DE KATHOLIEK. GODSDIENSTIG, GESCHIED- EN LETTERKUNDIG MAANDSCHRIFT. INHOUD VAN HET HONDERD -EN- ZEVENTIENDE DEEL. (N.B. In deze inhoudsopgave zijn de dichtstukken met een C gemerkt.) Bladz. *Aan Jesus Christus Dr. H. J. A. M. SCHAEPMAN. Het jaar Onzes Heeren negentienhonderd. 4 A. M. C. VAN COOTH. Richard Wagner . 26 Eerste levenshelft. 1813-1849. I. Geboorte en eerste levensjaren in zijn vaderland Saksen. 1813-1833 . 38 II. Eerste reisperiode. 1833 -- r839 . 49 III. Oponthoud te Parijs. 1839-1842 . 1 59 IV. Dresden. 1842-1849 . 164 W P. H. JANSEN. Katholicisme en litteratuur bij onze naburen . 57 M. A. P. C. POELHEKKE. *Morgenstond 73 A. M. J. I. HINNEWIE RTZ. Moleculen en atomen. (Vervolg van Dl. CXV, bl. 351 vv.) II. 85 III. 401 J. iVI. T. Kr.UI.Li :i . Een oprechte bekeering . 98 F. J. POELHEKKE. IV Bladz. Moderne poëtiek (Intermezzo) . 114 A. M. J. I. BINNEWIERTZ. Probabilisme of Aequiprobabilisme I . 129 II . 439 L. M. WOUTERS, Congr. SS. Red. *Vertolking van een gedicht van Z. H. Leo XIII . 1 39 A. N. MUTSAERS, Pr. *Annuntiatio . 141 C. R. DE KLERK. *Sprookjes . 142 ALB. S. Een zielkundig verschijnsel: liet vooroordeel . 1 49 V. A. SPRENGERS. Het Katholieke Amsterdamsche Patriciaat der XVIIe en XVIIIe eeuw. (Vervolg van Dl. CXVI, bl. 43 vv.). III. Petrus van Opmeer, Amsterdammer, en zijne Historia Martyrum Batavicorum (met portret). 197 BERNARD J. M. DE BONT. * Visitatio . 21 I C. R. DE KLERK. *Indruk . .. 212 J. ENDEPOLS. Een Madonna- relief uit Wedderen te Zoeterwoude (met afbeelding) . 229 Dr. A. H. L. HENSEN. De universiteiten in de middeleeuwen . 242 I. Het onstaan der middeleeuwsche universiteiten . 249 II. Haar inrichting of organisatie . 354 Dr. G. BROM. V Iiladz. August Reichensperger. 18o5—i895 . 26, F. J. GRIBLING. *Gethsemani . 281 C. R. DE KLERK. *Lijdenskreet . 282 P. M. J. LURASCO. *Ziels alleen-zijn . 283 H. J. M. DONDERS. O. L. Vrouwe van Lourdes . .. 313 A. M. C. VAN COOTH. Twee litanieën der H. Maagd . 329 Dr. L. J. SICKING. Ludwig Windthorst . 337 I. Jeugd en studietijd . 341 E. J. JANSEN, Ord. Praed. Het jongste werk van Paul Bourget . 348 M. A. P. C. POELHEKKE. *Nieuwe lente . 385 ALB. S. *Gelijk de zon . 386 W. DE VEER S.J. *Uit Moses (Fragmenten) . 387 C. W. SNELDERS. De profetie der Pausen van den H. Malachias . 418 J. C. v. D. Loos. *Visioen . 475 ALB. S. VI Boekbeoordeeling: Biadz. H. PESCH, Liberalismus, Socialismus und christliche Gesellschafts- ordnung . 74 Mr. P. J. M. AALBERSE. G. F. J. DouwEs, Ons Vaderland (1849 -1898). -- L. DEL PLACE, La Belgique sous Guillaume I . 79 J. G. VAN HEESWIJK. Nieuwe uitgaven: L. J. JANSEN, Een Apostel van A7aord-Amerika . 1 43 J. C. V. D. Loos. V. CATHREIN, Philosophia moralis. — THOMAE A KEIoPts, De Imitation Christi (ed. H. GERLACH) . 1 45 V. T. TH. FAMULUS, Godloochenaarszvjsheid . 213 V. N. H. ERMANN, De Paus (Derde gedeelte) . 214 J. C. V. D. Loos. H. BOEDDER, Psychologia rationalis (Editio altera) . 217 V. T. P. J. BERTHIER, Compendium theolo; iae; Sententiae et exempla biblica 218 V. N. Dr. EHRHARD und Dr. J. P. KIRSCH, .Forschungen zur christlichen Litterator- und Dogmengeschichte . 219 I)r. B. J. SPILLMANN, Die englischen 1Martyrer . 222 Dr. A. H. L. HENSEN. Lente en herfst en Een kleine vertelling. Novellen naar het Duitsch Van FREIIN v. BRACKET . 