Biekorf. Jaargang 67

Biekorf. Jaargang 67

Biekorf. Jaargang 67 bron Biekorf. Jaargang 67. E. Vercruysse en Zoon, St.-Andries 1966 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bie001196601_01/colofon.php © 2014 dbnl i.s.m. 5 [Nummer 1-2] De landmeter in Vlaanderen 1281-1800 Hij wacht op zijn geschiedenis, de landmeter, de man die zoveel geschiedenis heeft gemaakt, bergen geschreven en getekend materiaal heeft tot stand gebracht. Neem het werk van de landmeter uit onze archiefkamers en -magazijnen weg: ommelopers, beterdingen, belegeringen, terriers, landen kaarteboeken in grote en kleine formaten,... en de studie van eigen streek zou de onmisbare bronnen missen en haar winkel mogen sluiten. Topografie, toponymie, feodale en kadastrale beschrijving, agrarische geschiedenis zijn alle even schatplichtig jegens de man die, doorheen onze eeuwen van vaderlandse historie, land en weide afstapt en opmeet ‘van sticke te sticke’ en zijn berekening of raming te boek stelt: op een perkamenten rol, op een papieren quohier of in een groot register, weldra in massieve liggers en slapers, al naar gelang de omvang van het bezit van zijn opdrachtgevers en naar de stand van zijn eigen technisch kunnen. Zo men ooit een (figuratief) monument laat ontwerpen dat de verdienste van onze officiële archiefmakers zou huldigen: kanselier, notaris, pensionaris, griffier, ontvanger, bursier, tresorier, pointers en zetters, klerken van duizend en een ambachten en gilden, dan mag de landmeter er niet ontbreken. Met in de hand de symbolen van zijn beroep, de meetroede en de ‘bast’, en de lei en stift voor zijn eerste aantekeningen op het veld. Onze mededeling wil niet meer zijn dan een inleiding: een uitnodiging vooral om bouwstoffen bijeen te brengen voor een geschiedenis van de landmeter in Oud-Vlaanderen. Een omvangrijk onderwerp, waarbij niet alleen moet worden nagegaan ‘hoe het groeide’ doch ook ‘wat daaruit groeide’, uit de man en uit zijn werk. De evolutie van het landmeten, de ontwikkeling van de praktijk en de methode van het in boek en in kaart brengen, kan alhier op dokumenten worden gevolgd vanaf de 13e eeuw. Ook de wording van het ‘statuut’ van de ‘gezworen’ landmeter is de aandacht waard, alsook het barema van de vergoeding (‘salaris’) die hem werd toegekend. Kultuurhistorisch belangrijker is het antwoord op de vraag ‘wat daaruit groeide’. De opmeting diende te Biekorf. Jaargang 67 6 worden vastgelegd, ‘geakteerd’ in schrift en tekening. De landmeter, man van werk in openlucht, moet een kantoor inrichten: hij wordt een eerste klerk en kommies, hij is het die de ommelopers, terriers e.a. bijhoudt en vernieuwt, de veranderingen erin overbrengt. Hij is het ook die de kaarten tekent, verbetert en de beweging van het grondbezit volgt. Vader van het kadaster. De enige school en scholing van de kandidaat landmeter (tot ca. 1500) was de school van de praktijk op het veld en op het ‘contoor’ van zijn meester. Hij nam als leerjongen de vakkennis en traditie over van een gezworen landmeter. Dat zich daaruit een erfelijk beroep ontwikkelde, een familiale traditie, ligt voor de hand. De landmeters vormen geslachten die belangrijk zijn niet alleen voor de zuivere genealogie, doch vooral voor de familiegeschiedenis. Uit bepaalde geslachten van landmeters groeien tekenaars, schilders, graveurs, auteurs van boeken over rekenkunde, meetkunde en metrologie. Groeien ook ontvangers van domeinen en goederen, en