ogels in Nederland Het Meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring Broedvogels in Nederland in 2007 Arend van Dijk, Arjan Boele, Fred Flustings, Kees Koffijberg & Calijn Plate met medewerking van Vincent de Boer, Joost van Bruggen, Lieuwe Dijksen, Ronald van Flarxen, Flenk van der Jeugd, Lara Marx, André van Kleunen, Frank Majoor, Jeroen Nienhuis, Jelle Postma, Hans Schekkerman, Pascal Stroeken, Wolf Teunissen, Chris van Turnhout & Dirk Zoetebier SOVON-monitoringrapport 2009/01 Deze rapportage is samengesteld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring. Het Meetnet Broedvogels vindt plaats in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - Gegevensautoriteit Natuur en wordt uitgevoerd door SOVON Vogelonderzoek Nederland en Centraal Bureau voor de Statistiek. Specifieke onderdelen worden mogelijk gemaakt door Rijkswaterstaat Waterdienst en de provincies. Colofon © SOVON Vogelonderzoek Nederland Tekst: Arend van Dijk (hfst. 2, 4, 5, 6), Arjan Boele (hfst. 1, 6), Vincent de Boer (hfst. 6), Joost van Bruggen (hfst 6), Lieuwe Dijksen (hfst. 5), Henk van der Jeugd (hfst. 5), Fred Hustings (samenvatting, hfst. 6), André van Kleunen (hfst. 5), Kees Koffijberg (summary, hfst. 3, 5, 6), Frank Majoor (hfst. 5), Jelle Postma (hfst. 5, 6), Wolf Teunissen (hfst. 5), Chris van Turnhout (hfst. 5) (alle SOVON), Ronald van Harxen (hfst 5, STONE), Pascal Stroeken (hfst. 5, STONE) & Hans Schekkerman (hfst. 5, Vogeltrekstation). Gegevensbewerking, tabellen en figuren: Arjan Boele, Joost van Bruggen, Arend van Dijk, Jeroen Nienhuis, Lara Marx, Dries Oomen, Dirk Zoetebier (alle SOVON), Adriaan Gmelig Meyling, Arco van Strien & Calijn Plate (alle CBS). Redactie: Fred Hustings & Kees Koffijberg Lay-out: John van Betteray & Peter Eekelder Omslagontwerp: Van Groot tot Klein, Eiden Foto s omslag: Arjan Boele (Witvleugelstem), Harvery van Diek (Nachtzwaluw), Peter Eekelder (akkers Sibbe, Tapuiten) & Hans Gebuis (Roerdomp) Foto s binnenwerk: Arjan Boele (p. 32), Han Bouwmeester (pp. 43 & 103), Harvey van Diek (pp. 8, 10, 24, 72, 80, 86 & 128), Peter Eekelder (p. 95) & Hans Gebuis (pp. 58 & 66) Drukwerk: Krips bv, Meppel Wijze van citeren gehele rapport: van Dijk A.J., Boele A., Hustings F., Koffijberg K. & Plate C.L. 2009. Broedvogels in Nederland in 2007. SOVON-monitoringrapport 2009/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Wijze van citeren delen hoofdstuk 5: Van Kleunen A. 2008. Monitoring Zoete Rijkswateren, pp. 37-44. In: van Dijk A.J., Boele A., Hustings F., Koffijberg K. & Plate C.L. 2009 Broedvogels in Nederland in 2007. SOVON- monitoringrapport 2009/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Dit rapport wordt kosteloos verstrekt aan alle medewerkers die hebben deelgenomen aan het Meetnet Broedvogels in 2007. Extra exemplaren kunnen worden verkregen door €15,- (dit is inclusief portokosten) over te maken op giro 2905988 t.n.v. SOVON, Rijksstraatweg 178, 6573 DG Beek-Ubbergen onder vermelding van MON 2009/01-broedvogels 2007. Een pdf-bestand van het rapport is te vinden op www.sovon.nl . ISSN 1874-169X Broedvogels in Nederland in 2007 ínhoud Samenvatting 3 Inleiding 3 Materiaal en methode 3 Belangrijkste ontwikkelingen in 2007 3 Summary 