op mijn schriftelijke vragen onder de noemer Aanbesteding Spuiforum direct stopzetten, zijn buitengewoon zorgelijk. In antwoord op vraag 7. van RIS 282256: 'Kunt u duiden hoe groot het risico is dat een van de geselecteerde bedrijven omvalt en zo nee, waarom niet?', schrijft het college: 'Nee, de gemeente heeft geen volledig en/of actueel inzicht in de financiële positie van derden noch kan zij het ondernemersrisico nauwkeurig inschatten'. Het is een gotspe. In een poging te voorkomen dat wethouder Wijsmuller naast het verloochenen van zijn principes ook nog eens onze stad in een ware parkeerchaos zal brengen, vraag ik hem hoe het parkeertekort in het bestemmingsplan strookt met de op 29 november jongstleden ingetreden reparatiewet van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor stedenbouwkundige bepalingen, waar bij de vaststelling van bestemmingsplannen een regeling moet worden opgenomen ten aanzien van het parkeren. Ik ben erg benieuwd naar de reactie van de wethouder. Feit is dat dit college niet de daadwerkelijke parkeerbehoefte in het bestemmingsplan opneemt. Daarom dien ik de motie parkeernorm bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein in, met als dictum: verzoekt het college een parkeerchaos te voorkomen en de parkeerbehoefte volgens gemeentelijke parkeernormen in het bestemmingsplan op te nemen.

De voorzitter. Door de heer Dubbelaar worden de volgende moties (rv 42.2015/1, rv 42.2015/2 en rv 42.2015/3) ingediend:

Motie rv 42.2015/1

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42; RIS 282303).

Constaterende dat: - uit een enquête van Omroep West en EenVandaag blijkt dat een ruime meerderheid van de inwoners van Den Haag vindt dat de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater op het Spuiplein moeten worden gerenoveerd; - uit de Atlas voor gemeenten 2015 blijkt dat monumentale steden een stuk aantrekkelijker worden gevonden dan steden zonder een noemenswaardige en zichtbare historie.

Overwegende dat: - de uitkomst van de concurrentiegerichte dialoogfase kan betekenen dat de

163

Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater worden gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw dat de maat en schaal van het gebied doet exploderen zonder dat het Spuiplein er noemenswaardig aantrekkelijker door gaat worden; - beide gebouwen goed op te knappen, uit te breiden en te exploiteren zijn en –als icoon van begin tachtiger jaren– een waardevolle expressie zijn van de hernieuwde belangstelling voor stadscentrum en culturele brandpunten.

Van mening dat: - het onbegrijpelijk is dat de karakteristieke gebouwen, de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater, gesloopt dreigen te worden; - de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater karakteristieke gebouwen zijn met verschillende cultuurhistorische waarden voor Den Haag.

Verzoekt het college in het bestemmingsplan de Dr. Anton Philipszaal als te handhaven bebouwing op te nemen met een wijzigingsbevoegdheid waarbij het college een uitwerkingsplan aan de raad dient voor te leggen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Motie rv 42.2015/2

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42; RIS 282303).

Constaterende dat: - uit een enquête van Omroep West en EenVandaag blijkt dat een ruime meerderheid van de inwoners van Den Haag vindt dat de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater op het Spuiplein moeten worden gerenoveerd; - uit de Atlas voor gemeenten 2015 blijkt dat monumentale steden een stuk aantrekkelijker worden gevonden dan steden zonder een noemenswaardige en zichtbare historie.

Overwegende dat: - de uitkomst van de concurrentiegerichte dialoogfase kan betekenen dat de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater worden gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw dat de maat en schaal van het gebied doet exploderen zonder dat het Spuiplein er noemenswaardig aantrekkelijker door gaat worden; - beide gebouwen goed op te knappen, uit te breiden en te exploiteren zijn en –als icoon van begin tachtiger jaren– een waardevolle expressie zijn van de hernieuwde belangstelling voor stadscentrum en culturele brandpunten.

Van mening dat: - het onbegrijpelijk is dat de karakteristieke gebouwen, de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater, gesloopt dreigen te worden; - de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater karakteristieke gebouwen zijn met cultuurhistorische waarden voor Den Haag.

Verzoekt het college het Lucent Dans Theater aan te wijzen als gemeentelijk monument en als zodanig op te nemen in de regels en toelichting van het bestemmingsplan.

En gaat over tot de orde van de dag.

Motie rv 42.2015/3

164

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42; RIS 282303).

Constaterende dat: - in het bestemmingsplan een verwacht parkeertekort van honderden parkeerplaatsen mogelijk wordt gemaakt; - in het deze week gepresenteerde onderzoek van Retail Gemeente Atlas 2015, naar best gewaardeerde winkelsteden onder de 60 grootste binnensteden, blijkt dat Den Haag veel lager op de ranglijst staat omdat er veel parkeer- en stallingsproblemen zijn, waarbij parkeertarieven en te weinig parkeerplekken worden genoemd als oorzaken.

Van mening dat, het college stelt dat de daadwerkelijke parkeerbehoefte pas is te bepalen bij de concrete invulling van het programma, niet betekent dat het bestemmingsplan daar niet in hoeft te voorzien, juist omdat het bestemmingsplan ook voorziet in het theoretische geval van realisatie van het maximaal mogelijke bouwscenario.

Verzoekt het college een parkeerchaos te voorkomen en de parkeerbehoefte volgens gemeentelijke parkeernormen in het bestemmingsplan op te nemen.

En gaat over tot de orde van de dag.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Daniëlle de Winter (PVV). Voorzitter. Vanavond bespreken we het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein. Ook wel het bestemmingsplan dat het Spuiforum 2.0 mogelijk moet maken, hoe dit er ook uit mag komen te zien. Want helaas is er nog weinig bekend over het miljoenen kostende cultuurcomplex dat uiteindelijk gerealiseerd gaat worden. Er is nog geen ontwerp of bouwplan bekend en dus kunnen we het vanavond alleen over de kaders hebben waarbinnen het Spuiforum 2.0 mogelijk gemaakt moet worden. De raad, maar ook de stad weten dus niet welke ontwikkelingen er mogelijk worden gemaakt met het voorliggende bestemmingsplan. Omwonenden en omliggende bedrijven weten daardoor niet welke gevolgen het Spuiforum 2.0 voor hen zal hebben. Zowel de raad als de stad staat zo meteen compleet buitenspel. En daarom is het zinloos om vanavond dit bestemmingsplan te bespreken. De raad zit hier voor de bühne. Wij hebben niets meer in te brengen en hebben geen enkel zicht op wat er momenteel allemaal achter de schermen gebeurt. Dat de raad zijn controlerende taak straks niet meer kan uitoefenen, laat de collegepartijen compleet koud. Dat werd helaas pijnlijk duidelijk in de laatste commissievergadering. Het enige argument om dit bestemmingsplan er nu doorheen te jagen terwijl het winnende ontwerp nog niet bekend is, was volgens de VVD dat het vooral snel moet. Het CDA maakte zich vooral druk om ruimte voor fietsen. Maar de Haagse Stadspartij spande wat dat betreft toch wel de kroon. Niets geen zorgen om de ondernemers en omwonenden die hier voor de zoveelste keer vanavond hebben ingesproken, om de twee bouwbedrijven die in financieel zwaar weer verkeren en om de bijna € 200 mln. belastinggeld die dit plan gaat kosten. Nee, de Haagse Stadspartij hield een lacherig en gênant betoog en pleitte ervoor om het Spui- en Wijnhavenkwartier in een Haagse Broadway te veranderen. De PVV vindt dit boven op het kiezersbedrog dat deze partij al heeft gepleegd werkelijk schandalig. Zo gaan deze elitepartijen met het belastinggeld om van de Hagenaar, de Hagenees en de Scheveninger. Dit bestemmingsplan is de laatste stok achter de deur die de raad heeft om, wanneer het misgaat, nog in te kunnen grijpen. Om de inwoners van onze stad te kunnen behoeden voor een eventueel financieel drama. In de commissie hebben wij dan ook meermaals onze zorgen geuit over de financiële situatie bij Ballast Nedam en Heijmans. Zij verkeren in financieel zwaar weer. Bij een van de bouwbedrijven schijnt zelfs het risico van faillissement aanwezig te zijn. In de beantwoording op de technische vragen die de PVV hierover heeft gesteld laat het college weten: 'Het risico van een

165 faillissement van een consortium is bij het college en de Raad bekend' (…) 'De gemeente heeft geen direct inzicht in de financiële situatie van bouwbedrijven'. Hoe kan een wethouder nou geen goed zicht hebben op de financiële situatie van bouwbedrijven die straks het Spuiforum 2.0 moeten gaan bouwen en waarvan één bedrijf zelfs de ontwikkelrechten voor het gebied in handen heeft dankzij oude afspraken? Zowel de wethouder als de collegepartijen lijken ook hier niet van wakker te liggen. Niet een zorgvuldig proces waarbij de raad een vinger aan de pols kan houden, maar prestige en snelheid hebben bij hen de prioriteit. En dan het draagvlak.

Arjen Lakerveld (VVD). Verwacht de PVV niet dat op het moment dat de plannen bekend zijn, wij als raad in de gelegenheid zullen worden gesteld om onze controlerende taak te vervullen en te kijken of die plannen voldoen aan de projectdocumenten die we zelf hebben vastgesteld?

Daniëlle de Winter (PVV). Ik ben blij dat de VVD deze vraag stelt, want die discussie hebben we in de commissie namelijk ook gehad. Toen heb ik ook aan de VVD gevraagd hoe de raad volgens de VVD zijn controlerende taak nog kan uitoefenen. Het antwoord van de VVD daarop was: doordat we ons laten informeren door het college. Toen heeft de PVV in reactie daarop aan de VVD gevraagd: vindt u informeren hetzelfde als controleren? Daarin zit het verschil. De VVD geeft door dit bestemmingsplan vanavond vast te stellen alle macht uit handen, want de raad kan gewoon niet meer bijsturen. Ook voor bewoners en ondernemers is het niet duidelijk wat er gaat komen. Dus inderdaad, als er straks een ontwerp ligt, is dat pas het moment voor de besluitvorming over dit bestemmingsplan als het aan de PVV ligt.

Arjen Lakerveld (VVD). Dit is volstrekt niet te volgen. Het is zeer gebruikelijk dat wij worden geïnformeerd over plannen, dat wij die vervolgens hier bespreken en dat wij onze controlerende taak vormgeven. Dat kan ook straks als de plannen bekend zijn. Als de PVV een andere taakopvatting heeft, is dat prima. De VVD gaat volop in de controlerende modus.

Daniëlle de Winter (PVV). De VVD gaat volgens mij voor een onzorgvuldig en vooral snel besluitvormingsproces. Dat heb ik vanavond al eerder gezegd, maar dat werd ook pijnlijk duidelijk in de commissie. Dat was ook het enige argument van de VVD om het bestemmingsplan vanavond erdoorheen te jagen. Een ander goed argument heb ik uit de mond van de VVD gewoon niet gehoord.

Arjen Lakerveld (VVD). Dat is geen antwoord op de vraag.

Daniëlle de Winter (PVV). U stelde geen vraag, u maakte een opmerking. Over het draagvlak valt maar één ding te zeggen: het is er niet. Op 19 maart heeft de stad zich massaal tegen de komst van een cultuurpaleis uitgesproken. Uit de zienswijzen is gebleken dat omwonende en VvE's niet direct door de gemeente zijn gecontacteerd over de plannen. Ook bestaan er onder de ondernemers aan de Turfmarkt en de Universiteit Leiden nog steeds grote zorgen over de bouwhoogtes van het Spuiforum 2.0 en de gevolgen die dit heeft voor bijvoorbeeld wind en zon op de terrassen. Zij moeten nu maar afwachten wat het winnende ontwerp voor gevolgen gaat hebben voor hun situatie. De PVV is van mening dat nu instemmen met het bestemmingsplan niet alleen onverantwoord is, maar ook gewoon heel dom. Samenvattend. Er is geen draagvlak. De raad kan niet meer bijsturen en staat buitenspel. De inzet op hergebruik is een broodje aap, nu het Lucent Danstheater inpandig gesloopt en verbouwd gaat worden. De raad moet een bestemmingsplan goedkeuren zonder dat hij weet hoe het complex er uit komt te zien. Twee van de drie consortia verkeren in financieel noodweer en Heijmans heeft dankzij eerder gemaakte afspraken de ontwikkelrechten voor het gebied in handen. Als de wethouder en de raad toch door willen gaan op de ingeslagen weg, dan spelen zij moedwillig roulette met bijna € 200 mln. van de Hagenaar, de Hagenees en de Scheveninger. De PVV roept de wethouder en de raad dan ook nogmaals op om de bewoners en ondernemers van onze stad te beschermen en het voorliggende bestemmingsplan pas te bespreken, wanneer duidelijk is wat het winnende ontwerp zal zijn en wat de gevolgen hiervan zullen zijn voor omwonenden en bedrijven. Daartoe dien ik een motie in met het volgende dictum: verzoekt het college

166 de besluitvorming ten aanzien van het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein op te schorten tot het moment dat het definitieve ontwerp voor het nieuwe cultuurpaleis bekend is; het voorliggende bestemmingsplan aan te vullen met het winnend cultuurpaleisontwerp en het bestemmingsplan opnieuw ter inzage te leggen zodat de inwoners en ondernemers van Den Haag, direct betrokkenen en belanghebbenden zich middels een zienswijze kunnen uitspreken over de concrete plannen.

De voorzitter. Door mevrouw De Winter wordt de volgende motie (rv 42.2015/4) ingediend:

Motie rv 42.2015/4

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 11 juni 2015 ter bespreking van het ‘Gewijzigd voorstel van het college inzake bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (RIS 282303)’.

Constaterende dat: - de Raad wordt gevraagd in te stemmen met het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein, welke o.a. de ontwikkeling van het nieuwe cultuurpaleis mogelijk maakt; - het voorliggende bestemmingsplan slechts de kaders van het nieuwe cultuurpaleis beschrijft, omdat de tender van het winnende ontwerp van het cultuurpaleis nog lopende is.

Overwegende dat: - de Raad, maar ook de stad, hierdoor niet weten welke ontwikkeling er met het voorliggende bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt; - omwonenden en omliggende bedrijven in onzekerheid verkeren over de gevolgen die het nieuwe cultuurpaleis voor hen zal hebben, doordat de definitieve hoogte, omvang en het ontwerp in het voorliggende bestemmingsplan ontbreken; - de inwoners en ondernemers van Den Haag, direct betrokkenen en belanghebbenden zich middels een zienswijze moeten kunnen uitspreken over concrete plannen; - het college in haar coalitieakkoord aangeeft dat zij de inwoners van Den Haag beter in staat wil stellen om invloed uit te oefenen, omdat zij streeft naar een zo breed mogelijk draagvlak in de stad.

Verzoekt het college: - de besluitvorming ten aanzien van het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein op te schorten tot het moment dat het definitieve ontwerp van het nieuwe cultuurpaleis bekend is; - het voorliggende bestemmingsplan aan te vullen met het winnend cultuurpaleis-ontwerp; - het bestemmingsplan opnieuw ter inzage te leggen zodat de inwoners en ondernemers van Den Haag, direct betrokkenen en belanghebbenden zich middels een zienswijze kunnen uitspreken over de concrete plannen.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Inge Vianen (GroenLinks). Voorzitter. Wij bespreken vanavond het bestemmingsplan voor het Wijnhavenkwartier en het Spuiplein. Wat GroenLinks betreft, zou dit bestemmingsplan vanavond helemaal niet aan de orde moeten zijn; de PVV zei het zojuist ook al even. Het bestemmingsplan is namelijk het laatste politieke instrument waarmee de raad nog enigszins kan sturen op datgene wat in het hart van onze stad staat te gebeuren. En dat is niet niks. Onder leiding van wethouder Wijsmuller besloot de coalitie om het hart van onze stad uit te leveren aan marktpartijen. Die marktpartijen zijn momenteel druk bezig met plannen voor te leggen aan een niet democratisch gekozen team van beoordelaars. Die gaan dan middels een aantal zeer breed omschreven criteria de plannen beoordelen.

167

Over een paar maanden zal de marktpartij met de meeste punten het recht krijgen om iets te gaan bouwen. Daarover heeft noch de raad, noch de stad ook nog maar iets te zeggen.

Peter Bos (HSP). U zegt dat de gemeente zich met deze besluitvorming uitlevert aan marktpartijen. Kunt u dat uitleggen? De grond is van de gemeente, de gebouwen zijn van de gemeente. Wat wordt hier uitgeleverd aan marktpartijen?

Inge Vianen (GroenLinks). We hebben dit debat in november al gehad, maar ik kan het best nog een keer uitleggen. De coalitiepartijen hebben een bedrag van meer dan € 180 mln. vrijgesteld zonder dat wij weten wat daarvoor gekocht wordt door deze gemeente. De coalitiepartijen hebben gezegd: we zetten een aantal brede criteria neer, we laten marktpartijen zich inschrijven en vervolgens gaan we kijken hoeveel punten elke marktpartij heeft; de marktpartij met de meeste punten krijgt die € 200 mln. en gaat dat bouwen. We hebben geen idee wat er gebouwd gaat worden, maar dat is wat er gaat gebeuren. Daarom zeg ik dat de binnenstad aan de marktpartijen wordt uitgeleverd.

Peter Bos (HSP). Maar u bent het wel met mij eens dat de grond en de gebouwen die hier komen gewoon in opdracht van de gemeente worden ontwikkeld, dat de gemeente eigenaar en opdrachtgever is en dat die bouwer dat in opdracht van de gemeente moet uitvoeren?

Inge Vianen (GroenLinks). Het gekke aan dit verhaal is natuurlijk dat de gemeente zegt 'we willen daar iets gaan creëren', maar vervolgens helemaal geen duidelijke criteria vastlegt voor wat we daar willen hebben. De marktpartijen krijgen vrij spel; marktpartijen mogen doen wat ze willen. Straks krijgen we een ontwerp en heeft niemand er nog zeggenschap over. Wij hebben het er in november al over gehad. Meer dan € 180 mln. is hier door deze raad gegeven aan marktpartijen, die iets mogen ontwikkelen waarover wij straks geen enkele zeggenschap meer hebben.

De voorzitter. Mijnheer Bos voor de laatste keer.

Peter Bos (HSP). Ik wil nog even weten welk gedeelte van dit bestemmingsplan dan precies gebouwd gaat worden door marktpartijen. Welk gedeelte van dit bestemmingsplan wordt uitgeleverd aan marktpartijen?

Inge Vianen (GroenLinks). Dat is een heel goede vraag. Die vraag is precies de reden waarom ik denk dat we dit bestemmingsplan nu niet moeten goedkeuren, omdat we daar geen idee van hebben. Wij gaan vanavond een bestemmingsplan goedkeuren met zulke brede kaders dat er van alles en nog wat kan gaan gebeuren. De vraag die u stelt, is eigenlijk het antwoord dat uzelf geeft. Als we het bestemmingsplan pas zouden goedkeuren nadat het winnende ontwerp bekend is geworden, zou de raad nog enige sturing kunnen geven aan datgene wat aan het Spuiplein te gebeuren staat. Maar door de bizarre tijdsdruk die het college uitoefent op het politieke besluitvormingsproces, is daarvan helemaal geen sprake. Zo zet de raad zichzelf willens en wetens buitenspel. Hebt u het ooit zo gek gezien? Maar goed, zo gek is het dus wel en we staan hier nu dus. Er wordt aan ons gevraagd om een bestemmingsplan goed te keuren waarin een bouwhoogte tot 90 meter hoog mogelijk wordt gemaakt aan het Spuiplein. 90 meter! Ten tijde van wethouder Norder protesteerde ik nog samen met de heer Wijsmuller tegen een bouwhoogte van 70 meter. Ik was toen in de veronderstelling dat hij protesteerde omdat de bouwhoogte van 70 meter te hoog was. Nu blijkt dat hij protesteerde omdat de bouwhoogte te laag was. Alleen al om die reden gaat GroenLinks hier niet mee instemmen, maar ook om andere redenen. We hebben een motie ingediend om van het Spuiplein een echt groen plein te maken. De verwachting was dan ook dat het plein de bestemming Groen zou krijgen. Op die manier zou de breed geuite wens van de inwoners van deze stad en van de raad op een duidelijke manier verwerkt zijn in het bestemmingsplan, maar dat is niet gebeurd. Nu is het dus maar afwachten waar de wethouder mee gaat komen. Wij vrezen voor verrijdbare aluminium bakken met planten. Wij horen graag van de wethouder dat dat niet het geval zal zijn en dat er, zoals de motie ook opdraagt, een hoogwaardige groene inkleding van het plein gaat komen.

168

Ook voor de bezonning en windhinder worden geen duidelijke oplossingen gegeven. Wij horen graag van de wethouder hoe hij daarmee wil omgaan. Sinds de coalitiepartijen in deze raad de DBM-procedure hebben goedgekeurd in november vorig jaar, is er wel het nodige bekend geworden over de consortia en over de bouwende partijen. Twee van de consortia die proberen om het winnende ontwerp te leveren, verkeren in financiële problemen. Wij vinden dat zorgwekkend; dan druk ik mij eerlijk gezegd nogal zacht uit. We weten allemaal dat een kat in het nauw rare sprongen kan maken. Een consortium dat in financiële problemen verkeert, zal er alles aan doen om het winnende ontwerp te leveren. Dat kan leiden tot enorme luchtkastelen. Wij vinden dat een gevaarlijke ontwikkeling. Dat geeft financiële risico's in de bouw. De wethouder heeft ons telkenmale voorgehouden dat zulke financiële risico's voor rekening van het consortium zijn. Maar omdat er geen bouwplicht is opgelegd voor het mede te ontwikkelen ministerie, is GroenLinks daar niet van overtuigd. Ook kunnen die eventuele luchtkastelen leiden tot onaanvaardbare financiële risico's voor de gemeente en de instellingen bij de exploitatie van het gebouw. Nu al weten we dat er een tekort is van bijna € 1 mln. per jaar dat de gemeente moet bijplussen. Dat moet afgebouwd worden naar nul in tien jaar. Wij vinden daarom dat er een second opinion moet worden uitgevoerd naar de exploitatie van het onderwijs- en cultuurcentrum na de bekendmaking van het winnende ontwerp alvorens het contract met het consortium wordt ondertekend. Ik dien daartoe een motie in met het volgende dictum: verzoekt het college een second opinion te laten uitvoeren naar de exploitatie van het onderwijs- en cultuurcomplex na de bekendmaking van het winnende ontwerp en de raad hierover voor het tekenen van het contract te informeren. De motie is meeondertekend door de ChristenUnie/SGP, de SP, de Partij voor de Dieren en Groep De Mos/OPDH. Er is nog een aangehouden motie van destijds het raadslid Wijsmuller. Die motie is ingediend op 31 oktober 2013. Ik vraag de wethouder om die motie te beoordelen en te bezien of hij deze kan naleven. Het is een motie over nadeelcompensatie voor de ondernemers op de Turfmarkt. Als de wethouder zo snel niet meer weet waar de motie over ging: ik heb die hier uitgeprint en kan die uitdelen. Ik hoor graag een reactie van wethouder Wijsmuller op de aangehouden motie van het raadslid Wijsmuller. Ik sluit af. Al tijdens vorige vergaderingen heeft GroenLinks gezegd dat wij het een goed idee zouden vinden om een raadsonderzoek te starten naar de besluitvorming over het Spuiforum en over het Spuikwartier. Ik hoor graag van de medeleden van deze raad hoe zij daartegenover staan.

De voorzitter. Door mevrouw Vianen, daartoe gesteund door de heer Grinwis, mevrouw Akhiat, mevrouw Teunissen en de heer Dubbelaar, wordt de volgende motie (rv 42.2015/5) ingediend:

Motie rv 42.2015/5

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (RIS 282303).

Overwegende dat: - de exploitatie van het onderwijs- en cultuurcomplex nauw samenhangt met het ontwerp van het gebouw.

Voorts overwegende dat: - bij twee van de drie deelnemende consortia financiële problemen bestaan; - er sowieso een exploitatietekort zal zijn van € 900.000,00 dat in 10 jaar moet worden afgebouwd naar € 0,00.

Van mening zijnde dat: - het belangrijk is om alle financiële risico’s voor de gemeente en voor de instellingen goed in kaart te brengen alvorens over te gaan tot de bouw van het onderwijs- en cultuurcomplex.

169

Verzoekt het college: - een second opinion te laten uitvoeren naar de exploitatie van het onderwijs- en cultuurcomplex na de bekendmaking van het winnende ontwerp. - de raad hierover vóór het tekenen van het contract te informeren.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Peter Bos (HSP). Voorzitter. Ik houd het kort. We hebben in de commissie uitgebreid gesproken over het bestemmingsplan, tot laat. Het voorleggen van het bestemmingsplan is een logisch gevolg van het besluit van vorig jaar om een DBM-aanbestedingsprocedure te volgen met betrekking tot de ontwikkeling van het Spuikwartier en het Wijnhavenkwartier. In het coalitieakkoord is voor het voorliggende project vastgesteld dat dit met maximaal één jaar vertraging zou worden uitgevoerd. Er is geen enkele aanleiding voor onze fractie om het nu anders te gaan doen. De HSP baseert zich daarbij op de ingekomen zienswijzen op het bestemmingsplan, die voor ons geen nieuwe inzichten hebben opgeleverd. De stedenbouwkundige uitgangspunten en de vastgestelde criteria vormen een extra waarborg om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van hetgeen zal worden ontworpen, goed zal zijn. In het bestemmingsplan is tevens een nadere-eisenregeling opgenomen, waardoor het college bij een vergunningaanvraag nadere eisen kan stellen. We zijn ook blij dat het distributieplanologisch onderzoek naar de raad is gestuurd en bij het bestemmingsplan is gevoegd. Ik wil nog iets zeggen over de bouwrechten. Er is gezegd dat er nu allerlei bouwrechten worden vergeven. Dat is natuurlijk niet aan de orde. Althans, er worden natuurlijk wel allerlei zaken publiekrechtelijk geregeld met het bestemmingsplan, maar privaatrechtelijk is nog helemaal niets aan de orde. De gemeente houdt daar volledig de regie op, omdat alle grond en alle gebouwen eigendom zijn van de gemeente. In die zin is er absoluut geen sprake van dat we nu worden uitgeleverd aan marktpartijen. Dat is klinkklare onzin.

Aisha Akhiat (SP). De heer Bos zegt dat er nog wel degelijk een controlemogelijkheid is voor de gemeente. Bedoelt hij dan voor het college of voor de gemeenteraad? Volgens mij heeft de gemeenteraad die bevoegdheid weggegeven in november.

Peter Bos (HSP). Het college heeft natuurlijk de bevoegdheid om overeenkomsten af te sluiten, maar die zullen wel moeten passen in de kaders die de raad heeft meegegeven. Als raad kunnen we altijd sturen, kunnen we altijd kaders aanpassen en kunnen we altijd proberen om het college bij de les te houden. Als u zegt dat de raad buitenspel staat, dan vind ik dat een heel vreemde taakopvatting. U bent raadslid. U kunt het college hier ter verantwoording roepen en de kaders veranderen.

Aisha Akhiat (SP). Maar die kaders zijn toch in november zo ruim vastgesteld; dit bestemmingsplan is toch zo ontzettend ruim dat de raad dan straks niet meer echt een mogelijkheid heeft om daar nog iets mee te doen? We mogen straks misschien als raad nog wel meepraten, maar mogen we volgens u ook nog meebeslissen?

Peter Bos (HSP). Ik heb net gezegd dat het bestemmingsplan allerlei waarborgen biedt, dat we daarnaast nog stedenbouwkundige randvoorwaarden hebben gesteld, dat er een beoordelingscommissie komt en dat er een nadere-eisenregeling is. Wat dat betreft, ben ik er volledig van verzekerd dat we nog alle mogelijkheid hebben om het plan de goede kant op te sturen en dat het college dat op een goede manier gaat doen. Als dat niet gebeurt, moeten wij als raad ingrijpen. Simpel!

Aisha Akhiat (SP). Ik hoor heel graag van de heer Bos hoe hij dat ingrijpen voor zich ziet, anders dan voor spek en bonen zeggen dat we het misschien straks niet leuk vinden.

170

Peter Bos (HSP). Wij hebben hier van tevoren, vorig jaar en ook nu in het bestemmingsplan publiekrechtelijke kaders meegegeven. We hebben stedenbouwkundige kaders meegegeven. Die zijn vastgesteld en daar moet het college zich aan houden, punt.

Inge Vianen (GroenLinks). De bijdrage van de HSP verbaast mij. Het kenmerk van een DBM- procedure is dat je vooraf criteria vaststelt. Vervolgens geef je vrijspel aan de marktpartijen en heb je daar dus als gemeenteraad helemaal niks meer over te zeggen. Dan kun je wel hier in de raad gaan zitten, met elkaar praten over dat winnende ontwerp en zeggen: ik vind het mooi of ik vind het niet mooi. Dat maakt echter helemaal niks meer uit, want die winnende marktpartij mag gewoon gaan bouwen, of jij het als gemeenteraadslid nu leuk vindt of niet. Kan de heer Bos daarop reageren?

Peter Bos (HSP). Ja, zo hebben wij dat vorig jaar afgesproken. Dat hebben wij niet zomaar gedaan. We hebben van tevoren allerlei randvoorwaarden meegegeven, aan de voorkant en dus niet achteraf.

Inge Vianen (GroenLinks). Precies! De heer Bos van de HSP bevestigt hiermee dat de raad buitenspel staat.

Peter Bos (HSP). Nee, dat zeg ik helemaal niet.

Inge Vianen (GroenLinks). Ja, dat zegt u wel. U bevestigde dat zojuist.

Peter Bos (HSP). Als het gaat om de DBM-procedure, hebben wij als raad heel duidelijke regels vastgesteld en meegegeven. De anti-Spuiforumpartij, de ASP oftewel Groep De Mos, heeft het over de Spuiforumpartij. Ik was wel een beetje benieuwd wat hij daarmee benieuwde, want het Spuiforum is al enige tijd van de baan.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik ben blij dat de heer Bos, woordvoerder van de Haagse Stadspartij, mij nog even aanhaalt. Ik heb hem inderdaad in mijn inbreng ook een aantal keren genoemd. Ik ben alleen benieuwd of de woordvoerder van de Haagse Spuiforumpartij mijn schriftelijke vragen heeft gelezen en ook de antwoorden daarop en wat hij vindt van het feit dat dit college de financiële positie van de kandidaat-bouwers niet nauwkeurig kan inschatten.

