vechtkroniek UITGAVE VAN DE HISTORISCHE KRING VAN , , , NIEUWERSLUIS EN

Themanummer Historische Buitenplaatsen MEI 2012 - NR 37 vechtkroniek De Historische Kring voor de kernen Loenen, Loenersloot, Van buitenplaatsen en parken, Nigtevecht, Nieuwersluis trekschuiten en koggeschepen. en Vreeland in de gemeente Stichtse . VECHTKRONIEK Voor u ligt een Vechtkroniek die grotendeels in het teken staat verschijnt twee maal per jaar van de buitenplaatsen in onze voormalige gemeente Loenen. Het is u wellicht niet ontgaan dat dit jaar is uitgeroepen tot the- REDACTIEADRES: majaar van de Historische Buitenplaats, en daar willen wij als Vechtoever 1 HKGL natuurlijk graag bij aanhaken. Temeer daar onze gemeen- 3633 XP Vreeland te de gemeente is met de grootste concentratie Tel. 0294-232695 buitenplaatsen van Nederland! Het thema ‘buitenplaats’ is REDACTIE: enorm gevarieerd, dat blijkt ook uit de onderwerpen in dit num- J. Boerstra mer. Mieke Kennis schreef een interessant artikel over de ont- Prof. dr. S. Griffoen wikkeling van de trekvaart, van groot belang ook voor de ont- Drs. J.J.M.A.M. Jonker- wikkeling van de buitenplaatsen aan de Vecht. Een aantal bui- Duynstee tenplaatsen is ontstaan door het verbouwen van een middel- C.J. de Kruijter eeuws kasteel. Zo ook Cronenburg te Loenen. Herman Beckman W. Mooij te Ameide schreef over de eigenaar in het eerste kwart van de Mr. drs. H.W.G. van Schaik 19de eeuw, de vooraanstaande Daniel Gerard van der Burgh. Tuinen waren bij buitenplaatsen vaak nog belangrijker dan het SECRETARIAAT HKGL: Prof. dr. S. Griffioen huis zelf. Vader en zoon Doude van Troostwijk vertellen boeiend Rijksstraatweg 77 over het verleden en heden van het park van buitenplaats 3632 AA Loenen Sterreschans. In een artikel over Vreedenhorst te Vreeland komt Tel. 0294-231201 ook de tuin aan de orde, die grotendeels zo’n 10 jaar geleden pas aangelegd is. Tientallen buitenplaatsen zijn helaas in de loop der WEBSITE: tijd gesloopt. Rijzicht was daar een van. Willem Mooij en Wim www.hkgl.nl van Schaik deden onderzoek naar de nadagen van deze buiten- plaats, op welk terrein een nieuwe wijk gebouwd werd. Anton BANKRELATIE: Cruysheer en Luit van der Tuuk deden onderzoek naar een tot Rabo-Bank Loenen nu toe nauwelijks onderzocht onderwerp: de 13de eeuwse kog- Rek. nr. 31.06.54.017 gevaart in Vreeland. Tot slot leest u in deel 2 van de overstroming DRUK: van de Vecht in 1928 over de schade aan de huizen en landerij- Dunnebier Print BV en. Met dit nummer hopen wij ons steentje bij te dragen aan het Nederhorst den Berg doel van het themajaar: het overdragen van kennis over buiten- plaatsen en daardoor meer begrip en respect creëren voor deze ISSN: 1568-4164 vaak bedreigde en unieke monumenten.

Namens de redactie, Juliette Jonker-Duynstee

INHOUD Buitenplaats Vreedenhorst ...... 3 Foto omslag: Kasteel Loenersloot was in Per trekschuit door de ...... 11 het begin van de 19de eeuw Verdwenen buitenplaats Rijzicht ...... 20 in het bezit van Daniel Daniel Gerard van der Burgh ...... 25 Gerard van der Burgh Landgoed Hofstede Sterreschans ...... 30 (zie pag. 25 e.v.) Foto uit ca. 1960. ‘Herekoge’ in Vredelant ...... 42 Coll: Kees Beelaerts Overstroming van de Vecht (2) ...... 47 van Blokland. Huize Calorama ...... 52 Vreedenhorst in Vreeland

Buitenplaats Vreedenhorst aan de dige bewoners, tuinarchitect en tuinbaas, Bergseweg in Vreeland kent een lange his- konden toen hun droom verwezenlijken: torie. Al op de oudste kaart van de het terugkopen van een deel van het voor- Vechtstreek uit circa 1500 staat er bebou- malige grondbezit en dit geheel naar eigen wing op deze plek aangegeven. Het voor- inzicht omvormen tot een landschaps- ste deel van het huis dateert grotendeels park waarin historische en moderne uit 1650 maar de kelders waren toen al ideeën hand in hand gaan en natuuront- verzakt! De drie generaties Beelaerts van wikkeling van het grootste belang is. In Blokland die sinds 1956 op het terrein wo- het kader van het themajaar van de nen zijn verreweg de langstzittende bewo- Historische Buitenplaats zullen zij enkele ners. Vanaf de achttiende eeuw is meer be- malen hun terrein openstellen voor het kend over de bewoners en in die afgelopen publiek, waarbij tijdens een rondleiding 250 jaar is het huis wel 29 keer verkocht. het verleden, heden en toekomst van de Gemiddeld was het dus zo’n 10 jaar in buitenplaats toegelicht zullen worden. handen van dezelfde eigenaar (iets dat Voor wie gelegenheid heeft daar bij te zijn, overigens heel gewoon was voor de biedt dit artikel een mooie introductie. Vechtse buitenplaatsen). Bijzonder is dat Voor wie daar geen gelegenheid voor Vreedenhorst een van de weinige buiten- heeft, is het interessante informatie. plaatsen is die nog een vrijwel compleet ensemble vormt van huis, koetshuis en Oudste bewoning boerderij.1) Vreedenhorst is gelegen aan de Vecht in de In 2000 is het terrein van toen circa 1 hec- Dorssewaardpolder. Deze polder van 130 tare uitgebreid met de aankoop van 7 hec- hectare wordt begrensd door de Vecht, de tare weideland en boomgaarden. De hui- Kleizuwe en de Gabrielweg en is een van

Vreedenhorst nu (foto: Willem Beelaerts van Blokland)

3 vechtkroniek 37

Kaart van de Dorssewaard- polder van het Kapittel van Sint Marie, ca 1500, waarop Vreedenhorst is aangegeven

de oudere polders van ons land. Al in de zand, afgedekt met hier en daar slechts 10de eeuw is dit land ontgonnen vanuit een dun laagje veen. Aannemelijk is dat het bisdom . Drie plaatsen in de het land achter het huis is afgeticheld. polder lagen hoger in het land: Vreeden- Voor het huis ligt onder het gras namelijk horst, boerderij Groot Kantwijk (nu: polo- een veld van 40 x 40 meter van twee lagen centrum) en Brugzicht (nu: kantoor van ongebakken kloostermoppen. Wellicht Greif -vroeger Van Leer). Achter Brugzicht zijn hier halverwege de 13de eeuw de ste- was in de 7de eeuw al sprake van bewoning nen gewonnen en gebakken om het voor- in de nederzetting Dorssen. In het drassi- malige kasteel Vredeland mee te bouwen, ge land langs een rivier die veelvuldig dat immers nog geen kilometer zuid- overstroomde was het logisch dat alleen waarts lag, aan de overzijde van de polder. de Vreedenhorst in ca. 1907, de hoger gelegen en dus meest veilige Ook andere vondsten, zoals een 13 eeuw- voor de verhoging van plekken bewoond waren. Het landschap se vuurdover, misbaksels en potscherven, het huis (coll. BvB) bestaat hier uit een dikke kleilaag op duiden op de aanwezigheid van bewo- ning vanaf die periode.

Ontwikkeling van het gebouw Vreedenhorst is in verschillende bouwfa- ses tot stand gekomen. Zoals gezegd, heeft hier in de 15de eeuw al een vorm van bebouwing gestaan. Op de kaart van het kapittel van Sint Marie uit 1500 van de Dorssewaard staat duidelijk een eenvou- dig huis getekend met een ‘koerngaert’, een korenveld. Dit huis zal afgebroken zijn toen in de eerste helft van de 17de eeuw het voorste deel van het huidige huis hier werd gebouwd. Wellicht is het huis op de (deels) nog bestaande kelder gebouwd, want de van kloostermoppen gemetselde

4 gewelven in de kelder wijzen op een mid- deleeuwse oorsprong.

De bouwheer van Vreedenhorst was ver- moedelijk een Amsterdamse koopman die de iets noordelijker gelegen boerderij had gekocht en vervolgens zijn buiten- plaats daarnaast heeft gebouwd. De voor- gevel toont een eenvoudige en asymmetri- sche indeling die typerend is voor de vroe- ge buitenplaatsen en die een wat agra- risch karakter heeft door de opkamer met onderliggende kelder. In de loop der eeu- wen is er aan het huis veel ver- en aange- bouwd. Zo werd rond 1770 een deel aan de oostkant (achterkant) aangebouwd en In 1957 vond een grootscheepse restaura- Aan de achterzijde van het werden o.a. de ramen gemoderniseerd. In tie plaats, waarbij zowel intern als extern huis zijn de diverse aan- de bouwen goed zichtbaar. de eerste helft van de 19 eeuw zijn de ra- het nodige werd veranderd. Zo werden on- Foto uit 1910. (Coll.: BvB) men in de voorgevel vervangen en is de der meer de openslaande deuren aan de pleisterlaag veranderd. Dit zal voor 1847 linkerkant van de voorgevel vervangen gebeurd zijn, want in een verkoopadver- door de huidige vensters. Ook werd de tentie uit dat jaar wordt vermeld dat het bouwvallig geworden 18e eeuwse oostelij- huis ‘gedeeltelijk vernieuwd’ is. ke aanbouw gesloopt en vervangen door Een grote operatie volgde in 1910, toen het een kleinere aanbouw, die op zijn beurt in huis 1 meter verhoogd werd door de kap- 1993 gesloopt werd. Een hele nieuwe vleu- spanten en het vloerniveau van de eerste gel met serre werd toen tegen de oostge- verdieping op te vijzelen. Zo werden de ka- vel gebouwd. Op het dak van de achterste mers op zowel de begane grond als op de aanbouw is een klokkentoren aange- eerste verdieping hoger. In een verkoopad- bracht, met daarin een klok uit 1772 met vertentie van 29 maart 1910 spreekt men het randschrift: ‘Vreedenhorst - Concordia res dan ook van het ‘onlangs geheel gerestau- parvae crescunt’ (eendracht maakt macht). reerde’ huis. De klokkentoren stond daarvoor naast het

Het schilderij van Isaac Ouwater waarop de bijge- bouwen van de katoen- drukkerij zijn afgebeeld.

5 huis op de grond en werd vroeger geluid wijze zoals er vroeger werd gebouwd. om de mensen te laten weten dat het Vanuit zijn vak als tuinbaas kon de eige- etenstijd was. Ook bij brand en ander on- naar uit diverse parken en tuinen omge- heil kon er geluid worden hakte bomen verkrijgen, die jaren in de Vecht te wateren zijn gelegd en ter plekke Gebouwen rond het huis door een mobiele houtzagerij tot planken Op het terrein van de buitenplaats ston- zijn verzaagd. Met pen- en gatverbindin- den en staan diverse (dienst)gebouwen, gen en oude bouwmaterialen als stalven- vechtkroniek 37 zoals het voormalige koetshuis met stal, sters en kozijnen lijkt het of de in 2010 in die nu als woning in gebruik is. Begin 20ste gebruik genomen nieuwe schuur er al eeuw is er een kegelbaan in de tuin ge- heel lang staat. bouwd, die in 1957 is afgebroken. De ke- gelbaan was voorzien van vier prachtige Bewoners glas-in-lood-ramen met afbeeldingen van Vanaf 1728 zijn de eigenaren van het pand respectievelijk een boer op witte klom- bekend, door onderzoek door Jan Boer- pen, een boerin, bloemen en een pauw stra. De heren Munnig Schmidt en Lisman met palmtakken. Deze zijn na de afbraak hebben de lijst van eigenaren gepubli- in de garage aangebracht. Deze is op zijn ceerd in hun standaardwerk ‘Plaatsen aan beurt weer ontstaan uit een grote volière de Vecht en Angstel’ uit 1974. Dit boek is waar begin 20ste eeuw nog pauwen en fa- sinds kort in gedigitaliseerde vorm ver- zanten huisden. schenen op www.vensteropdevecht.nl, Behalve de kegelbaan zijn er in de loop der waarbij de tekst over een buitenplaats tijd nog meer gebouwen op het terrein ge- steeds gekoppeld is aan de op een kaart vallen onder de slopershamer. Zo stond er aangegeven locatie van die buitenplaats. een theekoepel aan de Vechtdijk ten noor- Het voert te ver om hier die complete lijst den van het huis en stonden er in de 18de van eigenaren op te nemen, maar een aan- eeuw diverse loodsen die in gebruik wa- tal ervan verdient een nadere toelichting. ren door de koperkatoendrukkerij die hier gevestigd was. Harper, King en Sprenckelman Er is ook recente ‘nieuwbouw’ gereali- In 1761 kochten de Duitse H.R. Sprenckel- seerd bij Vreedenhorst: rond 2008 is aan man en de Engelse Thomas Harper en de zuidzijde van het terrein gestart met de Thomas King het huis voor f 2500,- van bouw van een schuur, die geheel eigen- Dirck Mooijland. Deze verkocht het huis, handig door de eigenaar is gemaakt op de de boerderij, de schuur en de hooiberg

Detail uit de kaart van P. Ketelaer uit ca 1780 waarop de koperkatoen- drukkerij staat aangegeven.

6 Selectie van de vele potten met in de tuin opgegraven voorwerpen, zoals pijpen- koppen, oesterschelpen, serviesscherven (met naam en logo van het Krasnapolskihotel in Amsterdam!) etc. met 6 morgen land en hield zelf 21 mor- zouden nog diverse malen aandelen uit- gen. De heren stichtten in bijgebouwen gegeven worden.4) Ondanks de aandelen- naast het hoofdhuis een koperkatoen- uitgifte redde de fabriek het niet. In au- drukkerij. 2) Hier werden sitzen stoffen ge- gustus 1811 werden ‘alle degenen welke maakt volgens een geheim procedé dat nog iets te pretendeeren mogten hebben angstvallig bewaakt werd. Een gracht of verschuldigd zijn aan de gewezen ko- werd om het huis gegraven en hoge bo- perplaat-chitzdrukkerij genaamd Vree- men werden geplant om inbrekers en pot- denhorst onder de firma van Pieter van tenkijkers te weren en alle werknemers Dokkum en Company zich te melden ten moesten een eed van geheimhouding te- kantore van de keizerlijke notaris J.A. kenen bij de schout en schepenen van Molster aan de Keizersgracht te Amster- Vreeland. Leuk detail is dat een van de stof- dam’. Op 24 september 1811 werd de fa- fenontwerpers ook voor Loosdrechtse por- briek geveild. seleinfabriek van dominee Mol werkte.3) Een steen om de pigmenten te malen is in 1987 opgegraven en nu nog te zien. Sits (ook wel chintz genoemd) was een Op twee schilderijen van Isaac Ouwater handbeschilderde katoenen stof die oor- uit 1785 zijn het huis en de bijgebouwen spronkelijk eind 17de, midden 18de eeuw minutieus en waarheidsgetrouw afge- door de VOC vanuit India geïmporteerd beeld. Ook op diverse kaarten, zoals die werd. De kleurrijke stoffen met decoratieve van P. Ketelaer uit circa 1780 staat de ka- motieven als vogels, bloemen of levensbo- toendrukkerij aangegeven. In 1769 werd men werden in Nederland veel in interieur Pieter van Dokkum eigenaar van de fa- (spreien, stoelkussens) en kleding (van chi- briek. Hij bracht in 1772 een deel van de que kamerjassen tot Hindeloper kleder- inboedel van Vreedenhorst ter veiling: De dracht) toegepast. Vanwege de populariteit ‘zeer zindelijke inboedel’ bestond uit en kostbaarheid ontstonden er overal in “goud- en zilverwerk, schilderijen, staand Europa katoendrukkerijen die de stof pro- en spelend horologie, linnens, tafelgoed beerden na te maken. In de eerste helft van en porceleienen, beddens, kabinetten, de 18de eeuw waren er wel honderd in kasten, kisten & c. Alsmede paarden en rij- Nederland, waarvan 80 in en rond Amster- tuigen, tent jacht, vischwand en hooi, dam, waaronder in Nigtevecht en Vreeland. mitsgaders 42 tonnen gezouten vlees”. De bloeitijd was van korte duur: in 1800 wa- Tevens werden toen 17 1/100 aandelen in ren nog slechts vier fabrieken over. de fabriek verkocht. In de jaren hierna

7 Carl van Walree kapitaal. Het parkbos werd na zijn faillis- Carl van Walree was eigenaar van sement gerooid. Op luchtfoto’s zijn nog Vreedenhorst van 1829 tot 1832. Maar... wel alle lijnen zichtbaar die gevormd wer- Vreedenhorst was niet het enige huis dat den door de kronkelige sloten en oude la- hij bezat. Van Walree was een grootgrond- nen. Van Walree trad dus wel in de voet- bezitter die de tegenover Vreedenhorst ge- sporen van zijn buurman, door zijn over- legen buitenplaats Breevecht bezat met lijden al drie jaar na de aankoop van landerijen tot aan de Angstel, waar het Vreedenhorst zou hij nooit diens grondbe- vechtkroniek 37 daar gelegen buiten Kroonesteijn ook van zit evenaren. hem was. In feite was zijn terrein dus net zo lang als dat van zijn buurman Jan van Gebroeders Blatt der Tuuk, die op Welgelegen woonde, het De roaring twenties waren ook op Vreeden- buurhuis van Breevecht. Tussen beide ter- horst letterlijk roerige tijden. Toen woon- reinen liep een weg van de Vecht naar de den de gebroeders Blatt hier, die bekend Angstel, waar de trekschuit stopte. Door stonden om de feesten die ze in hun tuin de aankoop van Vreedenhorst kreeg Van gaven.5) Tientallen scherven van servies en Walree grond direct aan de overzijde van glaswerk zijn in het gras gevonden als stil- de Vecht. Wellicht was zijn buurman Van le getuigen van ongetwijfeld memorabele der Tuuk zijn grote voorbeeld, die immers bijeenkomsten. Ook zijn vele oesterschel- al in 1795 vrijwel de hele Dorssewaardpol- pen en lege wijnflessen uit de gracht op- der (behalve de grond van Vreedenhorst) gebaggerd. De broers waren sponsors van als overtuin had gekocht. Helaas kostte de het eerste uur van de in 1924 opgerichte Het originele houten hek megalomane actie om de polder om te Muziekvereniging De Vecht. Dit resulteer- met twee dienstbodes er- vormen tot landschapspark met lanen, de er zelfs in dat hun huishoudster, juf- voor, ca. 1910 (coll. BvB) vijvers en bossen Van der Tuuk zijn gehele frouw Clasie, de in 1925 gebouwde mu- ziektent mocht openen middels het door- knippen van een lint met een antieke schaar.

