Internationale Neerlandistiek jaargang 50 jubileumnummer 1963-2012 augustus 2012 Amsterdam University Press Deze uitgave wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Taalunie, de Stichting Promotie Internationale Neerlandistiek en Amsterdam University Press. Omslag: René Staelenberg, Amsterdam Binnenwerk: JAPES, Amsterdam ISBN 978 90 8964 461 9 e-ISBN 978 90 4851 757 2 ISSN 0047-9276 NUR 620 © Internationale Neerlandistiek / Amsterdam University Press, 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge- slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Inhoud ‘En toch beweegt zij’ Vijftig jaar vakgeschiedenis en internationale neerlandistiek 9 1963 K. Langvik Johannessen, Zwischen Himmel und Erde. Eine Studie über Joost van den Vondels biblische Tragödie in gattungsgeschichtlicher Perspektive, door Jürgen Pieters. 11 1964 Herman Roose, Het probleem van de woordsoorten, in het bijzonder van het bijwoord in het Nederlands, door Janneke Diepeveen. 14 1966 A.L. Sötemann, De structuur van Max Havelaar. Bijdrage tot het onderzoek naar de interpretatie en evaluatie van de roman, door Anne-Marie Feenberg-Dibon. 17 1968 Albert Kraak & Willem Gerrit Klooster, Syntaxis, door Evie Coussé. 21 1969 J.J. Oversteegen, Vorm of vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen, door Erik Spinoy. 24 1970 E.M. Beekman, Homeopathy of the absurd. The grotesque in Paul van Ostaijen’s creative prose, door Klaus Beekman. 27 1971 J.J.A. Mooij, Aspecten van redelijkheid. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van gewoon hoogleraar in de analytische wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Groningen op dinsdag 11 mei 1971, door Barbara Kalla. 30 1972 Robert S.Kirsner, On deixis and degree of differentiation in modern standard Dutch, door Ronny Boogaart. 33 1973 Congres Modernism in the Low Countries 1915-1930, georganiseerd door Edgar Poleme en Francis Bulhof, University of Texas at Austin, 15-17 oktober; resulterend in Francis Bulhof (red.), Nijhoff, Van Ostaijen, ‘De Stijl’. Modernism in the Netherlands and Belgium in the First Quarter of the 20th Century. Six Essays, door Dirk de Geest. 36 1974 Jan Goossens, Historische Phonologie des Niederländischen, door Johan Taeldeman. 39 1975 Jan Koster, Dutch as an SOV language, door Esther Ruigendijk. 42 1976 Eddy de Jongh, Tot lering en vermaak: betekenissen van Hollandse genre- voorstellingen uit de zeventiende eeuw, door Elizabeth Honig. 45 1977 Karel Porteman, Inleiding tot de Nederlandse emblemataliteratuur, door Stefan Kiedroń. 49 1978 S. Theissen, Germanismen in het Nederlands, door Ariane van Santen. 52 1979 Jan Renkema, Schrijfwijzer, door Irina Michajlova. 55 1980 Het Taalunieverdrag, door Philippe Hiligsmann. 58 1981 Hugo Verdaasdonk, Literatuurbeschouwing en argumentatie, door Ralf Grüttemeier. 61 1982 Het Rembrandt Research Project, door Amy Golahny. 64 1983 Svetlana Alpers, The art of describing. Dutch art in the seventeenth century, door Marion Boers. 67 1984 G. Geerts, W. Haeseryn, J. de Rooij & M.C. van den Toorn, Algemene Nederlandse spraakkunst, door Gunther de Vogelaer. 70 4 1985 Wiljan van den Akker, Een dichter schreit niet. Aspecten van M. Nijhoffs versexterne poetica, door Jolanda Vanderwal Taylor. 73 1986 P.C. Paardekooper, Beknopte ABN-syntaksis, door Mona Arfs. 76 1987 Frits van Oostrom, Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400, door Anikó Daróczi. 79 1988 Maaike Meijer, De lust tot lezen. Nederlandse dichteressen en het literaire systeem, door Judith Gera. 82 1989 Nettie Heimeriks & Willem van Toorn (red.), De hele Bibelebontse berg. De geschiedenis van het kinderboek in Nederland & Vlaanderen van de middeleeuwen tot heden, door Herbert van Uffelen. 85 1990 Cor van Bree, Historische taalkunde, door Ann Marynnisen. 88 1992 Jan Stroop, Towards the end of the standard language in the Netherlands, door Roel Vismans. 91 1993 C.J. van Rees & G.J. Dorleijn, De impact van literatuuropvattingen op het literaire veld. Aandachtsgebied literaire opvattingen van de Stichting Literatuur- wetenschap, door Rita Schlusemann. 94 1993 Herbert van Uffelen, Moderne niederländische Literatur im deutschen Sprachraum 1830-1990. Niederlande-Studien 6, door Ton Naaijkens. 97 1994 Mieke Bal, Reading ‘Rembrandt’. Beyond the word-image opposition. Second edition, door Jeroen Dewulf. 101 1995 Woordenlijst Nederlandse taal, door Niels-Erik Larsen. 