EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.VI.2007 C(2007) 3036 def. Betreft: Steunmaatregel N 249/2007 - Nederland Regionale-steunkaart 2007-2013 Excellentie, 1. PROCEDURE (1) Per e-mail van 2 mei 2007, die op dezelfde dag door de Commissie werd geregistreerd (A/33684), meldden de Nederlandse autoriteiten hun regionale- steunkaart voor de periode 1.1.2007 – 31.12.2013 aan. (2) Per e-mail van 5 juni 2007, die op 6 juni 2007 door de Commissie werd geregistreerd (A/34669), deelden de Nederlandse autoriteiten aanvullende informatie mee. (3) Op 21 december 2005 nam de Commissie de richtsnoeren inzake regionale 1 steumaatregelen 2007-2013 (hierna “de richtsnoeren”) aan. Ingevolge punt 100 van de richtsnoeren meldt elke lidstaat overeenkomstig de procedure van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, bij de Commissie een enkele regionale-steunkaart aan die het hele grondgebied van die lidstaat bestrijkt en van toepassing is voor de periode 2007-2013. In overeenstemming met punt 101 wordt de goedgekeurde regionale- steunkaart in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en beschouwd als een integrerend deel van de richtsnoeren. 1 PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13. Zijne Excellentie Drs. M.J.M. Verhagen Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 NL - 2500 EB Den Haag Commission européenne, B-1049 Bruxelles/Europese Commissie, B-1049 Brussel – Belgium Telephone: 00-32-(0)2-299.11.11. 2. BESCHRIJVING (4) In de periode van 1 januari 2000 tot 31 december 20062 woonde 15% van de Nederlandse bevolking in gebieden die in aanmerking kwamen voor steun op grond van de afwijking die voorzien is in artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag. (5) De Nederlandse autoriteiten stellen voor dat voor de periode 2007-2013 7,5% van hun bevolking in aanmerking dient te komen voor regionale-investeringssteun op grond van de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag met een steunintensiteit van 15% of 10%. Voorts stellen zij een additioneel aandeel voor van 2,4% van hun bevolking voor de overgangsperiode 2007-2008 met een steunintensiteit van 10% BSE3. (6) Alle voorgestelde steunplafonds gelden voor investeringen door grote ondernemingen. Voor middelgrote ondernemingen4 kunnen deze steunplafonds worden verhoogd5 met 10 procentpunten en voor kleine ondernemingen6 met 20 procentpunten. (7) De voor 2007-2013 voorgestelde Nederlandse regionale-steunkaart vertoont een sterke samenhang met de kaart voor de periode 2000-2006. De Nederlandse autoriteiten stellen voor de hele periode 2007-2013 in totaal 6 gebieden voor. Elk gebied vormt een aaneengesloten zone met minstens 100 000 inwoners en ligt binnen een NUTS-II- of NUTS-III-gebied met hetzij een BBP per capita dat onder het EU-25-gemiddelde ligt hetzij een werkloosheidsgraad die meer dan 115% bedraagt van het nationale gemiddelde. De 6 betrokken gebieden liggen allemaal in het NUTS-I-gebied Noord-Nederland of in de provincie Limburg en weerspiegelen de voortdurende bezorgdheid van de Nederlandse autoriteiten over de ontwikkeling van deze gebieden evenals het feit dat nabijgelegen gebieden in naburige lidstaten soms ook in aanmerking komen voor regionale investeringssteun op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag. (8) Nederland is de enige