JOHANN SEBASTIAN BACH Matthäus Passion BWV 244 René Jacobs Koor en orkest van de Nederlandse Bach vereniging St. Bavo K o o r Harlem 29 MAART 96 JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750) Matthäus Passion BWV 244 Koor en orkest van de Nederlandse Bachvereniging St. Bavo Koor Harlem René Jacobs dirigent Gerd Türk tenor (Evanelist) Gregory Reinhart bas (Christus) Maria Cristina Kiehr sopraan Bernarda Fink alt Marcel Reijans tenor Geert Sits bas Koor van De Nederlandse Bachvereniging koorleider Jos van Veldhoven Jongens van de Koorschool St. Bavo, Haarlem koorleider Fons Ziekman inleiding door Magda de Meester . 19.15 uur . Foyer aanvang concert 20.00 uur . Blauwe zaal pauze om 21.20 uur einde concert om 23.00 uur DE MATTHEUSPASSIE Volgens zijn zoon Carl Philipp Emanuel schreef Bach vijf volledig continuo (cello, contrabas en orgel; in de laatste passies; daarvan zijn er maar twee - de Johannes- en de versie verving Bach wellicht als een noodoplossing het Mattheuspassie - volledig bewaard; van een Marcuspas- orgel in het tweede koor door een klavecimbel); in het sie kennen we het volledige tekstboek en (uit andere eerste koor speelden twee van de violisten ook blokfluit. werken) de muziek van enkele aria's, en een Lucaspassie Daarenboven twee volledige vierstemmige koren van vir­ in Berlijn is waarschijnlijk apocrief. Beide bewaarde pas­ tuoze knapen en mannen, waaruit ook de solisten werden sies behoren tot het genre van de "oratorische passie", gerecruteerd en een koor van sopraantjes “in ripieno", waarin de basisvertelling uit het evangelie wordt overge­ waarin wellicht de beginners meezongen. Als men weet nomen (verteld door een "evangelist" en met als acteurs welke moeilijkheden Bach anders al had om een aan­ Christus, een aantal tegenspelers zoals Pilatus en Petrus vaardbare hoeveelheid musici van voldoende kwaliteit te en het volk, dat door zgn. "turbae-koren" wordt weergege­ verzamelen, begrijpt men dat de dubbelkorigheid voor ven) maar wordt opgesmukt met vrije poëzie in aria's. hem echt belangrijk was; anders had hij zich nooit de Kort nadat Bach de eerste versie van de Johannespassie moeite getroost. Waarom was die dubbelkorigheid zo had afgewerkt, moet hij zijn beginnen schrijven aan zijn belangrijk? Mattheuspassie. Zij werd immers driejaar na de première De eenvoudigste uitleg is dat Bach een bijzonder feestelijk van de Johannespassie voor het eerst opgevoerd: op 11 werk wilde scheppen of dat de akoestische voorwaarden april 1727, in de Thomaskerk in Leipzig. Twee jaar later van de kerk gunstig waren voor een dergelijk werk. Beide werd ze op 15 april herhaald. Deze Mattheuspassie is verklaringen zijn juist maar onvoldoende. Een verdere en echter niet helemaal hetzelfde werk als datgene wat we nu belangrijker reden ligt zeker in de dialogische structuur meestal horen; het had bijvoorbeeld nog niet de volledig van de tekst van Picander. Dat wordt al duidelijk in het dubbelkorige opbouw en in de aria "Komm süsses Kreuz" openingskoor, een dialoog tussen de "Tochter Zion" en de speelde er een luit en geen gamba de obligate partij. De gelovigen. De Dochter Zion is bij Isaiaseen personificering opbouw van deze "oerversie" leek sterk op die van de van Jeruzalem; voor de christenen werd zij het symbool Johannespassie: zoals een barok paleis symmetrisch van de kerk als bruid des Heren. rond een middenrisaliet. We