is lOI. 6.) Voorstel wet v. d. heer Rutgers van Rozenburg tot aanvulling van de wet van 29 Juli 1881. (Kanaal Amsterdam-Merwede.) [•1*8.] BIJLAGE I van de Memorie van Beantwoording. UITGEWERKT PLAN OF ZAKELIJKE BESCHRIJVING van het kanaal ter verbinding van Amsterdam met de Merwede volgens de wet van 29 Juli 1881 (Staatsblad n°. 143), voor zooveel betreft de gewijzigde richting tusschen Nigtevecht en Zuylen, voorgesteld door het lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal RUTGERS VAN ROZENBURG. Het gedeelte van het Merwedekanaal, in dit plan be• ring bezuiden Nieuwersluis, den Heykop benoorden het schreven , lang ± 21 kilometers, begint in het door de spoorwegstation Breukelen, den Haarrijn, de Stadswete• Regeering ontworpen kanaal uit een punt, gelegen 700 M. ring onder Maarssen en het uitwateringskanaal van het benoorden de oude Vecht en de Velterslaan, en eindigt stoomtuig des polders Lage Weide. in hetzelfde Regeeringskanaal bij de bouwhoeve het Doordien het Merwedekanaal van het Gekroonde Lam, Gekroonde Lam. het hereenigingspunt van de richting door de Regeering Tusschen die eindpunten loopt het in eeue rechte lijn en die door den ondergeteekende voorgestaan, tot de van ruim 11 K. M. door den Aatsvelderpolder, Garster- schutsluis benoorden den Leidschen Rijn naar dea onder- polder, Oostzijdschenpolder naar de bocht in den Rijn• geteekenden voorstel een ander peil verkrijgt, moet boven• spoorweg benoorden Vreeland, en voorts kort langs dien dien ten aanzien van de binnen dit gedeelte te doorsnijden spoorweg door den Voorburgschen polder, de polders Vleutensche Vaart met gemeld verschil rekening gehouden Holland en Sticht, den Hondertschen polder. Breukeler- worden. waarderpolder tot even benoorden den kunstweg van Breu- kelen naar Ruwiel, beschrijft hier met een straal van 2000 Als men aanneemt dat de diepte van het Merwedekanaal, M. een 875 M. langen boog, loopt dan door den Otter- gelijk in het Regeeringsontwerp schijnt te zijn aange• spoorbroekpolder 1357 M. recht, beschrijft met denzelfden nomen, moet zijn M. 3,10 onder bet laagste peil, dan straal een tweeden boog, lang 975 M., bereikt hiermede dient in het Amstelpand het dwarsprofiel te zijn: even bezuiden den Meent weg weder den Rijnspoorweg, bodemsbreedte M. 20, en herneemt daarvan de richting of de rechte lijn , volgt diepte M. 3,60-A.P. met wederzijdschebeloopenvan2opl. die over ± 6000 M., gaande door voormelden Otterspoor- Over zijne geheele lengte wordt het kanaal ingesloten broekpoHer, den Maarssenbr>ekpolder , den polder Hoogo door dijken van M 0,40 -+- A.P. hoogte met een binnen- en La^re Neermaten , en den Lageweidschen polder, ver• beloop van 'J op 1 , een buitenbeloop van l1/, op 1, eene wijdert zich in laatstgemelden op een punt, gelegen onge• kruin breed 8 M, een buitenberm van 1 M. en een buiten- veer 1037 M. bezuiden de Proostwetering, van den Rijn• bermsloot van minstens 3 M. De kruin wordt, waar dit spoorweg onder een' boog van 344 M. lengte en 1175 M. noodig is, als landweg , en aan de westzijde als jaagpad straal, aansluitende aan het 344 M. westwaarts verlengde gebezigd. van den boog, waaronder het door de Regeering ontworpen kanaal de Rijnspoorweglijn Amsterdam-Utrecht bereikt. In Bestraal worden de Vreelandsche Laan tusschen het afwijking van het Regeerinjrsplaii, moet evenwel de oostelijke kanaal en den Rijksweg te Loenersloot, mitsgaders de kanaaldijk hier niet tegen den Rijksstraatweg aansluiten, oostelijke kanaaldijk van de Vrei-Undsche Laan tot het ninar tusschen beide de watergemeenscuap vnti dei Lage• tegenwoordig kruispunt van den Rijksstraatweg- tusschen weidschen pol Ier door middel van een tocht van behoor• Loenen en Loenersloot. lijke breedte gespaard blijven. Begrint worden de oostelijke kanaaldijk van den Maarssen- Het kanaal (waarmede in dit plan verder het door den broekdijk tot len stationsweg te Maarssen, 1 K.M., en de ondergeteekende ontworpen kanaalgedeelte te verstaan is) westelijke dijk van de Vreelandsche Laan tot het spoorweg• doorloopt de gemeenten Nigtevecht, Baambrugge, Loener- station Vreeland, en van den kunstweg Breukelen—Ruwiel sloot, Loenen , Ruwiel, Breukelen Nijenrode, Maarssen tot den Maarssenbroekdijk 4'/t K M. en Zuylen. Waar de westelijke kanaaldijk langs den spoorweg Het doorsnijdt de Vreelandsche Laan, den straatweg loopt, worden de overwegen over laatstgemelden met da tusschen Loenen en Loenersloot, de toegangswegen der dijkskruin in verbinding gebracht. spoorwegstations Nieuwersluis , Breukelen en Maarssen , den weg langs de Stadswetering of Aasche Zuwe bezuiden Omgelegd worden: a. de straatweg van Loenen naar Loener• Nieuwersluis, den kunstweg Breukelen—Ruwiel, den sloot van de tegenwoordige kruising met den Rijnspoorweg Meentweg, den Otterspoorbroekdijk, den Maarssen broek- langs den oostelijken kanaaldijk naar de Vreelandsch» dijk , den weg langs de Stadswetering onder Maarssen, Laan en over deze naar Loenersloot, den Dooden weg, den Zujlen-steeg en den Kantonsweg; b. de grintweg Ruwiel-Breukelen over den westelijken voorts drie vaarten, als de Nieuwe vaart te Nieuwer• kanaaldijk naar den stationsweg van Breukelen, sluis , de kerkvaart te Breukelen, en de Proostwetering op de grens van Maarssen en Zuylen , en c. de Meentweg en de Maarssenbroekdijk(weg) over den eindelijk de volgende boezemkanalen als: de Stadswete• westelijken kanaaldijk naar den stationsweg van Breukelen ; [91. 