NBDerafVNDSOi-INDIË OUD <k NIEUW OPGERICHT DOOR ED. CUYPERS Direct: LD. PETIT, Red.: Prof.T.J. BEZEMER, Mr. J. G. HUYSER, Prof. Dr. N.J. KROM, Prof.J.A. LOEBÈRJr.W. O. J. NIEUWENKAMP, NOTO SOEROTO REDACTIE- EN DIRECTIEADRES: NOBELSTRAAT 20, DEN HAAG 1929 14e JAARGANG, AFL. 3 JULI SCHETSEN VAN BALI door W. O. J. NIEUWENKAMP fT\*S90an e honderden teekeningen, die ik van mijn vijf studie-reizen in onze Oost heb tt. \M//m medegebracht, is het grootste gedeelte in verschillende publicaties over Sumatra, Mf\ \//Jm Java, Bali, Lombok. Soemba, Timor, Alor, etc. in het licht verschenen. Maar toch ligt er nog een groot aantal al reeds jaren en jaren te sluimeren in ver- schillende portefeuilles en wacht geduldig op bestemming, d.w.z. publicatie. D Het is mijn voornemen om nu en dan eenige van die schetsen, waarvan er vele vijf en twintig jaar en enkele zelfs dertig jaar oud zijn, en dingen voorstellen, die reeds lang zijn verdwenen, uit haar duistere schuilplaats, waar ze niemand tot nut zijn, te voorschijn te halen en ze den lezer van dit tijdschrift te toonen; ditmaal een zestal, dat op Bali betrekking heeft.') D Tot de oudste teekeningen behooren die, welke op blz. 68, 69 en 71 zijn afgedrukt. □ Op blz. 68 een schets van een in zachten vulkanischen steen (paras) gehouwen groep van een naga (slang) en een schildpad, welke groep destijds aan den buitenmuur van den bekenden grooten tempel van Sangsit, aan de noordkust van Bali, als versiering was aangebracht. Dezen tempel bracht ik in 1904 herhaaldelijk op de fiets (de eerste fiets op Bali!) van Singaradja uit een bezoek- Toen ik den tempel in 1918 bezocht was de groep verdwenen; zeer waarschijnlijk is de aard- beving van 1917, waardoor de tempel zwaar werd beschadigd, daarvan de oorzaak. D Op blz. 69 een ander blad uit een schetsboek van 1904. Hierop ziet men, links, een mooi houten deurtje uit den voormaligen tempel in de voormalige dessa Batoer, aan den voet van den vulkaan van dien naam. Dit fraai bewerkte deurtje gaf toegang tot één van de vele kleinere pleinen, ten oosten van het groote voorplein. D Rechts op de teekening twee nokbedekkingen van gebakken roode klei. Deze stonden boven op de in een punt uitloopende daken van twee bedehuisjes in genoemden tempel. D Door de uitbarsting van den Batoer in 1905 werd de tempel voor het grootste gedeelte ver- woest; ook de afgebeelde voorwerpen werden toen vernietigd. □ ) Bovendien nog vier teekeningen, die reeds vroeger gepubliceerd werden 67 Naga en schildpad. Sangsit, Bali Teekening van W. O. J. Nieuwenkamp In 1917 werd de gedeeltelijk herbouwde tempel door de aardbeving hevig geteisterd en in 1926 werden zoowel de tempel als het dorp door nieuwe lavastroomen totaal weggevaagd. De derde teekening uit 1904 (blz. 71) stelt een joni en een lingga voor in een klein tempeltje aan den weg van Djagaraga naar Sawan in Boeleleng. Op een matje er vóór liggen offeranden en brandt wierook op een klein aarden schaaltje. Of dit tempeltje nog bestaat is mij niet bekend. De hand met de lange nagels op het vignet op blz. 76 is in het zooeven genoemde Sawan ge- teekend, doch twee jaar later. Die hand behoorde aan poenggawa Ida Njoman Karang, die in zijn jonge jaren een heel knap beeldhouwer was en talrijke beelden, fraaie poorten en mooie offernissen voor zijn huistempel vervaardigde. D Doch toen hij poenggawa was geworden vond hij handenarbeid minderwaardig, en om duidelijk te laten blijken dat hij daar niet meer aan deed, knipte hij nooit meer zijn nagels. Met zulke lange nagels was van beeldhouwen natuurlijk geen sprake. Bovendien staan lange nagels bar deftig op Bali. Poenggawa Ida Njoman is reeds geruimen tijd geleden overleden. O Op blz. 70 is afgebeeld het onderste gedeelte van de rechter helft van een bijzonder fraai stel deuren uit de voormalige poeri te Denpasar. □ Na de verovering van Denpasar in 1906, werden deze deuren door mij van vernietiging gered 68 Deur en dakbedekking uit den verwoesten Batoer-tempel. Bali Teekening van W. O. J. Nieuwenkamp en in 1907 naar Holland overgebracht. Zij bevinden zichthans inhet Rijks Ethnografisch Museum te Leiden. De hoogte bedraagt 4 meter 37, de breedte der beide helften 1 meter 46, de dikte 6 cm. De teekening geeft een singa of gevleugelden leeuw te aanschouwen. D De teekening op blz. 72 stelt den ingang voor van den bekenden grottempel Goea Lawas of vleermuizengrot bij Koesamba aan het strand van Kloengkoeng. D Deze grot is, in tegenstelling met het in een rotswand uitgehakte heiligdom bij Bëdoeloe, door de natuur gevormd. Op de teekening ziet men den ingang met de er voor gebouwde godenhuisjes. In den achterwand van deze grot is een toegang tot een tweede grot, die ongeveer twee vadem hoog en twintig vadem diep moet wezen. Aan het einde daarvan moet nog een houten goden- verblijf staan. D Het gewelf van de geheele voorste grot was overdekt met duizenden vleermuizen, waarvan de meeste roerloos hingen; sommige plozen hun vlerken na of fladderden krijschend rond. Hier en daar lag een licht groene slang op de loer, het slanke lijf halverwege uit de spleet, de platte kop onbewegelijk omhoog geheven. D De bodem van de grot, die naar achteren opliep, was erg glibberig en zoo goed als onbegaan- 69 Ornament op een deur uit de voormalige poeri te Denpasar, Bali. Teekening van W. O. J. Nieuwenkamp. 