REDACTIONEEL Henk Viscaal Alvorens dit redactioneeltje te beginnen wil ik alle leden van Succulenta het allerbeste voor 2006 toewensen. Naast het liefhebber zijn van cactussen en vetplanten, heeft zich bij mij in de loop der tijden een tweede hobby ontwikkeld: fotograferen. Daarom ben ik onlangs lid geworden van een fotoclub. Waar dat nu voor nodig was, werd mij ogenblikkelijk gevraagd. Je maakt toch al van die mooie foto’s. Dat klopt, maar op een gegeven moment krijg je het gevoel dat je op dood spoor zit en niet verder komt. Je bent niet langer tevreden met de resultaten, want je wilt meer. Nu is het grappige van een dergelijke club, dat er heel goed vergelijkingen gemaakt kunnen worden met een vereniging als de onze. Ook hier treffen we een aantal gelijkge- stemde mensen aan die hun hobby optimaal willen bedrijven. Ook hier zie je een willen presteren op een hoger niveau. Frappant hierbij is dat men open en eerlijk praat over de eigen mogelijk- en onmogelijkheden en de wil om de grenzen, op fotografie-gebied, te verleggen. Als lotgenoot leg je dan vooral goed je oor te luisteren en probeert dat op te pikken wat voor jou van belang is om een gesteld doel te bereiken. Dat doel is natuurlijk nog mooiere foto’s te maken. Wanneer je aan alle technische eisen voldoet, zul je in de meeste gevallen een duide- lijke, maar soms steriele afbeelding krijgen. En hier zit hem nu de kneep: je wilt de foto wat extra’s mee geven. Je wilt er een bepaalde sfeer in brengen. Gewoonlijk zijn de meeste aangeleverde afbeeldingen voor ons tijdschrift, wanneer ze aan alle technische eisen voldoen, meer dan geschikt om opgenomen te worden. Anders wordt het natuurlijk wanneer we opnames van de standplaats van de planten en hun directe omgeving krijgen. Soms krijgen we een technisch goede foto, maar we missen er iets aan. Het is de fotograaf dan niet gelukt om de sfeer van de omgeving in de foto vast te leggen. Lukt dit wel, dan gaat er een bepaalde warmte en sfeer van de opname uit. Voor dit soort buitenopnames is er een aantal regels die, mits goed toegepast, al voor een duidelijke verbetering van de opname kunnen zorgen. Voeg daarbij een zekere mate van creativiteit bij de fotogra(a)f(e) en we krijgen net die dimensie in de foto die hem tot iets bijzonders zal bestempelen. Misschien is dit wel de verklaring voor het feit dat beroepsfotografen van het onder- werp dat ze fotograferen meerdere opnames maken om later uit een aantal opnames de beste te kiezen. Zeker in deze tijd van digitale fotografie is het aan te raden om niet één, maar meer- dere opnames te maken zodat later de meest sprekende opname gekozen kan worden. De rest van de opnames kun je dan zonder spijt verwijderen, want je weet zeker dat je de beste opname bewaard hebt. Voor ons tijdschrift zouden meerdere opnames van één onderwerp door de diverse fotografen zeer zeker aan te raden zijn. Er zou dan een keus gemaakt kunnen worden welke de fraaiste opname is. Dit zou ons blad alleen maar ten goede komen. 2 ©Succulenta jaargang 85 (1) 2006 JONG GELEERD .... COTYLEDON LADISMITHENSIS zettingsvermogen kom je een heel Johanna Smit-Reesink eind! Zoeken, zoeken, zoeken... De planten zet In het voorjaar van 2005 kocht ik een je op een zon- heel leuk plantje in het Westland onder de nig plekje in huis naam: Kalanchoe tomentosa var. ladis- in gewone goed mithiensis: een heel leuk behaard vetplant- doorlatende cactusgrond. Van april tot sep- je. Het is mooi gegroeid, maar heeft nog tember willen ze graag regelmatig water niet gebloeid. hebben en in het winterseizoen moet je ze Ik ben op zoek gegaan in mijn boeken en niet helemaal laten uitdrogen. vond heel veel verschillende beschrijvin- Toen onze hoofdredacteur hier was om gen van erop lijkende planten en stand- samen het februari-nummer van Succu- plaatsen, maar geen duidelijke! Lichtelijk lenta in elkaar te zetten heeft hij de hier wanhopig heb ik op het laatst Cock Groot- afgebeelde foto gemaakt en wat denk je? scholten gebeld en die vertelde me dat de Daarna gleed de plant van de kruk waarop naam niet klopte: het moest Cotyledon zijn hij opgesteld stond! en geen Kalanchoë tomentosa en om me te Over geduld gesproken! helpen heeft hij zelfs plaatjes doorgemaild! Weer veel plezier en tot de volgende Goed hè? keer! Daarna vond ik in drie boeken een korte beschrijving van Cotyledon ladismithiensis: Prins Willem Alexanderlaan 104 1. Succulenten encyclopedie van Sajeva 6721 AE Bennekom. en Constanzo. Cotyledon ladismithensis behoort bij de Crassulaceae: kleine vertakte struik, vlezi- ge spreidende bladeren, bedekt met haren en met 2-4 tanden aan de top. Bloemen oranje-geel, afkomstig van de Westkaap in Zuid Afrika. 