OPEN AKKERCOMPLEXEN IN FRIESLAND Een interdisciplinair onderzoek naar verspreiding, genese en gebruik (1640-1830), met een detailstudie van de ikkers van Westergeest. Jeroen Wiersma 1 OPEN AKKERCOMPLEXEN IN FRIESLAND Een interdisciplinair onderzoek naar verspreiding, genese en gebruik (1640-1830), met een detailstudie van de ikkers van Westergeest. Groningen, november 2013 Auteur: Jeroen Wiersma Onder Begeleiding van: prof. dr. ir. Th. (Theo) Spek (hoogleraar Landschapsgeschiedenis, RUG) Tweede lezer: dr. Oebele Vries (Universitair docent Oudfries en Friese Geschiedenis RUG) Deze masterscriptie is geschreven in het kader van de masteropleiding Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Faculteit der Letteren. VOORWOORD De masterscriptie die voor u ligt is geschreven in het kader van de masteropleiding Landschapsgeschiedenis. Deze master heb ik gevolgd aan de Rijksuniversiteit Groningen, nadat ik aan dezelfde universiteit mijn Bachelor in Geschiedenis had behaald. Al vanaf het derde studiejaar heeft de regionale agrarische geschiedenis mij weten te boeien. Tijdens mijn masteropleiding ben ik vooral geïnteresseerd geraakt in de bodemkunde als bron voor onderzoek. Het bestuderen van de open akkercomplexen in Friesland, met speciale aandacht voor de ikkers van Westergeest heeft mij de mogelijkheid geboden om meer thuis te raken in de regionale agrarische geschiedenis, en tevens ervaring op te doen met de praktische kant van de bodemkunde. Graag wil ik mijn begeleider prof. dr. ir. Theo Spek bedanken voor alle inspirerende contactmomenten en ondersteunende commentaren. Dankzij zijn kennis van zaken die hij op enthousiaste manier met mij heeft gedeeld ben ik tot aan de eindstreep gemotiveerd gebleven. Het was dr. Oebele Vries die mij heeft geïntroduceerd in de boeiende geschiedenis van Westergeest en omstreken. Daarnaast heeft hij opgetreden als tweede lezer van deze scriptie. Graag zou ik hem willen bedanken voor al zijn hulp. Ook wil ik mijn familie en vrienden (in het bijzonder Oscar en Jeroen, voor de medewerking tijdens het veldwerk) bedanken voor alle ondersteuning die ik heb mogen ontvangen tijdens het uitvoeren van dit onderzoek. SAMENVATTING Deze masterscriptie gaat over open akkercomplexen in voor het grootste deel opstrekkend zijn verkaveld. In deze Friesland, waarbij de zogenaamde ikkers van Westergeest regio is eerder sprake van een voormalig veenlandschap centraal staan. Dit onderwerp is voortgekomen uit mijn waarvan vermoedelijk een restveenlaag is ingeploegd. persoonlijke interesse voor agrarische geschiedenis. Zodoende zijn hier de donkere gronden ontstaan, die Dr. Oebele Vries en prof. dr. ir. Theo Spek hebben mij plaatselijk zijn opgehoogd met graszoden of slootvliten. gewezen op het zeldzame akkercomplex aan de rand van Alleen bij de dorpen Westergeest en Wygeast/Oudwoude is het dorp Westergeest. Een duidelijk overzicht van open sprake van een duidelijke onregelmatige verkaveling van de akkercomplexen in Friesland is tot nu toe nog niet verschenen. bouwlanden. De karakteristieke ikkers van Westergeest zijn nog nauwelijks onderzocht. Dit heeft mij nieuwsgierig gemaakt De meeste essen zijn tegenwoordig grootschalig verkaveld om mij te gaan verdiepen in de ontstaansgeschiedenis en in en in gebruik als weiland. De kleinschalige verkaveling is het gebruik van deze akkers. Het onderzoek bestaat uit drie nog het beste bewaard gebleven in de regio rondom het delen. In het eerste deel staan de open akkercomplexen in Bergumermeer. Het open karakter van de essen komt hier Friesland centraal. In het tweede deel komt de genese van niet naar voren vanwege de houtwallen en singels. De smalle het landschap rondom Westergeest aan bod. Het derde deel verkaveling van de voormalige bouwlanden bij Westergeest gaat over de bouwlanden rondom Westergeest. is goed bewaard gebleven. Ook het open karakter wat doorgaans met een es wordt geassocieerd komt hier goed Hoofdstuk 2: Open akkercomplexen in Friesland naar voren. In het eerste deel van dit onderzoek wordt een overzicht gegeven van alle open akkercomplexen in Friesland die uit Hoofdstuk 3: Genese van het natuurlijke landschap, ontstaan verschillende literatuur naar voren zijn gekomen. Door deze van het cultuurlandschap en organisatie van het agrarische Friese essen onderling te vergelijken, en te vergelijken met bedrijf rondom Westergeest de essen die Spek heeft aangetroffen in Drenthe, is gekeken Het tweede deel van dit onderzoek is gericht op het in hoeverre ook daadwerkelijk van essen mag worden dorpslandschap van Westergeest. Doel van dit deel was om gesproken in de verschillende regio’s. Ook is gekeken in een beter beeld te krijgen van de natuurlijke opbouw van hoeverre de bouwlanden tegenwoordig nog als ruimtelijk het landschap, het ontstaan van het cultuurlandschap en de afgegrensd