Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit Beslissing BMA-2019-C/C-13 van 25 maart 2019 in toepassing van de artikelen IV.61 §1, 1° en §2, eerste lid, 1° van het Wetboek van economisch recht ingevoegd door de wetten van 3 april 2013 (Niet-vertrouwelijke versie) Zaak nr. MEDE–C/C–17/0014 Verzoek van Kinepolis Group NV tot opheffing van de voorwaarden opgelegd door de Raad voor de mededinging in beslissing nr. 97-C/C-25 van 17 november 1997 zoals gewijzigd in het arrest 2008/MR/22-23-24 van het Hof van Beroep te Brussel van 11 maart 2010. I. Procedure Op 31 maart 2017 heeft Kinepolis Group NV (hierna : de verzoekster) een verzoekschrift ingediend bij het Auditoraat van de Belgische Mededingingsautoriteit (hierna: BMA) tot opheffing van de Voorwaarden opgelegd door de Raad voor de Mededinging in beslissing nr. 97-C/C-25 van 17 november 1997 zoals gewijzigd in het arrest 2008/MR/22-23-24 van het Hof van Beroep te Brussel van 11 maart 2010. Op dezelfde dag werd Charlotte Delmeire, attaché bij de BMA, door de auditeur-generaal aangewezen als auditeur belast met de dagelijkse leiding van het onderzoek. Patrick Marchand, auditeur, Karen Vanderstraeten, Hannes Eechaute en Nancy Teugels, allen attaché, werden toegevoegd aan het onderzoeksteam. Mevrouw Griet Jans, adjunct van de directeur economische studies, heeft bijstand verleend aan het onderzoek. Overeenkomstig artikel IV.29 van Boek IV van het Wetboek van Economisch recht (hierna: WER) werd Antoon Kyndt, auditeur bij de BMA aangeduid als tweede auditeur die deel uitmaakt van de cel die wordt samengesteld voor elke aangemelde concentratie. Op 18 april 2017 heeft de voorzitter het Mededingingscollege samengesteld. Het onderzoek werd afgesloten op 8 mei 2017, de dag waarop het gemotiveerd ontwerp van beslissing aan verzoekster alsook aan het Mededingingscollege werd overgemaakt. Op 18 mei 2017 heeft de voorzitter, alsook het Auditoraat en de aanmeldende partij schriftelijke opmerkingen ontvangen van Euroscoop en Imagix. Kinepolis heeft zijn schriftelijke opmerkingen 22 mei 2017 aan de voorzitter en het Auditoraat overgemaakt. Op 23 mei 2017 heeft het Mededingingscollege de aanmeldende partij, de derden, de auditeur en de directeur economische studies gehoord. Op 31 mei 2017 heeft het Mededingingscollege een beslissing genomen onder nummer BMA-2017- C/C-22 in toepassing van de artikelen IV.61,§ 1, 1° en § 2, eerste lid, 1° WER in de zaak nr. MEDE-C/C- 17/0014 betreffende het verzoek van Kinepolis Group NV tot opheffing van de voorwaarden opgelegd door de Raad voor de Mededinging in belissing nr. 97-C/C-25 van 17 november 1997, zoals gewijzigd in het arrest 2008/MR/22-23-24 van het Hof van Beroep te Brussel van 11 maart 2010. Op verzoek van Euroscoop en I-Magix heeft het Hof van beroep te Brussel, sectie Marktenhof, bij arrest van 28 februari 2018 (rol nummer 2017/AR/1139 gevoegd met 2017/MR/1) : ― de beslissing van 31 mei 2017 van het Mededingscollege, gekend onder nummer BMA-2017-C/C-22, bevestigd voor wat betreft het behoud van de Eerste en Tweede Voorwaarde, alsook voor wat betreft het behoud van de Vierde Voorwaarde voor wat betreft overnames; ― de beslissing van 31 mei 2017 van het Mededingscollege, gekend onder nummer BMA-2017-C/C-22, vernietigd voor wat betreft de opheffing van de Vierde Voorwaarde voor wat betreft de nieuwe oprichting door Kinepolis (organische groei), omwille van een motiveringsgebrek zoals vastgesteld door het Hof van beroep te Brussel. Op 26 april 2018 heeft het Mededingingscollege een beslising genomen onder nummer BMA-2018- C/C-12 in toepassing van de artikelen IV.61 §1, 1° en §2, eerste lid, 1° WER in de zaak MEDE-C/C-17/0014 betreffende verzoek van Kinepolis Group NV tot opeffing van de voorwaarden opgelegd door de Raad voor de Mededinging in beslissing nr. 97-C/C-25 van 17 november 1997, zoals gewijzigd in het arrest 2008/MR/22-23-24 van het Hof van Beroep te Brussel van 11 maart 2010. Deze beslissing betrof enkel de Vierde Voorwaarde voor wat betreft de nieuwe oprichting door Kinepolis (organische groei). Op verzoek van Euroscoop heeft het Hof van beroep te Brussel, sectie Marktenhof, bij arrest van 21 november 2018 (rol nummer 2018/MR/3) : ― de beslissing van 26 april 2018 van het Mededingingscollege, gekend onder nummer BMA-2018-C/C- 12, vernietigd Op 27 november 2018 heeft de voorzitter het Mededingingscollege samengesteld. Op 28 januari 2019 heeft Kinepolis Group NV een geactualiseerd verzoekschrift ingediend bij het Auditoraat van de Belgische Mededingingsautoriteit tot opheffing van de Voorwaarden opgelegd door de Raad voor de Mededinging in beslissing nr. 97-C/C-25 van 17 november 1997 zoals gewijzigd in het arrest 2008/MR/22-23-24 van het Hof van Beroep te Brussel van 11 maart 2010. Op dezelfde dag werd Charlotte Delmeire, attaché bij de BMA, door de auditeur-generaal aangewezen als auditeur belast met de dagelijkse leiding van het onderzoek. Hannes Eechaute, attaché, werd toegevoegd aan het onderzoeksteam. Mevrouw Griet Jans, economisch adviseur BMA, en Jeroen Vander Cruyssen, medewerker van de directeur economische studies, hebben bijstand verleend aan het onderzoek. Overeenkomstig artikel IV.29 van Boek IV van het Wetboek van Economisch recht (hierna: WER) wordt Antoon Kyndt, auditeur bij de BMA aangeduid als tweede auditeur die deel uitmaakt van de cel die wordt samengesteld voor elke aangemelde concentratie. 