Over heeroom en tante zuster Overzicht van alle priesters, broeders, fraters en zusters geboren en/of getogen in Udenhout en Biezenmortel 2 ISBN-10 9080648078 ISBN-13 9789080648074 Uitgever “Stichting Heemcentrum ’t Schoor Udenhout Biezenmortel” Drukkerij ELKA Tilburg Januari 2006 © Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. 3 TEN GELEIDE Bij het schrijven van het boek “Over de Unentse parochie” kwam het idee naar voren om in dat boek een overzicht op te nemen van alle in Udenhout en Biezenmortel geboren en/of getogen priesters, missionarissen, zusters, fraters en broeders. Maar liefst 289 jongens en meisjes, mannen en vrouwen, uit Udenhout en Biezenmortel, hebben de stap gezet tot een leven als religieus. Het zijn allemaal mensen met een verhaal, soms een bescheiden verhaal van een leven in gebed achter de tralies van een klooster, soms boeiende verhalen van mensen die veel hebben mogen of moeten meemaken: als pastoor in het Rijke Roomse leven, als missionaris ergens in de oerwouden van Afrika, Zuid-Amerika of Zuidoost-Azië, als gevangene in een jappenkamp, als generale overste van een congregatie, als schrijver van boeken, als geliefde onderwijzer, als verpleegster op de eerstehulpverlening of soms als anoniem lid van een congregatie van zusters dat helpt als anderen niet meer helpen. Al die verhalen hebben geresulteerd in dit boek “Over heeroom en tante zuster”. Dit boek geeft een overzicht van al die 289 dorpsgenoten. Ze staan op alfabet van achternaam en in geval van dezelfde achternaam chronologisch. Daarbij hebben we broers en zussen uit eenzelfde gezin bij elkaar geplaatst. We hebben ervoor gekozen om alleen die mannen en vrouwen op te nemen die hun hele leven hun roeping trouw zijn gebleven. Degenen, die zijn uitgetreden of het priesterambt hebben neergelegd, staan niet in dit boek. Dat heeft een zeer praktische reden. Er zijn mensen, die weliswaar een nieuw leven zijn begonnen, maar nog altijd met trots terugkijken op hun leven als religieus. Anderen echter willen op geen enkele wijze nog worden geconfronteerd met een keuze die ze ooit hebben gemaakt. Dat moeten we respecteren. Er bestaat een kleine kans, dat het overzicht van 289 priesters en religieuzen niet volledig is. Dat zouden wij betreuren en wij bieden op voorhand onze excuses aan. We denken er alles aan gedaan te hebben om wel volledig te zijn. Dat mag ook blijken uit een zeer lange lijst van bronnen, die achter in dit boek is opgenomen. Graag bedanken we allen, die hoe dan ook hebben meegewerkt aan dit boek, voor hun bijdragen, de archiefonderzoeken, de verhalen, de foto’s. De samenstellers van dit boek weten dat veel mensen – al bladerend door dit boek – oprecht dankbare herinneringen zullen ophalen. Wij verheugen ons er op, dat u als lezer zult genieten van de verhalen, de foto’s en de herinneringen. Schrijversteam Heemcentrum ’t Schoor Udenhout Biezenmortel 4 INHOUDSOPGAVE Pagina Voorwoord Van binnenuit gedreven zijn Voorwoord Historische schets Hoofdstuk 1 Geroepen tot een leven als priester of religieus Hoofdstuk 2 Alfabetisch overzicht van alle in Udenhout en Biezenmortel geboren en/of getogen broeders, fraters, priesters en zusters Hoofdstuk 3 Monseigneur Willem de Bever Hoofdstuk 4 De ‘heilige frater’ Andreas van den Boer Hoofdstuk 5 Mystica Maria van (Uden)Hout Hoofdstuk 6 De zonen van Heijliger van Iersel Hoofdstuk 7 Missionaris broeder Piet van Iersel Hoofdstuk 8 Pastoor Jan Martens Hoofdstuk 9 Auteur Kapucijn pater Fabianus van de Ven Hoofdstuk 10 Pastoor Martinus Verhoeven Hoofdstuk 11 Frater Laurenti Verhoeven Hoofdstuk 12 Generale overste frater Wim Verschuren Colofon 5 VOORWOORD VAN BINNENUIT GEDREVEN ZIJN Zuster Cherubine Burgmans, Kleine zuster van de H.-Joseph Als u dit boek open slaat, zult u verbaasd zijn over de vele mensen die u tegenkomt met namen, gezichten en verhalen. Er worden herinneringen opgehaald over 289 priesters en religieuzen zowel broeders, paters als zusters, allen afkomstig uit Udenhout en Biezenmortel. Ze hebben zich in dienst gesteld van de gemeenschap en een meer dan gemiddelde bijdrage geleverd door belangeloos te werken in onderwijs, zorg te bieden waar nodig of het geloof te verkondigen. Vanwaar die rijke oogst in de jaren 1875 tot 1960? Natuurlijk, het dorp herbergde een theologische opleiding en een noviciaat van de Kapucijnen, maar al die roepingen zullen daar niet gewekt zijn. Evenmin zullen de Huizen Assisië, Vincentius en Felix al die vrouwen en mannen ge їnspireerd hebben tot een keuze voor een leven in dienst van samenleving en kerk. Neen, er was ook in Udenhout in die tijd een manier van leven die terecht als het Rijke Roomse leven wordt aangeduid. Er waren duidelijke en strakke regels waaraan men zich hield. De kerk kon rekenen op meeleven van haar leden, het kerkbezoek was hoog, de kerk was een inspiratiebron. Daardoor lag de keuze voor het “Godgewijde“ leven voor de hand en kon