Peter Bos (HSP). Ik heb die vragen en die antwoorden niet gelezen. Groep De Mos stelt zo veel vragen dat ik dat niet bij kan houden, sorry.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Dat is schandalig, want het gaat om € 200 mln. Dit is een coalitiepartij en dit is de woordvoerder op dit dossier. Maar goed, ik lees de vraag even voor. Kunt u duiden hoe groot het risico is dat een van de geselecteerde bouwbedrijven omvalt? Ik krijg als antwoord: nee, de gemeente heeft geen volledig of actueel inzicht in de financiële positie van derden, noch kan zij het ondernemersrisico nauwkeurig inschatten. Wat vindt u daar nou van in het kader van risicoanalyse? U spendeert € 200 mln. aan een theater, dus ik hoor graag uw mening daarover.

Peter Bos (HSP). Wij gaan geen geld betalen aan bedrijven die failliet zijn. Dat is een beetje een domme vraag van u, mijnheer Dubbelaar. Ik begrijp echt niet wat u bedoelt.

De voorzitter. De heer Dubbelaar voor de laatste keer.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Het is de laatste keer, voorzitter. Sorry, maar ik krijg geen duidelijk antwoord van de woordvoerder van de Haagse Stadspartij. De vraag is duidelijk. De gemeente heeft geen inzicht in de financiële positie van de kandidaat-bouwers. Vindt u dat niet zorgelijk?

Peter Bos (HSP). Waarom denkt u dat het misgaat? De bedrijven bestaan nog, ze functioneren nog, hun koers is gestegen. Ze functioneren goed en ze hebben volle orderportefeuilles. De bouweconomie

171 trekt aan. Ik begrijp niet waar uw angst vandaan komt. Een beetje vertrouwen in de markt had ik toch wel verwacht van Groep De Mos.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik hoor de HSP hier zeggen: een beetje vertrouwen in de bouwwereld. Ik vind dat een spannende opmerking. GroenLinks heeft dat vertrouwen niet en dat is niet voor niks. Twee van de drie consortia verkeren in financiële problemen. De coalitie heeft hier bijna € 200 mln. ter beschikking gesteld aan die consortia. Het zou heel goed kunnen dat ze luchtkastelen gaan bouwen voor ons, dat wij akkoord moeten gaan met een bepaald ontwerp en dat dat ons als gemeente in grote financiële problemen brengt. Ik vind wel dat u een serieus antwoord moet geven op die vraag. Hoe staat u daartegenover?

Peter Bos (HSP). Uw stelling klopt helemaal niet. Wanneer is er door de gemeente geld gegeven aan consortia?

Inge Vianen (GroenLinks). Er is geld vrijgegeven door deze gemeenteraad om aan een van die consortia over te dragen zodra ze een winnend ontwerp inleveren. Er zijn grote financiële problemen bij twee van de drie consortia. Dat kan ertoe leiden dat wij hier worden opgescheept met een ontwerp dat helemaal niet rendabel is en waardoor wij in grote financiële problemen komen. Ik wil van u niet een antwoord horen: ik begrijp uw vraag niet. Ik wil gewoon een serieus antwoord horen op deze vraag. Wat vindt u ervan dat wij ons hierdoor wellicht in de financiële problemen storten als gemeente?

Peter Bos (HSP). Ten eerste is er nog geen geld uitgegeven. Er is nog geen geld gegeven aan een consortium. Er is nog geen winnend consortium. Wij weten nog niet wie dat gaat winnen. Op het moment dat wij dat wel weten, gaan wij als gemeente natuurlijk geen geld geven aan een bedrijf dat failliet is. Dat lijkt mij totaal buiten de orde. Ik begrijp niet waar uw fantasie nu precies naartoe gaat, maar die gaat wel erg ver.

De voorzitter. Mevrouw Vianen voor de laatste keer op dit punt.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik vind het pijnlijk dat de HSP deze vraag en de ernst van deze vraag niet begrijpt. Het gaat erom dat er straks een ontwerp zou kunnen komen te liggen dat volstrekt niet rendabel is, waardoor wij als gemeente worden opgezadeld met extra kosten die we moeten opbrengen, wat wellicht ten koste zal gaan van armoedebeleid, van kunst en cultuur, van groenbeleid en van luchtkwaliteitsbeleid. Kunt u daarop reageren?

Peter Bos (HSP). Ja, graag. U hebt echt geen snars begrepen van de DBM-procedure. Het is juist de bedoeling dat alle meerkosten worden opgevangen door het bouwbedrijf en dat de gemeente daar niet voor opdraait. Al die extra kosten die u noemt, zijn niet aan de orde. Wij gaan daardoor ook helemaal niet extra bezuinigen; dat is ook niet aan de orde. U hebt een totaal andere, verkeerde opvatting over wat hier gaande is.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik wil hier toch …

De voorzitter. Nee, mevrouw Vianen, u hebt niet het woord. U hebt drie keer geïnterrumpeerd en dat is voldoende.

Aisha Akhiat (SP). Ik wil mijn collega van GroenLinks even bijvallen. Volgens mij bedoelt zij dat je van een kale kip niet kunt plukken. Als zo'n bedrijf straks omvalt, kun je wel zeggen dat ze de schade dragen. Maar als ze geen geld hebben, dan hebben ze toch geen geld?

Peter Bos (HSP). Als een bedrijf geen geld heeft, gaat het failliet. Dan komt de order in de boedel en zal een ander bedrijf het project afmaken. Zo werkt het in de praktijk. Dat gebeurt regelmatig. Er zijn genoeg projecten in Den Haag die overgenomen zijn door andere bedrijven, omdat de oorspronkelijke bouwer failliet is gegaan. Natuurlijk moeten wij aan de voorkant proberen te voorkomen dat dit

172 gebeurt, maar ik ga ervan uit dat op het moment dat er een ontwerp komt, dat ook aan de financiële randvoorwaarden moet voldoen.

Daniëlle de Winter (PVV). Ik ben benieuwd hoe de Haagse Stadspartij het ziet dat als wij als raad en college geen zicht hebben op de financiële situatie bij bouwbedrijven, we dan de financiële risico's voor de stad kunnen inschatten. Kunt u mij dat uitleggen?

Peter Bos (HSP). Op het moment dat er een ontwerp ligt, zal het college uitermate kritisch kijken naar de financiële situatie van het bedrijf dat gaat bouwen. Dat is gewoon een voorwaarde die in het hele spel is opgenomen.

Daniëlle de Winter (PVV). Sorry, een spel?

De voorzitter. Mevrouw De Winter, hebt u een aanvullende vraag?

Daniëlle de Winter (PVV). Hoorde ik goed dat de heer Bos van de Haagse Stadspartij dit een spel noemt? € 200 mln.? Ik vind het echt schandalig. Kunt u daarop reageren?

Peter Bos (HSP). Er is een procedure met afspraken en met voorwaarden. Dat u erover valt dat ik dat een bepaalde naam geef, is uw probleem. Daar kan ik niet mee zitten.

De voorzitter. Mevrouw Vianen, op een ander punt en geen herhaling? Oké.

Inge Vianen (GroenLinks). Kan de heer Bos uitleggen waarom het bestemmingsplan vanavond goedgekeurd moet worden en niet pas nadat het winnende ontwerp bekend is?

Peter Bos (HSP). Ik heb dat in mijn inleiding genoemd: omdat we hebben afgesproken dat we binnen een jaar verder moeten met het plan. Er mag maximaal een jaar vertraging ontstaan ten opzichte van het vorige plan voor het Spuiforum, dat gesneuveld is, zodat we met maximaal een jaar vertraging opnieuw met planvorming aan de gang gaan. Daarom.

Inge Vianen (GroenLinks). Dus u erkent dat de tijdsdruk die vanuit het college wordt uitgeoefend op het goedkeuren van het bestemmingsplan de enige reden is om dit bestemmingsplan goed te keuren. Vindt u dan niet dat wij als raad onze eigen rol zouden moeten pakken en ons daar niet door zouden moeten laten leiden? Het college heeft besloten om maximaal een jaar vertraging op te lopen, maar wij moeten hier onze democratische controle kunnen uitoefenen. Vindt u niet dat wij hier gewoon zouden moeten zeggen: sorry college, jammer van die afspraak, maar wij gaan dit bestemmingsplan pas goedkeuren op het moment dat het ontwerp voorligt?

Peter Bos (HSP). Ja, dat kunt u voorstellen. Volgens mij ligt er een motie …

Inge Vianen (GroenLinks). Dat heb ik voorgesteld. Ik vraag u: vindt u dat ook?

Peter Bos (HSP). Ik kan dat natuurlijk niet doen. Ik kan dat niet steunen. Het spijt me.

De voorzitter. Mevrouw Vianen, u hebt nog vier minuten en er zijn nog twee onderwerpen. U mag van mij nog een interruptie plegen. Wilt u nog een interruptie?

Inge Vianen (GroenLinks). Waarom kunt u dat niet steunen, als dat de democratische controle door deze raad ten goede komt?

Peter Bos (HSP). Omdat het in het coalitieakkoord staat en wij die afspraak hebben gemaakt. Die komen wij na. Wij zijn een betrouwbare partij en geen partij die gaat zwalken.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik constateer dat er geen sprake …

173

De voorzitter. Mevrouw Vianen, u hebt niet het woord.

Aisha Akhiat (SP). Voorzitter. Wie had nou voor de verkiezingen gedacht dat we van de HSP zo'n verhaal zouden krijgen? Ik heb eerst een vraag aan de wethouder, namelijk of hij uitgebreid kan reageren op de insprekers die we zojuist hebben gehoord. Dat is ook meteen mijn enige vraag aan de wethouder, want alle andere vragen heb ik al meerdere malen gesteld in commissievergaderingen. Daar heb ik deels wel antwoord op gekregen en voor een groot deel ook niet, maar volgens mij heeft het niet veel zin om ze nu nog een keer te stellen. We hebben het vanavond wederom over het Spuiforum, deze keer in verband met het bestemmingsplan dat dat plan mogelijk zou moeten maken. Normaal gesproken - dat is volgens mij ook het meest logisch - stel je eerst in een bestemmingsplan de kaders vast van wat je wilt dat in een bepaald gebied wel en niet moet kunnen. Maar dat is hier kennelijk geen optie, want de plannen zijn er al en ze moeten koste wat het kost doorgaan. Dus worden de plannen niet afgestemd op het bestemmingsplan, maar wordt het bestemmingsplan zo ver mogelijk opgerekt om die plannen vooral maar mogelijk te maken. Alle verkiezingsretoriek van bijvoorbeeld de Haagse Stadspartij ten spijt: dat cultuurpaleis moet en zal er komen. Niets en niemand zal dat nog in de weg staan. Er is nog genoeg te doen en aan te pakken in de stad, waar heel veel geld voor nodig is. Zo werden er bijvoorbeeld vorig jaar in Den Haag maar 34 woningen bijgebouwd in de sociale sector, terwijl de woningnood groot is en alleen maar hoger wordt, maar er is geen geld. Tegelijkertijd geeft het stadsbestuur bijna € 200 mln. uit aan een nieuw onderwijs- en cultuurgebouw. Ik zal mijn collega's in de raad een plezier doen en hier vanavond niet opnieuw in discussie gaan over hoe ongewenst dat is. De mening van de SP hierover is volgens mij inmiddels wel duidelijk. Ik wil iedereen die luistert wel één ding in overweging geven. De meerderheid van de raad bestaat uit partijen die in het college zitten. Als die meerderheid om de haverklap de macht om nog ergens verder over te beslissen overdraagt aan het college - zie bijvoorbeeld de Schoenmakersvakschool, het Spuiforum in november en de Metropoolregio - wat is onze controlerende taak als raad dan nog waard? Dank u wel.

De voorzitter. Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie/SGP.

Aisha Akhiat (SP). Heel gênant, maar ik heb ook nog een motie. Kan ik die nog indienen of is het nu te laat?

De voorzitter. Die kunt u nog steeds indienen. U vervolgt uw betoog.

Aisha Akhiat (SP). Dank u wel. We hadden inderdaad ook nog een motie in het verlengde van wat ik net allemaal vertelde. Het dictum luidt: spreekt uit dat de gang van zaken een ongewenste situatie heeft opgeleverd, waarin de gemeenteraad niet naar behoren zijn controlerende taak kan uitvoeren. De motie is meeondertekend door GroenLinks en de Partij voor de Dieren.

De voorzitter. Door mevrouw Akhiat, daartoe gesteund door mevrouw Vianen en mevrouw Teunissen, wordt de volgende motie (rv 42.2015/6) ingediend:

Motie rv 42.2015/6

De gemeenteraad van Den Haag op 11 juni 2015 in vergadering bijeen ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (RIS 282303).

Constaterende dat: - de gemeenteraad via een bestemmingsplan kaders kan stellen voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van een plangebied; - het voorliggende ontwerp-bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein, met het doel om

174

alle mogelijke uitkomsten van de nog lopende ontwerpwedstrijd voor het onderwijs- en cultuurcomplex op het Spuiplein (ook wel bekend als het Spuiforum 2.0) te accommoderen, dusdanig ruim is opgesteld dat hier eigenlijk geen sprake is van een kaderstellend plan.

Overwegende dat: - het college, door ervoor te kiezen om het ontwerp-bestemmingsplan te behandelen voordat de uitslag van de lopende wedstrijd bekend is, de gemeenteraad belemmert in het uitvoeren van zijn controlerende taak; - het college de gemeenteraad hiermee essentiële mogelijkheden ontneemt om controle uit te oefenen op de ontwikkeling en totstandkoming van het Spuiforum 2.0, een risicovol prestigeproject dat wordt bekostigd uit bijna 200 miljoen euro aan gemeenschapsgeld en nauwelijks draagvlak heeft in onze stad.

Spreekt uit dat: - de hierboven omschreven gang van zaken een ongewenste situatie heeft opgeleverd, waarin de gemeenteraad niet naar behoren zijn controlerende taak kan uitvoeren.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Allereerst dank ik de insprekers voor de heldere inspraak. In november heeft deze raad helaas ingestemd met de kaders en kredietaanvraag Spuikwartier en het bijbehorende projectdocument, waarmee de beleidsmatige fundamenten zijn geslagen voor een nog megalomaner complex dan het oorspronkelijke Spuiforum. De ruimte die het projectdocument biedt is gigantisch, de bouwenvelop immens en vooral de commerciële ontwikkelruimte die geboden wordt, vervult mij met zorg. Tijdens de commissiebehandeling heb ik al gezegd dat hoewel dat zo is, het projectdocument netjes door de wethouder is verwerkt in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan. Dat betekent dus niet dat ik er blij mee ben. Wat vooral ongemakkelijk is aan het voorliggende bestemmingsplan, is dat we gelet op de besluitvorming van het afgelopen najaar en de lopende aanbestedingsprocedure, de zorgen van bewoners, van ondernemers en ook van mijn fractie over de bezonning van met name de Turfmarkt, over de windhinder en over de zichtlijnen op die prachtige Nieuwe Kerk niet kunnen tackelen in het bestemmingsplan. Dat valt dus ook op in de reactie van het college op de vele gegrond verklaarde zienswijzen. Zij krijgen als reactie een verwijzing naar de regel in artikel 5.3; een regel die gewijzigd is en inderdaad zoals de heer Ten Velden terecht opmerkte ook nog eens taalkundig onjuist. Dat is een regel waarin het bevoegd gezag, het college, de bevoegdheid heeft om nadere regels te stellen. Dat is dus wat ongemakkelijk, want de raad staat daarbij buitenspel, terwijl uit het debat is gebleken dat volgens mij raadsbreed de raad graag betrokken wil zijn bij het stellen van die nadere regels en bij het proces, ook straks na het winnende ontwerp. De vraag waarvoor ik was gesteld, was dus: hoe kunnen we de positie van de raad versterken bij het stellen van die nadere regels? Dat is best een lastige klus, gelet ook op artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, waarin het bevoegd gezag wordt getypeerd als het college van B en W. Toch heb ik een amendement voorbereid, waarmee in artikel 5.3 na 'het bevoegd gezag kan' wordt ingevoegd: na raadpleging van en instemming door de gemeenteraad. Dit amendement is meeondertekend door collega Vianen van GroenLinks. De regels van een bestemmingsplan lezen natuurlijk nooit als een roman, maar het is toch wat al te gortig om het taalkundig ook nog onjuist te formuleren. Daarom heb ik nog een amendement voorbereid, waarmee ik de taalkundige foutjes die zijn geslopen in artikel 5.3 en artikel 5.4 heb opgelost in niet aantrekkelijk, maar wel kloppend Nederlands.

De voorzitter. Door de heer Grinwis, daartoe gesteund door mevrouw Vianen, wordt het volgende amendement (rv 42.2015/A) voorgesteld:

175

Amendement rv 42.2015/A

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42, RIS 282303).

Besluit om dictum XI als volgt te wijzigen: met in achtneming van de Staat van wijzigingen vast te stellen het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0518. BP0287EWhkwSpuipln - 40ON.dgn met ondergrond o_NL.IMRO.0518. BP0287EWhkwSpuipln -ond.dgn en regels, zoals deze bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bescheiden zijn aangegeven, toegelicht en beschreven, met dien verstande dat in artikel 5.3 na ‘het bevoegd gezag kan’ wordt ingevoegd: ‘na raadpleging van en instemming door de gemeenteraad’.

Toelichting: In het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein is in artikel 5.3 opgenomen dat het bevoegd gezag (het college) nadere regels kan stellen aan de nieuwbouw (Gemengd-3) aan het Spuiplein. Aangezien de bouwregels (artikel 5.2) al zeer ruim zijn, krijgt het college hiermee relatief veel vrijheidsgraden. Om te borgen dat de gemeenteraad betrokken wordt bij het stellen van nadere regels, wordt door de hiervoor genoemde invoeging vastgelegd dat eerst de gemeenteraad geconsulteerd moet worden en moet instemmen met het stellen van die nadere regels. Een reden te meer voor dit amendement is de veelvuldige verwijzing in de reactie op meerdere zienswijzen naar dit artikel 5.3. Door de heer Grinwis wordt het volgende amendement (rv 42.2015/B) voorgesteld:

Amendement rv 42.2015/B

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42, RIS 282303).

Besluit om de regels in artikel 5 als volgt te wijzigen:

Artikel 5.3 (Nadere Eisen); De huidige tekst als volgt te wijzigen:

Het bevoegd gezag kan op basis van het beleid voor bezonning en windhinder (RIS 170509) en uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nadere regels stellen ten aanzien van: a. de situering en/of vormgeving van gebouwen en de ruimtelijke inpassing ervan in de omgeving, met name ten aanzien van hierdoor optredende gevolgen voor wat betreft bezonning en windhinder, alsmede in verband met de uitwerking hiervan op de historische binnenstad; b. de situering van in- en/of uitritten van de parkeergarage(s) en omtrent de wijze van ontsluiting van de expeditie.

Artikel 5.4 (Afwijken van de bouwregels)

Het bevoegd gezag kan afwijkingen toestaan van: a. Artikel 5.2.1, onder d, ten behoeve van een verhoging van de bouwhoogte, onder voorwaarde dat de bouwhoogte vanaf de grenslijn waar de maximum bouwhoogte van 70 m wordt bereikt perceel inwaarts in de richting van de Zwarte Weg wordt verhoogd onder een hoek van maximaal 21,5 graad met de horizon en tot een maximum bouwhoogte van 90 m en voorts onder de voorwaarde dat de bebouwing op een stedenbouwkundige verantwoorde wijze kan worden ingepast, waarbij onder andere

176 de gevolgen van bezonning en windhinder worden betrokken, alsmede de uitwerking hiervan op de historische binnenstad; In geval de bouwhoogte op grond van een besluit tot afwijken van de bouwregels als hiervoor bedoeld is of kan worden verhoogd, blijft artikel 16, lid 1 onder a van de regels van dit plan buiten toepassing, indien en voor zover daardoor de maximum bouwhoogte van 90 m wordt of kan worden overschreden.

Toelichting: Door de aanpassing op basis van het gewijzigd raadsvoorstel zijn de artikelen 5.3 en 5.4 taalkundig onjuist geredigeerd. Met de hierboven omschreven aanpassingen wordt deze redactionele omissie hersteld.

De amendementen maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). Voorzitter. Zo zie je maar dat het voorstel inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein heel erg spannend is. Dat zie je ook aan de emoties hier binnen de raad. Voordat ik begin wil ik dank uitspreken aan de insprekers voor hun betogen. Ik hoop dat de wethouder daar vanavond op kan reageren. De gemeenteraad moet zijn regie en sturing behouden. Nu besloten is dat er aanbesteding plaatsvindt, lijkt er geen plek te zijn voor de raad en al helemaal niet meer voor de burgers. Het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein is een enorm plan met een prijskaartje van ruim € 176 mln. Dit baart mij zorgen, aangezien het plan uit handen wordt gegeven aan de uitvoerende macht. Wij vinden het een kwalijke zaak dat er niet wordt gewacht op het uitgewerkte plan en dat er wel goedkeuring wordt gegeven aan het bestemmingsplan. Ik stel voor, net als de insprekers die uitgebreid hebben gesproken in de commissievergadering, om het bestemmingsplan op te schorten totdat er een ontwerp ligt en wij als raad het hebben beoordeeld. Wij kampen al met genoeg leegstand in onze stad. Toch komen er nieuwe winkel- en kantoorpanden bij met dit plan. Een nieuw project zoals Babylon kampt ook al met leegstandproblematiek. Wil de wethouder nog meer leegstand veroorzaken in Den Haag? Is de wethouder zo zeker van zijn zaak dat hij kan zeggen dat de beschikbaar gestelde winkel- en kantoorpanden allemaal vervuld worden? Graag krijg ik een reactie hierop. Vergroening is met dit plan uitgesloten. Er wordt gebouwd om te bouwen en er is geen plek voor groen. Dat is zeer jammer en dit terwijl de bewoners rondom het Spuiplein nadrukkelijk hebben gevraagd om een groen plein en om verzachting van het plein. Doordat er een ondergrondse parkeergarage wordt gerealiseerd, wordt de weg gedwarsboomd om bomen te planten op het Spuiplein. Waar blijft de stem van de burger? Juist die wordt genegeerd. Hoogbouw is een punt dat enorm leeft, vooral bij ondernemers. Bezonning, windhinder, schaduw, bouwhoogte en zomerreces zijn een aantal van de bezwaren die zijn geuit door ondernemers. We hebben het net ook gehoord van een ondernemer die het daarover had. In het gewijzigd raadsvoorstel is opgenomen dat de algemene afwijkingsmogelijkheid niet van toepassing is voor de maximale bouwhoogte van 90 meter. Dit neemt de bezwaren niet weg. De bouwhoogte van 90 meter is al hoog genoeg, waardoor de afwijkingsmogelijkheid van 10% eigenlijk een schijnconstructie is om de eventuele bezwaren tegen hoogbouw weg te nemen. De bouwhoogte van 90 meter zorgt voor oneerlijke concurrentie onder de ondernemers. Dit moeten we niet willen. Een ondernemer mag hier niet onder lijden. Een terrasje zonder bezonning trekt geen klanten, terwijl de andere ondernemer, die geen last heeft van hoogbouw, juist wel klanten trekt. Is de wethouder dit met mij eens en is hij bereid om de oneerlijke concurrentie weg te nemen door bijvoorbeeld de maximale bouwhoogte te verlagen? Graag krijg ik een reactie. Zoals andere collega's al hebben gezegd, kunnen wij de € 176 mln. beter besteden. Met 'beter' bedoel ik bijvoorbeeld aan werkgelegenheid, mensen die in financiële problemen zitten, zzp'ers en mensen die niet rondkomen van hun uitkering. Wij vinden het een omstreden en duur plan, waarvan ik mij afvraag wat het Den Haag zal opleveren. Het Spuiforum is in een ander jasje gestoken met een andere benaming, met onder andere dank aan de HSP. Een bestemmingsplan goedkeuren zonder uitgewerkt plan? Nee, dank u!

177

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. De Partij voor de Dieren hecht grote waarde aan vrijheid, maar die vrijheid mag niet ten koste gaan van een ander. De vrijheid die dit bestemmingsplan aan de projectontwikkelaar biedt, maakt het voor de raad oncontroleerbaar of omwonenden, ondernemers en dieren in de knel komen. Zo zijn bijvoorbeeld de bezonning en de windhinder niet opgenomen in het plan. Wij kunnen de gevolgen voor kwetsbare groepen te weinig overzien en door de manier van aanbesteden staat de raad buitenspel. Daarom heeft de Partij voor de Dieren er van het begin af aan op aangedrongen dat de raad eerst een gebiedsvisie vaststelt alvorens verdere stappen worden gezet. Zelfs een voorstander van dit megalomane project zou een gedegen visie voorafgaand aan een bestemmingsplan evident moeten vinden. Met dit plan wordt bijvoorbeeld veel bebouwing mogelijk gemaakt, terwijl nauwelijks inzichtelijk is of het niet elders in de stad leegstand veroorzaakt, om nog niet te spreken over het gebrek aan groen. Dat is nog erger. Vanwege het gebrek aan regie over de inrichting van het gebied stemt de Partij voor de Dieren tegen dit plan. Ondanks het feit dat de Partij voor de Dieren tegenstemt, zijn we blij met de toezegging van de wethouder om een beschermde diersoort serieus te nemen. De Partij voor de Dieren heeft tijdens de raadscommissie aandacht gevraagd voor twee bijzondere bewoners van het Spuikwartier. Het slechtvalkenpaar boven op het dak van Justitie is de snelste valkensoort ter wereld. Er zijn slechts tien broedende slechtvalkenparen in heel Zuid-Holland en daarvan hebben wij er één in onze eigen stad. Daar mogen we trots op zijn. Sorry, twee, maar ik bedoel één in het Spuikwartier. Dáár mogen we trots op zijn. Een goede rustplaats voor de slechtvalk luistert echter nauw. De wethouder heeft ons toegezegd minstens twee alternatieve locaties te bieden. We zijn zeer benieuwd naar hoe kansrijk die geboden locaties zijn. Ook vragen we ons af of het genoeg locaties zijn.

Peter Bos (HSP). Ik ben ook heel bezorgd over de slechtvalk. Ik vind het ook geweldig dat ze in Den Haag nestelen en rondvliegen. Dat betekent dat het goed gaat met de natuur in de binnenstad …

Christine Teunissen (PvdD). Nou!

Peter Bos (HSP). Maar slechtvalken hebben wel hoogbouw nodig. Dat betekent: hoe meer hoge gebouwen in de binnenstad, in het Spuikwartier, hoe beter dat is voor de slechtvalk. Bent u dat met mij eens?

Christine Teunissen (PvdD). Ik denk dat er nu voldoende locaties zijn voor de slechtvalk in Den Haag. Er is al zat hoogbouw. Ik vind het wel heel bijzonder dat u blijkbaar zo blij bent met die hoogbouw in het Spuikwartier. Een goede rustplaats voor de slechtvalk luistert nauw. We vertrouwen op een deskundige plaatsing en we vertrouwen erop dat er pas gesloopt wordt, indien de vogels daadwerkelijk gebruikmaken van een van de aangeboden alternatieven. We zullen de ontwikkelingen aandachtig blijven volgen op dit punt. De Partij voor de Dieren wil ook dat de vleermuizen die mogelijk voorkomen in het plangebied gekoesterd worden. De Partij voor de Dieren is dan ook zeer benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek dat op dit moment nog loopt. We zijn blij met de toezegging van de wethouder dat er in het plangebied verblijfplaatsen komen voor beschermde diersoorten zoals de huismus en de vleermuis. We vragen ons echter wel af hoe de wethouder dit kan waarborgen, aangezien dit niet van tevoren in de kaders aan de projectontwikkelaar is opgelegd. Graag krijg ik nog een reactie daarop. Ik kom bij mijn laatste punt. Bij de stadsgesprekken met de omwonenden bleek maar weer hoe belangrijk het groene aspect is in deze verstedelijkte omgeving. Zo sloeg een van de aanwezige bewoners de spijker op de kop: 'Waarom een avondlang praten over openbare ruimte terwijl deze het resultaat is van wat er overblijft nadat onderkomens van de culturele instellingen zijn ontworpen? Vorm volgt functies. De gebouwen zijn toch prioriteit nummer één.' We zitten niet te wachten op een versteende verlenging van de Grote Marktstraat. Graag zien we dat van de rode loper een groene loper wordt gemaakt. De aangenomen motie voor een groen Spuiplein dient dan ook serieus te worden genomen in een gebiedsvisie die wat ons betreft komt voordat we verdergaan met dit bestemmingsplan. Ik zou daar graag een hoogwaardig groen Spuiplein zien met bomen.

178

Robert van Asten (D66). Voorzitter. Eind vorig jaar bespraken wij in deze zelfde zaal de kaders voor het nieuwe Spuikwartier. We beslisten toen welke eisen wij als gemeenteraad aan de invulling van dit nieuwe gebied stelden. Dat deden wij met een nieuwe manier van aanbesteden. Wij kozen ervoor om een stevig eisenpakket op tafel te leggen, daar een prijs aan te verbinden en aan bouwers, architecten en technici te vragen om met een bod te komen waarmee deze wensen werden vervuld. Wij legden eisen neer over maximale hoogtes en maximaal bouwvolume, bezonnings- en windnormen en duurzaamheidseisen. We kenden extra punten toe aan het consortium dat het beste idee heeft voor de stedenbouwkundige invulling en stelden dat het Spuiplein een groen plein moest worden. Daarnaast ligt er nog een pakket aan eisen inzake de technische details rondom de bouw van het onderwijs- en cultuurgebouw, mede samengesteld door de toekomstige gebruikers. Dat alles vormt wat D66 betreft het absolute kader inzake de invulling van het plangebied waarover we het vandaag hebben. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat het winnende consortium ook daadwerkelijk zijn bieding kan realiseren. Die zal dus voldoen aan alle eisen die wij hier hebben vastgesteld, sommige in knock-outcriteria vervat, andere al wettelijk verankerd en andere als onderdeel van de beoordeling door de onafhankelijke beoordelaars, de ter zake kundige mensen die de plannen op hun merites kunnen beoordelen. Als wij dan ook naar het bestemmingsplan kijken, bekijken wij dat door het filter van het eisenpakket. Wij moeten dan constateren dat het bestemmingsplan de bouwenvelop van het Spuikwartier adequaat inricht. Met die constatering zal D66 dan ook instemmen met dit bestemmingsplan. Als deze raad het bestemmingsplan zal aannemen, zijn we weer een stap dichter bij de realisatie van de inrichting van het Spuikwartier. Daarmee weet de wethouder het afgesproken schema prima te realiseren en dat verdient waardering, net als de manier waarop de wethouder ons als raad continu heef geïnformeerd.

Aisha Akhiat (SP). Ik wil even kort ingaan op die bouwenvelop. Ik heb de heer Van Asten daar al eerder over gehoord. Hij zei net als zijn collega van de VVD dat die bouwenvelop sowieso nooit helemaal volgebouwd zal worden. Daar is die niet voor bedoeld, maar alleen om het kader vast te stellen. Maar wat nou als het winnende consortium wel die hele bouwenvelop volbouwt? Wat kan de raad er volgens u dan nog aan doen?

