Gewapend met humor De anarchistische beweging in Nederland, 1915-1928 T.H. Tiersma, s1132822 [email protected] Research Master Scriptie Political Culture and National Identities Universiteit Leiden Dhr. dr. D. Bos December 2017 “Revolutie is een ernstige zaak. (…) Een zaak ernstig nemen, zich helemaal er door laten vul- len, denken en doen volledig in haar dienst stellen, betekent in het geheel niet een larmoyante afwezigheid van humor. (…) Revolutie is een vreugdevolle zaak.” Erich Mühsam, ‘Humor en Revolutie’ Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................ 3 Afkortingenlijst ......................................................................................................................... 4 Inleiding ..................................................................................................................................... 5 Anarchisten en sociale bewegingstheorie ......................................................................... 16 Humor ............................................................................................................................... 17 Hoofdstuk 1 – Anarchistisch straattheater in de krant ...................................................... 24 Deel I – 1915-1920 ............................................................................................................... 24 Deel II – 1921-1922 .............................................................................................................. 30 Deel III – 1923-1926 ............................................................................................................ 43 Deel IV – 1927-1928 ............................................................................................................ 49 Hoofdstuk 2 – Met papieren humor in de aanval ................................................................ 55 Deel I – Alarm en De Roode Duivel ..................................................................................... 56 Deel II – De Moker ............................................................................................................... 64 Deel III – De Kreet der Jongeren en De Branding .............................................................. 70 Deel IV – Opstand ................................................................................................................ 75 Hoofdstuk 3 – Beeld met een boodschap .............................................................................. 80 Deel I – Militarisme .............................................................................................................. 84 Deel II – Parlement ............................................................................................................... 88 Deel III – Koningshuis ......................................................................................................... 93 Deel IV – Kapitalisme .......................................................................................................... 96 Onrecht .............................................................................................................................. 96 Kerk ................................................................................................................................... 97 Kolonialisme ..................................................................................................................... 99 Conclusie ............................................................................................................................... 104 Bijlage .................................................................................................................................... 108 Literatuurlijst ....................................................................................................................... 110 Primaire bronnen ................................................................................................................ 110 Archieven ........................................................................................................................ 110 Brochures en overige gedrukte primaire bronnen ........................................................... 110 Kranten en periodieken ................................................................................................... 111 Secundaire literatuur ........................................................................................................... 