08126

ZUIENKERKE RUP MEETKERKESTRAAT

NOVEMBER 2020

scopingnota

RUP_31042_214_00004_00001

WVI BARON RUZETTELAAN 35 T +32 50 36 71 71 www.wvi.be 8310 BRUGGE E [email protected] datum aanpassing | fase algemeen directeur Geert Sanders

coördinator ruimtelijke planning en mobiliteit David Vandecasteele

ruimtelijk(e) planner(s) Jan Waumans het ontwerp RUP is gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van ...... de algemeen directeur, de voorzitter,

zegel der gemeente

INHOUD VAN STARTNOTA NAAR SCOPINGNOTA 9

INLEIDING 10

1 beslissing tot opmaak...... 10 2 probleem- en doelstelling van het RUP...... 10

SITUERING EN AFBAKENING 14

1 situering van de plangebieden...... 14 2 afbakening van de plangebieden...... 15

FEITELIJKE RUIMTELIJKE CONTEXT 17

1 historiek...... 17 2 fysisch systeem...... 18 3 bestaande ruimtelijke structuur van de plangebieden...... 19

JURIDISCHE CONTEXT 21

1 gewestplan...... 22 2 herbevestigde agrarische gebieden...... 22 3 BPA’s en RUP’s...... 22 4 Vogel- en habitatrichtlijngebieden...... 23 5 historische permanente graslanden...... 23 6 erfgoedelementen...... 23

PLANNINGSCONTEXT 24

1 ruimtelijk structuurplan Vlaanderen...... 24 2 provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen...... 26 3 gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zuienkerke...... 28

PLANNINGSOPTIES 34

1 alternatievenonderzoek...... 34 2 reikwijdte en detailleringsniveau...... 37 3 gewenste structuur - planopzet...... 38

EFFECTENONDERZOEK 48

1 RVR-toets...... 48 2 milieu-effecten...... 48

INSTRUMENTEN EN FLANKERENDE MAATREGELEN 65

VERWERKING ADVIES- EN INSPRAAKRONDE 66

1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota...... 66

BIJLAGEN 75

VAN STARTNOTA NAAR SCOPINGNOTA

De startnota van het RUP Meetkerkestraat kon (on- der de naam van RUP Polderhoeve) publiek geraad- pleegd worden van 29/07/2019 tot 26/09/2019. Op 04/09/2019 vond een participatiemoment in de vorm van een informatievergadering plaats te Zuienkerke. Verder werd advies gevraagd over de startnota aan de adviesinstanties zoals vermeld in de bijlage van het uitvoeringsbesluit (horende bij Wijzigingsdecreet om- trent integratie MER-RUP).

Voorliggende nota betreft de scopingnota van het RUP Meetkerkestraat. Het is de integrale weergave van de startnota, aangevuld met aanpassingen op basis van adviezen en reacties tijdens de eerste advies- en in- spraakronde. Deze aanpassingen zijn in geel gemar- keerd doorheen het document, i.f.v. leesbaarheid. De verwerking van de advies- en in- spraakronde wordt besproken in het laatste hoofdstuk.

Tussen start- en scopingnota werd dus de naam van het RUP gewijzigd van RUP Polderhoeve naar RUP Meetkerkestraat. De reden hiervoor is dat het RUP ei- genlijk niets te maken heeft met de Polderhoeve op zich, en de naam van het RUP voor verwarring zou kunnen zorgen.

Er werd gewacht met een aanvraag tot planMER- ontheffing tot na de plenaire vergadering die doorging op 12 november 2020. De binnengekomen adviezen gaven echter geen aanleiding tot een fundamentele aanpassing van de scopingnota.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 9 INLEIDING 2 probleem- en doelstelling van het RUP Een gemeente bereikt haar BSO als ze haar objec- tief voor sociale huurwoningen bereikt heeft. Wonen- Vlaanderen gaat dit per voortgangstoets na. Een ge- 1 beslissing tot opmaak 2.1 bindend sociaal objectief meente kan ook zelf aangeven dat ze haar BSO heeft Vlaanderen wil het sociaal woonaanbod versneld uit- bereikt. Hiervoor dient de gemeente een motiverings- Het CBS besliste om WVI aan te stellen als ontwer- breiden en geografisch spreiden. Het decreet van 27 nota in bij Wonen-Vlaanderen met een overzicht van per voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid het sociaal huuraanbod op haar grondgebied. Wonen- (RUP) Polderhoeve. heeft elke Vlaamse gemeente een bindend sociaal ob- Vlaanderen gaat na of het BSO effectief bereikt is. Na jectief opgelegd. Binnen een vooropgestelde termijn bevestiging door Wonen-Vlaanderen, maakt de ge- moet de gemeente op haar grondgebied een aantal meente dit bekend. bijkomende sociale huurwoningen realiseren. Vanuit haar regisseursrol op het vlak van lokaal woonbeleid Volgens de nulmeting had de gemeente Zuienkerke neemt de gemeente concrete initiatieven om tijdig dit op 31/12/2007 0 sociale koopwoningen, 6 sociale BSO te behalen. kavels, 49 sociale huurwoningen (SHM) en 0 sociale huurwoningen (SVK). Het aandeel sociale huurwonin- Het BSO is de rechtsplicht voor de gemeente om de gen t.o.v. het totale woonaanbod bedroeg 4,49%. opgelegde doelstelling op het vlak van bijkomende sociale huurwoningen te realiseren in de periode Vermits het aandeel sociale huurwoningen kleiner is 2009-2025. Aanvankelijk kregen de gemeenten ook dan 9%, kreeg de gemeente Zuienkerke de opdracht een doelstelling opgelegd om bijkomende sociale om tegen 2025 een bijkomend aantal sociale huur- koopwoningen en sociale kavels te realiseren in de woningen op haar grondgebied te realiseren. Dit aan- periode 2009-2020. Inmiddels zijn de objectieven voor tal werd vastgelegd op 18. sociale koopwoningen en sociale kavels opgeheven, dat gebeurde bij het decreet van 14 oktober 2016. In de gemeente werden op 1/1/2008 initieel 49 sociale huurwoningen geteld. Nadien bleek deze nulmeting Op basis van de nulmeting op datum van 31/12/2007 een dubbeltelling van 8 woningen te bevatten. Acht is het objectief voor sociale huurwoningen per ge- sociale huurwoningen van SHM het Lindenhof werden meente bepaald in het decreet Grond- en Pandenbe- immers voor 2008 reeds verkocht. De gemeente vroeg leid. Hierbij wordt rekening gehouden met het aantal op 12 oktober 2015 een correctie van de nulmeting huishoudens die een gemeente op haar grondgebied aan bij het agentschap Wonen-Vlaanderen. De nul- had op 1/1/2008. Een gemeente met 9% sociale huur- meting werd bijgesteld naar 41 sociale huurwoningen woningen op haar grondgebied kreeg geen objectief in plaats van 49. Deze correctie had geen impact op voor sociale huurwoningen. Een gemeente met min- de berekening van het bindend sociaal objectief. De der dan 3% sociale huurwoningen kreeg een speci- gemeente Zuienkerke heeft nog steeds het objectief fieke inhaalbeweging. om tegen eind 2025 minstens 18 bijkomende sociale huurwoningen te realiseren sinds de nulmeting. Met

10 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI de opmaak van dit RUP komt de realisatie van dit ob- jectief binnen bereik.

2.2 juridisch aanbod Dit extra pakket aan sociale huurwoningen dient gere- aliseerd te worden: ● binnen het vrijliggende juridisch aanbod binnen het hoofddorp Zuienkerke, indien beschikbaar en ruimtelijk-planologisch aanvaardbaar. ● binnen het vrijliggende juridisch aanbod binnen een andere kern, indien beschikbaar en ruimtelijk- planologisch aanvaardbaar. ● buiten het juridisch aannbod, direct aansluitend bij het hoofddorp Zuienkerke.

Binnen de kern Zuienkerke zijn er nog een zevental (soms zeer kleine) niet-ontwikkelde gebieden gelegen: ● Gebied 1 (0ha84a12ca), gebied 3 (0ha24a15ca), gebied 5 (0ha11a88ca) en gebied 7 (0ha 28a12ca) zijn rechtstreeks ontsluitbaar op de openbare wegen en kunnen in principe privaat ontwikkeld worden. Deze gebieden zijn tevens te klein of te moeilijk ontsluitbaar voor een globale ontwikkeling van minstens 18 woongelegenheden. ● Gebied 2 moet volgens het ‘ministerieel besluit houdende bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten’ van 19 januari 1993 behouden blijven als ‘zone non-aedificandi’, en kan dus in wezen niet gezien worden als zijnde ‘aanbod’. ● Gebied 4 (0ha65a76ca) is moeilijk ontsluitbaar naar de openbare wegenis, heeft een beperkte op- pervlakte en ligt bovendien binnen het beschermd dorpsgezicht ‘Dorpskom Zuienkerke-centraal deel’. ● Gebied 6 is een zeer klein restgebied (0ha11a87ca), in gebruik als private tuin. figuur 1: Vrijliggend juridisch aanbod binnen het hoofddorp Zuienkerke

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 11 Er kan geconcludeerd worden dat dit beperkte en zeer versnipperde juridisch aanbod niet in aanmerking komt voor het realiseren van een globaal project voor minstens 18 sociale huurwoningen.

De enige andere kern binnen de gemeente waar nog vrijliggend juridisch aanbod is gelegen, is Houtave: ● Gebied 3 (0ha05a47ca) is rechtsreeks ontsluitbaar op de openbare weg, is verwaarloosbaar klein en kan in principe privaat ontwikkeld worden. ● Gebied 1 (0ha72a10ca) en gebied 2 (0ha54a96ca) zijn niet gelegen langs een openbare weg, zijn zeer moeilijk ontsluitbaar en behoren tot het be- schermde dorpsgezicht ‘Dorpskom Houtave’.

Gebieden 1 en 2 zijn dus zowel technisch als juridisch gezien zeer moeilijk ontwikkelbaar. Daarnaast is het enerzijds niet wenselijk dat een woonproject van min- stens 18 sociale huurwoningen wordt gerealiseerd binnen een niet binnen het PRS geselecteerde kern en zal dergelijk project een heel grote invloed hebben op een zeer kleine kern als Houtave.

figuur 2: Vrijliggend juridisch aanbod binnen de niet-geselecteerde kern Houtave

12 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 2.3 planologische ruil gorie ‘landbouw’ naar een categorie ‘wonen’ voor wat Teneinde het bindend sociaal objectief van 18 extra het deel wonen betreft. De trage verbinding bevindt sociale huurwoningen te kunnen realiseren, wordt een zich reeds in woongebied, de Meetkerkestraat krijgt planologische ruil voorgesteld van het noordelijk, zeer categorie ‘lijninfrastructuur’. Het hiernaast staande moeilijk aansnijdbare gebied in Houtave (‘brongebied’) kaartje geeft dan ook de netto-oppervlakte weer die naar de rand van het hoofddorp Zuienkerke (‘bestem- geruild wordt (en niet het gehele plangebied). mingsgebied’). Het RUP Meetkerkestraat wordt opgemaakt om deze De voordelen van deze planologische ruil zijn: planologische ruil bestemmingsmatig door te kunnen ● De ontwikkeling zal gebeuren aansluitend op een voeren en om kwalitatieve voorschriften op te leggen binnen het PRS als hoofddorp geselecteerde kern bij de ontwikkeling van de projectzone. (Zuienkerke); ● De uitbreiding kan gebeuren aan de zuidelijke rand van Zuienkerke, binnen één van de in het GRS aangeduide ‘potentiezones voor zuidelijke uitbreiding’; ● De zone kan zo gekozen worden dat hij groot ge- noeg is om de volledige realisatie op te vangen; figuur 3: planologische ruil - brongebied ● De zeer kleine, karakteristieke en landschappelijk waardevolle kern Houtave, die volledig gevat is binnen een beschermd dorpsgezicht, wordt gevrij- waard van een verdere ontwikkeling.

Via ontwerpend onderzoek werden een viertal uitbrei- dingsconcepten uitgewerkt (zie hoofdstuk ‘alternatie- venonderzoek’). Na afweging van de verschillende concepten wordt gekozen om het project te realiseren via een zuidelijke uitbreiding van de bebouwing langs de Meetkerkestraat.

Binnen het brongebied in Houtave (vanaf nu ‘deelplan 1’ genoemd) wordt de bestemming omgezet van een categorie ‘wonen’ naar een categorie ‘landbouw’.

Binnen het bestemmingsgebied aansluitend bij het hoofddorp Zuienkerke (vanaf nu ‘deelplan 2’ ge- noemd) wordt de bestemming omgezet van een cate- figuur 4: planologische ruil - bestemmingsgebied (netto)

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 13 SITUERING EN AFBAKENING

1 situering van de plangebieden

De gemeente Zuienkerke bevindt zich in het noord- westen van de provincie West-Vlaanderen.

De huidige gemeente Zuienkerke is in 1976 ontstaan uit een fusie van de voormalige gemeenten Zuienker- ke, Nieuwmunster, Meetkerke en Houtave.

De gemeente behoort administratief tot het arrondis- sement Brugge en grenst: ● in het noorden aan de stad ; ● in het oosten aan de stad Brugge; ● in het zuidwesten aan de gemeente ; ● in het noordwesten aan de gemeente De Haan.

Deelplan 1 ‘Houtave-noord’’ is gesitueerd in het noor- den van de kern Houtave, aansluitend op de bebou- wing langs de Kapellestraat en de Pastoriestraat.

Deelplan 2 ‘Meetkerkestraat’ is gesitueerd in het zui- den van het hoofddorp Zuienkerke, aansluitend op de bebouwing langs de Meetkerkestraat.

figuur 5: situering van de deelplannen binnen Zuienkerke

14 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 2 afbakening van de plangebieden

2.1 deelplan 1: Houtave-noord

Het plangebied, met een oppervlakte van 0ha72a10ca, wordt begrensd door: ● het agrarisch polderlandschap in het noorden en het oosten; ● de bebouwing langs de Pastoriestraat en de pas- torie zelf in het zuiden; ● de bebouwing langs de Kapellestraat in het westen.

figuur 6: Situering deelplan 1 - Houtave-noord

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 15 2.2 deelplan 2: Meetkerksestraat

Het plangebied, met een oppervlakte van 0ha80a82ca, wordt begrensd door: ● de bebouwing langs de Meetkerkstraat en langs Lindenhof en de ontsluitingsweg naar de hoeve ten zuiden van Lindedhof in het noorden; ● het agrarisch polderlandschap in het oosten en het zuiden; ● De ‘Polderhoeve’ in het oosten. ● de Meetkerksestraat met bebouwing en de hoeve ten zuiden van Lindenhof in het westen.

figuur 7: Situering deelplan 2 - Meetkerkestraat

16 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI FEITELIJKE RUIMTELIJKE 1.2 Vandermaelen, 1846-1854 CONTEXT Op de Vandermaelenkaart uit de 19de eeuw zijn vol- gende zaken te zien. 1 historiek ● De kern van Houtave, waaraan het plangebied van deelplan 1 aansluit, is niet wezenlijk uitgebreid t.o.v. 80 jaar eerder. Het plangebied bestaat nog 1.1 Ferraris, 1777 steeds uit weiland. ● Ook de kern van Zuienkerke, waaraan het plan- Op de Ferrariskaart uit de 18de eeuw zijn volgende za- gebied van deelplan 2 aansluit, is niet wezenlijk ken te zien: uitgebreid. Het oostelijk deel van het plange- ● Het plangebeid van deelplan 1 sluit hier reeds bied bestaat uit weiland, het westelijk deel uit aan bij de dorpskern van Houtave (op de kaart akkerland. aangeduid als Houttave). De kernbebouwing rond de kern, aansluitend op de Kapellestraat- Kerkhofstraat is reeds duidelijk zichtbaar. Direct ten oosten en ten noorden van de kern waren hoeves gelegen. Het plangebied zelf bestond figuur 8: Ferraris, 1777 uit weiland, omboord met kleine landschapsele- menten. Dit weiland kan dus aanzien worden als historisch grasland. ● Het plangebied van deelplan 2 sluit aan bij de reeds aanwezige beperkte verlinting langs de Meetkerkestraat. De oost-west gerichte kernbe- bouwing van Zuienkerke was geconcentreerd rond de kerk (Nieuwe Steenweg-Kerkstraat), langs de Meetkerkestraat en op de kruising Nieuwe Steenweg-Blankenbergse Dijk Zuid. De Polderhoeve is reeds aanwezig. Het plangebied zelf bestond uit weiland (oostelijk deel) en akker- land (westelijk deel)

figuur 9: Vandermaelen, 1846-1854

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 17 2 fysisch systeem

De plangebieden liggen binnen het polderlandschap, nl. de Oud- en Middellandpolder. Dit landschap wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van kreekruggen (langgerekte ruggen op een absolute hoogte van 3-4 m) en komgronden (moerassige depressies op een absolute hoogte van 1-2 m). Dit microreliëf is ont- staan als gevolg van indijking en drainering van de oorspronkelijke schorre. De sedimenten (klei, zand, veen) ontwateren en krimpen in. Belangrijk hierbij is dat niet alle sedimenten in dezelfde mate inkrimpen: bij zand is de inkrimping zeer zwak of onbestaande, bij klei matig en bij veen zeer sterk. Door inkrimping gaat het landschap inklinken en gaat het reliëf als het ware omkeren: de zandige kreken komen nu hoger te liggen (kreekruggen)dan de in oorsprong hoger gelegn klei- of veengronden (komgronden).