Robert van Asten (D66). Volgens mij is dat praktisch onmogelijk met de bouwvolumes die we daarbij hebben aangegeven en ook met de hoogtes die onder andere in het cultuur- en onderwijsgebouw moeten zitten. Dat zal dus niet plaatsvinden. Daarbij worden ze ook nog eens beoordeeld op stedenbouwkundig karakter. Ik ga ervan uit dat een volledige blokkendoos zonder enige invulling aan stedenbouw niet het winnende ontwerp zal zijn.

Aisha Akhiat (SP). Dat is duidelijk. U acht de kans niet groot, maar stel dat er wel een blokkendoos uitrolt. U hebt eerder in de commissievergadering aangegeven dat u vond dat er dan wel degelijk nog kan worden bijgestuurd door de gemeenteraad. Kunt u aangeven hoe?

Robert van Asten (D66). Voor de gemeenteraad is er natuurlijk nog één optie open: de keiharde noodrem om te stoppen met het hele proces. U begrijpt dat wij daarvan geen voorstander zullen zijn.

De voorzitter. Mevrouw Akhiat voor de laatste keer op dit punt.

Aisha Akhiat (SP). Dan vraag ik mij af waar die noodrem zit. Dat wil ik graag weten, want volgens mij hebben wij in november de bevoegdheid om aan die noodrem te trekken ook weggegeven aan het college.

Robert van Asten (D66). Wij hebben dat in het hele eisenpakket neergelegd. Dat krijgen we dadelijk ook terug als we te horen krijgen wat het winnende concept is, met alle eisen waaraan is voldaan. Op het moment dat wij achten dat niet aan alle eisen is voldaan en er is gegund, staat het ons als raad natuurlijk vrij om te zeggen: er is niet voldaan aan deze eisen die we als raad hebben gesteld; we trekken nu de stekker eruit. Dat is altijd medegedeeld hier in de raad.

179

Inge Vianen (GroenLinks). Ik ben toch wel benieuwd waar dat de stekker eruit trekken dan uit bestaat volgens de heer Van Asten. Volgens mij kan dat helemaal niet.

Robert van Asten (D66). Het stoppen van een aanbesteding heeft grote gevolgen. Dan zal er namelijk de komende jaren helemaal niks kunnen gebeuren op dit plein, want je kunt niet opnieuw een nieuwe aanbesteding starten. Het is echter wel het moment om de stekker eruit te trekken.

Inge Vianen (GroenLinks). Kan de heer Van Asten dan praktisch aangeven hoe hij dat gaat doen?

Robert van Asten (D66). Hoe ik dat ga doen, is een interessante vraag. Ik denk eerder dat u wellicht van die mogelijkheid gebruikmaakt, als ik uw inbreng van zojuist goed heb gehoord. U roept een raadsvergadering bijeen waarin u een standpunt van de raad vraagt.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik ben echt verbaasd over dit betoog. Dat betekent namelijk dat de DBM- procedure helemaal niet wordt uitgevoerd zoals D66 dat in eerste instantie heeft ingestoken. Ik ben erg benieuwd naar een antwoord hierop van de wethouder.

Robert van Asten (D66). Het is geen vraag, maar het is nog steeds volledig zoals wij dat zelf - ik zal niet zeggen 'bedacht hebben' - voor ogen hebben en waarmee wij hebben ingestemd. Wij wachten op het ontwerp en we gaan ervan uit dat dat voldoet aan de eisen die wij daaraan hebben gesteld. Het is een heel boekwerk waar we doorheen moeten. U hebt eerder aangegeven dat het om een paar punten gaat. Dat vond ik een vreselijke versimpeling van de werkelijkheid. U weet dat het om enorme boekwerken gaat waarmee de drie consortia nu aan de slag zijn gegaan. Qua zorgvuldigheid heb ik daar alle vertrouwen in.

Aisha Akhiat (SP). Ik kom nog even terug op die noodrem. U zegt: als de kaders te buiten worden gegaan, dan kunnen we nog met de een of andere noodgreep iets doen. Dan moeten we heel creatief iets bedenken waardoor we die aanbesteding toch nog kunnen stoppen. Dat laat natuurlijk onverlet dat iemand wel degelijk een blokkendoos kan neerzetten binnen die kaders. Volgens mij hebben we als raad in november daarvoor carte blanche gegeven, dus daar zouden we dan helemaal niets meer aan kunnen doen. Bent u dat met mij eens?

Robert van Asten (D66). Wij hebben eisen gesteld aan de hand van hoe wij dit gebied zien. Wij hebben aan consortia gevraagd om daaraan invulling te geven. U stelt nu allemaal 'stel dat'- rampscenario's voor. Als ik op al die rampscenario's zou moeten ingaan, dan staan we hier morgenochtend vroeg nog, dus dat ga ik zeker niet doen. Ik heb er zelf alle vertrouwen in dat er met de kaders die wij als raad hebben meegegeven een goed ontwerp uitkomt. Het winnende ontwerp zal dan ook daadwerkelijk het beste zijn op alle punten die wij van belang achten.

De voorzitter. Mevrouw Akhiat voor de laatste keer op dit punt.

Aisha Akhiat (SP). Was het dan niet beter geweest om in november gewoon nog een mogelijkheid in te bouwen zodat de raad, mocht het niet mooi zijn en mochten we niet tevreden zijn over het winnende ontwerp, nog kan zeggen: nee, dit willen we niet?

Robert van Asten (D66). Ik hoor de SP zeggen: als we het niet mooi vinden, kunnen we het dan weer ruilen? We hebben hier avonden en dagen gezeten en over alle details gesproken van dit plan voor dit belangrijke stukje van de binnenstad dat we hier nog willen inrichten en waarmee we Den Haag daadwerkelijk op de kaart willen zetten. Dat willen we nu versimpelen tot: ik vind het niet mooi. Sorry, maar zo werken we niet. Wij gaan ervan uit dat er aandacht wordt gegeven aan die eisen, dat de beoordeling op die eisen secuur gebeurt en dat hier een fantastisch plekje in de binnenstad van Den Haag gaat ontstaan.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik hoorde zojuist het toverwoord 'vertrouwen'. Ik werd daardoor opgeschrikt. De Spuiforumwethouder van D66 is fiscalist. Ik ben ervan overtuigd dat

180 hij wel mijn vragen heeft gelezen, dus ik was benieuwd naar zijn reactie op de antwoorden van het college.

Robert van Asten (D66). Na het woord 'vertrouwen' krijg ik te horen dat ik al wethouder ben. Dat spreekt een heel stukje vertrouwen uit van de Groep De Mos, dus dank u daarvoor, maar ik neem aan dat u 'woordvoerder' bedoelde. In mijn rol als woordvoerder zal ik dan ook antwoord geven op deze vertrouwensvraag over uw schriftelijke vragen. Die gingen erover of men zich er zorgen over moest maken dat twee van de drie bouwbedrijven recent in financieel slecht weer zijn gekomen. Uiteraard maken wij ons zorgen over alles waarmee we een aanbesteding hebben, of dat nu het Spuikwartier is, de Rotterdamsebaan of het onderhoud dat wij uitbesteden aan gevelwerkzaamheden et cetera. Gelukkig hebben we daar ook goed op gelet bij het vaststellen van dit kader. Wat moet een consortium dat deze opdracht wil winnen namelijk meenemen? Dat is minimaal een accountantsverklaring. Het winnende gaat nog een keer met zo'n accountantsverklaring gecontroleerd worden. Vervolgens moeten zij zich verzekeren, zodat de bedragen die de gemeente in tranches overmaakt verzekerd zijn en wij dat geld terugkrijgen, mocht er onverhoopt toch iets gebeuren. Aangezien wij het in tranches overmaken, wordt het hele bedrag dus niet in één keer overgemaakt. Mocht er dus onverhoopt iets misgaan, dan kunnen we met de rest van het consortium, aangevuld met een nieuwe bouwer, een nieuwe afspraak daarover maken.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik word bijna emotioneel van de uitleg over de procedure, maar ik bedoelde dat het college de ondernemersrisico's niet kan inschatten.

Robert van Asten (D66). Het college verlaat zich op onafhankelijke accountants. Daar heb ik veel vertrouwen in. Op het moment dat de wethouder zegt dat hij dat zelf niet kan, geloof ik de wethouder daarin. Als hij zegt dat hij zich daarmee op een accountantsrapport zal verlaten, heb ik nog meer vertrouwen in de wethouder, aangezien hij iets wat niet zijn kernkwaliteit is, namelijk accountantswerk, uitbesteedt aan een professional. Ik vind het een goed antwoord van de wethouder.

De voorzitter. De heer Dubbelaar voor de laatste keer op dit punt.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Inderdaad voor de laatste keer, want mijn tijd is kostbaar. Ik ben benieuwd naar de reactie van de woordvoerder van D66 op de inbreng van de fractievoorzitter van zijn coalitiepartner, de Haagse Stadspartij, zojuist.

Robert van Asten (D66). Ik vind het eigenlijk een heel vreemde vraag dat ik moet reageren op de inbreng van een collega. Als ik dat had willen doen, had ik dat middels een interruptie zeker gedaan. Ik laat deze vraag even aan mij voorbijgaan. Het is een rare vraag.

De voorzitter. Bent u klaar?

Robert van Asten (D66). Ik was inderdaad toegekomen aan mijn laatste zin, maar toen kwamen er wat interrupties. Ik sprak net mijn waardering uit voor de manier waarop het schema wordt doorgelopen. Dat roept natuurlijk wel de vraag op welke vervolgstappen er nu aankomen. Bij sommige mensen is daar veel twijfel over: wanneer volgt nu welke stap? Wellicht is het goed als de wethouder nog even uitlegt aan de raad en aan de stad wat wij kunnen verwachten: wanneer is precies die gunning en welke stappen volgen dan? Dat hoor ik nog graag van de wethouder.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Wij staan hier omdat wij ooit een projectdocument hebben vastgesteld. Mijn collega, de heer Van Asten, heeft daar zojuist uitgebreid bij stilgestaan. Het logische gevolg is dat je verdergaat met een bestemmingsplan. Dat is een voortgang in de realisatie van een onderwijs-, cultuur- en uitgaanscentrum. Bij deze ontwikkeling komt een samenhang met het Wijnhavenkwartier naar voren, waar onderwijs- en studentenhuisvesting gerealiseerd wordt. Het voorstel van het bestemmingsplan is, zo kunnen wij zeggen, ruim op tijd. Het is een groot, complex gebied waarbinnen en -buiten veel en diverse belangen met elkaar afgewogen moeten worden. Tijdens

181 de behandeling hebben wij een aantal aandachtspunten meegegeven. Die zijn vertaald in het projectdocument. Ik noem de zorg om bezonning van de percelen en terrassen van de Turfmarkt. Wij gaan de consortia veel punten toekennen indien zij hieraan kunnen voldoen. Voor het CDA blijft wat betreft de ruimtelijke ordening, wij stellen vandaag immers een bestemmingsplan vast, belangrijk dat wij zicht blijven houden op de Nieuwe Kerk en dat er aansluiting blijft, oplopend naar de bestaande hoogbouw, zoals ooit in het plan-Weeber heeft gestaan. Voor het CDA is het belangrijk dat wij doorgaan met het realiseren van onderwijshuisvesting, een realisatie voor dans, het Residentie Orkest en, voor het CDA van het begin af aan heel belangrijk, een poppodium en een uitgaansgebied. Met de stap die wij vandaag nemen zijn wij daar wat het CDA betreft een stukje dichterbij.

Rajesh Ramnewash (PvdA). Voorzitter. Allereerst dank aan de insprekers en de indieners van de zienswijzen. De PvdA ziet in het bestemmingsplan een voldoende vertaling van het projectdocument om de ontwikkeling Spuikwartier te realiseren. De raad heeft daar vorig jaar mee ingestemd. Deze ontwikkeling is belangrijk voor de economische groei en de werkgelegenheid in de stad. De gekozen werkwijze van social return levert honderden Haagse banen en leerwerkplekken op. Voor de PvdA is de planning van het Spuikwartier zeer belangrijk om geen financiële schade wegens vertraging op te lopen. Tijdens de behandeling in de commissie was de PvdA tevreden dat de wethouder de zorgen van de PvdA deelt ten aanzien van het fietsparkeren en dat hier bij de ontwikkeling ook echt rekening mee wordt gehouden om een fietschaos te voorkomen, zoals wij die onlangs op de Grote Marktstraat constateerden. De PvdA heeft ook kunnen noteren dat de wethouder in overleg blijft met bewoners en ondernemers rond het Spuikwartier. De PvdA is voor een gedifferentieerd en veelzijdig horeca-aanbod. De toezegging dat er in het Spuikwartier ook meer mogelijkheden zijn voor uitgaansgelegenheden noteert de PvdA dan ook graag. Er mag echt, zoals de wethouder het zelf zegt, wat meer reuring in de stad komen voor jongere Hagenaars, Hagenezen en Scheveningers. De PvdA kijkt met genoegen uit naar het moment van bekendmaking van het winnend ontwerp. De PvdA rekent erop dat dan de stad opnieuw via stadsgesprekken goed geïnformeerd zal worden.

Arjen Lakerveld (VVD). Voorzitter. Ik kan het toch niet laten om even een opmerking te maken over het lerende vermogen van de heer Bos ten aanzien van zijn blik op marktpartijen. Dat gaat de goede kant op. Dat geeft vertrouwen! Ik wilde het in de commissievergadering niet procedureel afdoen. Integendeel. Om heel eerlijk te zijn ging de commissievergadering, en gaat ook deze raadsbehandeling, over de vraag of er een bestemmingsplan ligt dat recht doet aan het eerder in de raad met zijn allen vastgestelde projectdocument. Is dat procedureel? Nee, volgens mij niet. Het gaat om die check. Daarom hebben wij daarover een commissievergadering gehad. Dat partijen dat als procedureel willen afdoen, vind ik jammer. Dat was niet de bedoeling. Het was wel de vraag die nu voorligt. Dan kan de VVD niets anders zeggen dan: ja, het projectdocument dat wij hier hebben vastgesteld als raad is goed verwerkt en omgezet in een bestemmingsplan. Daarmee is de kous niet af. De VVD heeft ook nadrukkelijk gezegd dat wat ons betreft de Turfmarkt geen donker tochtgat moet worden. Het moet een aantrekkelijk gebied zijn. Dat is ook precies de reden waarom in het projectdocument mede op ons verzoek geregeld is dat er meer aandacht en meer punten gegeven worden aan de stedenbouwkundige kwaliteit. Daarmee hopen wij dat er voldoende waarborgen zijn voor de terrassen van bijvoorbeeld Café Van Beek maar ook de Ooievaer en dat dit beter geregeld gaat worden. Wij hopen dat het op die manier allemaal tot stand komt. Het is ook niet voor niks dat de VVD in de commissie gevraagd heeft hoe het loopt met de gesprekken met de bewoners en de ondernemers op de Turfmarkt. Hoe lopen die? Zitten wij daar bovenop en doen wij daar het maximale aan om te zorgen dat het allemaal goed loopt? De wethouder heeft daarop geantwoord. Het heeft de volle aandacht. Hetzelfde geldt ook voor het parkeren. Ik vind het dan ook jammer dat Groep De Mos dan toch weer een motie indient. Alsof wij geen commissievergadering hebben gehad. De VVD heeft nota bene bij het vaststellen van het projectdocument de toezegging gekregen: ja, het parkeerkader wordt

182 gewoon toegepast. Bingo! De heer Dubbelaar heeft zijn punt dus al binnen. De VVD heeft dat geregeld. Vervolgens heeft de VVD er in de commissievergadering, de heer Dubbelaar was er zelf bij, nog een keertje naar gevraagd. De wethouder antwoordde toen weer: ja, op verzoek van de VVD is het parkeerkader goed geregeld en zit dat in de plannen. Niks aan de hand. Volgens mij is de motie van de heer Dubbelaar dan ook overbodig.

Christine Teunissen (PvdD). De heer Lakerveld heeft het over bezonning en windhinder en dat wij dat allemaal nog gaan regelen. Is hij het niet met mij eens dat wij eerst een gedegen gebiedsvisie moeten hebben? Daaruit moet blijken dat er geen last is van windhinder en donkere gaten in de Turfmarkt. Daarna kunnen wij het bestemmingsplan vaststellen. Dat is toch een logische weg? Waarom kiest hij niet voor deze weg?

Arjen Lakerveld (VVD). Ik wil u niet tekortdoen, maar wij hebben dit met elkaar afgesproken nadat wij een projectdocument hebben vastgesteld. Daar hangt een stedenbouwkundige visie aan vast. Er zitten talloze documenten bij over hoe het gebied er ook qua kaders uit moet zien. Wij hebben in principe al een gebiedsvisie gemaakt. Daarover hebben wij het gehad. Dat is omgezet in een projectdocument. Daarna komt er een bestemmingsplan. Dat is een volstrekt logische werkwijze, die wij op tal van onderwerpen gebruiken. Wij moeten niet net doen alsof het nieuw is. Dat is namelijk niet het geval.

Christine Teunissen (PvdD). Ik merk hier toch dat er iets fout gaat. Er is geen gedegen gebiedsvisie geweest vanuit de gemeenteraad. Ik merk bij het verhaal van de heer Lakerveld, net als bij het verhaal van D66, een bepaalde ondergeschiktheid aan het marktdenken. Dat ben ik wel een beetje van de heer Lakerveld gewend. Is hij het niet met mij eens dat wij, als raad, juist op dit punt voor de bestaande kleine ondernemers meer de regie moeten nemen en meer voorafgaand moeten bepalen, voordat het ontwerp wordt bepaald, waar wij aan toe zijn voor die ondernemers?

Arjen Lakerveld (VVD). Dat is een ander punt. Wij hebben ervoor gekozen om aan marktpartijen, in consortia, te vragen om eens een mooi plan te maken met een integraal verhaal. Zo krijgen wij de beste aansluiting van gebied en gebouw, inclusief functies. Ik vind dat een fantastisch verhaal. Zo krijgen wij een integrale ontwikkeling en komt het beste plan eruit, wat in het gebied past. Daar hoort ook groen bij en alles wat wij hier aan kaders hebben meegegeven. Ik vind dat heel goed. Ik wil het niet opknippen en in stukjes naar de raad sturen. Bovendien blijft mevrouw Teunissen dan nog steeds tegen. Het maakt voor de besluitvorming dus ook niet veel uit.

Christine Teunissen (PvdD). Volgens mij is de gemeenteraad er voor de bewoners. De gemeente moet heldere kaders vaststellen om alle belangen goed af te kunnen wegen en de belangen van de bewoners daarin mee te nemen. Ik hoor van de heer Lakerveld dat hij een integrale gebiedsvisie van de markt wil krijgen en dus alles overlaat aan de willekeur van de markt.

Arjen Lakerveld (VVD). Het lijkt wel alsof wij het debat rond het projectdocument en de keuze voor de methodiek van aanbesteden overdoen. Mevrouw Teunissen doet ook de belangen van de bewoners tekort. Er is een bestemmingsplan dat nu vastgesteld gaat worden. Er is een regeling van nadere eisen opgenomen. Er wordt gekeken naar belangen van bewoners, zeker die een zienswijze hebben ingediend. Dat wordt allemaal nog vormgegeven. Daarna hebben wij als gemeenteraad zeker nog een controlerende taak op het moment dat de plannen er liggen. Op het moment dat de wethouder simpelweg buiten de hier vastgestelde kaders gaat, ga ik ervan uit dat de wethouder daarover verantwoording moet afleggen. Wij zullen als VVD daar zeker scherp op zijn. Ik hoop dat mevrouw Teunissen dat ook is.

Daniëlle de Winter (PVV). Ik wil een verhelderende vraag stellen. Staat de heer Lakerveld hier als wethouder of als volksvertegenwoordiger die de belangen van de mensen in onze stad behartigt?

Arjen Lakerveld (VVD). De heer Van Asten zei net grappenderwijs dat ik al wethouder ben. Ik ga er niet van uit dat ik wethouder ben of word. Ik sta hier als raadslid.

183

Ik tip heel kort nog een ander punt aan. De motie van mevrouw Vianen vraagt precies om wat wij als VVD voor elkaar hebben gekregen, namelijk dat op het moment dat de plannen wijzigen en er nieuwe plannen zijn er een doorrekening komt van de exploitatie. Dat is precies wat wij als VVD voor elkaar hebben gekregen bij het projectdocument. Dus ook deze motie is overbodig.

Inge Vianen (GroenLinks). Dan heeft de VVD mijn motie niet goed gelezen. Het gaat er niet om dat er een gewijzigd plan komt, maar dat het plan dat straks als winnend ontwerp uit het proces komt voor een tweede keer financieel getoetst wordt.

Arjen Lakerveld (VVD). Excuses. Wellicht druk ik mij onzorgvuldig uit. Dat is precies wat wij als toezegging hebben gekregen. Als er nieuwe plannen liggen, worden de exploitaties doorgerekend.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik hoor daarvan graag een bevestiging van de wethouder.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Ik dank de raad en de insprekers voor de inbreng en de betrokkenheid bij de belangrijke planontwikkeling voor het centrum van de stad. Het was in de aanloop naar de verkiezingen natuurlijk een van de grootste bottlenecks. Hoe gaat de gemeenteraad, die al jarenlang aan het discussiëren is over dit plan, dat in de verkiezingen een enorm grote inzet was, hiermee om? In de coalitieonderhandelingen zijn wij er goed uitgekomen. Wij hebben elkaar gevonden in een compromis waarmee de stad echt vooruitgaat en waarmee het Spuiplein een plein blijft dat ook voor alle stadsactiviteiten geprogrammeerd kan blijven. Met het compromis kunnen de kosten, waarover vanavond wederom een discussie heeft geklonken, worden beperkt door een andere aanpak. Ik ga daar straks nog even op in. Het is een compromis waarbij wij ook de stad hebben betrokken, die met name als het gaat om de groene kwaliteiten een duidelijke randvoorwaarde heeft meegegeven. Dat is uiteindelijk ook in de besluitvorming vorig jaar november vertaald. Ik denk dat het compromis dat deze coalitie heeft gesloten in het coalitieakkoord er eentje is om trots op te zijn, eentje waarmee de stad erop vooruitgaat. Vanavond zijn wij hier om het compromis, dat is vertaald in een zeer uitgebreid met elkaar in november vastgesteld projectdocument en dat nu is vertaald in een bestemmingsplan, te bespreken. Dat is wat wij vanavond gaan vaststellen. Ik hoor een aantal raadsleden vaststellen dat de raad de regie niet heeft. Welnu, de raad heeft uitgebreid de regie gehad bij de besluitvorming in november. Die regie bestond onder meer uit het vaststellen van de beoordelingscriteria, uit het vaststellen van het programma en het programma van eisen, zoals vertaald in het projectdocument. De regie bestond onder meer uit het vaststellen van het stedenbouwkundig beoordelingskader en het financiële kader. Dat alles wordt door de raad natuurlijk nauwlettend gevolgd, om te kijken of wij het als college uitvoeren. De raad heeft het ook kunnen toetsen aan de uitgebreide stapels outputspecificaties, waarmee de gemeente geen vrij spel geeft aan bouwpartijen maar waarin de consortia een heel pakket aan voorwaarden meekrijgen voor het te maken ontwerp. De raad heeft het natuurlijk ook, samen met het college, over hoe wij het met elkaar gaan volgen en rapporteren. Het gaat dan onder andere over het in de gaten houden van de risico's bij zo'n groot project. Dat doen wij in de vorm van Grip-rapportages. De controlerende rol van de raad is dus verzekerd. Ja, de raad heeft dus regie. Wij doen het echter wel iets anders dan wij met elkaar gewend waren. Dat doen wij om de kosten te beheersen en om meer te sturen op kwaliteit. Bij de vorige aanpak, met eerst een ontwerp door een partij en uitvoering door een andere partij, die uitgedaagd wordt om zo goedkoop mogelijk in te schrijven, wordt een situatie gecreëerd dat faalkosten nodig zijn voor een ontwikkelaar om dit te compenseren. De fouten in het voorgaande proces leiden dan tot bezuinigingen of tot extra kosten. Dat is een financieel vrij lastig te beheersen proces. Daar willen wij van af. Daarom hebben wij het nu anders gedaan. Wij hebben vorig jaar met de raad in werkbesprekingen geïnvesteerd en gesproken over de manier waarop wij het met elkaar kunnen doen en op welke momenten in het proces de raad duidelijk zijn rol in de sturing kon nemen. Dat heeft de raad bij de besluitvorming in november uitgebreid gedaan, ook door een aantal van de kaders bij te stellen. Het ging bijvoorbeeld om de beoordelingscriteria en de weging daarvan, bijvoorbeeld van het stedenbouwkundig beoordelingskader. Die zijn door de raad in de behandeling en in het raadsbesluit bijgesteld. Ja, de raad heeft regie. Ja, de raad heeft gestuurd. Het is anders dan wij met elkaar gewend

184 waren. Maar de raad heeft wel degelijk de regie in handen en ziet erop toe dat het college het goed uitvoert.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik wil benadrukken dat alle oppositieraadsleden tegen het plan van deze wethouder hebben gestemd in november en dat alleen de coalitiepartijen voor hebben gestemd. Dat betekent dat het plan is aangenomen door het verkiezingsbedrog van de Haagse Stads Partij.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dat is een heel ander punt. Er zijn inderdaad verschillende meningen in de raad. Er worden verschillende standpunten ingenomen. Dat laat onverlet dat de raad, door het nemen van meerderheidsbesluiten, de regie heeft gehad. Of het nu oppositie of coalitie is, bij de besluitvorming hebben verschillende smaken ook verschillende invloeden gehad. Ook oppositiepartijen, die tegen het uiteindelijke besluit hebben gestemd, hebben meegestuurd bij de toen vastgestelde kaders.

Aisha Akhiat (SP). De wethouder heeft het over regie, maar welke regie hebben wij dan precies gehad? In november hebben wij niet uit plannen kunnen kiezen. Wij hebben geen idee hoe het plan er straks uit komt te zien. Waarover hadden wij dan precies de regie?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik heb net heel uitgebreid aangegeven binnen welke kaders de raad de regie heeft bepaald. Dat heeft geleid tot de outputspecificaties die wij als opdracht hebben neergelegd bij marktpartijen, die deze vervolgens uitwerken in een concurrentiegerichte dialoog. Daar komt een plan uit. Als wij het niet goed hebben gedaan, dan komt er misschien een verschrikkelijk plan uit. Als wij het goed hebben gedaan, dan komt er een fantastisch plan uit.

Aisha Akhiat (SP). Wij zijn totaal afhankelijk van wat er straks op ons bordje ligt. Wij kunnen er dan niets meer over zeggen. Regie impliceert toch dat je het proces volgt en dat je tussentijds kunt bijsturen en aan het einde kunt aangeven: ja, dit is wat wij wilden of nee, dit is niet wat wij wilden? Dat is in dit geval toch totaal niet aan de orde?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Er zijn talloze voorbeelden van grote projecten die tussentijds zijn bijgestuurd. Dat is zeer problematisch wat kostenbeheersing betreft, want het leidt altijd tot meerkosten. Dat is wat de raad niet wilde. Je moet aan de voorkant dus heel goed nadenken over wat je wilt en hoe je dat formuleert. Dat hebben wij hier uitgebreid met elkaar gedaan. Dat hebben wij gedaan om een reden. Dan kunnen wij ook verwachten dat wij binnen die kaders een heel goed plan krijgen. Door te sturen met een plafondbedrag, stuur je juist op kwaliteit. Je probeert zo veel mogelijk kwaliteit voor je geld te krijgen in plaats van dat je stuurt op een zo goedkoop mogelijk plan dat later weer allerlei faalkosten met zich brengt.

Aisha Akhiat (SP). De wethouder zegt eigenlijk tussentijds bijsturen vervelend te vinden omdat dat misschien wel geld kost en dus die hele mogelijkheid er maar uit te halen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Wij hebben die discussie, waarom wij het doen zoals wij het doen, uitgebreid met elkaar gevoerd in november. Er is uitgebreid gesproken over de voordelen en wat mevrouw Akhiat misschien nadelen vindt van de DBM-aanpak. Juist het bij de marktpartijen aan de voorkant, in de ontwerpfase, en bij de achterkant, het onderhoud, verantwoordelijkheid leggen, levert een manier op om het financieel goed beheersbaar te houden. Uiteindelijk leidt dit alles tot een plan. Dat is geen vrijblijvende kwestie. Wij hebben natuurlijk een aanbesteding gestart. Dat is juridisch bindend. Er worden biedingen van drie consortia verwacht. Daar komt op basis van de hele set met beoordelingscriteria en de meegegeven kaders een winnend plan uit. Dan ligt er een contract om over te gaan tot realisatie. Dat plan, een voorlopig ontwerp, moet natuurlijk uitgewerkt worden tot een definitief ontwerp. Dan gaat de gekozen partij ermee aan het bouwen. Het is dus geen vrijblijvend proces. Net werd discussie gevoerd over dat de raad het altijd nog kan stoppen. Dat kan. Na de aanbesteding kun je altijd besluiten om niet te gunnen. Dan heb je natuurlijk wel te maken met grote politieke gevolgen en grote gevolgen binnen het

185 juridische kader van het aanbestedingstraject. Het heeft consequenties. Die kan de raad altijd voor zijn rekening nemen, mocht het dat willen. Volgens mij willen wij met zijn allen vooruit met deze stad. Daarom doen wij dit.

Inge Vianen (GroenLinks). De heer Bos en D66 hebben gezegd dat het proces gestopt kan worden. Kan de wethouder aangeven wat precies de gevolgen daarvan zijn? Hij zegt dat het een juridisch bindend en dus geen vrijblijvend proces is. Wat zijn de directe gevolgen als het proces stopgezet wordt nadat het winnend project bekend wordt?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dat heb ik net gezegd. Het heeft politieke gevolgen. Het heeft gevolgen voor de instellingen. Het heeft ook financiële gevolgen, omdat je een juridisch bindend contract met de consortia bent aangegaan waar je dan weer vanaf moet. Dat leidt tot zeer aanzienlijke financiële compensatie. Het is natuurlijk een heel grote opdracht.

Inge Vianen (GroenLinks). Zeer aanzienlijke financiële gevolgen, zegt de heer Wijsmuller. Is het dan niet wijzer om de DBM-procedure te stoppen voordat het winnend ontwerp bekend wordt?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Integendeel. Dat zou ik heel onverstandig vinden. Dan heb je al heel veel kosten gemaakt en moet je compenseren. Het leidt ook tot stilstand hier en heeft gevolgen voor de instellingen en de politieke constellatie. Dat zou heel stom zijn, maar mevrouw Vianen vraagt naar de bekende weg.