Tuin Telde de buitenplaats in 1728 36 hectare , in 1847 was dat 4 hectare en in 1910 nog maar 1 hectare. Negentig jaar later is dit, zoals hierboven vermeld, naar de huidige 8 hectare uitgebreid. Wat direct opvalt bij het betreden van de oprit naar het huis is het houten hek. Het is een replica van het oorspronkelijke hek, dat in 1956 bij een verhuizing omver gere- den werd. De onderdelen bleven echter be- waard en dienden decennia later tot voor- beeld voor het huidige hek. Houten hek- ken kwamen in de 17de en 18de eeuw vaak voor bij buitenplaatsen in de Vechtstreek, maar tegenwoordig is dit het enige ‘origi- nele’ houten hek dat nog bestaat in de re- gio. Ook de waterbank aan de Vecht herin- nert aan de tijden dat men met de trek- schuit de Vecht afreisde. Van de tientallen waterbanken die er ooit waren is slechts één 18de eeuwse bank bewaard gebleven, bij Beek en Hoff te Loenen. De nieuwe wa- terbank bij Vreedenhorst en de in 2011 ge-

8 Familie Pouw in de achter- tuin, ca 1911 (coll. BvB) bouwde waterbank bij de Hinderdam zijn toegemaakt weiland, benevens bosland, tesa- de enige twee moderne varianten die deze men circa 5 bunders”. Niet alleen uit adver- traditionele elementen levend houden. tenties, maar ook uit dagboeknotities krij- gen we een levendig beeld van de tuin en De tuin direct om het huis bevat nog veel het huis. In Vechtkroniek 4 staat een beel- eeuwenoude bomen, zoals de vier beuken dend verslag uit de dagboeken van Emmy aan de voorzijde van 150 jaar oud en de Gehlen, die tussen 1910 en 1915 jaar va- moerbei aan de zijkant van 350 jaar. In kanties op Vreedenhorst als klein meisje vroeger tijden was de tuin nog veel gevul- doorbracht bij de familie Pouw. De lezer der dan nu het geval is. Zo lezen we in een waant zich letterlijk even in ‘het paradijs verkoopadvertentie van het huis in de Vreedenhorst‘.6) Leydsche Courant uit 1728: “De vermakelijke buitenplaats Vreedenhorst, Huidig tuinontwerp met zijn heerenhuyzinge, stallinge, wagenhuys Met hun decennialange expertise met het & co, met zijn landerijen en boerenwooning, te ontwerpen en onderhouden van histori- samen groot 36 morgen zoo wey-, hooy- als sche tuinen hebben de eigenaren vanuit bouwland, staande ende gelegen aan de rivier hun bedrijf Groenpartners een plan ont- de Vegt, omtrent Vreeland. Zijnde huysinge met wikkeld om de enorme uitbreiding met 7 veele fraaye vertrekken, en de plaats met 4 ha. vorm te geven. Zij kozen voor een mo- boomgaarden, met extra soorten van fransse en derne uitbreiding naar oud principe, alles andere vrugtbomen, moestuyn met asperge- in het kader van natuurontwikkeling. bedden, twee bloementuynen, rondom de Allereerst werden zichtassen gecreëerd. plaats met 6 schoone laanen en vijvers, sterre- Niet door middel van lanen maar door bos, speelhuys & co en verder zoo als bij de ge- middel van sloten, gegraven in een zoge- gadingden kan worden gezien.” naamde ‘ganzevoet’: vanuit één punt naar drie kanten uitwaaierend. Hierdoor werd In 1847 werd de tuin als volgt beschreven: een logische en ruimtelijke eenheid be- “fraai aangelegde bloementuin en plantsoen, reikt. De vruchtbare weilanden werden plein en lanen beplant met zware eiken, iepen, verarmd: de grond werd afgegraven en op linden, essen en populierenbomen, konijnen- sommige plaatsen als verhoging in het berg, boomgaarden voorzien van allerlei soor- landschap opgeworpen. Hierop werden so- ten exquise en andere vruchtbomen; voorts litaire bomen met een hek eromheen ge- tuinmanswoning met schuur, vruchtbare tuin plaatst, zodat een ‘coulisseneffect’ bereikt en warmoeziersgrond met houten schutting, wordt dat het landschap diepte geeft. Dit met perzikbomen beplant; een perceel welig wel past in de Engelse landschapsstijl, die rond

9 vechtkroniek 37

Ontwerptekening uit 2007 van de nieuwe uitleg van de tuin van Vreedenhorst 1700 opkwam. Hierin werd een natuurlijk wensen van de eigenaar, met instandhou- effect beoogd, waarin verrassingseffecten, ding van de historische uitstraling. Heel een spel van licht en schaduw en gebogen bijzonder is dat eigenaren zoveel tijd en lijnen belangrijk waren. liefde stoppen in hun monument. Het Het grasoppervlak, dat vanwege machi- gaat allemaal niet vanzelf, een historisch naal maaien door de vorige eigenaar glad monument met park onderhouden en was, werd expres glooiend gemaakt, zoals voor de toekomst in stand houden, met re- dat hoort bij een voormalig overstro- spect voor het verleden. Bij Vreedenhorst mingsgebied van een rivier. Zonder enige wordt hier –met succes- keihard aan ge- moeite kwamen in een paar jaar tijd vele werkt. 7) soorten bijzondere bloemen op langs de sloten en in het gras (dotterbloemen, kat- Juliette Jonker-Duynstee tenstaarten, margrieten, korenbloemen, klavers, streepzaad). Een van de sloten van NOTEN: de ganzevoet eindigt in een vijver met 1. De boerderij is in 1908 opnieuw gebouwd en in 1910 los verkocht van de buitenplaats. (advertentie in Het daarin een ‘eilandje van Rousseau’: Rous- Nieuws). In de jaren 1990 is er nog een modern huis de seau, de franse filosoof uit de 18 eeuw tussen de buitenplaats en de boerderij gebouwd. was de aanzetter tot de romantiek en daar- 2. Er werden drie ‘lootsen’ gebouwd die dienden als druk- mee naar de Engelse landschapsstijl. Hij is kerij, afkokerij en drogerij. RAU, DG 2107, fol. 3. In een latere acte worden genoemd: drukloots, kookloots, begraven op een eilandje in het Franse blauwtrekkerij, turfschuur, pakhuis, kalkhok en werklie- Ermenonville, waarvan er meerdere in de denvertrek. RAU DG 2108 De fabriek stookte de ovens wereld zijn nagemaakt als eerbetoon aan op turf, die nota bene uit Friesland kwam. De Friese deze man. Op zo’n eilandje staan altijd schipper Jaap Troost voer jarenlang zijn ‘vriesche turf’ een smalle rechte boom (in Zuid Europa naar de fabriek. Turf uit Friesland was in deze tijd beter dan de turf de buurt, die meer rook gaf. een cypres, in Nederland een populier) en 3. Deze fabriek was van 1774-1784 actief in Loosdrecht een treurwilg. 4). De verkopen van aandelen vonden plaats in: 1774: In 2003 is een gemengd parkbos aange- 2300 a f 1200,-, 1778 : 3 maal 1/100 a f 1200,-, 1790: plant van snel- en langzaamgroeiende bo- 2 a f 1200,-, 1802: liquide effecten verkocht a f 7200,- ten laste van de fabriek met de daarbij behorende ge- men (het ‘wijker en blijver’systeem) en reedschappen, 1804: 17 aandelen a f 500,-, 1805: li- bessendragende struiken. De laagstam- quide effecten verkocht, 1807: 2/100 aandeel, 1810: 1 boomgaarden zijn deels vervangen voor a f 2000,-. Bron: diverse advertenties, Huisarchief hoogstamboomgaarden, waar 110 appel- 5. Pieter Johan Coenraad Blatt en Christiaan Blatt waren bomen staan in wel 60 soorten. De eige- directeuren van de maatschappij tot exploitatie van on- roerende goederen te Amsterdam. naar is niet voor niets pomoloog, een ken- 6. Het artikel is integraal te lezen op www.sabine.nu. Op ner van fruitbomen! deze website staan alle gedigitaliseerde versies van de Vechtkroniek t/m 2007. Zo is Vreedenhorst een prachtig voorbeeld 7. In het themajaar van de historische buitenplaats wor- den twee maal rondleidingen georganiseerd door het hoe een historische buitenplaats in de huis en de tuin. Kijk voor informatie een aanmelden op loop van de eeuwen is aangepast aan de www.vreedenhorst.n

10 Per trekschuit door de Vechtstreek Gebakken paling en een schuyt-praetje

Een bord vol gebakken paling. Dat kre- knechten, maar soms ook vrouwen of gen reizigers geserveerd, die begin 19de kinderen. Dit werd ‘jagen’ genoemd. eeuw met de trekschuit Nieuwersluis Ook voor de vrachtvaart werden trek- aandeden. Deze delicatesse werd zelfs in schuiten gebruikt. Bij het zwaarste werk een Engelse reisgids geprezen als “ge- kon het nodig zijn meer paarden in te schikt voor de fijnproever”.1) spannen.

Dat gidsje werd in 1838 uitgegeven door Rolpalen John Murray 2) en staat vol praktische in- In de loop van de 16de en 17de eeuw werd formatie voor buitenlanders, die op reis in West- en Noord-Nederland een heel waren door de Lage Landen. Deze toeris- stelsel van trekvaarten aangelegd. In ten maakten dankbaar gebruik van het Noord-Holland was het een groots opge- Orde van afvaren van de netwerk van Hollandse waterwegen. Per zet samenwerkingsproject tussen ver- trekschuiten, Utrechtse trekschuit was de reis een stuk prettiger schillende steden.4) Technische hulpmid- Almanak 1817. dan het gestuiter in een koets over slech- te wegen. Het was ook nog eens veiliger en er kon meer mee vervoerd worden. Bovendien waren tussen alle plaatsen van enig belang betrouwbare dienstre- gelingen. Die strakke dienstregeling van de trekschuiten was de eerste vorm van openbaar vervoer in Nederland, met een praktische aansluiting verder Europa in. Volgens de almanak van 1817 “correspon- deeert de schietschuit van Amsterdam op heel Duitsland”. De schietschuit was de ‘inter- city’ onder de trekschuiten en vrachtbo- ten. Hij schoot voorbij. Men gebruikte voor het jagen twee paarden, waarbij een snelheid van 10 à 11 km/uur werd be- reikt. De gebruikelijke snelheid met een paard was 7 km/uur.

Al in de 15de eeuw was er een scheep- vaartverbinding tussen Utrecht en Amsterdam. Men ging via Vecht, Nieuwe Wetering 3), Angstel, Holendrecht en Amstel. In die tijd was de Vecht van be- lang voor de turfvaart vanuit de venen ten oosten en ten westen van deze regio. Om het vervoer minder afhankelijk te maken van de wind of van handkracht (roeien), werd overgegaan op trekschui- ten. Vanaf de wal werden ze voortgetrok- ken door paarden of door mensen:

11 delen zoals rolpalen hielpen om de nanties was vastgelegd in welke richting bochten in de vaarroute te nemen. de lage mast gebruikt moest worden. Rolpalen stonden op plaatsen waar ka- nalen, vaarten en sloten een bocht De Vecht werd in de 17de eeuw aangepast maakten. De lijn tussen de trekschuit en tot trekvaart. In 1626 werd de Directie jager werd bij het nemen van scherpe van het Zand- en Jaagpad aangesteld, bochten om een rol- of draaipaal gelegd. met als taak aanleg en onderhoud van De schipper zorgde, door het geven van een jaagpad van tot Ouder- vechtkroniek 37 tegenroer, dat de boot zonder de kant te kerk aan de Amstel. Op veel plaatsen raken om de bocht kon varen. Het bleef langs de route is de naam (zand- en/of ) mensenwerk. Als langs de oever een jaagpad nog terug te vinden. Over deze schip met mast lag afgemeerd, kon dit jaagpaden liepen de paarden, die de bo- wel eens tot een heftig meningsverschil ten trokken. met de ‘jager’ leiden. Die kon immers met zijn touw, dat van wal naar schip Langs de route waren pleisterplaatsen, liep, niet ongehinderd passeren. die zowel door trekschuit als diligence gebruikt werden. Daar kon van paarden Soms was er druk verkeer op het water. gewisseld worden en de passagiers kon- Als ergens tol betaald moest worden, den even de benen strekken. Vaak was ontstonden er kleine ‘files’. Voor de het rond de pleisterplaats een gezellige schippers waren er verkeersregels, die bedoening met winkeltjes en een smede- strikt nageleefd moesten worden. Het rij voor het beslaan van de paarden. Veel jaagpad liep langs één kant van de rivier van die oude herbergen bestaan nog, zo- en tegemoetkomende schepen moesten als De Voetangel bij Ouderkerk, de elkaar passeren. Elke schuit had twee Wakende Haan in Abcoude en het loge- masten: een hoge en een lage. Aan deze ment in Nieuwersluis, nu het Stoute mast zat de jaaglijn naar het paard op de Soldaatje. Die herbergen werden ver- wal. Een schuit met de lijn aan de hoge pacht en daarbij ook de tol. Van het tol- De trekschuit, schoolplaat mast kon een tegenligger passeren, die geld moest de pachter de weg en eventu- van J.H. Isings. de lijn aan de lage mast had. In ordon- ele bruggen onderhouden. Daarop werd

12 Nieuwersluis anno 1836, prent van P.J. Lutgers streng toegezien door de Directie van toen het jaagpad was aangelegd. Hier- het Zand- en Jaagpad. door werd de reistijd enorm verkort en werd het nog aantrekkelijker om hier Doorjager een buitenplaats te bouwen. Aangezien De reis van Amsterdam naar Utrecht per de buitenplaatsen alleen in de zomer trekschuit duurde ongeveer zeven uur. goed bewoonbaar waren, vond elk voor- Om de tijd te doden werd onderweg door jaar en elke nazomer een verhuizing de passagiers veel gepraat. Iedereen kon plaats. Gezin, personeel en een deel van op de schuit vrijuit spreken en daarom de inboedel (servies, linnen, meubels) noemden schrijvers in die tijd hun be- konden over het water veilig vervoerd schouwingen over een bepaald onder- worden. Een trekschuit kon ook privé af- werp ‘Schuyt-Praetje’. Door een bonte ver- gehuurd worden. zameling medereizigers in hun verhaal op te voeren kon men verschillende De regelmaat van deze vorm van scheep- standpunten naar voren brengen. vaart bevorderde zowel de handel als het personenvervoer. Buitenlandse reizigers De trekschuit werd gebruikt door ven- verbaasden zich over de effectiviteit van ters, veehandelaren en voor familiebe- de dienstregeling van de trekschuit. Het zoek, maar ook dagtoeristen maakten hoogtepunt van het trekschuitvervoer graag een tochtje. In de Vechtstreek ver- was in het begin van de 19de eeuw. Uit gaapten ze zich dan aan de landgoede- Amsterdam vertrokken toen per dag on- ren. Begin 17de eeuw waren de eerste bui- geveer honderd trekschuiten in allerlei tenplaatsen langs de Vecht verrezen. richtingen. Tussen Leiden en Den Haag Rijk geworden Amsterdammers gingen bestond een geregelde uurdienst. Van beleggen in grond. Die kwam vrij nadat Amsterdam naar Utrecht v.v. kon men de katholieke godsdienst werd verboden kiezen uit de normale trekschuit of de en de kloosters gedwongen waren hun doorjager, een sneldienst (ook wel ‘schiet- land te verkopen. De Vechtstreek was ge- schuit’ genoemd). Een trekschuit kon wild, omdat het maar een paar uur rei- plaats bieden aan wel dertig passagiers, zen was van Amsterdam. Zeker na 1626, die droog konden zitten in de roef.

13 Er was een ruimte voor het gewone volk manier aantekeningen. Nederlandse uit- en een kamer voor hen, die iets meer be- drukkingen, prijzen van voedsel en het taalden. tarief van de trekschuit heeft hij gekrab- beld tussen kleine schetsjes, snelle teke- Schetsboek ningen waarin hij alles wat hem onder- Onderweg genoten de passagiers van de weg opviel noteerde. Aan de hand van lommerrijke buitenplaatsen en de na- zijn schetsboekjes kunnen we hem ver- tuur. In het eerder genoemde reisgidsje gezellen op zijn tochten door de Lage vechtkroniek 37 van John Murray wordt de Engelsen aan- landen. Voor de uitvinding van de foto- geraden vooral te letten op de grote vel- grafie maakten gegoede burgers op reis den watergentiaan en moeraskruis- wel vaker tekeningen of aquarellen. kruid 5), die in zijn eigen land zeldzaam Meestal waren dat keurige landschap- waren. pen en gebouwen. Maar Turner noteerde het dagelijks leven. Een beroemde Engelse toerist was schil- der William Turner. Hij moest de prakti- Joseph Mallord William Turner (1775 - sche gegevens van Murray ontberen en 1851) was een Engelse romantische zijn eigen weg vinden, want hij reisde in kunstschilder, die vooral landschappen 1817 en 1825 door Nederland, ruim 10 en schepen schilderde. Turner ging al op jaar voordat het gidsje verscheen. 15-jarige leeftijd naar de Royal Academy Onderweg maakte hij op een bijzondere of Art. Hij wordt over het algemeen ge- zien als de ‘schilder van het licht’. Hoewel William Turner, geschetst hij vooral bekend is om zijn olieverf- door zijn collega schilderijen van zeer grote afmetingen, Charles Martin in 1844 ziet men hem ook als een van de grond- (coll. Tate Gallerie). leggers van de Engelse aquarelkunst.

Turner reisde veel in Europa, onderweg tekende hij alles wat hij dacht te kunnen gebruiken in een schilderij en al het an- dere wat zijn belangstelling trok: boten en gevels, maar ook een kindermeisje, een turfschuit, potten en pannen en de- tails van de Hollandse kleding. Met pot- lood maakte hij zijn schetsjes en aante- keningen in boekjes van zo’n 15 bij 10 cm. In totaal zijn 300 boekjes bewaard gebleven, met meer dan 600 schetsen.6) Veel afbeeldingen van steden en sche- pen, die hij zo vastlegde zijn terug te vin- den in zijn latere olieverfschilderijen.7) De Hollanders, die hem bezig zagen, konden niet vermoeden dat hij een van de beroemdste schilders van de 19de eeuw zou worden. Voor de Engelsen is Turner zoiets als bij ons Van Gogh.8)

Loenersloot Op weg van Amsterdam naar Utrecht kwam Turner in 1817 en 1825 over de Angstel en de Vecht. Tussen zijn notities vinden we de namen Abcough (Abcoude), Lenooth (Loenersloot) en Newsluis (Nieu-

14 wersluis). De route van Turner is op de opeenvolgende tekeningen van 1817 goed te volgen. Na vertrek uit Amsterdam tekent hij het transport van houtvlotten op de Amstel, de trekschui- ten en passagiers. Daarna een kerktoren, sterk lijkend op die van Abcoude en hij schreef ‘Abcough’ bij vier schetsjes van een ruïne.9) Als we deze schetsjes verge- lijken met de prenten die van Slot Abcoude bekend zijn, is de overeen- komst duidelijk.10)

Verderop tekende hij twee molens. Bij een andere tekening, die hij in 1825 maakte, schreef Turner Lenooth.11) Dat is waarschijnlijk wat hij had verstaan toen hij vroeg op welke pleisterplaats werd gestopt. Turner schetste op dit blaadje tweemaal de rivier en een boot met in de verte het silhouet van Amsterdam. Bij aankomst bij de pleisterplaats Loener- sloot zagen Turner en zijn medereizi- gers de herberg tegenover het kasteel en het tolhuis bij de brug. Volgens de kada- strale atlas was dat in 1832 het logement op de hoek van de Straatweg, het huidi- ge Slotlaan nummer 1.12) Even verderop langs de Angstel was voor de plaatselijke bevolking nog een gelegenheid iets te drinken. Ze schoven aan bij de tapper 13) in buurtschap ’t Zwaantje, waar nu de brug over de Angstel is.14)

Een van de herbergiers in Loenersloot komt voor in de kroniek van Lambert Lustigh.15) Daarin wordt verteld over vier afgedankte en hongerige Zwitserse sol- daten 16), die begin 18de eeuw te voet van Utrecht naar Amsterdam trokken. Ze aten wortelen, die ze bij een sloot von- den. Direct werd één van de vier onwel. Bij een herberg in Loenersloot vroeg de bakken paling hen wachtte. Turner te- Schets van vrouwen zieke man als medicijn een beetje jene- kende onderweg een boot, een rij kleine in een bootje door ver. Het mocht niet baten. Ondanks hulp scheepjes en een ploeg met vier paarden. William Turner, 1825 (coll. Tate Gallerie van de plaatselijke medicijnmeester Daarbij staat duidelijk Newsluis geschre- London). stierven ze alle vier binnen korte tijd. ven.17) Nieuwersluis lag, volgens het aardrijks- Nieuwersluis kundig woordenboek “in een bij uitstek De meeste passagiers van de trekschuit aangename streek, wegens de menigvuldige zullen na de stop Loenersloot wel in goe- lustplaatsen, die men aldaar , aan beiden de de gezondheid de reis richting Nieuwer- zijden, tot aan Loenen en Breukelen vindt, sluis hebben hervat, waar de schotel ge- wordende, ter oorzake van het betooverend

15 schoon der wandeldreven aan den weg en der hieruit zijn bestuurstaak uit. De wapens gezigten langs de Vecht, zeer veel, door de in- van Amsterdam en Utrecht aan de gevel woners van Amsterdam en Utrecht, in den zo- herinneren eraan dat afgevaardigden mertijd, bezocht”.18) van de stad Amsterdam en de provincie De pleisterplaats bij de sluis in de Utrecht er vergaderden.19) In de 17de Nieuwe Wetering stond op dezelfde plek eeuw lag de brug over de Vecht aan de Tekening die Turner als de herberg, die in de 20ste eeuw ‘De zuidkant van het Gemeenlandshuis en maakte bij Nieuwersluis. Bovenin staat /Newsluis Kampioen’ heette, nu ‘Het Stoute Soldaatje’. kwam uit in de huidige achtertuin. Later /geschreven, onderaan / Het dorp zelf was echter in 1817 een heel werd de brug verlegd naar de Loenense Ploughing with 4 horses. ander Nieuwersluis dan nu. Sinds 1673 kant waar tol geheven werd. /De tekst in het midden bij was Nieuwersluis een groot gebastio- de twee figuurtjes op de Jagersstal rij bootjes is moeilijk te neerd fort, dat beide Vechtoevers besloeg ontcijferen.Waarschijnlijk en deel uitmaakte van de Oude Holland- Op dit verkeersknooppunt vestigden gaat het om 'vissen met se Waterlinie. Aan Fort Nieuwersluis zo- zich natuurlijk allerlei neringdoenden. de zegen'. Dit is een als we dat nu kennen werd pas begon- In 1830 staan in Nieuwersluis onder an- staand net dat verzwaard nen rond 1850. dere geregistreerd broodbakker Jacob werd met stenen. Vervolgens werd het net Post, tapper Johannes van Bork, wagen- met mankracht aan twee Het tolhuisje stond bij het voormalige maker Jan de Rooij, winkelier Teunis de kanten ingehaald, het ze- Gemeenlandshuis. Dit gebouw bij de Rooij, timmerman Hendrik de Rooij, gentrekken. Met zo’n tien- brug is in 1703 als zodanig in gebruik ge- schoenmaker Jan van Doorn, en smid tallen meters groot net 20) werd heel rustig en gedul- nomen en was eigendom van de Heren Hendrik Brinkman. Er zijn verder vijf dig vaak een grote vangst Commissarissen van het Zand- en Jaag- gezinnen met als beroep ‘vrachtjager’, binnen gehaald. pad. Ook het Waterschap oefende van mannen die zich met een paard ver- huurden om de schuiten te trekken. Die paarden moesten gestald worden in de jagersstal aan het jaagpad, het huidige Stationsweg 14, en op 13 april 1831 ont- stond er brand in die stal. Burgemeester Joh. Sanderson van Loenen schreef de volgende dag aan de Staatsraad Gouverneur 21): “Ik heb de eer U kennis te geven dat gisterenavond omstreeks half acht ure aan de Nieuwer Sluis onder deze gemeen- te brand ontdekt werd op den zolder en in het hooi van eenen jagersstal, in gebruik van Daniel en Wouter Toppers, welke brand alras den stal verteerd hebbende oversloeg op een duivenhok en eene schutting en op de kap van een vierroeden berg, opgestapeld met drooge takkebosjes. Door spoedige hulp en ijver van de inwoners der Nieuwersluis en van de heren Willem Pieter Pook van Baggen 22) en Jan van den Andel 23), welke zich toevallig aldaar be- vonden, en door het in werking brengen van de aangebragte brandspuiten van Nieuwer- sluis, van Loenen, van Breukelen St Pieters en van Oudover, terwijl ook de brandspuiten van Vreeland en van Breukelen Nijenrode's tot blussing gereed stonden, is men gelukkig den brand spoedig meester geworden, welke bij eenen tragen bijstand en bij winderig weer al- lernoodlottigst had kunnen worden voor de daarbij staande gebouwen en brandstoffen.”

