77 E RASSENLIJST RECOMMENDED LIST OF VARIETIES NATIONALE NATIONAL LIST Inhoudsopgave Contente 2 Inleiding 2 Introduction 6 Regels voor Rassenlijst 6 Variety research and registratie en keuring inspection procedures 19 Granen 19 Cereals 20 tarwe 20 wheat 39 gerst 39 barley 49 rogge 49 rye 52 haver 52 oats 54 triti cale 54 tri ticale 56 Peulvruchten 56 Pulse 56 erwten 56 peas 61 veldbonen 61 field beans 65 Handelsgewassen 65 Commercial crops 65 vezelvlas 65 fibre flax 70 vezelhennep 70 fibre hemp 73 winterkoolzaad 73 winter oil-seed rape 75 karwij 75 caraway 76 blauwmaanzaad 76 mawseed 77 Grassen 77 Grasses 78 grasland 78 grassland 90 Engels raaigras 90 perennial ryegrass 115 witte klaver 115 white clover 120 diverse grassoorten 120 various grass species 134 Voedergewassen 134 Fodder crops 135 voederbieten 135 fodder beet 138 stoppelknollen 138 turnips 140 bladkool 140 forage rape 141 luzerne 141 lucerne 150 Groenbemestingsgewassen 150 Green manuring crops 157 bladrammenas 157 fodder radish 160 gele mosterd 160 white mustard 165 klavers 165 clovers 167 Aardappelen 167 Potatoes 181 consumptie aardappelen 181 ware potatoes 202 zetmeel aardappelen 202 starch potatoes 210 Mais 210 Maize 210 snijmais 210 forage maize 225 korrelmais, CCM 225 grain maize, CCM 229 gehele plantsilage 229 whole crop silage 230 Suikerbieten 230 Sugar beet 244 Cichorei 244 Industrial chicory 246 Nationale Lijst 2002 246 National List 2002 258 lijst van gerechtigden 258 list of maintainers 265 Synoniemen 265 Synonyms 267 Statistiek 267 Statistics 277 Bijlage 277 Appendix 277 vertalingen van 277 translations of gewas- en soortnamen crop and generic nam< 283 Engelse toelichting 283 English commentary 294 Nabeschouwing 294 Concluding remarks 299 Adressen 299 Addresses Zie ook alfabetisch realster op blz.3 van de omslag See also alphabetical index on p. 3 of the cover. 77e Rassenlijst voor Landbouwgewassen 2Q02 77th List of Varieties of field crops 2002 waarin opgenomen: including: - Aanbevelende Rassenlijst 2002 Recommended List of Varieties 2002 - Nationale Lijst 2002 National List 2002 De Nederlandse Rassenlijst voor Landbouwgewassen verschijnt onder verantwoordelijkheid van de Commissie voor de Samenstelling van de Rassenlijst voor Landbouwgewassen. Deze commissie bestaat uit: ir P. Hijma voorzitter ir P. Oosterveld vice-voorzitter ir H. Bonthuis secretaris prof dr ir J.E. Parlevliet lid dr ir L. Visser lid Samenstelling en redactie: Met medewerking van o.a.: ir H. Bonthuis ir L van den Brink (PPO, Lelystad) ir D.A. Donner dr ir A. Darwinkel (PPO, Lelystad) ing J.A.M. Groten (PPO, Lelystad) Correspondentieadres: ing R.D. Timmer (PPO, Lelystad) ing A.C. Wever (PPO, Lelystad) Plant Research International B.V. ing J. Visscher (PV, Lelystad) Postbus 16, dr A.C.P.M. van Swaaij (1RS, Bergen op Zoom) 6700 AA Wageningen. ir J.D.A. Wevers (1RS, Bergen op Zoom) telefoon: 0317-477001 C.C.A. Boons (NAK Agro, Emmeloord) telefax: 0317-418094. e-mail: [email protected] ir R. Dankert (NAK Agro, Emmeloord) www.plant.waaeninaen-ur.nl/cvn Ondanks alle betrachte zorgvuldigheid, is (zijn) auteur(s) noch uitgever aansprakelijk voor welke schade dan ook, verband houdende met eventuele onjuistheden in deze uitgave. © Plant Research International B.V., 2001. ISSN 0168-7484 1 Algemeen Introduction, see the appendix for an English commentary Inleiding Volgens de Zaaizaad- en Plantgoedwet en de daarbij aansluitende uitvoeringsmaatregelen worden rassen en andere groepen van planten op de Rassenlijst geplaatst, waarvan de teelt in Nederland van belang geacht wordt. Hieronder volgen enkele toelichtingen over de inhoud en het gebruik van de Rassenlijst. Rubricering van de rassen De rassen zijn per gewas ingedeeld in rubrieken die worden aangeduid met letters die vóór de rasnaam zijn geplaatst. A = ras dat voor algemene of vrij algemene verbouw aanbevolen wordt. B = beperkt aanbevolen ras; ras dat voor speciale omstandigheden of voor beperkte verbouw aanbevolen wordt. N = nieuw, aanbevolen ras. T = nieuw, toegelaten ras met voldoende cultuur- en gebruikswaarde. O = ras dat van geringe of van plaatselijke betekenis wordt geacht en dat als regel niet beschreven is. UB = voornamelijk voor uitvoer bestemd, hoewel het ras ook in het binnenlands verkeer is toegelaten. R = ras dat in Nederland is toegelaten tot het verkeer overeenkomstig de beginselen van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 september 1970 betreffende de Gemeenschappelijke rassenlijst voor Landbouwgewassen (PbEG1970, L 225). Nationale en Aanbevelende Rassenlijst Op de Nationale Lijst staan in Nederland geregistreerde en gerubriceerde rassen, die volgens de EU-criteria voldoende cultuur- en gebruikswaarde hebben. Tot de Nationale Lijst van landbouwgewassen behoren tevens ongerubriceerde, geregistreerde grasrassen, die niet