kennen deze versie bij bena­ De dubbelkorigheid is in de tweede versie van de Mat­ dering uit een afschrift van Bachs schoonzoon Johann theuspassie absoluut: aangezien zij "mit beyden Orgeln" Christoph Altnickol. werd opgevoerd, dus met de twee koren aan het oost- en "Onze" Mattheuspassie is die die in 1736 op 30 maart het westeinde van de kerk, waren deze volledig onafhan­ werd uitgevoerd, "mit beyden orgeln", zoals de koster kelijk; zij hadden ook hun eigen solisten. Johann Christoph Rost opschreef. Een volgende opvoe­ Voor deze nieuwe versie veranderde Bach ook zijn archi­ ring vond plaats in de veertiger jaren (mogelijk 1742); tectonische concept fundamenteel: hiervoor werden een aantal nieuwe partijen uitgeschre­ In tegenstelling tot de Johannespassie liet Bach in de ven. Mattheuspassie de vertelling van de evangelist niet alleen In deze dubbelkorige versie is de Mattheuspassie in alle contrasteren met de Christuswoorden door de verschil­ opzichten het meest omvangrijke werk dat Bach ooit lende stemligging (de evangelist is een tenor en Christus schreef. Het vraagt namelijk om twee volledige orkesten een bas) maar ook door deze laatste in een "aureool" van met fluiten, hobo's, strijkers (waaronder een gamba) en strijkers te plaatsen, dat slechts een keer zwijgt: bij de doodsschreeuw "Eli, Eli, lama asabthani", als symbool Jesum wieder", de zweepslagen in "Erbarm es Gott" of de voor de absolute menselijke eenzaamheid en verlaten­ aardbevingscène. Maar er zijn ook "verborgen" beeiden, heid in het uur van de dood. zoals het kruismotief e-d-c-b - eis - fis (ook getranspo­ Voor de Mattheuspassie beschikte Bach net als voor de neerd) in de koraalfantasie "O Mensch, bewein dein Sün­ Marcuspassie over een tekstboek van Christian Friedrich de gross". De getallensymboliek gaat eveneens van het Henrici, bijgenaamd Picander, uit 1725: "Erbauliche Ge- meest eenvoudige (zoals de elf inzetten "Herr, bin ichs?" dancken auf den Grünen Donnerstag und Charfreitag"; hij voor de apostelen behalve Judas) tot het meest complexe moest dus niet, zoals voor de Johannespassie, zelf een en esoterische, zoals aantallen van noten die naar de scenario bijeenzoeken uit werken van verschillende dich­ nummering van verzen in debijbel verwijzen. Merkwaar­ ters. Voor de tweede versie schreef Picander teksten bij dig genoeg blijken dergelijke spelletjes nergens een in­ en corrigeerde Bach hier en daar nog de tekst, vooral om perking van de muzikale en retorische uitdrukkingskracht de gemeente dichter bij het gebeuren te betrekken. tot gevolg te hebben. De Mattheuspassie begint in de toonaard e-klein, die door De Mattheuspassie heeft zoals men weet een grote rol Mattheson onder meer beschreven wordt als "sehr pensif, gespeeld in de revival van de vocale muziek van Bach in tieffdenkend, betrübt und traurig zu machen, doch so, de negentiende eeuw - en dus ook in de hernieuwde dass man sich noch dabey zu trösten hoffet", een tamelijk aandacht voor de barokmuziek in het algemeen. Het is exacte weergave van het basisaffect van het openings- eigenaardig dat de bewerking die Mendelssohn maakte, koor. Het thema en de harmonische structuur van dit koor weliswaar van groot muzikaal inzicht getuigt en ook zon­ zijn typische barokke topoi, die men op vele andere plaat­ der twijfel een vergelijkbaar effect had op de toenmalige sen terugvindt: in een tombeau van