224 M. A. P. C. POELHEKKE. VII BIadz. F. J. P. G. VAN ETTEN, Disquisitio chronologica quo tem ore et quanrdiu Verbuni incarnatumn homo vixerit inter hoinines in terra 284 D. A. W. A. SLOFT. Dr. J. ROHR, Paulus und die Gemeinde von Korinth. — L. FONCK, Streifziige durch die Biblische Flora . 287 J• P. EINIG, Tractatus de Deo creante et de Deo consumnmante; Tractatus de Verbo incarnato . z 89 v. N. C. M. KAUFMANN, Die Sepulcralen 9enseits-denkmäler der Antike und des Urchristentums . 291 J. VAN GII.S. D. A. W. H. SLOFT, Bollands verweer . .. 2 94 Dr. A. C. M. SCHAEPMAN. M. A. P. C. POELHEKKE, Het te-kort der katholieken in de wetenschap 297 A. M. C. VAN COOTH. Dr. A. S. KOK, Van dichters en sehr vers. — SELMA LAGERLÖF, Wunder des Antichrist . 306 M. A. P. C. POELHEKKE. H. J. A. COPPENS, Algemeen overzicht der Kerkgeschiedenis in Noord-Nederland . 395 G. A. MEIJER, Ord. Praed. P. MAG. J. V. DE GROOT, Levenswijdin;. 477 B. A. VACANT, Dictionaire de Theologie Catholique. — J. SOUBEN, L'Esthétique du Dognze Chrétien. — BAINOEL, La bi et 1'acte de foi . 478 v. N. VIII Bladz. Dr. HALLER VON ZIEGESAR, .Rollo Van Moerland . 482 A. M. J. I. BINNEWIERTZ, Pr. Dr. F. A. STOETT, Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Geze, -den, naar hunnen oorsprong en beteekenis verklaard . 486 M. A. P. C. POELHEKKE. A. DECHEVRENS, Nazareth et la famille de Dieu dans I'humanité. 487 A. M. C. v. C. Rectificatie . 225 J. L. JANSEN, Cong. SS. Red. AAN JESUS CHRISTUS. »Jesus Christus is gisteren en heden, dezelfde en in eeuwigheid." S. PAULUS. Gij, die geen gistren kent, geen morgen, Slechts 't Heden, dat in U bestaat, Dat, in Uw heerlijkheid verborgen, In de eeuwigheden niet vergaat, Gij, toch het gistren der historie, Van 't heden 't eenig volle licht, Gij, in uw matelooze glorie, Der eeuwen toekomst en gericht, Der Schepping Schepper, Wet en Orde, Gij, heilig Woord en heilge Daad, Gij, op wiens koninklijk: »het worde" De Tijd de vleuglen open slaat, Gij, die de onweegbare oogenblikken Stofdeelen, vallende in het stof, Tot harmonieën saam kunt schikken, Tot eeuwen jubelend Uw lof, CXVII. I 2 Voor U buigt heel een eeuw de knieën, Bij 't sluiten van haar levensrond, De hooge keurschaar der genieën Doet Uwe Koningshoogheid kond; Zij buigt voor Uwen zetel neder, Die gloriet in het vlekloos blaauw, En geeft in volle klanken weder Der eeuw belijdnis, bede en rouw. Rouw om zoo nameloos vermeten Als 't hoofd soms door de sterren stak, En in zijn trotschen waan van weten Als dorrend hout Uw wetten brak; Rouw om 't verspillen grootscher gaven, Tot grootsche daden toegerust, Die millioenen deden slaven Om éene weelde en éenen lust ! Rouw over 't onrecht, hoogverheven, In 't zonnekleed van 't recht getooid, Dat alle machten van het leven Naar d'ijsren wil der reuzen plooit, Dat liefde en vrede heen doet varen Uit 's levens sombre woestenij; Alleen in 't lied der martelaren Spreekt nog 't geweten, hoog en vrij. 3 Rouw om zooveel, dat werd geboren Tot levenslicht en levensmoed, Dat in de diepten ging verloren In wanhoopskilte of hellegloed. O eeuw, der eeuwen Magdalene, Kniel voor Uw Heer in ootmoed neêr, Hij hoort Uw bidden, ziet Uw weenen, Barmhartigheid geeft reinheid weêr. Dan rijst de kinderlijke bede Dan ruischt het lied van lof en dank, Geheel de wereld zingt het mede Bij