Laatste Populaties Van De Hooiwagen Opilio Parietinus (Opiliones: Phalangiidae) in Nederland

Laatste Populaties Van De Hooiwagen Opilio Parietinus (Opiliones: Phalangiidae) in Nederland

entomologische berichten 21 74 (1-2) 2014 Laatste populaties van de hooiwagen Opilio parietinus (Opiliones: Phalangiidae) in Nederland Jinze Noordijk TREFWOORDEN Achteruitgang, concurrentie, Opilio canestrinii Entomologische Berichten 74 (1-2): 21-27 De van oorsprong Italiaanse hooiwagen Opilio canestrinii zette circa 25 jaar geleden zijn eerste stappen in Nederland. De soort bleek uiterst succesvol in ons land en grote delen van West-Europa, en is nu wijdverspreid en zeer algemeen. Dit was slecht nieuws voor zijn tot dan toe algemeen voorkomende genusgenoot Opilio parietinus, die dezelfde biotopen als de Italiaan bewoont maar minder concurrentiekrachtig is. In vele landen – zoals Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Polen – laat O. parietinus een sterk neerwaartse trend zien. Ook in Nederland werd Opilio parietinus steeds zeldzamer. Even leek het erop dat we een hooiwagensoort kwijt waren. Twee nieuw ontdekte populaties van O. parietinus in Zuid-Limburg en Rotterdam bieden echter tot dusver dapper weerstand. Beide populaties bevinden zich in donkere, kille tunnels omgeven door biotopen waar O. canestrinii haar volledig verdrongen heeft. Het is denkbaar dat deze bijzondere biotoop een te koude omgeving vormt voor O. canestrinii en dat O. parietinus op deze onaangename plekken weet te overleven. Inleiding met als extremen IJsland, Scandinavië, Siberië, de Canarische Het geslacht Opilio kent drie soorten in ons land: O. canestrinii Eilanden, Zuid-Europa en Centraal-Azië. De soort komt voor in (Thorell), O. parietinus (Degeer) en O. saxatilis (C.L. Koch). Opilio- de Verenigde Staten en Tasmanië, waar hij zeer waarschijnlijk soorten zijn langbenige hooiwagens, onder andere herkenbaar is ingevoerd vanuit Europa (Hickman 1957, Martens 1978). Opilio aan twee rijen of groepen tanden aan weerszijden van een vlak parietinus bewoont in Noordwest-Europa muren, tuinen, boom- middengedeelte aan de voorrand van het kopborststuk (figuur 1). stammen, heggen en struiken. De eieren worden in de herfst in Tijdens inventarisaties van de ‘EIS-werkgroep Hooiwagens’ de bodem afgezet. De juvenielen komen in het voorjaar uit het in Zuid-Limburg en Rotterdam, werden verassende ontdekkin- ei en klimmen al gauw omhoog naar hun bovengrondse habitat. gen gedaan in twee tunnels: de eerste vondsten van O. parietinus Vanaf augustus zijn de dieren volwassen. Ze leven tot de winter in zes jaar. Van deze soort werd verondersteld dat hij verdreven invalt. Opvallend is dat er een grote spreiding lijkt te zijn in het was uit Nederland door een nieuwkomer die dezelfde biotopen uitkomen van de eieren en dat soms ook gedurende het na- bewoont. Het gaat om genusgenoot O. canestrinii, die in 1991 jaar nog vele juvenielen zijn te vinden die het nieuwe jaar niet voor het eerst in Nederland is waargenomen en nu overal ui- halen. terst algemeen is (Van der Weele 1993, Wijnhoven 2009). Veel Vroeger was O. parietinus in Nederland algemeen en wijd- auteurs denken dat O. parietinus door concurrentie met deze verspreid volgens Ger Spoek (1963, 1964, 1975). In zijn publicatie nieuwkomer verdwijnt (o.a. Komposch 2009, Wijnhoven 2009, uit 1963 worden enkele vindplaatsen genoemd uit de periode Rozwałka & Starega˛ 2012). Mogelijk is een tweede nieuwkomer, 1937-1958 die de spreiding goed weergeven: Imsum, Abbega, Dicranopalpus ramosus (Simon) medeverantwoordelijk voor de Westerbork-Hooghalen, Klein Noordijk (Twello), Bilthoven, Lage achteruitgang; deze soort is in 1993 voor het eerst in ons land Vuursche, Muiden, Laren, Amsterdam en Haarlem. In dezelfde aangetroffen en komt nu wijdverbreid en zeer algemeen voor publicatie schrijft Spoek dat hij de soort niet vond in Zuid- (Cuppen 1994, Noordijk et al. 2007). Limburg en dat hij in de duinen zeker ontbreekt. Na de inventa- Hier worden O. parietinus, O. canestrinii en de bijzondere re- risaties van Spoek heeft het onderzoek naar hooiwagens vrijwel cente vindplaatsen van de eerste soort besproken. stilgelegen tot de oprichting van de Hooiwagenwerkgroep hal- verwege de jaren 1990. Van Opilio parietinus bestaan weinig records in het bestand Opilio parietinus in Nederland van de Hooiwagenwerkgroep. Er zijn slechts vijf records: van Opilio parietinus (figuur 2) komt oorspronkelijk waarschijnlijk Hay Wijnhoven uit Macharen (1998 en 2006, ac 165-423), Nijme- uit Klein- en Centraal-Azië (bijv. Turkije, Iran, Kazachstan) en gen (1998, ac 188-427) en Beek (1998, ac 193-429) en van Peter J. heeft zich op eigen kracht over heel Europa verspreid (Martens van Helsdingen uit Apeldoorn (2004, ac 193-471). In 2012 is de lo- 1978). De hooiwagen heeft een zeer brede verspreiding gekregen catie Klein Noordijk nog bezocht door de Hooiwagenwerkgroep, 22 entomologische berichten 74 (1-2) 2014 hier in het