6.] i, Voorstel wet v. cl. heer Rutgers van Rozenburg tot aanvulling van de wet van 29 Juli 1881 (Kanaal Amsterdam-Merwede.) d. de Maarssenbroekdijk (weg) en de weg langs de de Vleutensche Vaart; Stadswetering onder Maarflsen over den oostelijken kauaal- dijk naar den stationsweg van Maarssen. B. op de plaatsen , in overleg met de daarbij betrokken waterschapsbesturen te kiezen, in de polders: Tot instandhouding van het verkeer te land worden over het kanaal gelegd dubbele ijzeren draaibruggen in : den Garsterpolder; de Velterslaan; de gecombineerde Voorburgsche, Holland, Sticht- en Hondertsche polders; de Vreelandsche Laan; den Breukelerwaarderpolder; de toegangswegen der spoorwegstations Nieuwersluis, Breukelen en Maarssen, en den Otter^poorbroekpolder; den Kantonsweg (langs de Proostwetering); den Maarssenbroekpolder; een pont in den weg langs de Aasche Zuwe of Stads- den polder Hooge en Lage Neermaten (twee); en wetering bezuiden Nieuwersluis; (1) den Lageweidschen polder. een pont voor jaagpaarden in den westelijken kanaaldijk De noordelijke arm van den Heykop, even benoorden in de Nieuwe Vaart bij Nieuwersluis; Breukelen, wordt ten westen langs den westelijken eene ophaalbrug in den westelijken kauaaldijk over de na kanaaldijk naar de Kerkvaart, en van deze weder ten te melden schutsluis bewesteu het kanaal in de Kerk- oosten langs den oostelijken kanaaldijk naar het snijpunt vaart; en teruggeleid. In de kunstwerken, van Regeeringswege ontworpen eene vaste brug over de na te melden schutsluis bewesten voor het gedeelte van het Merwedekauaal tusschen de hoeve het kanaal in de Proostwetering. het Gekroonde Lam en de schutsluis bij den Leidschen Rijn, zijn, naar des ondergeteekenden plan , geene andere Tot instandhouding van de scheepvaart worden twee wijzigingen noodig of mogelijk , dan dat de steenen duiker schutsluisjes, van gelijke capaciteit als het sluisje nabij de in perceel 505, sectie B, van het kadaster der gemeente Vecht in de bebouwde kom vau Breukelen, gebouwd in Catharijne en de overige duikers, ten behoeve der afwa• de Kerkvaart, waar die door de twee kanaaldijken wordt tering van de Vleutensche Vaart en een deel vau den gekruist, en Lageweidschen polder in bet Regeeringsplan opgenomen , evenzoo twee schutsluisjes van gelijke capaciteit als dat, kunnen vervallen, terwijl daarentegen de boven reHds ver• gelegen aan het einde der Proostwetering bij de Vecht, ge• melde grondduiker ongeveer terzelfde plaatse onder het maakt in die wetering ter plaatse der kruising van deze kanaal in de Vleutensche Vaart dient gelegd te worden, door de wederzijdsche kanaaldijken. en dat de beide hooge spoorwegbruggen zooveel lager kun• nen gemaakt worden als het Amstelpeil (Noordzeekanaal- Tot verzekering van de waterlossing worden onder het peil) blijft beneden het Vechtpeil. kanaal grondduikers gemaakt. A. in de boezemkanalen i Verplaatst moeten worden : de watermolen van den Maar3sebroekpolder eenige meters de Aasche Zuwe of Stadswetering bezuiden Nieuwersluis; oostwaarts, de Kerkvaart te Breukelen; en de stationsgebouwtjes van Vreeland en Maarssen op het talud, de berm en de bermsloot van den spoorwegdijk, den Haarrijn ; gelijk de meer aanzienlijke stationsgebouwen van Abcoude, Nieuwersluis en Breukelen nu reeds geplaatst zijn. de Stadswetering onder Maarssen; Het station Vreeland kan dan , ter verkorting van den de Proostwetering; weg met 300 M., zooveel noordelijker bij de kruising van de Vreelandsche Laan met het kanaal worden herbouwd. het uitwateringskanaal van het stoomtuig des polders Op onteigening van de tegenwoordige molen en stations• Lage Weide; en gebouwtjes is derhalve door den ondergeteekende gerekend. Onteigend moeten worden een 75 M. ureede strook gronds lang 21 K. M. = 157,50 Heet en, met inbegrip van voormelde (1) Het geld, tot deze pont en de volgende jagerspont en de watermolen en stationsgebouwtjes, 17 perceelen gebouwd bediening er van uit te geven , zou wel zoo doelmatig besteed zün, als men het aanwendde tot begrinting van den westelijken kanaaldijk eigendom , als : onder Loenen 1 , Loenersloot 7 , Ruwiel van de Stadswetering tot het spoorwegstation Nieuwersluis en tot 1 , Breukelen Nyenrode