Memoires 1977-1978 Willem Oltmans bron Willem Oltmans, Memoires 1977-1978. Papieren Tijger, Breda 2008 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oltm003memo23_01/colofon.php © 2013 dbnl / Willem Oltmans Stichting 7 Inleiding 2007 was het verschrikkelijkste jaar van mijn leven. Ik kwam langzaam uit een periode van rouw, en probeerde niet alleen de dood van mijn beste vriend (september 2004) te begrijpen, maar ook te accepteren. Ik kwam terecht in 'n total burn-out. Misschien is de dood van je ouders onvermijdelijk, maar de dood van je vriend brengt een gevoel van groot verlies en alles omvattende pijn met zich mee. Ik trok me terug en sloot me op alsof de wereld niet bestond. Toen kreeg een weinig bekende virus vat op mij, en werd ik door het Guillain Barre Syndroom geveld. Van de ene dag op de andere was ik lichamelijk volkomen verlamd. Hoewel ik niet kon spreken, slikken of ademen, was mijn geest alerter en verfijnder afgestemd dan ooit. Gekoppeld aan slangen en apparatuur om mij in leven te houden, lag ik maanden op mijn rug in de intensive care. De gedachten aan diegene die ik lief had en mij steunden, gaf mij de kracht te willen herstellen. Ik moest beter worden, al was het alleen maar om diegenen, die mijn leven hadden verrijkt, te bedanken. Ik dacht aan Willem natuurlijk. WILLEM OLTMANS voor het publiek. Voor mij, simpelweg, mijn Willem. Tijdens de laatste zes maanden van zijn leven had de ziekte hem totaal uitgeput. Als gevolg daarvan werd een van zijn grootste passies van hem afgenomen. Het reizen. Typisch Willem wilde hij nog een laatste trip naar Parijs maken, ook al was het een gigantische inspanning voor hem, want zijn krachten waren helemaal opgebrand. Hij wilde, coute que coute, samen met mij vaarwel zeggen aan een stad waarvan hij zoveel hield en waar wij samen intens gelukkige tijden hadden doorgebracht. Nog één keer om te herleven, and to share some harmonious memories. Dat was 2004. Ik dacht aan Parijs in 1977 en hoe Willem zich altijd tegoed deed aan de geneugtes van de Franse cuisine. Hij zei vaak: ‘Dutch food is shit!’ en hij ging soms hollen als hij weer een pastisserie zag. Zelfs 'n Crêpe Suzette van een straatstalletje was voor hem een feest. Vaak bezochten we 'n goede vriendin, de voormalige first lady van Indonesië, Madame Dewi Sukarno. In haar elegante appartement aan de Avenue Montaigne, waar de champagne altijd klaar stond, babbelde zij over haar buurvrouw Marlene Dietrich, en haar vriendinnen Farah Diba en de actrice Catherine Deneuve. Ik her- Willem Oltmans, Memoires 1977-1978 8 innerde me dat tijdens een bezoek van Madame Sukarno aan Willem in Amsterdam waar ze, na 'n ruzie, Willems voordeur intrapte met haar Chanel stiletto's. Ik moest er altijd tussen komen om die twee te bedaren. Maar dat was toen en alles was vergeten en vergeven. Willem stak altijd twee kaarsen aan in de Madeleine. Een voor zijn moeder, en een voor mij. Als ik weer in Parijs ben, zal ik me aan het ritueel houden. Alleen nu is het anders. Een kaars voor Willem. In 1977 vertrokken wij naar Amerika waar we in Hollywood te gast waren van de filmproducent Bill Bast. Hollywood was natuurlijk een heel andere ervaring dan Parijs. Willem had een levenslange love-hate relatie met de USA, en na 09-11 schreef hij het boekje Cry for War, waarin hij de Amerikaanse politici heftig beschuldigde als zijnde ‘the no. 1 war criminals.’ Hij noemde Bush, Rumsfeld. Cheney en Powell The Gang of Four en vond hun activiteiten madness. Willem werd vaak ‘gek’ genoemd, maar met het verloop van de tijd vraag je je af, wie was er echt gek? Met de invasie van Afghanistan en Irak zei hij: ‘America get out! Die mannen willen baas in eigen huis zijn.’ Daarom toonde hij enige sympathie voor Osama bin Laden, niet als terrorist, maar als freedom-fighter. In Los Angeles genoten we van de waanzinnige decadentie en oppervlakkigheid van the Hollywood set. Willem hield veel van film, maar had geen tijd voor acteurs en hun eeuwige gedoe. Samen met vrienden bracht ik 'n nacht door in het kasteel van de legendarische acteur Rudolph Valentino. De volgende dag noteerde Willem in zijn dagboek dat dit het kasteel van Errol Flynn was geweest. It brought a smile to my face! To Willem it did not matter whether it was Clarke Gable's mansion or James Dean's house! Wat hij wel interessant vond was dat onze gastheer Bill Bast een van James Deans beste vrienden was. Willem schreef herhaaldelijk over zijn desillusie met de televisie, en de nare gevolgen die dit op de jeugd heeft. Hij herinnerde zich dan zijn gesprekken met Jose M.R. Delgado, een trouwe vriend en achtenswaardige neurofysioloog, die van mening was dat de waardesystemen van kinderen veel meer beïnvloed worden door de tv, dan door hun ouders. Richard Palmer, president van de American Medical Association zei: ‘Few parents can cope with television's tyrannical allure.’ Willem rebelleerde altijd tegen elke vorm van prille hersenspoeling die de jongeren werd opgedrongen. Willem Oltmans, Memoires 1977-1978 9 Rusland was in 1977 ook een van Willems frequente bestemmingen. De Russische mind-set en national character fascineerden hem, en hij had ook grote interesse in hun cultuur, vooral klassieke muziek, literatuur en ballet. Na zijn rechtzaak tegen de Nederlandse staat kocht hij als een van zijn eerste nieuwe kunstwerken, 'n prachtige, oude Russische icoon. Het Russische gebrek aan basic human comforts ergerde hem grenzeloos. Slootwater koffie en toiletpapier dat hij ‘schuurpapier’ noemde vond hij afschuwelijk. Tot overmaat van ramp, vond hij een kamermeisje die op zijn toilet een grote boodschap zat te doen. Hij was razend! Willem could be as passionate about these basic things as he could about the Vietnam War. Het woord eenzaamheid sluipt voortdurend in zijn Memoires, en ik hoop dat mijn vriendschap hem wat warmte gaf. Al was het alleen door mijn aanwezigheid. De wereldberoemde paragnost Gerard Croiset zei ooit over mij dat ik een van de zuiverste aura's heb die hij ooit had gezien. Natuurlijk voelde Willem dat, en het doet mij goed om te lezen dat Willem schreef: ‘Mijn hart is dood, met uitzondering voor Peter. Ondanks alles heb ik nog altijd geloof in hem.’ My physical strength is slowly returning from what has been a long ordeal, and it has taken tremendous inner strength to win this battle. I owe a great deal to Willem for teaching me this strength, and will always be grateful to him. After all, he was the shining example. Peter van de Wouw Revalidatiecentrum Amsterdam 2008 ‘Men are so necessarily mad, that not to be mad, would amount to another form of madness.’ Pascal Willem Oltmans, Memoires 1977-1978 11 Amsterdam 18 juli 1977 Het nieuwe boek van David Wise, The American Police State met als ondertitel The government against the people1, is onthutsend. Hij beschrijft hoe Joseph Kraft, de journalist en columnist, afluisterapparatuur in zijn huis in Georgetown geplaatst kreeg door John Ragan, de persoonlijke aftapper van telefoonlijnen van mensen die Richard Nixon vreesde. Ik heb Kraft al in 1958 bij de Verenigde Naties leren kennen toen we ons samen verdiepten in de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. Joe is een uitstekend geïnformeerde, serieuze journalist. Dit afluisteren gebeurde in 1969 onder het bewind-Nixon-Kissinger ondanks het feit dat hij de minister van Buitenlandse Zaken aansprak met Henry en zelfs tutoyeerde. Wanneer Kraft naar Parijs ging, zag de Amerikaanse overheid zelfs kans hem aldaar te laten afluisteren, waarvoor dan, op verzoek van het Witte Huis, J. Edgar Hoover en de FBI werden ingeschakeld. Nixon werd politiestaatmethoden voor de voeten geworpen. Op 16 april 1977 antwoordde hij hierop: ‘You talk about police state. Let me tell you what happens when you go to what is really a policestate. You can't talk in your bedroom. You can't talk in your sitting-room. You don't talk on the telephone. You don't talk in the bathroom. As a matter of fact - you can't even talk in front of a shrub.’ Een boek met 417 pagina's gedocumenteerde, onwettige schuinsmarcheerderij van het Witte Huis tot en met het Ministerie van Justitie en de inlichtingendiensten. Meer dan walgelijk. Wie leest het? Het gaat hier exact hetzelfde. Gisteravond is de villa van Pieter Menten afgebrand. Waar blijven Kamerleden met hun vragen? Anders zijn ze er als de pinken bij. Egon Bahr van de Duitse SDP heeft de voorgenomen productie van neutronenbommen - waarbij mensen omkomen maar huizen blijven staan - ‘een symbool van mentale perversie’ genoemd. ‘Het doel van de oorlogsindustrie is nu materiële zaken te beschermen. De mens zit tweede klas.’ Den Haag zwijgt. 1 David Wise, The American Police State: The Government Against the People, Random House, New York, 1976. Willem Oltmans, Memoires 1977-1978 12 Lees in bed David Wise. Henry Kissinger is een nog veel grotere schoft dan ik voor mogelijk had gehouden. Een vondst, eerst van Rockefeller en dan Nixon. Om kotsmisselijk van te worden. Amerika is een land van gangsters. 19 juli 1977 Jan van Lith van het Marriott hotel bevestigt dat Dimitri Dimitrov inderdaad met de noorderzon is vertrokken en een schuld van zevenduizend gulden achterliet waarvoor hij nu door de directie achter zijn vodden wordt gezeten. Wie is deze man toch? Uit welke hoek in Washington komt hij? Zou hij werkelijk banden met de militaire inlichtingendienst hebben? Ik heb de gegevens over de man bij notaris Meijer voor safekeeping afgegeven. Op de enveloppe staat: ‘Te openen na overlijden.’ Joop den Uyl en Dries van Agt hebben elkaar brieven geschreven om ‘misverstanden’ uit de weg te ruimen.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages373 Page
-
File Size-