verleden mogelijk eerder onopgemerkt is gebleven. Bij onze zuiderburen is O. canestrinii al in 1983 voor het eerst gevangen (Vanhercke 2010). Sedert het midden van de jaren 1990 wordt de soort vaak gezien en momenteel is het een zeer algemene soort. Het kleine aantal waarnemingen maakt het moeilijk om met zekerheid te zeggen dat ook in België O. parietinus door O. canestrinii verdrongen wordt, maar dit is wel waarschijnlijk. Frankrijk De kennis over de Franse hooiwagens is onvolledig. Over mo- gelijke nationale trends is nauwelijks iets bekend (Emmanuel Delfosse persoonlijke mededeling). Opilio parietinus was vroeger algemeen in Frankrijk (Simon 1879). Maar in de collectie van 1. Opilio-soorten (in dit geval O. parietinus) hebben twee rijen of groep- het Muséum National d’Histoire Naturelle liggen slechts enkele jes stekeltjes voor het ocularium staan, gescheiden door een vlak oude exemplaren uit Frankrijk opgeslagen (Iorio & Delfosse middenstuk. Tekening: Hay Wijnhoven 2010). Er is dus maar een klein aantal verifieerbare waarne- 1. Opilio species (in this case O. parietinus) have two rows or groups of spines, separated by a smooth area, in front of the ocularium. mingen van de soort in Frankrijk. In 2011 is O. parietinus nog een keer waargenomen in een bos in het departement Hautes- Alpes, tussen de 1300 en 1400 m hoogte (Etienne Iorio persoon- lijke mededeling). vanwege de mooie naam van het gebied en omdat Spoek Opilio canestrinii wordt al heel lang voor (het zuidoosten (1963) hier het grootste aantal exemplaren (ca. 200) van O. parie- van) Frankrijk gemeld (Simon 1879), maar waarschijnlijk zijn tinus had aangetroffen. Helaas werd hier nu alleen O. canestrinii deze waarnemingen niet betrouwbaar. Een uitbreiding van aangetroffen op alle muren en in alle ruigtes. Wijnhoven (2009) O. canestrinii naar het noorden en westen heeft echter zeker wel meldt dat het vrij zeker is dat de soort volledig verdrongen plaatsgevonden in de afgelopen jaren. In het noorden wordt de wordt door O. canestrinii en geeft de hooiwagen de status ‘zeer soort steeds talrijker (Etienne Iorio persoonlijke mededeling, zeldzaam of uitgestorven’. Tourneur 2012). Tijdens een uitgebreide inventarisatie van het department Moselle werd duidelijk dat de soort zich flink uit- breidt ten koste van O. parietinus, die in deze streek na 2002 lijkt Opilio canestrinii in Nederland te zijn verdwenen (Iorio 2007 en persoonlijke mededeling). Ook Opilio canestrinii (figuur 3) was oorspronkelijk alleen bekend van in het departement Maine-et-Loire is O. canestrinii recentelijk het Italiaanse vasteland, met oude vindplaatsen op enkele ei- neergestreken en is O. parietinus net als in Moselle na 2002 niet landen in de Middellandse Zee waar deze tegenwoordig echter meer waargenomen. In verschillende Franse steden is O. ca- niet meer gevonden wordt (Martens 1978). Op eigen kracht of nestrinii nu een talrijke soort (Iorio & Delfosse 2010) geholpen door de mens is de hooiwagen aan de noordzijde van de Alpen beland en kon zo aan het eind van de jaren 1960 voor Verenigd Koninkrijk het eerst in Oostenrijk gevonden worden (o.a. Gruber 1985). De verspreiding naar het noorden en westen is toen geleidelijk Opilio parietinus was in Engeland een ‘fairly common species’ maar stevig ingezet. Inmiddels is O. canestrinii in grote delen van (Sankey & Savory 1974). In de periode na 1992 wordt deze hooi- Noordwest-Europa en Midden-Europa algemeen (zie hieron- wagen nog steeds wijdverspreid in het Verenigd Koninkrijk der, en ook Olsen 1995, Lengyel 2010, Jonnson 2012, Rozwałka & gezien, van Zuid-Engeland en Wales tot in Schotland (British Starega˛ 2012). Eigenlijk haalt O. canestrinii dezelfde truc uit als Arachnological Society 2010-2013). O. parietinus eerder deed: kolonisatie van grote delen van Europa. De komst van O. canestrinii in Engeland werd al verwacht In Nederland werd de eerste vondst in 1991 gedaan door (Hillyard & Sankey 1989). In 1999 werd de soort voor het eerst Ruud van der Weele (1993). De hoeveelheid records van O. ca- gevonden. Het betrof een exemplaar uit Essex, net ten noorden nestrinii in de database van de Hooiwagenwerkgroep is nu van Londen (Hillyard 2000). Bij het Spider and Harvestman enorm. In de laatste jaren zijn er eigenlijk geen excursielocaties Recording Scheme zijn nog maar weinig waarnemingen van waar de soort niet verzameld kon worden. Opilio canestrinii is de soort genoteerd, maar met recente vondsten bij Swansea in zeer algemeen in ruigtevegetatie, struweel en bossen, zowel in Wales en bij Inverness in Schotland lijkt de soort zich ook hier stedelijk gebied als in natuurgebieden. flink uit te breiden (British Arachnological Society 2010-2013, zie ook Richards 2008, Davidson 2012). Het lijkt er (nog) niet op dat O. canestrinii in het Verenigd Status in Noordwest-Europa Koninkrijk O. parietinus

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    7 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us