16 Tolgaarder De teloorgang van de trekschuiten be- De herbergier van de pleisterplaats was gon al in het eerste kwart van de 19de ook pachter van het tol en dit was een lu- eeuw, toen ze een deel van hun vracht cratieve onderneming. De tollen werden kwijtraakten. Een beurtschipper ver- steeds voor een periode van vier jaar ge- voerde niet alleen passagiers en goede- pacht. In de 17de eeuw was een van die ren. Hij zorgde ook voor de postbezor- welvarende pachters Abraham van ging. De schippers hadden de reputatie Dorssen 24), de schout van Loenen (dit zeer betrouwbaar te zijn.28) Die taak ver- ambt is vergelijkbaar met de huidige bur- viel met de aanleg van een wegennet gemeester). Hij was de herbergier in door Napoleon. De Amsterdamse Nieuwersluis en mocht ook tol, of gabel- Straatweg is daar een voorbeeld van. Met len 25), heffen van personen en schepen de betere wegen werd het lonend om een die de Pleijsterplaetse annex tolhuis pas- netwerk van postkoetsen op te zetten, seerden over de weg en de rivier. In een zoals Van Gend & Loos. Nadat in 1817 “Appointement” van de Heeren Gedepu- over het gehele land een net van dage- teerden van de Staten van Utrecht van 22 lijkse postritten werd ingevoerd, liep de september 1686 wordt duidelijk gemaakt verzending van brieven per trekschuit dat “alle passagiers, ’t zij deselve in ordinaire terug. beurt- ofte vrachtschuijten, ofte in andere scheepen, of schuijten alhier niet t’huijs hoor- Voor de trekschuit op de route ende, worden gevoert, het passagiegeld sullen Amsterdam-Utrecht via de Angstel was betalen, als van ouds”.26) Voorts werd veror- er nog een andere bedreiging. Vanaf donneerd dat de pleisterende schippers 1821 werd de Keulse Vaart aangelegd.29) hun passagiers duidelijk moesten maken In 1825 werd deze kortere verbinding dat zij verteringen in de Pleysterplaetse tussen Amsterdam en Utrecht in ge- van Abraham van Dorssen moesten ge- bruik genomen en de route via de bruiken. Abraham kreeg wel de verplich- Angstel was alleen nog van belang voor ting ‘ een suffisante valbrugge over de weterin- plaatselijk vervoer en kleine boten. ge te leggen’ en de wegen te onderhouden. Abraham liet op eigen kosten ook een Maar het was de aanleg van de spoorwe- brug over de Vecht bouwen en onderhield gen die de trekschuit echt de das om de jaagpaden zelfs tot aan Ouderkerk aan deed. Halverwege de 19de eeuw nam de de Amstel. Daar had zijn schoonzuster de trein het grootste deel van het personen weduwe Thieleman van Dorssen het tol en vrachtvervoer over. Op het traject van de Voetangel gepacht.27) Amsterdam-Utrecht werd de spoorlijn vanaf 1843 aangelegd en alle dorpen aan Teloorgang de oude ‘trekvaart-route’ kregen een sta- In de loop van de 19de eeuw eindigden de tion, met uitzondering van Baambrugge gouden tijden voor de tolgaarders en en Ouderkerk. ook de schippers en jagers raakten hun werk kwijt met de komst van trein en Stoomslepers stoomboot. Daarbij zullen zeker mensen In Almanakken voor de provincie zijn geweest die zonder spijt hun ‘gareel’ Utrecht is te vinden dat van 1817 tot aflegden. Voor de schippers en hun 1847 per dag drie trekschuiten naar knechten was het ondanks de zo ge- Amsterdam varen, plus elke dag een roemde regelmaat van de trekschuit, schietschuit 30) met twee paarden. Vanaf een onzeker bestaan geweest. In de win- 1848 tot 1860 vertrekt er nog slechts een ter waren de rivieren en kanalen vaak volksschuit per dag. De ooit zo geroem- dichtgevroren en kon er niet gevaren de trekschuit is dan gedegradeerd tot worden. Dat betekende dat de schippers ‘volksschuit’. Dat wil zeggen de minste zonder inkomen zaten, tenzij ze als voer- vorm van personenvervoer, goedkoper man de passagiers met een koets ver- dan een treinkaartje derde klasse. voerden.

17 In 1859 wordt voor de eerste keer in de al- Angstel volgden, lieten zich nu tot manak de dienstregeling vermeld van de Weesp slepen. Boon stond bekend ‘als een stoomboot Amsterdam-Den Bosch. Deze eerlijk en braaf ingezetene’ en besloten ging via Weesp en deed dus wel Loenen werd hem een billijke schadevergoeding aan maar niet meer Loenersloot en te geven. Wat niet wegnam dat Boon Abcoude. Vanaf 1860 worden nog slechts toch op termijn naar een andere bron (vracht)schuit en stoomboot vermeld. De van inkomsten moest gaan omkijken. De benaming volksschuit is dan helemaal jagerij kwam niet meer terug en de vechtkroniek 37 vervallen. Blijkbaar was er geen person- scheepvaart werd steeds grootschaliger. envervoer meer voor de beurtschipper met een trekschuit. Men pakte liever de Kwiek trein of de stoomboot.31) De jagers en schippers waren met hun gezinnen eeuwenlang afhankelijk van Toch passeerden nog wel vrachtschepen de trekvaart. Daarbij hebben ze het niet met paarden bij de tollen, maar ook dat makkelijk gehad. John Dehe schreef in liep af: de stoomboot op de Vecht kreeg 2005 over de organisatie van de trek- in 1878 gezelschap van stoomslepers. In vaart in Noord Holland, met de nadruk dat jaar was Willem Boon pachter van de op het wel en wee van de schippers. Als tol in Nieuwersluis. Hij diende een re- rode draad lopen de zorgen om hun in- quest in, vier maanden nadat de eerste komsten door zijn verhaal. Hoewel er in stoomsleper was gaan varen van Utrecht het begin voldoende reizigers waren, lie- naar Weesp. Daarin vroeg hij om een pen de kosten van ‘een duur gekocht veer’ schadevergoeding wegens de verminder- en onderhoud hoog op. Een ‘slaafsch en de opbrengst van de tollen. Tol werd be- ongezond bedrijf’ was de verzuchting van taald per passerend paard plus schip en deze schippers. de stoomslepers waren vrijgesteld van tol. Er voeren inmiddels vier boten en In de Engelse reisgids uit 1838 is te lezen een tweede stoomsleepdienst zou eerst- dat er langs de Vecht ook wel ‘jagers’ met daags beginnen. “Dat hierdoor de Jagerij arbeidsvreugde waren. Bij nadering van langs de Vecht, eene gevoelige slag heeft on- de stad Utrecht was het jaagpad niet dervonden en dagelijks al meer ondervindt, overal even goed begaanbaar. De huizen Appointement van daar de stoomslepers treinen van 6 à 7, ja langs het Zandpad stonden dicht aan Gedeputeerde Staten van 32) Utrecht met regels voor soms van 9 schepen achter zich voeren”. Ook het water en het pad werd te smal voor trekschuitpassagiers, kleinere schepen, die vroeger vanaf een paard. De paardenkracht werd ge- 1686. Nieuwersluis de binnenvaart langs de ruild voor een op het eerste gezicht niet zo geschikte plaatsvervang- ster: een oude vrouw. Ze blijkt echter de boot voort te trekken tot in het cen- trum van de stad: ‘opgewekt, zonder veel moeite en met kwieke tred’.

Mieke Kennis

18 NOTEN: vallen op Nederlands grondgebied bleek het huurle- 1. Letterlijk staat er: “Nieuwersluis: Passengers by the ger zeer onbetrouwbaar te zijn. Was het geld op of trekschuit are here invited to purchase a plateful of waren ze overbodig, dan werden ze afgedankt. De al- fried eels, which are very well cooked at the inn, and lerbeste huursoldaten waren de Zwitsers. Het deserve to be recommended to the notice of the spreekwoord zegt: ‘Geen geld, geen Zwitsers’. gourmand”. 17. Dort Sketchbook 1817, afbeelding D13116, Finberg 2. De titel van de reisgids luidt: A hand-book for travel- number CLXII 63a, Ploughing with Four Horses. lers on the continent: being a guide through Holland, 18. A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Belgium, Prussia and Northern Germany. In zijn ge- Nederlanden 1845 heel te lezen op internet (books.google.nl) 19. Op prenten van rond 1800 zijn deze wapens nog niet 3. Omstreeks 1448 werd de Nieuwe Wetering bij aanwezig. Nieuwersluis gegraven: zie Vechtkroniek nummer 18 20. Register van ingezetenen van Loenen 1830. (mei 2003), 3-6. Zie ook het artikel ‘Landgoed 21. Utrechts Archief, Toegang 79, inv. nr. 5771/16 (met Hofstede-Sterreschans’ in deze aflevering. dank aan W.Timmer, Abcoude). 4. Zie hiervoor: John Dehé, “Een slaafsch en ongezond 22. Van 1827 - 1837 was deze Willem Pieter Pook van bedrijf": de geschiedenis van het openbaar vervoer in Baggen eigenaar van de buitenplaats Nieuwerhoek Waterland, 1630-1880 , Uitgeverij Verloren 2005. en het terrein van het verdwenen buiten Beereveld. In 5. John Murray noemt deze planten in zijn reisgids de 1811 werd Beereveld gekocht door zijn vader Menyanthes nymphceoides en Senecio paludosus. Abraham Pook van Baggen, bonthandelaar te 6. Alle boekjes zijn pagina voor pagina door te bladeren Amsterdam en eigenaar van plantages in Demerary. op de website van de Tate Collection: Hij woonde zomers zelf op zijn buiten Langge- www.tate.org.nl; zoekterm: turner sketchbooks. In wenscht op Oud Over (Loosdrecht). Hij liet de buiten- de National Gallery in Londen is momenteel –tot 12 plaats Beereveld afbreken. Het terrein werd als wei- juni- een tentoonstelling over Turner te zien. land in gebruik genomen waarbij de vijvers nog ble- 7. Deze zijn uitgebreid beschreven door Fred G. H. ven bestaan. In 1828 heeft zijn zoon Willem Pieter Bachrach in Turner’s Holland, 1994 (ISBN 1 85437 Pook van Baggen de grond laten egaliseren en de vij- 140 1). vers gedempt. Nicolaas Jan Pook van Baggen was 8. Turner liet een groot fortuin na, dat hij bestemd had van 1835-1846 de eigenaar van Rupelmonde. om "decaying artists" oftewel noodlijdende kunste- 23. Gemeentesecretaris van Vreeland. naars, te ondersteunen. Zijn collectie schilderijen ver- 24. Abraham van Dorssen trouwde 10 juni 1660 in viel aan de Britse overheid, en hij wilde dat er een Vreeland met Neeltje Roelen van Meerwijck, geboren speciale galerie zou worden gebouwd om deze op te in Loenen. Zijn achternaam is afkomstig van de ne- hangen. Dit kwam er echter niet van, vanwege een derzetting ‘Dorssen’, die in de 7de/8ste eeuw op de ruzie tussen zijn erfgenamen over de rechtsgeldig- plek van het huidige Vreeland lag. heid van zijn testament. Twintig jaar na zijn dood wer- 25. Dat waren de heffingen op goederen die de tol pas- den de schilderijen overgedragen aan het British seerden, zoals op bier, turf, voedsel, etc., waarvoor Museum. Deze collectie, die bestaat uit 300 olieverf- men per vat, mud of wat voor inhoudsmaat dan ook schilderijen en rond 30.000 schetsen en aquarellen, een vastgesteld bedrag aan gabelle = tol moest be- waaronder 300 schetsboeken, zijn momenteel on- talen. derdeel van de Tate Collection. 26. Genealogisch onderzoek P. van Dorssen. 2009. 9. Dort Sketchbook 1817, afbeeldingen D13110 t/m 27. Abraham werd opgevolgd door zijn zoon Jacob, die D13120, Finberg number: CLXII 63 a. tot 1719 ‘tollenaar’ was in Nieuwersluis. 10. De ruïne van Slot Abcoude lag 1 km ten zuiden van 28. ‘De Veerschipper’, in: Hildebrand (Nicolaas Beets), Abcoude in de Slotpolder. Camera Obscura, circa 1840: “Ook een mondelinge 11. Holland Sketchbook 1825, afb. nr. D19072, Finberg boodschap, een onverzegelde brief, een grote som number: CCXIV 118. gelds, of een kostbaar meubel kwam ongeschonden 12. In 1832 was Theodorus Galesloot, logementhouder, aan.” eigenaar, kadastrale aanduiding A 29/35. 29.Voor die tijd werd voornamelijk gebruik gemaakt van 13. In 1832 was Johannes Walbeek daar tapper. Kad. bestaande waterwegen. De vaarroute volgde achter- Atlas: sectie A nummer 68. Hij was ook eigenaar van eenvolgens de Amstel, Weespertrekvaart, Gaasp, flinke percelen weiland langs de Angstel. Smal Weesp, Vecht, de Utrechtse Stadsbuitengracht 14. Dort Sketchbook, afbeelding D13116, Finberg num- en de Vaartsche Rijn. De wateren werden verbreed en ber: CLXII 63 a. verdiept. Bestaande sluizen werden vernieuwd en de 15. Lambert Rijckxz. Lustigh (Huizen 18 april 1656- bruggen beweegbaar gemaakt. Na enkele decennia Huizen 18 december 1727), landbouwer en schepen voldeed de Keulse Vaart al niet meer. In 1881 werd te Huizen. Lustigh had belangstelling voor geschie- met de aanleg van het Merwedekanaal begonnen denis van het Gooi. Hij werd bekend door zijn dag- 30. De aanlegplaats in Utrecht van de schietschuiten boek en aantekeningen van gebeurtenissen in naar Amsterdam was volgens de Almanak van 1817 Gooiland, zowel eigen waarnemingen als wat hem ter “Tusschen de Vie- en Jacobibrug voor ’t Wet.” ore is gekomen, vooral over ziekte en dood van het 31. Tot in de 20ste eeuw werd personenvervoer tussen de vee, en de geneesmiddelen daartegen. Vechtdorpen verzorgd door een stoombootje. 16. De Oranje Stadhouders, (en ook nog Koning Willem 32. Zie hiervoor: Vechtkroniek nummer 21 (november I), hadden een soort vreemdelingenlegioen. Zo’n 2004), pag.13. huurleger kon vooral worden ingezet bij binnenland- se rellen of opstanden. Bij werkelijke aanvallen en in-

19 Rijzicht: Van Buitenplaats tot Volkshuisvesting

vechtkroniek 37 Als je aan het eind van de negentiende overigens zonder dat de naam vermeld eeuw komende vanuit de richting wordt. Loenersloot over de Rijksstraatweg (toen In 1864, het jaar dat wij de draad oppak- nog Slootdijk geheten) het dorp Loenen ken in de historie van deze buitenplaats, binnenging, zag je aan de linkerkant het was dat niet meer het geval. Na het overlij- buiten Rijzicht. Vanuit de huidige situatie den van Wijnand Calkoen was zijn wedu- bezien besloeg deze buitenplaats het ge- we Maria Cornelia Petronella Walraven, in bied vanaf de Prinses Beatrixweg tot Het 1839 eigenaresse geworden. Bij het klim- Hoefijzer en in de diepte strekte het tot de men van de jaren nam haar behoefte aan helft van de Koningin Wilhelminaweg. Er een buitenverblijf kennelijk af en op 25 tegenover, op de plaats waar nu de door- april 1864 liet ze de buitenplaats, inclusief gang tussen de C1000 en het Vecht & de vier daglonerwoningen, veilen. De vei- Angstel kerkgebouw is, stond een rijtje ar- ling werd gehouden in Het Oude Zijds beiderswoningen, het zogenaamde Doc- Heeren Logement op de Grimburgwal in tershofje.1 ) Volgens de kadastrale gegevens Amsterdam, koper werd voor f 7.450,- : uit 1832 2) was Wijnand Calkoen toen eige- Johannes Hubertus van der Meer Mohr (Goes naar van zowel het buiten Rijzicht, omvat- 1826; eigenaar Rijzicht 1864 - 1871). tend de nummers 225: tuin, 225a: koepel, In 1853 had hij zich na afsluiting van zijn 226: huis en plaats, 227: boomgaard, als studie geneeskunde 3) in Loenen geves- van het Doctershofje, vier kleine daglo- tigd. In 1855 trouwde hij met Jenetta nerwoningen, de nummers 156 t/m 159 Adriana Blom (Gorinchem 1829), in de aan de overkant van de weg. De situatie daarop volgende jaren werd het gezin met was toen aldus: zeven kinderen uitgebreid. Behalve dat Van der Meer Mohr intellectueel nogal Buitenplaats wat in zijn mars had, was hij ook op maat- Calkoen was rentenier met als woonplaats schappelijk gebied zeer actief waarbij hij Amsterdam. Hij gebruikte Rijzicht dus er voor die tijd zeer progressieve ideeën op kennelijk als buitenverblijf, een echte bui- na hield. Hij was vegetariër, anti militarist tenplaats dus om zelf te verpozen of gas- en ondersteunde onder andere de door ten te ontvangen. Op de Nieuwe Kaart van Frederik van Eeden gestichte socialisti- Loenen die Omstreeks 1726 door C.C. van sche tuinbouwcommune Walden.4) Hij Bloemswaerdt werd vervaardigd is nam ook deel aan het culturele leven in Rijzicht ook als buitenplaats herkenbaar, Loenen, zo was hij actief lid van het lees- 5) Kadastrale kaartjes van de gezelschap “Tot Nut en Vermaak”. situatie van de vroegere Kennelijk zocht hij meer armslag dan het buitenplaats Rijzicht. artsenbestaan hem in Loenen kon bieden en accepteerde hij in 1871 de functie van stadsgeneesheer in Doesburg. Rijzicht werd, zonder de vier woningen, op 17 maart van dat jaar voor f 7.000,- verkocht Slootdijk - Rijksstraatweg aan de Amsterdamse tabakshandelaar Hendrik Deenik (Culemborg 1813; eigenaar 1871 - 1872). Het buiten werd in de transpor- takte 6) omschreven: zie afbeelding op pa- gina 22.

20 Deenik woonde met zijn echtgenote Anna Waarschijnlijk betreft het hier Salvador De verdwenen buiten- Maria Rahé (Amsterdam 1823) slechts kor- Henri de Vita, ook bekend als Semuel plaats ‘Rijzicht’ aan de Straatweg, gezien vanuit te tijd op Rijzicht. Al op 14 september 1872 Heim Israël de Vita. Samen met zijn zwa- het dorp Loenen in de vertrokken ze naar Nieuwer Amstel en ger Alexander de la Mar, die ook nog eni- richting van Loenersloot. werd Rijzicht, wederom voor f 7.000,- ver- ge tijd in Breukelen woonde, oefende hij Foto omstreeks 1905. kocht en wel aan: Bastiaan van Gogh (Den gedurende een aantal jaren een “Vennoot- Coll.: W. Mooij. Haag 1832; eigenaar 1872 - 1873). Van Gogh schap Commissiehandel” uit en later: “Finan- was op dat moment adjunct commies tieel Advertentiebureau De la Mar en De Vita”. tweede klasse bij het provinciaal bestuur Hoewel De Vita het huis langer in eigen- van Zuid Holland. Onmiddellijk na zijn dom had dan zijn voorgangers is er over huwelijk met de koopmansweduwe eventuele activiteiten hier niets bekend. Catharina de Jongh van Arkel (Kesteren In het bevolkingsregister van Loenen is hij 1832) betrok hij met zijn echtgenote de niet terug te vinden en bij verkoop gaf hij buitenplaats. Ook deze bewoning duurde nog steeds als woonplaats Amsterdam op, niet lang. Bij zijn verhuizing naar Loenen hij zal Rijzicht waarschijnlijk weer als had hij zijn baan in Zuid Holland opgege- “buiten”gebruikt hebben. Hoe dit ook zij, ven maar even later zocht hij toch voort- in 1881 voor f 11.500,- verkocht hij Rijzicht zetting van zijn ambtelijke carrière en wel aan de Loenense notaris Evert van Beusekom in het Gelderse Renkum. Later zou hij nog (Loenen 1841; eigenaar 1881 - 1900). Evert gemeente ontvanger worden in Gouda. trouwde in dat jaar met Sara Antoinetta Rijzicht werd dus op 19 oktober 1873 al- Wesseling (Tiel 1858). Met hem werd een weer verkocht en weer voor f 7.000,-. autochtone Loenenaar eigenaar van de Blijkens de akte was de naam van het huis buitenplaats. Hij was zijn vader Ernst van inmiddels veranderd in “Catharinaburg”7) Beusekom 8) in 1871 opgevolgd als notaris maar dat werd na het vertrek van deze in Loenen. Een jongere broer van hem, Catharina weer als vanouds Rijzicht. De ook een Ernst (1848), was hier gemeentese- nieuwe eigenaar was de Amsterdamse cretaris en wethouder en woonde een aan- commissionair in effecten Salvador de Vita tal jaren op Bosch en Vecht, nu Oud Over (Amsterdam 1841; eigenaar 1873 - 1881) 5. Evert en Sara kregen in de tijd dat ze op

21 vechtkroniek 37

Gedeelte van de verkoop- acte van het buitenverblijf ‘Rijzicht’, dat op 17 maart 1871 door Johannes Hubertus van der Meer Mohr, medicinae docter (huisarts te Loenen) is verkocht aan Hendrik Deenik, koopman te Amsterdam.