Marin Marais even­ toehoorders als Bach had bedoeld ("tot inkeer en gods­ zeer als in een villancico ("Ay, que dolor") van Joan Cere- vrucht aansporen", zoals Mattheson het uitdrukte), maar rols. Dat hoeft niet te betekenen dat Bach deze werken ook een aantal wezenstrekken van het werk verwaarloos­ kende; bij het laatste, dat voor Montserrat werd geschre­ de, in de eerste plaats de architectuur, maar ook de ven en alleen daar werd bewaard, is dat zelfs uitgesloten. betekenis van de aria's. Vooral in al wat een beetje op De overeenkomsten zijn echter ook niet toevallig: deze "opera" kon lijken zette Mendelssohn de schaar; daarmee vormen en structuren en hun betekenis waren gemeen­ wilde hij zeker het romantische Bach-beeld van de grote, goed. diepreligieuze cantor beklemtonen. Pas in onze tijd heb­ Z o a ls alle vo ca le w e rke n va n B a ch is o o k de M a tth e u s p a s ­ ben we leren inzien dat net het evenwicht tussen de sie doorspekt met symboliek: beeldende compositiewij- evangeliewoorden, de koralen (als uitdrukking van het zen en getallensymboliek. Het aureool rond Christus werd gemeenschapsgevoel) en de beschouwende en beleren­ al vermeld, maar in alle accompagnato-recitatieven en de aria’s de onvergelijkbare kracht van deze misschien aria's is wel een symbool te ontdekken. Eenvoudige "beel­ niet meest typische, maar in elk geval (in vele betekenis­ dende" voorbeelden zijn de druppelende tranen in het sen van het woord) grootste oratorische passie u itmaken. middendeel van "Buss und Reu", de kronkelende slang in "Blute nur", de golven van de tranenzee in "Wiewohl mein Herz", het beven van het hart in "O Schmerz", de neerval­ Stephan Moens lende Christus in "Der Heiland fällt", de door elkaar "ge­ knoopte" touwen in de solopartijen van "So ist mein Jesus nun gefangen", de onweersscène, de "stekende" tongen in "Geduld", het rinkelen van het geld in "Gebt m ir meinen J.S. BACH . PASSIO DOMINI NOSTRI J.C. SECUNDUM EVANGELISTAM MATTHAEM Poesia Dominum Henrici alias Picander dictus ERSTER TEIL KOOR (Zion en de gelovigen) ZION Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen... Sehet! GELOVIGE Wen ? ZION ...den Bräutigam. Sehet ihn GELOVIGE Wie? ZION ...als wie ein Lamm. KORAAL O Lamm Gottes unschuldig Am Stamm des Kreuzes geschlachtet ZION Sehet! GELOVIGE Was? ZION Seht die Geduld. KORAAL Allzeit erfund'n geduldig Wiewohl du wärest verachtet. ZION Seht... GELOVIGE Wohin? ZION KOOR ...nuf unsre Schuld; Wozu dient dieser Unrat? KORAAL Dieses Wasser hätte mögen teuer verkauft All' Siind hast du getragen, und den Armen gegeben werden. Sonst müssen wir verzagen. E V A N G E LIS T ZION Da das Jesus merkete, sprach er zu ihnen: Sehet ihn aus Lieb und Huld JESUS Holz zum Kreuze selber tragen. Was bekümmert ihr das Weib? KORAAL Sie hat ein gut Werk an mir getan. Erbarm dich unser o Jesu! Ihr habet allezeit Armen bei euch, mich aber habt ihr nicht allezeit. E V A N G ELIST Dass sic dies Wasser hat auf meinen Leib gegossen, Da Jesus diese Rede vollendet hatte, sprach er zu seinen hat sie getan, dass man mich begraben wird. Jüngern: Wahrlich, ich sage euch: JESUS Wo dies Evangelium geprediget wird in der ganzen Welt, Ihr wisset, dass nach ziveen Tagen da wird man auch sagen zu ihrem Gedächtnis, Ostern wird, und des Menschen Sohn wird was sic getan hat.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages27 Page
-
File Size-