70 baar door een dikke laag uitwerpselen van de vleermuizen. Ik ben dan ooknietver in de grot doorgedrongen. □ Blz. 73 geeft een kijkje in een belangrijke tempel in de hoofdplaats van het vroegere rijkje Bangli, Poera Kehen genaamd. De tempel is op de helling van de boekit Bangli gebouwd. Een trap van 41 treden voert naar de groote voorpoort. Onder was die trap weleer versierd met twee groote naga's, in steen gehouwen. Maar toen ik den tempel in 1918, na de aardbeving van 1917, terug zag, lag één er van in 't stof getuimeld, de andere was verdwenen. Van de acht beelden langs den statigen opgang lag er één naast zijn voetstuk, terwijl een tweede 't hoofd had ver- loren, wat na zoon geweldige aardbeving niet te verwonderen is. Ook de hoofdpoort waszwaar beschadigd. Een trap van 14treden, met 4 beelden versierd, waarvan er één ver- dwenen is, voert naar een gespletenpoort (zie de teekening) en naar het tweede plein. Ook deze poort was gedeeltelijk vernield. Zooals op de teekening te zien is, was deze poort kwistig met ingemetselde bordjes versierd of een tempeltje Sawan, Boeleleng, Bali liever ontsierd. Weereen trap, met 12 treden, Joni en lingga in te Teekening van W. O. J. Nieuwenkamp. en door 6 beelden geflankeerd, voert door een tweede gespleten poort, naar het derde plein. Op dit plein de gebruikelijke godenverblijven, waaronder een hooge meroe met elf daken. Het huisje, dat onderal die daken schuilt, isbehangen met 4 ordinaire spiegels en 14 slechte Chineesche schilderingen op glas, in vergulde lijsten; 10 daarvan stellen schoone Chineesche dames voor, de andere 4 hanen, pauwen en ander gevogelte. Achter den tempel zwaar geboomte, dat aan den tempel behoort, en het noodige hout moet op- leveren voor herstel of bouw van méroe's en bale's. D In Juni 1925 bezocht ik nogmaals den tempel, en het was bedroevend om te zien hoe deze nog meer was verwaarloosd dan in 1918. In al die jaren scheen er geen enkele herstelling te hebben plaats gehad. D En nu nog de prent op blz. 66. Daar ziet men een huisje, aan een huisgod gewijd, bestaande uit een getrouwe kopie in het klein (het geheel is een meter hoog ongeveer) van het inwendige van een Balische woning. D Links ligt op een balé een kapok-matrasje en daarachter staat een stapeltje van drie hoofd- kussens. Het bedgordijn, dat verschuifbaar is aan eenige van de bekende doorboorde kèpèngs of Chineesche munten, heb ik naar rechts weggeschoven geteekend, om de slaapplaats beter te doen uitkomen. D 71 De vleermuizengrot aan de zuidkust van Kloengkocng, Bali Teekening van W. O. J. Nieuwenkamp Op een andere balé, rechts, staat het eten voor de godheid gereed. Om van de moeite ontheven te zijn van dagelijks versche spijzen gereed te maken, zijn deze in gebakken klei nagebootst. Talrijke schaaltjes, kommetjes en een gendi voor drinkwater zijn in miniatuur aanwezig. D Tusschen de beide balé's is, aan den achterwand, een offertafeltje aangebracht, waarop dagelijks een kleinigheid, een bloem b.v., wordt geofferd. D Verder is de achterwand versierd met twee teekeningen op papier, waarvan er één grootendeels zichtbaar is. □ Bij het kopieëren daarvan kwam de manier waarop deze teekening was uitgevoerd mij bekend voor, en begreep ik dat de maker ervan dezelfde moest zijn als van een deel van de Balische teekeningen uit het legaat van v. d. Tuuk, die ik kort te voren in de Leidsche Universiteitsbiblio- theek bestudeerd had. D Hoewel alle Balische teekenaars in denzelfden stijl werken, heeft voor een deskundige elk hunner toch weer zijn eigen persoonlijk handschrift. D Ik informeerde of de teekenaar van de prent in het offerhuisje nog leefde. Ja, hij leefde nog, 72 Poera Kehen bij Bangli, Bali Teekening'van W. O. J. Nieuwenkamp. Ketoet Gedé was zijn naam en hij woonde op het erf, waartoe deze huistempel behoorde. Zijn zoon, een goed beeldhouwer, die eenig houtsnijwerk voor mij vervaardigde, bewoonde dit zelfde erf. Ik vroeg dezen om zijn vader te roepen. Het was een heel oud mannetje met intelligent gelaat; toen ik hem zeide, dat hij in zijn jeugd zeker voor Toewan Pander Tuuk had geteekend, was hij een en al verbazing. Hoe kon ik dat nou weten! D En toen ik hem vertelde hoe het kwam dat ik zijn werk had herkend, en dat zijn teekeningen nog steeds in Holland bewaard worden in het zelfde van gespleten rotan gevlochten mandje, waarin v.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages30 Page
-
File Size-