Rijzicht woonden 9 kinderen die op ver- koffie was. Kennelijk beviel het de familie schillende plaatsen in de wereld terecht hier zo goed dat zijn oudere broer Pieter zouden komen maar niet in Loenen. In Marinus (Utrecht 1861) zich hier in 1906 1898 droeg hij om ons onbekende reden ook vestigde: hij kocht in dat jaar de bui- het notariaat in Loenen over aan Frederik tenplaats Nieuwerhoek. Na het plotselin- August Hekmeijer om vervolgens tot 1912 ge overlijden op 25-jarige leeftijd van hun als notaris in Utrecht actief te blijven. Hij zoon in 1920 en het huwelijk van hun verkocht Rijzicht op 20 april 1900 voor f oudste dochter in 1921 verhuisde het ge- 8.500,- aan Johannes Willem Hendrik Adèr zin naar Haarlem. Het huis kwam in han- (Utrecht 1863; eigenaar 1900 - 1921) den van alweer een Amsterdamse koop- Die kwam toen met zijn echtgenote man en wel: Catharina Elsje Goedkoop (Amsterdam Petrus Henricus Franciscus Marie Smithuijzen 1875) en twee jonge kinderen (een derde (Loenen 1875; eigenaar 1921 - 1923) 9). Hij tel- zou in 1901 in Loenen geboren worden) de er het voor die tijd enorme bedrag van uit Amsterdam, alwaar hij makelaar in f 38.000,- voor neer. Mogelijk was het pand

22 inmiddels wat uitgebreid en ook voorzien ren 19 april - 3 mei 1923). Zij waren actief als Huize ‘Rijzicht’, gezien van van de nieuwste snufjes, zoals electrici- respectievelijk makelaar te Bussum en di- de kant van Loenersloot in de richting van het dorp. teit. De koopsom was inclusief: de geheele recteur van N.V. Maatschappij De Een- Het huis rechts is het be- electrische aanleg - zonder de lampen -, de dracht tot exploitatie van onroerende goe- gin van het Doctershofje. warmwater installatie met vast fornuis, deren te Amsterdam. Geen potentiële Loene- Foto omstreeks 1925. twee vaste waschtafels, het bad, de huiste- naren: al op 3 mei droegen zij de eigendom Coll.: W. Mooij. lefoon, de losse jaloezieën, de kast en de met een prettige winst voor f 21.000,- stellage in de provisiekamer en de kachel over aan: Louis Bernhard Joseph Gorris in de uitgebouwde kamer. Het zou niet (Amsterdam 1876; eigenaar 1923 - 1933) . Hij goed gaan; al snel bleek dat de hypothee- zou de laatste eigenaar van het huis wor- klasten niet opgebracht konden worden. den. Na zijn overlijden op 13 april 1933 Op 19 april 1923 zou de executie veiling bood zijn weduwe, Maria Helena Louisa in De Kampioen (tegenwoordig Het Stoute Scharff (Amsterdam 1889) de gemeente Soldaatje) in Nieuwersluis plaatsvinden. aan om over verkoop te onderhandelen. Dat bracht de tongen in Loenen behoor- Deze gaf echter aan geen belangstelling te lijk in beweging. Nog op 18 april werd er hebben. De Weduwe Gorris vertrok daar- in de gemeenteraad over gesproken waar- op in juni 1934 met haar moeder, tuin- bij een aantal opties de revue passeerden: man Jan van der Vliet, zijn vrouw Alle- het huis zou verhuurd kunnen worden en gonda C. Versloot en hun zoon Arie in de tuin zouden een aantal “villaatjes” Cornelis naar huize “Norel” in Epe. Het ge- gebouwd kunnen worden, ook zou de zin Van der Vliet zou zich overigens enke- nieuw te bouwen huishoudschool er ge- le jaren later weer naar Loenen terugke- vestigd kunnen worden. De gemeente be- ren en zich aan de Mijndensedijk vestigen. sloot op de veiling tot maximaal f 17.000,- Arie Cornelis trouwde op 19 augustus mee te bieden. Het liep echter anders: ei- 1953 met Sara Maria (Saartje) de Haan. genaars werden voor f 19.200,-: Willem Over de buitenplaats Rijzicht was het Langhout en Willem Cornelis Deenik (eigena- doek inmiddels gevallen.

23 Plannen eerste woningwetwoning, Koningin Wil- Zoals het vaak ging bij de buitenplaatsen helminaweg 1, door Elema opgeleverd en die in de loop der jaren verdwenen zijn, betrokken door het gezin F. Jansen. Kort werd ook deze aangekocht door een plaat- daarna volgden de gezinnen E. Lukassen, selijke timmerman - aannemer die het A. Limburg, P. Fakkeldij en P. van Riet op vrijkomende bouwmateriaal opnieuw ge- de nummers 3 tot en met 9 12). Daarmee bruikte of doorverkocht, evenals de vrijko- was de eerste stap gezet om te komen tot mende grond. In dit geval was dat C.J. behoorlijke huisvesting voor de sterk vechtkroniek 37 Elema die zijn bedrijf uitoefende bij het groeiende bevolking van het dorp. huidige Rijksstraatweg 107. Het huis werd gesloopt maar met de grond gebeurde Willem Mooij voorlopig niets. Plannen waren er wel, zo Wim van Schaik werd al in 1936 door L. Appel jr. uit Loenen en J. Gerwig uit Utrecht een plan inge- diend om op het vrijgekomen terrein 28 NOTEN: 1. Voor een afbeelding van dit hofje: zie Vechtkroniek woningen te realiseren. Het is er niet van nummer 31, p. 10. gekomen. Wel werden door Elema een 2. Stichting Kadastrale Atlas Provincie Utrecht c.s.: aantal panden langs de Rijksstraatweg ge- Loenen in 1832, grondgebruik en eigendom, bouwd, te beginnen met nummer 118 en Kadastrale Atlas Provincie Utrecht 14, Utrecht 2007. 10) 3. Cum laude op 28 januari 1853 in Utrecht bij F.C. 120 en zo vervolgens in de richting van Donders op een proefschrift getiteld “Casus Morborum de Prinses Beatrixweg. Het terrein daar- Cerebri”. achter bleef voorlopig braak liggen. 4. De site www.humanisme.nl/personen noemt als orga- nisaties waarbij hij betrokken was: Nederlandse vege- Volkshuisvesting tariërsbond, Internationale Broederschap, Rein Leven Beweging en als periodieken: Vegetarische Bode, Inmiddels was de gemeente begonnen Berichten over Dienstweigering, Vrede, Vrede met het maken van “uitbreidingsplan- Tijdschrift, De Vrije Mensch, Levenskracht. nen”, voorlopers van de huidige bestem- 5. In Vechtkroniek nummer 34 verscheen een artikel over mingsplannen. Nadat zo’n plan om het dit gezelschap. 6. RHCVV te Breukelen, Archief notarissen Loenen, Akte weiland van Kronenburg te bebouwen d.d. 17 maart 1871, verleden voor notaris Evert van 11) een zachte dood was gestorven viel het Beusekom te Loenen. oog op het terrein van Rijzicht. Door de 7. Idem, Akte d.d. 19 oktober 1872. oorlogsomstandigheden bleef het voorlo- 8. Deze Ernst (Vreeland 1810 - Loenen 1877) was een pig nog bij een vaag idee maar na 1945 zoon van Evert van Beusekom die aanvankelijk het lo- gement in Vreeland (tegenwoordig De Nederlanden) en werd er met name vanuit de provincie later het Raadhuis van Kronenburg uitbaatte. Ernst be- Utrecht op aangedrongen er serieus werk gon als medewerker van notaris Sanderson en zette na te maken. Na enige vertraging kwam er diens overlijden het notariskantoor voort. Ook was hij een plan op tafel dat op 28 december 1949 griffier van het Vredegerecht in Loenen en wethouder/loco burgemeester. Dat ook deze “hoge door de gemeenteraad werd vastgesteld. boom” (hij was ook nog ridder in de Militaire Naar het terrein waarop het betrekking Willemsorde) veel wind ving blijkt uit een anoniem schrij- had kreeg het de naam “Rijzicht”. Nadat op ven aan de Commissaris des Konings d.d. 16 oktober 29 november ook Gedeputeerde Staten 1865 waarop wij door de heer Wim Timmer uit hun goedkeuring hadden gegeven kon de Abcoude attent werden gemaakt. Daarin werd hij ervan beschuldigd ondanks een toen geldend vervoersver- nodige grond worden aangekocht. Na in- bod vee uit de besmette provincie Utrecht naar de pro- terventie van het Prijzenbureau voor vincie Noord Holland had laten overbrengen. Onroerende Zaken, een rijksorgaan dat 9. Hoewel hij in Loenen is geboren hebben we hier geen toezicht hield op dit soort gemeentelijke verdere informatie over hem kunnen vinden, zijn beide ouders waren ingezetenen van Amsterdam. transacties, werd het benodigde terrein 10. RHCVV, Bouwvergunning Loenen 1936, nummer 304. 2 voor een prijs van f 1,25 per m van Elema 11. Zie hiervoor Vechtkroniek nummer 15, p. 24-25. gekocht. De grond werd vervolgens over- 12. René Tukker, Hans de Boom, Gera Helling- Zeisseink, gedragen aan de op 19 februari 1948 opge- Toos Menke- van Zwol, Rien Menke: 50 jaar Sociale richte woningbouwvereniging “Loenen Woningbouw Gemeente Loenen, Loenen z.j. aan de Vecht” zodat met de bouw kon wor- den begonnen. Op 27 mei 1949 werd de

24 Daniël Gerard van der Burgh (1755-1824) en zijn bezittingen in Loenen en Loenersloot*

Daniël Gerard van der Burgh (onder meer afstand woonde sinds 1803 Daniël Gerard heer van Kronenburg en heer van Ameide van der Burgh in het kasteel Kronenburg en Tienhoven) was de zoon van Gerard van in . Het ligt voor de der Burgh (oud kanunnik van het kapittel hand dat Daniël Gerard zijn toekomstige van de Dom in Utrecht) en Anna Aletta vrouw Sibilla Martini bij haar broer heeft Varlet. Hij werd geboren op 26 juni 1755 in ontmoet. Sibilla Martini was bepaald niet Amsterdam en ging op 21-jarige leeftijd onbemiddeld. Op 8 maart 1794 kreeg zij rechten studeren in Utrecht. Reeds een uit de erfenis van haar grootmoeder der- jaar later promoveerde hij op een disserta- tig obligaties van duizend gulden ten las- tie over Romeins en hedendaags recht, ge- te van de provincie Holland en West- titeld: Specimen juridicum de jure jurando ex- Friesland. tra judiciali (Juridische verhandeling over de buitengerechtelijke eed). Daniël Gerard overleed op 19 maart 1824 in Utrecht. In de overlijdensannonce Zijn eerste en tweede huwelijk schreef Sibilla: ‘Het heeft den hoogen God, in In 1794 trouwde hij op bijna veertigjarige wiens hand het lot is van alle stervelingen, be- leeftijd met de even oude Ignatia Maria haagd, gisteren avond ten vijf uren mijne teder- Bichon, de weduwe van Mr. Jan Wijnand geliefden Echtgenoot, den wel-Ed. Daniël Ram, heer van Oosterwijk, Herlaer en Gerard van der Burgh, Heer van Kroonenburg, Ameide. Ignatia bracht twee dochters uit Ameiden, enz. Lid der Provinciale Staten van haar vorige huwelijk mee: de negenjarige Utrecht, en Raad dezer stad, in de ouderdom Bartha en de zesjarige Albertina. Na een van acht en zestig jaren en bijna negen maan- huwelijk van 16 jaar stierf zij op 19 juli den, na eene sukkelende ongesteldheid en veel 1810 ‘aan eene Zenuw-Koorts en bijkoomend lijden, door eenen nu toch onverwachten dood verval van krachten’. tot zich te nemen’. Op 8 oktober1812 hertrouwde de 57-jarige Daniël Gerard van der Burgh in ‘s- Van der Burghs openbare functies Kasteel Kronenburg, Hertogenbosch met de 47-jarige Sibilla In 1817 werd Daniël Gerard van der Burgh circa 1676 Martini. Zij was een dochter van Anthoni Martini, oud-pensionaris van de Brabant- se hoofdstad en de generaalsdochter Eva Maria Buys. Sibilla had een tweelingbroer Paulus Hubert, die vele vooraanstaande functies bekleedde: kanunnik van het ka- pittel van Sint Marie te Utrecht, advocaat van de raad van Brabant, commissionair in effecten te Amsterdam, lid van de raad en vroedschap in Amsterdam en lid van de Grote Vergadering van Notabelen in 1814. Paulus Hubert Martini was ge- trouwd met Geertruyd Johanna Antonia Strick van Linschoten op 24 oktober 1791. In 1806 erfde Geertruyd het kasteel Loenersloot van haar vader Andries Jan Strick van Linschoten. Op een steenworp

25 vechtkroniek 37

Kasteel Loenersloot

lid van de raad van Utrecht en in 1820 de middeleeuwen werd een vicarie ge- werd hij ook lid van de Provinciale Staten. sticht op een bepaald bijaltaar in de kerk. Tot zijn overlijden in 1824 was hij van bei- Het ging om een fonds, waaruit de vicaris, de bestuurscolleges lid. Naast deze twee een priester, werd betaald om tot in leng- functies was hij advocaat van het Provin- te van dagen de Heilige Mis te lezen voor ciaal Hof te Utrecht. Ook was hij kanun- het zielenheil van de stichter(s) en zijn fa- nik ten Dom; dit betekende dat hij lid was milie. Het fonds bestond meestal uit stuk- van het bestuurscollege of kapittel van de ken land. De inkomsten (uit pacht) van Dom in Utrecht. Het jaarlijks inkomen een vicarie werden besteed ad pios usus - van een kanunnik was een prebende. Dit vrome doeleinden - bijvoorbeeld voor de zijn kerkelijke inkomsten, die beneficiën armenzorg, voor de kosterij, voor de oplei- en ook wel vicarieën worden genoemd. In ding van arme priesters en voor de bet- aling van de kanunniken. Sepiatekening van Jurriaan Andriessen (1742-1819) met de voor- Onroerend en roerend goed stelling van een man die In 1803 kocht hij voor honderdzeventig- door ‘Chambre obscur’ duizend guldens het huis en de heerlijk- kijkt. heid Kronenburg in Loenen aan de Vecht van de erfgenamen van mr. IJsbrand Kieft Balde: namelijk van diens dochters Sophia Johanna, Regina Catharina en Anna Adriana Kieft Balde. Het huis was in goede staat en Daniël Gerard liet een mooi park en vijvers aanleggen. Na de dood van Daniël Gerard van der Burgh op 19 maart 1824 werd al op 17 juli van dat zelfde jaar ten overstaan van de notaris Nicolaas Buddingh in Utrecht Kronenburg geveild. Het werd in de veilingcatalogus als volgt omschreven: ‘Het van ouds beroemd en aanzienlijk Huis en Slot van Kronenburgh, voorzien van tien ruime kamers, mitsgaders drie kabinetjes, domestie- ken kamers, ruime keuken en zeer spacieuse

26 kelders, en bovendien eene buitewone groote en rijk gestucadoorde zaal, met twee fraaie schoor- steenen;- voorts Tuinmanswoning, ruim Koetshuis, met een tuigenkast, daarnaast de stal voor zes paarden, met steenen kribben, pomp en gootsteen;-boven een en ander een rui- me zolder tot berging van hooi en stroo;-nog ter zijde de voorschreven stal een gemetselde mest- bak. Wijders de Oranjerie, bestaande in een ex- tra ruime zaal, en daarnevens nog een vertrek met een marmeren schoorsteenmantel voorzien en gestucadoord, en boven het geheele gebouw eene ruim doorloopende zolder. En zulks met de Boomgaarden en Moestuinen, om hetzelve Huis en Slot gelegen, te zamen groot 4 Bunders 82 roeden en 83 ellen, voorheen geweest een onster- felijk erfleen. Zijnde de plaats in den nieuwste smaak aangelegd en met vele vreemde heesters bepoot; terwijl bij dit goed behooren de boom- en tusschen de twee bruggen achter Kronenburgh. Aan hetzelfde goed behoort bovendien een nieuw getimmerde en overdekte ruime Bank in de Gereformeerde kerk te Loenen; alsmede een Catalogus van de veiling Bank voor de domestieken, en eene aanzienlij- van de schilderijen van Daniël Gerard van der ke grafkelder in het koor der genoemde kerk’. Burgh, gehouden op 6 september 1824 in De erven van Daniël Gerard van der Burgh het slot Kronenburg verkochten het kasteel met een aantal ka- te Loenen. vels grond aan Abraham Dubois, koop- Ameide veilen, maar niet de heerlijkheid man te Amsterdam. De nieuwe eigenaar Ameide en het stadhuis! Het slot Herlaar had één grote wens en dat was burgemees- en de heerlijkheid Tienhoven bij Ameide ter worden van Loenen. De inwoners van (thans gemeente Zederik, ZH) werden op Loenen waren daar echter faliekant op te- dezelfde veiling te koop aangeboden door gen en de benoeming ging niet door, on- de erven Ram-Bichon. Hieruit kan men af- danks alle moeite die Dubois ervoor deed. leiden dat Daniël Gerard van den Burgh Abraham Dubois was hierover naar ver- en Ignatia Maria Bichon op huwelijkse luidt zo woedend, dat hij verhuisde en het voorwaarden getrouwd waren. Het echt- in verval geraakte kasteel liet slopen. Het paar Van der Burgh prefereerde blijkbaar gehele complex verkocht hij in 1836 aan als residentie Kronenburg boven Herlaar. Hermanus van Os, die het enkele maan- De veiling werd uitgevoerd op verzoek van den later in een openbare veiling in diver- Daniël Gerard van der Burgh en de zwa- se kavels doorverkocht aan nieuwe eigena- gers Paulus Adriaan Beelaerts van ren. De titel ‘heer van Kronenburg’ met de Blokland, getrouwd met Bartha Theodora daaraan verbonden rechten en plichten Maria Ram, en Laurent Théodore Nepveu, ging over naar mr. Jacobus Henricus van getrouwd met Albertina Helena Elisabet Reenen. 1) Ram.

Verkoop van bezittingen te Ameide Veiling van de schilderijenverzameling Daniël Gerard van den Burgh kocht op 3 van Daniël Gerard van der Burgh januari 1811 de heerlijkheid Ameide en Op 6 september 1824 vond op het slot het stadhuis van Ameide. Ruim twee Kronenburg te Loenen de veiling plaats maanden later liet hij zijn bezittingen in van de schilderijenverzameling van

27 Maar over het algemeen had Daniël Gerard de ‘kleinere meesters’ als: Willem van Aelst, Joost de Beer, Andries Both, Quiringh van Brekelenkam, Barent Gael, Pieter de Ring, Leonard Bramer, Jan Wijnants, Thomas Wijck, Claes Molenaar en Jan Miense Molenaer. Volgens de veilingcatalogus waren 37 schilderijen niet gesigneerd. Van geen van de 198 schilderijen zijn de afmetingen ge- geven, en de omschrijvingen zijn zeer summier. Aan de hand van deze gegevens is het haast onmogelijk schilderijen te identificeren. Ten slotte wil ik u nog op een opmerkelijk feit attenderen: op 17 juli 1824 wordt Kronenburg geveild, maar de schilderijen worden pas op maandag 6 september 1824 in Kronenburg aan de man gebracht!

De portretten van het echtpaar Van der Burgh-Martini Beide portretten zijn geschilderd door de Waalse schilder François Xavier Joseph Jacquin. Hij werd in 1756 in Brussel gebo- ren. In 1768 wordt hij vermeld als leerling Condities waaronder de Daniël Gerard van der Burgh. Uit de vei- aan de Academie te Brussel. Hij genoot verkoop van de schilderij- lingcatalogus blijkt dat hij een omvangrij- een verdere opleiding aan de Academie te en plaatsvond. ke schilderijenverzameling bezat van 198 Antwerpen en in het atelier van H.J. stuks, die in twee kamers van kasteel Anthonissen. Hij vestigde zich in 1775 te Kronenburg hingen. In de eerste kamer Leuven en ging verder in de leer bij L. hingen 138 schilderijen en de 60 resteren- de in de tweede kamer. Bovendien werden er nog een vijftien beelden, een micro- scoop en een openslaande ‘Chambre ob- scur’ ingebracht. In de catalogus wordt de collectie bespro- ken op 32 pagina’s: dertig pagina’s zijn ge- wijd aan de schilderijen en twee pagina’s aan de beelden. Daniël Gerard van der Burgh had een voorliefde voor landschap- pen (80 stuks), stillevens (29 stuks) en bij- belse voorstellingen (20 stuks). Hij had een portret van een heer van Frans Hals, een riviergezicht van Jan van Goijen, een land- schap van Salomon Ruijsdael, een paar jachttaferelen van Philips Wouwerman, een drietal portretten van Michiel van Miereveld, twee bijbelse voorstellingen van onbekende Rembrandt leerlingen, drie landschappen van Nicolaes Berchem, een landschap van Albert Cuyp en een Portret van Sibilla Martini. genre schilderij van Gerard Dou.