2 Het onderzoek werd afgesloten op 4 maart 2019, de dag waarop het geactualiseerd gemotiveerd ontwerp van beslissing aan verzoekster alsook aan het Mededingingscollege werd overgemaakt. Op 15 maart 2019 heeft Kinepolis haar schriftelijke opmerkingen overgemaakt aan de voorzitter en het auditoraat. UGC heeft op 17 maart 2019 zijn schriftelijke opmerkingen overgemaakt aan de voorzitter, het Auditoraat en de aanmeldende partij. Imagix en Euroscoop hebben op 18 maart 2019 hun schriftelijke opmerkingen overgemaakt aan de voorzitter, het Auditoraat en de aanmeldende partij. Op 21 maart 2019 heeft het Mededingingscollege de aanmeldende partij, de derden, de auditeur, de directeur juridische studies en de directeur economische studies gehoord. II. Betrokken Partijen II.1 De verzoekster De verzoekster is Kinepolis Group NV (hierna: Kinepolis) met vennootschapszetel te Eeuwfeestlaan nr. 20, 1020 Brussel, België, met ondernemingsnummer 415.928.179.1 II.2 Aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming Kinepolis baat via haar dochterondernemingen en via derden bioscoopcomplexen uit in België, Frankrijk, Nederland, Spanje en Zwitserland Luxemburg en Polen. Kinepolis is daarnaast actief in de filmdistributie via haar dochteronderneming Kinepolis Film Distribution NV (“KFD”) en exploiteert een regie die schermreclame verkoopt via haar dochteronderneming Brightfish NV (“Brightfish”). Kinepolis is tot slot actief in de vastgoedsector2. II.3 Juridische Vertegenwoordigers3 Voor Kinepolis Group: Frank Wijckmans, Filip Tuytschaever en Eline Declerck Advocaten Contrast Minervastraat 5 1930 Zaventem Tel:+32 2 275 00 75 E-mail: [email protected], [email protected] en [email protected] 1 Verzoekschrift p. 8. 2 Verzoekschrift p. 8. 3 Verzoekschrift p. 8. 3 III. Gemotiveerd ontwerp van beslissing De auditeur legde voor wat volgt: III. “Prenotificatiefase Het eerste contact tussen Kinepolis en de BMA aangaande dit verzoek was in december 2016. Deze contacten gingen verder in de maand januari 2017. Op 30 januari 2017 ontving de BMA van Kinepolis een waiver om reeds in prenotificatiefase onderzoeksdaden te stellen. Gedurende deze fase werden er door Kinepolis reeds ontwerpverzoekschriften ingediend om uiteindelijk na overleg met de BMA tot een volledig verzoekschrift te komen op 31 maart 2017. In de maand februari werden in verschillende bioscopen in België postcode-onderzoeken georganiseerd. De postcode-onderzoeken worden nader beschreven onder sectie VI.1. In samenspraak met Kinepolis werd terzelfder tijd een grootschalige consumentenbevraging georganiseerd, die nader besproken wordt onder sectie VI.2 Tot slot werd reeds gestart met een marktbevraging in de maanden februari en maart, zie sectie VI.3. IV. Aangemeld verzoek IV.1 Beschrijving en doel van het verzoek: positie verzoekster In 1997 werd een concentratiecontrole doorgevoerd naar aanleiding van een specifiek dossier, i.e. de fusie tussen de groepen Bert en Claeys die reeds zeer grote bioscoopcomplexen (de zogenaamde mega- en multiplexen) uitbaatten op de Belgische markt. De Raad voor de Mededinging werd dan ook geconfronteerd met een grote speler die vooral investeerde in de toen relatief nieuwe mega- en multiplexen waarvan gevreesd werd dat deze de concurrentie zouden platwalsen. In voormelde context oordeelde de Raad voor de Mededinging dat de concurrenten een overgangsperiode (10 jaar) nodig hadden teneinde zich aan te passen aan deze nieuwe situatie en beoogde zij aldus te verzekeren dat de concurrentie zich kon blijven handhaven. Er kan volgens Kinepolis worden vastgesteld dat concurrenten zich de voorbije 20 jaar verder ontwikkeld hebben en dat nieuwe marktspelers zijn toegetreden. Er hebben zich ook andere significante ontwikkelingen op de markt voorgedaan, zoals de digitalisering van de filmvertoning en de toegenomen concurrentiedruk van alternatieve vormen van filmbeleving. Het kan echter nooit het doel zijn van concentratiecontrole om de markt blijvend te reguleren op basis van gedragsmaatregelen die zonder tijdslimiet blijven bestaan bij ongewijzigde marktomstandigheden. Dit geldt des te meer nu de wijziging van die
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages299 Page
-
File Size-