1 Verklarende terminologielijst voor de Software Engineering A abnormal end: abend abnormaal einde De beëindiging van een proces voordat dat proces geheel is afgewerkt. abort (to) afbreken Een proces afbreken voordat het volledig is afgewerkt. absolute address absoluut adres Een adres dat permanent aan een eenheid of geheugenplaats is toegewezen en dat de eenheid of de geheugenplaats identificeert zonder dat daarvoor een vertaling of berekening nodig is. absolute assembler absoluut assembleerprogramma Een assembleerprogramma dat uitsluitend absolute code genereert. absolute code absolute code Code waarin alle adressen absoluut zijn. absolute coding absolute codering Een coderingsmethode waarin gebruik wordt gemaakt van instructies die absolute adressen bevatten. absolute expression absolute uitdrukking Een uitdrukking voorafgaande aan het moment waarop het assembleren van een programma plaatsvindt. Dit moment wordt niet beïnvloed door het verplaatsen van het programma. Een absolute uitdrukking kan een absoluut adres in een assembleertaal weergeven. absolute instruction absolute instructie 1. Een instructie in de definitieve uitvoerbare vorm. 2. Een computerinstructie waarin alle adressen uit absolute adressen bestaan. absolute loader absoluut laadprogramma Een programma dat een ander programma in het hoofdgeheugen kan plaatsen. Dit begint bij het initiële adres dat aan de code door het assembleerprogramma of de compiler is toegewezen en dat de adressen in de code niet verder wijzigt of aanpast. absolute load module absolute laadmodule 2 Een combinatie van werkmodules die op een gespecificeerd adres in het werkgeheugen wordt uitgevoerd. absolute machine code absolute machinecode Machinecode die steeds in vaste geheugenplaatsen moet worden geladen en niet mag worden verplaatst. Dit in tegenstelling tot verplaatsbare machinecode. absolute pathname absolute padnaam Een padnaam die de informatie bevat over de wijze waarop een bestand kan worden gevonden. Het zoeken naar het bestand vangt aan bij de hoofddirectory waarna de boom van de directory wordt afgezocht. abstract class abstracte klasse 1. Een klasse die geen directe exemplaren (instantiaties) bevat maar waarvan de afgeleide klassen wel directe exemplaren bezitten. 2. Een klasse die één of meer abstracte methoden bevat en als gevolg daarvan nimmer kan worden geïnstantieerd. Abstracte klassen zijn zodanig gedefinieerd dat andere klassen deze uit kunnen breiden en ze concreet kunnen maken door de abstracte methoden te implementeren. 3. In de object-georiënteerde programmering is dit een klasse die uitsluitend als een ouder is geconstrueerd en waarvan deel- klassen kunnen worden afgeleid maar die zelf niet geschikt is om te worden geïnstantieerd. Deze klasse wordt vaak gebruikt om onvolledige verzamelingen met kenmerkende eigenschappen te abstraheren. Deze kunnen dan onderling worden gedeeld door een groep bloedverwante deelklassen waaraan verschillende varia- ties van de ontbrekende delen kunnen worden toegevoegd. abstract data type: ADT abstract gegevenstype 1. Een klasse gegevensstructuren die met behulp van een verzame- ling bewerkingen in plaats van hun fysieke representaties worden gedefinieerd. Een voorbeeld hiervan is een klasse in de object-georiënteerde programmering. 2. Een gegevenstype waarvan de eigenschappen van het gegeven en de daarop uit te voeren bewerkingen zijn gespecificeerd, zonder dat het daarbij van belang is hoe het gegeven wordt gerepresenteerd of hoe de bewerkingen zullen worden geïmple- menteerd. 3. De term heeft betrekking op een klasse van objecten waarvan het gedrag door een serie waarden en een reeks bewerkingen is gedefinieerd. abstraction abstractie 3 1. Een beschouwing van een probleem waarin essentiële informatie, die relevant is voor een bepaald doel, wordt geëxtraheerd en de rest van de informatie wordt genegeerd. 2. Het proces met behulp waarvan een abstractie wordt gevormd. 3. Een optiek (gezichtspunt of invalshoek) van een object die zich richt op de informatie die voor een bepaald doel van belang is en die de rest van de informatie buiten beschouwing laat. 4. Het proces waarin de optiek als genoemd onder punt 3 wordt geformuleerd. abstract machine abstracte machine 1. Een representatie van de karakteristieke eigenschappen van een proces of een machine. 