Inge Vianen (GroenLinks). Met andere woorden, de gemeenteraad kan dit proces helemaal niet stoppen, want de gevolgen zijn aanzienlijk, zegt de wethouder.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik vind dit een woordspelletje. Als het gaat om de bouwpartijen en de financiële risico's, naar aanleiding van eerdere berichtgeving in de media, ook daarbij hebben wij uitgebreid stilgestaan in de commissie. Daarvoor waren er al uitgebreid vragen gesteld in het kader van de jaarrekening. Eerder is uitgebreid toegelicht en uitgelegd dat wij van alle partijen die meededen aan de aanbesteding een beleidstellingsverklaring overlegd wilden hebben waaruit blijkt dat er voldoende financiële armslag is bij deze bouwconsortia. Die zijn getoetst door een onafhankelijke accountant. Het winnende consortium gaat ook bankgaranties overleggen. Natuurlijk hebben wij daarbij een zeer zorgvuldig contractmanagement, om te voorkomen dat voor werkzaamheden wordt betaald die later niet worden uitgevoerd. Wij hebben wat dat betreft dus ook de regie ten aanzien van de bouwpartijen. De vraag van de heer Dubbelaar is een zeer algemene vraag. Deze partijen doen ook nog heel veel andere projecten. Wij kunnen de financiële situatie van partijen natuurlijk altijd pas achteraf inzien, als de jaarrekeningen van de partijen bekend zijn. Daar heeft de overheid overigens geen titel toe. Daar ging de vraag over. De gemeente zal zich met de partijen met wie wij zaken doen wel verzekeren dat die voldoende financiële armslag hebben om zo'n groot project te waarborgen. Groep De Mos stelde geen vragen, maar diende drie moties in. Een vraag is in een motie vertaald. Het gaat dan over de uitspraak die zou zijn gedaan over een regeling voor parkeerbehoefte die in een bestemmingsplan moet worden opgenomen. Dat gebeurt hier. Er is een parkeerkader met parkeernormen. Die zijn ook in het bestemmingsplan vertaald. De heer Dubbelaar maakte deze opmerkingen waarschijnlijk naar aanleiding van de constatering dat bij realisering van het volledige bouwprogramma in de bouwenvelop een tekort zou kunnen ontstaan. In het parkeerkader is dat punt geregardeerd. Wij proberen het in eerste instantie in het gebied zelf te organiseren. Mocht blijken dat in de directe omgeving voldoende parkeergelegenheid is, dan kunnen wij het op die manier verder compenseren. Ik heb in de commissiebehandeling al uitgebreid toegelicht dat dit ook zeker het geval is.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Dat is nu juist het punt dat ik maak. Dit betekent dat de wethouder straks zegt: wij hebben een parkeerchaos, de parkeergarage is vol, gaat u maar lekker in een andere parkeergarage staan. Het probleem is dat die ook vol staat. Wij kunnen straks nergens meer parkeren?

186

Wethouder Wijsmuller (HSP). Het parkeerkader voorziet er juist in dat de parkeerverantwoordelijkheid bij plannen wordt geborgd. Ik heb al uitgebreid aangegeven dat er in de directe omgeving 3800 parkeerplaatsen zijn, die op piekmomenten worden bezet met zo'n 2300 auto's. Dat betekent dat er op alle momenten een overschot is van 1500 parkeerplaatsen. Er is in de directe omgeving dus heel veel mogelijkheid tot compensatie, mocht dat nodig zijn. Dat kunnen wij pas echt toetsen als wij de definitieve plannen kennen. De regeling waarnaar wordt verwezen in het bestemmingsplan borgt de parkeernorm en het parkeerbeleid.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik lees in het bestemmingsplan letterlijk dat er een parkeertekort van 270 parkeerplaatsen wordt gerealiseerd. De wethouder bevestigt dat gewoon, zo begrijp ik.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik ga die discussie niet helemaal overdoen. Ik heb in de commissie uitgebreid toegelicht waar die getallen vandaan komen. Het gaat dan om de volledige bouwenvelop. Een realistische inschatting is dat het niet een parkeertekort met die omvang zal opleveren. Dan kun je kijken naar eventuele compensatie in de directe omgeving. Ik heb net aangegeven dat er ruimschoots voldoende plaatsen voor aanwezig zijn in de omgeving. Dat moet je dan natuurlijk wel borgen.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Oké, er wordt een kleiner tekort gerealiseerd, maar het zal altijd een tekort zijn. De wethouder zegt dan: ga maar in een parkeergarage verderop staan.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Volgens mij wil de heer Dubbelaar het niet begrijpen. Er is in dit gebied geen tekort aan parkeerplaatsen. De PVV had het over de kaders. Ik heb net al gezegd dat de raad uitgebreid de kaders heeft bepaald en ik heb al gesproken over de rol van de raad daarbij. Ik ben ook al ingegaan op de financiële positie van de consortia. Ik heb verder geen vragen gehoord. Ik heb overigens sowieso niet zo veel vragen gehoord. Dat vind ik eigenlijk wel jammer, maar goed. Het bestemmingsplan is natuurlijk het sturingsmoment, zo zeg ik tegen GroenLinks. Het is een vertaling van de eerdere besluitvorming die wij met elkaar hebben genomen. Daarmee leveren wij geenszins iets uit aan marktpartijen. Wij zetten gericht een opdracht uit op basis van zeer uitgebreide kaders. Bij de bouwhoogte is gesuggereerd dat er direct aan het Spuiplein met 90 m. hoogte kan worden gebouwd. Men kan zich herinneren dat in het vorige plan op het Spuiplein 70 m. hoog kon worden gebouwd. Daar trokken GroenLinks en wij zij aan zij tegenop. Gelukkig is dat plan van tafel. De bedoelde 90 m. is veel verderop in het gebied en niet direct aan het Spuiplein. Mevrouw Vianen kent de bouwenvelop en weet dat die verder richting Centraal Station hogerop naar de 90 m. gaat. GroenLinks vraagt naar een hoogwaardige groene inrichting. Daarin voorziet het bestemmingsplan. De gemeente is daarnaast altijd nog aan zet bij de inrichting van het Spuiplein. Die wordt niet direct aanbesteed. Wij hebben daar bij de besluitvorming in november aan de hand van een voorstel van de heer Lakerveld een discussie over gehad. De gemeenteraad kan nog altijd sturen op de inrichting. Wij vragen nu wel een gebiedsvisie uit, waarin ook hiervoor ideeën worden aangeleverd. Wij willen het immers graag in samenhang met de nieuwe ontwikkelingen doen. Wij zijn dus heel benieuwd wat daaruit gaat komen. Dit bestemmingsplan maakt het in ieder geval mogelijk. Het feit dat wij nog altijd die grondpositie hebben en daarbij nog altijd aan het stuur zitten, maakt dat wij dat kunnen borgen. De windhinderoplossingen zijn natuurlijk heel bepalend voor hoe de ontwerpen eruit zien. Dan kun je die pas toetsen. Als dat onverhoopt tot onvoldoende resultaat leidt, kunnen wij altijd nog nadere eisen stellen. Ook dat is dus op die manier geborgd. Dan de second opinion na bekendmaking van het winnend ontwerp. Het gaat over de exploitatieopzet zoals die tot nu toe geldt en uitgangspunt is geweest voor de ontwikkeling. De heer Lakerveld heeft gelijk dat wij dat inderdaad gaan doen zodra er een nieuw plan is. Op dat moment geldt er ook een nieuw kunstenplan. Er komt eerst een voorlopig ontwerp, dat vervolgens uitgewerkt wordt tot een definitief ontwerp. Ook daarop moet je natuurlijk de exploitatie kunnen toetsen. In de tussentijd is er ook nog een kunstenplandiscussie waarbij de instellingen met nieuwe beleidsplannen

187 komen. Wij zullen dus zeker naar een update van de exploitatieopzet toe moeten. Die moeten wij nog goed toetsen en doorrekenen. Dat hebben wij allang met elkaar afgesproken.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik zou graag willen dat die second opinion er komt te liggen voordat wij een contract sluiten met een van de consortia. Kan de wethouder dat toezeggen?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Nee.

Inge Vianen (GroenLinks). Daar gaat het dus precies om. Ik vind dat de second opinion op de exploitatie er moet zijn voordat wij een contract tekenen met een consortium. Anders hebben wij niks aan die second opinion.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Mevrouw Vianen vraagt verschillende dingen. Zij vroeg eerder om als er een plan ligt, te toetsen of het goed is voor de exploitatie. Nu zegt zij dat er een second opinion moet zijn voordat er een plan ligt. Ik heb de exploitatieopzet juist publiek gemaakt zodat wij de discussie kunnen voeren en wij ons ervan verzekerd weten dat wat er nu als basis ligt voor een exploitatieplan een realistische basis is. Ik weet niet waar mevrouw Vianen naartoe wil. Volgens mij gaan wij als er een uitgewerkt en definitief ontwerp ligt, uiteraard bekijken of de exploitatie geen onnodige risico's in zich draagt. Dan moeten wij dat inderdaad opnieuw toetsen.

Inge Vianen (GroenLinks). Wij vinden dat het onderzoek uitgevoerd moet worden voordat het contract met het consortium gesloten wordt. Zo kunnen wij bepalen of wij wel of niet in zee gaan met het consortium.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dat heeft geen enkele zin, want de aanbesteding is binnenkort afgerond. Er worden plannen ingediend, die worden beoordeeld en er volgt een gunning. Ik weet niet waar mevrouw Vianen naartoe wil. Pas na de gunning kunnen wij op basis van de plannen gaan toetsen. Wij moeten pas echt toetsen als er een definitief ontwerp is. Dan weten wij waarover het gaat.

Aisha Akhiat (SP). Met alle respect, maar ik vraag de wethouder wat voor zin het heeft om een second opinion te vragen als het contract al getekend is.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Het gaat om de exploitatiemogelijkheden en de financiële opzet van de instellingen. Dat gebeurt op basis van een gebouw met verschillende zalen die worden geëxploiteerd. Van tevoren hebben wij daarop de uitvraag en het programma van eisen bepaald. Die zijn juist ingericht om de exploitatie zo goed mogelijk te kunnen inrichten. Daarop hebben wij de aanbesteding gestart. Daar komt gewoon een plan uit, dat vervolgens uitgewerkt wordt. Op een aantal onderdelen kunnen mogelijk de plannen nog verbeterd worden, wat tot een verbeterde exploitatie leidt. Dat ga je dan toetsen.

Aisha Akhiat (SP). De wethouder zegt dat wij al een beoordeling hebben gemaakt en dat het volgens hem wel goed zit. Mevrouw Vianen vraagt om een second opinion. De wethouder zegt: nee. Ik wil graag weten, waarom niet.

De voorzitter. Gaat u nu de vraag van mevrouw Vianen herhalen? Ik wil graag dat u uw eigen vragen stelt.

Aisha Akhiat (SP). Nee. Haar vraag was: gaat u dat doen. De wethouder zegt: nee. Mijn vraag is vervolgens: waarom niet.

Wethouder Wijsmuller (HSP). En dat heb ik net toegelicht.

Aisha Akhiat (SP). Ik zal de vraag anders stellen. Kan het straks zo zijn dat wij met een exploitatietekort komen te zitten nadat het contract is getekend, ja of nee?

188

Wethouder Wijsmuller (HSP). Nee, volgens mij hebben wij voldoende geborgd dat de exploitatieopzet en de kaders die wij daarvoor hebben gesteld worden gerealiseerd, juist met dit programma van eisen en alle outputspecs die wij hebben meegegeven.

De voorzitter. Dat was het antwoord. De wethouder vervolgt zijn betoog.

Wethouder Wijsmuller (HSP). De HSP had het over vertrouwen in de bouwers en dat vond iedereen zeer opmerkelijk. Ik heb net geschetst dat de manier waarop wij nu met de bouwers tot plannen komen een hele andere aanpak is dan de traditionele manier die altijd leidt tot faalkosten en tot extra bedragen. Dat is een proces waarbij je stuurt op kwaliteit en waarbij je bouwpartijen probeert aan te spreken op hun kennis en kunde en om die te ontwikkelen. Dat is inderdaad een andere aanpak. Ik ben ervan overtuigd dat die leidt tot meer vertrouwen in de bouwers. Die kunnen echt heel veel. De teleurstelling was in het verleden altijd dat het tot meerkosten leidde. Dat was eigen aan het proces zoals wij dat georganiseerd hadden. Nu doen wij het echt anders. De SP had geen vragen, behalve een heel algemene vraag om te reageren op de insprekers. Ik kan daarop heel algemeen reageren. Ik heb die bij mijn inleiding al bedankt voor de betrokkenheid die zij op verschillende momenten hebben laten blijken. Als mevrouw Akhiat als raadslid vragen heeft, hoor ik dat graag. Dat geldt overigens ook voor de heer Okcuoglu.

Aisha Akhiat (SP). Ik heb gevraagd om een uitgebreide bespiegeling op de inbreng van de insprekers en niet op een algemene bespiegeling.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Volgens mij heb ik daarop antwoord gegeven. De ChristenUnie/SGP heeft de over de planvorming gemaakte opmerkingen direct vertaald in amendementen. Daar ga ik straks op in. De discussie over de nadere regels, de heer Grinwis anticipeerde daar al op, heeft natuurlijk alles te maken met hoe bevoegdheden zijn geregeld bij de Wet op de ruimtelijke ordening. De heer Grinwis noemde zelfs het artikel. Wat hij voorstelt is strijdig met de wet. Ik zal dat namens het college ontraden.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ik dacht dat de wethouder ons nog even in spanning zou laten, maar helaas kwam het oordeel al. Het amendement is een instrument om de gemeenteraad in positie te brengen. De wethouder verwijst veelvuldig naar de reacties op de zienswijze. Een heel groot aantal daarvan is gegrond op een artikel dat enigszins gewijzigd wordt, maar waarbij het college, het bevoegd gezag, alle ruimte heeft zonder dat het voor de indieners van de zienswijze helder is wat er met hun zienswijze gaat gebeuren. Voelt de wethouder het ongemak van de indieners van de zienswijze en ook van mijn fractie dat hiermee zo omgegaan wordt?

Wethouder Wijsmuller (HSP). U bedoelt dat het college, zodra er een plan ligt, van de raad wil horen hoe daar tegenaan wordt gekeken. Als er vanuit de raad wordt gereflecteerd op bepaalde punten, proberen wij dat vervolgens ook te vertalen in de nadere regels. Als wij het proces zo organiseren, komen wij hier zeker nog te spreken over het ontwerp dat eruit komt rollen. Dan zullen er zeker ook reflecties van de raad zijn die wij betrekken bij de nadere regels die eventueel moeten worden gesteld.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ik laat dit punt even liggen. Ik vind dat de wethouder dit amendement te snel afwijst op basis van het door mij aangehaalde artikel 3.6. Ik hoop straks een grondiger onderbouwing te horen. Ik laat met het amendement het bevoegd gezag intact, maar bij het uitoefenen van dat gezag moet dat gezag de raad betrekken.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dat heb ik zojuist toegezegd. Wij gaan dat ook zeker doen. In de raadscommissie, waarbij de raad al raadgevend bezig is, zal de raad het winnende plan ongetwijfeld willen bespreken en daarover reflecties willen meegeven. Instemming raakt direct aan het bevoegd gezag. Dat kan niet. Dat is strijdig met de wet.

189

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ik ben natuurlijk bereid de wethouder te geloven. Dat wil ik echter pas doen na een grondige analyse waarom het amendement op basis van artikel 3.6 niet zou kunnen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dit artikel legt de bevoegdheid van het toepassen van nadere regels binnen een bestemmingsplan expliciet bij het college van burgemeester en wethouders. Als de heer Grinwis vraagt om instemming door de raad of een raadsbesluit, legt hij de bevoegdheid bij de raad. Dat is strijdig met de wet.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ik wil mijn amendement aanpassen in reactie op wat de wethouder heeft gezegd. De zinsnede 'na raadpleging van en instemming door de gemeenteraad' wordt gewijzigd in 'na raadpleging van de gemeenteraad'. Zo heb ik het bezwaar van de wethouder ondervangen.

De voorzitter. Door de heer Grinwis wordt het volgende gewijzigde amendement (rv 42.2015/A) voorgesteld:

Amendement rv 42.2015/A gewijzigd

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein (rv 42, RIS 282303).

Besluit om dictum XI als volgt te wijzigen: met in achtneming van de Staat van wijzigingen vast te stellen het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0518. BP0287EWhkwSpuipln - 40ON.dgn met ondergrond o_NL.IMRO.0518. BP0287EWhkwSpuipln -ond.dgn en regels, zoals deze bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bescheiden zijn aangegeven, toegelicht en beschreven, met dien verstande dat in artikel 5.3 na ‘het bevoegd gezag kan’ wordt ingevoegd: ‘na raadpleging van de gemeenteraad’.

Toelichting: In het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein is in artikel 5.3 opgenomen dat het bevoegd gezag (het college) nadere regels kan stellen aan de nieuwbouw (Gemengd-3) aan het Spuiplein. Aangezien de bouwregels (artikel 5.2) al zeer ruim zijn, krijgt het college hiermee relatief veel vrijheidsgraden. Om te borgen dat de gemeenteraad betrokken wordt bij het stellen van nadere regels, wordt door de hiervoor genoemde invoeging vastgelegd dat eerst de gemeenteraad geconsulteerd moet worden. Een reden te meer voor dit amendement is de veelvuldige verwijzing in de reactie op meerdere zienswijzen naar dit artikel 5.3.

Het gewijzigde amendement maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik heb zojuist al geschetst dat het amendement volstrekt overbodig is. Het plan gaan wij zeker nog een keer in de raad, met de raadscommissie, bespreken. Het proces is dus al zo georganiseerd. Als het puur gaat om de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels, ook bij de definitieve Wabo-vergunning, dan kan dit proces niet meer anders georganiseerd worden. Wij zitten vast aan termijnen. Dat gaat niet meer lukken. Het doel van de heer Grinwis, de strekking van zijn verhaal, dat de raad hierin gekend wil worden, snap ik goed. Dat gaan wij ook doen. Op het andere amendement van de heer Grinwis ga ik straks in. De heer Okcuoglu heeft een paar vragen gesteld. Die vragen waren in feite ook al in de commissie gesteld. Een vraag gaat over nog meer leegstand. Ik heb in de commissievergadering al

190 uitgebreid aangegeven hoe het zit met het distributieplanologisch onderzoek, de toets van de provincie op ons kantorenbeleid en de manier waarop wij de hotelfunctie verder hebben onderbouwd. De heer Okcuoglu stelde dat vergroening is uitgesloten. Dat weerspreek ik namens het college ten volle. Het gaat hier ook over de ondergrondse parkeergarage en de mogelijkheid om eventueel een parkeergarage uit te breiden. Het gaat om de directe mogelijkheid om een capaciteit van 280 parkeerplaatsen, gerelateerd aan het onderwijs- en cultuurcomplex, in dit gebied te realiseren. Er staat daar al een parkeergarage die hierin voorziet. Het kan zijn dat de parkeergarage als gevolg van de plannen misschien nog enige aanpassing behoeft. Daarom zit deze mogelijkheid in het bestemmingsplan. Dat laat onverlet dat deze 280 plaatsen zeker niet het gehele Spuiplein zullen betreffen. Wij hebben dus nog volop de gelegenheid om groen te realiseren. Dat is ook in de regels mogelijk gemaakt. Er is ook gevraagd naar het verlagen van de hoogte. Wij hebben de kaders gewoon met elkaar besloten. De Partij voor de Dieren heeft oog voor de slechtvalk. Dat heeft het college zeker ook. Er zijn twee paren slechtvalken in de stad. Die hebben een heel groot territorium. Het paar dat hier zit, heeft twee plekken waar zij vaak huizen, de Sint Jacobuskerk aan de Parkstraat en de toren, die mogelijk in de ontwikkeling wordt meegenomen. Daarvoor moeten wij in ieder geval een alternatief vinden. Dat hebben wij ook gevonden. Sterker nog, morgen wordt er een nestgelegenheid gerealiseerd op een plek waar de slechtvalken al heel vaak te vinden zijn. Dat is op een van de twee ministerietorens, nog een stukje hoger. Dat is een plek waar de slechtvalk heel graag is. Ook de andere plek wordt later gerealiseerd. Wij voldoen volledig aan de wens op dit vlak. Wij laten ons daarbij natuurlijk deskundig adviseren, ook door de slechtvalkenvereniging. Ook de waarborgen van andere soorten, de maatregelen zoals opgenomen in de MER, behoren bij de besluitvorming. Ik heb dat al toegezegd in de commissie. Ik heb verder niet zo veel vragen gehoord. D66 vraagt naar de gunning en de volgende stap. Ook de PvdA sprak over het moment van bekendmaking. Ik snap heel goed dat de raad heel nieuwsgierig is naar wat voor plan er uiteindelijk uitrolt. Zoals het proces nu is ingericht, zullen de drie partijen voor 1 juli met een bieding komen. Die biedingen worden conform de beoordelingscriteria door een beoordelingscommissie beoordeeld. Dat zal medio juli leiden tot een winnend plan. Dan gaat de Alcataltermijn in en kan het plan in augustus bekend worden gemaakt. Het plan kan eigenlijk al in juli bekendgemaakt worden, maar dan met de disclaimer dat mogelijk nog bezwaar kan worden gemaakt door de twee verliezende partijen. Ik denk dat het college er goed aan doet om, gezien de nieuwsgierigheid in de stad, het plan zo snel mogelijk bekend te maken, mogelijk al half juli. Het gaat dan om een voorlopig ontwerp, dat uitgewerkt moet worden in een definitief ontwerp. In het definitief vastgestelde bestemmingsplan zitten ook de termijnen, wat inhoudt dat het definitieve ontwerp in het voorjaar van 2016 kan worden gerealiseerd. Zo ziet het college de vervolgstappen voor zich. Motie nr. 1, over behoud Dr. Anton Philipszaal, druist in tegen de kaders zoals die zijn vastgesteld en op basis waarvan de aanbesteding al is gestart. De motie wordt dan ook ontraden. Hetzelfde geldt voor motie nr. 2, over monument Lucent Danstheater. Ook deze motie wordt ontraden, nog los van de vraag over hoe wij in deze stad tot de beoordeling komen van wat een monument zou moeten zijn. Daarover hebben wij gisteren uitvoerig gesproken.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Voorzitter. Het is erg rumoerig in de raadzaal. Ik hoor de wethouder bijna niet in de beantwoording van de moties. Ik vind dit erg belangrijk. Zijn reactie op motie nr. 1 hoorde ik. Ik hoorde niet wat hij zei over motie nr. 2.

De voorzitter. Het woord is aan de wethouder. Ik vraag iedereen in de zaal om rustig te zijn, dan kan iedereen de beantwoording door de wethouder horen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ook bij de vorige motie heb ik al gezegd dat wij in november een kader hebben vastgesteld op basis waarvan de aanbesteding is gestart. Het aanvaarden van motie nr. 2, die in strijd is met dit kader, zal leiden tot het afbreken van de aanbesteding. Wij hebben het net al gehad over wat voor consequenties dat zou kunnen hebben. De motie wordt dus ontraden.

191

Dan de motie over parkeernorm Bestemmingplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein. Daarover heb ik het in feite al gehad. Hierin is reeds voorzien. Deze motie is volstrekt overbodig. De motie wordt ontraden.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Even over mijn motie over monument Lucent Danstheater. Het is een optie in de plannen die er nu al liggen. Het enige wat ik feitelijk met deze motie doe is een extra drempel opwerpen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dat snap ik best vanuit uw perspectief. U zult ook snappen dat het college de motie ontraadt. Dan de motie over uitstel vaststelling bestemmingsplan Spuiforum van de PVV. Het Spuiforum is allang geschrapt. Dat gaat niet door. Dat is een beetje een flauwe reactie, want het gaat uiteindelijk om het bestemmingsplan voor het Spuikwartier. Ik heb net de planning geschetst. Als wij het bestemmingsplan uitstellen tot na de zomer moet het opnieuw als ontwerp ter inzage worden gelegd. Dat betekent een vertraging van minimaal vier maanden van de gehele procedure. Gelet op het traject voor realisatie in 2019 ontraadt het college deze motie ten zeerste. Op de motie over een second opinion exploitatie winnend ontwerp onderwijs- en cultuurcomplex ben ik al uitgebreid ingegaan. Die motie ontraadt het college. De motie over raad buitenspel bij ontwikkeling Spuiplein lijkt meer op een stemverklaring. Ik heb zojuist uitgebreid aangegeven dat van buitenspel geen sprake is. Ook die motie ontraadt het college. De heer Grinwis heeft twee amendementen ingediend. De discussie van zo-even heeft geleid tot een gewijzigd amendement op stuk nr. A. Toch ontraadt het college dit amendement. Ik heb net uitgebreid aangegeven op welke wijze het college dat proces heeft ingevuld. Het andere amendement gaat over Bestemming G-3, artikel 5.3, nadere eisen en artikel 5.4, afwijken van de bouwregels en de 10%. Mevrouw Vianen is die discussie begonnen in de commissie. De heer Grinwis heeft die doorgezet. Op basis daarvan heeft het college een gewijzigd raadsvoorstel ingediend. In die zin heeft de raad wederom een sturende rol. De heer Grinwis heeft gelijk dat die wijziging in deze korte tijdspanne niet goed is geformuleerd. In die zin is dit een verbetering van de teksten. Het college heeft geen bezwaar tegen dit amendement. Het is goed als wij zaken op een zorgvuldige manier met elkaar vastleggen.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik wacht nog op een reactie van de wethouder op de motie van het raadslid Wijsmuller.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dat gaat over nadeelcompensatie voor met name die ene ondernemer die hier als pionier aanwezig is. Die motie bouwt verder op een traditie van een eerdere uitspraak in de raad, ook ingediend door raadslid Wijsmuller. Die heeft uiteindelijk geleid tot een huurcompensatie voor die ondernemer. Dat was in een vorige periode. Op basis daarvan heb ik deze motie ingebracht. Ik vond toen dat de belangen van ondernemers, zeker als die al langjarig aan dit gebied constructief bijdragen, in de gaten gehouden moeten worden. Of die nadeelcompensatieregeling daarvoor het beste instrument is, waag ik te betwijfelen. Deze motie ging over het Spuiforum en was ook op de hoek van de Ooievaer van toepassing. Ik ben van mening dat, gezien het feit dat het Spuiplein open en behouden blijft, hier geen problemen zijn te voorzien. Ik zou de motie in deze vorm nu niet indienen. De motie is indertijd ingediend en aangehouden. Ik zou die nooit definitief in stemming hebben gebracht. Ik zou dat nu als wethouder ook zeker niet adviseren. Dat laat onverlet dat wij natuurlijk wel oog moeten hebben voor met name de positie van ondernemers in dit gebied.

Inge Vianen (GroenLinks). Ik constateer dat wethouder Wijsmuller de motie van raadslid Wijsmuller afwijst. Ik heb de motie daarop aangepast en zal hem straks indienen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Mevrouw Vianen begrijpt dat het college de motie zal ontraden.

Inge Vianen (GroenLinks). Voorzitter. Ik dien graag een motie in over een verordening nadeelcompensatie voor de ondernemers aan de Turfmarkt. Het dictum daarvan luidt: verzoekt het

192 college een verordening nadeelcompensatie Turfmarkt op te stellen en deze vóór de start van de bouw van het OCC aan de raad ter besluitvorming voor te leggen.

De voorzitter. Door mevrouw Vianen wordt de volgende motie (rv 42.2015/7) ingediend:

Motie rv 42.2015/7

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake het bestemmingsplan Wijnhavenkwartier en Spuiplein ‘ (RIS 282303).

Constaterende dat: - ondernemers in het plangebied en Wijnhaven de afgelopen decennia geplaagd zijn door de vele bouwactiviteiten in dat gebied; - de gemeente veel geïnvesteerd heeft en gaat investeren in de Turfmarktroute als belangrijke entree van de binnenstad.

Overwegende dat: - in zijn algemeenheid geen nadeelcompensatie voor omvangrijke bouwplannen beschikbaar wordt gesteld; - de ontwikkeling van het Spuikwartier zeker een lange periode in beslag neemt; - de aanwezigheid van vitale detailhandel voor het functioneren van de Turfmarktroute van wezenlijk belang is; - van mening dat in ieder geval voor de pioniers aan de Turfmarktroute een uitzondering gemaakt dient te worden.

Verzoekt het college: - een verordening nadeelcompensatie Turfmarkt op te stellen en deze voor de start van de bouw van het OCC aan de raad ter besluitvorming voor te leggen.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Nog even iets over wat de wethouder heeft gezegd over het amendement en over het regelen van het raadplegen van de gemeenteraad over een bestemmingsplan. Het amendement is een krachtiger figuur dan alleen de toezegging van de wethouder, hoezeer ik die ook waardeer. Ik reken op mijn collega's om, nu wij het hebben over de regels van een bestemmingsplan en het vaststellen van de kaarten, in de regels te verankeren dat onze rol als raad serieus wordt genomen en dat wij die ook zelf serieus nemen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Ik kan een flauwe reactie geven en mevrouw Vianen adviseren om, net zoals de heer Wijsmuller indertijd deed, de motie aan te houden, te bekijken welk plan eruit komt en dan te beoordelen in hoeverre het deze belangen raakt. Volgens mij is het echter beter om klare wijn te schenken. Dat heb ik net al gedaan in de beantwoording. Het belang van de ondernemers ziet het college wel degelijk. Wij ontraden het om het op deze manier te regelen. Ook de toelichting van de heer Grinwis laat het advies van het college om het amendement te ontraden onverlet.

In stemming komt het gewijzigd amendement rv 42.2015/A.

Het gewijzigd amendement wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos/Ouderen Partij, GroenLinks, de SP, de PvdD, de ChristenUnie/SGP, de PvdE en de Groep Okcuoglu voor dit gewijzigd amendement hebben gestemd.

193

In stemming komt amendement rv 42.2015/B.

Het amendement wordt met algemene stemmen aangenomen.

Daniëlle de Winter (PVV). Voorzitter, een punt van orde. Volgens mij is de motie op stuk nr. 4 het meest vergaand. Die vraagt om uitstel van besluitvorming en moet dus als eerste in stemming worden gebracht.

In stemming komt motie rv 42.2015/4.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos/Ouderen Partij, GroenLinks, de SP, de PvdD, de PvdE en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie rv 42.2015/1.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep De Mos/Ouderen Partij, GroenLinks, de SP, de PvdD, de ChristenUnie/SGP en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie rv 42.2015/2.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de Groep De Mos/Ouderen Partij voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie rv 42.2015/3.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de Groep De Mos/Ouderen Partij voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie rv 42.2015/5.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos/Ouderen Partij, GroenLinks, de Islam Democraten, de SP, de PvdD, de ChristenUnie/SGP, de PvdE en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie rv 42.2015/6.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos/Ouderen Partij, GroenLinks, de SP, de PvdD, de PvdE en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd.

194

In stemming komt motie rv 42.2015/7.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos/Ouderen Partij, GroenLinks, de Islam Democraten, de SP, de PvdD, de ChristenUnie/SGP, de PvdE en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Wat betreft motie nr. 7 vindt het CDA het te vroeg om met deze motie in zee te gaan. Wij wachten nog even op het bekendmaken van het winnend plan.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Hoewel motie nr. 1 indruist tegen de aangenomen kredietaanvraag et cetera heb ik dit keer het verkiezingsprogramma van ChristenUnie/SGP laten prevaleren.