28 * Met toestemming van de auteur verkort door redactie- Portret van Daniël lid Sander Griffioen. Dit artikel verscheen in onverkorte Gerard van der Burgh. vorm in: Nieuwsblad. Historische Vereniging Ameide en Tienhoven, 21ste jrg, nummer 4, dec. 2010, p. 40-50. De redactie is de auteur zeer dankbaar voor toestemming tot selectie van onderdelen die speciaal op Loenen en Loenersloot betrekking hebben. Het oorspronkelijke artikel biedt ook veel gegevens over de bezittingen van Van der Burgh te Ameide en omstreken, diens positie als vooraanstaand bestuurder, de bezittingen in Suriname, enz.

NOTEN: 1. Zie voor de koop en verkoop van het huis Kronenburg: Vechtkroniek nummer 20 (mei 2004) pag. 21 (‘Heren en vrouwen van Kronenburg’, deel 3-slot) en Vecht- kroniek nummer 7 (mei 1997), pag. 7-11 (‘Ondergang van het huis Kronenburg’). 2. Een fichu is een grote, vierkante hoofddoek, gedragen door vrouwen in de 19de eeuw die gebruikt werd om het decolleté van een lijfje te verhullen. De fichu was over het algemeen van linnen en werd diagonaal gevouwen tot een driehoek. 3. Deze informatie werd verstrekt door het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag.Van Dale kent een batterij in samenhang met een pruik niet! Daarom heb ik contact opgenomen met de RKD en Geedts. Hij had een voorkeur voor onder kreeg het volgende antwoord: ‘Kostuum gerelateerde andere historische en religieuze taferelen, termen zoals de batterijpruik of pruik met batterij komen stillevens, portretten van onder meer vaak niet in Van Dale voor. Een batterij bij een pruik of eigen haar is de haarrol boven of deels op de oren. In geestelijke hoogwaardigheidsbekleders de achttiende eeuw zijn er diverse variaties op de pruik en notabelen. Hij was in 1880 medestich- met batterij mogelijk. Bij de staartpruik wordt de batte- ter van de Academie te Leuven. Werk van rij gecombineerd met een staart of vlecht met staartstrik hem is te vinden in musea te Leuven en te of staartzak. Loopt de batterij door rondom het achter- Verviers en in de abdij van Park (Leuven), hoofd, soms meerdere batterijen boven elkaar, dan wordt het een batterijpruik genoemd. Averbode en Tongerlo. 4. Geplooide overhemd-strook. Op het schilderij draagt Sibilla een zwarte 5. Pendant is een tegenhanger. japon, een witte fichu 2) met speld, een dubbel parelsnoer en een witte flodder- muts. Het schilderij is gesigneerd en geda- teerd aan de achterkant ( in dorso): ‘F. Jacquin fecit 1819’. Verder staat er nog ver- meld op de achterkant: ‘Sibilla van Verburg van Kronenburg- Martini’. Daniël Gerard draagt een pruik met batterij 3), een zwarte rok met vest en een witte jabot 4). Het schilderij is gesig- neerd en gedateerd aan de achterkant: ‘F. Jacquin fecit 1821’. Opmerkelijk is dat er tussen de vervaardi- ging van de twee schilderijen twee jaar zit! Normaal gesproken worden pendant 5) portretten na elkaar geschilderd! Beide portretten zijn geschilderd op doek. Zij bevinden zich thans op kasteel Loener- sloot, Rijksstraatweg 211 te Loenersloot. Logo themajaar van de Historische Herman Beckmann, Ameide Buitenplaatsen

29 IN GESPREK MET TWEE HEREN DOUDE VAN TROOSTWIJK Landgoed Hofstede Sterreschans

vechtkroniek 37 Namens de Historische Kring Loenen hebben derhoud van het park en de kennis van bo- Riek Arink, Piet Bakker en Hilde de Haan op men en planten, maar ook van de kosten. dinsdag 18 oktober 2011 een gesprek gevoerd Zijn taak is het om zonder subsidie, door met de heren mr. F.A. Doude van Troostwijk en goede organisatie/werkwijze, budgette- zijn zoon ing. M.A. Doude van Troostwijk, in dit ring en exploitatie, het park tot in lengte artikel verder aan te duiden als respectievelijk van dagen te kunnen behouden. Als dit Senior en Junior. Het gesprek vond plaats in de ‘kostenneutraal’ zou verlopen dan is een werkschuur van Hofstede Sterreschans, Rijks- belangrijke doelstelling bereikt, maar zo- straatweg 7 te Nieuwersluis, waar de kachel ver is het nog lang niet. brandde en de koffie klaar stond. Welke voorouder kocht Sterreschans? Het landgoed Hofstede Sterreschans Senior: in 1815 kocht voorvader Adriaan Senior is eigenaar van de hofstede en het Paets van Troostwijk (1752-1837) de bui- omringende landgoed en geeft aan dat wij tenplaats Sterreschans en van hem ben ik dus zijn stem vandaag wel ‘t meest zullen een nazaat (zie fragment-genealogie op horen. pagina 41). Junior neemt steeds meer taken van zijn Junior: wij zijn enorm geïnspireerd door Kaart van de buitenplaats vader over. Hij deed vroeger alleen de leu- diens botanische kennis van planten en Sterreschans, gemaakt in ke dingen en vader mocht betalen! bomen, en door zijn parkaanleg op 1827 door A.J. Vesters, landmeter der 1e klasse Inmiddels heeft hij meer inzicht in alles Sterreschans met de aanplant van een ei- bij het Kadaster. gekregen, niet alleen wat betreft het on- ken omzoming. Senior: Paets van Troostwijk was een la- kenkoopman uit Amsterdam én in zijn tijd ook een zeer bekend natuur- en schei- kundige. Op 26-jarige leeftijd publiceerde hij al over de invloed van bomen op de luchtkwaliteit. Deze kennis verkreeg hij onder andere door studie en door zijn con- nectie met de Utrechtse botanische tuin. Paets van Troostwijk was lid der eerste klasse van het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, de voorloper van de hui- dige Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, en lid van het Gezel- schap der Hollandsche Scheikundigen. Hij was de uitvinder van het lachgas als narcosemiddel en ook de uitvinder van de basisgrondstof voor plastic (PVC). Met de ‘electriseermachine’ bewees hij dat je wa- ter met elektrische stroom kunt splitsen in waterstof en zuurstof (knalgas) en ook weer tot water kunt laten reageren. Hij be- zat in Diemen ook een eigen boerderij met hoofdzakelijk koeien.

30 De buitenplaats De buitenplaats is ontstaan in de 17de eeuw op de plek waar in 1673 een schans (mili- taire versterking) werd gebouwd ter verde- diging tegen de oprukkende Fransen: de Starreschans. In 1688 werd deze versterking geslecht. Vervolgens is op de vrijgekomen plek door David Rutgers de buitenplaats Sterre- schans gebouwd. Bij de aankoop door Paets in 1815 bestond de buitenplaats uit het landhuis (thans Rijksstraatweg 18) met park en bijgebou- wen, gesitueerd aan de Vechtzijde. De bui- tenplaats werd doorsneden door de Straatweg, de verbinding tussen Loenen en Breukelen. Aan de westzijde van de Straatweg lag de zogenoemde overplaats met voortzetting van de parkstructuur, weilanden, water en een boerenhofstede, het huidige landgoed Hofstede Sterre- schans.

Hoewel de landschappelijke aanleg van de buitenplaats al dateert uit de 18de eeuw heeft Paets, zo vertelt Senior, zeer grote in- vloed gehad op het uiteindelijke ontwerp jeugd heb ik zelf nog meegemaakt, dat je Kadastraal minuut-plan uit zoals dat nu nog herkenbaar en aanwezig ‘s morgens om 6 uur de tuinlieden de zei- 1828 waarop verschillen is. Waarschijnlijk is dankbaar gebruik ge- sen hoorde ‘haren’ met een streek om het van voornoemde beziens- waardigheden nog staan maakt van voorbeelden uit het destijds gras te maaien, dat maakte een hoog pie- vermeld. zeer populaire 19de-eeuwse standaard- pend geluid. werk van G. van Laar ‘Magazijn van Tuin- Sieraden’ (eerste druk van 1802, waarna Hoe is de ligging van nog vier herdrukken zijn verschenen). Het de hofstede en ‘t park? ontwerp van het park in de overplaats De plek waar we dit gesprek voeren, en (Hofstede Sterreschans) is, volgens Senior, waarover dit interview feitelijk gaat, is de vermoedelijk van de beroemde tuinarchi- zgn. overplaats ten westen van de (Rijks-) tect Jan David Zocher jr. (1791-1870) of Straatweg tussen Nieuwersluis en Breuke- mede door hem beïnvloed. len: het huidige landgoed met Hofstede Sterreschans (thans Rijksstraatweg 7, Hadden uw voorouders Nieuwersluis). tuinlieden in dienst? Junior: de gebruikelijke ingang voor pu- Senior: Ja, in de begintijd van Adriaan bliek vanaf de Rijksstraatweg, ook naar de Paets van Troostwijk (1815) waren er zelfs Hofstede, ligt tussen kilometerpaal 11.7 acht tuinlieden. Alle werk was toen nog en 11.8. Het park heeft nog een tweede in- handwerk. Het gras werd met de zeis ge- gang met toegangshek aan de zijde van maaid. De tuinlieden waren ook betrok- het Amsterdam-Rijn-Kanaal. Het park is ken bij de parkaanleg en maakten in het voor wandelend publiek (alleen op de pa- bos onder meer perkjes. Hoe vérder van den) opengesteld van zonsopgang tot het huis af gelegen, hoe minder intensief zonsondergang. Voertuigen kunnen al- onderhoud werd gepleegd. Later werd het leen buiten het park worden geparkeerd, aantal tuinlieden teruggebracht van acht bijvoorbeeld in Nieuwersluis bij de gevan- naar drie, gezien alle kosten. In mijn genis aan het Zandpad of bij het fietspad

31 met enkele wijzigingen in latere tijd - be- houden gebleven.

Geologische gelaagdheid en de loop van de Vecht Senior: De Vecht heette in heel vroeger tij- den ‘de Ruige Aa’. De rivier liep vanuit de bocht bij Nieuwersluis gezien met een vechtkroniek 37 bocht door het bos (van o.a. het huidige Sterreschans), om het toenmalige rivierei- land Breukelerwaard heen, om ten zui- den van de Breukelerwaard en voorbij Nieuwer ter Aa weer in de oude loop bij Breukelen terug te keren. Deze rivier was een forse en actieve aftakking van de Rijn. De karakteristieken van Rijnafzettingen zijn herkenbaar in de geologische ge- laagdheid van de grond. Pas ná circa 450 ontstond de smallere oostelijke bedding waardoor de tegenwoordige Vecht, tussen Breukelen en Nieuwersluis, stroomt. Dit stuk heeft veel smallere oeverwallen dan Mr F.A. Doude van de vroegere ‘Ruige Aa’. Troostwijk (links) en ing. Het gebied van de overplaats Sterreschans M.A. Doude van Troostwijk (rechts) was tussen de jaren 520 en 1505 een dras- tussen Rijksstraatweg en het pontje over sig moerasgebied met zandlagen op onre- het Amsterdam-Rijn-Kanaal. Het park is gelmatige diepten. Het diepste gedeelte is 23 hectare groot, waarvan 12 hectare wei- de zuidkant van het parkgebied. Dit ge- land en bijna 11 hectare park. deelte is laag gelegen en zakt overigens nog steeds. In de 13de eeuw is hier als ver- Sinds wanneer is de overplaats binding tussen Utrecht en Amsterdam de in uw bezit? Stadswetering gegraven om daarmee ook Senior: de overplaats met hofstede, waar u het vele water beter af te kunnen voeren. nu bent, is sinds 1995 mijn eigendom. Die aanleg deed men toen gewoon; men Rond die tijd is de buitenplaats Sterre- had geen last van allerlei procedures rond schans met park, tuinen, en bijgebouwen, het verkrijgen van vergunningen. ten oosten van de Straatweg, door de fami- Meer noordelijk is het hoger met zandla- lie verkocht: thans is het perceel met de gen op onregelmatige diepten. De schuur gebouwen eigendom van F. Kroymans. waarin wij dit gesprek voeren staat met Het landgoed Hofstede Sterreschans, ten een betonplaat op het zand. Onder de vol- westen van de Straatweg, was al in 1942 sa- gende schuur, op zo’n 20 meter afstand, mengevoegd met de overplaats van ligt het zand al op anderhalve meter diep- Rupelmonde. Met onze familie van die te en is veel zand aangevoerd om er de fun- buitenplaats (van Notten-Doude van deringsplaat op te kunnen storten. Het Troostwijk) heeft toen een ruiling van weiland hier tegenover de werkschuur is grond plaats gevonden, waardoor een gele klei op zand. De boerderij (hofstede) aaneengesloten weide-areaal op ons ge- staat op een grijze zeeklei-tong. Het eiland bied ontstond, dat vanuit de Hofstede in de vijver ligt waarschijnlijk boven op Sterreschans werd en nog steeds wordt be- een zandrug en ligt wat hoger dan de bui- werkt. Op de overplaats van Rupelmonde tenrand van de vijver. Vlak daarbij zijn en- bestond al een oude laan-structuur uit de kele vis-putten gegraven en daaruit kwam 18de eeuw. Deze komt ook reeds op oude zand, dat gebruikt is voor het herstel van kaarten voor en de structuur is - zij het de heuvel naast de vijver.

32 Bij het poten van bijzondere planten en boekje ‘Het Lustoord tusschen Amstel en Vecht’ bomen in het drassige gebied ten zuiden van J.B. Christenmeijer uit 1837. Op die van de vijver ondervinden we nog steeds heuvel had men een fraai vergezicht over de nadelige consequenties van de natte de weilanden richting het westen. Mijn bodemstructuur. Het is moeilijk om daar voorouders konden kijken vanuit begroeiing tot wasdom te brengen. Ook Sterreschans tot Nieuwer ter Aa. Boze ton- bij het werken met machines ondervin- gen beweren dat de familie deze heuvel den wij daar steeds de grote verschillen heeft aangelegd om van daaruit zicht te binnen de bodemstructuur. Op de zuid- hebben op de hervormde kerk met kerk- kant zakt de machine weg in de drassige hof van Nieuwer ter Aa, alwaar zich de fa- grond, maar even verderop kan zonder miliegraven van Doude van Troostwijk be- problemen worden gewerkt. vinden. Om de kerk liggen drie grafste- nen, waar diverse leden van onze familie Aanleg van het park begraven liggen. In 1817 is het park nieuw aangelegd. De De begroeide heuvel is bij de aanleg van structuur is grotendeels zichtbaar geble- het Merwede-kanaal verdwenen. In de ven. Het was een rechtlijnige parkstruc- loop van de jaren zijn we meer kwijtge- tuur met sloten. Vanuit het huis op de bui- raakt: aan de westkant een groot stuk tenplaats had men een doorkijk op park grond als gevolg van de aanleg van het en bos via de zogenaamde zichtlaan, wel- spoor, gevolgd door de aanleg van het ka- ke begint bij het tweede hekwerk langs de naal, en later nog eens door de verbreding Rijksstraatweg. De zichtlaan is nog steeds hiervan tot het huidige Amsterdam-Rijn- herkenbaar. Kanaal. Aan de noordkant is eveneens De oude Straatweg tussen Een buitenplaats moest óók geld opleve- grond ingeleverd, omdat daar in vroeger Nieuwersluis en Breukelen, langs de zgn. ren. Binnen de ontworpen rechtlijnige jaren het Fort Nieuwersluis is gebouwd en Mennistenhemel waarvan parkstructuur werden boomgaarden met later uitgebreid. ook Sterreschans deel uit- windsingels aangelegd. Men pootte er on- maakt. De hoge iepen langs der andere 5000 elzen die uiteindelijk ver- Senior vertelt dat hij in het huidige land- de weg zijn gesneuveld bij kocht konden worden om te gebruiken als goed aan de westkant van de meest noor- de reconstructie van de weg na WO II. De weg was heipalen in de bouw. Het moest uiteinde- delijke laan een soortement ‘vervangen- nog geplaveid met keitjes. lijk rendabel zijn, wat het echter nauwe- de’ heuvel heeft aangelegd, zij het minder De buitenplaatsen langs dit lijks was. hoog dan de vorige. Op deze heuvel heeft deel van de weg werden hij drie knalrode beuken laten zetten. veelal bewoond door lieden van Doopsgezinde huize. Ook vanuit het huis Rupelmonde had Vanaf die plek is er een prachtig uitzicht, Hun voorganger was men uitzicht, hoewel de zichtlanen al- zeker bij avond en ondergaande zon. Een Menno Simons. Daar komt daar niet geheel recht tegenover het huis bezoek aan het park en de heuvel kan hij de naam Mennistenhemel lagen. De rechte laan werd door de bewo- iedereen aanbevelen. vandaan. ners ook wel gebruikt als schietbaan. Deze schietbaan moest een bepaalde lengte hebben en die laan van Rupelmonde vol- deed aan die voorwaarde. Senior weet nog dat zijn familie in vroeger tijd op de zicht- laan van Rupelmonde heeft geschoten.

Langs deze zichtlaan stonden beukenbo- men die omstreeks 1850 zijn gerooid. Toen kwamen er kastanjebomen, die Senior in 1996 heeft laten rooien omdat ze totaal verrot waren. De kastanjes wer- den vervangen door linden en eiken, zo ligt het er heel natuurlijk bij. Er bevond zich ook een hoge begroeide (zand) heuvel, die al genoemd werd in het

33 Vroeger waren er in het park rondom de dwenen, vernield door de jeugd uit hofstede veel bezienswaardigheden die er Breukelen die in vroeger jaren als vanda- nú helaas niet meer zijn zoals: een herten- len heeft huisgehouden in het bos. kamp met veel rododendrons eromheen; een in 1815 aangelegde beek met eenden; Onderhoud en restauratie een kluizenaarswoning (hermitage) op Senior wijst er op dat je bij onderhoud en het eiland; een menagerie met kippen, restauratie van het park zowel artistiek als eenden, ganzen en pauwen; een tempeltje praktisch te werk moet gaan. “Je moet vechtkroniek 37 op het eiland met daarin een beeld van de daarbij denken aan kleuren, licht en don- Romeinse Keizer Lucius Aelius Aurelius ker, vormen, hoog en laag, de bloeiwijze, Commodus; een speelhuisje aan de oever, zonnestand én vooral veel interesse heb- tegenover het eiland; een koepeltje, staan- ben in tuinarchitectuur! In het park heb- de aan de Stadswetering; twee andere ben wij bijvoorbeeld een prachtige boerderijen, te weten de nog bestaande Paulownia Tomentosa staan, ook wel boerderij Sterreschans nu gelegen ten Keizersboom genoemd. We zijn trots op westen van het Amsterdam-Rijn-Kanaal haar, vooral in haar bloeitijd met de schit- (ARK) en de ‘in het ARK verdwenen’ tolhuis- terende lila bloemen”. boerderij in de noordwestpunt van het ge- bied van het fort; diverse kassen; een ijs- Junior wijst op de noodzaak om vooral kelder; de verbouw van hennep voor de ook praktisch te blijven. Vroeger kostte touwslagerij en tenslotte verschillende een tuinman weinig; nu ruim 40 euro per boomgaarden, waarvan er nu nog slechts uur. Dus proberen vader en hij veel werk één over is. zelf te doen met hulp van enkele vrien- den. Werk waar ze niet aan toekomen Verder was er ook nog een beekje, dat in wordt uitbesteed, denk aan het overgrote 1770 aangelegd is. Dit kende een nauw ge- deel van het maaiwerk. Bepaalde zaken deelte met hoog riet. Was je daar voorbij moet je anders organiseren dan vroeger. dan kwam je aan de zijde van de Rijks- Beplanting vlak langs sloten wordt ver- straatweg in moerassig gebied, de zoge- plaatst opdat je er met een machine langs noemde ‘Kom des doods’. De restanten kunt rijden. Waar tot voor kort bijvoor- van het speelhuisje en de koepel zijn ver- beeld het handmatig maaien van de sloot langs de notenboomgaard minstens vier De oudste beuk in het park uur werk was, doet een trekker met zij- (op de achtergrond ligt de Hofstede), op sterven na arm ditzelfde werk in een kwartier. Of dood. neem bijvoorbeeld de vijver. Vroeger ston- den de bomen tot in de vijverrand (prach- tige weerspiegeling in het water) maar er was veel schaduwwerking en veel bladval in de vijver met nadelige consequenties voor de waterkwaliteit. De bomen die te dicht bij het water stonden zijn deels ge- rooid, waardoor de vijver veel schoner blijft. Dit vergt dus minder onderhoud en door meer licht verlopen de biologische processen in het water beter, waardoor het water helder blijft. In verband met de ecologie heb ik in de winter een lucht- slang in de vijver liggen die bij vorst net onder het oppervlak voor een klein beetje stroming in het water zorgt, waardoor er een wak in het ijs blijft ten behoeve van de dieren in het park die water nodig heb- ben.