5 Introduction 5 Outline of this report 5 Breeding season 2007 and long term trends 5 Dankwoord 7 1. Inleiding 9 2. Methode en materiaal 11 2.1. Opzet broedvogelmonitoring 11 2.2. Organisatie en coördinatie 13 2.3. Volledigheid en kwaliteit gegevens 14 2.4. Monitoring Vogelrichtlijngebieden 17 2.5. Beschrijving aantalsontwikkelingen en indexberekeningen 17 2.5.1. Aantallen of indexen 17 2.5.2. Berekening trends 19 2.5.3. Graadmeters 20 2.6. Constant Effort Sites 20 2.6.1. Vanginspanning 20 2.6.2. Berekening van de reproductie-index 21 2.7. Meetnet Nestkaarten 23 2.7.1. Nestkaartenproject 23 2.7.2. Nestsucces 24 3. Weer en waterstanden in het broedseizoen 2007 25 4. Algemene ontwikkelingen broedvogels in Nederland in 2007 27 4.1. Inleiding 27 4.2. Hoogte- en dieptepunten in 2007 27 4.3. Sterkste veranderingen in 2007 28 4.4. Ontwikkelingen per landschapstype 29 4.5. Rode Lijst 30 4.6. Vogelrichtlijn 31 5. Speciale projecten 33 5.1. Monitoring Waddenzee 3 3 5.2. Monitoring Zoete Rijkswateren 37 5.3. Monitoring weidevogels 44 5.4. Nestkaartenproject 47 5.5. Constant Effort Sites 51 1 SOVON-monitoringrapport 2009/01 6. Soortbesprekingen 55 6.1. Inleiding 55 6.2. Uitleg bij tekst, figuren en tabellen 55 6.3. Futen tot en met reigers 59 6.4 Zwanen tot en met e enden 67 6.5. Roofvogels tot en met Kraanvogel 73 6.7. Meeuwen tot en met sterns 87 6.8. Duiven tot en met spechten 96 6.9. Leeuweriken tot en met lijsters 104 6.10. Zangers tot en met mezen 112 6.11. Wielewaal tot en met gorzen 121 Literatuur 129 Bijlagen 135 Bijlage 1. Tellers in 2007 136 Bijlage 2. Grafieken van landelijke indexen 139 Bijlage 3. Nestsucces en gemiddelde legbegin per jaar 147 Bijlage 4. Reproductie-index, overleving adulten en overleving juvenielen 152 Bijlage 5. Steekproefomvang van broedvogels in 2007 157 2 Broedvogels in Nederland in 2007 Samenvatting Inleiding maanden regelmatig voorkwam. Met uitzondering van juli (normaal) lagen de temperaturen de hele winter, In dit verslag worden de belangrijkste resultaten ge­ voorjaar en zomer boven het langjarig gemiddelde. presenteerd van het landelijke Meetnet Broedvogels Uitzonderlijk was de droogteperiode van 22 maart - 7 in 2007. Dit wordt georganiseerd door SOVON in sa­ mei, waarbij in sommige delen van het land een maand menwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek lang geen druppel regen viel. De tweede helft van de (CBS). Het meetnet is een onderdeel van het Netwerk broedtijd, vanaf half mei, was duidelijk wisselvalliger, Ecologische Monitoring (NEM) en wordt financi­ al kon niet gesproken worden van een verregend sei­ eel ondersteund door het Ministerie van Landbouw, zoen. Een storm op 20 juni zorgde in het Waddengebied Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (Gegevensautoriteit voor onderlopende kwelders en zandplaten, waardoor Natuur). Specifieke onderdelen worden mogelijk ge­ Lepelaar, Scholekster, Tureluur, meeuwen en sterns maakt door Rijkswaterstaat Waterdienst (voorheen hun broedsel veelal kwijtraakten. RIZA en RIKZ) en de provincies. Vergeleken met de voorgaande vijfjaren was 2007 voor Het rapport is het vijfde op rij waarin op geïntegreerde broedvogels een wat minder gunstig jaar. Alle soorten wijze verslag wordt