Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2002 Nieuwkomers in de politiek Jaarboek Parlementaire Geschiedenis Nieuwkomers in de politiek Redactie: C.C. van Baaien W. Breedveld J.W.L. Brouwer P.G.T.W. van Griensven J.J.M. Ramakers W.R Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Sdu Uitgevers, Den Haag Foto omslag: Hollandse Hoogte Vormgeving omslag: Wim Zaat, Moerkapelle Zetwerk: Wil van Dam, Utrecht Druk en afwerking: A-D Druk BV, Zeist © 2002, Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Alle rechthebbenden van illustraties hebben wij getracht te achterhalen. Mocht u desondanks menen aanspraak te maken op een vergoeding, clan verzoeken wij u contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. isbn 90 12 09574 3 issn 1566-5054 Inhoud Ten geleide 7 Artikelen 9 Paul Lucardie, Van profeten en zwepen, regeringspartners en volkstribunen. Een beschouwing over de opkomst en rol van nieuwe partijen in het Nederlandse poli­ tieke bestel 10 Koen Vossen, Dominees, rouwdouwers en klungels. Nieuwkomers in de Tweede Kamer 1918-1940 20 Marco Schikhof, Opkomst, ontvangst en ‘uitburgering’ van een nieuwe partij en een nieuwe politicus. Ds’ 70 en Wim Drees jr. 29 Anne Bos en Willem Breedveld, Verwarring en onvermogen. De pers, de politiek en de opkomst van Pim Fortuyn 39 Jos de Beus, Volksvertegenwoordigers van ver. Plaats en toekomst van immigranten in de Nederlandse politiek 49 Peter Bootsma en Johan van Merriënboer, ‘Den Uyl heeft dat kabinet bedorven.’ De valse start van het kabinet-Van Agt II in 1981 59 Jan Ramakers, Voor de opbouw en de ontplooiing van het gezin. Volkshuisvestings­ beleid als spiegel van de gezinspolitiek 1948-1956 69 Henny van der Burgt, De wraak van Harm van Riel. ‘De zaak-Van der Putten’ en de machtsstrijd binnen de v v d aan het begin van de jaren zestig 80 Martin Schumacher, 50 Jahre Kommission für Geschichte des Parlamentarismus und der politischen Parteien in Bonn 91 Egodocument 97 Anne Bos en Johan van Merriënboer, Ik wil in de politiek. Een brief van de 19-jarige Pim Fortuyn 98 Interviews 103 Carla van Baaien en Willem Breedveld, Nederland kan niet zonder achterkamer. Een vraaggesprek met de nieuwkomer uit de jaren zestig: Hans van Mierlo 104 Peter van Griensven en Jan Ramakers, Als macht belangrijker wordt dan inhoud. Rob van Gijzel over zijn afscheid van de Tweede Kamer 112 Herinneringen/necrologie 123 Kees Schuyt, In memoriam J.F. Glastra van Loon (1920-2001) 124 Jan Prillevitz, Hij had nog groter kunnen zijn. Jelle Zijlstra (1918-2001) 127 5 Gerrit Braks, In memoriam Gcrrit Ph. Brokx (1933-2002) 132 Christian Jongeneel, Wie is er hier nou dominee, jij of ik? Ab Harrewijn (1954-2002) 135 Carla Hoetink, Boegbeeld van een sektarische partij. Hans Janmaat (1934-2002) 140 Parlementaire kroniek 145 Peter van Griensven, Het parlementaire jaar 2001-2002 146 Boekbesprekingen 161 Arie van der Zwan, De puinhopen van Paars in een politiek perspectief 162 Rntger Zwart, Van Bilderdijk tot Balkenende 167 Ineke Secker, De affaire-Aantjes: dossier gesloten? 173 Henk Beereboom, Kabinet-Den Uyl: kom er nog maar eens om 175 Peter Rehwinkel, Piet de jong: van de politieke schroothoop gehaald 177 Hugo Fernandes Mendes, Nederland, Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba 179 Jan Willem Brouwer, Buitenlandse politiek als middel, niet als doel 182 Jonn van Zuthem, Niet alleen de titel roept vraagtekens op 183 Hans Jeekel, Held in kleine drama’s 186 Liesbeth Timmermans, De Haagse lobby 187 Marij Leenders, De spagaat van de asielproblematiek 189 Dick de Mildt, Het parlement en Srebrenica: een keihard politiek oordeel 191 Herman Langeveld, Stijlen van leiderschap 193 Peter van der Heiden, Voorgangers van de linkse kerk? 196 Over de auteurs en de redactie 199 6 Ten geleide Het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis is een uitgave van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, verbonden aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Het Jaarboek wil in zo breed mogelijke kring belangstelling wekken voor de Nederlandse parlementaire geschiede­ nis. Het probeert dit te bereiken door naast wetenschappelijke ook opiniërende artikelen op te nemen, alsmede boekbesprekingen, een kroniek van het afgelopen parlementaire jaar, ego­ documenten en herinneringen aan onlangs overleden prominente politici. Actuele thema’s of gebeurtenissen liggen vaak ten grondslag aan de onderwerpskeuze van de historische artike­ len. In het Jaarboek komen niet alleen wetenschappers aan het woord, maar ook journalisten en (oud-)politici. In alle bijdragen is het Nederlandse parlement in een nabij of ver verleden uitgangspunt van beschouwing; zijn positie en handelen sinds de opkomst van het parle­ mentaire stelsel in 1848 staat steeds centraal. Het thema van het Jaarboek 2002 is‘Nieuwkomers in de politiek’. Toen de redactie in decem­ ber 2001 dit onderwerp koos, was reeds te verwachten dat dit een actueel onderwerp zou worden. Leefbaar Nederland, een