UITKOMSTEN DER ZESDE TIENJARIGE VOLKSTELLING IN HET OP DEN EEN EN DBRTIGSTBN DECEMBER 1879. PROVINCIE UTRECHT. TK VSGÜAVENHAGE, BIJ VAK WEELDEN EN MIMELEN. 1881. UTRECHT. Volgens De uitkomsten der zes volkstellingen bedroeg de bevolking van deze provincie : In de -vooRnaamste In de overige Tydstippen In de Provincie. Gemeenten. Gemeenten. M. V. T. M. V. T. M. V. T. 1 JanuaRij 1830. 25,975 29,214 55,189 38,973 38,197 77,170 64,948 67,411 132,359 1 JanuaR'y 1840. 29,117 32,263 61,380 41,819 41,933 83,752 70,930 74,196 145,132 19 NovernbeR 1849. 27,822 32,336 60,158 44,970 44,252 89,222 72,792 76,588 149,380 / XC.Yn. 31 DecembcR 1859. 30,494 35,082 65,576 47,925 40,605 94,530 78,419 81,087 160,100 1 December 1869 . 33,776 38,753 72,529 51,133 49,894 101,027 84,909 88,647 173,550 31 December 1879. 38,245 43,092 81,337 55,842 54,500 110,342 94,087 97,59-2 191,679 Men verkrijgt uit dezen staat cle volgende vermeerdering der bevolking, voor elk der beide geslachten : In de vooRnaamste In de overige In de Provincie. Gemeenten Gemeenten. M. V. T. M. V. T. M. V. T. Van 1 Januarij 1830 tot 1 JanuaRij 1840 . 3,142 3,049 6,191 2,846 3,736 6,582 5,988 6,785 12,773 Van 1 JanuaRij 1840 tot 19 November 1849 . —1,295 73 —1,222 3,151 2,319 5,470 1,856 2,392 4,248 Van 19 NovembeR 1849 tot 31 December 1859 . 2,672 2,746 5,418 2,955 2,353 5,308 5,027 5,099 10,726 Van 31 December 1859 tot 1 December 1869 . 3,282 3,071 6,953 3,208 3,289 6,497 6,490 6,960 13,450 Van 1 December 1869 tot 31 December 1879 . 4,469 4,339 8,808 4,709 4,606 9,315 9,178 8,945 18,123 GEDRUKT TER DRUKKERIJ VAN Van 1 Januarij 1830 C. II. SUSAN JR., TE 'S HAGE. tot 31 December 1879 . 12,270 13,878 26,148 10,809 1(3,303 33,172 29,139 30,181 59,320 Il 111 De betrekkelijke vermeerdering op 10,000 personen van iedere kunne bedroeg; Hieruit blijkt, dat de overmaat der vrouwen in de voornaamste gemeenten liet grootst was tijdens de derde telling, doch bij de volgende tellingen regelmatig is afgenomen. In de overige gemeenten nam de overmaat der mannen toe bij de DeRde en vierde telling; Daarna daalde zij, In De vooRnaamste In de overige In de Provincie. doch Bleef bij de laatste lelling op gelijke hoogte als bij De vorige. Gemeenten. Gemeenten. Uit De volgende vergelijking Blijkt de diglheid van De bevolking* op tik der zes tijdperken: M. V. T. M. V. T. M. V. T. TIJDSTIPPEN Uitgestrektheid in Aantal zielen per Van 1 Januarij 1830 VEV. Vierkante Vierkante tot 1 Januarij 1840 . 1,210 1,044 1,122 730 978 853 922 1,007 965 Hectaren. geogRaphische 1000 hectaren. geoginphische TELLINGEN. 1 Van 1 Januarij 1840 mijlen. ) mijl. tot 19 November 1849 . —445 23 — 199 754 553 653 262 322 293 Van 19 November 1849 1 Januari] 1830. 905 5311 tot 31 December 1859 . 960 849 901 657 532 595 773 666 718 1 JanuaRy 1840 • • • 137,232 24.923 1058 5823 Van 31 December 1859 19 November 1849 . ' 1089 5994 tot 1 December 1869 . 1,076 •1,046 1,060 (369 706 687 828 852 8iO 31 December 1859 . 138,451 25,144 1156 6368 Van 1 December 1869 1 December 1869 . 138,429 25.140 1254 6904 tot 31 December 1879 . 1,323 1,120 1,214 921 923 922 1,081 1,009 1,044 31 December 1879 . 138,402 25.135 1385 O72G Van 1 Januai^ 1830 tot 31 December 1879 . 4,724 4.750 4,749 4,328 4,268 4,299 4,487 4,477 4,482 De diglsl Bevolkte gemeente tijdens de telling op 31 DecemBer 1879 was Utrecht met 30,531 ; de gemeente waar De Bevolking Het meest verspreiD was, Maarn met 275 zielen op 1000 Uit dit vergelijkend ovcrzigt blijkt, dat, met uitzondei'ing van de vooRnaamste gemeenten hectaren. in het tweede tienjaRig tijdperk, de bevolking dezer provincie in beide categoriën van gemeenten Op Dit tijdstip had de grootste oppervlakte Zeist, met 4097; de kleinste oppervlakte, Mont- in ieder tienjarig tijdperk is toegenomen. De toeneming was, zoowel voor de voornaamste als voor foort met 144 hectaren. de overige gemeenten, in liet laatste tienjarig tijdperk grooter dan in één der vorige tijdperken. u In het vijftigjarig tijdperk nam de geheele bevolking Loc met 47.40 /o in de voornaamste, 42.99 °/o Het aantal woningen in de provincie, onderscheiden in bewoonde, onbewoonde en in aan- u in de overige gemeenten, 44.82 |„ in de provincie. In de vermeerdering der voornaamste gemeenten bouw zijnde woonhuizen en Bewoonde schepen, Hunne onderlinge verhouding, het aantal inwoneRS werd door iedere Dier gemeenten bijgedragen als volgt : op 1000 bewoonde huizen eu schepen, zoowel VOOR de pRovincie, als voor de voornaamste en de ovcRigc gemeenten ieder afzonderlijk, was tijdens de laatste volkstelling als volgt: Bevolking op V o r m e c v D e r i ri g G E M E E N T E N. WOONHUIZEN. 