bestemd zijn voor de teelt van voedergewassen en ongerubriceerde, geregistreerde rassen van het gewas stoppelknollen, dat in de EU tot de tuinbouw wordt gerekend. Voor een afzonderlijke opname op de Nationale Lijst (dat is een opname in de R- rubriek) moet de houder van het kwekersrecht een apart verzoek indienen bij de Rassenlijstcommissie. De Nationale Lijst staat achterin dit boekje. Per gewas zijn de rassen alfabetisch vermeld. De Aanbevelende Rassenlijst bevat een selectie van rassen van de Nationale Lijst, die voor de teelt in Nederland van belang worden geacht. De aanbevolen rassen zijn binnen de A- en B-rubrieken per rubriek zo goed mogelijk in volgorde van aanbevelenswaardigheid gerangschikt. De gegeven volgorde behoeft niet voor alle gevallen geldig te zijn, daar de eisen die men aan een ras stelt en de omstandigheden waaronder het ras wordt geteeld nogal uiteen kunnen lopen. Ervaringen in de praktijk kunnen mede van invloed zijn op de rubricering van een ras. De aanbevolen rassen binnen de N - en T- rubrieken zijn, met uitzondering van suikerbieten, gerangschikt naar datum van aanmelding. 2 Algemeen Introduction, see the appendix for an English commentary Afkortingen jaartallen en Latijnse namen De afkorting EU staat voor de aanduiding van de Europese Unie. Bij de landenvermeldingen worden niet alleen de lidstaten van de EU genoemd, maar alle tot de Europese Economische Ruimte (EER) behorende landen. EU-A-B-D-DK-E-F-GB-GR-I-IRL-L-N-P-S-SF = opgenomen in de Gemeenschappelijke rassenlijst van de EU, respectievelijk in de rassenlijst van Oostenrijk, België, Duitsland, Denemarken, Spanje, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-lerland, Griekenland, Italië, Ierland, Luxemburg, Noorwegen, Portugal, Zweden, Finland. Kr. = kruising. Het moederras wordt steeds het eerst genoemd. Sel. = selectie. Jaartallen Het bij de rassen achter de landenvermeldingen genoemde jaartal geeft het jaar aan waarin het ras voor het eerst op de Nederlandse Aanbevelende Rassenlijst werd geplaatst of, voor zover er nog geen Rassenlijst bestond, het jaar waarin het voor het eerst in Nederland in de handel kwam. Het bij verschillende buitenlandse rassen tussen haakjes geplaatste jaartal heeft betrekking op het jaar waarin het ras voor het eerst op een buitenlandse rassenlijst werd geplaatst, dan wel in het buitenland in de handel kwam. Kw.r. = kwekersrecht in Nederland, met vermelding van het jaar van toekenning van het recht. EU-kw.r. = communautair (EU) kwekersrecht, met vermelding van het jaar van toekenning van het recht. K = rechthebbende (houder van het kwekersrecht), instandhouder of oorspronkelijke kweker. V = alleenvertegenwoordiger (gevolmachtigde) van de rechthebbende. De Latijnse namen van de gewassen zijn ontleend aan de EU-richtlijnen; eventueel zijn ook andere gebruikelijke namen vermeld. Tabellen en rassenstatistiek Aan de meeste hoofdstukken zijn tabellen toegevoegd, waarin een overzicht van de belangrijkste raseigenschappen wordt gegeven. Hoge cijfers betekenen in het algemeen een gunstige waardering van de betrokken eigenschap. Alle in de tabellen vermelde cijfers en getallen zijn gemiddelden, die in de praktijk niet voor elk afzonderlijk geval behoeven te gelden. Opbrengsten worden meestal uitgedrukt in verhoudingsgetallen. In het algemeen is bij de berekening van verhoudingsgetallen het gemiddelde van de A- en N-rassen uit de vorige rassenlijst op 100 gesteld. Indien voor verschillende gebieden of grondsoorten aparte kolommen worden gegeven, is directe rasvergelijking meestal alleen mogelijk binnen de desbetreffende kolom. Verder betekent: : geen of onvoldoende gegevens bekend; : komt voor de desbetreffende grondsoort, eigenschap of bestemming in het algemeen niet in aanmerking. Het hoofdstuk Statistiek geeft voor enkele gewassen een schatting van de verbreiding die de rassen hebben verkregen. Verder wordt zowel voor 2001, als over de jaren een overzicht gegeven van de teelt van de belangrijkste gewassen in Nederland. 3 Algemeen Introduction, see the appendix for an English commentary Rasbeschrijvingen en tabellen In de rasbeschrijvingen worden de belangrijkste waardebepalende eigenschappen genoemd. De beschrijving is gericht op praktisch gebruik en geeft weer wat onder de aangegeven of gemiddelde Nederlandse omstandigheden van het ras verwacht kan worden. De rasbeschrijvingen worden ondersteund door opbrengst- en eigenschappentabellen. De relatie tussen de cijfers in de tabellen en de karakteriseringen in de beschrijvingen wordt zoveel mogelijk volgens de onderstaande reeksen weergegeven. bezetting breedte aanklevende grond bladrijkdom fijnheid aantasting concurrentievermogen grootte gevoeligheid geschiktheid hoogte mate van doorschieten grondbedekking
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages303 Page
-
File Size-