Opkomen, buigen en spelen Een onderzoek naar de ervaringen van Nederlandse strijkkwartetten op de Nederlandse arbeidsmarkt Marijke Mulder | 5769329 MA Kunstbeleid en -Management Universiteit Utrecht Begeleider: dr. Philomeen Lelieveldt Versie 23 april 2018 1 Inhoudsopgave Samenvatting ....................................................................................................................................4 Hoofdstuk 1 Inleiding .......................................................................................................................6 1.1. Onderzoek naar de kamermuziekmarkt ....................................................................................8 1.2. Doelstelling en vraagstelling ................................................................................................... 10 1.3. Methode ................................................................................................................................ 12 1.4. Leeswijzer .............................................................................................................................. 14 Hoofdstuk 2 Het functioneren van de arbeidsmarkt in de kunsten ................................................. 16 2.1. Authenticiteit van de kunstenaar: het ideaal van de Bohémien .............................................. 16 2.2. Kenmerken van de artistieke arbeidsmarkt............................................................................. 17 2.2.1. Gemengde beroepspraktijk.............................................................................................. 17 2.2.2. Vormen van inkomen ...................................................................................................... 18 2.2.3. Scheve inkomensverdeling .............................................................................................. 20 Hoofdstuk 3 Het kamermuziekveld ................................................................................................ 24 3.1. Het strijkkwartet .................................................................................................................... 24 Overzicht van actieve Nederlandse strijkkwartetten .................................................................. 25 3.2. De podia en festivals .............................................................................................................. 26 Kleinschalige Kamermuziekpodia en -verenigingen in Nederland ............................................... 29 Kamermuziekfestivals en -concoursen ....................................................................................... 30 3.3. Talentontwikkeling ................................................................................................................. 34 3.4. Subsidies en particuliere fondsen ........................................................................................... 36 3.5. Netwerken in de klassieke muziek .......................................................................................... 40 3.6 Samenvatting .......................................................................................................................... 41 Hoofdstuk 4 Resultaten Analyse interviews ................................................................................... 43 4.1. Vorming ............................................................................................................................ 43 4.1.1. Opleiding ......................................................................................................................... 43 4.1.2. Deelname aan concoursen............................................................................................... 44 4.2. Relaties in het kamermuziekveld ....................................................................................... 46 4.2.1. Relatie met podia ............................................................................................................ 46 4.2.2. Concurrentie met andere strijkkwartetten ....................................................................... 48 4.3. Inkomenspositie ................................................................................................................ 49 4.3.1. Uitkoopsommen .............................................................................................................. 50 4.3.2. Subsidies ......................................................................................................................... 51 4.4. Sponsoring en vriendenstichting ........................................................................................ 52 2 4.5. De rol van media ............................................................................................................... 55 4.6. Werktevredenheid............................................................................................................. 57 4.6.1. Hoogtepunten ................................................................................................................. 57 4.6.2. Dieptepunten .................................................................................................................. 59 4.7. Romantisch beeld: roeping of werk? .................................................................................. 60 4.8. Samenvatting ......................................................................................................................... 61 Hoofdstuk 5 Conclusie en discussie ................................................................................................ 64 Literatuurlijst .................................................................................................................................. 68 Bijlagen .................................................................................................................................. 76 Bijlage 1 Topiclijst interview ..................................................................................................... 76 Bijlage 2 Respondentenoverzicht ............................................................................................. 77 Bijlage 3 Delen uit de transcripties ........................................................................................... 80 Bijlage 4 Codering .................................................................................................................... 82 Open codering .......................................................................................................................... 83 Axiale codering.......................................................................................................................... 87 3 Samenvatting In dit onderzoek vertellen strijkkwartetmusici hoe zij de Nederlandse arbeidsmarkt voor strijkkwartetten ervaren. Om een antwoord te kunnen formuleren op de hoofdvraag is een theoretisch kader geschetst over de wijze waarop de arbeidsmarkt is vormgegeven en over de wijze waarop er naar het kunstenaarschap wordt gekeken aan de hand van theorieën over het ideaal van de Bohémien. Binnen dit onderzoek neemt het onderzoek naar artistieke arbeidsmarkten van Hans Abbing, Teunis IJdens, Merijn Rengers en Ruth Towse een leidende rol in. Daarnaast bevat dit onderzoek een bespreking over het Nederlandse kamermuziekveld, waarin een achtergrond wordt gegeven van instellingen en organisaties die een rol spelen voor Nederlandse strijkkwartetten. Ten slotte hebben gesprekken plaatsgevonden met musici van zes verschillende strijkkwartetten. Aan de hand van een aantal kernthema’s zijn de interviews met de musici geanalyseerd. De kernthema’s die in de analyse naar voren zijn gekomen zijn: vorming (1), relaties in het kamermuziekveld (2), inkomenspositie (3), sponsoring en vriendenstichting (4), de rol van media (5), werktevredenheid (6) en romantisch beeld: roeping of werk? (7). In de gesprekken met de musici praten de strijkkwartetleden gepassioneerd over hun beroep. Dit komt overeenkomt met de theorieën van IJdens en Abbing over het ideaal van de Bohémien. De musici geven invulling aan hun leven door het maken van muziek; het maken van muziek en het geven van concerten geeft de musici veel voldoening en subjectief welbevinden. Strijkkwartetten maken actief gebruik van de mogelijkheid om op landelijk of gemeentelijke niveau financiële ondersteuning te krijgen voor vernieuwende projecten. Wel blijkt dat er in de programmering van VSCD podia weinig ruimte is voor moderne en hedendaagse muziek. In een nader onderzoek zou moeten worden onderzocht of de vernieuwende en gesubsidieerde projecten in voldoende mate kunnen worden afgezet op de Nederlandse podia. Uit de scan van de kamermuziekmarkt en de interviews zijn een aantal knelpunten naar voren gekomen die negentien jaar geleden ook werden geconstateerd in het rapport van Lelieveldt en Tichelaar Strijkkwartetten in Nederland, de marktpositie van het Schönberg Kwartet en het Mondriaan Kwartet (1999). Zowel in de gesprekken met de musici als in mijn steekproef naar de programmering van podia komt naar voren dat de grotere VSCD podia weinig ruimte bieden aan Nederlandse strijkkwartetten en met name bekende buitenlandse kwartetten uitnodigen. Tegelijkertijd blijkt er sprake van een glazen plafond in de uitkoopsommen voor Nederlandse strijkkwartetten. Geen van de kwartetten verdient in Nederland meer dan 4000 euro voor een concert (in 1999 was dit 4000 gulden). Er lijkt sprake van een scheve verdeling in inkomsten tussen buitenlandse en Nederlandse kwartetten, waarbij de uitkoopsommen
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages91 Page
-
File Size-