ten slotte onmisbare deskundigen: makelaars en schatters bij verhandeling, verkaveling of ‘vermanghelynghe’ van onroerend goed. En nog een stap verder: de landmeter legt zelf een goed overwogen en uitgelezen grondbezit aan en wordt notaris en op zijn beurt werkgever van de landmeter. Een paar bijlagen illustreren deze inleiding. De lijst van familienamen in Bijlage I is een soort memorandum voor de geschiedenis van het landmetersvak in onze gouw gedurende de periode 1650-1850. Nog onvolledig, doch zeer suggestief. Bijlage II groepeert de (nog aan te vullen) nomenclatuur van boeken van landmeting. Een eenvoudige opsomming van deze vaktermen uit Vlaamse ruimte doet reeds het belang van een systematische verklaring ervan inzien(*). Aan de hand van archiefteksten kunnen we nu de persoon en het werk van de oude landmeter benaderen. (*) Afkortingen. - SJH = Archief van het St.-Janshospitaal te Brugge, fonds Rekeningen. - WVA = Wateringhe van Veurne-Ambacht, Rekeningen, in fonds Duinen (Seminarie Brugge). - ABB = Archief Bisdom Brugge. - De gegevens in de Bijlagen I en II werden voor een deel samengebracht uit De Flou, Wdb. der Toponymie XVIII, 1145-1344 en R. Dewitte, Catalogue des cartes et plans de la collection Karel Mestdagh (in het Rijksarchief te Brugge). Tongeren 1935. Biekorf. Jaargang 67 7 1. Benaming: landmeter - gezworen landmeter In de oudste bewaarde stadsrekening van Brugge verschijnt in 1281 een Johannes Lantmetra die 3 pond ontvangt voor zijn werk(1). Is de beroepsnaam hier reeds een familienaam geworden, zoals bij Jan die Lantmetere die in 1382 samen met Jan Timmerman het ambt van tresorier te Oudenburg vervult(2)? Te Brugge wordt de landmeter vanaf 1297 een presentie in de rekeningen; zijn opmetingen betreffen in de jaren 1297-1298 het graaf- en bouwwerk van de nieuwe vestingen. Twee ‘agrimessores’ worden met name genoemd: Petrus Abin, en een zekere Willelmus die met een ‘cnape’ (garsio) op het Zand gewerkt heeft. Deze landmeters zijn nog geen stadsambtenaren, ze worden vergoed per prestatie(3). Hetzelfde geldt in 1316-1328 te Ieper voor de ‘landmeitere’ Michiel Bigghe die voor werk van verschillende aard vergoed wordt in daghuur. Ook Bigghe doet opmetingen van bouwwerk aan en om de stadspoorten; hij meet ook de partij gras van de Peerdemarkt die in 1316 door de stad verkocht wordt. De Ieperse landmeter schijnt echter stilaan op te klimmen naar een ‘officie’, wanneer hij namelijk in 1324 de tresorier en de werkmeesters van Ieper vergezelt bij de inspectie van de werken die alsdans werden uitgevoerd aan de Dikkebus-vijver(4). Te Gent wordt een anonieme ‘lantmetere’ in de jaren 1327-1333 jaarlijks vergoed voor het opmeten van de uitgevoerde ‘kelchieden’ (kasseiing, bestrating). Hij wordt betaald ‘per roede’(5). Andere dokumenten dan stadsrekeningen zullen ons weldra de landmeter aan het werk laten zien op het land. Wanneer verschijnt alhier de ‘gezworen’ landmeter? Een lijst van leenmannen van de graaf in de kasselrij Ieper uit 1390 brengt het volgende getuigenis betreffende een feodaal landmetersambt: ‘Jan van den Heede houdt in leene ghezworen land- (1) Rekeningen van Brugge I, ed. Wijffels-De Smet, p. 41. (2) Feys-Vande Casteele, Histoire d'Oudenbourg II 144. (3) Rekeningen van Brugge I 553, 703, 705. (4) Comptes d'Ypres II, ed. Des Marez-De Sagher, p. 26, 105, 106, 421, 705, 887. (5) Rekeningen van Gent I, ed. Vuylsteke, p. 613, 857, 925. Biekorf. Jaargang 67 8 meiter te zine int oostambocht van Yperambocht ende staet te verlieve, als het verandert, met enen roden valke...’