De kern Zuienkerke ligt binnen de kreekrugpolders, rond de kern Houtave komen dan weer grotere weide- complexen voor.

De plangebeiden bestaan uit dekklei polders.

De plangebieden zijn gelegen rond de hoogtelijn van 3 m. De hoogteverschillen binnen deze plangebieden zijn verwaarloosbaar klein.

De waterlopen op het grondgebied van Zuienkerke behoren tot het bekken van de Vliet. daarvan zijn de Blankenbergse Vaart (noord-zuid georiënteerd) en de Noordede (oost-west georiënteerd) de belangrijkste waterlopen.

figuur 10: Fysisch systeem - reliëf (AGS-Digitaal Terreinmodel-WVL)

18 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 3 bestaande ruimtelijke structuur van de plangebieden

3.1 deelplan 1 - Houtave-noord

Hoewel de gronden binnen het plangebied bestemd zijn voor wonen (woongebied met landelijk karakter), zijn ze momenteel volledig in gebruik als weiland met kleine landschapselementen. Het plangebied is volledig onbebouwd. Ten oosten er- van loopt een polderwaterloop.

In de directe omgeving van het plangebied kunnen volgende belangrijke functionele onderdelen worden onderscheiden: ● de bebouwing langs de Pastoriestraat: dit is een gesloten bouwlint, bestaande uit ééngezinswonin- gen met één of twee bouwlagen en een zadeldak. Deze woningen staan rond de als monument beschermde kerk Sint-Bavo en Machatus. Op het einde van de pastoriestraat is de pastorie zelf gelegen. ● de bebouwing langs de Kapellestraat: dit is een bouwlint langs de oostelijke kant van de Kapellestraat, met een menging van open, half- open en gesloten ééngezinswoningen, bestaande uit één tot twee bouwlagen en een hellend dak. Deze woningen hebben tamelijke diepe, westge- richte tuinen. ● het agrarisch polderlandschap, gelegen binnen het weidegebied van Houtave.

De volledige dorpskom behoord tot het beschermd dorpsgezicht van Houtave.

figuur 11: bestaande ruimtelijke structuur deelplan 1 - Houtave-noord

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 19 3.2 deelplan 2 - Meetkerkestraat

Het grootste deel van het plangebied is bestemd voor landbouw en dan ook volledig onbebouwd. Het is in gebruik als akker- en weiland. Ook een deel van de Meetkerksestraat behoort tot het plangebied. Tenslot- te wordt ook een smalle strook van 3 m opgenomen tussen de nieuwe woonontwikkeling en de Nieuwe Steenweg, achter de woningen langs de Meetkerkes- traat. Binnen deze strook wordt een fiets- en voetgan- gersverbinding voorzien.

In de directe omgeving van het plangebied kunnen volgende belangrijke functionele onderdelen worden onderscheiden: ● de bebouwing langs de Meetkerkestraat: dit is een aan weerszijden gesloten bouwlint, bestaande uit ééngezinswoningen met één of twee bouwlagen en een hellend dak. Ter hoogte van de overgang met de open ruimte komen open en halfopen ééngezinswoningen voor ● de Polderhoeve: historische hoeve, beschermd als monumenent. ● de bebouwing behorende bij de verkaveling ‘Lindenhof’: gesloten tot halfopen ééngezins- woningen, bestaande uit één bouwlaag en een zadeldak. ● een landbouwbedrijf op de overgang tussen de verkaveling ‘Lindenhof’ en de zuidelijke open ruimte.

De fiets- en wandelas is gelegen binnen het be- schermd dorpsgezicht van Zuienkerke

figuur 12: bestaande ruimtelijke structuur deelplan 2 - Meetkerkestraat

20 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI JURIDISCHE CONTEXT type plan referentie Naaststaande tabel verduidelijkt de ligging van de plange- Deelplan 1 ligt in een ‘woongebied met lan- bieden in de juridische ruimtelijke structuur. gewestplan  delijk karakter’, deelplan 2 in een ‘agrarisch gebied’ Deelplan 2 maakt deel uit van de door de De verschillende juridische plannen worden hieronder herbevestigde agrarische gebieden  Vlaamse regering vastgelegde ‘Herbevestigde weergegeven. Indien het plangebied in de nabijheid van of agrarische gebieden’ in het vermelde plan gelegen is, wordt dit aangeduid () in RUP de tweede kolom, een verduidelijking wordt vermeld in de BPA derde kolom. RAMSAR natura 2000 Er bevinden zich geen Vogelrichtlijngebieden vogelrichtlijngebied  binnen de plangebieden. In de onmiddellijke nabijheid van de plangebied bevindt zich wel Vogelrichtlijngebied BE2500932. habitatrichtlijngebied VEN- gebied, IVON-gebied historisch permanente graslanden  Deelplan 2 overlapt gedeeltelijk met historisch permanente graslanden duinendecreetgebied onroerenderfgoeddecreet vastgestelde inventarissen Deelplan 1 ligt in een ‘beschermd dorpsge- beschermingen  zicht’. Deelplan 2 ligt gedeeltelijk in een ‘be- schermd dorpsgezicht’ (fiets- en wandelas). onroerenderfgoedrichtplannen en erfgoedlandschappen archeologie waterwingebied .Doorheen het plangebied van deelplan 1 liep ‘Sentier no. 10’. Doorheen het plangebied van atlas der buurtwegen  deelplan 2 liep ‘Sentier no. 14’. De Meetker- kestraat, die ook deel uitmaakt van het plan- gebied, werd aangeduid als ‘Chemin no. 3’. rooilijnplan VHA, Vlaams hydrografische atlas signaalgebieden landinrichting

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 21 1 gewestplan

Zuienkerke is gelegen binnen het gewestplan Brugge- Oostkust, K.B. 7.4.1977.

J deelplan 1 - Houtave-noord De gronden gelegen binnen de grenzen van deelplan 1 hebben in het gewestplan de bestemming ‘woonge- bied met landelijk karakter’ verkregen.

J deelplan 2 - Meetkerkestraat De gronden gelegen binnen de grenzen van deelplan 3 hebben in het gewestplan de bestemming ‘agrarisch gebied’ verkregen, met uizondering van het deel van het plangebied bedoeld voor de fiets- en wandelver- bining naar de Nieuwe Steenweg. Dit deel heeft de gewestplanbestemming ‘woongebied met landelijk ka- rakter’.

2 herbevestigde agrarische gebieden

Deelplan 2 maakt deel uit van de door de Vlaamse regering vastgelegde ‘Herbevestigde agrarische ge- bieden’.

3 BPA’s en RUP’s

Binnen de contour of in de omgeving van de drie plan- gebieden is geen BPA of RUP gelegen.

figuur 13: gewestplan (RWO,2014)

22 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 4 Vogel- en habitatrichtlijngebieden 5 historische permanente graslanden 6 erfgoedelementen

figuur 14: Vogel- en habitatrichtlijngebieden figuur 15: Historische permanente graslanden figuur 16: Beschermde dorpsgezichten

De plangebieden van deelplannen 1 en 2 zijn gelegen Op 27 november 2015 heeft de Vlaamse Regering Bij ministerieel besluit houdende de bescherming ten westen en ten oosten van het vogelrichtlijngebied de kaart van de historische permanente graslanden van monumenten, stads- en dorpsgezichten van de ‘BE2500932’. (HPG) in de landbouwstreek de Polders definitief Vlaamse gemeenschap van 19/01/1993 werden de In de ruime omgeving van de plangebieden komen goedgekeurd. Binnen een deel van het plangebied van dorpskommen van Houtave en Zuienkerke beschermd geen habitatrichtlijngebieden voor. deelplan 2 zijn door de landbouwwetgeving bescherm- als dorpsgezicht. Het plangebied van deelplan 1 ligt de historische permanente graslanden gelegen (sta- binnen het beschermd dorpsgezicht van Houtave. Het tuut EKBG). Het plangebied bij deelplan 1 sluit direct plangebied van deelplan 2 ligt grotendeels ten zuiden aan bij een complex van door de landbouwwetgeving van het beschermd dorpsgezicht van Zuienkerke. En- beschermde historische permanente graslanden. kel de fiets- en wandelverbinding ligt erbinnen.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 23 PLANNINGSCONTEXT Het RSV geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling Op 17 december 2010 heeft de Vlaamse Regering de aan voor vier structuurbepalende elementen en com- tweede herziening van het RSV definitief vastgesteld. ponenten op Vlaams niveau: De tweede herziening gaat hoofdzakelijk over het ac- ● stedelijke gebieden en stedelijke netwerken; tualiseren van het cijfermateriaal rond wonen, werken, 1 ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ● elementen van het buitengebied; open ruimte, recreatie en infrastructuur. Er is tevens ● economische knooppunten; een afstemming met het decreet grond- en panden- ● lijninfratsructuren. beleid. 1.1 algemeen De visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt Binnen het RSV wordt een onderscheid gemaakt tus- op kernachtige wijze uitgedrukt in de metafoor ‘Vlaan- sen gemeenten gelegen in het stedelijk gebied en deren open en stedelijk’. gemeenten gelegen in het buitengebied. Zuienkerke is een gemeente die gelegen is in het buitengebied Concreet is het ruimtelijk beleid op Vlaams niveau ge- en tevens niet geselecteerd is als een economisch richt op: knooppunt. ● het versterken van stedelijke gebieden en netwer- Bij het buitengebiedbeleid horen volgende doelstel- ken door bundelen van functies en activiteiten; lingen: ● het behoud en de versterking van het buitenge- ● het vrijwaren van het buitengebied voor de essen- bied door bundeling van wonen en werken in de tiële functies en het tegengaan van de versnippe- kernen van het buitengebied; ring door verweving; ● het concentreren van economische activiteiten in ● het bundelen van de ontwikkeling met betrekking economische knooppunten; tot wonen en de verzorgende activiteiten in de ● het optimaliseren van de bestaande verkeers- en kernen van het buitengebied; vervoersstructuur en het verbeteren van het open- ● het inbedden van landbouw, natuur en bos in baar vervoer. goed gestructureerde gehelen; ● het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke Het RSV vormt het kader voor de provinciale en ge- kwaliteit; meentelijke structuurplannen en werkt aldus door op ● het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het figuur 17: Uittreksel RSV het provinciale en gemeentelijke niveau. milieubeleid op basis van het fysisch systeem en het bufferen van de natuurfunctie. Op 12 december 2003 heeft de Vlaamse Regering de Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is gedeeltelijke herziening van het RSV definitief vastge- vastgesteld door de Vlaamse Regering op 23 septem- steld. In deze herziening komen er twee belangrijke ber 1997. Het omvat een informatief, richtinggevend aspecten aan bod: en bindend gedeelte. ● ruimte voor wonen; ● ruimte voor bedrijvigheid.

24 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 1.2 visie landbouw, natuur en bos: veldgebied voor de gewestelijke uitvoeringsplannen die de be- raamwerk van kleine landschapselementen Brugge-Meetjesland stemmingen op perceelsniveau vastleggen. Hieraan alsook naar het behoud en herstel van cultuur- wordt een operationeel uitvoeringsprogramma gekop- historische relicten en het bouwkundig erfgoed, Het RSV wenst het buitengebied te vrijwaren voor de peld waarin de prioriteiten en fasering zijn vastgesteld. zodat een ecologische en landschappelijke essentiële functies landbouw, natuur en bos. basiskwaliteit gegarandeerd wordt. De gemeente Zuienkerke is gelegen binnen deze re- ● In het landbouwgebied zijn voorzieningen mo- De Vlaamse overheid bakent op die manier agrarisch gio Kust-Polders-Westhoek (het plangebied is gelegen gelijk voor vormen van recreatief medegebruik gebied, natuurgebied, bosgebieden en andere gebie- binnen Deelruimte B. Kustpolders). Per deelruimte zijn met een laagdynamisch karakter. den af in ruimtelijke uitvoeringsplannen, in uitvoering een aantal ruimtelijke concepten uitgewerkt. Voor de ● De nederzettingen en het omgevende land- van het RSV. plangebieden en hun omgeving is volgend concepte- bouwlandschap moeten hun identiteit kunnen lement van belang: bewaren. Het groene karakter van de dorpen De Vlaamse overheid stelde een ruimtelijke visie op ● Groot aaneengesloten grondgebonden landbouw- als kleinschalige toeristische elementen moet die weergeeft welke gebieden behouden blijven voor gebied als ruimtelijke drager in de polders (8.21: versterkt worden. landbouw en waar er ruimte kan zijn voor natuuront- polder van Nieuwmunster-Vlissegem en deel ruil- wikkeling of bosuitbreiding. Deze visie vormt de basis verkaveling Houtave; 8.25: polder bij Zuienkerke) ● Grote delen van het poldergebied vormen aaneengesloten samenhangende landbouw- gebieden waarin grondgebonden landbouw als ruimtelijke drager erkend en gevrijwaard wordt; ● De aaneengesloten gebieden worden zoveel mogelijk vrijgehouden van bebouwing, dit in eerste instantie ten behoeve van het in stand houden van een kwalitatieve en weinig versnip- perde landbouwstructuur. Nieuwe bedrijven en herlokalisatie van bedrijven dient bij voorrang te gebeuren in aansluiting bij bestaande bebou- wing. Bestaande bedrijven dienen voldoende ontwikkelingsmogelijkheden te krijgen. ● Intensivering door overschakeling naar strikt grondloze activiteit is uitgesloten. De open polder wordt gevrijwaard van glastuinbouw. Grondloze activiteiten kunnen wel gecon- centreerd ingeplant worden in versnipperde gebieden aansluitend bij kernen in de overgang figuur 18: Uittreksel visie landbouw, natuur en bos - veldge- naar de zandstreek. bied Brugge-Meetjesland ● In het landbouwgebied moet gestreefd worden naar het behoud en de ontwikkeling van een

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 25 2 provinciaal ruimtelijk structuurplan 2.1 deelstructuren J Landschappelijke structuur West-Vlaanderen Binnen de gewenste ruimtelijke structuur van het land- J Nederzettingsstructuur schap staat het behouden en het versterken van de Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaan- De kern Zuienkerke is geselecteerd als herlokalisa- landschappelijke diversiteit en herkenbaarheid ‘zowel deren is op 6 maart 2002 door de Vlaamse Regering tiehoofddorp. Ze heeft een ondersteunende rol voor traditionele landschapskenmerken als kenmerken uit goedgekeurd. De visie en de gewenste ruimtelijke wonen en werken in het buitengebied en een lokale recente ingrepen) centraal. ontwikkeling geschetst in het PRS sluiten aan bij het verzorgende rol. Naar mogelijkheid van bijkomende De plangebieden van deelplan 1 en 2 is gelegen bin- RSV en geeft nadere uitwerking en invulling aan de woningen toe kan de kern instaan voor de opvang van nen het nieuw landschap “ORuilverkavelingsgebied elementen die vragen om een samenhangend beleid de eigen groei van huishoudens op het niveau van de van Houtave”. over de gemeentelijke grenzen heen. kern. In de (ruime) omgeving van de plangebieden worden volgende elementen indicatief (en niet limitatief) aan- J Natuurlijke structuur geduid als bovenlokale landschapselementen en com- Wat de gewenste ruimtelijke natuurlijke structuur be- ponenten: treft, heeft de provincie de taak de door het Vlaamse ● ‘Uitkerkse Polder’ en ‘Poldergebied Klemskerke- Gewest aan te duiden grote eenheden natuur (GEN), Zuienkerke’ als ‘gaaf landschap’ grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO) en ● Moere van meetkerke als ‘ankerplaats’; natuurwervevingsgebieden (NVWG) - in het PRS hy- ● Vaart van Blankenberge en Noordede als ‘structu- pothetisch gebundeld in natuuraandachtzones - te rerend lineair element. verbinden met natuurverbindingsgebieden en (natte en droge) ecologische infrastructuren van bovenlokaal 2.2 deelruimten belang. Een groot deel van Zuienkerke behoort tot de natuur- Het grondgebied van Zuienkerke is gelegen in de aandachtzone ‘‘Kustpolders Oostende-Brugge-Zee- ‘Oostelijke Polderruimte’. De polders zijn één van de brugge”. belangrijkste gebieden van de agrarische structuur Daarnaast werden de Blankenbergse Vaart en de op het Vlaamse niveau (RSV). De verwevenheid van Noordede geselecteerd als ‘natte ecologische infra- natuurlijke strcutuur (graslanden, dijken) en grondge- structuur’. bonden landbouw moet de openheid behouden en versterken. Het beperkt toeristisch-recreatief medege- figuur 19: PRS J Verkeer- en vervoersstructuur bruik is complementair met de Kustruimte en situeert Wat betreft de gewenste ruimtelijke structuur van ver- zich vooral langs de bestaande kanalenstructuur. De keer en vervoer is één van de belangrijkste taken van aaneengesloten open ruimte functioneert als buffer te- het provinciaal bestuur de selectie van secundaire gen de verstedelijking van de kustband landinwaarts wegen, welke een verdere uitwerking is van de hië- en tegen de uitbreiding van de Brugse kernstad zee- rarchische indeling van het wegennet opgevat in het waarts. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De N307 werd geselecteerd als secundaire weg II. Volgende elementen zijn bepalend voor deze ruimte en het bijhorende beleid:

26 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI ● lineaire bakens (kanalen, wegen, bomenrijen) als ● De Polderwaterlopen in de Uitkerkse Polder, multifunctionele dragers; Dorpzwin/Schamelwekezwin/Kerkvliet/Kiekezwin ● stedelijke gebieden aan de randen van de en de Blankenbergse Vaart werden geselecteerd deelruimte voor concentratie van dynamische als ‘rivier- en beekvalleien’. activiteiten; ● grote aaneengesloten open ruimten met natuur- complexen (graslanden).