34 Senior: al doende leert men en .... kennis blijven vergaren!.

Senior wijst er verder op dat bijvoorbeeld een volwassen eik op een warme zomer- dag wel 1000 liter water drinkt. Dat water wordt onttrokken aan de grond rondom de vijver, waardoor het waterpeil daalt. Een zelfbouwvlotter houdt de vijver op het juiste niveau. Continue water inlaten en het teveel over laten storten heeft als groot nadeel dat je ook erg veel voeding- stoffen aanvoert waardoor waterplanten gaan woekeren.

Hiermee komt het gesprek op een heel bij- zondere boom. Op het eiland staat een In 2009 hebben we de boom tot de helft te- Grafstenen van de familie oude eik uit 1760...... spectaculair! Ver- ruggezaagd en zien hem tot onze vreugde Doude van Troostwijk op het kerkhof van Nieuwer moedelijk de oudste eik in het park. Hij is nu weer herstellen. Het onderhoud vraagt ter Aa. beeldbepalend. Na vele malen stormscha- veel tijd. Senior is gemiddeld een- tot twee- de en blikseminslag blijft hij onze oogap- maal per week aan het werk op/voor het pel, wij noemen hem ons zorgenkind, hij landgoed. Junior gaat er vanaf 1999 zo krijgt extra eten: een multi-vitamine-pre- veel mogelijk heen en regelt het beheer er paraat en mineralen, tevens een dun laag- omheen. ‘s Winters is er ook veel te doen: je hout-snippers. Ook heeft hij verticale snoeien, zagen en rooien. luchtdrains gekregen. Junior, die soms in de bomen klimt om Inschakelen van boomspecialisten takken af te zagen en om zo nodig de top- Senior: door Copijn Boomspecialisten pen eruit te halen, ontdekte dat de bast hebben wij een veiligheidsanalyse laten van de oude eik aan de kant van de vijver maken. Daarbij is geconstateerd dat 80 es- helemaal los zat. De deskundigen zijn ver- sen ziek zijn en dat er veel doorgeschoten deeld over te nemen maatregelen, maar hakhout staat, waarvan de wortels niet be- hij heeft volgens een oude schilderswijs- Een Paulownia Tomentosa heid gehandeld: ‘beter geen verf, dan loszit- in volle bloei. De huidige is tende verf’. Hij heeft met een kettingzaag, nu 15 jaar oud. hangend aan een klimlijn, de losse bast en aangetast spinthout er afgeschaafd, als ware het een kaasschaaf: beter kaal dan dat achter loszittende bast/rot spinthout allerlei ongedierte en schimmels gaan zit- ten. Nu is hij nog van plan om de bescha- digde top van de eik als het ware een “af- dakje” te geven om inrotten te voorko- men! Zo kan hij wellicht nog 20-50 jaar meegaan. Ondertussen wordt een aantal stekken van deze boom opgekweekt om hem op termijn te vervangen. Een stek le- vert 100% hetzelfde genetisch materiaal. Een eikel die onder de boom ligt is daar- voor bestoven door ‘vreemd DNA’. Aan de rand van de vijver staat een treurbeuk die onder zijn eigen gewicht leek te bezwij- ken.

35 stand zijn tegen grote windvangende top- pen. De essen hebben een schimmelziek- te (zwarte plekken op de bast). Er lijkt geen onmiddellijk gevaar voor mens, bebou- wing of verkeer, maar daar je bij een boom nooit zeker kunt voorspellen wanneer hij echt een onaanvaardbaar risico vormt, heeft Copijn geadviseerd nu al te begin- vechtkroniek 37 nen met rooien in plaats van nog een paar jaar te wachten. Bij de boerderij bijvoor- beeld is de verwachting dat alle eiken over 20 tot 30 jaar dood zullen gaan en tussen- tijds mogelijk dus op de boerderij kunnen vallen. Je kunt iedere keer een boom rooi- Het zorgenkindje van het en en opnieuw inplanten. Over 30 jaar park, de oude eik uit 1760 heb je dan allemaal bomen van verschil- op het eiland, beschadigd lende leeftijd en dus van verschillende door storm en bliksemin- slag. grootte. Alles in één keer herplanten heeft als voordeel dat daar over 20 tot 30 jaar weer een mooie laan staat en dat er geen risico op vernieling van de hofstede is. Er worden wintereiken, die een rechte stam De hofstede hebben, geplant. Wij poten ze om de 6 of Senior: nu kijk je vanaf de boerderij uit op 12 meter in Hollandse carrévorm. Als ze het Amsterdam-Rijn-Kanaal. Vroeger, vóór later groot zijn, moeten de takken ruimte de kanaalaanleg, was de hofstede gelegen hebben zodat ze elkaar niet raken! middenin het parkachtige gebied. De hof- stede lag daarin als een “Ferme Ornée”, Junior: mijn liefde voor het park is al be- kort gezegd een aangeklede boerderij in gonnen toen ik in Bussum woonde en in een parklandschap. Voor de verbreding Hilversum op de HTS zat , waar ik chemi- van het smalle Merwedekanaal tot het sche technologie studeerde. Na schooltijd huidige Amsterdam-Rijn-Kanaal is reeds ging ik op mijn brommertje naar oma en in 1942 -zoals eerder vermeld- een flink opa op Sterreschans en daar zag ik opa tui- stuk grond afgestaan waardoor onder an- nieren en ging hem helpen. Volgens mijn dere het westelijk deel van de prachtige ei- Hier wordt een slang in de vijver gelegd om daarmee vader ben ik fanatieker waar het gaat om kenlaan welke de weilanden omringde ‘s winters het water open te het in stand houden van het park voor de moest verdwijnen. houden. toekomst. Ik zie volop kansen. De hofstede (boerderij) dateert waar- schijnlijk uit 1760, bestaande uit het woonhuis met een schuur aan de noord- kant met zomerhuis. Het is een zoge- noemde langhuisboerderij. In 1910 werd de wagenschuur met korte paardenstal aan de zuidkant bijgebouwd. In 1947 werd een jong-veestal gebouwd, als verlenging van de paardenstal. Het was na de oorlog, we hadden zelf geen hout (dat was veelal gekapt op last van de bezet- ter), dus moesten we bonnen voor hout aanvragen en gelukkig kregen we dat voor elkaar. Heel vroeger was de grond agrarisch ge- bied met, na ontginning, akkerbouw.

36 Door onttrekking van water ging de de verbreding tot Amsterdam-Rijn-Ka- grond inklinken en werd overgegaan op naal en veeteelt. Eén van onze voorvaderen be- - de verbreding van de Straatweg. paalde zelfs welk type vee moest worden gehouden. Zo werd het een veeteeltbedrijf Schade door de met zwart-bonte koeien. De boerderij, de Tweede Wereldoorlog schuren en het park zijn aangewezen als De schade was enorm. De bezetter wilde rijksmonument. Dat brengt de verplich- de voormalige eiken/kastanjelaan (voor- ting mee om alles goed te onderhouden: heen de overplaats van Rupelmonde) als in landschapsstijl. Wij mogen dan ook vrij schootsveld vanuit het Fort. Daar ston- niets verbouwen zonder toestemming den eiken welke om die reden geveld van de Rijksdienst voor het Cultureel Erf- moesten worden. Tijdens de oorlog viel goed (voorheen: Monumentenzorg). een bom op de dijk langs de Nieuwe De jongveestal is in 2008 vervangen door Wetering met als gevolg dat ons gebied on- een monumentaal ogend bouwwerk, der water kwam te staan. Het gat in de dijk even groot als de voorganger. Vanwege de is later gedempt met een oude bagger- monumentale status van de boerderij was schuit. de bouw van een moderne stal geen haal- Door de inundatie zijn de resterende ei- bare kaart. De kosten voor het onderhoud ken op de lage delen als het ware verdron- van de boerderij zijn hoog, de pachtin- ken, zodat ze later moesten worden ger- komsten stellen weinig voor. ooid. Een eik die onder water staat zuipt zich helemaal vol. Een veel geplaagde overplaats! Mijn vader Lodewijk heeft in de oorlog es- Senior: In de loop van de tijd is steeds sen (hakhout) door laten groeien die er la- grond aan ons landgoed onttrokken door: ter allemaal uitgezaagd moeten worden - de aanleg van het Fort aan de noordkant omdat het wortelgestel te zwak is. bij Nieuwersluis circa 1870; Na de oorlog zijn er veel populieren terug- - de aanleg spoorlijn Utrecht-Amsterdam geplant in de plaats van de gerooide ei- in de jaren 1840 tot 1843; ken. - de aanleg van het Merwede-kanaal in de Senior houdt niet van populieren; die zijn negentiende eeuw en later in 1942 en de alleen nuttig om papier van te maken jaren zeventig van de vorige eeuw door Toen hij in 1995 eigenaar van de over-

De Hofstede Sterreschans, Rijksstraatweg 7, Nieuwersluis, gezien vanaf de zijde van de Rijksstraatweg.

37 plaats werd, zijn alle populieren gerooid. Rondwandeling op het landgoed Senior heeft later één rode populier terug- Senior: wij willen de landschapsstijl be- geplant. De kaalslag in de voormalige houden, het park is opengesteld voor be- overplaats van Rupelmonde is hersteld zoekers, zodat zij een rondwandeling met het terugplanten van eiken en lindes. kunnen maken. De paden voor de wandel- In het zuiden van het gebied zijn speciale route zijn veelal verhard en met gras be- iepen geplant, die resistent zijn tegen iep- groeid. Tijdens de wandeling passeert ziekte. Deze bomen doen het heel goed. men drie bruggetjes die over waterpartij- vechtkroniek 37 Afgewacht moet worden of deze soort ook en zijn aangelegd. Vroeger waren dat er op lange termijn resistent tegen de iep- meer. In het park zijn ook bijzondere bo- ziekte is. Ook heeft hij acht tulpenbomen men en planten te bezichtigen. Er staat (familie van de magnolia) geplant. Deze bijvoorbeeld een oeroude Taxus met han- bomen worden gekenmerkt door een gende takken, nabij het meest zuidelijke zacht, vleesachtig, wortelgestel. hek aan de Rijksstraatweg. Het is gelukt Tulpenbomen worden zeer oud en zullen om van deze boom drie stekken te nemen. later, als zijn nazaten het beheer voeren, Deze stekken groeien slechts 5 cm. per zeer geschikt zijn voor de fabricage van jaar. Ook is er een enorme plataan uit 1815 houtfineer. In het landgoed wordt geen te zien, helemaal in de zuid-oosthoek van bemesting toegepast. Wél hout-snippers het park nabij het Laantje van Over- maar dan in een dunne laag (een te dikke Holland. De boom is het best zichtbaar laag maakt de grond zuurstofarm). Alle vanaf de Rijksstraatweg bij de bushalte. De versnipperde houtresten worden binnen boom heeft al vele ziekten doorstaan en is het landgoed verwerkt, opdat zich een hu- aan de onderkant van binnen hol maar muslaag vormt. toch kerngezond en maakt nieuwe wor- tels over de aangetaste kern heen. Eerder Kerkenpad naar Nieuwer ter Aa maakten we de top lichter, opdat de on- Vroeger lagen er twee wegen richting derkant niet overbelast zou raken. Nieuwer ter Aa waar men ter kerke kon Onlangs is aan de zuidwestkant van de Zicht vanaf de Hofstede gaan. De eerste was de in circa 1300 aange- stam een extra gat (in een slecht deel) ge- over de weilanden naar het Amsterdam-Rijnkanaal met legde Hobbelaan. Na het droogvallen van maakt. Doordat de wind er nu dwars door- de bomenrij op de de vroeger door het bos lopende Vecht (de heen kan waaien, zal de holte opdrogen Oostkanaaldijk. Vóór de Ruige Aa) liep een pad langs die oude en de schimmelaantasting sterk vermin- kanaalverbreding in 1942 Vecht-arm door het bos over het rivier- deren. Schimmel groeit immers slecht in lag daar een prachtige Eikenlaan welke de duin van de Ruige AA eveneens naar een droge omgeving. Boomspecialisten weilanden omringde. Nieuwer ter Aa. hebben de boom ruimschoots goedge- keurd! En dan is er natuurlijk nog de oude eik uit 1760, waarover eerder is gesproken. In het park komen ook veel stinzenplan- ten voor, zoals sneeuwklokjes, bosanemo- nen, gele ranonkels, aronskelken, zwarte ooievaarsbek, campanula, e.a. Dat vraagt ook veel onderhoud, want stinzenplanten moeten op hun tijd worden gemaaid. Er zijn helaas geen plantlijsten uit de begin- tijd van het park. Door onderzoek en ver- gelijking met andere parken uit die tijd valt wel het een en ander te reconstru- eren.

Ook zijn er vogels te zien. Vroeger waren er fazanten, maar die zijn door de vossen verslonden. Er is een zwanenpaar (uit het vogelasiel); deze kwamen daar binnen

38 met gebroken vleugels, zijn daarom ge- kortwiekt en kunnen dus niet vliegen. De jonge zwanen worden soms opgegeten bij- voorbeeld door een vos. We hebben zelf ge- bouwde valkenkasten opgehangen, dus ook deze vogelsoort komt voor. De (slecht) valk houdt het aantal reigers binnen de perken. Onze gangen worden gevolgd door een buizerd-echtpaar in het park. Als de grasmaaier zijn werk doet, komen ze er achteraan voor de muizen. Ja, in de na- tuur is het dikwijls eten of gegeten wor- den.

Iedereen kan hier vrij wandelen, entree heffen heeft voor ons geen zin. Volgens de Natuurschoonwet mag je maximaal € 2,50 Een van de valkenkasten, entree vragen, maar iemand bij de ingang met bewoner. neerzetten is voor zo’n klein bedrag niet de buitenplaats, maar onvoldoende in de rendabel. Daar komen te weinig mensen overplaats, het landgoed Hofstede voor. Op de lanen mag alleen worden ge- Sterreschans. wandeld van zonsopgang tot zonsonder- Senior: toen ik in 1995 begon was het een gang en dat geldt alleen voor het park. oerwoud, een wildernis. De vijver zag je Buiten de lanen is het verboden toegang. niet eens, 80 jaar verwaarloosd. Ik ben vijf De hofstede met weilanden zijn niet voor tot zes jaar met die vijver bezig geweest. het publiek toegankelijk. Men kan een Meermalen is die uitgebaggerd. Eigenlijk rondwandeling maken vanaf de Straat- ben ik eerst begonnen met het (her-)aan- weg, via de Hobbelaan door het park, bij leggen van twee lanen. het hek naar de Oost-kanaaldijk eruit, dan Junior: ik heb wel gelegenheid om veel via de kanaaldijk naar de Nieuwe Wete- aan het landgoed te doen. Ik heb zelfstan- ring en langs die wetering om het fort dig werk en dus ben ik redelijk flexibel in heen en bij het fort weer uitkomend op de het besteden van mijn tijd voor het land- Een prachtig doorkijkje Rijksstraatweg; of deze route andersom lo- goed. We hebben een grote familie. Velen over de vijver met (links) pen. van hen vinden het leuk. Hopelijk heeft la- het eiland en rechts de ver- De genoemde Hobbelaan is het toegangs- ter één of meerderen van de jongere gene- kleinde treurbeuk. weggetje vanaf de Rijksstraatweg naar het park en naar de hofstede, aangelegd in de 13e eeuw. Een “hobbe” is een verhoging in het moerasgebied. Het was toen moerasgebied en om dat te ontginnen was een oprijpad nodig. De Hobbelaan liep vroeger tot aan de Angstel.

Heeft iemand ná U belangstelling voor het park en de Hofstede? Junior vertelt dat zijn overgrootvader, Mr. Dr. W.I. Doude van Troostwijk (1868-1957) altijd in het buitenland heeft gewerkt als diplomaat: (zie fragment-genealogie op pagina 42). Grootvader Lodewijk had wel belangstel- ling voor het park, hij was bij alles betrok- ken. Dat wil zeggen vooral in de tuin om

39 ratie belangstelling om ons werk voort te Oma en Opa hadden een feestje. Opa ging, zetten. Ondertussen zorg ik er voor dat de voor het bezoek kwam, gaten in de heg exploitatie sluitend gaat worden. dichten met touwtjes. Hij kleedde zich als een tuinman met een corduroy broek en Senior: mijn drijfveer is niet het behoud tuinjas. De bloemist die een bloemetje als eigendom. Het is economisch gezien kwam brengen vroeg hem: ‘is meneer ook op dit moment niet te doen en feitelijk thuis?’ Hij zei toen opgewekt: “die staat een belachelijke geldbelegging. Mijn ide- voor u”. vechtkroniek 37 aal en belang is het om het landgoed voor de volgende generaties in goede staat te Op het dak van het huis Sterreschans was behouden. Ik heb in voorgaande jaren nog een loodgieter bezig en helaas....er ont- wel wat subsidie gehad voor het aanleg- stond brand! Opa rook het, maar zag niks. gen van lanen en een klein beetje voor de Opa zag slecht. Hij dacht nog “ha lekker, boerderij. Nu ontvang ik niets meer. voorjaar, de buurt is oude takken aan het verbranden”. Oma deed beneden een mid- Junior: de huidige kosten voor instand- dagdutje en merkte niets. Van de intussen houding en onderhoud vergen een jaarin- gearriveerde brandweer ging iemand komen van een ervaren ingenieur. Spon- haar roepen om naar buiten te komen. Zij sors zijn aardig voor een klein project, vroeg wat er aan de hand was en zag de Hendrik Jan Doude van maar dan maak je je wel afhankelijk. We rook. De brandweerman zei: “uw dak Troostwijk verkocht in moeten op lange termijn kunnen finan- staat in brand”. Oma antwoordde onder- 1842 grond aan de Staat cieren. Provincie en Gemeente wisten tot koeld: “dan stel ik voor dat u gaat blus- voor de aanleg van de spoorweg. Hij bedong voor voor kort niet eens van ons bestaan. Wij sen....”. de inwoners van timmerden niet aan de weg, nu wel. Nieuwersluis dat alle trei- Senior: Ik heb nog even één tuinbaas mee- nen in Nieuwersluis zouden Nu nog de vraag of u ons gemaakt, die als een heer gekleed ging. Hij stoppen opdat het dorp zich verder kon ontwik- anekdotes kunt vertellen? droeg een vest met een gouden horloge- kelen. Deze foto toont het Junior, met een brede glimlach: o zeker, ketting. Dat maakte indruk op mij om station van Nieuwersluis, de eerste gaat over mijn ouders (vader iemand zo te zien tuinieren. met een klein deel van de begrijpt al wat er gaat komen). Toen mijn Eén van de bosknechten droeg tijdens het brug over het toenmalige ouders kennis aan elkaar hadden wilden werk altijd een streepjesbroek van een jac- Merwedekanaal. Het stop- pen van de treinen is ze wel eens alleen zijn. Zij liepen dan naar ket, met een zwart jasje. Dat zijn beelden pas in 1953 door de Staat de overplaats, daar stond nog het speel- die je altijd bijblijven. afgekocht, waarna het huisje (naast de vijver). Zij wilden toch ook Verder vertelt senior over zichzelf dat hij station snel werd gesloopt. wel eens ‘kwartetten’ en een biertje drin- zo zuinig mogelijk leeft. Wat je niet nodig De draaibrug en de loop- brug waren al veel eerder ken! Mijn oma miste hen, belde dan de hebt, moet je niet kopen is zijn devies. verdwenen en vervangen boer op de hofstede...... maar die wist zoge- Voor beide heren geldt: zuinigheid is het door een pont. naamd van niets. eerst verdiend en je moet zoveel mogelijk zelf doen! Daarmee komt een einde aan het zeer prettige en vooral leerzame gesprek. De interviewers zijn er van overtuigd dat voor de leden van onze historische kring bij het lezen van dit interview een wereld zal opengaan, omdat de geschiedenis van de overplaats met hofstede en alles wat er nu gebeurt aan onderhoud en instandhou- ding beslist niet algemeen bekend is.