lidstaat waar op gemeentelijk niveau voortdurend reorganisaties worden doorgevoerd. Elk jaar wijzigt de afbakening van gemeenten en het aantal neemt voortdurend af. Tijdens de laatste 40 jaar is het aantal gemeenten met meer dan 500 afgenomen tot 443 in 2007. In 2006 waren er nog 458 gemeenten. Met een bevolking van 16 192 572 inwoners in Nederland in 2003, telt de gemiddelde gemeente nu ongeveer 36 500 inwoners. Ter vergelijking, het VK paste kiesdistricten toe met gemiddeld 8 000 inwoners, om zo de in aanmerking komende gebieden te begrenzen. (9) De Nederlandse autoriteiten stellen voor in bepaalde gevallen gebruik te maken van het onderliggende niveau ‘dorp’ om de ondersteunde gebieden in Nederland te 2 Steunmaatregel N 228/2000 – Nederland – Regionale-steunkaart 2000-2006 (SG(2000)D/106075 van 8.8.2000). 3 BSE – Brutosubsidie-equivalent. 4 Zoals vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001, PB L 63 van 28.2.2004, blz. 22, of een latere verordening. 5 Uitgezonderd steun die in de transportsector wordt verleend en steun voor grote investeringsprojecten. 6 Zie voetnoot 4. 2 begrenzen. Aangezien er op dit onderliggende niveau echter geen bevolkingsstatistieken beschikbaar zijn, maakten zij gebruik van het lagere niveau van statistische districten, die vervolgens op dorpsniveau zijn samengevoegd. De Nederlandse autoriteiten bevestigden dat alle districten van de voorgestelde dorpen opgenomen zijn in de ondersteunde gebieden. In de bijlage bij dit besluit wordt de naam van de gemeente gegeven en voor deze gemeenten die slechts gedeeltelijk zijn voorgesteld, tussen haakjes alle namen van de in aanmerking komende districten. (10) Om aan te tonen dat de voorgestelde gebieden aaneengesloten zones vormen en dat alle betrokken bevolkingscentra van de districten zijn opgenomen in het voorstel, verstrekten de Nederlandse autoriteiten gedetailleerde cartografische kaarten die de voorgestelde gebieden en de bebouwde kommen (bevolkingscentra) weergeven. 2.1. Steungebieden in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), die voor de hele periode 2007-2013 worden voorgedragen (11) De Nederlandse autoriteiten stellen voor om de volgende 6 zones voor de hele periode 2007-2013 in aanmerking te laten komen voor de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag, met een steunplafond van 15% of 10% BSE: Naam Steun Bevolking 2003 Zone 1: Westergo In NUTS-II NL12 Friesland In NUTS-III NL121 Noord Friesland (10%) – Franekeradeel (gedeeltelijk) 13 340 – Harlingen 15 560 – Leeuwarden 91 284 – Menaldumadeel (gedeeltelijk) 5 180 Totaal 125 364 Zone 2: A7 In NUTS-II NL12 Friesland In NUTS-III NL123 Zuidoost Friesland (15%) – Heerenveen (gedeeltelijk) 29 060 – Opsterland (gedeeltelijk) 18 020 – Skarsterlân (gedeeltelijk) 16 110 – Smallingerland (gedeeltelijk) 41 550 In NUTS-III NL122 Zuidwest Friesland (15%) – Sneek 32 862 Totaal 137 602 Zone 3: Eemsmond en Groningen-Assen In NUTS-II NL13 Drenthe In NUTS-III NL131 Noord Drenthe (15%) – Assen 61 577 – Noordenveld (gedeeltelijk) 22 050 – Tynaarlo (gedeeltelijk) 7 120 In NUTS-II NL11 Groningen In NUTS-III NL112 Delfzijl e.o. (10%) – Appingedam 12 467 3 – Delfzijl (gedeeltelijk) 24 920 In NUTS-III NL113 Overig Groningen (10%) – Eemsmond (gedeeltelijk) 5 230 – Groningen 177 172 – Haren (gedeeltelijk) 200 – Hoogezand-Sappemeer 