2. Een module die de invoer van processen verzorgt en dit doet alsof het een machine is. abstract method abstracte methode Een methode die geen implementatie kent. abstract syntax notation no. 1: ASN.1 abstracte syntax notatie nr. 1 Een internationale standaard voor de beschrijving van gegevens. Deze standaard kan de uitwisseling van gegevens tussen applicatie- programma's vereenvoudigen. abstract-type and schema-definition language: ASDL abstract type en schemadefinitietaal Deze taal is in het kader van een ESPRIT-project ontwikkeld en vormt de basis voor de generatie van op talen gebaseerde opmaakpro- gramma's (editors) en omgevingen. In de taal zijn een systeem voor object-georiënteerde types, syntax-gedreven vertaalschema's en een doeltaalinterface gecombineerd. abstract window toolkit: AWT abstracte venster-gereedschapskist Een verzameling componenten van grafische gebruikersinterfaces (GUI's) die zijn geïmplementeerd met behulp van autochtone plat- formversies van de componenten. Deze componenten bevatten een deelverzameling van functionele eigenschappen die alle autochtone platformen gemeenschappelijk hebben. Deze gereedschapskist is grotendeels vervangen door de schommelserie (swing set) van componenten. acceptance criteria acceptatiecriteria 1. De criteria waaraan een softwareproduct moet voldoen voor het voltooien van een succesvolle testfase of de criteria waarmee een softwareproduct aan de eisen voor een goede afleverings- procedure moet voldoen. 4 2. De criteria waaraan een systeem of een component moet voldoen om door een gebruiker, klant of andere gemachtigde entiteit te kunnen worden geaccepteerd. acceptance testing acceptatietesten 1. Een formele testprocedure of testreeks die wordt uitgevoerd om te bepalen of een systeem al dan niet aan de acceptatiecrite- ria voldoet en om de klant in staat te stellen te bepalen of deze het systeem al dan niet kan accepteren. 2. Een formele testprocedure die wordt uitgevoerd om een gebrui- ker, klant, of andere gemachtigde entiteit in staat te stellen om te bepalen of een systeem of een component aan vastgelegde acceptatiecriteria voldoet en met behulp waarvan de gebruiker, klant, of andere gemachtigde kan bepalen of het systeem al dan niet kan worden geaccepteerd. access-control mechanism toegangsbesturingsmechanisme Hardware- of softwarefuncties, operationele procedures, of beheer- procedures die zijn ontwikkeld ten behoeve van een gemachtigde toegang en het voorkomen van een niet-gemachtigde toegang tot een computersysteem. accessibility toegankelijkheid De mate waarin software het selectieve gebruik of het onderhoud van de componenten ervan vergemakkelijkt. accuracy nauwkeurigheid 1. Een toestand van iets dat geen fouten bevat. 2. Een kwalitatieve inschatting van het ontbreken van fouten, dan wel een inschatting van datgene dat met een kleine fout correspondeert. 3. Een kwantitatieve maat van de grootte van een fout. Deze dient bij voorkeur als een functie van de relatieve fout te worden uitgedrukt. Een grote waarde van deze maat komt overeen met een kleine fout. 4. Een kwantitatieve inschatting van het ontbreken van fouten. activation activering Het kopiëren van de definitieve vorm van methoden en opgeslagen gegevens in een executeerbare adresruimte. Op deze wijze kunnen methoden op opgeslagen informatie worden toegepast en uitgevoerd. active DBMS actief databasemanagementsysteem Een conventioneel of passief databasemanagementsysteem dat gecombineerd is met hulpmiddelen waarmee events kunnen worden gedetecteerd en toestanden kunnen worden gevolgd. De eventbehande- ling is vaak een op regels gebaseerde verwerking zoals die welke bij expertsystemen wordt toegepast. 5 active object actief object Een object dat een eigen besturingsmechanisme bezit. active partition actieve partitie De partitie waarmee op een bepaald moment wordt gewerkt. active redundancy actieve redundantie Het gebruik in een fouttolerant systeem van redundante elementen die gelijktijdig werken om in een dergelijk systeem fouten te voorkomen of het systeem zichzelf, bij of na het optreden van fouten, te kunnen doen herstellen. actor acteur Een object in de object-georiënteerde programmering dat de vorm van een gelijktijdig werkend proces (concurrent process) heeft. actual address werkelijk adres 1. Een adres dat de identiteit van een geheugenpositie of - eenheid bepaalt zonder gebruik te maken van een tussenverwij- zing. 2. Een adres dat door de ontwerper van het programma of systeem aan een geheugenpositie of -eenheid wordt toegekend. actual argument (parameter) 1. actueel argument; 2. actuele argumentparameter In een programmeertaal heeft de term betrekking op een taalobject dat in een procedure-oproep verschijnt en dat verband houdt met de corresponderende formele parameter die wordt gebruikt bij het uitvoeren van de procedure. actual code werkelijke code Instructies die met gebruikmaking van absolute adressen zijn geschreven. actual coding absolute codering Een coderingsmethode waarbij gebruik wordt gemaakt van instructies die absolute adressen bevatten. actual outcome actueel resultaat Het actuele gedrag van een object indien dit onder gespecificeerde condities wordt getest. actual parameter list actuele parameterlijst De argumenten die in een specifieke
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages307 Page
-
File Size-