gedaan van de verschillende mo- gecombineerd, was de aantalsontwikkeling licht ne­ nitoringprojecten: Landelijk Soortonderzoek Broed­ gatief (-2%). De verhouding tussen soorten met een vogels (LSB; kolonievogels en zeldzame soorten) en relatief hoge stand (tenminste 10% hoger dan het ge­ Broedvogel Monitoring Project (BMP; algemene soor­ middelde van de voorgaande jaren) en een relatief lage ten). Voorts wordt in soortteksten en hoofdstuk 5 aan­ stand (tenminste 10% lager) was ditmaal gelijk (beide dacht besteed aan speciale projecten: het Nationale Wei- categorieën 25% van alle soorten). Een jaar eerder lag devogelmeetnet, Meetnet Kustbroedvogels Wadden, die verhouding positiever (30% in de pius, 24% in de Broedvogelmeetnet Zoete Rijkswateren, Meetnet Nest- min). Bij de helft van de soorten waren de verschillen kaarten (incl. Reproductiemeetnet Waddenzee) en het gering (minder dan 10% verschil). Constant Effort Site project (CES, geen onderdeel van Bij de soorten die het in 2007 goed deden, zitten enkele Meetnet Broedvogels, maar wel van belang bij het ver­ relatieve nieuwkomers die in ons land nog aan een op­ klaren van trends). Gebieds- en soortspecifieke informa­ mars bezig zijn (Slechtvalk, Middelste Bonte Specht), tie met betrekking tot Natura 2000 (Vogelrichtlijn) en naast soorten die overduidelijk voordeel hebben bij de Rode Lijst is eveneens opgenomen in dit rapport. een lange serie zachte winters (Ijsvogel, Grote Gele Kwikstaart, Cetti’s Zanger, Graszanger). De langjarige toename van enkele soorten kende ook in 2007 een ver­ volg (Lepelaar, Kerkuil); net ais bij verschillende an­ Materiaal en methode dere soorten die dit jaar piekten (Grauwe Kiekendief, Kwartelkoning, Dwergstem) is het verleidelijk om dit Het veldwerk is grotendeels uitgevoerd door c. 1300 toe te schrijven aan beschermingsmaatregelen in de vrijwilligers en enkele tientallen professionele voge­ broedgebieden, maar moeten de werkelijke oorzaken laars (medewerkers van terreinbeherende instanties, deels elders gezocht worden, bijvoorbeeld in de voed­ provinciale diensten, Rijkswaterstaat Waterdienst). selsituatie (veel muizen) of de overwinteringsgebieden. De uitvoering geschiedde gestandaardiseerd, conform Enkele kustvogels wisten hun relatief hoge stand van de desbetreffende handleidingen. De coördinatie vond de laatste jaren nog iets te verbeteren (Zwartkopmeeuw, plaats door SOVON, wat betreft LSB in nauwe samen­ Visdief). Moeilijk verklaarbaar is de opvallend krach­ werking met Districtcoördinatoren (DC’s). Bij de trend- tige en in vrijwel alle landschappen plaatsvindende toe­ berekening is gebruik gemaakt van het programma name van de Putter, en de relatief hoge stand van de TRIM (Trends & Indices for Monitoring Data), waar­ Vuurgoudhaan. bij inschattingen worden gemaakt voor ontbrekende Bij de soorten die het in 2007 relatief slecht deden, data. De indexen zijn beschikbaar via de website van zitten soorten die al vele jaren in een negatieve spi­ SOVON (www.sovon.nl ). raal zitten en waarvan de landelijke populatie beden­ kelijk klein begint te worden (Blauwe Kiekendief, Strandplevier, Velduil, in mindere mate ook
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages164 Page
-
File Size-