De provincie geeft drie grote beleidsdoelstellingen weer: ● de lineaire bakens (kanalen - wegen) als multi- functionele drager ondersteunen; ● dynamische activiteiten in de stedelijke gebieden concentreren; ● aaneengesloten open ruimte met natuurcom- plexen (graslanden) verweven..

2.3 herziening PRS

Op 11 februari 2014 heeft de minister het addendum van het provinciaal ruimtelijk structuurplan goedge- keurd, mits uitsluiting van de verplichting om sociale woningen te voorzien.

Voor onderhavig RUP zijn volgende wijzigingen van belang: ● De kern Zuienkerke werd geselecteerd als ‘woonkern’. Ze is structurerend voor wonen in het buitengebied en heeft een lokale verzorgende rol. Naar mogelijkheid van bijkomende woningen toe kan de kern instaan voor de opvang van de eigen groei van huishoudens op het niveau van de kern. ● De Uitkerkse Polder en de Meetkerkse Moeren werden aangeduid als ‘natte natuurkerngebieden’. ● De omgeving van de Uitkerkse Polder en van de Meetkerkse Moeren werd geselecteerd als ‘stimu- lansgebied kleine landschapselementen’.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 27 3 gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zuienkerke

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Zuienkerke werd goedgekeurd door de Deputatie op 19/01/2006.

3.1 gewenste ruimtelijke structuur van Zuienkerke Binnen het GRS werd volgende hoofddoelstelling naar voor geschoven: ● Een leefbaar hoofddorp en leefbare woonconcen- traties met een eigen identiteit en profiel: ● nieuwe woongelegenheden die te creëren zijn om te voldoen aan de lokale behoeften, situe- ren binnen (beperkte) inbreidingsprojecten met aandacht voor een gedifferentieerd aanbod qua type, grootte en prijsklasse; ● voorzien van aantrekkelijke woonomgevingen; ● een renovatie- en saneringsbeleid; ● het afstemmen van de voorzieningen op het niveau van het hoofddorp en de woonconcentraties; ● het behouden of uitbreiden van voorzieningen op gemeentelijk niveau; ● een aangepast doortochtenbeleid met maxima- le bescherming van de zwakke weggebruikers;.

3.2 gewenste woon- en leefstructuur

Specifiek rond het beleidsitem selecteren‘ van ruimte om te wonen binnen de hoofddorpen en wooncon- centraties’ werden volgende bepalingen opgenomen:

De potentiële woonruimte voor het invullen van de figuur 20: gewenste wwon- en leefstructuur (GRS) behoefte 1997-2007 bestaat uitsluitend uit het juri-

28 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI disch aanbod binnen het hoofddorp en de overige De noordkant van Zuienkerke is grotendeels een be- woonconcentraties. Dit juridisch aanbod bestaat uit Zowel binnen het hoofddorp Zuienkerke als binnen schermd dorpszicht en op vandaag komen er geen de vrijliggende percelen binnen verkaveling en langs de woonconcentraties Meetkerke, Houtave en Nieuw- noordelijke woonuitbreidingen voor. Verdere verlinting uitgeruste weg en de binnengronden WLK 1, 2, 3, 4, munster kunnen de mogelijkheden voor verticale ver- van de N326 is niet gewenst. Hierdoor dient de uit- 5 en 6 (zie informatief gedeelte blz. 109-110). Voor de dichting beperkt worden aangewend. breiding gezocht te worden aan de zuidkant van het binnengronden is het van groot belang dat ze goed hoofddorp. Hierbij komen drie zones in aanmerking: kunnen ontsloten worden. Vermits Houtave een karak- Naar de toekomst toe zal het juridisch aanbod verder ● Een zone geënt op de oostzijde van de teristiek polderdorp en een beschermd dorpsgezicht verminderen. Binnen de periode 2007-2012 is er reeds Meetkerkestraat: Deze zone, die volledig in is, dienen er bij de ontwikkeling van WLK 5 en 6 vol- een aanbodstekort van 22 woningen aangetoond. agrarisch gebied gelegen is, sluit direct aan bij de doende kwaliteitseisen worden gesteld teneinde het Daarom worden er voor na de planningshorizont 2007 verkaveling ‘Lindenhof’ en de eventuele sporthal dorpskarakter te vrijwaren en moet er rekening gehou- aansluitend bij het herlokalisatiehoofddorp Zuienkerke (zie gewenste toeristisch-recreatieve structuur) den worden met het advies van het bestuur Monumen- zones voor beperkte uitbreiding onderzocht (zones aan de overzijde van de Meetkerkestraat en ten en Landschappen. van ongeveer 1,5 ha bij een dichtheid van 15 w/ha). aan het ‘woongebied met landelijk karakter’ ten Enkele potentiële zones dienen afgewogen te worden. Rekening houdend met de bouwactiviteit in de periode 1997-2001 dient er in de periode begin 2002- begin 2007 nog een behoefte te worden ingevuld van 51 wo- ningen. Het juridisch aanbod is echter niet voldoende om de behoefte in te vullen (zie woningbehoefte). De bijkomende behoefte kan worden gerealiseerd via compactere projecten of verticale verdichting. In 2000 en 2001 werden reeds door middel van kwalitatieve projecten twee meergezinswoningen (van 4 en 13 woningen) opgetrokken in het hoofddorp Zuienkerke. Tevens worden 4 loten verkaveld op de terreinen van een oud schoolgebouw (‘De Notelaar’).

Deze verticale verdichting mag de draagkracht van het hoofddorp of de woonconcentratie niet overschrijden. De meergezinswoningen moeten geïntegreerd wor- den in het bestaande bebouwingsweefsel en moeten beperkt blijven tot 2 bouwlagen en een bewoonbare dakverdieping. Ze moeten het onderwerp zijn van een kwalitatief bouwproject (bijvoorbeeld bij het saneren van oude panden). Er moeten tevens zones worden afgebakend waarbinnen deze verticale verdichting is figuur 21: Zoekzones woonuitbreiding na 2007 (GRS) toegelaten (centrumzones – zie deelstructuren).

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 29 noorden. De zone WLK3 zou mede kunnen wor- den ontsloten. ● Een zone geënt op de westzijde van de Blankenbergse Dijk Zuid: Deze zone, die volledig in agrarisch gebied gelegen is, sluit aan bij de woonkorrel Zuienkerke-oost ten westen en aan het ‘woongebied met landelijk karakter’ ten noor- den. De zone WLK2 zou mede kunnen worden ontsloten. ● Een zone ten zuidwesten van de kern, geënt op de Nieuwe Steenweg: Deze zone, die volledig in agrarisch gebied gelegen is, sluit aan op de lintbe- bouwing ten zuiden van de Nieuwe Steenweg en op een oostelijk gelegen verkaveling. Deze zone kan rechtsreeks ontsloten worden op de Nieuwe Steenweg.

Deze drie zones worden met elkaar vergeleken d.m.v. een afwegingstabel. Hierbij staat de kwotering ++ voor zeer gunstig, + voor gunstig, 0 voor neutraal, - voor ongunstig en -- voor zeer ongunstig:

Op dit moment wordt er nog geen definitieve keuze gemaakt welke zone zal worden aangesneden om het mogelijke aanbodstekort van de periode 2007-2012 op te vangen. Als de noodzaak van aansnijding van een zone wordt aangetoond, zal de keuze gemaakt worden na de planningshorizont 2007.

Bij een uitbreiding van de hoofddorp moet er omzich- tig omgesprongen worden naar inplanting, gabariet, schaal en materiaalkeuze, teneinde het typische ka- rakter van de dorpskern niet aan te tasten.

30 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 3.3 gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het herlocalisatiehoofddorp Zuinkerke Volgende beleidslijnen zijn van belang:

Kwalitatieve en beperkte kwantitatieve verdichting Het is van fundamenteel belang voor de leefbaarheid van Zuienkerke om de bestaande (beperkte) voorzie- ningen (horeca, voedingswinkels) te behouden. Ver- der moet de structuur van het dorp worden versterkt door de ontwikkeling van de nog vrijliggende percelen binnen verkaveling en door een efficiënte invulling van de percelen langs uitgeruste weg. De vier binnenge- bieden (WLK 1, 2, 3 en 4) aan de rand van de Zui- enkerke zijn op heden nog niet uitgerust om aan te snijden. Deze gronden zijn in privé-bezit. Moest de mogelijkheid zich voordoen, dan kunnen één of meer- dere van deze gebieden binnen de planningshorizont aangesneden worden, teneinde mee het globale ge- meentelijke aanbodtekort op te vangen. Als herlokali- satiehoofddorp moet Zuienkerke immers dit aanbodte- kort opvangen. Het aanbodtekort kan tevens opgevangen worden door het creëren van meergezinswoningen. Hiermee moet echter voorzichtig omgesprongen worden. Het moet gaan om kwalitatieve projecten die de eigenheid van het hoofddorp niet aantasten. Dit kan ondermeer gerealiseerd worden in het kader van de sanering van oudere panden. Meergezinswoningen kunnen ook en- kel gerealiseerd worden binnen de ‘centrumzone’ van Zuienkerke (Nieuwe Steenweg, Kerkstraat) en moeten optimaal verweven worden met het bestaande woon- weefsel. Ze mogen maximaal uit twee bouwlagen en een bewoonbare dakverdieping bestaan.

Afwerking van het hoofddorp Zowel in noordelijke als in zuidelijke richting ziet men figuur 22: gewenste wwon- en leefstructuur (GRS) een scherpe grens tussen de bebouwing en het

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 31 omringende agrarisch gebied. Deze scherpe begren- zing moet behouden blijven. Het is de bedoeling om het dorp in de nabije toekomst verder af te werken (WLK 1, 2, 3 en 4), rekening houdend met deze begrenzing. Een uitbreiding buiten het juridisch aan- bod is op korte termijn (tot 2007) niet te motiveren. Binnen latere planningshorizonten zal het aanbod echter zodanig geslonken zijn dat een beperkte uitbreiding van het hoofddorp zal kunnen overwogen worden (afhankelijk van een geactualiseerde woonbehoeftestudie). Vermits het noordelijk gedeelte van het hoofddorp een beschermd dorpszicht is en de verdere verlinting van de Nieuwe Steenweg zoveel mogelijk dient tegengegaan te worden, wordt deze mogelijke uitbreiding voorzien in het zuiden. Drie zoek- zones (Zone Meetkerkestraat, Zone Blankenbergse Dijk en Zone Zuienkerke-west) werden hiervoor met elkaar afgewogen. Een definitieve keuze zal in een later stadium gemaakt worden. De twee woonkorrels die aansluiten bij het hoofddorp (Zuienkerke-oost en Zuienkerke-west) worden beleidsmatig ondersteund.

3.4 gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de woonconcentratie Houtave Volgende beleidslijnen zijn van belang:

Verdere verdichting van de woonconcentratie In de periode 1997-2001is reeds een sociale verka- veling gerealiseerd van 15 woningen. Het resterende aanbod beperkt zich tot enkele vrijliggende perce- len binnen de twee verkavelingen in het zuidwesten van de woonconcentratie. De twee binnengebieden WLK5 en 6 aan de rand van de woonconcentratie zijn op heden nog niet uitgerust om aan te snijden.

Deze gronden zijn in privé-bezit. Indien de mogelijk- figuur 23: gewenste woon- en leefstructuur (GRS) heid zich aandient kunnen ze aangesneden worden

32 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI binnen de planningshorizont 2007. Om het specifieke karakter van het dorp te behouden zullen er echter wel voldoende kwaliteitseisen worden gesteld. Binnen de ‘centrumzone’ (Kapellestraat, Pastoriestraat, Kerkhof- straat) zijn eventueel meergezinswoningen mogelijk, mits de draagkracht en de eigenheid van de wooncon- centratie niet aangetast wordt. Ze mogen maximaal uit twee bouwlagen en een bewoonbare dakverdieping bestaan.

Scherpe begrenzing van de woonconcentratie De grens tussen de bebouwing en de open ruimte is voor Houtave zeer scherp. De woonconcentratie vormt een compact geheel met een zeer beperkte verlinting langs de Kapellestraat. Deze compactheid, moet in de toekomst bewaard blijven. De randen van de woonconcentratie kunnen binnen het juridisch aan- bod verder worden afgewerkt door het aansnijden van de gebieden WLK5 en 6 met kwaliteitsvolle, kleinscha- lige projecten.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 33 PLANNINGSOPTIES 1.2 afweging ruimtelijke scenario’s binnen voor het Agentschap Onroerend erfgoed. In dit geval zoekzone 2 moet er niet strikt gekeken worden naar het maximaal aantal toegelaten woningen, maar moet er vooral ge- 1 alternatievenonderzoek In een voortraject van voorliggend RUP werd een eer- streefd worden naar een kwalitatief totaalconcept met ste vooroverleg georganiseerd met hogere overheden voldoende aandacht voor de relatie van de kern (en de dat plaatsvond op 8 december 2016 in het bijzijn van hoeve) met de open ruimte en een kwalitatieve afwer- 1.1 afweging zoekzones GRS vertegenwoordigers van de gemeente Zuienkerke, het king van de kern. In het luik “gewenste woon- en leefstructuur” van het Departement Omgeving, de Provincie West-Vlaande- GRS worden 3 zoekzones naar voor geschoven, en ren: Dienst Ruimtelijke Planning, Het Lindenhof, Wo- Op 5 en 6 december 2017 werd een workshop voor ten opzichte van elkaar afgewogen (zie hoofdstuk ‘Ge- nen Vlaanderen, het Departement landbouw en visse- ontwerpend onderzoek naar ruimtelijke ontwikke- meentelijk Ruimtelijke Structuurplan Zuienklerke’). rij en WVI. De belangrijkste conclusie hieruit was dat lingsconcepten binnen zoekzone 2 georganiseerd. door de aanwezigheid van o.a. de historisch perma- De aanwezigen waren Marc Maenhout (gemeentelijk Uit deze analyse bleek zoekzone 3 - Zone Zuienkerke- nente graslanden en het beschermd dorpsgezicht bin- omgevingsambtenaar Zuienkerke), Tom Van Mieg- west het best te scoren. Het probleem bij deze zone is nen de toen voorgestelde begrenzing van zoekzone, hem (architect), David Vandecasteele (coördinator echter dat deze ondertussen niet meer ontsluitbaar is. een ontwerpend onderzoek naar typologie, dichthe- ruimtelijke planning en mobiliteit WVI) en Dries Van Het bebouwingslint langs de Nieuwe Steenweg is im- den en landschappelijke inkleding / zichtassen zeer Nieuwenhuyze (stedenbouwkundig ontwerper WVI). mer dichtgebouwd. Daardoor valt deze zoekzone dan belangrijk zou zijn. De randvoorwaarden van het ontwerpend onderzoek ook weg. werden bepaald op basis van de input van de hogere Er werd een tweede vooroverleg georganiseerd op 26 overheden in het vooroverleg. Er werd een masterplan Bij de afwegeing van de twee overblijvende zoekzo- januari 2017, aangezien de toen voorgestelde zoek- uitgewerkt dat niet raakte aan het EKBG en het be- nes scoorde zoekzone 1 - Zone Meetkerkestraat be- zone voor een gedeelte binnen een beschermd dorps- schermd dorpsgezicht, met een ruimtelijke configura- duidend beter dan zoekzone 2 - Zone Blankenbergse zicht gelegen was en daardoor de visie van Agent- tie die verwijst naar de hoevetypologie waardoor het Dijk. Het grote verschil tussen de twee zones is de schap onroerend erfgoed van groot belang was. Op dit ontwerp zich op een landschappelijke manier inpast in ontsluitingsmogelijkheid: zoekzone 1 wordt ontsloten overleg waren vertegenwoordigers van de gemeente zijn ruimtelijke omgeving. Naast dit scenario (hieron- op de Meetkerkestraat, een zuidelijke ontsluitingsweg Zuienkerke, het Agentschap onroerend erfgoed en der benoemd als scenario 1) werden er ook nog een voor Zuienkerke, terwijl zoekzone 2 wordt ontsloten op WVI aanwezig. De belangrijkste conclusie hieruit was aantal andere scenario’s schematisch uitgewerkt. de Blankenbergse Dijk, een belangrijke fietsas. dat de zone, behorend tot het beschermd dorpsge- zicht in principe niet kan aangesneden worden voor De terugkoppeling van het scenario van de workshop Om deze reden wordt zoekzone 2 - Zone Meetkerkes- bebouwing en het volledige programma gerealiseerd stuitte op weerstand van de hogere overheden aange- traat weerhouden als ‘bestemmingsgebied’ voor de moet worden op de gronden die werkelijk ‘geruild’ zou- zien er geen alternatieven werden uitgewerkt, waar- planologische ruil. den worden. Met een richtdichtheid van 20 woningen door er (ondanks het niet-aansnijden van het EKBG) per hectare zou dit neerkomen op een 25-tal woonge- niet kon aangetoond worden dat dit ontwerp het minst legenheden. Indien na ontwerpend onderzoek zou blij- impact heeft op de (versnippering) van de landbouw- ken dat de realisatie van dit programma op een meer structuur. kwalitatieve manier kan gebeuren indien een deel Nadien werden de schematische uitgewerkte ontwik- ervan op de gronden, behorend tot het beschermd kelingsconcepten die in de workshop tot stand kwa- dorpsgezicht, wordt gerealiseerd, is dit bespreekbaar

34 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI men verder uitgewerkt tot verschillende ruimtelijke scenario’s.