2. Cactus en Succulents van Tony en Suzanne Mace. Cotyledon ladismithiensis. Dit is een van de harig bebladerde variëteiten, die heel gemakkelijk bloeit met klokvormige bloe- men. Het wordt een kleine struikachtige plant en hij is gemakkelijk te vermeerderen van stek of bladeren. 3. Cacti & Succulents van Terry Hewitt. Cotyledon ladismithiensis. Bereklauw- tjes. De vlezige bladeren hebben drie of meer tanden aan de top, ze zijn vaak harig en kunnen in de zomer (door het zonlicht) wat bruinig verkleuren. Zo zie je maar: met wat geduld en door- Cotyledon ladismithiensis Foto henk Viscaal ©Succulenta jaargang 85 (1) 2006 3 VOOR HET VOETLICHT ”SPECIAL” Bertus Spee Deze aflevering gaat nu eens over een Links van de weg is een enorm grote, persoon. Hij is al jarenlang secretaris van diepe vallei en rechts 50 meter hoge steile de afdeling Groningen en ook vol overgave rotswanden. Hier gaan we op zoek naar de secretaris van het landelijk bestuur. Tevens verlangde planten. Na wat klimwerk vinden is hij mijn vriend en reisgenoot. Het stukje we al snel Mammillaria longiflora. Omdat draait om Wolter ten Hoeve, met wie ik al mijn filmrolletje vol is, moet ik nu weer vier maal in totaal 13 weken en totaal ruim terug voor een nieuwe film. Wolter klimt 25.000 km door Mexico getoerd heb in vast verder omhoog. Als ik terug ben bij de gezelschap van diverse andere fanaten en bus hoor ik hoog boven me een kreet: “Ik waarbij we de nodige avonturen beleefd heb ze gevonden”, en zo moet ik wel weer hebben. naar boven. Nu is dit als je sterrenbeeld Op onze lijst stond de afgelopen reis ook Ram is geen enkel probleem en dus ram Mamillopsis senilis. Na een lange rit vanaf ik omhoog. 50 Meter hoger vind ik Wolter Sombrerete over ruim 100 km onverharde terug op een steile klif bij een viertal kleine smalle bergweggetjes bereikten we op witte plantjes. Hij is druk met zijn camera’s 1 oktober de omgeving van Las Margaritas in de weer. We maken een flink aantal dia’s in de Sierra La Michilia op 2700 m hoogte waarna we terug afdalen. We rijden verder in de deelstaat Durango. en zien dan enkele kilometers verderop Afb. 1: Wolter heeft Mamillopsis senilis gevonden 4 ©Succulenta jaargang 85 (1) 2006 nog enkele van deze planten op een tiental Henk is Wolter na enkele dagen weer rede- meters van de weg af groeien, waaronder lijk mobiel en gaat hij weer mee de wei in. ook een mooie cluster. Nu kunnen ook de Wat verwacht je anders van een geboren mindere klimmers hun plaatjes schieten, Fries… niet klein te krijgen. zodat iedereen van onze groep zeer tevre- Zo komt er aan deze prachtige reis na den is. 6865 km weer een einde en krijgt Wolter We vervolgen onze reis en doen elke ook namens mijn medereisgenoten een dag wel een leuke vondst o.a. Homaloce- dikke pluim voor het vele werk wat er in phala texensis, Obregonia denegrii, Mamm. deze trip gestoken is. Een onvergetelijke plumosa en nog veel meer. Pechdag, op reis met ontelbare cactussen van heel klein 13 oktober! rijden we van Tula binnendoor tot zeer groot. naar Dr. Arroyo en vinden onderweg de eerste bloeiende Ariocarpus retusus. In zijn ontembare drang om nog meer mooie planten te vinden, maakt Wolter een flinke misstap. Het gevolg is een enorm dikke enkel. Dit wordt in de bus blijven. Wat een Spee(dy) Bertus, straf, maar dankzij een zeer attente wijk- Diepeneestraat 4, verpleegster Hendrika V., alias El Coyote 4454 BJ Borssele Afb. 2: M. senilis op de groeiplaats Afb. 3: El Coyote Henk doet het nog goed bij de dames Foto’s van de schrijver ©Succulenta jaargang 85 (1) 2006 5 DE BLOEMEN VAN ECHINOCEREUS STRAMINEUS Henk Ruinaard Op 1 mei 2003 sta ik onverwacht oog in oog met grote bloeiende clusters van Echinoce- reus stramineus. Clusters met meer dan 50 bloemen zijn geen uitzondering. Dat maakt alle eerdere bloemloze bezoeken aan deze groeiplaats in één klap goed. Als je regelmatig de groeiplaatsen van normale bloeitijd van de betreffende soort cactussen bezoekt, overkomt het je vaak valt, maar dan nog is succes niet verze- dat net op het moment dat jij daar bent de kerd. Als je pech hebt zie je alleen maar cactussen op die plaats niet in bloei staan. uitgebloeide bloemen, beginnende zaad- Dat is wel frustrerend, maar meestal niet bessen of knoppen. te vermijden omdat nu eenmaal niet alle Dit was me met Echinocereus strami- cactussoorten dezelfde bloeitijd hebben, de neus al diverse keren overkomen. Bij mijn bloeitijd ook afhangt van de weersomstan- eerdere vier reizen door New Mexico en digheden en de bloeitijd vaak vrij kort is. Texas (1997, 1999, 2000 en 2002) was Je kunt wel proberen om de datum van je ik E. stramineus wel tegengekomen maar bezoek zo uit te kiezen dat die binnen de bij geen van die gelegenheden heb ik een Afb.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages380 Page
-
File Size-