element in het landschap zijn te herkennen. organisatie van het agrarische bedrijf in deze regio. De meeste akkercomplexen die in het tweede hoofdstuk Eerst is beschreven hoe de bodem en het reliëf rondom zijn behandeld voldoen in principe aan de door Spek Westergeest zijn gevormd door natuurlijke krachten die op het landschap inwerkten. Een dik pakket ijs dat tijdens het bouwlanden zijn geheel of voor een groot deel gelegen op Saalien een groot deel van Nederland heeft bedekt zorgde opgesteldehoge zwarte definitie enkeerdgronden. van een es. EenDe grootbouwlandcomplexen deel van deze voor de afzetting van keileem in het gebied. Door het smelten verschillen onderling van grootte, verkavelingspatroon en van dit ijs tijdens de laatste fase van deze ijstijd kwamen landschappelijke ligging, maar bestaan stuk voor stuk uit grote hoeveelheden water vrij die een weg zochten naar de een groot aantal kleine percelen, waarbij er sprake was lagere delen van het landschap. Zo ontstonden diepe geulen van meerdere eigenaren die hun bezit verspreid over het die in een latere periode (het Weichselien) deels opgevuld akkerbouwcomplex hadden liggen. In totaal zijn er meer dan 30 plaatsen, verdeeld over vijf regio´s (langs de noordwest vrij spel door het ontbreken van vegetatie; de ondergrond kust, Noordoost Friesland, rondom het Bergumermeer, raaktenwas permanent met fluviale bevroren. zanden. Onder De wind deze had omstandigheden in deze periode is Zuidwest Friesland en de Stellingwerven) in de provincie de cilindervormige keileemopduiking waar in latere tijd Friesland aan te wijzen die in meer of mindere mate Westergeest tot ontwikkeling zou komen verder geërodeerd kenmerken van een es vertonen. Daarbij moet worden en bedekt geraakt met een laag zand. opgemerkt dat de bouwlanden op de Friese klei en de Het veen dat tijdens het holoceen vanuit de dalen en de bouwlanden in Noordoost Friesland duidelijk afwijken van talloze afvoerloze laagtes tot ontwikkeling kwam strekte de bouwlanden in de andere regio’s. zich steeds verder uit over grote delen van het landschap, De onderlinge verschillen tussen de essen in de vijf regio’s waardoor het gebied lange tijd ontoegankelijk is geweest zijn vooral toe te schrijven aan de geomorfologische voor bewoning. Pas rond de 8ste eeuw na Christus, in een kenmerken die per regio anders zijn. Kenmerkend voor periode waarin de zee actiever begon te worden waardoor de regio Zuidwest Friesland zijn de stuwwallen waarop de grote stukken veen plaats maakten voor klei, werden bouwlanden zijn gelegen. De essen doen hier Drents aan en er vanuit het kleigebied pogingen ondernomen om het de behandelde nederzettingen kunnen worden gerekend met veen begroeide achterland in ontginning te brengen. tot het esdorpentype. De geomorfologische situatie rondom Mogelijk is de zandkop van Westergeest in deze periode het Bergumermeer en in de Stellingwerven is enigszins met opgezocht vanuit het kleigebied ten noorden van het dorp. elkaar te vergelijken. In beide gebieden is sprake van een Enkele archeologische vondsten wijzen hierop. Vast staat bultige opbouw door het voorkomen van dekzandruggen dat rond 1100 de zandkop bewoond moet zijn geweest, die in het verleden doorsneden werden door riviertjes. gezien de stichting van een parochiekerk met st. Martinus als De bijeen gelegen bouwlanden op de klei in noordwest patroonheilige in de 12de of 11de eeuw, misschien zelfs nog Friesland wijken af van de bouwlanden in de andere regio’s, eerder, gelet op de oudere sarcophagen en de mogelijkheid omdat hier sprake is van een andere bodemkundige en van een tufstenen of houten voorganger. geomorfologische situatie. Ook zijn de complexen hier gemiddeld veel kleiner. De enkeerdgronden in Noordoost Het reliëf is bepalend geweest voor de latere inrichting van Friesland vormen een aparte categorie, omdat deze akkers het landschap, waarbij de hogere delen werden gebruik voor de akkerbouw vanwege de betere afwatering. De lager gelegen gebieden waren als weiland of hooiland in bouwlanden problemen hebben gehad met afwatering, gebruik. De hoge enkeerdgronden die rondom Westergeest, waardoor beddenlandbouw hier noodzakelijk was voor een Oudwoude, Triemen en Kollumerzwaag kunnen worden goede bedrijfsvoering. De ploegrichting staat steeds haaks aangetroffen zijn alle in de hoogste delen van het landschap op de hoogtelijnen. gelegen, waarbij de gronden ter hoogte van Triemen en Kollumerzwaag opstrekkend zijn verkaveld, terwijl de bouwlanden rondom Westergeest en Oudwoude (Wygeast) juist in onregelmatige verkavelingsvormen bijeen zijn gelegen. De geïsoleerde ligging van deze dorpen, beide gelegen op een dekzandkop, kan als verklaring hiervoor worden genoemd. De hoge zwarte enkeerdgronden doen in eerste
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages72 Page
-
File Size-