33 639 – Leek (gedeeltelijk) 16 710 – Slochteren (gedeeltelijk) In NUTS-III NL111 Oost Groningen (15%) – Menterwolde (gedeeltelijk) 8 930 – Pekela (gedeeltelijk) 790 – Scheemda (gedeeltelijk) 7 350 – Stadskanaal (gedeeltelijk) 5 230 – Veendam 28 397 – Vlagtwedde (gedeeltelijk) 7 550 – Winschoten 18 494 Totaal 441 676 Zone 4: Drentse stedenband In NUTS-II NL13 Drenthe In NUTS-III NL132 Zuidoost Drenthe (15%) – Coevorden (gedeeltelijk) 16 090 In NUTS-III NL133 Zuidwest Drenthe (15%) – Hoogeveen (gedeeltelijk) 46 490 – Meppel 26 870 – De Wolden (gedeeltelijk) 2 740 In NUTS-III NL131 Noord Drenthe (15%) – Midden-Drenthe (gedeeltelijk) 1 040 Totaal 172 310 Zone 5: Maastricht In NUTS-II NL42 Limburg (NL) In NUTS-III NL423 Zuid Limburg (10%) – Maastricht (gedeeltelijk) 112 022 Totaal 112 022 Zone 6: Heerlen - Sittard In NUTS-II NL42 Limburg (NL) In NUTS-III NL423 Zuid Limburg (10%) – Beek 17 065 – Heerlen 93 969 – Nuth 16 371 – Sittard Geleen 97 806 Totaal 225 211 Totaal-generaal zones 1 t/m 6 1 214 185 4 2.2. Steungebieden in de zin van artikel 87, lid 3, onder c): additioneel aandeel in de overgangsperiode van 1.1.2007 tot 31.12.2008 (12) De volgende gemeenten worden voorgedragen om in aanmerking te komen op grond van de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag voor de periode 2007-2008, met een steunplafond van 10% BSE: Lelystad, Urk In NUTS-II NL23 Flevoland – Lelystad 68 555 – Urk 16 748 Totaal 85 303 Zone 2: A7 In NUTS-II NL12 Friesland In NUTS-III NL123 Zuidoost Friesland – Heerenveen (gedeeltelijk) 13 130 – Weststellingerwerf 25 802 – Skasterlân (gedeeltelijk) 11 150 In NUTS-III NL122 Zuidwest Friesland – Gaasterlean Sleat 10 263 – Wymbritseradiel 16 204 – Bolsward 9 446 Totaal 85 995 Zone 3: Eemsmond en Groningen-Assen In NUTS-II NL13 Drenthe In NUTS-III NL131 Noord Drenthe – Noordenveld (gedeeltelijk) 9 900 – Aa en Hunze 25 305 – Tynaarlo (gedeeltelijk) 24 850 In NUTS-II NL11 Groningen In NUTS-III NL113 Overig Groningen – Haren (gedeeltelijk) 18 820 – Slochteren (gedeeltelijk) 11 260 In NUTS-III NL111 Oost Groningen – Menterwolde (gedeeltelijk) 3 780 Totaal 93 915 Zone 6: Heerlen - Sittard In NUTS-II NL42 Limburg (NL) In NUTS-III NL422 Midden-Limburg – Echt-Susteren 32 107 In NUTS-III NL423 Zuid Limburg – Kerkrade 50 295 – Landgraaf 40 055 Totaal 122 457 Totaal-generaal 387 670 5 3. BEOORDELING 3.1. Steungebieden in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), die voor de hele periode 2007-2013 worden voorgedragen (13) In bijlage V van de richtsnoeren wordt Nederland een dekkingsgraad van 7,5% van de bevolking toegekend die voor de periode 2007-2013 in aanmerking komt voor nationale regionale steunmaatregelen op grond van de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag. (14) In overeenstemming met punt 30, onder c), van de richtsnoeren kunnen lidstaten gebieden selecteren die aaneengesloten zones vormen met minstens 100 000 inwoners en gelegen zijn binnen NUTS-II- of NUTS-III-gebieden met hetzij een BBP per capita dat lager ligt dan het EU-25-gemiddelde, hetzij een werkloosheidsgraad die hoger ligt dan 115% van het nationale gemiddelde. (15) De Nederlandse autoriteiten meldden zes aaneensluitende zones aan om op grond van dit punt in aanmerking te laten komen voor regionale steun, met een basissteunintensiteit van 15% of 10%.