Riek Arink Piet Bakker Hilde de Haan

40 Fragment-genealogie Doude van Troostwijk

Hieronder volgt een rechte afstammingslijn van Adrianus V. Mr. Dr. Willem Isaäc Doude van Troostwijk, (Commandeur Paets van Troostwijk (1752-1837) naar de geïnterviewde heren Nederlandse Leeuw, Grootofficier Oranje-Nassau), geb. Doude van Troostwijk. Nieuwersluis (Sterreschans) 3 maart 1868, juridisch doctor (Utrecht 1895), secretaris-generaal Tweede Vredesconferentie te I. Adrianus Paets van Troostwijk, geb. Utrecht 1 maart 1752, ‘s-Gravenhage (1907), buitengewoon gezant en gevolmachtigd onder meer poorter van Amsterdam (1770), lid firma Loten en minister te Lissabon (1908-1913), tevens belast met de beharti- Van Troostwijk te Amsterdam (handelaars in linnen en katoe- ging der Nederlandse belangen in Spanje (1910-1913), chef ka- nen laken), lid gemeenteraad (1803-1808 en 1814-1816) en wet- binet Departement van Buitenlandse Zaken (1914-1919), bui- houder (1804-1805) van de stad Amsterdam, scheikundige en tengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Bern en lid Koninklijk Instituut van Wetenschappen, kocht in 1815 het Nederlands vertegenwoordiger bij de Volkenbond (1924-1934), Huis Sterreschans te Nieuwersluis, overl. Nieuwersluis overl. Murten (Fribourg) 26 november 1957, tr. (1e) Montreux (Sterreschans) 3 april 1837, tr. (1e) Amsterdam 3 juni 1770 21 oktober 1897 Jkvr. Woltera Gerardina Irmgard van Maria Cornelia Loten (1747-1778), tr. (2e) Amsterdam 24 juni Schuylenburgh, geb. Terborg (kasteel Wisch) 13 oktober 1876, 1781 Catharina Maria Doude, gedoopt Amsterdam 4 septem- overl. Madrid 14 februari 1912, dochter van Jhr. Willem ber 1750, overl. Nieuwer-Amstel 30 oktober 1808, dochter van Lodewijk van Schuylenburgh, heer van Wisch, en Frederica Hendrik Doude en Margaretha Jacoba Verbrugge. Uit het twee- Augusta gravin van Limburg Stirum, tr. (2e) ‘s-Gravenhage 27 de huwelijk onder meer: maart 1917 Sophia Frederika Mathilde barones Taets van Amerongen (1874-1954). Uit het eerste huwelijk onder meer: II. Hendrik Jacob Doude van Troostwijk, (Ridder Nederlandse Leeuw), ged. Amsterdam 16 april 1783, onder meer boekhouder VI. Lodewijk Willem Doude van Troostwijk, geb. Driebergen 17 Amortisatie-Kas (1820-1822), opperboekhouder (1824-1837) en september 1901, directeur N.V. De Wed. Tjeenk en Co., effecten- lid Permanente Commissie Amortisatie-Syndicaat (fonds om kredietinstelling te Amsterdam (1939-1966), hoogheemraad en staatsschulden te saneren), overl. Nieuwersluis (Sterreschans) waarnemend dijkgraaf van Amstelland (1966-1972), overl. 25 november 1859, tr. Rotterdam 8 mei 1810 Catharina Nieuwersluis (Sterreschans) 5 juni 1993, tr. Amsterdam 14 sep- Henrica Cornelius Steger, gedoopt Rotterdam 17 september tember 1927 Louise Agnes Maximilienne van Wickevoort 1787, overl. Amsterdam 3 april 1859, dochter van Cornelius Crommelin, geb. Elsene (Brussel) 25 mei 1904, overl. Hilversum Antonius Steger en Catharina Alida Lentz. Uit dit huwelijk on- 13 mei 1983, dochter van Gerlach Cornelis Joannes van der meer: Wickevoort Crommelin en Marie Thérèse Weiler. Uit dit huwe- lijk onder meer: III. Cornelia Antoinetta Doude van Troostwijk, geb. ‘s- Gravenhage 19 augustus 1814, overl. Brussel 14 februari 1874, VII. Mr. Frederik August Doude van Troostwijk, geb. tr. (1e) Amsterdam 26 mei 1836 (huwelijk ontbonden 15 febru- Amsterdam, 22 april 1933, directeur ari 1842) Eliza Theodoor van Beusekom, geb. ‘s-Hertogenbosch N.V. De Wed. Tjeenk en Co. (1967-1990), Nachenius Dudok van 2 augustus 1814, overl. Uden 4 oktober 1845, zoon van Heel N.V. (1990) en Nachenius, Tjeenk en Co. N.V. te Amsterdam Wilhelmus Isaäc van Beusekom en Elisabeth Theodora Hubert, (1991-1993), hoogheemraad van Amstelland (1987-1991), tr. tr. (2e) Joannes Jacobus Cornelis Biesman Simons (1805-1880). Nieuw- en Sint Joosland 23 juli 1960 Anna Magdalena gravin Uit haar eerste huwelijk: van Randwijck, geb. ‘s-Gravenhage 2 april 1936, overl. De Bilt 1 augustus 2010, dochter van mr. Frans Steven Karel Jacob IV. Willem Isaäc van Beusekom, sinds 1860 Willem Isaäc Doude graaf van Randwijck en Jkvr. Emma Maria Schimmelpen- van Troostwijk, (Ridder Nederlandse Leeuw), geb. Amsterdam 18 ninck. Uit dit huwelijk onder meer: juli 1838 (wijziging achternaam bij Koninklijk Besluit van 6 au- gustus 1860, nummer 24), onder meer burgemeester van Loenen, VIII. Ing. Michiel Adriaan Doude van Troostwijk, geb. Utrecht Ruwiel en Loenersloot (1886-1909) en lid van Provinciale Staten 9 september 1963, chemisch-technologisch ingenieur, waterbe- van Utrecht (1877-1908), overl. Nieuwersluis (Sterreschans) 30 handelingsdeskundige, LKol (R) bij de Koninklijke Landmacht. april 1911, tr. Leiden 21 maart 1861 Sara Louise Luzac, geb. Leiden 18 oktober 1834, overl. Nieuwersluis (Sterreschans) 17 BRON: Nederland’s Patriciaat, 88ste jaargang (2007/2008), 218- april 1885, dochter van mr. Corneille Jean Luzac en Johanna 249. Cornelia Blokhuyzen. Uit dit huwelijk onder meer:

41 ‘Herekoge’ in Vredelant

Over de beginperiode van de nederzetting Van Amstel, het graafschap Holland en vechtkroniek 37 Vredelant die in 1265 stadsrechten van de het Sticht. Bisschop Hendrik van Vianden Utrechtse bisschop Hendrik van Vianden kreeg, liet zich hiermee van zijn meest ‘wereldlij- is zeer weinig overgeleverd. Heel af en toe stui- ke’ kant zien, maar noemde zijn kasteel - ten we op informatie die wat meer licht werpt mogelijk deels provocerend - ‘Vredelant’ op het Vreeland van de 13de eeuw. In onder- om de vrede te bewaren. Bij een gehoorza- staand artikel wordt in het kort ingegaan op me leenman en een machtsevenwicht of de zogeheten koggendienst, waarvan we de spo- overwicht op de Hollandse graaf zou hier- ren in Vreeland terugvinden. van in het gunstige geval sprake kunnen zijn. Na de dood van de bisschop bezorgde Over de stichting van het kasteel Vrede- de ligging van het kasteel het bisdom en lant en de gelijknamige, aangelegen ne- het Sticht echter grote problemen, zoals derzetting is het een en ander bekend.1) De belegeringen, verpandingen, onenigheid bouw van de kasteeltoren is tot stand ge- en ruzie. Het kasteel lijkt ten gevolge van komen op initiatief van de Utrechtse bis- de langdurige spanningen in de frontier schop Hendrik van Vianden ter verdedi- zone het oudst bekende gebruik van bus- ging van het Sticht tegen de in opstand ko- kruit in Nederland te kennen.2) mende leenmannen, zoals de heren Van Bisschop Jan van Nassau en graaf Floris V Amstel, en tegen de groeiende macht van sloten in 1280 een tijdelijk verbond om de de graaf van Holland. Strategisch plaatste leenman Arnold van Amstel uit het kas- hij het kasteel met omgrachting aan de teel te krijgen. Deze weigerde na verpan- westzijde van de Vecht, in een bocht van ding en terugbetaling te vertrekken. de rivier, halverwege tussen Utrecht en Slechts door belegering, maar pas echt Voorstelling van de belegering van het slot Muiden. De sterkte lag hierbij bovendien succesvol na gijzelneming van zijn broer Vredelant in 1278 (bron: op een soort drielandenpunt, op het snij- Gijsbrecht van Amstel, werd Arnold ver- HUA cat.nr. 202050). punt van het grondgebied van de heren dreven. Deze kwestie lijkt de kiem te vor- men van de wrok van Gijsbrecht van Amstel tegen graaf Floris V. Dit leidde, na een mislukt complot om de graaf te ont- voeren en naar de bondgenoot in Enge- land over te brengen, tot diens uiteindelij- ke roemruchte dood in 1296.

Bisschop Hendrik van Vianden verleende in 1265 - na voltooiing van de bouw van het kasteel en vervolgens de kerk - stads- rechten aan de aangrenzende en sterk ge- groeide nederzetting Vredelant die dezelf- de naam heeft als het kasteel. In de overge- leverde tekst - het origineel is niet meer voorhanden - is sprake van een scheeps- dienst aan de Utrechtse bisschop die heer- cogge of herekoge genoemd werd, zoals we in de paragraaf over militaire vrijstellin- gen van het stadsprivilege kunnen lezen: In feite kunnen zij (de ingezetenen van

42 Vreeland) niet buiten de grenzen van het Tekening van het oudst be- bisdom of het grondgebied van de bis- kende stadszegel (1415) van Vredelant met een ver- schop voor de krijgsdienst opgeroepen beelding van de stad: links worden, met die uitzondering dat zij op de kerktoren, rechts de eigen kosten of dat van hun opvolgers kasteeltoren, middenboven slechts één schip moeten uitrusten dat het wapen van het Sticht en middenonder Sint Maarten normaal herekoge (ander handschrift: heer- die zijn mantel deelt met cogge) genoemd wordt. (naar: een passage een verkleumde bedelaar. uit het stadsprivilege van 1265).3) (bron: Coll. H. Aalderink). De ingezetenen van het net gestichte stad- je Vredelant dienden aldus vanwege de opgelegde koggendienst één schip uit te rusten en te bemannen.

De koggenorganisatie De heervaartplicht, de plicht tot mobilisa- tie ten behoeve van de landsheer, was in het graafschap Holland anders georgani- seerd dan in andere gewesten. Holland was verdeeld in scheepsdistricten, die kog- gen genoemd werden. Deze districten wa- ren genoemd naar het gelijknamige Friese platboomde waddenvaartuig dat al sinds het baljuwschap Rijnland te vinden zijn eeuwen in onze kuststreken voer en niet en werd hierin met de koggenorganisatie naar de Hanzekogge uit de late middel- in verband gebracht.5) eeuwen. Per scheepsdistrict hadden de in- woners de plicht een heerkogge, een oor- De koggendienst blijkt echter nog ouder logsschip met bemanning, gereed te hou- te zijn, want deze heervaartplicht werd al den. Als de vertegenwoordiger van de in de negende eeuw door Deense vazallen graaf opdracht tot mobilisatie gaf, dan van de Karolingische koningen ingevoerd. moesten de ingezetenen van zo’n district Lodewijk de Vrome had de kustverdedi- hun schip in gereedheid brengen en be- ging tegen invallende Noormannen aan- mannen. vankelijk met weinig succes aan zijn opti- De koggendienst was echter niet door de mates toevertrouwd. Zijn opvolgers stel- Hollandse graven ingevoerd. Zij troffen de den Deense heersers aan die een maritie- koggendistricten al aan bij hun definitie- me verdediging overeenkomstig hun ei- ve verovering van West-Friesland in de der- gen gewoonten organiseerden, een feno- tiende eeuw. Voor de koggenorganisatie meen dat later zou blijven voortbestaan moeten we op zijn minst terug naar de als de koggenorganisatie. Er is dan ook tiende eeuw, toen deze graven hun gebied een opmerkelijke overeenkomst tussen de nog niet tot een zelfstandige militaire een- bij ons voorkomende koggendistricten en heid hadden gevormd. Want in het goede- soortgelijke in Scandinavië voorkomende renregister van de Utrechtse kerk, een lijst gebieden. Daar waren deze districten on- met kerkbezittingen opgesteld in de vroe- derverdeeld in kleinere naar roeiers ver- ge tiende eeuw, is al sprake van een cijns, wijzende eenheden. De ingezetenen van die naar de koggendistricten cogsculd, of- een dergelijk gebiedje moesten één roeier wel koggenschuld genoemd werd. Die vin- leveren. En juist die verwijzing naar roei- den we ook in twee oorkonden die later in ers komen we ook bij ons tegen. Want in de tiende eeuw gedateerd zijn.4) Het is aan- Holland waren de koggendistricten ver- nemelijk dat het hierbij gaat om een aan deeld in 20 tot 30 kleinere geografische de koggendienst gerelateerde belasting. eenheden, die riemen genoemd werden, ie- Deze zou volgens de historicus Van Loon der verantwoordelijk voor de levering van nog als kogschuld in grafelijke brieven in één weerbare man, of gewapende roeier.

43 Vermoedelijk werd de koggenorganisatie vormd tot een heervaartplicht ten bate bij ons door de Deense prins Hrœrekr van deze heren. De verspreiding van de (Rorik) geïntroduceerd, die de scepter koggendistricten bleef beperkt tot het zwaaide over het westelijke kustgebied. door Hrœrekr beheerste gebied, ruwweg Want kort voor 867, ten tijde van zijn heer- de huidige provincies Noord- en Zuid- schappij, waren de koggenplichtigen die Holland en het westen van de provincie novo (recent) cokingi genoemd werden, te- Utrecht. Daarbuiten was onvoldoende gen hem in opstand gekomen.6) centraal gezag voor een van boven opge- vechtkroniek 37 In Denemarken moesten boeren jaarlijks legde koggendienst en die is daar dan ook een scheepsbelasting betalen. Die werd niet in stand gehouden of er zelfs hele- naast, en niet ter vervanging van de feite- maal nooit ingevoerd. Uitzonderingen lijke scheepsdienst geheven. Want de daarop vormen bijvoorbeeld de geïsoleer- scheepsdienst zelf kon worden afgekocht. de hercogghen in de Vier Ambachten in Waarschijnlijk kunnen we in deze jaarlijk- Zeeuws Vlaanderen. se scheepsbelasting de Deense tegenhan- ger van onze cogsculd herkennen. Want we Interpretatie van de koggendienst moeten die als een scheepsbelasting op- te Vredelant vatten en niet als een afkoopsom voor de De koggendienst te Vredelant betreft een geï- scheepsdienst, zoals wel wordt aangeno- soleerd fenomeen dat voor zover bekend in men. Die afkoopsom kennen wij ook en het Sticht niet voorkwam. Deze vorm van die komen we in het graafschap Holland heervaartplicht kwam alleen in Holland tegen als een betaling die riemtalen ge- voor en op sommige plaatsen in Zeeland. noemd werd. Zoals hierboven beschreven betrof de kog- Na het einde van de Deense heerschappij gendienst een verplichting om schepen ten bleven de koggenverbanden voortbe- behoeve van oorlogsvoering operationeel te staan. Zij werden in het Hollandse hebben, compleet met bemanning en uitrus- Noorderkwartier zelfs uitgebreid, want ting. In het 13de-eeuwse Vredelant hebben we we vinden deze scheepsdistricten terug in te maken met een heervaartplicht van vrije gebieden die pas later ontgonnen en be- lieden, kleine landbezitters, die gezamenlijk woond werden. We mogen aannemen dat een heerkogge moesten uitrusten. Volgens de dreiging van de Hollandse graven de het privilege van 1265 waren de ingezetenen Miniatuur uit de 14de eeuw vrije Friezen daartoe noopten. De koggen- van het nieuwe stadje Vredelant verplicht waarop twee koggen dienst is lange tijd een landweerplicht ge- om één schip te leveren. Dit betrof geen be- staan afgebeeld. bleven. Pas met de komst van de scheiden roeibootje, maar een relatief groot Naar: L. van der Tuuk, De eerste Gouden Eeuw Hollandse graven werd deze defensieve schip dat zowel gezeild als geroeid kon wor- (Utrecht 2011). scheepsdienst door hen ingelijfd en omge- den door circa 20 man, mogelijk meer. Hoewel we nu niet bepaald van een Stichtse Armada op de Vecht kunnen spre- ken, is de militaire grensfunctie van de koggenorganisatie in Vredelant veelzeg- gend. Eens te meer wordt duidelijk hoe de Utrechtse bisschop betrokken was bij de grensverdediging van het Sticht in het al- gemeen en bij de bouw en verdediging van het kasteel, de kerk en het stadje in het bijzonder. De nederzetting moet een actieve en parate militaire grensfunctie als verdediging tegen de Hollandse graaf hebben gehad. Hendrik van Vianden had vermoedelijk in oorsprong alleen de stich- ting van een militair verdedigingspunt voor ogen, maar zag al gauw in dat, we- gens de jarenlange bouwactiviteiten van

44 het kasteel, de kerk en de sterk gegroeide heersbaar. Ronald de Graaf ziet in zijn nederzetting, ook deze nederzetting be- boek Oorlog om Holland 1000-1375 de instel- schermd moest worden. De - voor ling van de koggenvaart in Vredelant als Nederlandse begrippen - vroege uitgifte een teken van bekwaamheid van bisschop van stadsrechten in 1265 zal daarom voor- Hendrik van Vianden en tegelijk een laat- al een militaire noodzaak zijn geweest. De ste teken van leven van deze scheeps- soldaten op de kasteeltoren zullen ver- dienst in het Sticht.8) Men kan het inder- moedelijk ingezetenen van het stadje zelf daad opvatten als een teken van be- zijn geweest. Voor de bevoorrading, onder- kwaamheid dat de bisschop de capacitei- houd en allerhande diensten zal een be- ten en ervaring van waarschijnlijk roep zijn gedaan op de mensen in de stad. Hollandse uitwijkelingen aanwendde De formeel vastgelegde verplichting van voor de inrichting van de koggendienst. de herekoge in de stadsrechten past in een Dit kwam zeer goed van pas in de frontier groter verband van militaire strategie, or- zone van de Vechtstreek. De veronderstel- ganisatie en persoonlijke bemoeienis van ling is echter onjuist dat het ging om een bisschop Hendrik van Vianden. De verle- op dat moment reeds gepraktiseerd mili- ning van stadsrechten betrof hierbij geen tair middel. In het Sticht was namelijk formaliteit, maar was verbonden met al- geen sprake van scheepsdistricten of een lerlei verplichtingen voor de inwoners als- koggenorganisatie. Als die er ooit was dan ook diverse gunstige voorwaarden en vrij- hadden we daar wel relicten van terugge- stellingen. Zo werd onder meer een verde- vonden, zoals er ook vele in Holland te vin- digingswal opgeworpen, kreeg de stad den zijn. Dat de bisschop later over oor- marktrechten en gold een ander rechts- logsschepen kon beschikken, heeft niets systeem binnen de stad als daarbuiten. met de vorm van heervaartplicht te ma- De herekoge was voor het Sticht een onbe- ken die koggenorganisatie genoemd kende militaire strategie. Het is niet on- wordt. Als dit het geval was had bisschop denkbaar dat de ‘nieuwe’ bevolking, die in Hendrik van Vianden deze scheepsdienst eerste instantie voor de bouw van het kas- ook wel op andere plaatsen in het Sticht teel en de kerk en allerhande ondersteunen- toegepast. We moeten de koggendienst de bevoorradingsdiensten was aangetrok- daarom anders verklaren. ken, vooral uit uitgeweken (West-)Friezen Juist omdat de koggenorganisatie een geï- bestond die het in de 13de eeuw met de soleerd fenomeen is en dat ook in het Hollandse graaf aan de stok hadden gehad. Sticht bleef, ligt het voor de hand dat de De koggenorganisatie in Vredelant moeten bisschop er niet veel in zag. De scheeps- we in dit licht beschouwen als een uniek dienst vond dan ook geen navolging. De geïmporteerd verschijnsel. vraag blijft waarom de bisschop hier niets De scheepsdienst zelf kan worden gezien in zag. als onderdeel van een militaire tactiek die Scandinavische munt uit te water werd toegepast. Troepen konden de vroege 9de eeuw waar- snel en lokaal worden georganiseerd en op een kogge is afgebeeld. konden via de vele kleine veenriviertjes Naar: L. van der Tuuk, De eerste Gouden Eeuw overal komen en toeslaan. Deze gevecht- (Utrecht 2011). stactiek maakte deel uit van een lange tra- ditie en was bewezen effectief. Strijd te wa- ter werd niet onderschat, zeker niet toen graaf Willem II in 1256 (ten tijde van de bouw van kasteel Vredelant) bij de slag bij Hoogwoud in West-Friesland werd gedood op het Berkmeer door simpele maar strijd- vaardige boeren.7) Mede vanwege de interne belangenstrijd in het Sticht waren de spanningen bij het drielandenpunt te Vredelant moeilijk be-