1 Jaauarij 1830. 31 December 1879. VolstRekt. Uolrokkelijk. Onbewoond en in Aantal aanbouw op BewoonDe inwoners op 1000 100 bowoomle In schepen. bewoonDe 67,033 24,226 Bewoond. Onbewoond Utrecht 43,407 55.81 "/o aanbouw. woonhuizen. huizen en .schepen. Amersfoort. 11,782 13,704 .1,922 16.31 »/„ Voornaamste Gemeenten 14,989 443 144 3.92 61 5-104 Overige Gemeenten . 23,252 847 Beschouwt men de bevolking naar de kunne, dan blijkt hieruit, dat in het vijftigjarig tijd- 33 3.78 120 4721 perk de vrouwen in de voornaamste gemeenten iets meer toenamen dan de mannen, terwijl Bel. De Provincie. 38,241 1,290 177 omgekeerde is waar te uemen in do overige gemeenten. 3.84 181 4989 BS S5===S=S=i SSSSSSSSSSi De volgende staat geeft een ovcrzigt van het aantal vrouwen op 4000 mannen volgens de Van do bewoonde huizen en schepen bevonden zich 22,908 of 59.62 % binnen, 15,514 of zes volkstellingen : 40.3S % builen; van de onbewoonde en in aanbouw zijnde woonhuizen 949 of 04.69 °/u binnen, 518 of 35.31 °/o buiten de kom der gemeenten. l Van de bevolking woonden 110,01J personen (54,ü 13 mauncn en 01,070 vrouwen) of 00.55 °/0 1 Januarij 1 Januarij 19 November 31 December 1 December 31 December binnen, 75,581 (39,082 mannen en 30,499 vrouwen) of 39.45 % buiten de kom. Men telde op de 1000 huisgezinnen: 1830, 1840. 1849, 1859. 1809. 1879. in de vooRnaamste gemeenten 4,510 in de oveRige gemeenten 4,832 In de voornaamste Gemeenten 1,125 1,108 1,162 1,150 1,147 1,127 in de provincie 4,093 personen, tegen 4,357 in 1869 en 4,767 in 1839. In de oveRige Gemeenten. 982 1,003 984 972 976 976 Het aantal personen behoorende tot de gezinnen bedroeg 96.38 °'0, dat van hen die afzonderlijk leven 1.74 %, dat van hen in instellingen en gestichten 1.88 °/o van de bevolking, wier woningen 1,038 1,046 1,052 1,042 1,044 1,037 In De Provincie in de gemeenten zijn gevonden. 1) JJu vierkante mijl legen ùûOO.'i!) licrlnrcn berekend. IV De volgende slaat geeft, zonder onderscheid van geslacht, de indeeling Der bevolking naar de De indeeling der bevolking naar den burgerlijken stand volgens de uitkomsten der zes tellingen geboorteplaats, zoowel voor de laatste, als voor de drie vorige volkstellingen: blijkt uit het volgend overzigt. Voor de drie eerste tellingen zijn de personen gescheiden van echt en voor de twee eerste zij , "wier burgerlijke stand onbekend is gebleven, gevoegd bij de 1849. 185!). 1869. 1879. ongehuwden, voor de vier eerste de personen gescheiden van tafel en bed opgenomen onder do gehuwden. Geboren in: Reden Reden Reden Reden Getal. op 10000 Getal. op 1OO00 Getal. op 101)00 Getal. op 10000 zielen. zielen. zielen. zielen. 94,867 6,351 102,646 0,411 109,886 6,332 119,581 0,238.6 De Gemeente TIJDSTIPPEN In weduwen- Gescheiden Gescheiden Burgerlijke Eene andere gemeente binnen de Ongehuwd. Gehuwd. van stand Provincie 27,004 1,808 28,198 1,7(51 30,777 1,773 33,525 1,749 staat. van echt. DEIt tafel en bed, onbekend. E'.-ne andere provincie binnen het Rijk 25,208 1,687 27,226 1,701 30,762 1,773 36,215 1,889.4 TELLINGEN. Eene der Nederlnndsche Koloniën . 22G 15 248 15 474 27 611 31.9 M. V. M. V. M. V. M. V. M. V. M. V. Den vreemde 2,075 139 1,772 111 1,637 94 1,730 90.2 Onbekend 16 I 20 1 17 0.9 1 Januarij 1830 . 41,814 41,208 20,660 20,733 2,474 5,470 » » > » » 1 Januai'ij 1840 . 46,131 45,945 22,298 22,317 2,507 5,934 » > » n » Hieruit blijkt, dat het betrekkelijk aandeel der geborenen in de gemeente sedert rle laatste twintig, 19 November 1849. 47,445 47,609 22,182 22,242 3,165 6,677 » t » » l> dat der geborenen in eene andere gemeente binnen de provincie sedert de laatste tien jaren is afgenomen; dat der geborenen in eene andere provincie binnen het Rijk en in eene der Neder- 31 December 1859.