De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken Toin Duijx en Joke Linders bron Toin Duijx en Joke Linders, De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken. Van Holkema en Warendorf, Houten 1991. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/duij009goed01_01/colofon.htm © 2004 dbnl / Toin Duijx / Joke Linders 7 Woord vooraf Een ‘boekverkooper’ van het goede soort, zo werd Tj. van Holkema bij zijn overlijden door collega's genoemd. Een goede boekverkoper beperkte zich in 1891 niet tot het bestellen van boeken ‘bij den uitgever’. Wat hij in zijn winkel verkocht, had hij gelezen en soms zelfs ‘gemaakt’. Tjomme van Holkema en S. Warendorf jr. waren beiden van dat goede soort. Zij kenden elkaar door de boekwinkel van Scheltema & Holkema. Tj. van Holkema was daar sinds 1868 de directeur, S. Warendorf jr. de jongste bediende (vanaf 1877). Het boekverkopersvak was kennelijk zo boeiend dat beiden ook boeken gingen produceren. Tj. van Holkema in 1882 en S. Warendorf jr. in 1886. Na het overlijden van Tj. van Holkema zorgde de weduwe Van Holkema voor een samensmelting van hun activiteiten, lang voordat het fusievirus de boekenwereld zou besmetten. Als wapenspreuk koos de nieuwe uitgeverij ‘Volhardt & Waect’. Helaas vermelden de archieven niet waar die spreuk vandaan komt, noch waarin volhard moest worden of waartegen gewaakt. Hij is halverwege de jaren dertig uit de boeken verdwenen. Toch hebben volharding en waakzaamheid zeker bijgedragen aan de eeuw kinderboeken waarop Van Holkema & Warendorf nu terugkijkt. Het kinderboek krijgt vanaf het begin een belangrijke plaats in het algemene assortiment. Eerst waren dat vooral vertalingen van buitenlandse klassiekers, daarna ook historische verhalen van vaderlandse bodem, prentenboeken en jeugdromans. Joh. Braakensiek, vanaf 1886 de politieke tekenaar van het weekblad De Amsterdammer (later De Groene Amsterdammer, een uitgave van Van Holkema & Warendorf), heeft het aanzien van dat kinderboekenfonds in belangrijke mate bepaald. Door zijn omslagen en illustraties maakte hij Willem Roda van E. Heimans, De lotgevallen van Tom Sawyer van Mark Twain, de boeken van Captain F. Marryat, C.Joh. Kieviet, P. Louwerse en Suze Andriessen tot een goede kameraad voor velen. Van Holkema & Warendorf heeft altijd een voorzichtig maar handig beleid gevoerd. Wie de geschiedenis overziet, zal tot de conclusie komen dat de uitgeverij geen voortrekkersfunctie heeft gehad, maar graag reageerde op ontwikkelingen in het veld. Het eigen gezicht dankt zij aan prominente auteurs als C. Joh. Kieviet, P. Louwerse, Dick Laan, Jaap ter Haar, Wim Hofman en Imme Dros. En aan de ‘bibliotheken’: De Goede Kameraad, de Oranjebibliotheek, Het Kransje, Primula Veris of De Geïllustreerde Lelie-Bibliotheek, series boeken met een herkenbaar uiterlijk. Hoe goed dat herkenbare uiterlijk werkte, blijkt uit de woorden van Victor van Vriesland: ‘Er was een serie kinderboeken die, als ik mij niet vergis, getiteld was “Oranjebibliotheek”. Dit sloeg duidelijk op de kleur van de band en niet op de inhoud van de boeken [...] Uit deze serie weet ik nog één boek: De pleegdochter van de goochelaar. Van dat boek heeft vooral de laatste zin indruk gemaakt: “Zelfs de neus van de markies glansde met buitengewone Toin Duijx en Joke Linders, De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken 8 glans.” Structureel, zou men tegenwoordig zeggen, was die zin een meesterlijke afsluiting van dat hoofdstuk, en daarvoor was ik als kind gevoelig, meer dan voor de feiten van het verhaal zelf.’ Als dit jubileumboek net zo'n glanzende neus oplevert als die van de markies heeft u er weer een goede kameraad bij. Toin Duijx en Joke Linders, De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken 9 1891-1914 De eeuw van het kind Het lezen van kinderen krijgt in het sociaal-pedagogisch klimaat aan het eind van de negentiende eeuw een bijzondere plaats. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen had al dikwijls aangedrongen op het aanbieden van kinderboeken via bibliotheken, buurthuizen en scholen; lezen was immers hét middel voor de ‘volksverheffing’. Nu begint het onderwijs te reageren met aandacht voor de schoolbibliotheek en de kwaliteit van de boeken daarin. Kinderen moeten zich zoveel eigen maken in het leven dat ze de meeste baat hebben bij boeken waarin het ‘nuttige’ met het ‘aangename’ en het ‘fraaie’ wordt verenigd. Het gigantisch aantal jeugdtijdschriften - maar liefst drieëntwintig! - dat tussen 1884 en 1899 de markt overspoelt, is een volgende aanwijzing voor de algehele bezorgdheid om de kinderziel. Het blijkt bovendien uit geschriften van onderwijzers, opvoeders en critici. J. Stamperius, M.J. Koenen, K. Andriesse en Nellie van Kol pleiten voor kinderboeken die ‘de vorming van 't gemoed en de ontwikkeling van 't verstand’ ondersteunen, terwijl vanuit de ‘Kunsterziehungsbewegung’ in