MEESTERS VAN HET DIAMANT ERIC LAUREYS Meesters van het diamant De Belgische diamantsector tijdens het nazibewind www.lannoo.com Omslagontwerp: Studio Lannoo Omslagillustratie: Grote Zaal van de Beurs voor Diamanthandel Foto’s: Beurs voor Diamanthandel Kaarten: Dirk Billen © Uitgeverij Lannoo nv, Tielt, 2005 en Eric Laureys D/2005/45/432 – ISBN 90 209 6218 3 – NUR 688 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, internet of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Gedrukt en gebonden bij Drukkerij Lannoo nv, Tielt Inhoud Dankwoord 9 Woord vooraf 11 Terminologische afspraken en afkortingen 15 1. Inleiding tot de diamantsector 23 Economisch belang van de diamantsector 23 Diamantontginning 24 Diamantbewerking 27 2. Ontstaan en ontwikkeling van machtscentra 35 De Beers en het Zuid-Afrikaanse kartel 35 Het Londens Syndicaat 38 De Forminière en het Kongolese kartel 41 Het Antwerpse diamantcentrum 48 3. Uitbouw van het Belgische overwicht – De diamantnijverheid tijdens de Eerste Wereldoorlog en de grote crisis 65 De eerste diamantdiaspora 65 Achteruitgang van Amsterdam 70 Contract tussen de Forminière en het Londens Syndicaat 71 Rol van de diamantbanken 75 Consolidatie van De Beers 82 4. De diamantsector, de opkomst van het naziregime en de nakende oorlog 87 Corporatisme in het interbellum 87 De Duitse nieuwe economische orde 91 Naziorganisatie van de Duitse diamantexploitatie 96 België, de vooroorlogse diamantsector en de anti-Duitse boycot 115 De Nederlandse ‘verdedigingsvoorbereiding’ 134 De Britse diamantcontrole en de Schemeroorlog 135 Amerikaanse diamantcontrole op de vooravond van Pearl Harbor 142 5. De grote uitdaging – De diamantsector tijdens de Tweede Wereldoorlog 147 Opgang van het industriediamant 147 Het fiasco van Cognac 151 De tweede diamantdiaspora 163 6 De Duitse greep op de Belgische diamantsector 178 Reorganisatie van de sector in België 203 6. De Belgische diamantsector in de ban van de Belgische breuklijnen 247 Rechts-conservatieve neutralisten of traditionalistische liberalisten? 247 Linkse, pro-geallieerde democraten 252 Liberaal absenteïsme 255 Vlaams-nationalisme, collaboratie en anti-semitisme 255 7. Belgisch weerwerk in het bezette Antwerpen en in Londen 267 Belangenbehartiging onder Duits bewind 267 Belangenbehartiging bij de Britten 285 Inspanningen tegen Amerikaans opportunisme 309 8. Pogingen tot herstel van de vooroorlogse orde 331 Zuivering van het Antwerpse diamantcentrum en de joodse machtsrecuperatie 331 Het terugwinnen van de uitgeweken joodse diamantairs 364 Schadeloosstelling en restitutie 378 9. Epiloog 387 De heropleving van Antwerpen als werelddiamantcentrum 387 Het terugdringen van de concurrentie 391 Recente uitdagingen 407 Algemeen besluit 425 MEESTERS VAN HET DIAMANT Bijlagen 437 Bijlage 1 – Leden van het Diamond Committee (MEW) 437 Bijlage 2 – Vestiging van Antwerpse diamantairs in het Verenigd Koninkrijk 438 Bijlage 3 – Situatie van het Diamond Center (New York) 439 Bijlage 4 – Bestemming van geroofde goederen 441 Bijlage 5 – Aanwezigen op de vergadering van de Rüstingsinspektion Niederlände en de OFK 672 Außenstelle Antwerpen (26 oktober 1940) 442 Bijlage 6 – Raadsleden van de Nieuwe Ordediamantinstellingen 443 7 Bijlage 7 – Beroving en deportatie 445 Bijlage 8 – Verslag van Huysmans 446 Bijlage 9 – Door het Amerikaanse Justice Department aangeklaagd 451 Bijlage 10 – Uitvoerend comité van de Diamanttentoonstelling van 1948 452 Eindnoten 455 Bibliografie 507 Archiefoverzicht 519 Personenregister 531 Zakenregister 539 INHOUD Dankwoord k wil de talrijke personen bedanken die bijdroegen tot het totstandkomen van Idit boek, niet in het minst Firouzeh, Alicia en William, die hun echtgenoot en papa de nodige ruimte gunden om dit project tot een goed einde te brengen. Mijn dank gaat ook uit naar oud-directeur José Gotovitch van het SOMA, door 9 wie een SOMA-onderzoeksproject zich tot een doctoraatsthesis kon ontpop- pen, de basis voor dit boek. Deze doctoraatsthesis werd vakkundig in goede banen geleid door promotor professor Guy Vanthemsche van de VUB. Het idee om een grondig onderzoek te verrichten naar de diamantsector sproot voort uit gesprekken met Rudi Van Doorslaer, de toenmalige directeur van het onder- zoeksteam bij de Studiecommissie Joodse Goederen. Yvan Verbraeck, chro- niekschrijver en redacteur van het tijdschrift ‘De Belgische diamantnijverheid’ leverde kostbaar archief- en beeldmateriaal. Onder de joodse diamantairs gaat mijn bijzondere erkentelijkheid uit naar Nathan Ramet, voorzitter van het Joods Museum voor Verzet en Deportatie, bestuurder van de Diamantclub van Antwerpen en oud-gedeporteerde; naar David Urlik, oud-voorzitter van de Vrije diamanthandel en naar Hans Wins, vertegenwoordiger van De Beers in België. Dank ook aan de