Tweede Kamer Der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer Der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013–2014 33 877 Staat van de Europese Unie 2014 Nr. 17 VERSLAG VAN EEN NOTAOVERLEG Vastgesteld 8 april 2014 De vaste commissie voor Europese Zaken heeft op 31 maart 2014 overleg gevoerd met Minister-President, Minister Rutte van Algemene Zaken en Minister Timmermans van Buitenlandse Zaken over: – de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken van 19 febru- ari 2014 houdende de Staat van de Europese Unie 2014 (Kamerstuk 33 877, nr. 1). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit. De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Knops De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van Keulen kst-33877-17 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2014 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 877, nr. 17 1 Voorzitter: Van Miltenburg Griffier: Van Toor/Van Haaster Aanwezig zijn elf leden der Kamer, te weten: Van Bommel, Bontes, Klaver, Madlener, Maij, Van Miltenburg, Omtzigt, Ouwehand, Pechtold, Segers, Verheijen, en negen leden van het Europees Parlement, te weten: Van Baalen, Belder, Berman, Van Dalen, Eickhout, De Jong, De Lange, In ’t Veld, Van der Stoep, en Minister-President, Minister Rutte van Algemene Zaken, en Minister Timmermans van Buitenlandse Zaken. Aanvang 11.15 uur. De voorzitter: Ik open dit notaoverleg in de plenaire zaal. Ik heet de Minister-President, de Minister van Buitenlandse Zaken, de mensen op de publieke tribune en in de zaal en de mensen die buiten deze zaal op een andere manier dit debat volgen, van harte welkom. Ik constateer dat het druk is voor een debat in de plenaire zaal. Ik wijs erop dat het een beetje een ander debat is dan we gewend zijn. Voordat we beginnen, zal ik even een paar afspraken doorlopen. We hebben vandaag negentien sprekers in dit debat. De spreektijden zijn door de commissie zelf bepaald in de procedurevergadering. Als er verschil- lende sprekers van dezelfde partij zijn, kunnen zij het totaal aan spreektijd over meerderen verdelen. Dat moeten ze dan wel even van tevoren aan mij doorgeven. Ik zal de spreektijden behoorlijk strikt hanteren. Er doen leden aan het debat mee die lid zijn van de Tweede Kamer, maar er doen ook leden mee die geen lid zijn van de Tweede Kamer, maar wel van het Europees Parlement. Wij hebben daarvoor een speciale regeling in het Reglement van Orde. Deze regeling houdt in dat de leden van het Europees Parlement hier mogen spreken. Leden van de Tweede Kamer mogen hun ook vragen stellen, want de leden van het Europees Parlement zijn hier aanwezig om inlichtingen te verschaffen. De leden van het Europees Parlement mogen echter geen vragen stellen aan de leden van de Tweede Kamer en ook niet aan de leden van het kabinet, ook niet per ongeluk tóch. Ik zal daar tijdens dit debat streng op toezien. Anders zijn we vandaag heel lang bezig. De deelnemers aan het debat hebben alle andere afspraken op papier gekregen. Zij kunnen mij ook altijd vragen daarover stellen. Het woord is allereerst aan de heer Mark Verheijen van de VVD-fractie. De heer Verheijen (VVD): Voorzitter. «Vandaag houden we een debat over de Staat van de Europese Unie onder bijzondere omstandigheden. Hopelijk treffen we de unie volgend jaar aan in een betere staat.» Dat waren mijn afsluitende woorden vorig jaar bij het debat hier in deze zaal. Het is vandaag tijd om de balans op te maken. Staat de unie er beter voor, is zij beter in staat om de uitdagingen aan te kunnen? Alvorens ik daarop inga, wil ik eerst een aantal woorden over Turkije opmerken. Worstelend met corruptieschandalen steekt Erdogan een middelvinger op naar zijn eigen bevolking en naar de EU door zaken als Twitter en YouTube te verbieden en de rechtsstaat en de vrijheid van meningsuiting nog verder aan te tasten. Ik heb twee vragen. Kan een land als Turkije dat Twitter en YouTube afsluit, lid worden van de EU? Wat moet Turkije doen voordat er daadwerkelijk iets gedaan wordt vanuit de EU, en niet enkel verontwaardiging wordt uitgesproken, zoals het bevriezen van de pretoetredingsgelden? Ik hoor graag een reactie van het kabinet op dat punt. Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 877, nr. 17 2 De vraag van de VVD in dit debat vandaag luidt: hoe zorgen we ervoor dat Europa ons land vrijer, veiliger en welvarender maakt? Die vraag staat voor ons centraal. De heer Pechtold (D66): Dit is de derde keer in anderhalf jaar tijd dat de VVD zich zo stevig uitlaat over Turkije, in woorden maar vooral ook in krantenberichten. Maar als dan vervolgens een voorstel wordt ingediend om de daad bij het woord te voegen, zegt de heer Verheijen: daar is geen breed draagvlak voor. Dat doen we dus dan maar weer niet. Wat zijn die woorden nu waard? De heer Verheijen (VVD): Volgens mij is de VVD altijd helder geweest. Wij zijn geen voorstander van het eenzijdig vanuit Nederland stoppen met de toetredingsonderhandelingen. Dat is niet in het Nederlandse belang. Voorts zijn wij wel voorstander van het korten, het kunnen bevriezen en het kunnen afpakken van pretoetredingsgelden. Daar hebben we vorig jaar een voorstel voor gedaan. Dat is meegenomen. In deze nieuwe periode van de begroting is dat mogelijk. Ik denk dat we op dit punt echt stappen vooruit hebben gezet. De vraag is wat er moet gebeuren voordat het wordt ingezet. Ik ben er voorstander van om het daadwerkelijk op enig moment in te zetten als Turkije steeds verder de rechtsstaat en de vrijheid van meningsuiting aantast. De heer Pechtold (D66): De woorden «daadwerkelijk op enig moment» vind ik veel te vaag. Wij kunnen allemaal zien dat er in Turkije zaken gebeuren die ons als rechtgeaarde democraten niet zinnen. De bevolking van Turkije is echter als eerste aan zet. Op dit moment is zij mans genoeg om bijvoorbeeld al die idiote dingen rond Twitter en Facebook te ontduiken. Dat laat zien dat regimes die dachten dat allemaal te regelen zoals dat in de twintigste eeuw gebeurde, het onderspit delven of moeten bewegen. Maar «daadwerkelijk op enig moment» vind ik veel te vaag voor de grootste partij hier, de partij die ook een Minister-President in het vak heeft zitten die daar praat. De voorzitter: Wat is uw vraag? De heer Pechtold (D66): Ik stel de volgende vraag aangezien het de derde keer is in anderhalf jaar dat deze stevige woorden worden gesproken, en daarmee bedoel ik niet «daadwerkelijk op enig moment». Wat is de opstelling van de VVD? De heer Verheijen (VVD): De heer Pechtold is altijd goed in het goedpraten van dit soort zaken, maar wij doen dat niet. Wij hebben vorig jaar een voorstel gedaan. Dat wordt meegenomen in de verordening inzake de pretoetredingssteun. Ik denk dat het moment is aangebroken om daadwerkelijk tegen Turkije te zeggen: wij gaan niet meer meebetalen aan het afbreken van de rechtsstaat in Turkije. Mijn vraag aan het kabinet is of dit inmiddels mogelijk is. Is die verordening nu uitvoeringsklaar, opdat er daadwerkelijk gekort kan worden? Dat is ons voorstel, gezien de huidige omstandigheden in Turkije. Ik wil dit niet financieren vanuit de EU. De voorzitter: Er is sprake van een persoonlijke aanval. Daarom mag u nog een derde keer, mijnheer Pechtold. De heer Pechtold (D66): Ik zag op de sprekerslijst dat we nu Mark en Alexander heten. Ik mag dus ook zeggen dat dit een jij-bak is. Ik vraag de heer Verheijen wat hij gaat doen. Hij kan dadelijk gewoon tegen mij zeggen wat hij vindt. De VVD heeft hier 41 zetels. De heer Verheijen kan de Minister-President dadelijk via een keiharde motie dwingen om daar met de vuisten op tafel te slaan en van alles te doen. Ik ben daar niet voor. De Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 877, nr. 17 3 heer Verheijen lijkt er ook niet voor, want hij zegt dat hij tegen het stoppen van onderhandelen is. Maar dan is het dus geen ene donder waard. De heer Verheijen kan dus zeggen dat men moet stoppen met die onzin of gewoon de daad bij het woord moet voegen. De heer Verheijen (VVD): De heer Pechtold geeft aan dat hij daar niet voor is. Zo kennen we hem ook. Hij praat goed wat er gebeurt in Turkije. Dat heeft hij ook met betrekking tot Albanië gedaan. Ik ben er voorstander van dat wij niet financieren wat er in Turkije gebeurt en dat we een duidelijk signaal afgeven. Nogmaals, mijn vraag aan het kabinet is ook hoe het staat met de IPA-verordening. Als het inmiddels mogelijk is, ben ik er voorstander van dat wij die financiering daadwerkelijk aanpassen. De heer Segers (ChristenUnie): Als de heer Verheijen in de media zegt dat hij het er niet van ziet komen dat Turkije lid wordt van de Europese Unie, ben ik het met collega Pechtold eens dat het beter is om hom of kuit te willen hebben en om duidelijk een streep te trekken. Waarom trekt de VVD-fractie geen streep en zegt zij niet: dit is trekken aan een dood paard, het is funest voor de verhoudingen tussen Turkije en de Europese Unie? Waarom trekt zij geen heldere grens en zegt zij niet: wij werken aan andere verhoudingen, maar niet aan een EU-lidmaatschap? De heer Verheijen (VVD): Ik heb in deze zaal al heel vaak aangegeven dat ik het er niet van zie komen. Ik denk dat Turkije geen lid wordt van de EU. Ik denk dat het zichzelf niet wil committeren aan alles wat de EU voorschrijft. Daar ben ik dus ook helemaal niet zo bang voor. Ik verschil op dit punt met de heer Segers van mening.

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    97 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us