nieuwe partij, stond onder aanvoering van Pim Fortuyn op dat moment in de peilingen reeds op twaalf zetels. Maar dat de Nederlandse politiek in het verkiezingsjaar 2002 door nieuwkomers zó op zijn kop zou worden gezet, was toen natuur­ lijk nog niet te voorzien. In het openingsartikel laat Paul Lucardie zien hoe en waarom nieuwe partijen worden opge­ richt en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen om succes te boeken. Koen Vossen onder­ zoekt hoe nieuwkomers zich in het interbellum gedroegen. Marco Schikhof beschrijft de motieven van de oprichters van Ds’70 en de wijze waarop deze partij in ‘politiek Den Haag’ werd ontvangen. Het artikel van Jos de Bens behandelt de problemen rond de politieke inte­ gratie van allochtonen. d 66 -oprichter Hans van Mierlo blikt in een interview terug op de spectaculaire intrede van zijn partij in de Nederlandse politiek; tevens geeft hij zijn visie op de l p f . Anne Bos en Willem Breedveld besteden aandacht aan de reacties van de gevestigde politieke partijen en de media op het ‘verschijnsel’ Pim Fortuyn. Van (een nog jonge) For­ tuyn is tevens een egodocument opgenomen. De overige bijdragen staan los van het thema. Behalve voor nieuwkomers is er ook aandacht voor een ‘vertrekker’: een interview met Rob van Gijzel die eind 2001 de Tweede Kamer ver­ liet na een conflict met zijn fractieleider. Jan Ramakers schreef een artikel over de relatie tus­ sen het volkshuisvestingsbeleid en gezinspolitiek in het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog. Henny van der Burgt onderzoekt ‘de zaak Van der Putten’ en de machtsstrijd binnen de v v d aan het begin van de jaren zestig. Peter Bootsma en Johan van Merriënboer gaan in op de ‘valse start’ van het kabinet-Van Agt II in 1981. Ten slotte blikt Martin Schu- macher terug op vijftig jaar parlementaire geschiedenis in Duitsland. 7 TEN GELEIDE Het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis kwam mede tot stand dankzij de steun van het bestuur van de Stichting Parlementaire Geschiedenis (mr. E.M. d’Hondt, E. van Middelkoop, prof. mr. dr. J.P. Balkenende, mr. Th.C. de Graaf en prof. dr. U. Rosenthal) en de weten­ schappelijke raad (prof. dr. J.Th.J. van den Berg, prof. dr. J.L.J. Bosmans, prof. dr. E.C. Cop- pens en dr. G. Voerman) die de Stichting, het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis en de redactie met waardevolle adviezen terzijde stond. Onze dank gaat tevens uit naar Martin Timmermans die de illustraties verzorgde en Irene Helsen die bij het persklaar maken van dit jaarboek een belangrijke rol heeft gespeeld. Carla van Baaien Willem Breedveld Jan Willem Bronxver Peter van Griensven Jan Ramakers Ineke Secker Artikelen Van profeten en zwepen, regeringspartners en volkstribunen Een beschouwing over de opkomst en rol van nieuwe partijen in het Nederlandse politieke bestel Paul Lucardie Inleiding Politieke partijen worden wel eens vergeleken met mensen: ze worden geboren, groeien op met de nodige kinderziektes (waarbij een aantal het leven Iaat), worden volwassen en sterven ten slotte, door interne of externe oorzaken.' De vergelijking maakt duidelijk dat partijen voortdurend ontstaan en vergaan. ‘Nieuwe partij’ is dus een relatief begrip. De Tweede Kamer die in 2002 gekozen werd, telde elf partijen, waarvan de oudste in 1918 en de jongste in 2002 werd opgericht (zie tabel 1). Tabel 1. Nieuwe en oude partijen in de Tweede Kamer anno 2002 en hun ontstaanswijze Partij Jaar van oprichting Ontstaanswijze SGP 1918 initiatief van burgers PvdA 1946 partijfusie VVD 1948 transformatie (fusie) GPV’ 1948 afsplitsing d 66 1966 initiatief van burgers SP 1971/1972 afsplitsing (transformatie) RPF* 1975 afsplitsing (fusie) CDA 1980 partijfusie GroenLinks 1990 partijfusie Leefbaar Nederland 2001 initiatief van burgers Lijst Pim Fortuyn 2002 afsplitsing * gpv en rpf werken sinds 2000 samen in de ChristenUnie en vormen in het parlement een geza­ menlijke fractie, al bewaren ze formeel nog hun organisatorische zelfstandigheid. De vergelijking van partijen met mensen kan vragen verhelderen maar ook verduisteren. Partijen reproduceren zich niet op natuurlijke wijze zoals mensen, maar worden door men­ sen opgericht met een bepaalde bedoeling. In het eerste deel van dit artikel wordt nagegaan hoe en waarom dat gebeurt. De meeste nieuwe partijen leiden een kortstondig en onopgemerkt bestaan aan de rand van het partijstelsel: na één of meer vergeefse pogingen om in de volksvertegenwoordiging door te dringen verdwijnen ze doorgaans na enige jaren geruisloos van het toneel. Tussen 1945 en 2002 hebben 140 nieuwe partijen getracht een zetel in de Tweede Kamer te veroveren, waarvan 10 VAN PROFETEN F.N ZWEPEN, REGERINGSPARTNERS EN VOLKSTRIBUNEN slechts een twintigtal met enig succes (voor korte of langere tijd). Het tweede deel van dit arti­ kel werpt licht op de voorwaarden voor electoraal succes van nieuwe partijen.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages208 Page
-
File Size-