Op een overleg met de hogere overheden op 21 no- vember 2018 werden deze ruimtelijke scenario’s ten opzichte van elkaar afgewogen. Er werd een draag- vlak getoond voor een scenario dat ruimtelijk meer aansluit bij de kern van het dorp.

J Scenario 1 In dit scenario wordt vertrokken vanuit de historische ontwikkeling van het polderdorp. Vanuit deze optiek worden door middel van een L- vormige hoeveconfiguratie de bijkomende woningen op een landschappelijke manier ingeplant, voortbou- wend op de historische karakteristieken van het dorp en het landschap. De ontsluiting voor de auto gebeurt figuur 24: ruimtelijk scenario 1 figuur 25: ruimtelijk scenario 2 via een gebetonneerd karrespoor dat aantakt op de Meetkerkestraat. De ontsluiting voor traag verkeer ge- J Scenario 2 beurt via de ontsluitingsweg van de bestaande hoeve In dit scenario worden de woningen dwars op de Meet- op deze locatie of via een aftakking van het karrespoor kerkestraat voorzien om zo weinig mogelijk achterlig- langsheen de Polderhoeve. Het woonlint langsheen gende open ruimte in te nemen. Ten oosten van de de Meetkerkestraat wordt afgewerkt met 2 gekop- Meetkerkestraat worden 3 groepen van 4 gekoppelde pelde woningen als sluitsteen van de lintbebouwing. woningen dwars op de straat geschakeld, ten westen Het grootste deel van de parkeervoorzieningen be- worden 6 woningen aangesloten op de bedieningsweg vindt zich ten oosten van de bijkomende woningen en van de naastgelegen boerderij. Het parkeren wordt tel- J Scenario 3 wordt in een groen kader ingebed in het landschap. De kens aan de straatkant ingericht. Een trage weg aan In dit scenario wordt met de bijkomende woningen zo kleine zuidoost of zuidwest gerichte terrassen van de de rand van deze ontwikkelingen maakt de aansluiting nauw mogelijk bij de bestaande bebouwing aangeslo- woningen geven uit op een publiek weideland dat zo- van de kern van het dorp met de speelterreinen die ten. Aan de rand van de lintbebouwing in de Meetker- wel belang heeft op schaal van de woonontwikkeling zich in het zuiden van het dorp situeren. De woningen kestraat wordt tegenover het Lindenhof een nieuwe als op schaal van het dorp. Tegenover de L-vormige bestaan uit 1 of 2 bouwlagen en hebben compacte ontsluitingsweg ingericht. Twee rijen gekoppelde be- configuratie kunnen nog enkele geclusterd woningen zuidgerichte tuintjes. Deze manier van schakelen bouwing omhullen de bestaande lintbebouwing langs- ingeplant worden, op de locatie van de oorspronkelijke van woningen is gelijkend op de bestaande dwarse heen de meetkerkestraat. Parkeren wordt gegroe- hoeve. Deze woningen vormen één geheel en worden clusters woningen zoals er zich een op 350 meter ten peerd voorzien en voor traag verkeer is een doorgang ingepast in een hoevetypologie van 1 bouwlaag en zuiden van deze locatie in de Meetkerkestraat bevindt naast de Polderhoeve mogelijk. een bijkomende bouwlaag in het (zadel-)dakvolume. (zie onderstaande foto).

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 35 Afgaand op het vooroverleg met de hogere overhe- den werd dit scenario als meest realistische piste be- schouwd. Dit scenario wordt ook door het college van burgemeester en schepenen dan ook naar voor ge- schoven als het voorkeursscenario.

Belangrijke aandachtpunten om mee te nemen in de eventuele verdere uitwerking van het voorkeursscena- rio zijn volgens het planteam: ● Aandacht voor de ruimtelijke inpassing van de bebouwingstypologie van aaneengesloten klein- schalige woningen met 1 tot 2 slaapkamers in de ruimtelijke context, ● Een landschappelijke overgang tussen de bebou- wing en tuintjes naar het landschap, ● Openhouden van de zichtas naar de open ruimte van noord naar zuid in de Meetkerkestraat door figuur 26: ruimtelijk scenario 3 figuur 27: ruimtelijk scenario 4 het afstemmen van de voorbouwlijn van de J Scenario 4 1.3 keuze nieuwe bebouwing op de bestaande bebouwing, In dit scenario wordt voor een alternatieve ontsluitings- ● Voorzien van mogelijke doorgang landbouwvoer- weg gekozen ter hoogte van de doorgang op naast Bij het afwegen van alle voor- en nadelen van de vier tuigen van landbouwpercelen die mogelijk inge- de apotheek met loods, Nieuwe Steenweg 50-50A. De zoekzones, gaat de keuze naar scenario 2: sloten worden ten westen van Meetkerkestraat, inplanting van de bijkomende woning gebeurt achter- ● Ruimtelijk gezien wordt in deze optie het bijko- ● Voorzien van geclusterde parkeerplaatsen en een liggend aan de bebouwing op de Nieuwe Steenweg. mend woonprogramma op een vrij compacte verkeersveilige aansluiting van de parkeeroplos- De diepst gelegen delen van de percelen horend bij manier op de bestaande kernbebouwing van sing op de Meetkerkestraat , de woningen 50-50A en 52-54 worden meegenomen Zuienkerke aangesloten. ● Integratie van een omhullende trage weg die in deze ontwikkeling. Het binnengebied wordt ingezet ● De voorgestelde inplanting van gebouwen zorgt er de nieuwe woonontwikkeling met de Nieuwe voor parkeervoorzieningen. In aansluiting op de com- voor dat er geen interferentie plaatsvindt met de Steenweg verbindt. pacte tuintjes bij de woningen wordt een zone publiek erfgoedwaarden van de polderhoeve en dat het toegankelijk grasland voorzien die de overgang vormt beschermd dorpsgezicht gaaf blijft. met het open landschap. ● Globaal gezien wordt de impact op de zone die aangeduid wordt als “complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen” en “historisch permanente graslanden” (ten opzichte van de andere ruimtelijke scenario’s) beperkt.

36 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 2 reikwijdte en detailleringsniveau 2.2 detailleringsniveau

Het RUP zal voorschriften hebben tot op perceelsni- 2.1 reikwijdte veau i.v.m. de bezetting van de percelen, landschap- pelijke inkleding, etc... De reikwijdte van het plan wordt strikt bepaald door de in te vullen oppervlaktes binnen de planologische ruil. Aangezien de oppervlakte van brongebied 1 groot genoeg is om minstens 18 wooneenheden onder te brengen, volstaat het om enkel brongebied 1 te be- trekken in de planologische ruil. Vermits het bronge- bied 1 een oppervlakte heeft van 71a 32 ca moet het doelgebied een even grote (netto-)oppervlakte heb- ben. Binnen het alternatievenonderzoek werd gemoti- veerd waarom zoekzone 2 weerhouden werd voor de planologische ruil.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 37 3 gewenste structuur - planopzet

3.1 inrichtingsprincipes

Vanuit het onderzoek naar de bestaande structuur en de juridische en beleidscontext kan er overgegaan worden naar de gewenste structuur van de plangebie- den. De ontwikkelingen zullen gebeuren binnen de zoek- zone 2. Er wordt een bestemmingswijziging doorge- voerd van de bestemmingscategorie ‘landbouw’ naar de bestemmingscategorie ‘wonen’ voor een opper- vlakte van 7182 m². Daarnaast wordt een deel van de Meetkerkestraat aangeduid als openbaar domein. Het noordelijk deel van het plangebied dient niet betrok- ken te worden in de planologische ruil aangezien dit deel reeds in woongebied is gelegen. Voor de woon- zone worden inrichtingsvoorschriften bepaald die de ontwikkelingen kunnen sturen maar tegelijk ook nog de nodige vrijheid voor de inplanting en architecturaal concept voorzien. Het is de bedoeling om binnen het plangebied aan de oostelijke en zuidelijke rand een groenzone te voor- zien die zorgt voor een landschappelijke integratie van het woonproject. Tegelijk zal in deze groenzone een trage weg voorzien worden zodat de bewoners van de nieuwe ontwikkeling en de bewoners van de bestaan- de bebouwing aan de oostzijde van Meetkerkestraat deze trage weg kunnen gebruiken als rechtstreekse toegang tot de dorpskern. De oostelijke grens van het plangebied werd bepaald door het verlengde van de percelen aan de oostzijde van de Meeterkeestraat te nemen met daarbij 3 meter extra voor het voorzien van een trage weg die tot aan de Nieuwe Steenweg leidt. De zuidelijke grens van de twee deelplannen werd op figuur 28: inrichtingsprincipes 0 10 20 30 40 50m elkaar afgestemd en werd zodanig bepaald dat de op-

38 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI pervlakte van het plangebied exact overeenstemt met twee woningen in de oostelijke lob en een blok van de grootte van het brongebied van de planologische zes en een blok van drie woningen in de westelijke lob. ruil. Vier van de zes blokken zijn oost-west gericht, twee blokken zijn noord-zuid gericht. De twee parkeerha- vens zijn voorzien in het noorden en het zuiden van de 3.2 inrichtingsschetsen oostelijke lob. Ook binnen dit concept wordt uitgegaan van een collectieve, gedeelte tuin. Door architectenbureau GW2-Architecten werden een viertal aantal grove inrichtingsschetsen opge- Inrichtingsschets 4 gaat uit van 24 woningen, verdeeld maakt. Hieruit blijkt dat het programma van minimaal in één blok van acht woningen en drie blokken van 18 sociale huurwoningen met de nodige parkeer- en twee woningen in de oostelijke lob en een blok van groenvoorzieningen probleemloos binnen de nieuw te zes en een blok van vier woningen in de westelijke lob. bestemmen zone kan worden gerealiseerd. Vier van de zes blokken zijn oost-west gericht, twee blokken zijn noord-zuid gericht. De twee parkeerha- Inrichtingsschets 1 gaat uit van 23 woningen, verdeeld vens zijn voorzien in het noorden en het zuiden van de in drie blokken van vijf woningen in de oostelijke lob en oostelijke lob. Ook binnen dit concept wordt uitgegaan een blok van vijf en een blok van drie woningen in de van private tuintjes, gecombineerd met openbaar westelijke lob. Vier van de vijf blokken zijn oost-west groen. gericht, één blok is noord-zuid gericht. Binnen de twee lobben wordt een parkeerhaven voorzien (in het noor- Op te merken valt dat dit slechts voorbeelden zijn van den van de oostelijke lob, in het westen van de weste- hoe de site zou kunnen ingevuld worden. Eventuele lijke lob). Binnen dit concept wordt uitgegaan van een andere invullingen of combinaties van deze scenario’s collectieve, gedeelte tuin. zijn dus nog perfect mogelijk.

Inrichtingsschets 2 gaat uit van 24 woningen, verdeeld in één blok van acht woningen, één blok van drie woningen en twee blokken van twee woningen in de oostelijke lob en drie blokken van drie woningen in de westelijke lob. Vijf van de zeven blokken zijn oost-west gericht, twee blokken zij noord-zuid gericht. Binnen de twee lobben wordt een parkeerhaven voorzien (in het noorden van de oostelijke lob, in het westen van de westelijke lob). Ook binnen dit concept wordt uitge- gaan van een collectieve, gedeelte tuin.

Inrichtingsschets 3 gaat uit van 23 woningen, verdeeld in één blok van acht woningen en drie blokken van

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 39 figuur 29: inrichtingsschets 1 (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

40 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI figuur 30: inrichtingsschets 1 - 3D (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 41 figuur 31: inrichtingsschets 2 (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

42 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI figuur 32: inrichtingsschets 2 - 3D (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 43 figuur 33: inrichtingsschets 3 (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

44 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI figuur 34: inrichtingsschets 3 - 3D (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 45 figuur 35: inrichtingsschets 4 (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

46 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI figuur 36: inrichtingsschets 4 - 3D (Architect Raf Wouters - GW2-Architecten)

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 47 EFFECTENONDERZOEK het besluit van de Vlaamse Regering van 10 8.082 m² die bestemd wordt als woongebied, waarin december 2004 opgesomde projecten de bestaande openbare weg en de geplande trage ● niet het gebruik regelen van een klein gebied weg inbegrepen zijn). Samen beslaan de twee deel- 1 RVR-toets op lokaal niveau, noch een kleine wijziging gebieden 0,03 % van de oppervlakte van de gemeente inhouden Zuienkerke. Voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid ● betrekking hebben op landbouw, bosbouw, vis- In de buurt van het plangebied bevinden zich Habita- stelt er zich in dit geval geen probleem: het RUP dient serij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbe- trichtlijngebieden. Deelgebied 1 waarvan de bestem- niet verder voorgelegd aan de dienst Veiligheidsrap- heer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme ming verandert naar landbouwgebied, wat in praktijk potering en er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel een behoud van de bestaande toestand betekent te worden opgemaakt. 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); bevindt zich op ongeveer 0,2 km van vogelrichtlijnge- ● plannen en programma’s of de wijziging ervan bied. Deelplan 2 waar 18 woningen, een groenbuffer De online RVR-toets van het Departement Omgeving waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle en een trage weg gerealiseerd zullen worden bevindt werd uitgevoerd en bevestigt bovenstaande conclu- effecten op speciale beschermingszones, een zich op ongeveer 0,8 km van vogelrichtlijngebied. Er sie. De beslissing van deze RVR-toets (met referentie passende beoordeling vereist is uit hoofde van worden geen effecten verwacht op het vogelrichtlijnge- RVR-AV-1061) is als bijlage toegevoegd. art. 36ter, § 3, eerste lid, van het decreet van bied, zodat er geen passende beoordeling vereist is. 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid conclusie: 2 milieu-effecten D.A.B.M.). Het RUP valt onder de screeningsplicht.

Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 2.2 een beschrijving en een inschatting van de 2.1 afbakening van het toepassings­gebied en 4.2.1. plan-MER-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van de plan-merplicht van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine het voorgenomen plan of programma wijziging inhoudt, moet geen plan-MER worden opge- fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een maakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke plan-mer plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma kan hebben (art. 4.2.3. § 3 D.A.B.M.) op: Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ ● de ruimtelijke ordening onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen ● de biodiversiteit voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerleg- Het RUP vormt het kader voor een project voor een ● de fauna en flora bare wijze wordt vermoed dat deze plannen en pro- project opgesomd in bijlage I, II of III van het Besluit ● de energie- en grondstoffenvoorraden gramma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, namelijk ● de bodem Men onderscheidt twee groepen van plannen en pro- een stadsontwikkelingsproject (18 woningen, groen- ● het water gramma’s: buffer en trage weg) zoals opgenomen in rubriek 10 ● de atmosfeer ● plannen en programma’s, of de wijziging ervan, b) van blijage III. Het betreft hier echter twee kleine ● de klimatologische factoren die tegelijkertijd gebieden op lokaal niveau (de oppervlakte van deel- ● het geluid ● een kader vormen voor de toekenning van plan 1 bedraagt 7.210 m² die bestemd wordt als land- ● het licht een vergunning voor de in bijlagen I en II van bouwgebied en de oppervlakt van deelplan 2 bedraagt ● de stoffelijke goederen

48 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI ● het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed ● het landschap ● de mobiliteit ● de gezondheid en veiligheid van de mens ● de samenhang tussen de genoemde factoren

Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffecten- schema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet signi- ficant zijn wordt minder diep ingegaan. ingreepeffectenschema

mens mens licht, erfgoed + geluid en land- fauna en ingreep omvang in ruimte en tijd gezond- ruimt. lucht warmte bodem water geur mobiliteit archeolo- trillingen schap flora heid aspecten stralingen gie Opp (m²) Duur aanlegfase aanleg nutsvoorzie- tijdelijk N N N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/S P/N* ningen en openbare ruimte (incl. groen) bouw woningen tijdelijk N N N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/S P/N* aanleg trage weg tijdelijk N N N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N* P/N* exploitatiefase behoud bestaande toe- permanent N N N N N N N N N N N N stand in deelplan 1 bewoning 18 woningen permanent N N N* N* N* N N* N N N* N N in deelplan 2 gebruik trage weg in- permanent N N N N N* N N N N O* N N deelplan 2

N: niet significant effect – N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) significant effect –T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 49 2.2.1 de ruimtelijke ordening De keuze van deze zone wordt gestaafd door omzendbrief RWO/2014/01, zal rekening worden volgende argumenten: gehouden: referentie ● Goede bereikbaarheid en ● Gebiedsspecifiek: de percelen en het aan- ● Zuienkerke situeert zich in het noordoosten van ontsluitingsmogelijkheid. tal te realiseren woningen worden duidelijk de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit ● Goede inpassing in de omgeving. aangeduid - na een grondige afweging is het van het arrondissement Brugge. ● Aansluitend bij het hoofddorp. plangebied waar de woningen worden gere- ● Situering plangebieden: zie ‘geografische ● Compacte realisatie. aliseerd aangeduid. Er zal voorschriftmatig afbakening’. ● Een zone in het noorden van de kern Houtave worden opgenomen dat er minstens 18 sociale ● Deelplan 1 bestaat uit weiland en kleine land- (deelplan 1), die een gewestplanbestemming huurwoningen moeten worden gerealiseerd schapselementen. Ten oosten van het plangebied ‘woongebied met landelijk karakter’ heeft, zal on- ● Evenredig en gemotiveerd: de aanduiding is loopt een poderwaterloop. bebouwd blijven en zal een betemmingswijziging noodzakelijk om het BSO te realiseren en de ● Deelplan 2 bestaat uit akker- en weiland. krijgen naar de categorie ‘landbouw’. Deze zone gronden zijn geschikt om het na te streven doel ● Deelplan 2 sluit aan bij de bebouwing langs ligt tevens binnen het beschermd dorpsgezicht te bereiken. de Meetkerkestraat en van de verkaveling van Houtave. ● Rechtszeker: de voorschriften zullen op vol- ‘Lindenhof’. doende duidelijke wijze worden geformuleerd. ● Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het plangeïntegreerde maatregelen De gronden worden volledig aangewend voor GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ● De zone van deelplan 2 zal ontwikkeld worden als sociaal wonen. De eigenaars zullen van bij het ruimtelijke uitvoeringsplannen. een verkaveling voor sociale huurwoningen. Het begin weten welke ontwikkeling er zal komen. ● Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Provinciaal Lindenhof zal optreden als inrichter van het terrein Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen en en als terreinbeheerder. conclusie Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan : ● In het kader van het zuinig ruimtegebruik wordt er Geen aanzienlijk effect zie plannings- en juridische context. wordt er zo compact als mogelijk gebouwd, waar- ● BPA’s - RUP’s: zie plannings- en juridische bij wordt ingezet op een gesloten woontypologie. context. ● Landschappelijke inkleding: 2.2.2 de biodiversiteit, de fauna en de flora ● De verkaveling zal zo ingericht worden dat ze beschrijving effect een ‘afwerking’ vormt van de zuidelijke rand referentie ● Doel van het RUP is om via een planologische ruil van het hoofddorp Zuienkerke. Dit zal zowel ● Het plangebied van deelplan 1 is volgens de biolo- tussen twee gebieden het bindend sociaal objec- gecreëerd worden via de achitectuur van de gische waarderingskaart biologisch waardevol, nl. tief van 18 extra sociale huurwoningen te realise- woningen als via groeninkleding met groene een weilandcomplex met veel sloten en/of micro- ren, aansluitend bij het hoofddorp Zuienkerke. bodembedekkers, maar zonder significant reliëf (hpr) en soortenrijk permanent culttuurgras- ● Het plan voorziet in de ontwikkeling van een soci- opgaand groen. land met uitgesproken microreliëf (hpr+). ale verkaveling in het zuiden van het hoorfddorp ● Aan de oostelijke grens van het plangebied ● Het oostelijk deel van het plangebied van deel- Zuienkerke. Deze zal aansluiten op de bestaande wordt een trage verbindingsweg (voetgan- plan 2 is op de biologische waarderingskaart bebouwing langs de Meetkerkestraat en de gers en fietsers) gecreëerd naar de Nieuwe aangeduid als een complex van biologisch verkaveling ‘Lindenhof’ en zal zorden voor een Steenweg toe. waardevolle en zeer waardevolle elementen, nl. ruimtelijk coherente afwerking van de dorpsrand. ● Met de drie elementen om sociaal wonen in een weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf RUP te verankeren, zoals omschreven in de (hpr), soortenrijk permanent cultuurgrasland met

50 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI ● Deelplan 1 wordt permanent gevrijwaard van ontwikkeling, waardoor de biologische waarde behouden blijft. ● Deelplan 2 wordt ontwikkeld als sociale verkave- ling, waardoor de biologische waarde grotendeels verloren gaat en een deel van het EKBG wordt aangetast.

plangeïntegreerde maatregelen ● Binnen deelplan 1 zal bestemmingsmatig worden opgenomen dat het grasland bestendigd moet worden. ● Binnen deelplan 2 zullen maximale bebouwings- en verhardingspercentages worden opgelegd, teneinde voldoende open ruimte te creëren. Delen van het plangebied zullen ingericht worden als groenzone. Aan de oostelijke rand van het plan- gebied wordt een voetgangers- en fietsverbinding naar de Nieuwe Steenweg gecreëerd.

conclusie figuur 38: Biologische waarderingskaart - deelplan 2 (INBO, figuur 37: Biologische waarderingskaart - deelplan 1 (INBO, ● In het plangebied van deelplan 1 blijven de 2016) 2016) biologisch waardevolle elementen behouden. Er ● Er bevinden zich geen Habitatrichtlijngebieden zal opgelegd worden dat het grasland bestendigd uitgesproken microreliëf (hpr+), veedrinkpoel (kn) binnen of in een straal van 2 km rond de moet worden. en bermen, perceelsranden,... met rietland en plangebieden. ● In het plangebied van deelplan 2 zullen bepaalde andere vegetaties van het rietverbond (k(mr)). Het ● Er bevinden zich geen Vogelrichtlijngebieden biologisch waardevolle elementen en een deel westelijke deel is op de biologische waarderings- binnen de plangebieden. In de onmiddellijke van het EKBG verloren gaan. Dit is een perma- kaart aangeduid als een complex van biologisch nabijheid van de plangebied bevindt zich wel nent en significant effect. Dit is echter maar een minder waardevolle en waardevolle elementen, nl. Vogelrichtlijngebied BE2500932 “Poldercomplex”. klein deel van een groter geheel met biologisch akker op kleiige bodem (bu) en bermen, perceels- ● Het plangebied ligt niet in of op minder dan 2 km waardevolle elementen. Tevens wordt dit effect randen,... met rietland en andere vegetaties van van een gebied van het VEN/IVON. Het dichtst bij- gecompenseerd door het behouden van het ook het rietverbond (k(mr-)). gelegen VEN-gebied is nr. 112 “de Gebieden van als ook historisch te beschouwen grasland binnen ● Deelplan 1 grenst aan ecologisch kwestbaar de overgang van polders naar zandstreek langs deelplan 1, dat meegenomen kan worden binnen blijvend grasland (EKBG). Deelplan 2 over- het kanaal Brugge-Oostende”. het aangrenzende EKBG. lapt gedeeltelijk met EKGB (ten oosten van de Meetkerkestraat). (zie juridische context) beschrijving effect

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 51 2.2.3 de energie- en grondstoffenvoorraden ● Het plangebied van deelplan 1 werd niet ● Er zal binnen deelplan 2 permanente ruimte- opgenomen binnen de gewenste agrarische inname zijn door het voorzien van 18 sociale referentie structuur. woningen en de nodige infrastructuur, waarbij Binnen of in de buurt van het plangebied is geen ont- ● Het plangebied van deelplan 2 werd bijna inte- landbouwareaal zal verloren gaan. Momenteel is ginningsgebied gelegen. graal opgenomen als agrarisch gebied. het areaal in gebruik als grasland en i.f.v. granen, ● Landbouwgebruikspercelen: zaden en peulvruchten. beschrijving effect ● De percelen binnen het plangebied van deel- ● De historische permanente graslanden binnen het De voorziene ontwikkeling van het plangebied heeft plan 1 zijn vollledig in gebruik als grasland. plangebied van deelplan 2 zullen verloren gaan. geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ● De percelen binnen het plangebied van deel- ● Door de bouw van de woningen en de aanleg ontginningsgebieden. plan 2 zijn grotendeels in gebruik als grasland. van verhardingen zal er minder hemelwater in de Een deel van het gebied ten westen van de bodem kunnen dringen en zal deze verdrogen. conclusie Meetkerkestraat is in gebruik als perceel voor Geen aanzienlijk effect. granen, zaden en peulvruchten. plangeïntegreerde maatregelen ● Erosiekaarten: ● De woningen zullen zeer compact worden in- ● Het plangebied van deelplan 1 is grotendeels geplant, waardoor de verhardingsgraad tot een 2.2.4 de bodem niet erosiegevoelig. minimum zal worden beperkt. ● Het plangebied van deelplan 2 is grotendeels ● De parkeerplaatsen moeten aangelegd worden referentie niet erosiegevoelig. in stofvrije, kleinschalige en waterdoorlatende ● Deelplan 1 bestaat uit weiland en kleine land- ● Deelplan 1 grenst aan ecologisch kwestbaar materialen. schapselementen. Ten oosten van het plangebied blijvend grasland (EKBG). Deelplan 2 over- ● Het deelplan 2 wordt bestemd voor uitsluitend loopt een poderwaterloop. Deelplan 2 bestaat uit lapt gedeeltelijk met EKGB (ten oosten van de wonen. Andere (bedrijvigheids)activiteiten worden akker- en weiland. Meetkerkestraat). (zie juridische context) niet toegelaten. ● Bodemkaart: ● VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBO- ● De graslanden binnen deelplan 1, die direct ● Het plangebied van deelplan 1 bestaat uit dek- activiteiten gekend in de plangebieden. aansluiten bij een graslandcomplex dat behoort klei polders. ● In de plangebieden zijn geen bedrijven of activitei- tot de historische permanente graslanden, blijven ● Het plangebied van deelplan 2 bestaat uit dek- ten gevestigd onderworpen aan de milieuvergun- gevrijwaard van bebouwing. Dit compenseert het klei polders en een antropogene bodem. ningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbe- verlies van historische permanente graslanden ● Landbouwtyperingskaart: voegdheid heeft. binnen deelplan 2. ● Het plangebied van deelplan 1 is integraal ● Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens aangeduid als niet-agrarisch gebied met een bekend over gronden binnen de plangebieden die wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken lage waardering. zijn opgenomen in het register van verontreinigde ● De gewestelijke stedenbouwkundige verordening ● Het plangebied van deelplan 2 is bijna integraal gronden of het Gronden- en Informatieregister. inzake hemelwaterputten, buffer- en filtratievoor- aangeduid als agrarisch gebied met een hoge zieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater waardering. beschrijving effect en hemelwater legt op dat het opgevangen he- ● GAS-kaart: ● Het plangebied van deelplan 1 zal nooit aange- melwater in eerste instantie nuttig moet toegepast sneden worden in functie van wonen en kan bij worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan ter het landbouwareaal worden gevoegd.

52 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI figuur 39: bodemkaart-deelplan 1 (ALBON, 2015) figuur 41: landbouwtyperingskaart-deelpl. 1 (AMINAL,2004) figuur 43: GAS-kaart-deelpl. 1 (AMINAL-afdeling Land,2002)

figuur 40: bodemkaart-deelplan 2 (ALBON, 2015) figuur 42: landbouwtyperingskaart-deelpl. 2 (AMINAL,2004) figuur 44: GAS-kaart-deelpl. 2 (AMINAL-afdeling Land,2002)

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 53 plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. ● De bepalingen uit de pachtwet of uit een andere overeenkomst gesloten met de gebruiker van het perceel zullen gerespecteerd worden.

conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van de voorgestelde maatregelen.

2.2.5 het water

referentie ● Binnen de of in de directe omgeving van de plangebieden zijn geen geklasseerde waterlopen gelegen. Ten oosten van deelplan 1 bevindt zich figuur 45: landbouwgebruikspercelen-deelpan 1 (ALV,2017) figuur 47: erosiegevoelige gebieden-deelplan 1 (VMM,2006) een waterloop 2° categorie zonder naam. ● De plangebieden behoren tot het bekken van de Brugse Polders en het deelbekken “Oudlandpolder Blankenberge”. ● Binnen de plangebieden bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwin- gebieden en de beschermingszones. ● De plangebieden liggen niet in een oppervlak- tewaterwingebied. In de plangebieden liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor waterproductie. ● Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving. In de wijdere omgeving van de plangebieden zijn figuur 46: landbouwgebruikspercelen-deelplan 2 (ALV,2017) figuur 48: erosiegevoelige gebieden-deelplan 2 (VMM,2006) er een aantal meetpunten van de VMM:

54 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI figuur 49: Vlaamse hydrografische atlas-deelplan 1 figuur 53: overstromingsgevoelige gebieden-deelplan 1 (VMM,2006) figuur 51: NOG - ROG-deelplan 1 (VMM,2017)

figuur 50: Vlaamse hydrografische atlas-deelplan 1 figuur 54: overstromingsgevoelige gebieden-deelplan 2 figuur 52: NOG - ROG-deelplan 2 (VMM,2006) (VMM,2017)

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 55 ● 866720: Oosternieuwwegzwin, ter hoogte van Houtave Osternieuwweg: De laatste bepaling van de BBI gebeurde in 1999. De BBI bedroeg 5 of matige kwaliteit. ● 877038: Kruisilader -Grote Watergang ter hoogte van blankenbergesdijk. De laatste me- ting van de Prati-index dateert van 2006, met een waarde van 4,03 of verontreinigd. In 2004 werd er ook een BBI van 7 of goede kwaliteit bepaald.

watertoetskaarten: ● De plangebieden van deelplan 1 en 2 liggen niet in een risicozone voor overstromingen (afbakening 2017) en niet in een recent overstroomd gebied (ROG2017). De plangebieden zijn ingekleurd als van nature overstrooombaar gebied (NOG) door figuur 55: grondwaterstromingsgevoelige gebieden-deelplan figuur 57: infiltratiegevoelige bodems-deelpl. 1 (VMM,2006) 1 (VMM,2006) de zee. ● De plangebieden zijn niet gelegen in een (moge- lijk) overstromingsgevoelig gebied’. ● De plangebieden zijn zeer gevoelig voor grondwaterstroming. ● De plangebieden zijn niet infiltratiegevoelig gebied. ● Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier.

verziltingskaart: De plangebieden liggen in een verzilt gebied (volgens de verziltingskaart van 1974): ● ter hoogte van deelplan 1 bevindt het scheidings- vlak tussen zoet en zou grondwater zich tussen 5 en 10 m diepte. volgnes de conservatieve inschatting op basis van de helikoptervluchten van 2014-2017 bevindt het scheidingsvlak zich tussen figuur 58: infiltratiegevoelige bodems-deelpl. 2 (VMM,2006) 2 en 10 m-mv en n volgens optimistische schat- figuur 56: grondwaterstromingsgevoelige gebieden-deelplan ting tussen 5 en 10m-mv. 2 (VMM,2006)

56 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI ● Ter hoogte van deelplan 2 bevindt het scheidings- landbouwgronden er geen nadelige effecten van vlak tussen zoet en zout grondwater zich tussen ondervindt. conclusie 10 en 15 m diepte. volgnes de conservatieve ● Alle nodige bufferzones moeten binnen het plan- Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van de inschatting op basis van de helikoptervluchten van gebied zelf aangelegd worden. voorgestelde maatregelen. 2014-2017 bevindt het scheidingsvlak zich tussen ● Het buffervolume moet een grootteorde hebben 0 en 5 m-mv en volgens optimistische schatting van 330 m³/ha verharde oppervlakte. tussen 10 en 15 m-mv. ● Eventuele reliëfwijzigingen dienen te gebeuren 2.2.6 de atmosfeer en de klimatologische met aandacht voor de waterhuishouding van de factoren zoneringsplan aanpalende percelen. Deze mogen in geen geval Deelplan 1 behoort tot het centrale gebied. Deelplan 2 een nadelig effect hebben op de aanpalende referentie is grotendeels niet ingekleurd. De trage weg behoort percelen. ● De percelen binnen het plangebied van deelplan 1 tot het centrale gebied. ● Het (eventuele) verlies een ruimte voor water dient zijn in gebruik als grasland. op het project gecompenseerd worden. ● De percelen binnen het plangebied van deelplan beschrijving effect 2 zijn deels in gebruik als grasland en deels i.f.v. ● Geen effecten binnen deelplan 1. Dit plangebied wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken granen, zaden en peulvruchten. blijft onbebouwd. ● De gewestelijke stedenbouwkundige verordening ● Het VMM-geoloket jaargemiddelde luchtkwaliteit ● Door de aanleg van bijkomende verhardingen en inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoor- (http://luchtkwaliteit.vmm.be/Map-Jaargemiddelde. de bouw van de woningen binnen deelplan 2 zal zieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater html geeft voor de plangebieden volgende waar- er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, en hemelwater legt op dat het opgevangen he- den (jaargemiddelden 2017): wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds melwater in eerste instantie nuttig moet toegepast ● fijn stof PM10 (interpolatie): 16-20 microgram/ zal het hemelwater versneld van afgevoerd wor- worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter m³ den, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd ● fijn stof PM2,5 (interpolatie): 11-12 microgram/ van de ontvangende waterlopen. en vertraagd afgevoerd. m³ ● De nieuwe woningen zullen huishoudelijk afval- ● De Vlarem-wetgeving legt normen op voor de ● black carbon (interpolatie): 0,51-1 microgram/ water lozen. In het plangebied van deelplan 2 is er kwaliteit van het te lozen huishoudelijk afvalwater. m³ plaats voor 18 sociale huurwoningen. ● Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van ● stikstofdioxide (NO2) (interpolatie): deelplan grootschalige ondergrondse constructies die de 1: 0-10 microgram/m³; deelplan 2: 11-15 plangeïngreerde maatregelen grondwaterstroming kunnen verstoren. Indien er microgram/m³ ● De woningen zullen zeer compact worden in- toch ondergrondse constructies met een diepte geplant, waardoor de verhardingsgraad tot een van meer dan 5 m en een horizontale lengte van beschrijving effect minimum zal worden beperkt. meer dan 50 m opgericht worden zal er om advies ● Tijdelijke stofhinder bij de aanleg van het open- ● De parkeerplaatsen moeten aangelegd worden gevraagd worden aan de VMM (overeenkomstig baar domein en bij de bouw van de woningen. in stofvrije, kleinschalige en waterdoorlatende het uitvoeringsbesluit Watertoets). ● Luchtverontreiniging door de verwarming van de materialen. 18 sociale huurwoningen. ● De opvang van regenwater moet binnen het andere randvoorwaarden die de effecten beperken ● Luchtverontreiniging door de wagens van de be- plangebied zelf gebeuren en op zodanige wijze ● Voor de de 18 sociale huurwoningen in plangebied woners en bezoekers. De verkeersgeneratie wordt dat de waterhuishouding van de omliggende 2 zal een gescheiden riolering aangelegd worden.. als volgt geraamd (zie onder 2.12.2. mobiliteit):