de Udenhoutse gemeenschap zoveel priesters en religieuzen leveren. Het gezinsleven en het gemeenschapsgebeuren waren doordrenkt van kerk en evangelie. Men kende de R.K Staatspartij, de R.K. Boerenbond, de gilden, het kerkkoor en de schutterij om er maar enkele te noemen. Alle met zeer roomse mensen als lid en bijgestaan door geestelijke adviseurs. Bruine pijen en habijten verlevendigden het straatbeeld. Niet minder sterk was de invloed van het geloof in de huiselijke kring. De gezinnen waren kinderrijk, vooral door een betere gezondheidszorg en voeding daalde de kindersterfte. De kerk had veel invloed op de opvoeding van de jeugd. Er werd gebeden, ‘s morgens en ‘s avonds - ’t is goed in ’t eigen hert te kijken nog even voor het slapen gaan’ -, voor en na het eten, dagelijks naar de H.-Mis, op zondag naar de Hoogmis en naar het Lof. Kwam je op bezoek terwijl daar ‘het rozenhoedje’ gebeden werd, dan bad je gewoon mee tot het uit was. De scholen stonden onder leiding van zusters en fraters, die zich in de vakken godsdienst en bijbelse geschiedenis niet onbetuigd lieten. Regelmatig ging je met de klas naar de kerk om te biechten. We lazen boeken over Peerke Donders, Pater Damiaan, kleine Theresia en Catharina Labouré, e.a. Deze inspireerden ons om vertrouwelijk met God om te gaan. Bidden was een gewone bezigheid . Daarbij kwam dat de beroepskeuze veel beperkter was en ook waren verschillende beroepen alleen via religieuze instellingen te bereiken. Het werd voor een gezin als een eer beschouwd, een jongen of meisje “aan God af te staan”. Zij vormden weer een levende reclame voor de religieuze staat. Missionarissen kwamen op school hun verhalen vertellen. Wat was die roeping voor mij? Roeping was voor mij : ”van binnen uit gedreven zijn”, die roep was sterker dan de vriendschap met een jongen. Ik wist niet wat het nieuwe leven inhield, ik heb het maar aan me laten gebeuren, wetende dat God dit van mij vroeg. Met de jaren krijgt ook het woord ‘God’ een andere inhoud, rijper en dieper. Na het afscheid thuis werd je opgenomen in een heel andere gemeenschap. Een gemeenschap met een vaste dagorde van gebed, arbeid, studie en rust. Ik heb me er altijd thuis gevoeld. 6 Rond de jaren 60 kwamen de grote veranderingen. De agrarische samenleving maakte plaats voor de industrie, de jongeren studeerden en velen gingen naar de universiteit. De wereld werd groter, de welvaart nam toe en de gesloten dorpsgemeenschap werd opengebroken door mensen van elders. Het Tweede Vaticaanse concilie zette de ramen open, de kerk veranderde, de wereld drong de kerk binnen. Bisschop Bekkers (1960 tot 1966) pleitte voor het persoonlijk geweten en gezamenlijke verantwoordelijkheid, in Noordwijkerhout werd het pastoraal concilie gehouden (1966 tot 1970).Veel maatschappelijke en religieuze problemen kwamen aan de orde, maar er ontstond ook verwarring. Het voorgaande had ook op de kloosters zijn invloed. Ook daar gingen de deuren open, de kleding veranderde (we werden weer gewone mensen), we mochten meer studeren, kregen vakantie en gingen op familiebezoek. Ook was het een tijd om je weer te bezinnen op je roeping als religieuze. In scholen en ziekenhuizen werd het werk door leken overgenomen. De staat zorgde beter voor de minderbedeelden. Nu zijn we ouder geworden. De beroepen waarin we vroeger te werk gesteld werden, zijn nu voor iedereen toegankelijk. In Nederland zijn er zeer weinig roepingen. We verdiepen ons nu in de bronnen van onze Stichter of Stichteres, hoe kunnen die vertaald worden in deze tijd? We proberen ook nu onze roeping waar te maken vanuit hun oorspronkelijke spiritualiteit. Als wij doorgeven wat ons zo dierbaar is, mogen we het ook in vertrouwen uit handen geven. Jongeren met een ideaal Onder de jongeren zijn er tussen de zoekers naar “het ultieme geluk” zeker die zich geroepen voelen. Er is nog steeds veel idealisme onder de jeugd. Ze zullen nieuwe wegen vinden om met gelijkgezinden vorm te geven aan hun idealen. Van een persoonlijke God, zoals wij die ervaren, kan men veel steun verwachten. Ik denk dat er al iets gaande is, al zien we het niet!!! Ik lees dan, dat maar liefst 35 Udenhouters nu nog meedenken over een vervolg op wat in hun tijd goed en nodig was, wat waard was om zich voor te geven. Vanuit mijn overtuiging kan ik zeggen: God heeft geholpen, God helpt, God zal blijven helpen. Het boek is zeer precies en met zorg geschreven. Er moet zeer veel tijd besteed zijn om al de gegevens te verzamelen. De schrijvers verdienen alle lof. Het zal zeker met veel interesse gelezen worden, temeer omdat velen er familieleden in vinden. 7 VOORWOORD HISTORISCHE SCHETS Pater Toon Brekelmans, Missionaris van de H.-Familie Wellicht is het interessant de vele roepingen in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw in een historisch perspectief te plaatsen.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages134 Page
-
File Size-