In stemming komt het voorstel.

Het voorstel wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de HSP, de VVD, de PvdA, het CDA, D66 en Groep Van der Helm voor het raadsvoorstel hebben gestemd. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Hoewel ik vind dat de wethouder in het algemeen netjes de kredietaanvraag en het projectdocument in het bestemmingsplan heeft verwerkt, kan ik er inhoudelijk onmogelijk in meegaan. Daarom heb ik tegengestemd.

Aan de orde is:

K. Voorstel van het college inzake plan van nieuwe basisscholen 2016 tot en met 2018 (rv 44; RIS 282567).

De beraadslaging wordt geopend.

Lex Kraft van Ermel (Groep De Mos/Ouderen Partij). Voorzitter. Mijn inbreng vanavond op dit dossier is vooral gericht op de vraag of de commissie in de discussie over dit onderwerp juist of onjuist is geïnformeerd door de wethouder Onderwijs. Voordat ik daarop kom, het volgende. Groep De Mos/Ouderen Partij houdt zich graag aan de wet, dus ook aan de Grondwet, waarin onder andere de vrijheid van onderwijs is geregeld. Ik weet dat u het niet leuk vindt, voorzitter, maar ik zeg het toch: wij zijn bestuurders in een jihadgemeente. Den Haag is groot leverancier aan het contigent jihadstrijders. Op een paar honderd meter hiervandaan wonen ronselaars. Wij bespreken plannen om radicalisering tegen te gaan. Dan mag je best kritisch zijn op ontwikkelingen die segregatie bevorderen. Dan kom ik op het mogelijk juist of onjuist informeren door de wethouder. Elke vier jaar worden scholen geïnspecteerd. In de commissie wees ik de oprichting van de tweede school van Yunus Emre af door te wijzen op het laatste rapport van de inspectie over de eerste school. Daarin scoorde de school onvoldoende op onder andere veiligheidsbeleid en bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. En we willen toch niet dat ze daarop onvoldoende scoren. Het kan toch niet zo zijn dat we met de ene wethouder discussiëren over integratie in Den Haag, waar nog veel aan mankeert, en dat aan de andere kant een wethouder er niet alles aan doet om een school die diversiteit in de samenleving onvoldoende bevordert, te stoppen. Daarop waren mijn twijfels gebaseerd en de vraag waarom niet bij de staatssecretaris in

195 beroep werd gaan tegen diens beslissing. De wethouder veegde mijn argumenten van tafel met de stelling dat de school nog pas was geïnspecteerd. De resultaten zouden op internet te vinden zijn. Welnu, ik kan deze niet vinden - sterker nog, de inspectie zelf kan ze ook niet vinden - wel het rapport uit 2011 waaruit ik citeerde. Als de wethouder van mening is dat dat rapport bestaat, verzoek ik de wethouder ons bij de beantwoording te voorzien van een kopie van het inspectierapport van een paar weken geleden, zoals zij zei. Dan gaat het mij natuurlijk niet om het basistoezicht en ook niet om de leerplicht, want die rapporten zijn allemaal bekend. Het gaat mij om het rapport van de inspectie die vorige maand zou hebben plaatsgevonden.

Elias van Hees (PVV). Voorzitter. De afgelopen zomer werd het eerdere raadsbesluit waarin een nieuwe vestiging van Yunus Emre was opgenomen vernietigd door het ministerie van Onderwijs, maar de raad kreeg niet eens een briefje van deze wethouder, terwijl de school wel in de tussentijd al wapperde met toezeggingen die door de gemeente zouden zijn gedaan. Zo gaat het kennelijk in de open bestuurscultuur die Den Haag heet. Ik kan niet anders concluderen dan dat het college het er liever niet over heeft. Dit beeld werd vorige week ook versterkt in de commissie, aangezien tijdens deze commissievergadering geen enkele vraag van de PVV-fractie is beantwoord door deze wethouder. Natuurlijk maak ik daarom graag gebruik van deze gelegenheid om ze alsnog te stellen. Het kan niet zo zijn dat als je spreekt over de komst van een islamitische basisschool, je het niet kunt hebben over de grondslag waarop deze school zich beroept, namelijk de islam. De islam die onderwerping betekent en nastreeft. De islam die een fundamentele ongelijkheid bepleit tussen moslim en niet-moslim, tussen man en vrouw. De islam waarbinnen de doodstraf staat op afvalligheid. Hoezo vrijheid? Hoe krom is het om een intolerante en kwaadaardige ideologie die islam heet aanspraak te laten maken op onze vrijheden, waarmee vervolgens onderdrukking wordt gepraktiseerd?

Hasan Küçük (Islam Democraten). We hebben het vandaag over een heel ander onderwerp. Kan de spreker zich gewoon bij het onderwerp houden? Hij is al zo'n twee minuten bezig met een speech die absoluut niks met het onderwerp van vandaag te maken heeft.

Elias van Hees (PVV). Ik heb geen vraag gehoord, wel een inhoudelijk verschil van inzicht, dus ik vervolg mijn betoog. Islamitisch onderwijs is hoogst onwenselijk. Het is namelijk segregatiebevorderend. De PVV zegt het al jaren en er is steeds meer steun voor dit standpunt. Zie ook de recente uitspraken van emeritus hoogleraar Van den Akker van de Radboud Universiteit, die islamitisch onderwijs pedagogisch onverantwoord noemt. Als u het niet van de PVV wilt aannemen, misschien dan wel van deze emeritus hoogleraar orthopedagogiek. Hij zegt namelijk dat het accent in onderwijs moet liggen op kritisch denken, persoonlijk initiatief, innerlijke vrijheid, onafhankelijkheid, bevrijding van vooroordelen en bijgeloof en een kritische houding tegenover elke autoriteit en tegen alles wat van buiten wordt opgelegd. Daarnaast stelt hij: islamitische scholen op ons grondgebied betekent dat we kinderen blootstellen aan een levensfilosofie die zich 600 jaar niet heeft geëvolueerd. Ik had het niet beter kunnen zeggen dan deze emeritus hoogleraar orthopedagogiek, behalve dat wat ons betreft de islam al 1.400 jaar stilstaat. Dit is geen goede basis voor onderwijs in Den Haag, de stad van vrede en recht. In dat kader heb ik enkele vragen gesteld over de huidige locatie van Yunus Emre. Vindt er bijvoorbeeld gescheiden gymles plaats op deze school en wordt de Shoah, de Holocaust, zonder problemen behandeld? Dit zijn toch heel normale vragen. Weet het college überhaupt wel wat er speelt? Vorige week heeft de PVV concreet gevraagd in een commissie naar de maar liefst € 173.000 die Yunus Emre vorig jaar kreeg om taalachterstanden weg te werken en de ouderbetrokkenheid - ja, je verzint het niet - te verhogen. Dit lijkt mij een relevante vraag. Wat zijn hiervan de meetbare resultaten? Graag krijg ik alsnog een antwoord van het college. Daarnaast heb ik de wethouder om een reactie gevraagd naar aanleiding van de uitspraken van de desbetreffende schooldirecteur van Yunus Emre, de heer Abdelsadek Maas. Hij zei namelijk het volgende in het Algemeen Dagblad: 'Door het huidige klimaat in Nederland zoeken moslims elkaar steeds meer op.' Daarnaast zegt hij: 'Als je een hoofddoek draagt, word je met de nek aangekeken. Op een islamitische school kunnen de kinderen zichzelf zijn.' Dit zijn niet bepaald stichtelijke woorden van deze schooldirecteur. Integendeel, ze zijn ronduit polariserend. Wat breng je op deze manier over

196 aan je leerlingen? Dat heel het land tegen je is, maar dat je op Yunus Emre jezelf kunt zijn? Vindt de wethouder deze uitspraken wenselijk? Wat de PVV betreft, is het een diskwalificatie van heel veel leraren die elke dag ontzettend hun best doen om kinderen, ook kinderen van Turkse en Marokkaanse komaf, te onderwijzen. Doen zij het soms allemaal fout? En hoe gepast is het om deze directeur te belonen met een nieuwe vestiging? Overigens heb ik nog steeds geen reactie gehad van de school op mijn verzoek of ik een bezoek kon brengen aan deze school, ondanks twee belletjes en een mail. Dit heeft zich afgespeeld op 1 en 2 juni. Het is een schoffering om vervolgens niks te laten horen. Ondanks dat ik dit heb aangekaart in de commissie vorige week, waar de school ook gewoon aanwezig was, heb ik nog steeds niks gehoord. Deze ijzige stilte bevestigt ons beeld van een gesloten bastion voor critici en buitenstaanders. Een segregerende omgeving; ik kan het niet anders zeggen. De PVV-fractie maakt zich ernstig zorgen over de toekomst van deze kinderen. Onderwijs op islamitische grondslag staat haaks op westerse kernwaarden zoals vrijheid, verlichting, democratie, vrouwenrechten, gelijkwaardigheid van man en vrouw, homo en hetero, gelover en geloofsverlater, een scheiding van kerk en staat, persoonlijke ontwikkeling en kritisch denken. Deze kernwaarden vormen de basis voor onze maatschappij en samenleving. Het is aan de overheid om deze kernwaarden te beschermen en te verdedigen. Ons onderwijsstelsel heeft dus ook een vormende taak, gestoeld op het verheffingsideaal en emancipatie. Het onderwijs zou de emancipatiemotor van Den Haag moeten zijn als het aan de PVV ligt, zodat ieder kind in Den Haag kan opgroeien en persoonlijk kan groeien in die traditie van verlichting, democratie, vrijheid en gelijkwaardigheid. Waarom beginnen we niet zo vroeg mogelijk met het onderwijzen van deze superieure kernwaarden? Ik rond af. Je oogst wat je zaait en wie islam zaait, zal uiteindelijk sharia oogsten. Daarom is de PVV tegen de vestiging van een islamitische school in Escamp.

Kim Waanders (D66). Voorzitter. Er ligt vandaag eigenlijk alleen een technisch vraagstuk voor. In dit geval voldoet Yunus Emre aan alle criteria om een nieuwe school te stichten. Ze voldoen bijvoorbeeld aan de stichtingsnormen, namelijk 333 leerlingen. Daarom zal D66 gewoon voor dit voorstel stemmen. Ik houd het ook even bij deze bijdrage, omdat ik puur alleen op het voorstel wil ingaan en niet op het eeuwige islamstokpaardje van de PVV. Het mag namelijk duidelijk zijn dat D66 daar lijnrecht tegenover staat.

Inge Vianen (GroenLinks). Voorzitter. Ik schaam me rot dat er hier een raadslid staat dat namens de PVV zulke discriminerende woorden in deze raad zegt, dat dermate polariseert dat deze stad er echt met wijd opengesperde mond naar zit te luisteren. Ik vind het echt verwerpelijk. Wij stemmen in met het voorstel om een islamitische basisschool te kunnen vestigen in Den Haag.

Elias van Hees (PVV). Ik ben de beroerdste niet. Ik gun mevrouw Vianen graag de gelegenheid om uit te leggen wat zij dan zo verwerpelijk vindt. Ik ken GroenLinks als een partij van vooral vrijheid blijheid. De vraag is waarom GroenLinks dat kennelijk kinderen niet gunt die in een systeem zitten waar ze niet vrijwillig uit kunnen stappen.

Inge Vianen (GroenLinks). De PVV doet alsof zij hier staat voor de verlichting, maar niets is minder waar. De PVV discrimineert. U zegt dat mensen met een islamitische achtergrond geen scholen mogen stichten en dat katholieken en joden dat bijvoorbeeld wel mogen. Dat is discriminatie en dat tolereren wij hier in deze stad niet.

Elias van Hees (PVV). Hier neem ik dan weer afstand van. Ik zeg helemaal niet dat er geen vrijheid is om een school te stichten. Er is alle vrijheid. Alleen staat de islam haaks op die vrijheid. Ik vraag mevrouw Vianen hoe zij toch kan uitleggen dat zij hier een achterlijke ideologie verdedigt en daarmee kinderen laat vergiftigen. Zij laat jonge kinderen daarmee in aanraking komen die niet uit het systeem kunnen. Op afvalligheid staat de doodstraf. Zij zegt ook te staan voor alle rechten die ik zojuist heb genoemd. Hoe gaat GroenLinks daarmee om?

197

Inge Vianen (GroenLinks). Welzeker staat GroenLinks voor gelijke rechten van man en vrouw, van homoseksueel en hetero en van mensen van welke religieuze achtergrond dan ook. Daar staan wij voor, maar daar staat u niet voor. U discrimineert hier op basis van religie.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Voorzitter. Dit is de vijfde keer dat wij over deze specifieke stichtingsaanvraag spreken. Wij houden het dan ook kort. Wij hoopten op een snelle afronding van de aanvraag, aangezien er gewoon een besluit van het ministerie ligt en een collegevoorstel waarin vrijwel alle fracties zich kunnen vinden. Helaas is er een tweetal fracties in deze raad die ondanks een Grondwet en een duidelijke Wet op het primair onderwijs graag groepen wil uitsluiten van rechten in dit land.

Elias van Hees (PVV). Ik heb twee vragen. De heer Küçük noemt zelf de Grondwet. De eerste vraag is waarom hij zelf niet gewoon in eerste instantie trouw kon zweren aan die Grondwet op het moment dat hij hier werd geïnstalleerd. Hij snijdt hier wel de Grondwet aan, waarvan hij het zelf kennelijk heel moeilijk vond om er trouw aan te zweren. Mijn tweede vraag is waarom de heer Küçük ooit in de Volkskrant heeft verklaard dat de regels die wij met z'n allen maken niet mogen ingaan tegen de islam.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Mijnheer Van Hees, ik weet niet waar u al die tijd hebt geleefd. Ik sta hier. Als ik niet op de Grondwet had gezworen, dan zou ik hier niet kunnen staan. Ik vraag mij toch af hoe het met uw geheugen zit. Kennelijk niet goed. Uw tweede punt betreft onze grondslag. U moet wel goed lezen wat ik destijds heb gezegd. Citeer het ook juist, want u zit hier gewoon te liegen. Dat kan ik hier zeggen. Als u de tekst goed had gelezen, dan wist u dat het gaat om onze grondslag. Wij zullen hier in deze raad niks steunen wat in strijd is met onze grondslag, punt uit. En dat is de islam.

Elias van Hees (PVV). Om het geheugen van de heer Küçük op te frissen: zijn woorden waren letterlijk 'zo waarlijk helpe mij Allah'. Dat is voor iedereen terug te zien op het moment dat hij hier in deze raadsperiode werd geïnstalleerd. Dat heb ik dan bij dezen opgehelderd. Ik vraag hem toch om daar serieus op in te gaan. Hoe haalt hij het in zijn hoofd om een Grondwet te verdedigen waaraan hij in eerste instantie zelf geen trouw kon zweren, maar pas na een attente reactie van de burgemeester, waarvoor overigens alle lof. Wat het tweede punt betreft, lees ik toch echt in het artikel in de Volkskrant van 15 maart 2014: 'Ik kan natuurlijk nooit volledig achter een systeem staan waar de meerderheid kan stemmen voor een verbod op de bouw van nieuwe moskeeën. Democratie heeft grenzen. Mensen zijn vrij om wetten te maken zolang die niet ingaan tegen de islam.' Dat is een letterlijke quote van de heer Küçük. Kan hij daarop reageren?

Hasan Küçük (Islam Democraten). Ik heb die woorden niet gehanteerd. Als die journalist dat heeft gezegd, dan heeft hij dat gezegd, maar het zijn niet exact mijn woorden. Het is knip-en-plakwerk. Als u dat als feit beschouwt, dan moet u dat zelf weten. Ik kan ook krantenknipsels halen waarin heel duidelijk staat dat uw partij een fascistische partij is, dat uw partij een racistische partij is en dat u mensen uitsluit. U gaat mij nu toch niet zeggen dat ik alles serieus moet nemen wat in de krant staat?

De voorzitter. De heer Van Hees.

Elias van Hees (PVV). Voorzitter, dank dat ik mag reageren in drieën. Dat had ik zonet ook graag gewild. Ik concludeer dat de heer Küçük toch niet opheldert waarom hij niet in één keer gewoon de eed kon afleggen. Ik wil hem ook verzoeken om in het vervolg niet meer te koketteren met de Grondwet, waarmee hij zelf moeite had om zich er in één keer aan te conformeren.

Hasan Küçük (Islam Democraten). God almachtig betekent letterlijk vertaald Allah. Dus doe uw huiswerk een beetje goed, dan kunt u dat gewoon weten. God almachtig betekent in het Arabisch

198 gewoon Allah en ik heb gewoon bij Allah gezworen, bij God almachtig. Bij God almachtig zweer ik en bij Allah zweer ik; dat is precies hetzelfde.

De voorzitter. De heer Küçük vervolgt zijn betoog.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Mijn bezwaar op dat moment was eigenlijk dat wij in Nederland de vrijheid moeten hebben om zelf te bepalen hoe wij onze eed moeten afleggen, want het gaat erom hoe oprecht een raadslid of een vertegenwoordiger is op het moment dat hij zijn eed aflegt. Je kunt hier op twee manieren een eed of een belofte afleggen: op een seculiere wijze of op …

De voorzitter. Mijnheer Küçük, misschien wil de raad het graag hebben over de eed en zo, maar we hebben het nu over het plan van nieuwe basisscholen 2016 tot en met 2018. De heer Van Hees heeft u een aantal vragen gesteld. Volgens mij hebt u die vragen beantwoord, in drie keer. Ik verzoek u om door te gaan met het verhaal over het plan van nieuwe basisscholen 2016 tot en met 2018.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Voorzitter. Dat is heel mooi, maar u hebt hem de gelegenheid gegeven om een vraag te stellen die niet bij dit onderwerp hoort. Dan had u daar geen toestemming voor moeten geven. Ik ga door. Helaas is er een tweetal fracties in deze raad die ondanks een Grondwet en een duidelijke Wet op het primair onderwijs graag groepen willen uitsluiten van rechten in dit land. Dat is een heel kwalijke zaak, des te kwalijker omdat deze fracties hun mond vol hebben over integratie en goed burgerschap. Wat ons betreft begint goed burgerschap bij het respecteren van de geldende wetten en regels in ons land. Ben je het niet eens met artikel 23 of met de Wet op het primair onderwijs, dan zul je dit via de Tweede Kamer moeten veranderen, niet hier. Tot die tijd heeft men zich gewoon te houden aan die wetten, dus ook de PVV. De wethouder eindigde de laatste discussie in de raad met de woorden dat zij wethouder is en zich heeft te houden aan de wet. Hier sluiten wij ons dan ook van harte bij aan. Wij wensen de Yunus Emre-school veel succes bij het doortrekken van hun excellente onderwijsprestaties naar Escamp. Wij feliciteren natuurlijk ook de ouders in Escamp met de komst van een islamitische basisschool.

Elias van Hees (PVV). Het is goed dat het geheugen van de heer Küçük weer terugkeerde naarmate het debat vorderde, maar dat heb ik daarna gezegd. Begrijp ik het goed dat de heer Küçük daar dan afstand van neemt? Zojuist begon hij weer over regels. Dat is hartstikke goed. Ik ben ook voor het handhaven van regels. Hij heeft zelf letterlijk gezegd: mensen zijn vrij om wetten te maken zolang die niet ingaan tegen de islam. Heeft die journalist het dan allemaal verkeerd begrepen? Had hij dat dan niet moeten rectificeren? Graag krijg ik een antwoord van de heer Küçük.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Ik sta exact achter die woorden. Wij als moslims mogen wetten maken als die niet in strijd zijn met de islamitische wetgeving. Waarom niet? Daar staan we als Islam Democraten voor. Onze grondslag is de islam, dus wij mogen hier niks steunen wat in strijd is met onze grondslag. Dat doen ook alle andere partijen hier. Sociaaldemocraten zullen ook niks steunen wat in strijd is met de sociaaldemocratie. Christenen zullen ook niks steunen wat in strijd is met het christendom. Dus wat is uw probleem eigenlijk? U zult niks steunen wat niet fascistisch is, dus ja, ik ga maar door.

(Rumoer in de zaal.)

Elias van Hees (PVV). Voorzitter. Ik hoop dat u de orde in de zaal een beetje kunt houden. Dit is een goed moment om afstand te nemen van alle beschuldigingen van fascisme. Mijn partij is niet fascistisch, wij discrimineren niet; wij hebben een probleem met de ideologie van de islam, die een fundamentele ongelijkheid nastreeft. Dat wilde ik even gezegd hebben. Het is goed dat de heer Küçük hier gewoon toegeeft dat voor hem de sharia dominant is. Dat is hartstikke goed en dat is precies waar mijn PVV tegen strijdt. Ik ben trotser dan ooit.

199

De voorzitter. Was u klaar met uw betoog, mijnheer Küçük?

Hasan Küçük (Islam Democraten). Moet ik de heer Van Hees serieus nemen? Ik houd het hierbij.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Wat het plan van nieuwe basisscholen 2016 tot en met 2018 betreft, wil het CDA het kort houden. Wij hebben het hier al uitgebreid over gehad in de raadscommissie. Ik wil nogmaals benadrukken dat het CDA veel waarde hecht aan artikel 23 over de vrijheid van onderwijs: alle scholen gelijk behandelen, dus ook Yunus Emre.

Abderrahim Kajouane (PvdA). Voorzitter. Wij hebben in de commissie uitgebreid hierover gesproken in de commissie, zo uitgebreid dat er eigenlijk geen tijd was voor een belangrijk onderwerp, namelijk de begroting van het programma Onderwijs. Je kunt redeneren dat doordat sommige partijen gefocust hebben op één onderwerp, één aspect, namelijk islamitisch onderwijs, wij het bos van het mooie onderwijs in onze stad zijn vergeten. Ik vind het echt vervelend dat wij daardoor onze punten over belangrijke onderwerpen tijdens die commissie niet volledig hebben kunnen maken, maar dat even terzijde. Zoals mevrouw Waanders terecht zei, gaat het om een technisch-juridische kwestie. Ik constateer dat het besluit van de raad van vorig jaar is overruled door de staatssecretaris en dat er voor de raad niks anders op zit dan dit besluit van de staatssecretaris op te volgen. Dat is terecht, want de vrijheid van onderwijs is verankerd in de wet. Wij hebben als gemeenten dwingend te toetsen aan bepaalde criteria. Ik constateer dat de Yunus Emre-school aan de criteria voldoet, dus de enige juiste conclusie is het plaatsen van die school op de lijst. Wat dat betreft, steun ik het college in die constatering. We kunnen ook redeneren dat wie polarisatie zaait, tegenstellingen kan oogsten. Maar gelukkig in het land van Erasmus, van Thorbecke en van Hugo de Groot is er niet alleen de PVV. Er zijn gelukkig heel veel krachten in de samenleving. Wij gaan die haat niet oogsten, maar wij gaan inderdaad voor een samenleving waarin verbinding is. Hier laat ik het bij.

Fatima Faïd (HSP). Voorzitter. Wij hebben de stichting van de tweede vestiging van Yunus Emre de laatste twee jaar uitgebreid besproken. Voor mijn fractie is het wel helder: ze voldoen gewoon aan de criteria. We moeten ons gewoon houden aan de Grondwet, dus wat ons betreft heel veel succes met de tweede vestiging.

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). Voorzitter. Ik kan ook heel kort zijn. We hebben in de commissie uitgebreid gesproken over de tweede vestiging van de Yunus Emre-school in stadsdeel Escamp. Iedereen heeft recht op openbaar en bijzonder onderwijs. De Yunus Emre-school voldoet aan alle criteria, vastgesteld in de Wet op het primair onderwijs, artikel 75, voor openbare scholen en artikel 76 voor bijzondere scholen, waardoor verdere discussie overbodig is. Ten slotte wil ik zeggen dat wij het standpunt van de PVV verwerpen en daar afstand van nemen, want dat zorgt voor tweedeling. Tweedeling in de samenleving moeten we met z'n allen niet willen. De PVV zegt dat de school doet aan polarisatie, maar het is de PVV zelf die aan polarisatie in met name de stad doet.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Ten eerste betreft, zoals D66-collega Waanders al zei, de rol van de gemeente enkel en alleen de objectieve toetsing van de stichtingsnorm. Ten tweede is voor mijn fractie belangrijk dat de vrijheid van onderwijs, zoals D66-wethouder Van Engelshoven al zo mooi formuleerde, een groot goed is. Die vrijheid houdt in dat iedere ouder mag kiezen voor het onderwijs dat past bij de eigen opvoeding en opvattingen, wat je ook mag vinden van de overtuiging van andere ouders en hoe oneens je het daar ook misschien mee bent. Echte tolerantie kan immers pijn doen. Aan onze voorwaarde, een meer plausibele onderbouwing dat de stichtingsnorm wordt gehaald, is voldaan. Verder is het aan de school om kwalitatief goed onderwijs te verzorgen, waarmee ik ze succes wens, en aan de onderwijsinspectie om daar vervolgens toezicht op te houden. De fractie van de ChristenUnie/SGP zal dan ook voor dit voorstel stemmen.

200

Wethouder Van Engelshoven (D66). Voorzitter. Net als ik in de commissie heb gedaan, zal ik mij in mijn beantwoording beperken tot die zaken die voor het besluit dat voorligt ter zake doen. Wij hebben het vandaag over de toepassing van artikel 23 van de Grondwet. Dat is inderdaad een groot goed. Ik ben dan ook heel blij met het voornemen van de staatssecretaris om die vrijheid te verruimen en op meer gronden de stichting van een nieuwe school toe te staan. Omdat het zo'n belangrijk artikel in de Grondwet is, is zoals de heer Grinwis terecht zegt in de Wet op het primair onderwijs een objectieve toetsingssystematiek geregeld waarmee we bekijken of een school voldoet aan de stichtingsnormen. Dat is de toetsing die wij als gemeente doen. Dat doen we voor iedere aanvraag op dezelfde manier. Doe je dat niet, dan is er sprake van discriminatie zoals mevrouw Vianen terecht zegt. Dat moeten we niet willen en ik wil daar verre van blijven. Artikel 23 is een groot goed in dit land, een grondwetsartikel dat voor iedereen geldt. De aanvankelijke afwijzing door de gemeente had te maken met die objectieve toetsing. Daartegen is bezwaar en beroep ingesteld. De staatssecretaris heeft gezegd: daar denken wij op dit moment anders over. Zoals u ook in het besluit van de staatssecretaris kunt lezen, was de school intussen gegroeid en lagen de cijfers ook anders. Vandaar dat het college op dit moment de stichting van deze school van harte steunt. De heer Kraft van Ermel vroeg naar het inspectierapport. Op de website staat het inspectierapport 2011. Ik heb in de commissie gezegd dat onlangs een nieuwe inspectie heeft plaatsgevonden. De school staat onder basistoezicht. Dat wil zeggen dat de inspectie een positief oordeel heeft over de kwaliteit van deze school. Er heeft een nieuwe inspectie plaatsgevonden, maar het nieuwe rapport staat nog niet op de website. Dat heb ik ook niet in de commissie betoogd. Ik heb alleen aangegeven dat er recent een nieuwe inspectie heeft plaatsgevonden en dat wij geen enkele reden hebben om aan te nemen dat die inspectie niet opnieuw zal leiden tot basistoezicht. Binnenkort zal dat nieuwe rapport ook op de website verschijnen. Er zit altijd enige tijd tussen de daadwerkelijke inspectie en het verschijnen van dat rapport op de website.

Lex Kraft van Ermel (Groep De Mos/Ouderen Partij). Dat laatste is juist: er zit een maand tussen volgens de inspectie zelf, die ik heb gebeld. Maar in de vergadering van de commissie Samenleving citeerde u al min of meer uit dat rapport. Althans, u zei in uw eigen woorden: er is een nieuwe inspectie uitgevoerd en daarbij is alles goed bevonden. Dat rapport is nog helemaal niet openbaar.

Wethouder Van Engelshoven (D66). U kunt mijn woorden verdraaien. Ik zeg het net zoals ik het gezegd heb. We hebben geen enkele aanleiding om aan te nemen dat op de nieuwe inspectie niet opnieuw basistoezicht zal volgen, omdat het onderwijs van Yunus Emre van prima kwaliteit is.

Lex Kraft van Ermel (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik verdraai uw woorden helemaal niet. Ik citeer u letterlijk zoals ik u heb gehoord en nog een keer heb teruggehoord tijdens de commissievergadering. U zegt in de commissievergadering: er is een inspectie geweest en daar is alles uitstekend bevonden. De inspectie zelf, die ik vanochtend heb gesproken, zegt: als er al een inspectie heeft plaatsgevonden, dan is het rapport niet openbaar. Nogmaals, waaruit citeert u wat u geciteerd hebt?

Wethouder Van Engelshoven (D66). Wij hebben bij de school even gecheckt of daar onlangs een inspectie heeft plaatsgevonden. Dat was het geval. Er is geen enkele reden, ook als je kijkt naar de resultaten van deze school, om aan te nemen dat die resultaten nu niet in orde zullen zijn, ook omdat wij met de inspectie geregeld contact hebben en signalen dat scholen bijvoorbeeld zwak worden tijdig kunnen oppikken.

Lex Kraft van Ermel (Groep De Mos/Ouderen Partij). U citeert dus uit een gesprek dat u met de school hebt gehad over de inspectie en niet uit een rapport. Bent u dan van mening dat u mij onjuist hebt geïnformeerd door te citeren uit een rapport?

Wethouder Van Engelshoven (D66). Dat lijkt mij heel onwaarschijnlijk, want ik kan helemaal niet citeren uit een rapport dat nog niet bestaat. Dat heb ik ook niet zo betoogd. U kunt hier spijkers op laag water blijven zoeken, maar ik heb het echt gezegd zoals ik het gezegd heb. Overigens is het niet

201 relevant voor de beslissing die nu voorligt. We hebben artikel 23 van de Grondwet en toetsingscriteria in de Wet op het primair onderwijs. Die checken wij. Op basis daarvan is het besluit genomen om deze school op het plan van scholen voor het komend jaar te zetten. Dat doe ik in alle vertrouwen. Daarmee heb ik volgens mij de vragen beantwoord die relevant zijn voor dit besluit. Daar wil ik het graag bij laten.

Elias van Hees (PVV). De wethouder steekt haar kop liever in het zand. Dat verbaast mij niet en ik heb ook niet de illusie dat ik nu wel antwoorden krijg. De wethouder heeft het over discriminatie en over artikel 23. Wat vindt zij dan van die emeritus hoogleraar Van den Akker? Neemt de wethouder hem serieus of vindt zij hem geen hoogleraar, maar een haatprediker?

Wethouder Van Engelshoven (D66). Het lijkt mij niet zinvol om hier een debat te hebben waarin wij over en weer hoogleraren gaan recenseren.

De voorzitter. Dat lijkt mij ook. Mijnheer Van Hees, u mag wel vragen stellen, maar graag over het onderwerp. Het gaat over het onderwijs, het plan van nieuwe basisscholen 2016 tot en met 2018.