45 Ook Hroerekr (Roerik van Dorestad), die 3. Ketner, Oorkondenboek Sticht Utrecht III, no. 1681: Item quod ad expeditionem sive in excercitum extra eerder over een deel van de latere provin- opidum suum vocari non deberent, nisi sub expensis cie Utrecht heerste (in ieder geval over een suis et suorum successorum et infra limites episcopa- deel van het rivierengebied, inclusief tus Traiectensis ad defensionem terre et iurium eccle- Dorestad), heeft de koggenorganisatie sie Traiectensis. Verum extra limites episcopatus sive hier niet ingevoerd, maar wel in het wes- extra terram vocari non deberent ad expeditionem, nisi cum una navi tantum, que herekoge vulgariter appella- ten van zijn gebied, in het latere gewest tur (ander handschrift: heercogge nuncupatur), et sub Holland. Hiervoor valt maar één reden te expensis suis aut suorum, qui fuerint pro tempore, suc- vechtkroniek 37 bedenken: Holland had meer een etnisch cessorum Friese achtergrond dan het Sticht. Friezen 4. Muller & Bouwman, Oorkondenboek van het Sticht Utrecht, no. 49; no. 111, uit 948 en no. 113, waar- waren vanouds meer vertrouwd met het schijnlijk uit 949. water en met scheepsbouw dan de 5. Van Loon, Beschrijvinge der aloude Regeeringswijze, Stichtenaren. Juist de combinatie van het 389-391. Over de heervaartplicht, zie Gosses, gezag van Hroerekr die met harde hand Welgeborenen en huislieden, 48-70, speciaal 60-63; maatregelen doorvoer, ook al kwamen de over de koggenorganisatie, zie Van der Tuuk, ‘Deense kapers’, 18-19; ‘De koggenorganisatie’, 35-39; cokingi daartegen in opstand, en de Friese Noormannen, 112-117. kennis van scheepsbouw en navigatie 6. Rau, ‘Annales Bertiniani’, 166. maakte de koggenorganisatie tot een suc- 7. De Graaf, Oorlog om Holland, 231-235. ces. En die combinatie vinden we alleen in 8. De Graaf, Oorlog om Holland, 91-92. 9. Van Regteren Altena, ‘Archeologisch Nieuws: Holland en Zeeland, en niet in het Sticht. Vreeland’, 65. Dat we die dan later toch kortstondig en geïsoleerd in Vreeland tegenkomen, is een LITERATUUR EN BRONNEN duidelijke aanwijzing dat we hier met een Amstel, Th.A.A.M. van, De heren Van Amstel 1105-1378, geïmporteerd verschijnsel te maken heb- Hun opkomst in het Nedersticht van Utrecht in de twaalfde en dertiende eeuw en hun vestiging in het hertogdom ben, van Hollanders die voor de repressie Brabant na 1296 (Hilversum 1999). van de Hollandse graaf naar het Sticht uit- Buitelaar, A.L.P., De Stichtse ministerialiteit en de ontginnin- geweken waren. gen in de Utrechtse Vechtstreek, Middeleeuwse Studies en Nadat de machtsverhoudingen na de Bronnen 37 (Hilversum 1993). Cruysheer, A.T.E., ‘De Polder Dorssewaard te Vreeland’, dood van de bisschop in 1267 een wen- Tussen Vecht en Eem 25, 1 (2007), 38-52. ding namen ten gunste van het graaf- Gosses, I.H., Welgeborenen en huislieden, onderzoekingen schap onder Floris V, ligt het voor de hand over standen en staat in het graafschap Holland dat de Stichtse koggenorganisatie in (Groningen/Den Haag 1926). Vreeland wat de Hollanders betrof ont- Graaf, R. de, Oorlog om Holland 1000-1375. Middeleeuwse Studies en Bronnen XXXVIII (Hilversum 2004). manteld moest worden. Vermoedelijk Jonker-Duynstee, J. & Kruyter, K. de, ‘Opkomst en onder- houdt dit verband met de reden waarom gang van kasteel Vreeland’, Tussen Vecht en Eem 22, 1-2 een deel van de bewoners rond 1275 over- (2004), 20-25 en Vechtkroniek 15 (2001). geplaatst is naar het opkomende Ketner, F., Oorkondenboek van het Sticht Utrecht III (‘s- Gravenhage 1949). Amsterdam en waarom Vreeland niet kon Loon, G. van, Beschrijvinge der aloude Regeeringswijze van 9) uitgroeien tot een grote stad. Het ver- Holland 4 (Leiden 1745). schijnsel van de koggenvaart in Vreeland Lund, N., ‘Is leidang a Nordic or a European phenomenon?’, zal dan ook niet langer dan een jaar of tien Nørgård Jørgensen, A. & Clausen, B.L. (ed.), Military Aspects geduurd hebben. of Scandinavian Society In a European Perspective AD. 1- 1300 (Kopenhagen 1997), 195-199. Muller Fz., S. & Bouman, A.C., Oorkondenboek van het Luit van der Tuuk en Anton Cruysheer Sticht Utrecht tot 1301 I (Utrecht 1920). Rau, R. (ed.), ‘Annales Bertiniani’, Quellen zur karolingischen Reichsgeschichte II (Darmstadt 1958), 11-287. NOTEN Regteren Altena, H.H. van, ‘Archeologisch Nieuws: 1. Zie hiervoor bijvoorbeeld: Van Amstel, De heren Van Vreeland’, Nieuwsbulletin Kon. Ned. Oudheidkundige Bond Amstel; Buitelaar, De Stichtse ministerialiteit; Jonker- 64, (1965), 65. Duynstee en De Kruyter, ‘Opkomst en ondergang van Tuuk, L. van der, ‘Deense kapers op de kust’, Nehalennia kasteel Vreeland’; Cruysheer ‘De Polder Dorssewaard’. 151 (2006), 2-24. 2. Zoals valt op te maken uit de rekeningen van het Tuuk, L. van der, ‘De koggenorganisatie en de rol van de Graafschap Holland. Online deels te zien via: Deense heersers’, Spiegel der zeilvaart 31-10 (2007), 35-39. http://www.archive.org/stream/kroniek00nethgoog/kr Tuuk, L. van der, Noormannen in de Lage Landen. oniek00nethgoog_djvu.txt . Handelaren, huurlingen en heersers. (Kampen 2008).

46 Overstroming van de Vecht in 1928 (2) Schade aan huizen en landerijen

In de loop van de tijd trad de rivier de bij vooral Nigtevecht en Vreeland het Vecht vele malen buiten haar oevers. De zwaar te verduren hadden, maar ook laatste keer dat dit gebeurde was in 1928, Loenen, Nieuwersluis, Breukelen en waarbij de gehele Vechtstreek onder wa- ontkwamen niet aan deze over- ter kwam te staan met grote schade voor stroming.1) mens en dier. Als gevolg van een zeer zwa- re noordwesterstorm op 17 november van Nigtevecht dat jaar werd het water van de Noordzee De hoge waterstand hield ongeveer vier de Zuiderzee ingeblazen. Dit kon gebeu- dagen aan: van maandag 26 tot en met ren omdat de Afsluitdijk er nog niet was. donderdag 29 november 1928. Op 30 no- De afsluiting van de Zuiderzee zou nog en- vember schreef het raadslid H. Petrus aan kele jaren op zich laten wachten. Door het burgemeester L. Schiethart van Nigte- opstuwende water in de Zuiderzee bereik- vecht, die tevens burgemeester van Vree- te ook het water bij Muiden een hoge land was, een brief met de vraag om “bij de stand, veel hoger dan normaal, zodat de eerstvolgende raadsvergadering in dezen ge- Vecht niet kon lozen. Door hevige regen- meente, een punt op de agenda te plaatsen, val in de weken daarna steeg het water in waarin ondergeteekende de raad verzoekt eeni- de rivier, waardoor de dorpen langs de ge inlichtingen aan B&W te mogen vragen be- Vecht te maken kregen met ernstige wa- treffende de dagen van 26 Nov. j.l. en daarop teroverlast en grote schade aan huizen en volgende, waarbij Nigtevecht door een hoogen landerijen. Rond 26 november over- Vechtstand geteisterd werd.” Die eerstvolgen- stroomde de Vecht op vele plaatsen, waar- de vergadering vond plaats op 16 januari

De voormalige tuinmans- woning met een mangel- en biljartkamer, vroeger be- horend tot de buitenplaats Nieuwerhoek. Het gebouw is ook in gebruik geweest als koetshuis. Dit pand - sinds vele jaren in gebruik als eigen woning - had ook te lijden van de overstro- ming van de Vecht in no- vember 1928. Het huidige adres is Rijksstraatweg 80. De foto is genomen vanaf het balkon van ‘Sunnyhome’, het woon- huis van de toenmalige burgemeester E.A.H.A. van de Velde. Coll.: W. Mooij.

47 1929. Het raadslid Petrus vroeg toen waar- kistdammen en zandzakken achter de wo- om het bestuur van de Aetsveldse polder ningen. Met deze maatregelen waren aan- niet voldoende had ingegrepen en wat het zienlijke uitgaven gemoeid. Volgens een college van burgemeester en wethouders schatting van het gemeentebestuur kon had gedaan ter beperking van de geleden het totale schadebedrag wel oplopen tot schade. En ... dat was niet onbelangrijk, 3.000 gulden: tenminste 1.300 gulden wat stelde men zich voor te doen om in de voor het keren van het water en ruim toekomst een herhaling van een dergelij- 1.600 gulden voor het herstellen van de vechtkroniek 37 ke ramp te voorkomen. Uit het besluit dat Dorpsstraat (materiaal en loonkosten). over dit punt is genomen, blijkt hoe de ge- Voor een zo hoge schadepost moest het ge- meenteraad tegen de zaak aankeek. Het meentebestuur een lening afsluiten, bestuur van de polder had zeer onvol- waarvoor de aflossing (incl. betaling van Wateroverlast in de doende maatregelen getroffen om de wo- de rente) werd vastgesteld op zes jaarlijkse Dorpsstraat in Loenen. Links op de foto staat de ningen van vele ingezetenen voor overs- termijnen, te voldoen in de jaren 1930 tot drinkwaterpomp, die troming te vrijwaren en daardoor het en met 1935. Volgens de burgemeester toentertijd voor de Vechtwater te laten stromen door de vele had het polderbestuur met terstond in- gereformeerde kerk stond percelen en over de bestrating van de grijpen veel schade kunnen voorkomen en in 1929 is opgeruimd door Teeseling, die de Dorpsstraat. Het dagelijks bestuur van de en die mening werd ondersteund door de pomp ook had geplaatst. gemeente heeft toen ingegrepen door het hoofdingenieur-directeur van provinciale Coll.: W. Mooij. water te keren door het aanbrengen van waterstaat en de hoofdopzichter van het hoogheemraadschap Amstelland (H.A.J.F. Hissink, 1864-1933). De vraag hoe men een dergelijke ramp kon voorkomen, kwam niet meer aan de orde.2)

Vreeland Voor Vreeland zond burgemeester Schiet- hart op 14 december 1928 aan de hoofdin- genieur-directeur van provinciale waters- taat op diens verzoek een schriftelijk ver- slag van de hoge Vechtstand (gedurende 26 tot en met 29 november) met daarbij een schatting van de geleden schade. Als eerste meldde Schiethart dat de gemeente voor de kering van het water geen uitga- ven had hoeven te doen. Die kosten waren betaald door de belanghebbende polder- besturen. Bij de strijd tegen het hoge wa- ter had het bestuur van het Hoekerwater- schap hulp gekregen van ongeveer 40 ge- niesoldaten. Voor het overige had de ge- meente nog niet zoveel kosten gemaakt, alleen voor het aanleggen van noodbrug- gen over de straten, die onder water ston- den, en voor het opruimen van aangeleg- de dammen: totale kosten 90 gulden. Wegen en straten in Vreeland hadden na- melijk niet noemenswaard geleden, om- dat het Vechtwater er langzaam gestegen was en er gedurende die dagen vrijwel geen verkeer over de straten was geko- men. Verder deelde de burgemeester mee, dat ongeveer 40 percelen waterschade

48 hadden opgelopen. Enkele bewoners wa- ren zelfs genoodzaakt geweest hun hui- zen tijdelijk te verlaten. Op dat moment was een raming van de schade aan de ge- bouwen niet precies te maken, omdat pas later zou blijken of de fundamenten van de percelen waren aangetast. Bij een voor- lopige schatting ging de burgemeester uit van een bedrag 40 gulden per perceel, waarbij de schade aan huisraad nog niet was meegerekend. Tenslotte vroeg de bur- gervader aandacht voor mogelijke plan- nen van diverse polderbesturen tot aanleg en verhoging van waterkeringen die in de bebouwde kom vreemde toestanden zou- den kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld wanneer een waterkering langs wonin- gen en deels op een weg zou komen te lig- gen. Schiethart drong er op aan, dat het college van Gedeputeerde Staten aan de polderbesturen zou vragen welke plan- nen zij zouden wilden gaan ontwikkelen ter bescherming van de polders tegen hoge waterstanden van de Vecht.3)

Loenen De schade in Loenen werd in de loop van december 1928 opgenomen door de ge- meente-veldwachter. Hij maakte een over- zicht van de woningen die in november 1928 min of meer in het water hadden ge- staan met een opgave van de daarin aan- gerichte schade. In zijn overzicht van 8 ja- gemeente Loenen gaf 1503 gulden ar- Op deze foto zien we Frank nuari 1929 nam hij woningen op vanaf beidsloon op voor werkzaamheden tij- Mooij (1903-1974), de molen ‘De Hoop’ tot het einde van de ge- dens de overstromingsramp en het water- 75-jarige Jacomijntje van Appel, weduwe van meente Loenen in Nieuwersluis, uiteraard schap Holland, Sticht en Voorburg decla- Lammert Bouwmeester, alleen aan de westkant van de Vecht, want reerde 2000 gulden voor geleden schade. voor velen opoe de oostzijde - de buurtschap Oud Over - be- Al met al een hoog bedrag aan waterscha- Bouwmeester, naar een hoorde toen nog tot de gemeente Loos- de. De burgemeester van Loenen, E.A.H.A. droger gebied brengen. Zij woonde reeds in 1890 in drecht. De schade in de toenmalige ge- van de Velde, stuurde het door de veld- de buurtschap Oud Over meente Loenen bedroeg ruim 7102 gul- wachter opgemaakte overzicht aan de (toen gemeente den. Om een globaal inzicht van de scha- heer Joh. Timmerman, lid van Provinciale Loosdrecht sectie B num- de te geven volgen enkele voorbeelden. De Staten, tevens wethouder van de gemeen- mer 142). Coll.: W. Mooij. molenaar J. B. Treure gaf 140 gulden scha- te Loosdrecht.4) de op wegens bedorven veevoeder. Fourage- en kunstmesthandel van H. Buurtschappen en Oud Over Griffioen Gzn. leed in zijn pakhuis scha- Van de schade in de buurtschappen de door bedorven veevoeder en kunst- Mijnden en Oud Over aan de oostkant van meststoffen tot een bedrag van 900 gul- Vecht - toen nog behorend tot de gemeen- den. Vele inwoners ondervonden schade te Loosdrecht - is geen goed beeld te krij- aan hun meubilair die kon oplopen tot gen. Het gemeentebestuur berichtte in de- een paar honderd gulden. In enkele hui- cember 1928 aan de hoofdingenieur-di- zen waren ook de tegelvloeren verzakt. De recteur van provinciale waterstaat, dat

49 alle kosten van de overstroming op dat van het waterschap Mijnden, dat de ge- moment nog niet bekend waren en daar- meente 500 gulden beschikbaar stelde “als over dus nog geen overzicht kon worden tegemoetkoming in de gemaakte kosten tijdens verstrekt. Wel besprak de gemeenteraad den watersnood van 23-26 november 1928, on- op 6 december 1928 de vraag wie de kos- der aftrek van de kosten die door de gemeente ten moest betalen van de werkzaamhe- zijn gemaakt in het belang van het water- den, “tijdens den hoogen Vechtstand der vori- schap.” Op 31 mei 1929 besloot de gemeen- ge week in Mijnden en Oud Over verricht?” De teraad een brief aan Provinciale Staten te vechtkroniek 37 voorzitter van de vergadering reageerde schrijven met het verzoek “zoo spoedig mo- met de mededeling dat slechts die kosten gelijk maatregelen te nemen tot het voorkomen voor rekening van de gemeente kwamen, van hoogere Vechtstanden dan 0,50 plus NAP, die voortvloeiden uit de werkzaamheden waardoor naar ‘s Raads meening het ophoogen die de gemeente zelf had uitgevoerd. Hij van de dijken overbodig wordt en met de belan- herinnerde eraan dat men te maken had gen der tachtig gezinnen, die buiten den dijk met een noodtoestand, waarbij direct in- wonen rekening wordt gehouden.” Het opho- grijpen geboden was zonder dat men zich gen van de dijken zou voor rekening ko- “vooraf angstvallig kon afvragen: wie zal de men van de beide waterschappen en dat kosten betalen?” De vergadering was het zou voor de besturen een te zware last eens met de visie van de burgemeester, dat worden. Een dergelijke maatregel zou al- de gemeentekas zo weinig mogelijk moest leen gerealiseerd kunnen worden met worden belast met de kosten van de overs- subsidie van de provincie. Bovendien zou Militairen van het depot troming. De kosten die de waterschappen ophoging van de dijken niet helpen voor Politietroepen uit de Mijnden en Loenderveen gemaakt had- de woningen die buiten de dijk waren ge- kazerne te Nieuwersluis den, moesten zij ook zelf betalen. Op 16 legen. Vandaar dat het gemeentebestuur bieden in november 1928 hulp bij de Mijndensesluis. maart 1929 schreef het college van burge- voorstander was van een effectievere Coll.: W. Mooij. meester en wethouders aan het bestuur maatregel ter voorkoming van hoge wa-

50 terstanden in de Vecht, namelijk het op NOTEN: 1. Zie voor het verslag over de watersnood van 1928 in de peil houden van de Vechtstand. In het ver- Vechtstreek: Vechtkroniek, nummer 36 (november zoekschrift aan de provincie deed de ge- 2011), 32-34. meente nog eens verslag van de noodtoe- 2. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen stand, die in november 1928 in de beide (RHCVV) te Breukelen, Archief gemeente Nigtevecht buurtschappen was ontstaan: “dat reeds de- (1818-1942), raadsnotulen 1929 en correspondentie, 1928-1930; zen winter meerdere woningen zijn ontruimd 3. RHCVV te Breukelen, Archief gemeente Vreeland en dat het water in woningen is binnengedron- (1574-1964), correspondentie 1928-1930. gen en aanzienlijke schade werd geleden voor- 4. RHCVV te Breukelen, Archief gemeente Loenen (1819- al door de armere bevolking; dat het water, dat 1943), correspondentie 1928-1930. 5. Streekarchief Gooi- en Vechtstreek te Hilversum, in de woningen binnendringt voor de volksge- Archief gemeente Loosdrecht (1592-1945), raadsno- zondheid zeer vele gevaren oplevert [en] dat de tulen 1928 en 1929 en correspondentie 1928 en 1929. bewoners der buiten den dijk gelegen huizen verplicht zijn in de ongunstige jaargetijden in vochtige woningen door te brengen.” Al met al reden genoeg om maatregelen te nemen tegen de hoge waterstanden in de Vecht, die regelmatig voorkwamen in het najaar en de winter.5)

Volgende keer: actiecomité en pompge- maal in Muiden (slot)

Kees de Kruijter Willem Mooij

Met dank aan ing. J. den Besten voor zijn waardevolle adviezen.

Uit het archief van de voormalige gemeente Loenersloot

Aan het eind van de raadsvergadering enigzints in eene behoefte te voorzien, doch van 26 april 1860 deelde burgemeester daar er vermoedelijk enige reparatiën gevor- J.P.C. baron van Reede tot ter Aa, eige- derd worden, verlangde Z. Ed. het gevoelen naar van de buitenplaats Rupelmonde, van de Raad te kennen en wel gemagtigd te mee dat de heer Van Beusekom van de worden tot het doen opnemen [in de begro- hofstede Sterreschans een kleine brand- ting] van de herstellingskosten en met het ge- spuit heeft staan, die hij wel aan de ge- meentebestuur van Ruwiel te spreken ten ein- meente wil afstaan op voorwaarde dat de gezamentlijk de kosten van het herstel en “hetzelve in het dorp Ter Aa geplaatst worde.” onderhoud te dragen. Hiertegen geen be- zwaar bestaande, wordt de magtiging ver- De notulen: “Aangezien dat gedeelte der ge- leend.” meente geheel ontstoken is van blusmiddelen die op Loenersloot voorhanden zijn, zo achtte de burgemeester het wenselijk om van deze gelegenheid gebruik te maken, ten einde

51 Huize Calorama in Oud Over vechtkroniek 37

Huize Calorama (komt ook voor als rechts (foto omstreeks 1910) geeft de situ- Kalorama) in de buurtschap Oud Over was atie ten tijde van De Meester weer. In 1908 in de negentiende eeuw eigendom van on- kwam het huis in bezit van mr. J. Kappeyne der meer Titus de Meester. Hij was één van van de Coppello (1854-1920), onder meer de vennoten van de glasfabriek, eveneens stadsadvocaat van Amsterdam. Zijn zoon gelegen aan de oostkant van de Vecht in de mr. dr. N.J.C.M. (Nico) Kappeyne van de bocht van de rivier tussen Loenen en Coppello, geboren 21 januari 1902, was de Vreeland op het terrein van Oostervecht. volgende eigenaar en woonde er tot zijn Het rijtje woningen op die plek, de huidige overlijden op 17 februari 1992. Voor 1920 glashut, herinnert nog aan de tijd van de is het huis vergroot: aan de noordkant bloeiende glasindustrie in Oud Over, vóór (links) met de uitbreiding van het keuken- 1952 behorend tot de gemeente gedeelte met daarboven enkele slaapver- Loosdrecht. Titus de Meester, bewoner van trekken en na 1920: aan de zuidkant de zogenoemde Herenhofstede ‘Calora- (rechts) met de aangebouwde werk- en mu- ma’, overleed op 24 oktober 1879. Hij was ziekkamer (zie foto omstreeks 1970). Het sinds 1848 gehuwd met Catharina huidige adres is Oud Over 59; het pand Henriëtte Cornelia de Ranitz. De glasin- heeft na 1992 de oorspronkelijke naam te- dustrie stond in die tijd bekend onder de ruggekregen: Vecht en Lommer. firmanaam ‘Van der Mersch en de Meester’ en bestond uit “twee glasfabrieken, benevens Willem Mooij pottenbakkerij met annex kantoor en drie hou- ten loodsen, drie flessenschuren, vijf blokken huizen waarvan één ingericht tot zeven wonin- gen, één tot vijf woningen, één tot twee wonin- gen, één tot zes woningen en één tot tien wonin- gen, allen met derzelver erven en daarop staan- de bomen, hakhout en verdere opstal, alles gele- gen bijelkander op Oudover onder de gemeente Loosdrecht aan de rivier de Vecht.” De illustra- tie van het huis zonder aanbouw links en

52 53 vechtkroniek 37

54 55 vechtkroniek 37

56 57