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 57 ● Aantal woningen: 18. ● aantal bewegingen op het spitsuur): 10 Het plangebied van deelplan 2 is momenteel in agra- ● aantal bewegingen op het spitsuur): 10 bijkomende personenauto-equivalenten per risch gebruik. Het plangebied sluit aan bij het woonlint bijkomende personenauto-equivalenten per avondspitsuur.. langs de Meetkerkestraat. avondspitsuur. ● Dit effect is beperkt. ● Dit effect is beperkt. beschrijving effect plangeïntegreerde maatregelen Het Lindenhof zal de percelen in der minne aankopen. wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken ● In het plangebied worden geen geïndustrialiseerde ● EPB-regelgeving. en/of ambachtelijke bedrijven, groothandelsbedrij- conclusie ● Wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en ven, dancings en nieuwe tank- en servicestations Geen aanzienlijk effect gasketels. toegelaten. Er worden dus geen activiteiten ver- wacht die geluidshinder met zich meebrengen. conclusie 2.2.10 het cultureel erfgoed, met inbegrip van het Dit effect is eerder kleinschalig. conclusie architectonisch en archeologisch erfgoed Dit effect is eerder kleinschalig. referentie 2.2.7 het geluid ● Het plangebied van deelplan 1 ligt binnen het 2.2.8 het licht beschermd dorpsgezicht van Houtave. Het plan- referentie gebied van deelplan 2 grotendeels ligt ten zuiden ● De percelen binnen het plangebied van deelplan 1 beschrijving effect van het beschermd dorpsgezicht van Zuienkerke. zijn in gebruik als grasland. ● Bijkomende lichthinder door beperkte woonontwik- Enkel de fiets- en wandelas zit erin. (zie juridische ● De percelen binnen het plangebied van deelplan kelingen in het plangebied van deelplan 2. context). 2 zijn deels in gebruik als grasland en deels i.f.v. ● Binnen de plangebieden werden er geen items granen, zaden en peulvruchten. andere randvoorwaarden die de effecten beperken opgenomen op de inventaris bouwkundig erfgoed. ● De plangebieden zijn niet gelegen binnen de ● Keuze goede armaturen ● Binnen de kernen van Houtave en Zuienkerke contouren van de geluidsbelastingskaart wegver- ● Het RUP vormt niet het kader voor projecten komen heel wat gebouwen voor die opgenomen keer, spoorverkeer en luchtverkeer (Lden2016 en die veel verlichting met zich meebrengen zoals zijn binnen de inventaris bouwkundig erfgoed. Lnight 2016). sportvelden, serrebedrijven en winkels met ● Direct grenzend aan deelplan 1 komen volgende lichtreclame. inventariselement voor: beschrijving effect ● Schoolgebouw en onderwijzerswoning ● Tijdelijke geluidshinder bij de aanleg van conclusie (Pastoriestraat 4, ID: 57961): ‘Voormalig het openbaar domein en bij de bouw van de Geen aanzienlijk effect. schoolgebouw met onderwijzerswoning in woningen. neotraditionele bak- en zandsteenstijl, opge- ● Lawaaihinder door de wagens van de bewoners trokken in 1951, zie datering in gevelsteen en bezokers van de 18 bokomende woningen. De 2.2.9 de stoffelijke goederen boven ingang, thans gekend als trefpunt “De verkeersgeneratie wordt als volgt geraamd (zie Maere”. Opgetrokken door architect Maurice onder 2.2.12. mobiliteit): referentie Haeghebaert (De Haan) en uitgevoerd onder ● Aantal woningen: 18. aannemer Ghaesaert (), zie plint van

58 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI voormalige onderwijzerswoning. Opgenomen met sierlijk opengewerkt klokkenstoeltje met in het dorpsgezicht, beschermd bij M.B. van klok. Bakstenen lijstgevel met beraapte ge- 19/01/1993. Twee breedhuizen van telkens drie velparementen en hoge vlak gecementeerde traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak plint; nieuwe gootlijst. Muurankers. Arduinen (nok evenwijdig met straat, mechanische pan- onderdorpels. Rechthoekige muuropeningen nen), voormalig schoolgebouw rechts hoger met deels behouden schrijnwerk; verticale opgetrokken. Bakstenen lijstgevel onder houten roedeverdeling in bovenlicht op bovenverdie- kroonlijst op klossen. Gebruik van natuursteen ping. Schuiframen; rolluikkasten. Geriemde voor onder meer plint, vensterindelingen; kruis- deuromlijsting in zwarte baksteen. Nieuwe kozijnen. Houtwerk met grote roedeverdeling. deur. Toegangstrap met twee arduinen tre- Geriemde deuromlijstingen van zwarte bak- den. Voetenschraper. Aan oost- en westzijde steen. Gevelsteen met wapenschild centraal nieuwe lage aanbouw onder meer keuken en boven ingang rechts.’ garage; rechthoekige beeldnis ter vervanging ● Omwalde en ommuurde pastorie van oorspronkelijk segmentbogige beeldnis. (Pastoriestraat 11, ID: 57962): ‘Omwalde Interieur. Nieuwe binnenindeling, zie voorma- en ommuurde 18de-eeuwse pastorie in lige typerende dubbelhuisplattegrond waarvan figuur 59: geïnventariseerd bouwkundig erfgoed-deelplan 1 tuin gelegen aan het oostelijk uiteinde van thans de centrale gang gesupprimeerd is zodat (Onroerend Erfgoed,2016) de Pastoriestraat, achter de Sint-Bavo en aan de westzijde één grote ontvangstruimte Machutuskerk. Opgenomen in het dorpsge- ontstaat (parochiezaal). Cementtegelvloer zicht, beschermd bij M.B. van 19/01/1993. De in rest van de gang. Houten binnendeuren, pastorie is reeds aangeduid op de kaart van eenvoudige marmeren schouwen. Opkamer Ferraris (1770-1778) met vierkante omwalling. op tussenverdieping. Op de bovenverdiepin- In 1889 wordt een klein rechthoekig poortge- gen deuren met houtimitatiebeschildering. bouw opgetrokken, parallel aan de westgevel Kelder overdekt door tongewelf. Vooraan aan van het hoofdvolume. In 1986 gebeurt een zuidzijde de zogenaamd “Groene Kamer” perceelwijziging en wordt de pastorie uitge- (thans bureau) voorheen met wanddecoratie breid. Tevens wordt een nieuwe overdekte in textielbespanning (olieverf op baalkatoen) doorgang opgetrokken aan de straat. Vanaf de van de hand van Claessens (Blankenberge) straat toegang naar omwalde en ommuurde en gemaakt circa 1900. Verschillende ma- pastorie via brugje en bakstenen poortgebouw; riene en landelijke taferelen te Houtave, onder doorgang onder leien bedaking. Exterieur. meer enkele hoeves zie hoeve “De Grote Vrijstaand herenhuis in laatclassicistische stijl Madeleine” (Oosternieuwweg-Noord nummer gelegen in beboomde tuin begrensd door open 21, nog met rosmolen en gotische inrijpoort), polderlandschap aan noord-, oost- en zuidzijde. enzomeer. Later wordt een nieuwe muurbekle- figuur 60: geïnventariseerd bouwkundig erfgoed-deelplan 2 Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouw- ding aangebracht; alle taferelen worden uit de (Onroerend Erfgoed,2016) lagen onder recent (1997) afgeplat zadeldak wandbespanning gesneden en ingekaderd aan (nok loodrecht op straat, leien). Oorspronkelijk de muur bevestigd. Behouden balkenzoldering.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 59 Hoge houten lambrisering. Fraai gesculpteerde ● De ontwikkeling van het terrein van deelplan 2 kan houten haardbalk boven nieuwe bakstenen het eventueel aanwezige archeologisch erfgoed schouw. vernietigen. ● Direct grenzend aan deelplan 2 komt volgend inventariselement voor: wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken ● Hoeve Polderhoeve (Nieuwe Steenweg 56, ID: ● De wettelijke bepalingen omtrent de bescherming 58100): ‘De Polderhoeve’, behoort tot dorps- van het archeologisch patrimonium. gezicht (M.B. van 19/01/93), met uitbreiding ● Op grond van de zorgplicht, zoals bepaald in bij M.B. van 18/10/95. Boerenhuis en schuur het Decreet houdende Bescherming van het op Ontwerp van Lijst als monument sinds Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 12/05/2003). Hoeve met grote, losstaande (B.S. 15.09.1993), gewijzigd bij decreet van 18

bestanddelen, die teruggaat tot de 17de eeuw. figuur 61: Centrale Archeologische Inventaris mei 1999 (BS. 08.06.1999) en 28 februari 2003 Door haar uitzonderlijke ligging rechttegen- (B.S. 24.03.2003) en de door België onderte- over kerk en pastorij, bepaalt de hoeve sterk vroegere mestvaalt is vijver. Hoevegebouw ten kende Europese Conventie van Malta moet de de landelijke sfeer van de dorpskern. Deze oosten van de schuur in jaren 1990 afgebroken bouwheer de nodige tijd en financiële middelen ligging wijst ook op het belang en de prestige voor bouw van nieuwe villa (nr. 54A).’ voorzien voor het proefonderzoek en -indien in dit van de hoeve. Op de Ferrariskaart (1770-1778) ● De CAI vermeldt geen archeologische vindplaat- proefonderzoek relevante archeologische sporen aangeduid als erf met drie losse bestandde- sen in de plangebieden van deelplan 1 en 2. worden aangetroffen- een eventuele systemati- len, waarvan het zuidelijke, L-vormige volume ● De Centrale Archeologische Inventaris is een sche opgraving van de bedreigde archeologische overeenkomt met het huidige, witgekalkte inventaris van tot nu toe gekende archeologische erfgoedwaarden. boerenhuis (met geïncorporeerde stallen) met vindplaatsen. Vanwege het specifieke karak- opkamer onder dezelfde nok. Dit volume werd ter van het archeologisch erfgoed dat voor ons conclusie in de jaren 1990 gerenoveerd tot woonhuis. Op verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk Geen aanzienlijke effecten de kadastrale kaart Popp (ca. 1850) wordt het om op basis van de Centrale Archeologische volume aan de straat niet meer afgebeeld; het Inventaris uitspraken te doen over de aan- of af- schuurgedeelte (nok loodrecht op straat) was wezigheid van archeologische sporen. De aan- of 2.2.11 het landschap in tussentijd groter heropgebouwd. Het huidige afwezigheid van archeologische sporen dient met schuurgebouw op dezelfde plaats is in 1866 verder onderzoek vastgesteld te worden. referentie gebouwd (cfr. datering in noordelijke zijpunt- ● De plangebieden zijn niet gelegen binnen een gevel). Tweeledige dwarsschuur in onbeschil- beschrijving effect ankerplaats. derde baksteenbouw; hoge korfbogige poorten; ● Het niet ontwikkelen van het plangebied van deel- ● In de omgeving van de plangebieden zijn geen links geïncorporeerd wagenhuis met eveneens plan 1 heeft een gunstig effect op het bouwkundig lijnrelicten gelegen. korfbogige poortopening, rechts stalgedeelte. erfgoed in de directe omgeving. ● De dorpskernen van Zuienkerke en Houtave zijn Linkerzijpuntgevel met datering en radvormig ● De ontwikkeling van het plangebied van deelplan aangeduid als puntrelict. uilengat. Rechthoekig erf afgesloten door wit- 2 i.k.v. sociale huurwoningen heeft geen invloed geschilderde bakstenen hekpijlers, rechts met op het bouwkundig erfgoed in de omgeving. beschrijving effect laag muurtje. Begraasd erf omgevormd tot tuin;

60 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI ● Geen effect binnen deelplan 1. De zeer hoge land- schappelijke waarde blijft hier behouden. ● De landschappelijke waarde van van het plange- bied van deelplan 2 wordt flink aangetast. Op te merken valt echter dat het gebied niet gelegen is binnen een ankerplaats of relictzone. Tevens grenst het gebied aan het bestaande woonlint langs de Meetkerkestraat.

plangeïngetreerde maatregelen ● Er wordt een andschappelijke inkledig voorzien rond de woonontwikkeling in deelplan 2 en ter hoogte van de geplande trage weg, en dit via een combinatie van architecturale maatregelen en groeninkleding, zonder echter de woningen van het landschap te onttrekken. figuur 62: landschapsatlas-deelplan 1 (Agentschap Onroe- rend Erfgoed, 2001) figuur 63: wegenkaart-deelplan 1 (AIV, 2014) conclusie De eventuele effecten worden getemperd door de plangeïntegreerde maatregelen.

2.2.12 de mobiliteit

referentie bestaande ontsluitingswegen: Het plangebied van deelplan 2 zal ontwikkeld worden in het verlengde van de bestaande bebouwing langs de Meetkerkestraat, in het zuiden van de kern Zuien- kerke. Deze nieuwe ontwikkeling zal ontsloten wor- den via de Meetkerkestraat en de Nieuwe Steenweg (N326) naar ofwel de Blankenbergsesteenweg (N371) in het oosten ofwel Brugsesteenweg (N307) en de Oostendse Steenweg (N9) in het westen/zuiden. Zo- figuur 64: landschapsatlas-deelplan 2 (Agentschap Onroe- wel de Blankenbergse Steenweg als de Oostendse figuur 65: wegenkaart-deelplan 2 (AIV, 2014) rend Erfgoed, 2001) Steenweg ontsluiten op de Expresweg (N31).

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 61 De Meetkerkestraat is in het GRS geselecteerd als lokale weg III, de Nieuwe Steenweg als lokale weg I. In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) is de N307 geselecteerd als secundaire weg II. In het Ruimtelijk Strustuurplan Vlaanderen zijn de N371 en de N9 geselecteerd als primaire wegen II, de N31 als primaire weg I.

Atlas der Buurtwegen: ● Doorheen het plangebied van deelplan 1 liep ‘Sentier no. 10’. ● Doorheen het plangebied van deelplan 2 liep ‘Sentier no. 14’. De Meetkerkestraat, die ook deel uitmaakt van het plangebied, werd aangeduid als ‘Chemin no. 3’. figuur 66: buurtwegenatlas-deelplan 1 (provincie West- Openbaar vervoer: vlaanderen, 1841-1850) figuur 67: reisweg en haltes-deelplan 1 (De Lijn, 2017) De locatie bevindt zich op ca. 200 meter van de bus- halte Gemeenteschool. Deze halte wordt bediend door de lijn 33 Brugge - Blankenberge, met een heen- en terugbeweging vanaf de N371. Evenwel passeren slechts een viertal ritten per richting per dag aan deze halte. Voor een frequentere bediening kan men naar de halte Kruiskalsijde, op de N371, op 1800 meter van de site; daar biedt de lijn 33 een frequentie van één bus per uur in elke richting, met extra ritten in de spits. De halte Gemeenteschool wordt ook bediend door de belbus 36 Blankenberge - Zeebrugge.

Fiets en voetganger: ● Het plangebied bevindt zich op ca. 200 meter van de dorpskern, waar onder meer een gemeente- school en enkele handelszaken aanwezig zijn. ● Het plan bevat een pad dat recht de verbinding figuur 68: buurtwegenatlas-deelplan 2 (provincie West- biedt naar de gemeenteschool en de bushalte. vlaanderen, 1841-1850) figuur 69: reisweg en haltes-deelplan 2 (De Lijn, 2017) Ook in de Meetkerkestraat is het autoverkeer beperkt.