Elias van Hees (PVV). Ik dacht dat een hoogleraar ook tot het onderwijsveld behoorde, of ik moet mij vergissen. Laat ik dan een andere vraag stellen. Waarom geeft de wethouder gewoon geen antwoord op vragen van de grootste oppositiepartij in Den Haag? Het kan natuurlijk zijn dat iemand daar geen zin in heeft, maar volgens mij is het gewoon uw taak om ons in dat opzicht tegemoet te komen. Waarom doet de wethouder dat willens en wetens niet?

Wethouder Van Engelshoven (D66). Het staat u vrij om hier vragen te stellen. Het staat mij vrij om het antwoord te geven dat ik geef. Ik heb uitgelegd dat het besluit dat voorligt een toetsing is van de criteria op basis van de Wet op het primair onderwijs. U kunt allerlei vragen stellen die voor dat besluit niet relevant zijn, ook allerlei vragen die behoren tot bijvoorbeeld het toezicht van de inspectie, maar u kunt het mij niet kwalijk nemen dat ik daar niet op inga.

Elias van Hees (PVV). Mag ik dan de wethouder verzoeken voor elk debat dat we hier hebben, plenair dan wel in commissieverband, om van tevoren een briefje aan de raad te doen toekomen waarin staat wat volgens haar tot de inhoud behoort? Dan kunnen wij als raad daarop anticiperen en hebben we misschien een wat vruchtbaarder debat.

Wethouder Van Engelshoven (D66). Volgens mij hebben wij in de commissie en hier een vruchtbaar debat gehad en vindt het merendeel van de raad dat het debat voldoende is gevoerd om tot een besluit te komen.

De voorzitter. Wij zijn gekomen aan het eind van de eerste termijn van het college. Ik constateer dat er geen behoefte is aan een tweede termijn.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt het voorstel.

Het voorstel wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de HSP, de VVD, de PvdA, het CDA, D66, GroenLinks, de Islam Democraten, de SP, de Groep Van der Helm, de PvdD, de ChristenUnie/SGP, de PvdE en de Groep Okcuoglu voor het voorstel hebben gestemd. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

Arnoud van Doorn (PvdE). Voorzitter. De Partij van de Eenheid is blij dat deze raad de komst van deze nieuwe vestiging van deze school steunt en daarmee de Grondwet gewoon navolgt. Mijn fractie

202 hoopt dat deze raad net zo positief zal staan tegenover de aanvraag van de Stichting Islamitisch Onderwijs voor een vestiging van voortgezet islamitisch onderwijs in Den Haag.

Aan de orde is:

L. Brief wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven.

De beraadslaging wordt geopend.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. We hebben het mooiste onderwerp weer tot het laatst bewaard: Scheveningen Haven. Scheveningen Haven blijft haven, zo staat boven aan de agenda van wethouder Klein voor Scheveningen Haven. Vergeleken met het vorige college is de toon van zijn agenda weldadig en zitten er goede voorstellen in. Tijdens de commissiebehandeling ben ik daarop ingegaan, zij het kort, want verder had ik een vrij kritische inbreng die ik nu niet helemaal zal herhalen. Maar toch het volgende. Naar de mening van de collega's van Groep De Mos en de ChristenUnie/SGP - dat ben ikzelf; dat heb je met spreekteksten waarop je gaat improviseren - pakte het college niet voldoende door. Wat mijn fractie betreft, moet de wethouder doorpakken. Om hem daarbij te helpen, hebben wij een aantal moties voorbereid. Daarmee beogen we echt te kiezen voor een echte haven en niet voor het makkelijke snelle geld van projectontwikkelaars, maar voor het rendabel maken van het havenwater. Ik denk dat wij qua bedoelingen en qua visie op de haven niet zo heel erg uiteenliggen. Alleen zit dat doorpakken er nog net niet voldoende bij. Daarom heb ik een aantal moties, die ik nu maar ga indienen, gezien de spreektijd. We hebben de behandeling in de commissie voortgezet met een schriftelijke behandeling. Daarop heb ik antwoorden gekregen, onder andere over het in gesprek gaan met a.s.r. vastgoed ontwikkeling. Alleen was de formulering een beetje cryptisch, namelijk over het maximaal combineren van wonen en werken. Het is wat vaag hoe je de woorden 'maximaal combineren' moet interpreteren. Daarom heb ik een motie met het volgende dictum: verzoekt het college bij het gezamenlijke onderzoek met a.s.r. vastgoed ontwikkeling de woningbouw zodanig in te passen dat toekomstige bewoners zo min mogelijk overlast zullen ondervinden van havengebonden bedrijvigheid, terwijl tegelijkertijd aan havengebonden bedrijven zo veel mogelijk kansen worden geboden. Uit de voorgaande meningen en overwegingen blijkt wel wat we precies bedoelen. Deze motie is eigenlijk in lijn met het antwoord van wethouder Klein, maar geeft iets meer duidelijkheid. Daarmee gaan wij heel pragmatisch mee in de lijn van het college. Om te laten zien dat we niet alleen pragmatisch zijn, maar ook het ideaal hooghouden, heb ik een motie. Na een heel aantal overwegingen hebben we de volgende verzoeken: verzoekt het college woningbouw vanaf 100 meter van de kade toe te staan en daartoe in gesprek te gaan met a.s.r. vastgoed ontwikkeling over het niet realiseren van de blokken ZuidZicht, ZuidHaven en ZuidDuin; verzoekt het college de mogelijkheden voor uitbreiding van de gebiedsaanduiding 'milieuzone- gezoneerd industrieterrein' rond de Derde Haven te onderzoeken en de raad hierover te informeren; verzoekt het college in gesprek te gaan met Arcade en a.s.r. vastgoed ontwikkeling over de hoogte van de appartementencomplexen en deze in lijn te brengen met de omgeving. Dat is vier tot maximaal zes verdiepingen, zoals ook door de inspreker is verwoord. Wij hebben daar veel waardering voor en zijn het daar helemaal mee eens. Helaas heeft wethouder Klein nog niet toegezegd om de studie te actualiseren die in het verleden, zo'n jaar of twaalf à dertien terug, is gedaan naar de uitbreiding van de Derde Haven. Om dat alsnog gedaan te krijgen, heb ik een motie met het volgende dictum: verzoekt het college genoemde verkenning naar uitbreidingsmogelijkheden van de Derde Haven te actualiseren en daarover de raad bij de nadere uitwerking van de Agenda Scheveningen Haven te informeren. Ik dien de vorige moties en ook deze samen in met Arjen Dubbelaar. Het was een tegenvaller in de beantwoording van de wethouder, maar de brug over de Pijp is nog steeds de pijp niet uit. Vandaar een motie met het volgende dictum: verzoekt het college de plannen voor de aanleg van een brug over de Pijp te schrappen. Het is een onnuttige investering. De

203 haven is afdoende bereikbaar voor fietsers en voetgangers via de Dr. Lelykade. Kortom, doe het niet. Daartoe roep ik het college op, weer samen met collega Dubbelaar van Groep De Mos. Ik heb nog een vraag aan wethouder De Bruijn over de hellingbaan. Eergisteren verscheen ineens in de gemeenteberichten de mededeling dat er een vergunning zou zijn aangevraagd voor de aanleg van de hellingbaan. De VVD en de ChristenUnie/SGP hebben de wethouder verzocht om heel goed na te gaan of het tweerichtingsverkeer aldaar toch niet kan worden gerealiseerd. Dat is best wel een harde voorwaarde voor de VVD en de ChristenUnie/SGP. Wij willen wel even duidelijkheid. Wat betekent deze vergunningaanvraag precies? Wordt dat tweerichtingsverkeer gerealiseerd? En wanneer komt dat onderzoek? Het lijkt mij niet netjes om een vergunningsaanvraag in te willigen voordat het onderzoek bekend is bij de raad.

De voorzitter. Door de heer Grinwis, daartoe gesteund door de heer Dubbelaar, worden de volgende moties (L/1. L/2, L/3 en L/4) ingediend:

Motie L/1

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van de brief van de wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550), constaterende, dat in de overeenkomst tussen college en Belangenvereniging Scheveningen Haven, gesloten op 11 april 2012, is vastgelegd dat er in de Derde Haven genoeg ruimte blijft voor havengebonden bedrijvigheid; overwegende, dat havengebonden bedrijvigheid bijvoorbeeld geluidsoverlast met zich mee kan brengen; van mening, dat als de woningbouwplannen in de nabijheid van de Derde Haven tóch doorgaan, deze zo moeten worden ingepast dat negatieve interactie tussen havengebonden ondernemers en bewoners tot een minimum wordt beperkt; overwegende, dat om geluidsoverlast te beperken, het niet loodrecht bouwen van appartementen bovenop de bedrijfsplint, maar ‘terrasgewijs’, een mogelijkheid is; verzoekt het college bij het gezamenlijke onderzoek met a.s.r. vastgoed ontwikkeling de woningbouw zodanig in te passen dat toekomstige bewoners zo min mogelijk overlast zullen ondervinden van havengebonden bedrijvigheid, terwijl tegelijkertijd aan havengebonden bedrijven zo veel mogelijk kansen worden geboden, en gaat over tot de orde van de dag.

Motie L/2

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van de brief van de wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550), overwegende, dat nu reeds gebrek aan kaderuimte in de Scheveningse Haven wordt ervaren door havengebonden ondernemers; overwegende, dat voldoende ontwikkelruimte essentieel is voor de toekomst van de Scheveningse Haven c.q. voor de ontwikkeling en vestiging van havengebonden bedrijven op langere termijn; overwegende, dat een mix van wonen en bedrijvigheid rond de Derde Haven een risico vormt voor de havengebonden bedrijvigheid;

204

van mening, dat uit de schetsimpressies blijkt dat de te realiseren appartementencomplexen, in vergelijking met de omliggende bebouwing in Duindorp en het Havenkwartier, veel te hoog worden; overwegende, dat het woongenot van de omwonenden hiermee achteruit gaat en ook de zichtlijnen naar zee verdwijnen; verzoekt het college woningbouw vanaf 100 meter van de kade toe te staan en daartoe in gesprek te gaan met a.s.r. vastgoed ontwikkeling over het niet realiseren van de blokken ZuidZicht, ZuidHaven en ZuidDuin; verzoekt het college de mogelijkheden voor uitbreiding van de gebiedsaanduiding ‘milieuzone- gezoneerd industrieterrein’ rond de Derde Haven te onderzoeken en de raad hierover te informeren; verzoekt het college in gesprek te gaan met Arcade en a.s.r. vastgoed ontwikkeling over de hoogte van de appartementencomplexen en deze in lijn te brengen met omgeving (4 tot maximaal 6 verdiepingen), en gaat over tot de orde van de dag.

Motie L/3

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van de brief van de wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550), overwegende, dat er in de Scheveningse Haven nu reeds gebrek is aan kaderuimte en dat in de toekomst de vraag naar kaderuimte verder zal stijgen; overwegende, dat het college talloze initiatieven toejuicht in de agenda Scheveningen Haven en nieuwe bedrijvigheid op het gebied van offshore etc. naar Scheveningen Haven wil halen; overwegende, dat dit veel kansen biedt voor de werkgelegenheid; overwegende, dat een uitbreiding van de Derde Haven in de toekomst noodzakelijk kan zijn; van mening, dat dit het strategische moment is om de verkenning naar uitbreiding van de Derde Haven van ruim een decennium geleden te actualiseren; verzoekt het college genoemde verkenning naar uitbreidingsmogelijkheden van de Derde Haven te actualiseren, en daarover de raad bij de nadere uitwerking van de Agenda Scheveningen Haven te informeren, en gaat over tot de orde van de dag.

Motie L/4

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van de brief van de wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550), overwegende, dat er geen noodzaak is voor een brug over de Pijp; van mening, dat de huidige bereikbaarheid van de Tweede Haven voor fietsers en voetgangers afdoende is;

205 van mening, dat de kosten voor een brug over de Pijp dus een onnuttige investering zijn voor een haven die haven moet blijven; van mening, dat de beroepsvaart in de haven geen strobreed in de weg gelegd moet worden; verzoekt het college de plannen voor de aanleg van een brug over de Pijp te schrappen, en gaat over tot de orde van de dag.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Voorzitter. Wij hebben het vanavond over de brief van het college Scheveningen Haven is, en blijft haven. Toegegeven, er staan een aantal prima punten in de brief van de wethouder. Het college wil veel, maar maakt geen heldere keuzen. Op 7 april jl. hebben de fracties Groep De Mos/Ouderen Partij en de ChristenUnie/SGP samen het plan “En nu doorpakken, tien voorstellen voor een sterke haven en een mooi Scheveningen” gepresenteerd. Ik sluit mij uiteraard aan bij de inbreng van mijn collega van de ChristenUnie. Het laat maar weer eens zien dat een constructieve samenwerking met Groep De Mos goed mogelijk is. De fractievoorzitters van beide partijen hebben er veel tijd in gestoken. Dat onze voorstellen niet uit de lucht komen vallen, blijkt ook wel uit de reacties van de bewonersorganisatie Noordelijk Scheveningen en de bewonersorganisatie Havenkwartier. Er zijn veel zorgen over hoogbouwplannen op Scheveningen. Bewoners op Scheveningen willen geen hoogbouw aan de kust. Er zijn veel zorgen over woningbouw zo dicht aan de kade. Het bedrijf Norfolkline vertrok nota bene tien jaar geleden omdat het niet kon uitbreiden. Straks gebeurt hetzelfde als honderden huizen zo dicht bij de Derde Haven worden gebouwd. Bij de presentatie van het plan “En nu doorpakken” van Groep De Mos/Ouderen Partij en de ChristenUnie/SGP stond een artikel in de krant met een aantal opmerkelijke geciteerde uitspraken van een aantal raadsleden, waaronder die van coalitiepartij Partij van de Arbeid. In de commissie Bestuur had ik het er al over en werd ik weggewuifd door de betreffende woordvoerder. Ik heb voor het gemak het artikel maar even meegenomen. De heer Aydin zegt daarin namelijk: 'Het aantal woningen op het Norfolkterrein zou prima lager kunnen. Het doet iets met mensen als de rust te veel wordt verstoord.' De Partij van de Arbeid vindt: het aantal woningen op het Norfolkterrein zou prima lager kunnen. U begrijpt dat wij de partij van de wolkenkrabbers, de zweefbruggen en de cultuurpaleizen hierin natuurlijk graag tegemoetkomen.

Bülent Aydin (PvdA). Als u mij citeert, zou ik het in ieder geval prettig vinden als u mij correct citeert. Ik heb juist gezegd dat ik een verdichting op het Norfolkterrein goed zou vinden, precies het tegenovergestelde van wat u betoogt.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik heb het artikel bij mij. Ik heb het geel gemarkeerd. Ik zal het zo even langsbrengen bij de heer Aydin. Ik ga ervan uit dat hij een rectificatie aanvraagt bij het Algemeen Dagblad. Zegt hij dat ook toe?

Bülent Aydin (PvdA). Bedankt voor het advies. Dat had ik nog niet bedacht.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). In elk geval dien ik een motie in met het volgende dictum: verzoekt het college te onderzoeken hoe voorgenomen woningbouw in het havengebied Scheveningen is te beperken en de resultaten aan de raad voor te leggen. De motie wordt mede ingediend namens de ChristenUnie/SGP.

De voorzitter. Door de heer Dubbelaar, daartoe gesteund door de heer Grinwis, wordt de volgende motie (L/6) ingediend:

Motie L/6

206

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van de brief van wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550).

Constaterende dat: - in het coalitieakkoord over Scheveningen Haven is afgesproken dat het college het accent meer wil leggen op de economische functie van de haven.

Van mening dat: - door de bouw van honderden woningen, de toekomstige groeimogelijkheden voor havengebonden bedrijvigheid worden beperkt.

Verzoekt het college te onderzoeken hoe voorgenomen woningbouw in het havengebied Scheveningen Haven is te beperken en de resultaten aan de raad voor te leggen.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Het is natuurlijk mooi dat we het uitgerekend in de Vlaggetjesweek hebben over de Agenda Scheveningen Haven. Het CDA is erg blij met de ontwikkelingen in de Scheveningse haven met deze agenda, voor de economische functie van vooruitgang bijvoorbeeld. Havengebonden activiteiten en industrie vinden volop plaats en de ontwikkeling daarvan krijgt voldoende ruimte in deze agenda. Er wordt volmondig gekozen voor werkgelegenheid in de haven. De jeugd in Scheveningen, Duindorp en de rest van Den Haag krijgt meer zicht op een maritiem gerichte opleiding en baan. Ook in het verband van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag kan er met regionale programma's verder gewerkt worden aan de meer maritieme cluster Water en vestigingsklimaat in Scheveningen, samen met scholen, samen met kennisinstellingen en samen met bedrijven. Wij zijn dan ook blij dat in deze agenda en in de nieuwe plannen, waarin wordt gekozen voor havengebonden industrie en werkgelegenheid boven toerisme, de hoge hoteltoren op het Zuidelijk Havenhoofd en de omstreden oversteek en oeververbinding niet meer nodig blijken en definitief uit de plannen zijn geschrapt. Het CDA was geen voorstander van een hoge hoteltoren aan de kust en van de oeververbinding en was alleen daarom al tegen het masterplan voor Scheveningen. Wat het CDA betreft, maakt De Vloek ruimte voor ontwikkelingen in de haven. Op de plek komt een zeilcentrum, de uitbouw van de Scheveningse rederij Van der Zwan en een Scheveningse botenbouwer. De plannen zorgen voor een ontwikkeling van de industrie in de haven van Scheveningen, een impuls aan de Scheveningse economie en ze zetten Scheveningen nog eens extra op de kaart als watersportlocatie en in het bijzonder als zeezeilhaven. Op het complex ontstaan ruim 40 arbeidsplaatsen. Er zijn 50 topzeilers met begeleiding. Volgens het CDA kan het niet zo zijn dat deze ontwikkelingen, die bijdragen aan de lokale economie, industrie, visserij en het sportieve karakter van Scheveningen en die positief zijn voor onze hele stad, geen doorgang kunnen vinden omdat een handjevol vrijbuiters weigert te vertrekken. De Vloek weet al sinds ze twaalf jaar geleden hun intrek deden dat de locatie van tijdelijke duur zou zijn. Er is altijd duidelijk naar De Vloek gecommuniceerd dat wanneer er ontwikkelingen in dat gebied zouden plaatsvinden, zij zich zouden moeten verplaatsen. Wij willen toch positief eindigen. We zijn erg blij dat in onze eerdere behandelingen van het havenplan door de wethouder is toegezegd dat hij zou onderzoeken of een aansluiting van de Scheveningse haven op de Haagse binnenwateren mogelijk zou zijn. Hiermee creëren wij na de directe verbinding van het Centraal Station en de Veenkade nog meer reuring op de Haagse wateren en geven we de pleziervaart en het toerisme een grote impuls. Wij wachten op de uitkomst van dit onderzoek.

Inge Vianen (GroenLinks). Voorzitter. In tegenstelling tot het CDA vindt GroenLinks De Vloek wel van grote toegevoegde waarde voor onze stad. Ik heb niet veel spreektijd meer, dus ik zal mij beperken tot de Hellingweg 127.

207

Voor nieuwbouw op de Hellingweg 127 is een omgevingsvergunning afgegeven. Er zijn 39 bezwaarschriften ingediend. Het is ons opgevallen dat de gemeente steeds vaker niet afwacht tot de Adviescommissie bezwaarschriften uitspraak heeft gedaan over de bezwaarschriften die binnen zijn gekomen, maar dat al voordat die uitspraak gedaan is er wordt overgegaan tot actie. Ik noem maar even de bomen op het Tournooiveld. De Adviescommissie bezwaarschriften moest nog steeds antwoorden over het wel of niet kappen van de bomen op het Tournooiveld, maar ze werden al gekapt voordat de uitspraak gedaan werd. Wij vinden dat dat eigenlijk niet kan. Daarom dien ik een motie in met het verzoek om het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften af te wachten en tenminste tot de openbaarmaking van het advies niet over te gaan tot oplevering van de grond van Hellingweg 127 en de ontruiming van De Vloek en de raad hierover te informeren. Ook vraag ik aan de wethouder om de stukken te laten zien waaruit blijkt dat er daadwerkelijk ontwikkeld en gebouwd gaat worden op de Hellingweg 127, want tot nu toe zijn wij daar nog steeds niet van overtuigd.

De voorzitter. Door mevrouw Vianen wordt de volgende motie (L/5) ingediend:

Motie L/5

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van de brief wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550).

Constaterende dat: - de omgevingsvergunning voor nieuwbouw op Hellingweg 127 is afgegeven door de gemeente.

Voorts constaterende dat: - er door belanghebbenden 39 bezwaarschriften zijn ingediend tegen deze omgevingsvergunning.

Overwegende dat: - deze bezwaarschriften nog niet behandeld zijn door de Adviescommissie bezwaarschriften.

Van mening zijnde dat: - de Adviescommissie bezwaarschriften een advies moet kunnen uitgeven zonder dat er onomkeerbare stappen worden genomen ten aanzien van de zaak waarover de commissie uitspraken doet.

Verzoekt het college: - het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften af te wachten en tenminste tot de openbaarmaking van het advies niet over te gaan tot oplevering van de grond van Hellingweg 127 en de ontruiming van De Vloek en de raad hierover te informeren.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Aisha Akhiat (SP). Voorzitter. De Scheveningse haven is eigenlijk steeds minder een echte haven aan het worden en steeds meer een soort poppenhaven: leuk om naar te kijken, maar niet echt gebouwd op echt gebruik. In de afgelopen jaren zijn er veel veelal dure appartementen bij gebouwd en is er steeds een klein stukje haven ingepikt. Echte industrie is er nauwelijks nog mogelijk. Dat was ook een bewuste keuze, zo hebben we onlangs nog besproken in de commissie. Het stadsbestuur wil meer richting een soort fotogenieke jachthaven en weg van de wat minder schattige industrie. Intussen is er mede daardoor veel werkgelegenheid uit de haven verdwenen. Dat moet nu worden gecompenseerd door weer werkgelegenheid te creëren. Dat doen we dus door feestjes als de

208

Volvo Ocean Race, waar gemeenteraadsleden gratis mogen komen drinken en die al twee keer zo veel gaat kosten als begroot, en door een nieuw topzeilcentrum te laten bouwen terwijl er nog een nautisch centrum bijna helemaal leegstaat om de hoek. Of er daarmee echt banen komen, is een totale gok. Vertrouwen op Haagse kracht, inwonersparticipatie, de open bestuurscultuur en dat soort dingen; het zijn allemaal termen waar het college van houdt. Maar het goedlopende initiatief van De Vloek moet wijken voor weer een onnodig prestigeproject. De SP vindt dit zonde en dient daarom een motie in met het volgende dictum: verzoekt het college om niet over te gaan tot ontruiming van De Vloek voordat de leegstand rond de Derde Haven met minstens 50% is gereduceerd; pas nadat aan deze eis is voldaan het traject met betrekking tot de bouw van Blok 6 (Hellingweg 127) voort te zetten, onder de voorwaarde dat de gemeenteraad tijdig en zorgvuldig wordt geïnformeerd over de ontruimingsprocedure en mogelijke alternatieve locaties voor de gebruikers van De Vloek. De motie wordt mede ingediend door Christine Teunissen van de Partij voor de Dieren. Bouwen voor leegstand is waanzin. Wat ons betreft, moet De Vloek gewoon blijven.

Michel Rogier (CDA). Op die locatie wordt een topzeilcentrum gebouwd. Wij hebben de SP al eerder uitgelegd dat het heel moeilijk is om op de eerste, tweede of derde etage, waar die leegstand dan is, een zeilcentrum te bouwen. Bent u het daarmee eens?

Aisha Akhiat (SP). Dan deel je het gebouw toch anders in?

Michel Rogier (CDA). Dream on! Ik heb een vervolgvraag. Wat vindt u van de ruimte voor extra activiteiten voor de visafslag, het Vispact en nautische innovatie in het havengebied?

Aisha Akhiat (SP). Daar is de SP op zich wel blij mee. Er staat niet alleen maar onzin in het plan. Maar gezien het verdwijnen van heel veel industrie die daar eerst wel mogelijk was en nu steeds minder mogelijk wordt, vinden wij het toch niet echt een goed idee.

Michel Rogier (CDA). Is de SP het met mij eens dat in de Agenda Scheveningen Haven juist wordt gezocht naar mensen die invulling willen geven aan de locaties in de haven die geschikt zijn voor havengebonden activiteiten? Bent u er niet trots op dat we eindelijk een agenda hebben waarmee we de visindustrie en de havengebonden activiteiten op de kaart zetten, op de agenda van Den Haag? Bent u er niet trots op om banen te creëren?

Aisha Akhiat (SP). Volgens mij zijn die banen juist vernietigd in de afgelopen jaren en probeert men nu met een soort kunstgreep nog wat activiteit te forceren. Het is hartstikke leuk dat die kleine bedrijfjes daar worden uitgenodigd. Daar zijn wij helemaal voor. Maar het is wel jammer dat het per se binnen een bepaald plaatje moet passen en dat het per se een soort schattige, pittoreske industrie moet worden terwijl de echte industrie gewoon wordt ontmoedigd. Dat werd de vorige keer ook toegegeven door de wethouder.

De voorzitter. Door mevrouw Akhiat, daartoe gesteund door mevrouw Teunissen, wordt de volgende motie (L/7) ingediend:

Motie L/7

De gemeenteraad van Den Haag op 11 juni 2015 in vergadering bijeen ter bespreking van de brief wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550).

Constaterende dat: - vrijplaats De Vloek, gelegen aan de Hellingweg 127, moet wijken vanwege de geplande komst van een zogenaamd Topzeilcentrum; - topzeilers en coaches momenteel voor trainingen en andere activiteiten gebruik kunnen maken van het Nautisch Centrum, eveneens gelegen aan de Hellingweg.

209

Overwegende dat: - dit Nautisch Centrum al jaren deels leegstaat; - er in de omgeving Hellingweg - Kranenburgweg tevens verschillende andere bedrijfspanden leegstaan of tijdelijk worden beheerd, vooralsnog zonder uitzicht op een permanente invulling/functie; - het onwenselijk is dat een goed lopend initiatief als De Vloek moet wijken voor een nieuwbouwproject terwijl er momenteel inefficiënt gebruik wordt gemaakt van de omliggende panden en gronden.

Verzoekt het college om: - niet over te gaan tot ontruiming van De Vloek voordat de leegstand rond de Derde Haven met minstens 50 procent is gereduceerd; - pas nadat aan deze eis is voldaan het traject m.b.t. de bouw van Blok 6 (Hellingweg 127) voort te zetten, onder de voorwaarde dat de gemeenteraad tijdig en zorgvuldig wordt geïnformeerd over de ontruimingsprocedure en mogelijke alternatieve locaties voor de gebruikers van De Vloek.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Bülent Aydin (PvdA). Voorzitter. Scheveningen Haven moet weer gaan leven, werken, wonen en recreëren in samenhang met elkaar. Investeren in de haven juichen wij dan ook van harte toe. Het gaat wat ons betreft om het evenwicht tussen havengebonden activiteiten, wonen, recreatie en natuurlijk werkgelegenheid. Het stimuleren van visserij- en havengebonden bedrijvigheid om zo ook banen te creëren voor Hagenezen en Hagenaars die aan de kant staan, is wat ons betreft hard nodig. Ook tijdens de commissievergaderingen hebben wij steeds aandacht gevraagd voor de volgende zaken. Het zou goed zijn als de ontwikkeling van de haven nog meer dan nu het geval is in samenhang met de hele ontwikkeling van Scheveningen wordt bekeken. Scheveningen is een drieluik van Haven, Dorp en Bad en ze hebben invloed op elkaar. Denk bijvoorbeeld alleen al aan verkeer en parkeren. Het verbeteren van de doorstroming en de verkeersveiligheid op de Westduinweg en aan de slag gaan met de rotondes is een goed begin, maar dat is zeker niet genoeg. De bereikbaarheid van Scheveningen Haven en Scheveningen vraagt om een heldere visie op autogebruik, openbaar vervoer en stimulering van het fietsgebruik. De wethouder heeft toegezegd dat eind dit jaar een onderzoek hiernaar wordt afgerond. Ik ben benieuwd naar dat onderzoek, omdat het niet alleen over de auto gaat, maar ook over het totale openbaar vervoer en de fiets. Ook de toevoeging van extra horeca en winkels heeft effecten op heel Scheveningen en de winkelleegstand die er in Scheveningen is. Vandaar ook die samenhang. Het zal u niet verbazen dat wij het belangrijk vinden dat er voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn in onze stad. Dit staat echt onder druk. Als ik het goed lees, is er in het Masterplan Scheveningen Kust geen 30% sociale woningbouw afgesproken. De PvdA is blij dat het tekort aan sociale woningen in dit plangebied wordt gecompenseerd. Wij verwachten dan ook van de wethouders Klein en Wijsmuller dat zij de afspraken hierover in het collegeakkoord gestand doen. Kan de wethouder aangeven waar en wanneer de compensatie gaat plaatsvinden? Wat de werkgelegenheid betreft, vragen wij de wethouders om bij aanbestedingen er alles aan te doen om Haagse werklozen aan het werk te helpen, zodat dat de werkgelegenheid ten goede komt voor de bewoners die langs de kant staan. Last but not least: betrek belanghebbenden en ontwikkel plannen in nauwe samenspraak met belanghebbenden. Dat maakt de plannen beter en zorgt voor meer draagvlak. In de inbreng van BOH tijdens de commissievergadering hoor je de betrokkenheid en realiteitszin. Dat moeten we wat mij betreft verder uitbouwen.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik ben toch benieuwd wat de heer Aydin dan wel precies tegen het AD heeft gezegd.

210

Bülent Aydin (PvdA). Vergeeft u mij als ik niet meer precies weet welke woorden ik heb gebruikt, maar als u goed hebt opgelet, heb ik ook in de commissievergadering aangegeven waar het mij om gaat. Ik zag dat je de scheiding tussen werken, wonen enzovoorts misschien iets groter kunt maken door het Norfolkterrein wat te verdichten en elders minder woningen te bouwen. Die optie heb ik gesuggereerd. Dat leek de wethouder wat lastig.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Maar goed, wat de Partij van de Arbeid vindt, vind ik ook wel interessant om te weten. U steunt dus het idee bijvoorbeeld dat in het plan En nu doorpakken staat om een bepaalde afstand uit de kade te blijven?

Bülent Aydin (PvdA). Dan gaat u weer een stap verder. Ik heb die optie geopperd aan de wethouder. Ik ben overtuigd door de antwoorden van de wethouder dat we dat waarschijnlijk niet moeten doen.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Dan constateer ik dat de Partij van de Arbeid zich dus laat leiden door de wethouder.

Bülent Aydin (PvdA). U constateert wat u zelf wilt, maar ik laat mij leiden door goede argumenten. Als de wethouder of wie dan ook goede argumenten heeft, laat ik mij daardoor leiden.