112 Voorwoord “Achteraf kun je er om lachen…”, waren de toepasselijke woorden die mijn broer ergens hal- verwege mijn onderzoek aan de keukentafel liet vallen. Het moment voor het schrijven van een voorwoord leek en bleek destijds nog ver weg, maar ik ben blij dat ik zijn opmerking toen wel direct heb opgeschreven. Na een lang en leerzaam onderzoek ben ik dank verschuldigd aan Dennis Bos voor de telkens weer verhelderende begeleidingsgesprekken, aan Esther Buizer als studiecoördinator voor haar begrip en aan al die anderen, waaronder in het bijzonder mijn ouders, die ik in welke mate dan ook van mijn scriptieproces heb laten meegenieten. Thijmen Tiersma, december 2017 3 Afkortingenlijst AJC Arbeiders Jeugd Centrale ARP Anti-Revolutionaire Partij BvCS Bond van Christen-Socialisten CID Centrale Inlichtingendienst CPH Communistische Partij Holland FSA Federatie van Sociaal-Anarchisten IAMV Internationale Anti-Militaristische Vereeniging JGOB Jongelieden Geheel-Onthouders Bond NAS Nationaal Arbeids-Secretariaat NSV Nederlandsch Syndicalistisch Vakverbond NVV Nederlands Verbond van Vakverenigingen SAJO Sociaal-Anarchistische Jeugd-Organisatie SAV Sociaal-Anarchistisch Verbond SDAP Sociaal-Democratische Arbeiderspartij SDB Sociaal-Democratische Bond SP Socialistische Partij VJV Vrije Jeugd Verbond 4 Inleiding Halverwege de jaren zestig kwam het in Nederland met grote regelmaat tot hardhandige con- frontaties tussen de politie en de anarchistische actiegroep Provo. Het provoceren van de poli- tie was dan ook “letterlijk kinderwerk” zoals provo’s vooral in Amsterdam herhaaldelijk lie- ten zien: “Je hoeft maar even in het openbaar een praatje af te steken bij een beeldje, ergens een bloem te leggen, op de grond te gaan zitten of wat rozijnen uit te delen of het hele poli- tieapparaat met al z’n uniformen, laarzen, petten, sabels, knuppels, waterkanonnen, politiehonden, traangasbommen en overvalwagens komt in het geweer.”1 De autoriteiten stonden midden jaren zestig onder grote druk. De welvaart steeg explosief en ook de ontzuiling nam toe. De bevolking werd steeds mondiger en met name jongeren begon- nen zich tegen de gevestigde orde af te zetten. Het gezag van de autoriteiten werd niet langer meer als vanzelfsprekend aanvaard.2 De vaak tamelijk overdreven politiereacties op de veelal onschuldige provocaties hiel- pen daarbij niet. Integendeel. De politie, als verdediger van de gevestigde orde het meest zichtbaar en daardoor ook kwetsbaar3, maakte zich veelvuldig belachelijk. Zo werd een auto aan de grens met België aangehouden op verdenking van verboden marihuanabezit, waarna het naar later bleek onschuldige goedje in beslag werd genomen. Het leverde de betrokken provo’s een recordaantal punten op in het zogenaamde marihuettespel, waarbij het draaide om de politie uit de tent lokken.4 Uiteindelijk bestond Provo slechts twee jaar. In die korte periode veroorzaakten de voornamelijk jonge anarchisten dankzij een creatief, fantasievol en humoristisch provocatie- repertoire de nodige opschudding. Provo is daarmee het bekendste voorbeeld uit een lange 1 Roel van Duijn, Provo. De geschiedenis van de provotarische beweging 1965-1967 (Amsterdam 1985) 70. Dergelijke taferelen staan te boek als happenings. Spectaculaire openbare gebeurtenissen die spontaan lijken, maar vooraf bedacht zijn om de openbare orde ludiek te verstoren. 2 J.C.H. Blom ‘Nederland sinds 1830’ in: Idem en E. Lamberts red., Geschiedenis van de Nederlanden (Baarn 2010) 314-374, aldaar 357-360; Niek Pas, Imaazje! De verbeelding van Provo 1965-1967 (Amsterdam 2003) 15- 16. 3 H.C. Heering, Socialisten en justitie. Kroniek van een moeilijke relatie (Groningen 1994) 65. 4 Van Duijn, Provo, 15; James Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig (Amsterdam 1995) 131. In het marihuettespel (bedacht door voorloper van Provo en latere medestander Robert Jasper Groot- veld) konden door provo’s punten verdiend worden wanneer ze in aanraking kwamen met de politie in verband met marihu. Deze term, bewust afgeleid van de drug marihuana, sloeg op een goedje bestaand uit onschuldige stoffen zoals gras. 5 Nederlandse traditie van het provoceren van de staat die teruggaat tot in de jaren tachtig van de negentiende eeuw.5 Ook in die tijd toonden anarchisten zich bedreven provocateurs. In de laatste decennia voor aanvang van de twintigste eeuw veranderde Europa in rap tempo. De Tweede Industriële Revolutie zorgde voor een snelle industrialisatie in met name West-Europese landen en de Verenigde Staten. Zelfs op Nederland, van oudsher meer gericht op diensten en landbouw, kreeg de industrialisatie langzaam vat. In korte tijd was Nederland volgens historicus Piet de Rooy onherkenbaar veranderd.6 Technologische ontwikkelingen zoals de elektrische telegraaf maakten dat de wereld ‘kleiner’ werd. Economisch ging het voor de wind. De Nederlandse infrastructuur profiteerde, maar dat deed ditmaal ook de arbeidersklasse. Een combinatie van gestegen welvaart en toe-
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages122 Page
-
File Size-