62 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI ● Het centrum van Blankenberge bevindt zich op 6 conclusie het plangebied geen risico’s lopen verbonden aan km, het centrum van Brugge op 8 km. Hiervoor De geraamde verkeerstoenames tijdens de spits zijn dergelijke bedrijven. kunnen autoluwe polderwegen worden gevolgd. laag kunnen niet als een aanzienlijk effect beschouwd ● Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting ● De N326, die door het centrum van Zuienkerke worden. van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet loopt, is geselecteerd als bovenlokale functionele blootgesteld worden aan de risico’s die dergelijke fietsroute. Buiten de dorpskern is de weg voorzien bedrijven met zich meebrengen. van een vrijliggend fietspad. 2.2.13 de gezondheid en de veiligheid van de ● De uitvoering van het RUP zal geen aanzienlijke ● De Meetkerkestraat maakt deel uit van het recrea- mens bijkomende risico’s voor de gezondheid en de tieve fietsknooppuntennetwerk. veiligheid van de omwonenden opleveren. referentie beschrijving effect ● Gewestplan en HAG: zie juridische context. Verkeersgeneratie: ● BPA’s - RUP’s: zie juridische context. 2.2.14 de samenhang tussen de genoemde De verkeersgeneratie wordt als volgt geraamd: ● Deelplan 1 bestaat uit grasland. factoren ● 18 woningen ● Deelplan 2 bestaat grotendeels uit grasland en ● 2,5 personen per woning akkerland. conclusie ● 0,26 woninggerelateerde verplaatsingen per uur in ● Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plan- Geen aanzienlijk effect. de spits (OVG) gebied aanwezig. ● 30% surplus in functie van bezoekers ● Binnen een perimeter van 2 km rond het plan- ● 66 autogebruik (Survey Gemeentemonitor gebied zijn geen hoge- of lagedrempel Seveso- Zuienkerke). inrichtingen aanwezig. Dit resulteert in 10 autoverplaatsingen per uur in de avondspits, waarvan 7 aankomsten en 3 vertrekken. beschrijving effect Dit betekent tijdens de spits 1 auto om de 6 minuten. ● Geen effecten voor deelplan 1. Deze voetuigen zullen afgewikkeld worden via de ● Het plangebied van deelplan 2 zal ontwikkeld Meetkerkestraat, in hoofdzaak van/naar de N326. worden als een verkaveling voor sociale huurwo- Deze aantallen betekenen geen aanzienlijk effect op ningen. Deze ontwikkeling is niet hinderend voor de verkeerssituatie. de woonomgeving. ● Het RUP biedt niet het kader voor de oprichting plangeïntegreerde maatregelen van SEVESO-bedrijven. ● Er wordt een pad voorzien zodat voetgangers en ● RVR-toets: Er moet geen RVR worden opgesteld. fietsers nog gemakkelijker de school en de bus- Het plan moet niet voorgelegd worden aan de halte kunnen bereiken. dienst Veiligheidsrapportering. ● Het parkeren wordt binnen het plangebied geor- ganiseerd. De volledige parkeervraag dient dus te conclusie worden opgevangen binnen de grenzen van het ● In de omgeving van het plangebied van deelplan plangebied 2 liggen geen Sevesobedrijven, zodat bewoners in

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 63 2.3 relevante gegevens met inbegrip van de de gewestelijke stedenbouwkundige verordening 2.4 in voorkomend geval een beoordeling redenen waarom de initiatiefnemer meent inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoor- of het voorgenomen plan of programma geen plan-mer te moeten opmaken over- zieningen en de gescheiden afvoer van hemelwa- grensoverschrijdende of gewestgrensover- eenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM ter en afvalwater. schrijdende aanzienlijke milieueffecten kan ● Het huishoudelijk afvalwater wordt apart ingeza- hebben ● Binnen deelplan 1 verandert er niets. Dit plange- meld en afgevoerd naar een RWZI, zodat er geen bied wordt niet ontwikkeld en veranderd enkel van bijkomende verontreiniging is van de waterlopen ● Deelplan 2 betreft een ontwikkeling met 18 bestemming. in de omgeving. sociale huurwoningen in het zuiden van de kern ● Binnen deelplan 2 betreft het een ontwikke- ● Er wordt niet verwacht dat de bewoning van de 18 Zuienkerke. ling met 18 sociale huurwoningen, in het ver- bijkomende woningen aanleiding kan geven tot ● Het plangebied van deelplan 2 heeft een totale lengde van de bestaande bebouwing langs de bodemverontreiniging. oppervlakte van 8.082 m². Meetkerkestraat. ● De verwarming van de 18 bijkomende woningen ● Momenteel worden de gronden gebruikt voor ● In deelplan 1 wordt een bioloigsch waardevol ge- kan beperkt luchtverontrenigni veroorzaken. Het landbouwdoeleinden. bied, dat niet behoort tot de gewenste agrarische wettelijk voorziene onderhoud van de ketels en structuur dat momenteel woongebied met landelijk branders moet dit beperken. Gezien de beperkte ontwikkeling worden geen effec- karakter is bestemd als landbouwgebied en ge- ● De aanleg van het openbaar domein voor de 18 ten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zul- vijwaard van bebouwing. In deelplan 2 wordt een bijkomende woningen zal bijkomende verlichting len overschrijden. even grote oppervlakte die ook biologisch waar- met zich meebrengen. Door een goede inplanting devol is en behoort tot de gewenste agarische van de verlichting en de keuze van de geschikte structuur bestemd voor de bouw van woningen. armaturen kan de lichthinder in de omgeving be- Er zal dus een deel biologsch waardevol gebied perkt blijven. bovendien sluit het plangebied 2 aan (EKBG) verloren gaan, maar een ander biologisch bij de kern van Zuienkerke. waardevol gebied (grenzend aan EKBG) wordt ● De verhoogde mobiliteit zal kleinschalig zijn. gevijwaard van bebouwing. ● De landschappelijke waarde van het deelgebied ● Bij de aanleg van de infrastructuur en de bouw 2 wordt flink aangetast. Dit zal gecompennseerd van de woningen, het openbaar domein en de worden door een landschappelijke inkleding ter trage verkkersverbinding mag er tijdelijk lawaai- hoogte van de woningen en de trage verkeersas. hinder en stofhinder verwacht worden. Eens de Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke woningen en de infrastructuur geraliseerd zijn kan effecten moeten verwacht worden. er beperkt meer lawaai zijn de de wagens van de nieuwe bewoners. ● De realisatie van de bijkomende woningen en de verbindig voor traag verkeer brengt de inname van een voorheen deels niet bebouwd terrein met zich mee. Hierdoor gaat er infiltratiecapaciteit verloren en wordt er een versnelde afvoer van hemelwater veroorzaakt. Dit wordt deels gecompenseerd door

64 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI INSTRUMENTEN EN FLANKE- RENDE MAATREGELEN

Hieronder volgt een overzicht van instrumenten en flankerende maatregelen die ingezet kunnen worden samen met het voorgenomen RUP:

J aankoop in der minne In eerste instantie kan gekeken worden of de nood- zakelijke gronden binnen het plangebied van deelplan 2 in der minne kunnen worden aangekocht. Indien dit niet mogelijk zou zijn, dan kan het instrument ‘onteige- ning’ voorgesteld worden.

J onteigening Indien een aankoop in der minne niet haalbaar blijkt te zijn, kan overgegaan worden tot onteigening. Hiervoor wordt een onteigeningsplan opgemaakt, met ‘Het Lin- denhof’ als onteigenende instantie.

J inrichtingsplan Om concrete garanties te krijgen voor een kwalitatieve ontwikkeling van het plangebeid van deelplan 3 kan het aangewezen zijn om een inrichtingsplan op te ma- ken voorafgaand aan eventuele vergunningsaanvra- gen.

Teneinde de ontwikkeling van het plangebied mogelijk te maken wordt geopteerd om een onteigeningsplan op te maken.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 65 VERWERKING ADVIES- EN deze ‘zone voor sociaal wonen’ te verankeren in ● Opmerkingen i.v.m. de bestaande leegstand van INSPRAAKRONDE de stedenbouwkundige voorschriften en in het be- verschillende woningen van het Lindenhof. stemmingsplan, die later uitgewerkt zullen worden in het definitieve RUP. Verder worden nog een 1.2 bespreking van de opmerkingen 1 Adviezen en inspraakreacties op de aantal opmerkingen gegeven. Binnen de tabellen op de volgende baldzijdes wordt startnota ● Agentschap Natuur en Bos: Deze instantie gaat geduid hoe met deze adviezen en inspraakreacties zal niet volledig akkoord met de conclusies rond bio- worden omgegaan: diversiteit die in de startnota beschreven zijn. Dit ● De adviezen wordt besproken per adviesinstantie. 1.1 overzicht van adviezen en inspraakreacties dient aangapast/verder uitgewerkt te worden. Er ● De inspraakreacties worden thematisch zijn geen verdere opmerkingen op startnota. besproken. 1.1.1 adviezen ● De Nieuwe Polder van Blankenberge gaf een ● Bij de bespreking in de tweede kolom worden Volgende instanties hebben een advies uitgebracht. voorwaardelijk gunstig advies, vergezeld met de de paragrafen die aanleiding geven tot wijzigin- ● Deputatie provincie West-Vlaanderen: Deze in- drie opgelegde voorwaarden. gen aan het document in een rood lettertype stantie geeft aan dat het wenselijk is om rekening ● GECORO Zuienkerke: De GECORO gaf een gun- weergegeven. te houden met de vermelde algemene en speci- stig advies mits rekening wordt gehouden met een fieke opmerkingen en aandachtspunten. aantal opmerkingen. ● Departement landbouw en visserij: Deze instantie gaf een voorwaardelijk gunstig advies, mits reke- 1.1.2 inspraakreacties ning gehouden wordt met een aantal opgesomde Er werden zeven schriftelijke inspraakreacties gege- opmerkingen. ven. Daarnaast werden er ook mondelinge reacties ● Departement Omgeving: Deze instantie stelt gegeven op het participatiemoment (zie verslag infor- vast dat wordt voorgesteld om een deel van een matievergadering). Volgende thema’s kwamen aan perceel aan te snijden gelegen in Ecologisch bod: Kwetsbaar Blijvende Graslanden (EKBG) en meldt ● Opmerkingen i.v.m. de wandel- en fietsweg tus- dat een degelijk onderbouwde motivatie, alsook sen de achtertuinen van de bestaande woningen het advies van het departement Landbouw en langs de Meetkerkestraat en de zijkant van de Visserij in deze van groot belang zullen zijn. Voor Polderhoeve. het al dan niet opheffen van EKBG verwijzen zij ● Opmerkingen i.v.m. bijkomende verkeersdrukte. dan ook naar de bevoegde administratie. ● Opmerkingen i.v.m. parkeren. ● Agentschap Onroerend Erfgoed: Deze adviesin- ● Opmerkingen i.v.m. de locatiekeuze van het stantie vindt dat de startnota het voorgenomen project. plan duidelijk beschrijft en dat er een beknopt ● Opmerkingen i.v.m. belemmeringen van het zicht maar gestructureerd overzicht van de te verwach- op de open ruimte. ten effecten wordt gegeven. Er dient rekening ● Opmerkingen i.v.m. het doelpubliek. gehouden te worden met een aantal opmerkingen. ● Vragen rond de capaciteit van het bestaande ● Agentschap Wonen-Vlaanderen: Deze instantie rioleringsstelsel. gaf een gunstig advies. Er wordt gevraagd om

66 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI 1.2.1 adviezen

Opmerkingen uit de adviezen Bespreking van de opmerkingen Deputatie Provincie West-Vlaanderen Aan dit dossier kwamen al een aantal voorbesprekingen vooraf, zoals weergegeven Deze passage hoort inderdaad thuis binnen de procesnota, en zal dan ook opgeno- in de startnota op pagina 33. Dit lijkt informatie die eerder in de procesnota thuis- men worden in dit document. Voor de leesbaarheid en continuitiet van de scoping- hoort, aangezien de functie van dat document is om aan te geven hoe en wat het nota / het voorontwerp lijkt het ons echter aangewezen om deze passage ook in deze gevoerde proces is. In de procesnota wordt nu niks gezegd over het voortraject. documenten te behouden.

De keuze voor de zone Meetkerkestraat voor de realisatie van de nieuwe woonont- Deze opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassingen. wikkeling op basis van de voorgestelde planologische ruil is in overeenstemming met de structuurplannen.

Het is niet duidelijk wat de ontwikkelingsperspectieven zijn van het woongebied ten Het woongebied ten zuiden van de beschermde Polderhoeve, gelegen binnen het zuiden van de beschermde Polderhoeve. Eén van de speerpunten in de keuze is dat beschermd dorpsgezicht, wordt niet aangesneden. Dit is ook één van deze redenen er geen interferentie plaatsvindt met de erfgoedwaarden van de Polderhoeve en dat waarom voor scenario 2 werd gekozen. Hierdoor blijft de erfgoedwaarde van de het beschermd dorpsgezicht gaaf blijft. Het is niet duidelijk in welke mate de startnota Polderhoeve en het beschermd dorpsgezicht ongeschonden. hier een antwoord op biedt.

Departement Landbouw en Visserij Gelet op de lokale ruimtelijke situatie en het bindend sociaal objectief kan het Deze opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassingen. Departement Landbouw en Visserij akkoord gaan met de voorgestelde planologische ruil.

Een onttrekking aan het statuut als EKBG moet worden gemotiveerd en gemeld aan Er zal maximaal rekening gehouden worden met het HPG en de onttrekking van het de Europese Commissie. Er is bovendien een expliciete beslissing nodig van de statuut als EKBG zal correct worden afgehandeld. Vlaamse Regering om het EKBG-statuut in te trekken. Het Departement Landbouw en Visserij kan gelet op de lokale ruimtelijke situatie en de verschillende afweging- scenario’s akkoord gaan met de afbakening van deelplan 2 zoals in de startnota is bepaald (scenario 2), maar vraagt bij de verdere uitwerking van het plan maximaal rekening te houden met de aanduiding van het historisch permanent grasland (HPG) in de landbouwstreek de Polders.

De percelen binnen deelplan 2 bevinden zich op vandaag in professioneel landbouw- De bepalingen uit de pachtwet of uit een andere overeenkomst gesloten met de ge- gebruik. Het Departement Landbouw en Visserij wenst te benadrukken dat bepalin- bruiker van het perceel zullen gerespecteerd worden. gen uit de pachtwet of uit een andere overeenkomst gesloten met de gebruiker van het perceel gerespecteerd moeten worden.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 67 Opmerkingen uit de adviezen Bespreking van de opmerkingen Opdat bij de verdere uitwerking van het plan voldoende rekening met de landbouw- Deze verdere opmerkingen worden binnen de nota verwerkt. situatie zou worden gehouden, wenst het Departement Landbouw en Visserij nog te wijzen op een aantal algemene aandachtspunten: ● Er moeten milderende maatregelen voorzien worden voor de inname van profes- sioneel uitgebate landbouwpercelen. ● De opvang van regenwater moet binnen het plangebied zelf gebeuren en op zoda- nige wijze dat de waterhuishouding van de omliggende landbouwgronden er geen nadelige effecten van ondervindt. ● Alle nodige bufferzones moeten binnen het plangebied zelf aangelegd worden. ● Andere milderende maatregelen die uit de uitvoering van het plan voortvloeien, moeten binnen het plangebied zelf uitgevoerd worden of buiten het plangebied zonder de agrarische structuur aan te tasten. Hierbij wordt gedacht aan zaken zoals bos- en natuurcompensaties.

Departement Omgeving Ten oosten van de Meetkerkestraat wordt voorgesteld om een deel van een perceel Dit advies geeft geen aanleiding tot aanpassingen. aan te snijden gelegen in Ecologisch Kwetsbaar Blijvende Graslanden (EKBG). Wij willen benadrukken dat een degelijk onderbouwde motivatie, alsook het advies van het departement Landbouw en Visserij in deze van groot belang zullen zijn. Voor het al dan niet opheffen van EKBG verwijzen wij dan ook naar de bevoegde administratie.

Agentschap Onroerend Erfgoed Het effectenonderzoek beschrijft voldoende de te verwachten effecten t.a.v. het Deze opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassingen. bouwkundig erfgoed, landschap en archeologie. Belangrijk is dat ook het schrap- pen van het woongebied in Houtave tot een positief effect leidt t.a.v. het beschermd dorpsgezicht Houthave. De historische waarde van het dorp in het open polderland- schap blijft hiermee behouden en wordt juridisch verankerd.

De ontwikkeling van het nieuwe woongebied zal de ontwikkelaar afwerken met een Er wordt opgenomen dat de landschappelijke integratie zal gebeuren via architectu- groenbuffer om het beter in het landschap te integreren. Een buffer is echter niet rale aspecten en via groeninkleding, zonder echter significant opgaand groen te voor- steeds nodig. Een kwalitatieve architectuur hoeft men niet te bufferen. In de conclusie zien. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de woningen volledig worden gebufferd (2.2.11) schrijft de ontwerper dat eventuele effecten zullen gemilderd worden in het met opgaand groen en zodoende van het landschap worden onttrokken. RUP. Het is net de bedoeling van de startnota dit voldoende in kaart te brengen en aan te geven wat de effecten zijn en hoe de ontwerper deze zal voorkomen of milde- ren in het RUP. De conclusie moet de ontwerper dan ook aanpassen of vervolledigen door concreet de te verwachten effecten en eventuele maatregelen te beschrijven.