directrice van de Federatie der Belgische diamantbeur- zen, mevrouw L. Oige, voor het hartelijk onthaal. Ik heb een bijzondere appre- ciatie voor Hans Ulrich Lemberg, Klaus Tidemann Lemberg en Günter Holstein, zonen van Duitse referendarissen die tijdens de bezetting betrokken werden bij de controle over de Belgische diamantsector. Zij gingen met moed de confron- tatie aan met het door hen nauwelijks gekende vaderlijke oorlogsverleden. DANKWOORD Woord vooraf ‘ iamant heeft hier bijna honderd jaar rustig voortgeboerd, zonder dat strate- Dgisch denken nodig was. De steentjes kwamen en gingen vanzelf. Antwerpen was de onbetwiste nummer één. Tegenwoordig leven 2 miljoen mensen in de wereld van de diamant. Er zijn 37 productielanden en 22 beurzen 11 die alles geleerd hebben van Antwerpen. Als we blijven ruziën, verliezen we gegarandeerd onze centrale functie.’ Dat vertrouwde wijlen Abraham Fischler, de Antwerpse voorzitter van de Wereldfederatie van Diamantbeurzen, in april 2002 toe aan het financieel-economisch weekblad Trends. De Belgische dia- mantnijverheid, waarvan het centrum in Antwerpen gelegen is, kampte de laat- ste jaren met een niet-aflatende delokalisatie naar lagelonenlanden. Toch kib- belden de Antwerpse diamantlieden genadeloos om de restjes van de krimpen- de markt, in plaats van de rangen te sluiten. De sector kwam bovendien in op- spraak door de zogenaamde ‘conflictdiamanten’ en ophefmakende financiële schandalen als de affaire Kirschen en de affaire Bank Max Fischer. De malaise zit blijkbaar diep, stelde Trends.1 Dat het Antwerpse diamantcentrum met talrijke problemen te kampen heeft mag juist zijn, maar Fischlers bewering dat de dia- mant honderd jaar rustig voortboerde, is bij de haren getrokken. De sector is lang niet aan zijn eerste vuurproef toe. Fischler doet hier geen recht aan de inge- wikkelde ontstaansgeschiedenis van zijn sector of aan al de maatregelen om de economische activiteit ervan te ondersteunen. Deze houding is wijd verbreid in de sector. Antwerpse diamantairs, onder wie talrijke joden, houden zich met ‘het steentje’ bezig en hebben traditioneel weinig oog voor het bredere maat- schappelijk kader van hun economische activiteit. Het is precies dit brede histo- risch maatschappelijk kader dat wij hier willen schetsen. We zullen zien dat het beeld dat Fischler ophangt, niet klopt met de werkelijkheid. De Belgische diamantsector werd in het begin van de 20ste eeuw alvast gecon- fronteerd met een aantal zware uitdagingen. Het Antwerpse diamantcentrum kreeg te maken met een delokalisatie in 1914-18, een diamantcrisis in 1921, een economische crisis in 1930 en het opkomende anti-semitisme in de jaren dertig. De vrees dat de joodse diamantairs met hun technische knowhow, hun handels- connecties en hun fortuinen aan diamanten uit Antwerpen zouden wegtrekken, WOORD VOORAF was niet denkbeeldig. Hoe waardevol was deze waar dan wel? Om te beginnen werd diamant zeer geprezen voor zijn waardebestendigheid, waardoor het gebruikt werd als beleggingsmiddel en internationaal ruilmiddel. Door zijn grote hardheid werd diamant bovendien als boor-, schuur-, en snijmiddel geap- precieerd in de industrie. Maar diamanten zijn ook klein en daardoor kunnen zij gemakkelijk gesmokkeld en frauduleus verhandeld worden. De diamantsec- tor is met andere woorden een ‘vluchtige’ sector die geen bijzondere transport- middelen vergt om snel en haast ongemerkt te verhuizen. Dat ‘vluchtige’ karak- ter werd nog versterkt door het uitgesproken kosmopolitische karakter van de 12 joodse diamantairgemeenschap. De Tweede Wereldoorlog en de Duitse overrompeling van België in mei 1940 brachten de Belgische diamantsector fundamenteel in het nauw. Joden, en dus ook joodse diamantairs vluchtten het land uit. Tijdens hun ballingschap stichtten deze diamantairs nieuwe buitenlandse diamantcentra die in concur- rentie traden met Antwerpen. Bestaande centra, waaronder de Duitse en de Amerikaanse, lieten de kans ook niet voorbijgaan om hun activiteiten ten koste van het uitgeschakelde Antwerpse centrum uit te breiden. Joodse diamantairs die in België bleven, werden vervolgd en gedeporteerd. Bovendien leefde de verwachting dat de Duitsers onmiddellijk de hand zouden leggen op alle dia- manten die zij in België konden vinden. Het lijkt dan ook verwonderlijk dat Antwerpen na de oorlog een spectaculair herstel kende en zich snel opnieuw kon poneren als wereldcentrum voor diamanthandel en -nijverheid. Dit boek werpt een licht op het hoe en waarom van deze onverwachte heropleving. Het gaat daarbij niet uitsluitend om economische maar ook om sociale, politieke, ideologische en zelfs culturele factoren. Verder maken we een onderscheid tussen drie niveaus omdat
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages552 Page
-
File Size-