Robert van Asten (D66). Voorzitter. Wat D66 betreft is de agenda voor Scheveningen Haven al voldoende in de commissie besproken. Deze behandeling in de raad is dus eigenlijk niet nodig. Nu wij het er toch over hebben, wil D66 nogmaals zeggen dat wij achter deze plannen staan. Waar de nadruk bij de eerste plannen vooral op woningbouw lag, is er nu een stuk dat uitgaat van de economische waarde van de haven. Daar is D66 blij mee. Die ontwikkeling is een belangrijke motor voor de Haagse werkgelegenheid. Voor D66 is ook de ontwikkeling van de zeezeilhaven belangrijk. De watersport heeft nu al een zeer positieve economische spin-off voor Den Haag. Denk maar aan de North Sea Regatta die pas heeft plaatsgevonden en de Volvo Ocean Race die er deze maand aankomt. Dat betekent honderdduizend bezoekers en volgeboekte hotels in de Scheveningse haven. Met de zeezeilhaven kunnen we in de toekomst wellicht een volwaardige start- en finishplaats worden, wat goed is voor toerisme en werkgelegenheid. De agenda 'Scheveningen Haven is, en blijft haven' toont de weg die deze coalitie is ingeslagen: veel aandacht voor economie en werkgelegenheid. D66 juicht dat van harte toe. De komende tijd zullen de projecten concreet uitgewerkt gaan worden. Wij kijken daarnaar uit.

Chris van der Helm (Groep Van Der Helm). Voorzitter. Het is goed om te zien dat er veel aandacht is voor economie en werkgelegenheid. Dat is ook één van de speerpunten van dit college. Het is erg goed om te zien dat het ook juist op dit gebied toegespitst wordt. Dat is ook wel nodig. Uit het voorstel blijkt dat het aantal banen in de afgelopen zeven jaar is afgenomen. Daarom is het van groot belang dat er echt iets aan gedaan wordt. Een ander goed punt is dat er echt een publiek-private samenwerking is, samenwerking met het bedrijfsleven zoals bij het Vispact. Dat is goed om te zien. Het is goed dat wij als lokale overheid niet alles zelf willen doen, maar het juist doen in samenspraak met de ondernemers en de bedrijven die er zitten. Mijn eerste punt betreft Vlaggetjesdag. De wens is om te kijken of het misschien uitgebreid kan worden. Dat is an sich een interessante gedachte. Mijn vraag is de volgende. Komt de traditie, het oorspronkelijke feest, wellicht niet in gevaar door er een enorme happening van te maken? Dat zou zonde zijn. Vlaggetjesdag hoort echt bij Scheveningen. Mijn vraag is of de wethouder kan aangeven dat de traditie, het karakter van Vlaggetjesdag niet verloren gaat bij een eventuele uitbreiding. Mijn tweede punt gaat om De Vloek. Ik heb mij enigszins verbaasd over de gang van zaken in de afgelopen maanden, zeker gezien hoe de mensen van De Vloek er zelf mee omgaan. Mijn vraag is de volgende. De gemeente moet naar de rechter om tot ontruiming over te kunnen gaan. Ik had het idee dat wij een aantal maanden terug een overeenkomst hadden dat de mensen van De Vloek vrijwillig zouden vertrekken en vervangende ruimte zouden krijgen. Ik hoorde eén van de insprekers het hebben over 'vechten' en dat zij niet zullen opgeven. Dat is nogal strijdbaar. Het zou dus heel goed

211 kunnen dat dit uiteindelijk niet zonder slag of stoot zal gaan. Mijn vraag aan de wethouder is dan ook een logische. Ik ben het er eigenlijk ook wel mee eens. Vindt hij dat, gezien het hele gebeuren rondom De Vloek en dat de zaak via de rechter moet worden uitgevochten, de mensen van De Vloek daarmee de kans op een vervangende woonruimte verspeeld hebben? Ik ben zelf van mening dat, als het op deze manier moet, via de rechter, terwijl wij er een flinke tijd terug goede afspraken over hebben gemaakt in deze zaal, de gemeente niet meer moet meewerken aan vervangende ruimte. Ik deel het enthousiasme van de heer Rogier over dit plan. Ik stem dan ook in met het voorstel.

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. De vorige twee sprekers hebben maar weer eens bewezen dat de mensen van De Vloek een dappere strijd voeren tegen het in deze raad overheersende rendementsdenken. De PvdD heeft zich steeds fel verzet tegen de sloop en verplaatsing van De Vloek. De Vloek verplaatsen is net zo onrealistisch als de Scheveningse haven verplaatsen naar de Hofvijver. De Vloek is een prachtig initiatief. Den Haag worstelt met zijn groene imago. Dat maak je niet goed met haring en zeilcentra, maar wel met een kunstzinnig, plantaardig en diervriendelijke initiatief dat beter verdient dan een banvloek van onze rendementsdenkers. De Vloek is een zegen voor Den Haag. Dat wil ik even gezegd hebben. Ondanks al het verzet heeft de meerderheid van de raad besloten dat De Vloek een alternatieve locatie aangeboden krijgt. Dat besluit neemt ten eerste onze zorgen over het voortbestaan van ‘ De Vloek en de leegstand in de haven niet weg. In de omgeving van het Topzeilcentrum, het Nautisch Centrum en op andere plekken in de haven is veel leegstand. Wij willen dat de gemeente niet overgaat tot ontruiming van De Vloek voordat duidelijk is dat er niet gebouwd wordt voor leegstand en dat hergebruik in de omgeving wordt bevorderd. Wij willen ook dat de raad zorgvuldig over mogelijke alternatieve locaties voor De Vloek wordt geïnformeerd met zorgvuldige onderbouwing van de geschiktheid van die locaties. Om die reden steunen wij de motie van de SP en sluiten wij ons aan bij de motie van GroenLinks en de vraag van GroenLinks naar de stukken die inzicht geven in hoever het staat met de ontwikkeling van het Topzeilcentrum. Laten wij wat van waarde is respecteren en in ieder geval het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften serieus nemen en tot de openbaarmaking niet overgaan tot de ontruiming van De Vloek.

(Applaus vanaf de publieke tribune.)

Peter Bos (HSP). Voorzitter. De haven van Scheveningen is een uniek en fantastisch onderdeel van deze stad, waarvan we vooral de havengebonden functies moeten koesteren en versterken. Wij zijn dan ook blij met de door het college ingeslagen weg. De eerdere focus op toerisme en woningbouw wordt langzaam verlegd naar meer ruimte voor maritieme functies. De oeververbinding in de vorm van een zweefbrug en de 100 m. hoge hoteltoren zijn gelukkig van de baan. In de commissievergadering hebben we het stuk van de wethouder uitgebreid besproken en heeft de HSP gepleit voor de zeilvrachtzeevaart, voor maritieme economie en voor een goede vaarverbinding met het achterland. Niet alleen voor de pleziervaart, maar ook voor de lokale binnenvaart. Pijnpunten blijven er nog wel. We zijn nog steeds niet enthousiast over de brug over de Pijp. Ook maken we ons zorgen over de spanning tussen wonen en havengebonden activiteiten en daarnaast over de leegstand op met name de Hellingweg. Het had ook zo maar gekund dat de wethouder iets had geschreven over een gewijzigd inzicht met betrekking tot De Vloek. Want ook De Vloek past prima in de nieuwe richting die dit college inslaat. Waarom? Omdat broedplaatsen, vrijplaatsen, hoe je ze ook noemen wilt, uitermate goed functioneren in een haven. Een paar jaar voordat ik De Vloek met een aantal vrienden en bekenden kraakte, ontstond in Amsterdam de term broedplaatsen. Spraakmakende voorbeelden waren de Silodam, het Veem, de Kalenderpanden, het Lloyd Hotel, het Vrieshuis Amerika, het pakhuis Wilhelmina, de NDSM-werf, en de ADM-werf. Allemaal gekraakte pakhuizen en terreinen in havengebieden langs ’t IJ in Amsterdam. De krakers verenigden zich in een actiegroep en lanceerden de term broedplaatsen. En op 21 juni 2000 begon de gemeente Amsterdam als eerste met broedplaatsenbeleid. Den Haag volgde niet veel later. Voor mij en veel anderen waren de ontwikkelingen in Amsterdam een inspiratie. In de Scheveningse haven ontstond De Vloek. Niet veel later Maakhaven in Laakhaven en in de Binckhorsthaven de Besturing. Deze drie succesvolle broedplaatsen grenzen direct aan havenwater en

212 zijn ook broedplaatsen die het lang volhouden. Waarom? Omdat havens inspirerende plekken zijn, waar kunstenaars en creatievelingen naar op zoek zijn en waar publiek graag komt. De Besturing en Maakhaven hebben zich inmiddels zo sterk ontwikkeld dat zij bezig zijn om een vaste plek te veroveren in de stad. De HSP heeft vorig jaar hier in de raad en in de commissies gepleit voor behoud van De Vloek. Onze fractie heeft daarin het voortouw genomen, we hebben veel partijen meegekregen, maar de strijd hier in de raad uiteindelijk niet gewonnen. Er komt een topzeilcentrum waarvan de bouw binnenkort zal starten.

Christine Teunissen (PvdD). U zegt het voortouw te hebben gevoerd bij het behoud van De Vloek. Dan ben ik toch wel heel verbaasd dat u destijds blijkbaar mijn motie is ontgaan over het behoud van De Vloek. Die hebt u niet gesteund.

Peter Bos (HSP). Die motie is ons zeker niet ontgaan. Die hadden wij achteraf gezien ook best kunnen steunen. Wij hebben toen een eigen motie ingediend. Er waren moties van Groep De Mos, GroenLinks, de SP en van de PvdD. Wij hebben gekozen voor een eigen motie. Achteraf hadden wij best kunnen kiezen voor de motie van de PvdD. Achteraf gezien hadden wij dat misschien beter kunnen doen. Wij hebben twee, drie commissievergaderingen intensief gepleit voor behoud van De Vloek. Dat moet mevrouw Teunissen toch beamen? Zij heeft een beetje meegelift op onze acties en uiteindelijk met een motie geprobeerd om de raad mee te krijgen. Dat hebben wij ook geprobeerd. Wij hadden een coalitie met partijen die in beginsel bereid waren om De Vloek te behouden, maar die is uit elkaar gevallen.

Christine Teunissen (PvdD). Het verbaast mij nog steeds. Er zat naar ik mij herinner een groot verschil tussen de motie van de HSP en behoud van De Vloek. Nu zegt de heer Bos achteraf dat hij de motie misschien wel had kunnen steunen. Dan ben ik best wel verontwaardigd. Met die motie hadden wij heel expliciet de sloop van De Vloek tegen kunnen houden.

Peter Bos (HSP). Die motie had geen meerderheid. Bovendien ben ik helemaal niet van plan om er een soort wedstrijdje van te maken wie het beste zijn best heeft gedaan voor De Vloek. Als mevrouw Teunissen dat wil, is dat prima. Ik doe daar niet aan mee.

Christine Teunissen (PvdD). Ik wil helemaal niet suggereren dat wij hier een wedstrijdje aan het doen zijn. Ik houd een breed pleidooi tegen sloop van De Vloek. De heer Bos schetste net een heel mooie ontwikkeling, die van de opkomst van de vrijplaatsen. Waarom pleit hij nu dan niet wat harder voor het inzichtelijk maken van de stukken en hoe ver het staat met de bouw van het zeilsportcentrum? Zo hebben wij nog een kans om De Vloek te behouden mocht het zeilsportcentrum tegen problemen aanlopen, bijvoorbeeld de grote leegstand waar ook de heer Bos zich grote zorgen over maakt.

Peter Bos (HSP). Ik vervolg mijn betoog. Als mevrouw Teunissen wat geduld heeft, kom ik daar in het vervolg van mijn betoog op terug.

Aisha Akhiat (SP). De HSP is echt enorm trots op haar voortrekkersrol. Volgens mij is het niet het enige dossier waarbij de HSP een voortrekkersrol heeft gespeeld. Ik noem de Crispijnstraat en de schoenmakersvakschool, het Spuiforum en nu De Vloek. De HSP laat De Vloek vallen, de Crispijnstraat en het Spuiforum. Ik wil van de HSP weten hoeveel nederlagen het nog gaat accepteren in dit college?

Peter Bos (HSP). Het Spuiforum is van de baan. De schoenmakersvakschool is nog niet gevallen. De Vloek staat er nog en krijgt misschien een vervolg. Mevrouw Akhiat moet niet overdrijven. Wij halen ook veel binnen. De bomen aan de Laan van Meerdervoort zijn behouden, de zweefbrug en de oeververbinding zijn weg, geen hoog hotel in Scheveningen Haven, € 60 mln. extra voor de zorg, € 20 mln. extra voor armoedebestrijding. Ik kan doorgaan tot 01.00 uur. Dat lijkt mij niet echt gezellig.

De voorzitter. Het is kwart voor twaalf. Vervolg uw betoog.

213

Aisha Akhiat (SP). Ik hoor de heer Bos weer allerlei heel leuke dingen vertellen. De conclusie is dat de HSP gewoon drie nederlagen accepteert.

Peter Bos (HSP). Er is een minderheid. Dat is toch duidelijk, of niet? Mevrouw Akhiat kan wel als een klein kind blijven dreinen, maar er is gewoon geen meerderheid voor behoud van De Vloek, klaar.

De voorzitter. Vervolg uw betoog.

Peter Bos (HSP). Er komt een topzeilcentrum waarvan de bouw binnenkort zal starten. De Vloek zal als gevolg daarvan na dertien veelbewogen jaren gesloopt worden. De supergoede campagne voor behoud van De Vloek heeft veel losgemaakt, maar heeft niet tot het gewenste doel geleid. De meerderheid van deze raad vindt De Vloek een goed initiatief, maar prefereert een andere locatie. Met deze zeer teleurstellende uitkomst van het debat over De Vloek van vorig jaar was voor onze fractie de kous af. Het college heeft vervolgens de grond verkocht aan Malherbe en de bouwvergunning voor het topzeilcentrum verleend. Ook zijn de gesprekken gestart met De Vloek over een vervangende locatie. Inmiddels hebben zij de gebruikersovereenkomst voor een alternatieve locatie ook ondertekend. Dat vind ik heel moedig. De afronding van dit traject loopt nog en moeten we afwachten. De moties van de SP en GroenLinks om de zaak uit te stellen, vind ik onverstandig. Uitstel betekent dat de gemeente haar verplichting om de grond te leveren verzaakt en dat de ontwikkelaar de lachende derde is. Deze kan immers weer geld claimen bij de gemeente. En bovendien, het politieke besluit is vorig jaar genomen. We hebben er toen uitvoerig over gesproken. Ook schept verder uitstel valse hoop voor de mensen, sympathisanten en dergelijke van De Vloek.

Christine Teunissen (PvdD). De heer Bos zegt net dat hij de moties van de SP en GroenLinks geen goed idee vindt omdat daarin gevraagd wordt om uitstel. Als ik mijn motie voor behoud van De Vloek opnieuw indien, stemt hij er dan wel mee in? Net zei de heer Bos het een goed idee te vinden om De Vloek te behouden.

Peter Bos (HSP). Ik vind dit een beetje flauw. Wat heeft dat voor zin? De zin van het opnieuw indienen van de motie is dat de HSP dan ook mee stemt en het vervolgens weer niet haalt. Dat is het enige doel wat mevrouw Teunissen daarmee bereikt. Ik vind dat een beetje flauw.

Christine Teunissen (PvdD). Ik vind het heel erg pessimistisch van de heer Bos dat hij op voorhand zegt dat de motie het niet gaat halen. Misschien is er wel sprake van voortschrijdende inzichten. Ik vind het niet getuigen van doorzettingsvermogen. Daar kan de heer Bos op reageren, als hij wil.

Peter Bos (HSP). Ik vind het een beetje flauw om er een partijpolitiek spelletje van te maken. Ik heb geen zin daaraan mee te doen. Dat er ook echt gebouwd gaat worden straks is voor onze fractie erg belangrijk. Wij willen geen jarenlang braakliggend terrein, geen Blauwe Aanslag-terrein, of nog meer leegstand. Wij zijn dan ook tevreden over de extra afspraken die het college hierover met de ontwikkelaar heeft gemaakt. En ten slotte de toekomst van De Vloek zelf. Zoals het echte krakers betaamt stellen ze zich onverzettelijk, strijdbaar en taai op. Een rechtszaak komt eraan. Tegelijkertijd blijven ze in gesprek met de gemeente om toch tot een oplossing te komen. Ik hoop echt dat het goed komt en beide partijen er uit komen. Want wat er ook gebeurt, De Vloek moet door!

André Elissen (PVV). Voorzitter. Mijn tijd is zeer beperkt. Ik bedank de insprekers en vraag de wethouder om daarop uitvoerig te reageren. Ik deel een compliment uit aan het college. Men heeft nu eindelijk het licht gezien. Er wordt voortvarend opgetreden. Wij zijn ontzettend tolerant geweest. Nu eindelijk is de dagvaarding de deur uit. Ik zou zeggen: snel ontruimen en met al die bedreigingen zou ik de ME op de achtergrond houden.

(Rumoer op de publieke tribune.)

214

André Elissen (PVV). U heeft alle kansen gehad. De vorige keer hebben wij alle ruimte geboden. Het is uitermate jammer dat u die gelegenheid niet heeft aangegrepen. Ik hoop dat als u dadelijk naar buiten gaat, u zich wel weet te gedragen.

(Rumoer op de publieke tribune.)

De voorzitter. U moet zich onthouden van reacties op het debat. Als u daarmee doorgaat, zal ook ik maatregelen nemen. De heer Elissen vervolgt zijn betoog.

André Elissen (PVV). Ik bedank mijn collega's voor alle complimenten en beledigingen. Ik heb altijd geleerd dat de waarde wordt bepaald door de afzender. En wat mij betreft heeft dat vanavond, als ik het zo mag duiden, sanitaire waarde.

Martin Wörsdörfer (VVD). Voorzitter. De VVD hecht grote waarde aan de haven. Het college legt het accent nu meer op de economische functie, met meer focus op bedrijvigheid en banen. Dat is goed voor Scheveningen en voor Den Haag. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan banen bij het Topzeilcentrum of het InnoSportLab. Door uitbreiding van de havengebonden industrie in de Derde Haven zal er meer vraag komen naar specifiek maritiem opgeleid personeel. Hier ligt een kans voor beroepsopleidingen op Scheveningen. Daarnaast is het met deze agenda natuurlijk prettig dat de discussie is afgelopen over een hoge hoteltoren op het zuidelijk havenhoofd en de oeververbinding. Uiteraard heeft de VVD bij het bestuderen van de agenda speciale aandacht gegeven aan de bereikbaarheid. In de agenda zijn daarover goede teksten opgenomen. Wij wachten het integrale verkeersplan Scheveningen van het college af. Dan vormen wij ons ook een oordeel over de specifieke bereikbaarheid en ontsluiting van de haven. Wij zijn trouwens ook heel nieuwsgierig hoe het college de ideeën en de suggesties van het VVD-verkeersplan voor Scheveningen hierbij heeft betrokken. Kortom, de VVD steunt deze hoofdlijnenagenda. Ik heb nog wel een enkele specifieke vraag. De ontwikkeling van het noordelijk havenhoofd is naar onze mening de basis van alle havengebonden industrie en uitbreiding daarvan in de haven. Die moet ruim baan krijgen. Denk ook aan de ontwikkelingen met betrekking tot FISH. Wat is daarvan de status? Kan de wethouder iets vertellen over de stand van zaken bij het permanente beachstadion? De VVD ziet dat er graag komen. Wij zagen inmiddels plaatjes van een stadion. Dat zag er schitterend uit. Wij zijn benieuwd hoe het daarmee staat. Het college komt met een herziene grondexploitatie. Nu hebben wij in de Jaarrekening en de Voorjaarsnota kunnen zien dat er niet echt sprake is van financiële speelruimte. Ik lees wel over negatieve financiële effecten. De VVD hoort graag enige reflectie over aanpassingen die budgetneutraal opgevangen zouden moeten kunnen worden. Tot slot een vraag over het onderzoek naar het verlengen van de havenhoofden. Ik neem aan dat in zo'n onderzoek ook nagegaan wordt wat de effecten zijn voor de watersporters, de zeilers en de surfers. Is het college ook bereid om bij zo'n onderzoek ideeën te betrekken over het verfraaien van de havenhoofden met bijvoorbeeld visplekken en plekken waar mensen veilig van het zicht op de langsvarende schepen kunnen genieten? Dat het college duidelijk maakt met betrokken stakeholders verder het gesprek te willen voeren over de nadere invulling juichen wij toe. Daarbij houdt de VVD ook van een beetje doorpakken. Het zou mooi zijn als die ontwikkelingen daar snel gerealiseerd kunnen worden. Volle kracht vooruit!, lijkt dan ook een aardig devies. Ik was eigenlijk niet van plan om nog veel woorden te wijden aan het fenomeen De Vloek. Met name de inbreng van de HSP brengt mij er toch toe om enkele woorden over kraken te zeggen. Ik denk dat iedereen hier weet wat wij van kraken vinden. Je hoort met je tengels van andermans bezit af te blijven. Dat gezegd hebbend, constateer ik dat wat de VVD betreft De Vloek al jaren geleden had mogen worden ontruimd.

Wethouder Klein (CDA). Voorzitter. Ik heb eerder hier in deze raadzaal gezegd dat wij na een periode van jarenlang plannen maken, visies ontwikkelen, masterplannen vaststellen en nota's van uitgangspunten definiëren op het moment zijn aangekomen dat wij in de Scheveningse haven iets gaan doen. Wij gaan daar ontwikkelen en bouwen. Wij gaan daar aan de werkgelegenheid van Den Haag

215 werken. Werkgelegenheid is voor dit college heel erg belangrijk. Gebieden in de stad waar men kan ondernemen, waar kansen ontstaan en waar de mogelijkheden optimaal worden benut. Niet alleen voor de huidige generatie, maar met name ook voor de jonge en de toekomstige generatie van Hagenezen die in de stad willen blijven werken. Het gaat hier om 150 hectare aan gebied. Het gebied van de Scheveningse haven is uniek voor een stad met de omvang van Den Haag. Het centrale adagium is dat er een belangenafweging moet worden gemaakt tussen werken wonen en recreëren, tussen de verschillende functies die de haven al sinds heel lange tijd in zich draagt. De centrale richting van het beleid is, zoals de nota ook heet, Scheveningen Haven is, en blijft haven. Het is een zeehaven en wij willen ook redeneren vanuit die functie. Er moet werkgelegenheid gestimuleerd worden, naast horeca, toerisme en woningbouw. Ik denk dat het ook belangrijk is om te benadrukken dat enige bescheidenheid op zijn plaats is als het gaat om de haven van Scheveningen. Dat laat ik vanavond ook niet na. De omvang van de haven is niet reusachtig, maar de Scheveningse haven heeft een aantal sterke punten. Het is een diepzeehaven, zodat je binnen een paar minuten op volle zee bent. Het heeft een strategische ligging langs de Nederlandse Noordzeekust. Het heeft ook een directe ligging aan een voor Nederlandse begrippen heel grote stad. Natuurlijk is ook sprake van een kennisintensief achterland met grote internationale bedrijven en een belangrijk regeringscentrum. De nota is wat ons betreft de start van een nieuw hoofdstuk. De koers is niet meer alleen gericht op het ontwikkelen van woningen, maar ook op het mogelijk maken van bedrijvigheid en het ontwikkelen van de haven. Wat wij niet willen, is het ontstaan van een doodse haven. De SP had het over een poppenhaven. Ik heb het weleens over een openluchtmuseum. Dat is niet wat wij willen. Wij willen ook geen kermisattractie met alleen maar horeca of alleen maar mensen die komen kijken hoe leuk het er is. Overigens zijn die natuurlijk van harte welkom. Het is een haven waarin gewerkt moet worden en die met een maritiemeconomische bril op omgebouwd moet worden voor de toekomst. Dat vinden wij belangrijk. Het mag geen museum worden. Er moet gewerkt worden, het liefst ook met maritieme functies. Dat is niet alleen visserij. Wij moeten ook op zoek gaan naar andere bedrijfstakken die op de zee horen. Dat past heel goed bij de innovatieve agenda van het college en bij het internationale netwerk in Den Haag. In onze ogen ligt hier een unieke kans. Wij hebben zeer veel huiswerk gedaan. Wij zijn enorm actief geweest in het benaderen van bedrijven en stakeholders op Scheveningen, van nationale organisaties die zich bezighouden met maritieme activiteiten. Wij hebben grote conferenties gehouden met alle ondernemers op Scheveningen om deze plannen te delen en om aan draagvlak te werken. Van de week hebben wij nog een informatieavond gehad met de bewoners van het havenkwartier. Afgelopen week hebben wij de eerste Nationale Havenconferentie op Scheveningen ontvangen in het Zuiderstrandtheater. Het is goed om te zeggen dat het niet de gemeente is, maar dat het uiteindelijk de bedrijven zijn die zorgen voor banen. Wij moeten bedrijven ertoe in staat stellen dat zij in de Scheveningse haven ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Ons doel is uitbreiding van de economische activiteiten, met meer direct aan de haven gerelateerde organisaties die daar willen gaan ondernemen, en een toename van het aantal vaarbewegingen. Het is helder dat de Scheveningse haven, alhoewel daarover enkele suggesties zijn gedaan, in onze ogen nooit een haven met zware industrie is geweest of zal worden. Geen bulkgoederen of grote windmolenparken dus. Daar leent de Scheveningse haven zich niet voor. Het is een kleine, bescheiden haven met unieke karakteristieken en kansen. Die moeten wij op een goede manier ontwikkelen. Hierbij gelden vier prioriteiten. Visserij is heel erg belangrijk. Watersport is belangrijk. Offshore support is een toenemend marktsegment. Wij noemen ook de innoportgedachte, waarbij wij kennisintensieve instituten naar de stad halen en die hopelijk hier zich laten vestigen. Zij kunnen de zee dan daadwerkelijk als proeflaboratorium gebruiken voor innovaties op zee. Belangrijk is dat wij niet alleen rekening houden met de belangen van de huidige gebruikers. Het zou heel gemakkelijk zijn om alle huidige gebruikers tevreden te stellen. Wij moeten ook naar de toekomst kijken en naar wat wij in de toekomst hier willen huisvesten. Ook dat is de taak van een stadsbestuur. Er zijn behoorlijk wat vragen gesteld. Die loop ik even langs. Ik behandel daarbij ook de ingediende moties. De ChristenUnie/SGP verzoekt met motie nr. 1 het college zich ervoor in te spannen dat de vastgoedontwikkeling ingepast wordt met de havengebonden bedrijvigheid. Ik vind deze motie echt overbodig. In de brief van 8 juni hebben wij ook geschreven dat wij er zorg voor gaan dragen dat er een heel goede combinatie komt van die twee functies. Dat moeten wij ook doen. Er is

216 woningbouw gepland. Er zijn ambities geformuleerd op het gebied van bedrijvigheid. Dat ademt deze hele nota uit. Dat bevestigen wij met deze brief. Deze motie vinden wij dus overbodig.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). De motie scherpt de woorden van de wethouder in de brief aan. De vraag was specifieker dan het antwoord, bijvoorbeeld over het boven de plint terrasgewijs bouwen. Kan de wethouder daarop alsnog ingaan?

Wethouder Klein (CDA). Wij hebben in de brief geschreven maximaal te bekijken hoe wij deze functies met elkaar kunnen combineren. Dat vind ik een heel vergaande uitspraak. Wij willen rondom de Derde Haven havengebonden activiteiten toevoegen. Ik noem een uitbreiding van de kadecapaciteit van 90 m. Ik hoop dat het allemaal gaat lukken. Het is een heel grote inspanning die wij gaan doen. Wij gaan op zoek naar bedrijven. Wij gaan acquireren. Wij gaan proberen bedrijven hier naartoe te halen. Hier hebben wij een enorme inspanning te doen. Als wij dat doen, moet dat natuurlijk te combineren zijn met de woningen die daaromheen gepland worden. Anders zou het succes bij voorbaat al in de kiem worden gesmoord. Mijn antwoord blijft dat ik de motie echt overbodig vind omdat de maximale inspanning al wordt genoemd. Dan motie nr. 2, waarin het college wordt opgeroepen om met a.s.r. vastgoed ontwikkeling in gesprek te gaan om de hoogte van appartementen et cetera aan te passen. Ik moet erop wijzen dat in de gemeenteraad al een bestemmingsplan is aangenomen. Dat ligt vanavond niet voor. Dat ligt nu niet voor. Hier gaat het over de ambitie met Scheveningen Haven. Het is een beleidsvisie met acties over hoe wij de werkgelegenheid willen stimuleren. Wij hebben enige tijd geleden in de raad een bestemmingsplan vastgesteld. Op basis daarvan wordt er gewerkt en worden er realisatieovereenkomsten gesloten. Met deze motie wordt getornd aan aanspraken die wij al gemaakt hebben. Dat is niet mogelijk. Deze motie moet ik dan ook ontraden. Dat geldt ook voor motie nr. 3. Ik ben mijn betoog begonnen met te zeggen dat wij moeten doorpakken. Dat is precies wat dit college zegt. Geen plannen maken of onderzoeken doen. Er liggen genoeg onderzoeken. Wij willen nu gewoon graag aan de slag. Sinds het vertrek van de Norfolk Line heeft in de Scheveningse haven niet heel veel plaatsgevonden. Wij willen nu kijken hoe wij de werkgelegenheid daar kunnen stimuleren. Uitbreidingsmogelijkheden voor de Derde Haven zijn in de nabije toekomst niet aan de orde. Ik wil geen nieuwe onderzoeken doen. Ik wil de capaciteit op het stadhuis, onze ambtenaren, graag inzetten om hier bedrijven naartoe te laten komen. Ik wil hen geen onderzoeken laten doen waarvan ik op korte termijn weet dat die niet nodig zijn. Dan motie nr. 4, waarin het college verzocht wordt de aanleg over de Pijp te schrappen. Het college is van mening dat een oeververbinding over de Pijp noodzakelijk is om het gebied te verenigen. Ik weet genoeg van zeevaart en zeilerij om te zeggen dat geen enkele schipper het leuk vindt als die een belemmering op zijn pad ziet. Schippers zijn geen voorstander van bruggen. Dat is helder. Ik heb echter al gezegd dat wij hier niet voor maar één groep kunnen opkomen. Wij moeten de verschillende belangen in de haven bezien, ook die van de horeca die blij is met goede toegankelijkheid, wat immers de omzet kan verhogen. Zoals de motie nu geformuleerd is, kan ik die niet omarmen. Ik ontraad de motie. Ik heb in de commissie al eerder gezegd dat wij een maximale inspanning leveren, zodat er een bedieningsregime komt dat rekening houdt met de beroepsvaart en de jachthavengebonden activiteiten. Daar moet een goede mix ontstaan. Het is een belangenafweging. Men zal er niet blij mee zijn. Dat is ook niet de insteek. Bij de inbreng van GroenLinks gaat het louter over hoe het is gegaan met de omgevingsvergunning en de inbreng met betrekking tot de bezwaarschriften. Mevrouw Vianen stelt dat het een beetje lijkt alsof de gemeente steeds vaker beroepsprocedures niet afwacht en daarmee haar eigen gang gaat. Dat beeld moet ik bestrijden. Zij kent het karakter van de Algemene wet bestuursrecht onvoldoende. Hoofdregel van de Algemene wet bestuursrecht is dat een besluit in werking treedt nadat het is bekendgemaakt en dat bezwaar en beroep nooit een schorsende werking hebben. Dat is het kenmerk van de Algemene wet bestuursrecht. Die wet neemt het college buitengewoon serieus. Het is buitengewoon belangrijk hoe je omgaat met bezwaarprocedures, beroepsprocedures, klachtafhandeling, noem maar op. Ik vind het bijna een dooddoener om te zeggen dat ik wethouder ben en mij dus aan de wet te houden heb. Dit zijn echter de wettelijke regels en daar moeten wij ons ook echt aan houden. Ik heb een klein beetje de indruk dat mevrouw Vianen hier haar eigen regels wil verzinnen. Dat vind ik een onverstandige zaak.