psalmakkoord en orgelklank ; De bergen brengen 't aan de dalen, De dalen aan de bergen weêr : Gij, zeetlend in der glorie stralen, Gij zijt de Koning, Gij de Heer. U lieven, loven en belijden Met iedere gave, iedre kracht, Dat is de vaste wet der tijden, Der schepping van Uw eeuwge macht, Aan U behoort verleden, heden, En morgen, altijd, altijd door, Tot eens in 't lied der eeuwigheden Zal opgaan aller eeuwen koor. DR. H. J. A. M. SCHAEPMAN. HET JAAR ONZES HEEREN NEGENTIEN- HONDERD. »Les coursiers du soleil hennissent vers l'espace, Et leurs naseaux déjà s'embrument de carmin. L'aurore radieuse emerge en leur chemin, Parmi les univers les astres leur font place. »Très-pale, la nuit fuit devant eux; eile est lasse De voir, toujours pareil, surgir le lendemain, Elle porte l'oubli dans le creux de sa main, Et le montre en pleurant au dieu rieur qui passe. »Et tandis que là-bas, sur le globe agité, Aux premières rumeurs que la nature entonne, Se tra?nent la douleur et la mort et l'automne, »Lui, tourné vers l'ab?me ouvert à sa clarté, Pousse le haletant quadrige et l'aiguillonne, Ivre de renouveaux et d'immortalité" i). Deze dageraadsverzen, indrukwekkend door hun sobere en machtige plastiek, zijn, dunkt me, een passend begin — een »Stimmungsbild", als ge wilt — voor een artikel bij den aanvang van het jaar Onzes Heeren negentienhonderd, dat ons maandschrift in vernieuwden en verjeugdigden vorm intreedt. Wanneer de Koninklijke Akademie van Wetenschappen ge- weigerd heeft advies te geven omtrent het jaar, waarin de nieuwe eeuw eigenlik begint, omdat »de zaak geen wetenschappelijke 1) H. Vacaresco, L'Ame sereine. 5 quaestie kan worden genoemd" 1 ), dan kunnen ook wij die vraag veilig aan chronologen en gezaghebbenden ter beslissing laten. Maar dit is zeker: voor ons heeft achttienhonderd afgedaan, en voortaan zal negentienhonderd de signatuur der vlotte jaren zijn een eeuw lang. En nadat De Katholiek zoo ge. stadig en zoo menigmaal, sedert 1842, zijne afleveringen met het merk van achttienhonderd mocht teekenen, heeft onze redactie gemeend, dat bij het nieuwe eeuwteeken een ver vorm passend was. -nieuwde en verjeugdigde Een bewijs, dat we geenerlei neiging gevoelen om ons aan te sluiten bij die »nuit très-pale", die in tranen heenvlucht voor den levenslustig rijzenden dageraad, omdat zij geen ander heilmiddel in de hand heeft dan levensmoede vergetelheid. Neen voorwaar ! Want het is laster — de laster van laffe ontzenuwing ! — dat enkel en alleen smart en dood en vergaan, »la douleur et la mort et l'automne", het erfdeel zijn van deze ongestadige aarde. Veeleer gevoelen wij in ons iets van die »ivresse de renouveaux et d'immortalité", die in het ver lichaam de getuigenis der onsterfelijke ziel is, omdat-ouderend deze in de wisselende, maar zich gedurig hernieuwende ver tijdelijk beeld van het onvergankelijke en-gankelijkheid het eeuwige aanschouwt. Niet met weeke tranen, niet ons idealen scheppend in een vervlogen verleden, dat nimmer terugkeert, maar met kloeken moed God dankend, dat Hij Zijn vergankelijke schepping door hernieuwing van jaren en seizoenen in steeds terug jeugd onderhoudt, willen wij de nieuwe eeuw tege--keerende moet gaan, wat zij ook brengen moge.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages504 Page
-
File Size-