68 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI Opmerkingen uit de adviezen Bespreking van de opmerkingen Agentschap Wonen-Vlaanderen Wonen-Vlaanderen steunt het voornemen van de gemeente Zuienkerke om een Deze opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassingen. woonproject met minstens 18 sociale huurwoningen te voorzien binnen de geselec- teerde zoekzone. Deze zone biedt voldoende mogelijkheden voor een kwalitatief sociaal woonproject dat aansluit op de kern van het hoofddorp Zuienkerke. De plano- logische ruil van Houthave naar het hoofddorp Zuienkerke is voldoende onderbouwd.

Op pagina 9 vermeld de startnota de nulmeting van het bindend sociaal objectief. In Deze aanvullingen worden gedaan. de gemeente werden op 1/1/2008 initieel 49 sociale huurwoningen geteld. Nadien bleek deze nulmeting een dubbeltelling van 8 woningen te bevatten. Acht sociale huurwoningen van SHM het Lindenhof werden immers voor 2008 reeds verkocht. De gemeente vroeg op 12 oktober 2015 een correctie van de nulmeting aan bij het agentschap Wonen-Vlaanderen. De nulmeting werd bijgesteld naar 41 sociale huur- woningen in plaats van 49. Deze correctie had geen impact op de berekening van het bindend sociaal objectief. De gemeente Zuienkerke heeft nog steeds het objectief om tegen eind 2025 minstens 18 bijkomende sociale huurwoningen te realiseren sinds de nulmeting. Met de opmaak van dit RUP komt de realisatie van dit objectief binnen bereik. Er wordt gevraagd om deze aanvulling toe te voegen aan de startnota op pagina 9.

Verder wordt gewezen op het belang van drie elementen om sociaal wonen in een Hiermee zal rekening worden gehouden bij de latere uitwerking van de stedenbouw- RUP te verankeren, zoals omschreven in de omzendbrief RWO/2014/01: kundige voorschriften. 1. Gebiedsspecifiek: de percelen en het aantal te realiseren woningen worden duide- lijk aangeduid. 2. Evenredig en gemotiveerd: de aanduiding is noodzakelijk om het BSO te realiseren en de gronden zijn geschikt om het na te streven doel te bereiken. 3. Rechtszeker: de voorschriften moeten op voldoende duidelijke wijze worden gefor- muleerd. De gronden worden volledig aangewend voor sociaal wonen. De eigenaars weten van bij het begin welke ontwikkeling er zal komen.

Agentschap Natuur en Bos In het effectenonderzoek voor het plangebied van deelplan 1 wordt gesteld dat de Er zal voorschriftmatig opgenomen worden dat de graslanden binnen binnen deel- biologisch waardevolle elementen behouden blijven. Gezien het perceel niet opge- plan 1 bestendigd worden. nomen is op de graslandenkaart van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 is deze stelling niet volledig correct. Dit historisch waardevol grasland volgens de bwk-kartering kan morgen zonder gevolg omgezet worden in akker. Deze opmerking kan verwerkt worden in de stedenbouwkundige verordeningen van het toekomstige gemeentelijke RUP.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 69 Opmerkingen uit de adviezen Bespreking van de opmerkingen Men kan het bestendigen van de grond als grasland hierin vastleggen. Er kan hier allicht ook een koppeling gemaakt worden als cultuurhistorisch grasland binnen de discipline Erfgoed. Enkel bij een wettelijke bescherming kan deze stelling hard gemaakt worden.

In het plangebied van deelplan 2 zullen bepaalde biologisch waardevolle elementen Deze beoordeling zal worden aangepast binnen het ingreepeffectenschema en bin- verloren gaan. Lees: er verdwijnt een deel historisch permanent grasland ondanks nen de tekst. Er wordt echter gewezen op de milderende aamtregel dat het grasland de beschermde status van de hierboven vermelde kaart. Gezien de doelstelling van binnen deelplan 1, dat ook historisch gezien permanent aanwezig was, voorschrift- een minimaal behoud van een graslandareaal van 11.600 ha waarvan 8.000-10.000 matig bestendigd zal worden. ha permanent grasland of weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf in de Oostkustpolders, op vandaag niet gehaald wordt dient dit als een significant nega- tief effect voorgesteld te worden in het ingreepeffectschema (p39). Deze doelstel- ling werd bekrachtigd in het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing met toepassing van de Habitatrichtlijn van de speciale beschermingszone ‘BE2500002 Polders’ en tot definitieve vaststelling voor die zone en voor de met toepassing van de Vogelrichtlijn aangewezen speciale beschermingszones ‘BE2500932 Poldercomplex’, ‘BE2301134 Krekengebied’ en ‘BE2501033 Het Zwin’ van de bijho- rende instandhoudingsdoelstellingen en prioriteiten van 23 april 2014. Zolang deze doelstelling niet gehaald wordt dient een afname als significant negatief beoordeeld te worden.

Nieuwe Polder van Blankenberge Dit betuur gaf een voorwaardelijk gundtig advies: Deze opmerkingen worden in tekst verwerkt. Hiermee zal rekening worden gehouden in het verdere planproces. ● Voor de berekening van het buffervolume dient uitgegaan van de code van goede praktijk voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen berekend voor een bui met een terugkeerperiode van 20 jaar en een leidingdebiet van 10 l/sec/ha verharding. Hieruit volgt een buffervolume met een grootteorde van 330 m³/ha verharde oppervlakte en dit bovenop de verplichting inzake de aanleg van regen- waterputten overeenkomstig de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013. ● Eventuele reliëfwijzigingen dienen te gebeuren met aandacht voor de waterhuis- houding van de aanpalende percelen. Deze mogen in geen geval een nadelig effect hebben op de aanpalende percelen. ● Het (eventuele) verlies een ruimte voor water dient op het project gecompenseerd worden.

70 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI Opmerkingen uit de adviezen Bespreking van de opmerkingen GECORO Zuienkerke Na beraadslaging gaf de GECORO een gunstig advies mits rekening wordt gehouden Er zullen stedenbouwkundige voorschriften opgenomen worden i.v.m. met de volgende opmerkingen: erfafscheidingen. ● Het fietspad moet voldoende privacy garanderen voor de omwonenden. Er word verduidelijkt dat de volledige parkeervraag dient te worden opgevangen bin- ● Er dienen voldoende parkeerplaatsen te worden voorzien.. nen de grenzen van het plangebied. Er zal een visualisatie van het project worden opgenomen binnen de toelichtingsnota ● Er moet voldoende privacy gegarandeerd worden tussen de op te richten wonin- gen en tuinen onderling. ● Bij het verder uitwerken van het project moet toepassing gemaakt worden van een beeldkwaliteitsplan.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 71 1.2.2 inspraakreacties

Inspraakreacties Bespreking van de inspraakreacties Opmerkingen i.v.m. de wandel- en fietsweg tussen de achtertuinen van de bestaande woningen langs de Meetkerkestraat en de zijkant van de Polderhoeve Volgende opmerkingen worden aangehaald: Deze opmerkingen geven geen aanleiding tot aanpassingen. Het gemeentebestuur is er van overtuigd dat de wandel- en fietsweg een meerwaarde zal betekenen: ● Door de aanleg van een dergelijke weg wordt het makkelijk om elke bestaande woning langs achter ongezien te betreden. Hierdoor komt de veiligheid van deze ● Er wordt een veilige fiets- en wandelverbinding gemaakt tussen de nieuw aan te huizen in het gedrang leggen woonwijk en de Nieuwe Steenweg. ● Door dit pad wordt een makkelijke, volledige inkijk in elk huis mogelijk. ● Ook de bewoners van de woningen langs de Meetkerkestraat en van de bestaan- ● Passage veroorzaakt extra geluidsoverlast. Sluikstorten wordt een bijhkomend de wijk ‘Lindenhof’ kunnen gebruik maken van deze verbinding. probleem. Afval over de omheining gooien is een frequent voorkomende en uiter- ● De privacy kan bewaard blijven door het aanbrangen van groenaaplantingen. mate vervelende zaak. ● Er kan gewerkt worden met lage verlichting of grondspots. ● Dit pad zou een extra uitweg bieden aan slechts 12 ééngezinswoningen. Door de ● De nieuwe kruising met de Nieuwe Steenweg kan eenvoudig beveiligd worden met kleinschaligheid van de huizen zal het aantal kinderen uitermate beperkt zijn. Is in beperkte ingrepen (markering, paaltjes,...) dit geval een weg van 200 m noodzakelijk, laat staan verantwoord? Op vandaag passeren er maximaal 10 personen per dag door de meetkerkestraat, waar ze kunnen wandelen op een veilig en rustig voetpad. ● Het aan te leggen pad creëert een tweede invalsweg op de Nieuwesteenweg op amper 100 m afstand van de bestaande Meetkerkestraat. Door de situering van de dorpskern, het bushokje, de school,... is de kans reëel dat weggebruikers de gemakkelijke weg kiezen en de Nieuwesteenweg hier onveilig oversteken om hun traject links of rechts verder te zetten. ● De indruk wordt gewekt dat deze nieuwe plannen blindelings de naam ‘project Polderhoeve’ alsook het idee van het ‘wandelpad’ overgenomen hebben van oude plannen (met een compleet andere intentie). De vraag is of voldoende stil gestaan is bij de noodzaak van zo’n pad in dit nieuwe concept. ● Gevaar voor constante verlichting van de tuinen. ● Gevaar voor baldadigheden en inbraken als s’avonds de lichten gedoofd worden. ● Het pad zal enkel nut hebben voor de bewoners van de nieuwe wijk, niet voor de bestaande bewoners.

72 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI Inspraakreacties Bespreking van de inspraakreacties Opmerkingen i.v.m. bijkomende verkeersdrukte Volgende opmerkingen worden aangehaald: Uit de effectenbepaling blijkt dat de mobiliteitsimpact van het project zeer gering zal ● De toegangsweg zal voor extra problemen zorgen. Nu al is het inrijden van de zijn (1 autobeweging om de 6 minuten tijdens het spitsuur). De extra belasting op Nieuwe Steenweg naar de Meetkerkestraat een enorme ramp. Ook rekening hou- het kruispunt Meetkerkestraat-Nieuwe Steenweg en op het nieuwe kruispunt op de dend met het parkeren van de toegestane plaatsen, stel dan voor als er daar nog Meetkerkestraat zal dan ook minimaal zijn. eens extra auto’s door moeten voor de nieuwe woonwijk. Het wordt zeer gevaarlijk Er word verduidelijkt dat de volledige parkeervraag dient te worden opgevangen bin- nen de grenzen van het plangebied. voor fietsers die er doorrijden, zowel toeristen als schoolgaande jeugd. Een ontsluiting voorzien op de Blankenbergse Dijk Zuid is geen optie. Er zou een ● Er wordt een nieuw kruispunt gecreëerd op de Meetkerkestraat, waardoor er meer weg moeten aangelegd worden doorheen landbouwgebied en de Blankenbergse Dijk gevaar ontstaat voor spelende kinderen. Zuid is bovendien een belangrijke bovenlokale fietsas. ● De Meetkerkestraat wordt zwaar belast door wagens en landbouwvoertuigen. Doordat erlangs geparkeerd wordt is er te weinig ruimte voor voetgangers. ● Kan er geen ontsluiting worden voorzien op de Blankenbergse Dijk Zuid?

Opmerkingen i.v.m. parkeren Volgende opmerkingen worden aangehaald: Er word verduidelijkt dat de volledige parkeervraag dient te worden opgevangen bin- ● Bij ééngezinswoningen is de kans groot dat er 2 auto’s in het bezit zijn (openbaar nen de grenzen van het plangebied. vervoer in Zuienkerke is zeer beperkt). Elke woning krijgt slechts 1 parkeerplaats, waardoor een 2de wagen moet geparkeerd worden langs de Meetkerkestraat, waar op vandaag geen plaats over is.

Opmerkingen i.v.m. de locatiekeuze van het project Volgende opmerkingen worden aangehaald: De locatiekeuze is sterk afhankelijk van de opties opgenomen binnen het GRS en is ● Er zijn nog vele locaties mogelijk om deze realisatie neer te zetten, zowel in uitgebreid gemotiveerd binnen de startnota. Deze opmerkingen leiden dan ook niet Zuienkerke zelf als in andere gemeenten. tot aanpassingen aan het document. Zowel het deel oostelijk als het westelijk van de Meetkerkestraat moet in de ontwik- ● De locatie biedt niet de mogelijkheid om eventuele latere woonbehoeften extra op keling worden meegenomen, vermits het oostelijk deel niet groot genoeg is om de te vangen. volledige taakstelling te kunnen realiseren. ● De kenmerken van een ideale locatie zijn: er moet zo weinig mogelijk verkeer door de dorpskern passeren en er mogen zo weinig mogelijk inwoners getroffen worden door de uitbreiding. Er zijn andere opties mogelijk, die meer aan deze voorwaar- den voldoen en die ook opgenomen werden binnen de zoekzones van het GRS. ● De vraag wordt gesteld om enkel het gedeelte ten oosten van de Meetkerkestraat te ontwikkelen.

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 73 Inspraakreacties Bespreking van de inspraakreacties Opmerkingen i.v.m. belemmeringen van het zicht op de open ruimte Volgende opmerkingen worden aangehaald: De ontwikkeling zal voor sommige omwonenden onvermijdelijk het zicht naar de ● Geen enkele bewoner zou graag hebben dat er plots 18 huizen uit de grond rijzen, open ruimte beperken. Gezien de eis binnen de hogere beleidskaders om ontwik- waar je anders een mooie groene weide zag al dan niet met koeien. kelingen te laten aansluiten bij een woonkern, gezien de zoekzones binnen het GRS, ● Bepaalde inwoners hebben bewust gekozen om een woning aan te kopen met een gezien de uitgebreide motivatie van de locatie en gezien er zichtassen naar de open aangename ligging aan het einde van de dorpskern. Met de bouw van de sociale ruimte zullen worden gevrijwaard is de ontwikkeling op deze plaats gewenst. woningen zal dit aspect teniet gedaan worden.

Opmerkingen i.v.m. het doelpubliek Volgende opmerkingen worden aangehaald: Deze opmerkingen zijn eerder subjectief en leiden niet tot een aanpassing van het ● Het economisch effect (mogelijke klanten voor dorpswinkels) is gezien het doelpu- document. bliek verwaarloosbaar. ● Vermits het gaat om huurwoningen, bestaat de vrees dat de nieuwe wijk een soort ‘hoofdkwartier’ zal blijven.

Vragen rond de capaciteit van het bestaande rioleringsstelsel Volgende opmerkingen worden aangehaald: Dit zal bekeken worden in de uitvoeringsfase van het project. ● Is de bestaande waterafvoer in de Meetkerkestraat voeldoende om de meercapa- citeit op te vangen of moet de straat terug worden opengemaakt en aangepast?

Opmerkingen i.v.m. de bestaande leegstand van verschillende woningen van het Lindenhof Volgende opmerkingen worden aangehaald: Deze opmerking ligt buiten de scoop van dit RUP. ● Binnen de bestaande wijk van het Lindenhof staan verschillende woningen leeg? Is er heiromtrent een actieplan voorzien?

74 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI BIJLAGEN

● Departement Omgeving - RVR-toets;

WVI | november ‘20 | RUP Meetkerkestraat | scopingnota | 08126 75 76 08126 | scopingnota | RUP Meetkerkestraat | november ‘20 | WVI            ! 

 !) ;$         ! "    " ) ;$    

             

           ! " 

#  $       ! %  &" '   !    "  (!    $) ' !      " $!  * ! ) ! !  ) +   )' (  !  !  !   ( $ %  &"   <   '!  ! &" (!  ! '!, - !    * !  * '  !  "  " $!    &"  + !      $* %  &"   . + *'    ( ! %  &"   .   + $* *   ! ( ! %  &"   ,

/ !  !     "  +&0 (   + "  +&  1   ) "!   (! !   !%  &" ' . . ), ,*, + ! & 2 *  )     ! )   %  &"    3$  4(  ! * !        ! *"!   '   ! &"   , #       !   !       )  3   !   !    +. )  , $        +" ) )  !  ( !.  55= 4. * ! & &$! !!  %   ( !%  &"      ('" " (  *  + (! 5  ( !%  &"   (  " + (!6 7 + (!   (  !& $    ( !%   &"  6 -  * !  !  !  ( * ! 7  +    $*%  &"    " + (!  ) '.    (! '"! * + !(  " + (!,   9 (  " + (!(! '"! * + !> &  =.  (! '"! * &"+ !,  *  (   "  +&  1   ) "!      &"   !     + () "   !     !   !  "  # )51   "!    !         * !  +)  ,

  !   )  $  &" ('" # )51  "! " !+ ) /)   8 !  ,(

5$ +&" ' (  !!("   !   *    * (' '   (  ' 9 &"   )   ! " "!  '   +"    ! '   ! " +  (! !%  &" ' <(!  !  ! " ($  ! )   :" $! ! !     $) '"! ++ 

+    +