Duitsland geluiden komen over kunst voor kinderen. Ook in de lectuur voor kinderen begint het nodige te veranderen. De Brave Hendrik uit het begin van de negentiende eeuw is uitgegroeid tot de quasideugniet Dik Trom, en E. Heimans en Jac. P. Thijsse leren de jeugd nuttige zaken over vlinders, bloemen en bijen, over hei en dennen, sloot en plas. Leerzaamheid, aansluiten bij de kinderziel en schoonheidsidealen vormen de drieklank waarmee ‘de eeuw voor het kind’ wordt ingeluid. De uitdrukking ‘de eeuw voor het kind’ is afkomstig van de Zweedse socialiste, pacifiste en feministe Ellen Key. In haar gelijknamige boek Barnets Århundrade (1900) beschreef zij de ideeën waarop de ‘vom Kinde aus’-beweging zich baseerde. Een kind had recht op méér verzorging, méér bescherming en méér hulp, minder plichten, gevaren en inspanningen. Zij wees op de belangrijke rol van de vader in de opvoeding, pleitte voor grotere vertrouwelijkheid tussen ouders en kinderen, voor een bibliotheekje in elk huisgezin, een rijk gesorteerde schoolbibliotheek en vernieuwingen in het onderwijs. Zij gaf zelfs een overzicht van boeken die zij geschikt achtte voor huis- of schoolbibliotheek en vond voorlezen en vertellen de belangrijkste vormen van leesbevordering. Haar ideeën hebben - met uitzondering van enkele discutabele uitspraken over zieke kinderen - zeker invloed gehad op twintigste-eeuwse schrijvers en opvoeders als Maria Montessori, Jan Ligthart, Theo Thijssen en Kees Boeke. De oprichting van uitgeverij Van Holkema & Warendorf heeft in de eerste plaats een organisatorische grond. In 1886 besluit Simon Warendorf jr. na een loopbaan als jongste bediende bij boekhandel Scheltema & Holkema een eigen uitgeverij te beginnen. Het prentenboek Piet de Smeerpoets en wer- Toin Duijx en Joke Linders, De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken 10 ken van Suze Andriessen en Agatha krijgen een plaats in zijn fonds. Tjomme van Holkema, sinds 1868 eigenaar van Scheltema & Holkema, had datzelfde gedaan in 1882. Hij publiceerde onder andere werk van Marryat, P. Louwerse, P.J. Andriessen en Agatha. Als Tjomme van Holkema op 4 januari 1891 aan influenza overlijdt, vraagt zijn weduwe of de vroegere werknemer S. Warendorf jr. de zaak van haar man wil voortzetten. Eerst nog als associé, later zelfstandig en vanaf 1898 in samenwerking met haar zoon, A.B. van Holkema. In 1901 trekt mevrouw de weduwe Tj. van Holkema zich terug als deelgenoot van de firma. De boeken van beide uitgevers worden opgenomen in het fonds van de nieuwe firma, Van Holkema & Warendorf, die met haar beleid aansluit op de gesignaleerde tijdgeest. Het kinderboek krijgt van meet af aan een grote plaats. De eerste prentenboeken, Bezoek aan den dierentuin en Bezoek aan de pachthoeve (1891), passen door hun ontspannend, nuttig en informatief karakter in wat er rond de eeuwwisseling van kinderboeken wordt verwacht. Maar de concurrentie is hevig. Uitgeverij Kluitman, Sijthoff, J. Vlieger en Van Goor onderhouden al goede contacten met de dan bekende auteurs en illustrators: J.J.A. Goeverneur, P. Louwerse, Chr. van Abkoude, Joh. H. Been, C. Joh. Kieviet, J.H. Isings, Nelly Bodenheim, Rie Cramer, W.G. van de Hulst. Ook H.J.W. Becht, eerst nog reiziger voor Van Holkema & Warendorf, maar vanaf 1893 zelfstandig uitgever, blijkt een geducht concurrent. ‘Hij nam veel schrijvers mee en bleef trachten ons de kaas van het brood weg te nemen!’ aldus een klacht van S. Warendorf jr. De eerste jaren vaart Van Holkema & Warendorf een rustige koers. Er verschijnen vooral herdrukken uit de twee afzonderlijke fondsen, en vertalingen van klassieke meesterwerken (Twain, Defoe). Met de uitgave van geschiedkundige werken zoekt Van Holkema & Warendorf aansluiting bij de trend tot volksverheffing. De historische verhalen voor jong en oud Nederland zijn een groot succes, zeker als ze eenmaal door Johan Braakensiek worden geïllustreerd. Een omnibus met werk van verschillende auteurs verschenen in de Oranje bibliotheek Andere uitgaven liggen op het vlak van de poëzie, een van oudsher risicoloze onderstroom in de literatuur voor het jonge kind. De groeiende aandacht voor het artistieke prentenboek heeft alles te maken met de Duitse ‘Kind und Kunst-Bewegung’, terwijl het opzetten van ‘bibliotheken’ (=series) gebaseerd is op Toin Duijx en Joke Linders, De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken een heuse uitgeverspolitiek. Herkenbaarheid van uiterlijk en bekendheid van auteurs of illustratoren moesten wel tot hogere verkoopcijfers leiden. Dankzij de emancipatorische ontwikkelingen raken rond 1900 steeds meer vrouwen betrokken bij opvoeding en onderwijs en dus bij het kinderboek. Zowel in theoretische als in praktische zin en vaak vanuit een socialistisch ideaal. Nellie van Kol (1899) en Mathilde Wibaut-Berdenis van
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages234 Page
-
File Size-