(6). Een grafelijk leen roept natuurlijk de baljuw op het toneel die juridisch de aangewezen man was om de eed te ontvangen. Feodale beëdiging, die in de 15e eeuw wel zó was verburgerlijkt en door de hertog weer aan de burgerij ontnomen, dat de steden het officie van landmeter via het Groot Privilege van 1477 weer in handen trachtten te krijgen. Tot in de 17e eeuw ziet men lokale baljuws als landmeter optreden. Zo o.m. de baljuw van Stadenreke, Gheeraerdt van de Casteele, die in 1610 de ‘belegherthede’ van de heerlijkheid opstelt. Een typischer geval is dat van Jacques de Fraeye die in het Leenbouck van Passendale van 1669 verschijnt als ‘ghesworen Landtmeter, prijser ende deelsman der Zaele ende Casselrie van Ipre, mitsgaders Bailliu ende ontfangher der heerlicheden vanden hove te Passchendaele’(7). Een cumulatie die naar de herfsttij van het leenwezen ruikt. De benaming ‘gezworen landmeter’ is vóór 1600 nog niet algemeen. De titel wordt gedragen: in 1419 door Jorijs Sculaert en Jorijs Scaernaert die als ‘ghezworen landt meters’ de slaper en het terrier van kerk en dis van Slijpe opmaken(8); in 1423 door Roeland Masin te Veurne. Voor een schouwing van het nieuw ‘ghedelf’ laat de landhouder Jan Veys zich in 1446 door het gebied van de Veurnse Wateringhe begeleiden door ‘eenen ghezwoornen landmeter’(9). De benaming breekt door in de eeuw van Keizer Karel, waar de landmeters in officie van het Brugse Vrije algemeen de titel ‘gezworen’ aannemen. Aldus reeds in 1502 Pieter f. Symoens Hendricx en door Claijs Tant; in 1532 Joosseps Boghaerts, en na hem Jacob de Witte (1545), Franse van der Poorte (1549), Anthuenis Schoonmakere en Pieter de Roode (1554), Gillis van Sweveseele (1556). De titel ‘gezworen landmeter’ krijgt, na 1550, een wat pretentieuze dubbelganger in ‘ghezworen geometrist’. Deze benaming komt niet in de archiefdokumenten voor, ze pronkt echter wel op het titelblad van een Gentse almanak (6) Annales Soc. d'Emulation XIX, 1867, 295. (7) De Flou, Wdb. der Toponymie (= DF) XVIII, 1170. - Voor de tekst betr. Privilege van 1477, zie MnlW s.v. landmeter. (8) DF XVIII, 1159. (9) WVA. Rekening 1446, f. 7. Biekorf. Jaargang 67 9 van 1563, waar Meester Pieter de Buck zich aanmeldt als ‘mathematicus ende ghezworen geometrist der stede van Ghendt’. Meester Jan Verniers tooit zich eveneens met de titel ‘ghezworen Geometrist’ van Gent in zijn ‘Prognosticatie’ van 1589. Te Antwerpen waren het de ‘doctoors in de medecynen’ en ‘ghezworen chirurgijnen’ die de monopolie van de almanakken hadden, totdat ook daar in 1592 een ‘geometrist’ op de titel van een almanak verschijnt. Gent blijft echter de kroon spannen en zendt in 1623 en 1624 plakalmanakken uit ‘ghecalculeert door Meester Isaac Kips, Mathematicus ende ghezworen Geometrist ofte Lantmeter der Casselrye vander Auderburch van Ghendt, residerende tot Sleydinghe’(10). Om nu tot het vroede terug te keren: de luxus in de titulatuur gaat naarstig zijn gang, en Philips de Dyn noemt zich ‘gezworen landmeter en mathematicus van de Aartshertogen’ in een Landbouck van 1624 en verschijnt als ‘Mathematicus ende ghesworen lantmeter van Brabant, Vlaenderen ende Henegauwe’ in de titel van een Antwerpse almanak van 1642.

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    469 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us