104 1996 Dirk de Geest, Literatuur als systeem, literatuur als vertoog. Bouwstenen voor een functionalistische benadering van literaire verschijnselen, door Maria-Theresia Leuker. 107 5 1997 Dirk de Geest & Hendrik van Gorp (red.), Extra muros, langs de wegen. Opstellen voor Marcel Janssens ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar Nederlandse en Europese letterkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven, door Arie Pos. 110 1998 Matthias de Vries, L. te Winkel et al. (red.), Woordenboek der Nederlandsche taal, door Zsófia Tálasi. 113 1999 Hanna Stouten, Jaap Goedegebuure & Frits van Oostrom (red.), Histoire de la littérature néerlandaise (Pays-Bas et Flandre), door Arie Jan Gelderblom. 116 2000 Thomas F. Shannon & Johan P. Snapper (red.), The Berkeley Conference on Dutch Linguistics 1997: the Dutch language at the millennium, door Joop van der Horst. 119 2001 Luc Herman & Bart Vervaeck, Vertelduivels. Handboek verhaalanalyse, door Lut Missinne. 121 2002 Geert Booij, Constructional idioms, morphology, and the Dutch lexicon, door Barbara Schlücker. 124 2003 Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur, door Kees Snoek. 127 2004 Nicoline van der Sijs, Taal als mensenwerk: het ontstaan van het ABN, door Ulrike Vogl. 130 2005 Arie Verhagen, Constructiegrammatica en ‘usage based’ taalkunde, door Robert S. Kirsner. 133 2005 De gidscanon van een gidsland, door Jelica Novaković-Lopušina. 136 2006 Ralf Grüttemeier & Maria-Theresia Leuker (red.), Niederländische Literaturgeschichte, door Jos Joosten. 139 6 2007 Mona Arfs, Rood of Groen?, door Fred Weerman. 143 2008 Voltooiing Dialectatlassen FAND, MAND en SAND, door Matthias Hüning. 146 2008 Joop van der Horst, Geschiedenis van de Nederlandse syntaxis, door Ute K. Boonen. 149 2009 De historische woordenboeken van het INL online, door Saskia Schuster. 152 2010 Roel Vismans, Matthias Hüning & Fred Weerman, Dutch between English and German, door Ton van der Wouden. 156 2011 Journal of Dutch Literature, door Siegfried Huigen. 159 2012 A.J. Gelderblom & A.M. Musschoot (red.), Geschiedenis van de Nederlandse literatuur. 8 delen, door Jan Konst. 162 7 ‘En toch beweegt zij’ Vijftig jaar vakgeschiedenis en internationale neerlandistiek In 2012 bestaat Internationale Neerlandistiek – voorheen Neerlandica extra muros – vijf- tig jaar. Het tijdschrift heeft in die vijftig jaar een ontwikkeling doorgemaakt die het blad in de ogen van redactie en lezers steeds dichter bij het centrum van de wetenschappelijke ontwikkelingen in de neerlandistiek heeft gebracht – of mis- schien ook wel omgekeerd. Maar wat is dat centrum eigenlijk? Mede om een ant- woord op die vraag te geven, én uiteraard om dit jubileum luister bij te zetten, heeft de redactie het plan opgevat om ter gelegenheid van die verjaardag een bij- zonder nummer van Internationale Neerlandistiek uit te brengen. In dat extra-num- mer, dat hier voor u ligt, wordt waarderend en kritisch teruggekeken op de afge- lopen vijftig jaar vakgeschiedenis zoals de redactie van Internationale Neerlandistiek en de vijftig auteurs die zien. De redactie is daarbij verantwoordelijk voor de selectie geweest: om te begin- nen heeft zij vijftig belangrijke data uit de neerlandistiek in kaart gebracht, ver- deeld over de terreinen taalkunde, letterkunde en cultuur. In principe is voor ieder jaar – beginnend met 1963 en eindigend met 2012 – door de redactie een gebeur- tenis (meestal een publicatie, soms een congres of een evenement) gekozen die om uiteenlopende redenen opmerkelijk genoemd kan worden: een belangrijke studie, een belangrijke theoretische impuls, een aankondiging van schuivende panelen in de vakgeschiedenis, een vergeten tendens... De chronologie werd daarbij niet slaafs gevolgd: een enkele keer zijn ook twee gebeurtenissen uit het zelfde jaar gekozen, waarvoor dan echter een ander jaar vrij is gebleven. Het gaat dus om vijftig mijlpalen. Die gekozen mijlpalen zijn uit de nationale en internatio- nale neerlandistiek afkomstig en zijn vervolgens gekoppeld aan een – in de ogen van de redactie – ideale bespreker. Bij de keuze hebben wij ons niet alleen laten leiden door de specifieke expertise en reputatie van de bespreker, maar ook door het principe van complementariteit: voor publicaties enzovoort buiten Nederland en Vlaanderen werd een bespreker van binnen Nederland en Vlaanderen aangezocht, en
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages166 Page
-
File Size-