217

Inge Vianen (GroenLinks). Niets is minder waar. Ik ken die wet erg goed, zeker sinds de situatie op het Toernooiveld. Die wet zegt helemaal niet dat je een afgegeven vergunning per direct moet uitvoeren. Sterker nog, de gemeente kan ervoor kiezen om de procedure van de Adviescommissie bezwaarschriften netjes af te wachten en pas daarna stappen te ondernemen. Kan de wethouder daarop reageren?

Wethouder Klein (CDA). Een omgevingsvergunning geeft de ontwikkelaar het recht om te ontwikkelen en die geeft de gemeente de verplichting om de grond bouwrijp op te leveren. De procedure is dat bezwaren geen opschortende werking hebben. Mochten mensen dat wel willen en mochten zij het tegen willen houden, dan is de enige weg die van de voorzieningenrechter. Ook daarvoor heeft de wetgever een mogelijkheid gecreëerd. Daar kunnen mensen naartoe. Dan zal er na behandeling heel snel een uitspraak worden gedaan. Zo simpel en glashelder is het geregeld in onze rechtsstaat, mevrouw Vianen. Ik hecht er zeer aan dat wij op die manier handelen.

Inge Vianen (GroenLinks). Het klopt wat de wethouder zegt. Ik vind het echter niet meer dan netjes dat je samen met de ontwikkelaar afspreekt dat je afwacht totdat de bezwaren in de procedure zijn afgehandeld en dat je pas daarna eventueel overgaat tot ontruiming of bouwen. Ik vind het niet meer dan normaal en ook netjes om het even af te wachten, zeker als er 39 mensen bezwaar hebben aangetekend. Dat zijn erg veel mensen.

Wethouder Klein (CDA). Ik zou haast willen zeggen: Mevrouw Vianen, dat is geheel uw mening. Daar heeft u recht op. Ik zeg alleen maar dat hierover zeer zorgvuldige afspraken zijn gemaakt. Er zijn diverse wegen die mensen kunnen bewandelen als zij vinden dat zij niet op een zorgvuldige rechtsmanier worden behandeld. Dat is de manier waarop wij het doen. Wij gaan niet van geval tot geval beoordelen hoe wij de wet interpreteren. Wij moeten ons aan de wet houden en dat doen wij ook. Motie nr. 5 van mevrouw Vianen ontraad ik. Ik kom bij de inbreng van de Partij van de Arbeid. De heer Aydin heeft heel specifiek aandacht gevraagd voor het percentage sociale woningbouw op het Norfolkterrein. Hij legt daarbij een relatie met afspraken die in het verleden zijn gemaakt met bijvoorbeeld de Kompasbuurt en het Lindoduin dat daar meer sociale woningbouw zou komen om het lagere percentage sociale woningbouw op het Norfolkterrein te compenseren. Die compensatie is afgesproken en deze afspraak geldt onomwonden. Als de verantwoordelijke partijen deze ontwikkeling ter hand nemen, is dit het uitgangspunt. Wanneer dat precies gebeurt, wanneer de Kompasbuurt ontwikkeld gaat worden, wanneer de bewoning in de omgeving van het Lindoduin bij de sporthal en bij die hoge flats ter hand wordt genomen, weet ik nu niet. Woningcorporaties hebben een behoorlijke dip achter de rug en het is nog niet helder wanneer dat gaat gebeuren. Ik kan daarover geen verwachtingen wekken. Wel kan ik zekerheid geven dat die afspraak blijft staan. Inmiddels is het percentage sociale woningbouw op het Norfolkterrein gestegen naar 23%. Ook daar heeft de wetgever ons geholpen, want Arcadis is eigenlijk verplicht om daar een hoger percentage sociale woningbouw te realiseren. Ik heb nog twee moties te bespreken, L/6 en L/7. Motie L/6, onderzoek beperken woningbouw Scheveningen Haven van Groep De Mos en de ChristenUnie/SGP, verzoekt het college te onderzoeken hoe voorgenomen woningbouw in het havengebied Scheveningen is te beperken en de resultaten aan de raad voor te leggen. Dat is in strijd met het aangenomen bestemmingsplan. Het zou ook een heel groot financieel gat in de grondexploitatie slaan. Ik ken de heer Grinwis als een financieel geweten, dus ik denk niet dat hij dat voor zijn rekening zou willen nemen. Dit is ook zeer zorgvuldig aan de orde geweest in de besluitvorming van de raad.

Arjen Dubbelaar (Groep De Mos/Ouderen Partij). Ik zou het toch graag willen weten. Er worden hier geen beslissingen genomen. Ik vraag feitelijk om een onderzoek en ik wil weten wat de kosten daarvan zouden kunnen zijn.

Wethouder Klein (CDA). Op zich is die tweede vraag niet eens zo relevant meer. Ik heb eerder aangegeven dat er op basis van het bestemmingsplan al realisatieovereenkomsten zijn gesloten en dat er plannen liggen voor de woningbouw in de verschillende blokken. Ik ben er geen voorstander van

218 om nu weer een onderzoek te doen, zeg ik tegen de partij die zegt: doorpakken nu. Derhalve ontraad ik deze motie.

De voorzitter. De heer Grinwis in twee seconden.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ik kies niet voor het snelle geld van de projectontwikkelaars op korte termijn, maar voor de sterke haven op lange termijn.

Wethouder Klein (CDA). Dan kom ik bij motie L/7, niet bouwen voor de leegstand, van de SP. Ik vond het wel interessant wat de heer Rogier daarover vroeg. Denk aan het Watersportverbond of de vereniging met de kleine zeilbootjes waarmee de kinderen aan het zeilen zijn. Hoe denkt u dat die in hemelsnaam vanaf de tweede verdieping met hun boten naar het water komen? Ik zie het echt niet voor me. In dezelfde mate geldt dat ook voor rederij Van der Zwan, die een bedrijfsuitbreiding heeft in hetzelfde bouwperceel. Leegstand is nooit leuk, maar bouwen voor de leegstand is gewoon niet aan de orde. Deze ruimte zal worden gevuld door rederij Van der Zwan en - daarvoor zijn al huurcontracten getekend - door het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Daar wordt niet gebouwd en het is ook niet te vergelijken met elkaar. In een kantoorpand kun je geen visbedrijf hebben en kun je ook geen botenopslag maken. Volgens mij hoef ik daar verder niet heel veel over te zeggen. We moeten deze motie echt ontraden, omdat die niet in lijn is met wat daar op dit moment gebeurt.

Aisha Akhiat (SP). Misschien zit ik helemaal fout, maar ik heb begrepen dat De Vloek gesloopt zou worden voor nieuwbouw. Als er nog andere panden leegstaan in de haven, dan kunnen die toch ook gesloopt worden?

Wethouder Klein (CDA). Mevrouw Akhiat, ik ga u echt een keer meenemen naar de Scheveningse haven. We gaan die spiksplinternieuwe gebouwen niet slopen omdat ze nu een paar maanden, een halfjaar of een jaar leegstaan. De Vloek en een zeilsportcentrum zie ik ook niet helemaal voor me. Daar liggen andere plannen met een andere ontwikkeling en ook met andere wensen van ondernemers. Dat is nu eenmaal de realiteit. We kunnen niet alles vanuit het stadhuis sturen. Er zijn partijen in de stad die miljoenen willen investeren en dat in deze tijd in zo'n gebied. Ik ben daar heel erg trots op. Dat noem ik Haagse kracht.

Aisha Akhiat (SP). Volgens mij is het zeker niet allemaal nieuwbouw wat daar in de haven leegstaat. Er staan heel veel loodsen en hallen leeg om De Vloek heen. U hebt het kaartje waarschijnlijk ook wel gezien dat De Vloek als overzicht heeft gemaakt. Volgens mij is het gewoon onzin dat er in de haven geen geschikt alternatief zou zijn.

Wethouder Klein (CDA). Het is de verantwoordelijkheid van bedrijven zelf waar ze gaan ontwikkelen. Als een bedrijf gaat ontwikkelen en wil uitbreiden op eigen grondgebied, in het verlengde daarvan een watersportcombinatie maakt, een heel belangrijke toevoeging voor de haven en voor de ambities die we hebben, voor breedtesportverenigingen die daar gaan zeilen, voor mogelijk nog een botenbouwer die zich daar gaat vestigen, dan is dat een heel goede ontwikkeling die in deze lijn past. Wij kunnen hier vanuit het stadhuis zeggen 'ga daar maar even zitten', maar zo werkt het niet. Die sturende rol hebben wij niet. Dit is een ontwikkeling die hier past en die wij heel graag hier willen hebben. Dat is ook de reden waarom we dit op deze manier doen.

Aisha Akhiat (SP). De wethouder doet nu net alsof we geen keuzemogelijkheden hebben, terwijl de grond waarop De Vloek staat van de gemeente is. Hij kan wel zeggen dat ondernemers zelf moeten weten hoe ze op hun eigen grond bouwen, maar dat houdt dus wel in dat die ondernemer eerst die grond moet kopen. Wat maakt het dan in godsnaam uit of het van de gemeente is of van een andere ondernemer?

Wethouder Klein (CDA). Dat maakt in die zin uit dat deze grond van de gemeente is en dat we daar heel graag een ontwikkeling op willen hebben, zodat wij eindelijk geld voor die grond krijgen. Dat is niks nieuws. Dat is namelijk al twaalf jaar of iets dergelijks gecommuniceerd. Als die ontwikkeling

219 plaatsvindt, zoals de afspraak ook altijd was, gaan we deze ontwikkeling doorzetten. Dat doen we nu. Het is absoluut een keuze. Het is niet iets wat ons toevallig overkomt. Wij zijn blij met deze keuze. Het is een heel bewuste keuze om dit te doen. In totaal zal er de komende jaren op Scheveningen zo'n € 400 mln. geïnvesteerd worden. Ik noem het Noordelijk Havenhoofd met een sterke investering in het viscluster, in het Norfolkterrein, in de havenontwikkeling en een tramverbinding die nog aangelegd zal worden. We gaan 150 hectare kostbaar havengebied gebruiken voor ondernemers en voor werkgelegenheid. We gaan bestaande functies uitbreiden en nieuwe functies binnenhalen. We gaan wonen, werken, recreëren en bedrijvigheid in balans houden. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: we stoppen met papieren plannen maken en we gaan nu uitvoeren. Ik zou heel graag mijn collega Joris Wijsmuller nog het woord willen geven, specifiek over De Vloek en de zoektocht naar alternatieve locaties. Er was ook nog een vraag voor mijn collega De Bruijn over verkeer.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Er is nog een vraag van mevrouw Teunissen, die graag wil dat de raad zorgvuldig geïnformeerd wordt over de zoektocht naar een passend alternatief. De raad is daar zorgvuldig over geïnformeerd bij brieven van 14 oktober, 26 november, 24 maart en 27 mei. Met name in de brief van 24 maart kunt u uitvoerig lezen hoe wij samen met De Vloek die zoektocht hebben gemaakt en uiteindelijk zijn gekomen tot het aanbod van de Beatrijsstraat. We hebben u ook gemeld dat De Vloek dat aanbod tot de brief van 27 mei nog niet had aanvaard. Wij hebben dat aanbod gedaan, omdat wij graag dat passende alternatief aan De Vloek willen aanbieden en hun daarbij ook de sleutels van een gedeelte van de Beatrijsstraat willen geven. In ruil daarvoor verwachten wij natuurlijk wel dat De Vloek ook vrijwillig en tijdig de sleutels van de Hellingweg aan de gemeente geeft. Dat zou geregeld moeten worden in die vaststellingsovereenkomst, maar die heeft De Vloek tot op heden niet getekend. Ter zekerstelling van het tijdig opleveren van de Hellingweg heeft de gemeente de gerechtelijke procedure gestart, maar over die zoektocht bent u met vier brieven geïnformeerd.

Christine Teunissen (PvdD). Wat de wethouder zegt, is juist. Wij zijn goed geïnformeerd door het college over hoe het die zoektocht heeft gedaan en wat de resultaten zijn aan de kant van het college. Ik ben altijd van mening dat er ook een weerwoord moet zijn en dat ook de andere partij in dat verslag gehoord moet worden. Ik ben benieuwd naar de laatste ontwikkelingen; daar vroeg ik ook naar. De laatste ontwikkelingen zijn dat De Vloek nog niet akkoord kan gaan met de locatie aan de Beatrijsstraat. Mijn vraag is of u ons kunt informeren over de reden waarom De Vloek niet akkoord kan gaan en of u die argumenten even goed op een rijtje kunt zetten.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Wat u zegt, klopt niet. De Vloek is uiteindelijk - dat is op zich een moedige stap geweest voor De Vloek - akkoord gegaan met het aanbod van de Beatrijsstraat. Met de vaststellingsovereenkomst die daarmee verbonden is, namelijk dat De Vloek tijdig en vrijwillig ons de sleutels van de Hellingweg geeft, zijn ze alleen niet akkoord. Dat is nu de situatie. Dit heeft geleid tot de constatering dat De Vloek het aanbod van de gemeente als zodanig met die voorwaarden niet heeft aanvaard. Daardoor hebben wij ons genoodzaakt gezien om die gerechtelijke procedure op te starten.

De voorzitter. Dank u wel, wethouder.

Chris van der Helm (Groep Van der Helm). Ik had volgens mij een heel duidelijke vraag gesteld.

De voorzitter. Een interruptie van de heer Van der Helm.

Chris van der Helm (Groep Van der Helm). Nou ja, het is meer een vraag die is blijven liggen. Ik weet niet welke wethouder die kan beantwoorden. Ik zie dat de heer Klein die gaat beantwoorden.

De voorzitter. Mijnheer Van der Helm, die doen we zo in de nabrander. Eerst is het woord aan de wethouder Verkeer, de heer De Bruijn.

220

Wethouder De Bruijn (D66). Voorzitter. De heer Grinwis heeft nog een vraag gesteld over de rijrichting. Ik kan hem geheel geruststellen. De vergunning gaat namelijk over de constructie van de keermuur en van het dijklichaam en niet over de inrichting van de weg. Het profiel is daarbij niet aan de orde. In een later stadium kunnen we terugkomen op het punt waarover we eerder hebben gesproken om te bekijken of het één richting wordt of twee richtingen. De vergunning gaat daar expliciet niet over.

De voorzitter. Er is nog een vraag blijven liggen voor wethouder Klein.

Wethouder Klein (CDA). Het was een vraag in een andere categorie, dus ik ben hem eigenlijk een beetje vergeten. Excuses daarvoor. De heer Van der Helm vroeg inderdaad naar Vlaggetjesdag en het voornemen om daar een groter evenement van te maken. Hij vroeg daarbij specifiek aandacht voor het traditionele, authentieke karakter dat Vlaggetjesdag altijd heeft gehad. Wij hebben gedachten erover om inderdaad een aantal zaken te combineren. Vlaggetjesdag is het vlaggenschip. Dat is het belangrijkste moment waarop de haring op Scheveningen binnenkomt. Aanstaande zaterdag vieren we dat weer. Het liefst zouden we een aantal zaken, de North Sea Regatta en een aantal andere maritieme activiteiten, in één hele week willen doen, waardoor de exposure voor toeristen groter wordt. U kunt denken aan een Sneekweek, waarin er in één week meerdere activiteiten zijn. Maar ik durf met mijn hand op mijn hart te benadrukken dat het authentieke karakter van Vlaggetjesdag niet zal veranderen en dat het college er alles aan gelegen is om dat te behouden. Wij zullen dat in nauw overleg doen met de organisatie, zodat dat niets in de weg staat.

Chris van der Helm (Groep Van der Helm). Er is nog een tweede vraag blijven liggen. Ik heb gevraagd of het college het met mij eens is dat De Vloek nu vervangende ruimte aan het verspelen is, gezien de hele gang van zaken en ook het feit dat ze strijdbaar aangeven te willen blijven.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik heb zojuist al aangegeven dat De Vloek het aanbod niet heeft geaccepteerd. Dat leidt nu tot die gerechtelijke procedure. Daarin zal worden getoetst en op de uitkomsten daarvan loopt het college niet verder vooruit.

Chris van der Helm (Groep Van der Helm). Ik krijg toch liever een wat duidelijker antwoord van het college. Er zijn eerst afspraken gemaakt over het zoeken naar vervangende ruimte, maar nu blijkt dat men daar echt niet weg wil, niet vrijwillig. Nu moet het via de rechter worden uitgevochten. Ik vind het een beetje de wereld op zijn kop, als we dan alsnog gaan kijken naar vervangende ruimte. Ik hoor heel graag van het college dat het recht op vervangende ruimte daarmee volledig verspeeld is.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Nogmaals, het college heeft geconstateerd dat het aanbod niet is geaccepteerd. Daarop is de ontruimingsprocedure ingezet, want dat is de inzet van die gerechtelijke procedure. De rechter zal er uiteindelijk een oordeel over vellen. Daarin zal worden getoetst of er daadwerkelijk een topzeilcentrum op de Hellingweg wordt gerealiseerd en of de gemeente inderdaad, zoals het college meent, heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting om tot een passend alternatief te komen. Dat waren de toezeggingen aan de raad.

Chris van der Helm (Groep Van der Helm). In de brief van 24 maart staat dat vervangende ruimte wordt aangeboden als De Vloek meewerkt met een vrijwillige ontruiming. Dat is nu niet het geval. Kan ik op basis daarvan al voorzichtig concluderen dat De Vloek, gezien de hele gang van zaken en ook het feit dat ze niet weg willen, daardoor geen vervangende ruimte meer krijgt?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Het aanbod stond met die voorwaarden. Daar is niet aan voldaan en dat leidt tot die gerechtelijke procedure.

De voorzitter. Ik geef nog even het woord aan wethouder Klein.

221

Wethouder Klein (CDA). Voorzitter, excuus. Het was een lange dag. Ik ben ook nog vragen vergeten van de heer Wörsdörfer. Het spijt me. Hij had vragen gesteld over het permanente beachstadion. Wat is nu de stand van zaken daarvan? Er is nu een stichting in oprichting met een aantal belanghebbende partijen om te kijken hoe dat vormgegeven kan worden. Ik zeg er meteen bij dat er plannen zijn voor het concept beachcity om daar een semipermanent beachstadion te maken. De financiering is nog een heel ander verhaal. Daar moeten we echt naar op zoek gaan. We maken nu een begin door met partijen te kijken wie daar welke bijdrage aan kan leveren. Als we daar meer over weten, zal ik u actief daarover informeren. Het is in ieder geval een belangrijke toeristische kans en ook een belangrijke sportieve kans voor het watersportcluster. Ook is er gevraagd welke gevolgen deze plannen hebben voor de grex. Na de zomer zal een aanpassing van de grondexploitatie Scheveningen komen. Daarin zullen ongetwijfeld wijzigingen optreden: autonome wijzigingen omdat een situatie veranderd is, maar wellicht ook wijzigingen omdat wij daar nu meer bedrijvigheid toestaan en een bedrijfshal weer een andere marktwaarde heeft dan een horeca-instelling. Die actualisatie zult u ook van ons krijgen. Het verlengen van de havenhoofden zal op zich in de toekomst gaan spelen. In dat opzicht kijk ik ook naar de heer Grinwis. Het verlengen van havenhoofden vind ik toekomstmuziek. Dat is ver weg, maar in de toekomst zullen we dat echt gaan bekijken. Het heeft te maken met het dichtslibben van de haven. Dat zou ook mogelijkheden kunnen bieden om de haven in de toekomst uit te breiden. Het is toekomstmuziek, maar op een gegeven moment ontkomen we er niet aan om daarnaar te kijken. Elk jaar de haven leeg baggeren kost ook veel geld. Je zou het ook heel wenselijk kunnen vinden om een grote investering te doen en die havenhoofden op een andere manier aan te leggen, waardoor je die kosten uitspaart en wat misschien ook bijkomende effecten heeft voor de uitbreiding van de fysieke havencapaciteit.

De voorzitter. We zijn gekomen aan het einde van de beraadslagingen over de brief van het college over Scheveningen Haven is, en blijft haven.

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. Ik wil graag een zeer korte tweede termijn aanvragen om een motie in te dienen.

De voorzitter. Dan gaan we over naar een tweede termijn. Ik loop de lijst langs. De heer Grinwis heeft geen spreektijd. De heer Dubbelaar heeft een paar seconden. De heer Rogier heeft geen behoefte aan een tweede termijn. Mevrouw Vianen heeft volgens mij ook geen spreektijd. Mevrouw Akhiat, de heer Aydin, de heer Van Asten en de heer Van der Helm hebben geen behoefte aan een tweede termijn. Dan kom ik bij mevrouw Teunissen.

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. Ik realiseer mij terdege dat het debat over het behoud van De Vloek reeds gevoerd is in de raad, maar ik heb toch hoop gekregen naar aanleiding van de eerste termijn. Ik heb de indruk dat er meer draagvlak is gekomen voor mijn motie voor het behoud van De Vloek. Ik wil ook meer partijen de kans geven om principieel stelling in te nemen voor het behoud van De Vloek. Daarom dien ik een motie in met het volgende dictum: verzoekt het college vrijplaats De Vloek op haar huidige locatie te behouden.

De voorzitter. Door mevrouw Teunissen wordt de volgende motie (L/8) ingediend:

Motie L/8

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 11 juni 2015 ter bespreking van de brief van wethouder SEZH over Scheveningen Haven is, en blijft haven (RIS 281550).

Overwegende dat het college een vrijplaats van creativiteit, oorspronkelijkheid en vernieuwing wil slopen.

222

Overwegende dat er onvoldoende noodzaak is om in tijden van grote leegstand een topzeilcentrum op de locatie van De Vloek te bouwen.

Verzoekt het college vrijplaats De Vloek op haar huidige locatie te behouden.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Peter Bos (HSP). Voorzitter. Ik wil nog iets zeggen over de nieuwe motie 'behoud De Vloek II'. Het is een andere motie dan vorig jaar.

De voorzitter. Mijnheer Bos, even voor onze duidelijkheid. Hebt u het over een nieuwe motie van u of over de motie die net is ingediend?

Peter Bos (HSP). Die net is ingediend.

De voorzitter. Die hebben we nog niet; ik heb die in ieder geval nog niet. Als u nog even kunt wachten, dan kan iedereen die motie lezen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter. De motie is uitgedeeld, dus we vervolgen het debat. Ik heb de heer Bos onderbroken. Volgens mij wil hij zijn betoog in tweede termijn afmaken.

Peter Bos (HSP). Sorry, voorzitter. Ik had een moment van helderziendheid. Ik zag ineens de motie al voor me, terwijl die nog niet was uitgedeeld. Dank voor de motie. Ik heb er nog eens naar gekeken en er nog eens goed over nagedacht. We hebben vorig jaar de discussie gevoerd en toen hebben we deze motie niet gesteund. Ik vind het persoonlijk moeilijk, maar politiek gezien helemaal niet zo ingewikkeld. Al sinds 2007/2008 is er sprake van besluiten over het topzeilcentrum. Tot vorig jaar heb ik daar van noch de Partij voor de Dieren, noch enige andere partij ook maar iets over gehoord. We hebben het bestemmingsplan vastgesteld, we hebben een beeldkwaliteitsplan vastgesteld en we hebben het masterplan vastgesteld. De ontwikkeling van het topzeilcentrum op de plek van De Vloek staat daar al in. De Haagse Stadspartij heeft vorig jaar een ultieme poging gedaan om De Vloek te redden, omdat er toen een besluit lag van het college om met Malherbe een grondreserveringsovereenkomst af te sluiten. Dat was hét moment om nog een stokje ervoor te steken. De heer Oudshoorn heeft hier als een leeuw gevochten voor De Vloek. Hij heeft ongelofelijk zijn best gedaan om dat voor elkaar te krijgen, maar dat is uiteindelijk niet gelukt. Er zijn vervolgens allerlei stappen gezet door het college, omdat de meerderheid van de raad nu eenmaal besloot om het zo te gaan doen. Er is een grondreserveringsovereenkomst gesloten, er zijn bouwvergunningen verleend en er zijn ook nog allerlei andere overeenkomsten gesloten: een aanvullende overeenkomst met de ontwikkelaar, een allonge, de bodemsanering. Het is allemaal al ondertekend. Als wij nu deze motie zouden ondersteunen, dan zouden we nu tegen het college zeggen: college, stop met die hele ontwikkeling, ga terug naar de ontwikkelaar en geef hem een paar ton of miljoen om ergens anders een plan te ontwikkelen, want dan moeten wij hem schadeloos stellen. Dan zult u toch voor dekking moeten zorgen. Het is onverantwoord om op dit moment, een jaar nadat wij een definitieve beslissing hebben genomen, ineens weer hiervoor te zijn. Dan bent u echt bestuurlijk aan het zwalken.

Christine Teunissen (PvdD). Ik hoor de heer Bos heel erg over de procedures, maar het is toch altijd aan de raad om plannen die al in gang zijn gezet eventueel bij te sturen of te wijzigen. Ziet u dat ook zo?

223

Peter Bos (HSP). Ik zie dat zo, maar dan moet u wel met nieuwe inzichten komen. Die heb ik nog niet gehoord.

Christine Teunissen (PvdD). Een meerderheid zal erg helpen. Vorige keer hebt u onze motie voor het behoud van De Vloek niet gesteund. Wilt u ons op weg helpen naar een meerderheid? Daarnaast is het belangrijk dat we beginnen met een stellingname, maar die hoor ik niet van u. Bent u voor het behoud?Bent u voor mijn motie of bent u tegen mijn motie?

Peter Bos (HSP). Vorig jaar hebben wij als raad een besluit genomen. Wat gaan we doen? Gaan we door met het topzeilcentrum of niet? Wij hebben geprobeerd dat een andere richting op te duwen, maar dat is niet gelukt. Dan moet je met elkaar zeggen: oké, dan is het klaar en dan gaan we door. Als we iedere keer weer besluiten die hier worden genomen ter discussie stellen, dan wordt het een chaos. Er moet wel een substantiële reden zijn om het plan te wijzigen, er moet financiële dekking zijn en een meerderheid van de raad moet dat willen. Al die drie factoren zijn nu niet aan de orde. In mijn hart zeg ik natuurlijk dat De Vloek moet blijven. De consequenties van deze motie zijn echter zo vergaand dat ik die als vertegenwoordiger van een serieuze politieke partij niet voor mijn rekening kan nemen, sorry.

Christine Teunissen (PvdD). De heer Bos zei in eerste termijn nog dat hij deze motie de vorige keer wel had kunnen steunen. Ik gaf hem de kans om dat alsnog te doen, maar kennelijk lukt dat toch niet. Ik vind dat jammer.

Peter Bos (HSP). Dit is nu, dit is niet toen.

De voorzitter. Dat was de termijn van de heer Bos. De heer Elissen heeft geen spreektijd meer en de heer Wörsdörfer geen behoefte. Het woord is aan het college.

Wethouder Klein (CDA). Voorzitter. Het siert mevrouw Teunissen dat zij tot het einde wil vechten voor De Vloek. Dat getuigt van een zekere mate van passie. Toch denk ik dat er een bepaald gebrek aan realiteit zichtbaar is, als we kijken hoe de besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden. Ik hecht er zeer aan dat wij betrouwbaar omgaan met de besluiten die hier worden genomen; dat wij de afspraken met Hagenaars, met ondernemers, met partijen in de stad nakomen. Dat heeft met de betrouwbaarheid van de overheid als zodanig te maken. Het is waar dat de raad als laatste instantie hier besluiten mag nemen, maar de raad als hoogste orgaan in dit huis dient er ook op toe te zien dat er continuïteit van bestuur is en dat we hier uitvoering geven aan raadsbesluiten die we hebben genomen, ook al is de minderheid het daar tot in den treure niet mee eens. Ik vind het belangrijk om dat gezegd te hebben. Ik zeg dat ook heel specifiek in uw richting, dus wij moeten deze motie ontraden.

Christine Teunissen (PvdD). Ik wil daar heel kort op reageren. Ik respecteer dat de wethouder dit aangeeft. Ik ben ook voor het volgen van de goede procedures, maar ik had vanaf het begin al voor een heel andere procedure gekozen. Ik hecht er ook erg aan om bij mijn principes te blijven en vast te houden aan mijn idealen.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie L/1.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep De Mos/Ouderen Partij, de SP en de ChristenUnie/SGP voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie L/2.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

224

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep De Mos/Ouderen Partij, de SP en de ChristenUnie/SGP voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie L/3.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos/Ouderen Partij, de SP en de ChristenUnie/SGP voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie L/4.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep De Mos/Ouderen Partij, de SP en de ChristenUnie/SGP voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie L/5.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de Islam Democraten, de SP de PvdD en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie L/6.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep De Mos/Ouderen Partij en de ChristenUnie/SGP voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie L/7.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de Islam Democraten, de SP, de PvdD en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd.

In stemming komt motie L/8.

De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de GroenLinks, de Islam Democraten, de SP, de PvdD en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

André Elissen (PVV). Voorzitter. Uiteraard hebben wij tegen motie L/8 gestemd, maar ik wil er toch iets over zeggen. Wij vinden de motie uitermate sympathiek en politiek. Het is in ieder geval een motie die de HSP heeft gedwongen om duidelijkheid te geven wat haar principiële keuzes betreft. Je kunt dan wel claimen dat je vecht als een leeuw, maar dat heeft natuurlijk geen zin als je dat niet vertaalt in je stemgedrag. De HSP loopt dus kennelijk aan de leiband van het college. Wat de PVV betreft: wij kunnen dus niet voorstemmen, omdat wij principieel zijn en vinden dat we tolerant genoeg zijn geweest en dat er gewoon ontruimd moet worden.

225

Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter te 0.41 uur de vergadering.

226